08.09.2013 Views

Nederlandse universiteiten op de internationale ... - SoFoKleS

Nederlandse universiteiten op de internationale ... - SoFoKleS

Nederlandse universiteiten op de internationale ... - SoFoKleS

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> arbeidsmarkt:<br />

kansen, uitdagingen en draagvlak


Drs. Marlies Rosenbrand<br />

Drs. Geert-Jan Waasdorp<br />

Drs. Hans Hoekstra<br />

Intelligence Group<br />

Maaska<strong>de</strong> 119<br />

3071 NK Rotterdam<br />

010 – 280 90 10<br />

www.intelligence-group.nl<br />

marlies@intelligence-group.nl<br />

Niets uit dit rapport mag wor<strong>de</strong>n verveelvoudigd, <strong>op</strong>geslagen wor<strong>de</strong>n in een<br />

geautomatiseerd gegevensbestand, of <strong>op</strong>enbaar wor<strong>de</strong>n gemaakt, in enige vorm of enige<br />

wijze zon<strong>de</strong>r voorafgaan<strong>de</strong> schriftelijke toestemming van Intelligence Group.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

2


Management summary<br />

De directeuren P&O van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> hebben bij mon<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

begeleidingscommissie, Intelligence Group gevraagd on<strong>de</strong>rzoek te doen naar <strong>de</strong> (on-)<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n voor een sterkere gezamenlijke profilering <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt.<br />

In <strong>de</strong>ze management summary vindt u, naast een korte uiteenzetting van <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet, een overzicht van <strong>de</strong> belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit het<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Doelstellingen en on<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet<br />

Dit on<strong>de</strong>rzoek heeft een drietal doelstellingen, namelijk: (a) het formuleren van Unique<br />

Selling Points (USP’s) voor <strong>de</strong> gemeenschappelijke <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> arbeidsmarkt van wetenschappelijk personeel (WP); (b) het on<strong>de</strong>rzoeken van<br />

het draagvlak om gemeenschappelijk <strong>de</strong> werving ver<strong>de</strong>r vorm te geven; (c) het aangeven<br />

van <strong>de</strong> (on-)mogelijkhe<strong>de</strong>n om samen te werken <strong>op</strong> het gebied van <strong>internationale</strong> werving.<br />

Bovenstaan<strong>de</strong> doelstellingen hebben geleid tot <strong>de</strong> formulering van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksvragen.<br />

1. Wat vindt het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel belangrijk bij <strong>de</strong> keuze voor een<br />

nieuwe baan?<br />

2. Op welke manier verlo<strong>op</strong>t het beslissingsproces on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel bij <strong>de</strong> keuze voor een nieuwe baan?<br />

3. Wat is het werkgeversimago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> on<strong>de</strong>r het<br />

<strong>internationale</strong> arbeidspotentieel en in hoeverre bezitten zij een on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd<br />

werkgeversimago?<br />

4. Op welke manier is <strong>de</strong> arbeidsmarktcommunicatie <strong>op</strong> <strong>de</strong> (inter-)nationale<br />

arbeidsmarkt van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> voor het werven van WP <strong>op</strong> dit<br />

moment vormgegeven?<br />

5. Welk draagvlak is er voor ver<strong>de</strong>re samenwerking van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong><br />

het gebied van <strong>internationale</strong> werving en aan welke randvoorwaar<strong>de</strong>n moet <strong>de</strong><br />

samenwerking voldoen?<br />

6. Welke USP’s zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gezamenlijke <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> daarbij kunnen<br />

gebruiken?<br />

7. Welke mogelijkhe<strong>de</strong>n hebben <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> om samen te werken?<br />

© Intelligence Group 2009<br />

3


Voor het beantwoor<strong>de</strong>n van bovenstaan<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvragen wordt het externe beeld van<br />

het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> gespiegeld aan <strong>de</strong><br />

interne situatie binnen <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>. Voor het achterhalen van het externe en<br />

het interne beeld zijn verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n gehanteerd, van een survey via<br />

internet tot het afnemen van interviews met verantwoor<strong>de</strong>lijken binnen <strong>de</strong> universiteit <strong>op</strong> het<br />

terrein van arbeidsmarktcommunicatie. De voorl<strong>op</strong>ige resultaten van het on<strong>de</strong>rzoek zijn<br />

voorgelegd aan en bediscussieerd door <strong>de</strong> directeuren P&O van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong>. De resultaten van <strong>de</strong>ze bijeenkomst zijn verwerkt in <strong>de</strong> rapportage. Hierna<br />

wor<strong>de</strong>n alle gehanteer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gesomd.<br />

