Untitled - Gemeente Maastricht
Untitled - Gemeente Maastricht
Untitled - Gemeente Maastricht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
11<br />
Woningsplitsing dient ontoelaatbaar te zijn indien de gesplitste woningen niet over<br />
minimaal 30 m² eigen buitenruimte en 1,5 fysiek aanwezige eigen parkeerplaats op<br />
redelijke afstand beschikken.<br />
Kamerbewoning zou alleen moeten worden toegestaan indien er minimaal 6 m²<br />
fietsenstalling/berging aanwezig is en 0,5 fysiek aanwezige parkeerplaats per kamer<br />
op redelijke afstand.<br />
Mantelzorg dient nergens te worden uitgesloten, gelet op de trend van<br />
zelfredzaamheid in de samenleving. Het Bouwbesluit voorkomt in voldoende mate<br />
gevaarlijke en onverantwoorde ontwikkelingen. Voorts is de voorraad grote woningen<br />
moeilijker te (her)gebruiken indien niet wordt afgeweken van oude regels.<br />
In het Bouwbesluit worden van rijkswege reeds kwalitatieve eisen gesteld aan<br />
woningen. Daarnaast heeft het college van burgemeester en wethouders nog<br />
specifiek beleid met betrekking tot woningsplitsing en kamerverhuur ontwikkeld in de<br />
vorm van de notitie “Naar beleid voor woningsplitsing in <strong>Maastricht</strong>”. Dit beleid is voor<br />
het eerst binnen dit plangebied verwerkt in een bestemmingsplan, waarmee de<br />
gemeente ook voor het eerst een instrument in handen heeft om daadwerkelijk te<br />
sturen op woningsplitsing, als gevolg waarvan er naar verwachting aanmerkelijk<br />
minder splitsingsinitiatieven zullen worden verwezenlijkt. Het gemeentelijke beleid<br />
voorziet niet in een verplichte buitenruimte voor gesplitste woningen. De noodzaak<br />
hiertoe ziet de gemeenteraad ook niet in, te meer daar voor het overgrote deel van het<br />
plangebied een “nee, tenzij”-beleid van kracht is, op basis waarvan in principe geen<br />
medewerking aan woningsplitsing wordt verleend en alleen in bijzondere gevallen,<br />
bijvoorbeeld ter voorkoming van leegstand of verloedering, daarop een uitzondering<br />
wordt gemaakt. Het verplicht stellen van een eigen buitenruimte per gestapelde<br />
woning past niet in dit beleid en is – gelet op de dichte bebouwingsstructuur van de<br />
binnenstad – ook fysiek nagenoeg een onmogelijkheid. Het gemeentelijke beleid<br />
voorziet tevens niet in een minimale oppervlakte voor fietsenstalling en berging in<br />
geval van kamerverhuur, en zal ook niet overeenkomstig worden aangepast in het<br />
kader van dit bestemmingsplan.<br />
Voor parkeerplaatsen is het gemeentelijke parkeerbeleid van toepassing, zoals<br />
verwoord in de nota Parkeren <strong>Maastricht</strong> en in de Parkeernormen <strong>Maastricht</strong> 2011. De<br />
parkeernormen maken in de vorm van een bijlage deel uit van de regels.<br />
In het bestemmingsplan wordt mantelzorg alleen uitgesloten in vrijstaande<br />
bijgebouwen, ter voorkoming van ongecontroleerde bewoning van dergelijke<br />
gebouwen. Burgemeester en wethouders kunnen echter afwijken van deze hoofdregel<br />
en het gebruik van een vrijstaand als afhankelijke woonruimte in het kader van<br />
mantelzorg toestaan. Mantelzorg in hoofdgebouwen alsmede in aan- en uitbouwen is<br />
rechtstreeks toegestaan.<br />
Conclusie: deze zienswijze is niet gegrond.<br />
“Waarde – <strong>Maastricht</strong>s Erfgoed”: Om de beoogde kwaliteitsslag te maken moet<br />
geregeld zijn waar sloop nodig is en dient inzichtelijk te zijn waar en hoeveel<br />
uitbreiding per MPE-object mogelijk is.<br />
Uitgangspunt van het MPE-beleid is om de bestaande kwaliteiten te behouden. Het<br />
beleid is er niet op gericht om door middel van het vooraf regelen c.q. vastleggen van<br />
te amoveren bouwwerken een kwaliteitsslag te forceren. De gemeente wil en kan niet<br />
afdwingen dat legaal tot stand gekomen bouwwerken in een sloopregime worden<br />
opgenomen om gunste van een kwaliteitsimpuls van het monumentale karakter van<br />
de binnenstad. Doel van het MPE-beleid is dat enerzijds de bestaande gebruiks- en<br />
bebouwingsmogelijkheden in stand worden gelaten maar dat anderzijds rekening