08.09.2013 Views

Definitief Rapport Cluster - Landinrichting Saasveld-Gammelke

Definitief Rapport Cluster - Landinrichting Saasveld-Gammelke

Definitief Rapport Cluster - Landinrichting Saasveld-Gammelke

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2 Beleid<br />

Het cluster Intensieve Veehouderijen te <strong>Saasveld</strong>-<strong>Gammelke</strong><br />

2.1 Algemeen<br />

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het beleid dat van toepassing is op het gebied <strong>Saasveld</strong>-<strong>Gammelke</strong> en op de<br />

intensieve veehouderijen die hier liggen. Hierbij wordt er ingegaan op eventuele oplossingen die toepasbaar zijn<br />

voor de bedrijven en de toepassing van de zogenaamde BBT. Dit alles is van belang om de ontwikkelingsruimte<br />

binnen de kaders van het beleid goed in beeld te brengen en hiermee aan te geven wat de mogelijkheden zijn voor<br />

de veehouderijen om eventueel uit te breiden of te verplaatsen. Om alle milieueffecten goed in beeld te brengen<br />

wordt er gekeken naar de wetgeving ten opzichte van ammoniak, geuremissie en fijnstofemissie.<br />

In de paragrafen 2.2 t/m 2.7 wordt er ingegaan op de regelgevingen die betrekking hebben op de<br />

ammoniakemissie. Deze regelgevingen zijn allen met elkaar verbonden. Hierbij zijn de Programmatische Aanpak<br />

Stikstof (PAS= nationaal niveau vertaling voor stikstof van de Europese Natura 2000 regelgeving), het<br />

beleidskader stikstof van de provincie en de IPPC-richtlijnen (Europees niveau) de leidende regelgevingen. De BBTregeling<br />

(Best Beschikbare Technieken) en het Besluit Ammoniakemissie Huisvesting Veehouderij (BAHV) zijn<br />

toepassingen die in vigerend beleid al zijn vastgelegd en waarin de normen staan uitgewerkt. Het provinciaal<br />

beleidskader leidt tot een iets strengere aanpak van de emissiebeperking tot in 2028 (BBT+). Dit is het jaar dat de<br />

bedrijven aan die status moeten voldoen (BBT+). In het kader van beheerplannen van de afzonderlijke Natura<br />

2000 gebieden kan men het nodig vinden plaatselijk extra maatregelen te nemen. In paragraaf 4.8 staat een<br />

weergave van de regelgeving over de fijnstofemissie. In paragraaf 2.9 wordt ingegaan op de wetgeving die<br />

betrekking heeft op de geuremissie. Vervolgens staat in paragraaf 2.10 kort weergegeven hoe er met de Wet<br />

Ammoniak en Veehouderij (WAV) rekening wordt gehouden.<br />

2.2 Natura 2000, Natuurbeschermingswet en de Habitatrichtlijn<br />

De Natura 2000 regelgeving is ontstaan uit de samenvoeging van twee andere regelgevingen, namelijk de<br />

Vogelrichtlijn uit 1979 en de Habitatrichtlijn uit 1992. Binnen de Europese Unie ligt een netwerk van<br />

natuurgebieden die onder een van deze twee regelgevingen vallen. Deze gebieden hebben allen de status<br />

gekregen van Natura 2000 gebied. De maatregelen voor het beschermen en het behouden van de natuur en de<br />

bijhorende soorten zijn overgenomen uit de voorgenoemde richtlijnen. De lidstaten die de beschikking hebben<br />

over één of meer Natura 2000 gebieden moeten zelf de verantwoording nemen voor het beheer en het behoud<br />

van de natuurgebieden. Dit moeten zij doen door zelf de speciale beschermingszones als zodanig aan te wijzen en<br />

door hiervoor instandhoudingmaatregelen op te stellen. De Natura 2000 richtlijn is Europees beleid en is hierdoor<br />

leidend voor de landelijke beleidsvormen die opgesteld zijn voor het behoud van de bijzondere natuur.<br />

In Nederland zijn in 1998 de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn samengevoegd in de Natuurbeschermingswet. De<br />

bedoeling hiervan was het opstellen van een beheersysteem voor de Natura 2000 gebieden. Zo zijn er bij deze wet<br />

een vergunningstelsel en beheerplannen gemaakt. Deze wet heeft als doel een zorgvuldige afweging mogelijk te<br />

maken tussen het gebruik van natuurgebieden en de gevolgen die het gebruik kunnen hebben voor de<br />

bijbehorende natuurwaarden. Activiteiten en projecten die in en rondom een Natura 2000 gebied voorkomen,<br />

mogen alleen ten uitvoering worden gebracht als aangetoond kan worden dat er geen significante schade wordt<br />

toegebracht aan het desbetreffende Natura 2000 gebied.<br />

Pagina 6 Invloed op de Handijksmeden DLG Regio Oost

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!