1. Desk research (‘Desk research’)<br />

2. 25 Interviews met het WP van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> afkomstig uit het<br />

buitenland (‘Interviews buitenlands WP’)<br />

3. 13 Interviews met me<strong>de</strong>werkers die verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor (<strong>internationale</strong>)<br />

werving binnen <strong>de</strong> <strong>universiteiten</strong> (‘Interviews AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’)<br />

4. Een survey on<strong>de</strong>r hoger <strong>op</strong>gelei<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel die<br />

werken of willen werken in R&D/Wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek (‘Survey on<strong>de</strong>r<br />

internationaal arbeidspotentieel’)<br />

5. Data-analyse van bestan<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> ‘International labour survey’ van Intelligence<br />

Group (‘International labour survey’)<br />

6. Negen <strong>universiteiten</strong> hebben cijfers geleverd over het land van herkomst van het<br />

WP (‘Data WP <strong>universiteiten</strong>’)<br />

7. De presentatie van <strong>de</strong> voorl<strong>op</strong>ige resultaten aan <strong>de</strong> veertien directeuren P&O van<br />

<strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> (‘Bijeenkomst directeuren P&O’)<br />

Er wordt naar <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> bronnen verwezen bij <strong>de</strong> conclusies.<br />

Conclusies<br />

Nu volgen per on<strong>de</strong>rzoeksvraag puntsgewijs <strong>de</strong> belangrijkste conclusies.<br />

1. Wat vindt het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel belangrijk bij <strong>de</strong> keuze voor een<br />

nieuwe baan?<br />

Inhoud van <strong>de</strong> baan staat met stip <strong>op</strong> 1<br />

• Als gekeken wordt naar wat het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel belangrijk vindt bij<br />

<strong>de</strong> keuze voor een baan, staat <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n baan met stip <strong>op</strong> 1<br />

(o.a. ‘Interviews buitenlands WP’). Het is daarbij belangrijk dat <strong>de</strong><br />

(wetenschappelijke) nieuwsgierigheid geprikkeld wordt. An<strong>de</strong>re aspecten die<br />

belangrijk zijn voor het arbeidspotentieel zijn <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

(inclusief contractduur en aandacht voor work/life balance), goe<strong>de</strong> faciliteiten en dat<br />

er Engels gesproken wordt.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

4


2. Op welke manier verlo<strong>op</strong>t het beslissingsproces on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel bij <strong>de</strong> keuze voor een nieuwe baan?<br />

Precompetitieve fase als mogelijkheid om als ‘concullega’s’ samen te werken<br />

• <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> zien zichzelf zowel als concurrenten als collega’s.<br />

Hierdoor noemen zij zichzelf ook wel ‘concullega’s’ (‘Interviews AMC<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijken’). Deze competitie heeft betrekking <strong>op</strong> het werven van<br />

wetenschappelijk t<strong>op</strong>talent, terwijl ze ook zien dat zij een gemeenschappelijk belang<br />

hebben bij het promoten van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong><br />

arbeidsmarkt. Juist in <strong>de</strong> fase, ook wel ‘precompetitieve fase’ genoemd, dat<br />

kandidaten nog geen besluit hebben genomen, blijken er mogelijkhe<strong>de</strong>n voor<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> om samen te werken om zo <strong>de</strong> beeldvorming positief te<br />

beïnvloe<strong>de</strong>n. Daarna kan <strong>de</strong> wedstrijd om het werven van t<strong>op</strong>talent beginnen.<br />

Regelmatig is er geen bewuste voorkeur voor bepaal<strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit<br />

• Ook al zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> het graag an<strong>de</strong>rs willen<br />

zien, een groot ge<strong>de</strong>elte van het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel lijkt geen bewuste<br />

keuze te maken voor een universiteit, vakgroep of hoogleraar (‘Interviews<br />

buitenlands WP’). Het is toevallig dat ze een passen<strong>de</strong> vacature tegenkomen <strong>op</strong><br />

een vacaturebank of ze wor<strong>de</strong>n gevraagd om te solliciteren door een hoogleraar. Of<br />

zoals een respon<strong>de</strong>nt het aangeeft “It was by chance that I saw the vacancy.” Juist<br />

voor personen die geen dui<strong>de</strong>lijke voorkeur hebben voor een bepaal<strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit, zal het belangrijk zijn om te werken aan hun voorkeur voor<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>.<br />

3. Wat is het werkgeversimago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> on<strong>de</strong>r het<br />

<strong>internationale</strong> arbeidspotentieel en in hoeverre bezitten zij een<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd werkgeversimago?<br />

Ne<strong>de</strong>rland lijkt niet het p<strong>op</strong>ulairste land om in te werken<br />

• <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> moeten er rekening mee hou<strong>de</strong>n dat Ne<strong>de</strong>rland niet het<br />

p<strong>op</strong>ulairste land is om te werken on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel. Slechts<br />

