Rapport - Bureau Waardenburg

Rapport - Bureau Waardenburg Rapport - Bureau Waardenburg

08.09.2013 Views

26 Molenkade Rond Molenkade zijn in 2009 in de REVZ nieuwe poelen en sloten aangelegd, waarmee het aantal voortplantingswateren voor amfibieën is toegenomen. Uitwisseling met geschikt leefgebied ten westen van de Diefdijk is mogelijk via de berm van de A2 (zie hiervoor) en de dijk zelf. De kans op verkeerslachtoffers op de dijk is echter groot. Uitwisseling kan geoptimaliseerd worden door realisatie van amfibieëntunnels in verkeersdrempels. Op dit deel van het traject liggen potentieel geschikte locaties ten noorden en ten zuiden van het wiel. Een passage direct ten noorden van het wiel is een geschikte aanvulling op een passage langs de A2 (zie eerder). Geschikte locaties ten zuiden van het wiel zijn weergegeven in figuur 3.8. De noordelijke optie van deze locaties heeft de voorkeur omdat de REVZ hier breed is en tegenover (vochtig) bos ligt. Figuur 3.8 Potentieel geschikte locatiesvoor uitwisseling amfibieën over de Diefdijk (boven, midden) en Acquoiseweg – Sonsbrug (onder). Acquoiseweg - Sonsbrug passage bij bestaande brug Bij de aansluiting van de Acquoiseweg en Sonsbrug (Figuur 2.3 – 5; Figuur 3.8) op de Diefdijk wordt de REVZ zeer smal en vormt de brug tussen beide wegen en de aansluiting op de dijk de verbinding tussen het REVZ ten noorden en ten zuiden van dit knelpunt. De brug biedt voldoende ruimte voor het aanbrengen van een looprichel, aansluitend op de oever van de watergang (Figuur 3.9). De huidige oever is beschoeid en niet geschikt als migratieroute voor amfibieën, en kleine zoogdieren als medegebruikers van de looprichel. De extensief beheerde grasberm is wel geschikt als landbiotoop voor dispersie. Passages langs watergangen onder rijkswegen die aansluiten op extensief beheerde bermen worden over het algemeen goed gebruikt door watersalamanders, padden en kikkers.

Aan de westzijde van de Diefdijk liggen ter hoogte van dit knelpunt geen barrières. Door uitwisseling tussen leefgebied aan weerszijde van de dijk ten noorden en ten zuiden van dit knelpunt te verbeteren, wordt de samenhang tussen delen van de REVZ versterkt (zie hierboven onder passage Diefdijk). Figuur 3.9 Watergang en brug bij Acquoiseweg en Sonsbrug (Figuur 2.3 - knelpunt 5), versmalling van de REVZ. 3.5 Polder De Geeren Passages Diefdijk Met de ontwikkeling van de REVZ zal de betekenis van het gebied voor amfibieën toenemen. Kans op verkeerslachtoffers onder trekkende dieren is op het gehele traject aanwezig. Uitwisseling tussen leefgebied aan weerszijde van de dijk kan verbeterd worden door aanleg van amfibieëntunnels in verkeerdrempels. Op het traject zijn meerdere geschikte locaties aanwezig, op plaatsen waar aan weerzijde van de dijk een combinatie van poelen, extensief grasland en / of bosjes aanwezig is (Figuur 3.10; 3.11). Aanbevolen wordt ten noorden van het wiel minimaal één en ten zuiden van het wiel, gelet op de lengte van het traject, minimaal twee passages over de dijk te realiseren. De keuze van de locaties voor maatregelen zal afhangen van de toekomstige ontwikkeling van de REVZ. 27

Aan de westzijde van de Diefdijk liggen ter hoogte van dit knelpunt geen barrières.<br />

Door uitwisseling tussen leefgebied aan weerszijde van de dijk ten noorden en ten<br />

zuiden van dit knelpunt te verbeteren, wordt de samenhang tussen delen van de REVZ<br />

versterkt (zie hierboven onder passage Diefdijk).<br />

Figuur 3.9 Watergang en brug bij Acquoiseweg en Sonsbrug (Figuur 2.3<br />

- knelpunt 5), versmalling van de REVZ.<br />

3.5 Polder De Geeren<br />

Passages Diefdijk<br />

Met de ontwikkeling van de REVZ zal de betekenis van het gebied voor amfibieën<br />

toenemen. Kans op verkeerslachtoffers onder trekkende dieren is op het gehele traject<br />

aanwezig. Uitwisseling tussen leefgebied aan weerszijde van de dijk kan verbeterd<br />

worden door aanleg van amfibieëntunnels in verkeerdrempels. Op het traject zijn<br />

meerdere geschikte locaties aanwezig, op plaatsen waar aan weerzijde van de dijk een<br />

combinatie van poelen, extensief grasland en / of bosjes aanwezig is (Figuur 3.10;<br />

3.11). Aanbevolen wordt ten noorden van het wiel minimaal één en ten zuiden van<br />

het wiel, gelet op de lengte van het traject, minimaal twee passages over de dijk te<br />

realiseren. De keuze van de locaties voor maatregelen zal afhangen van de toekomstige<br />

ontwikkeling van de REVZ.<br />

27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!