8 tot 22 procent van <strong>de</strong> hoog<strong>op</strong>gelei<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte lan<strong>de</strong>n (Duitsland,<br />

Scandinavië, België, Italië en Frankrijk) die willen werken in een R&D functie of<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek, ziet Ne<strong>de</strong>rland als één van <strong>de</strong> aantrekkelijkste lan<strong>de</strong>n<br />

om in te werken (‘International labour survey’). Gemid<strong>de</strong>ld genomen zijn <strong>de</strong> VS en<br />

<strong>de</strong> UK <strong>de</strong> p<strong>op</strong>ulairste lan<strong>de</strong>n om in te werken.<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> hebben goed werkgeversimago, maar niet het beste<br />

• Als door het arbeidspotentieel <strong>de</strong> eerste hin<strong>de</strong>rnis van het ‘willen werken’ bij een<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit is genomen, dan kan gezegd wor<strong>de</strong>n dat <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> een goed werkgeversimago hebben wat betreft <strong>de</strong> kwaliteit van het<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek, <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n en goe<strong>de</strong><br />

arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n (‘Survey on<strong>de</strong>r internationaal arbeidspotentieel’). Hoewel<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> ervaren wor<strong>de</strong>n als <strong>universiteiten</strong> met kwalitatief<br />

hoogwaardig on<strong>de</strong>rzoek, on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zij zich niet altijd van an<strong>de</strong>re <strong>universiteiten</strong>.<br />

Ver<strong>de</strong>r blijken <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> het <strong>op</strong> reputatie, ‘Lea<strong>de</strong>r in scientific<br />

© Intelligence Group 2009<br />

5


esearch’, en status af te leggen tegenover Engelse <strong>universiteiten</strong>, die in dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek als benchmark zijn gehanteerd.<br />

4. Op welke manier is <strong>de</strong> arbeidsmarktcommunicatie <strong>op</strong> <strong>de</strong> (inter-)nationale<br />

arbeidsmarkt van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> voor het werven van WP <strong>op</strong> dit<br />

moment vormgegeven?<br />

Internationale werving als inherent on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>op</strong> facultair niveau<br />

• De personeelswerving binnen <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> vindt nog steeds<br />

voornamelijk <strong>op</strong> facultair niveau plaats (‘Interviews AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’). Ook<br />

al lijkt bij een aantal <strong>universiteiten</strong> er meer aandacht <strong>op</strong> centraal niveau aan te<br />

wor<strong>de</strong>n besteed. Internationale werving is een inherent en logisch on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

algehele werving. De manier waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> werving <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt<br />

is vormgegeven, wijkt daardoor weinig af van wat gangbaar is. In bei<strong>de</strong> gevallen<br />

staat het (informele) netwerk van <strong>de</strong> huidige me<strong>de</strong>werkers, het eigen ‘werken bij’<br />

ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> website en Aca<strong>de</strong>micTransfer centraal.<br />

5. Welk draagvlak is er voor ver<strong>de</strong>re samenwerking van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> het gebied van <strong>internationale</strong> werving en aan welke<br />

randvoorwaar<strong>de</strong>n moet <strong>de</strong> samenwerking voldoen?<br />

Draagvlak voor samenwerking in precompetitieve fase is aanwezig<br />

• Draagvlak on<strong>de</strong>r directeuren P&O voor een gemeenschappelijke marktbewerking<br />

waarin het veran<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> gedachten over <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> centraal<br />

staat, lijkt aanwezig (‘Bijeenkomst directeuren P&O’). Zoals eer<strong>de</strong>r is aangegeven<br />

kunnen juist in <strong>de</strong> precompetitieve fase <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> winst halen door<br />

zich gemeenschappelijk te profileren. Ook binnen <strong>de</strong> nationale en <strong>internationale</strong><br />

context zijn voorbeel<strong>de</strong>n te zien van ‘concullega’s’ die samenwerking niet schuwen.<br />

Voorbeel<strong>de</strong>n daarvan zijn <strong>de</strong> accountancy sector in Ne<strong>de</strong>rland, <strong>de</strong> samenwerking<br />

van het Rijk binnen www.werkenbijhetrijk.nl en <strong>de</strong> gemeenschappelijke profilering<br />

van Zwitserse <strong>universiteiten</strong> (‘Desk research’).<br />

6. Welke USP’s zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gezamenlijke <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> daarbij<br />

kunnen gebruiken?<br />

USP’s: kwaliteit wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek en <strong>internationale</strong> werkomgeving<br />

• Dat er draagvlak is voor ver<strong>de</strong>re samenwerking on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> directeuren P&O, blijkt<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re uit <strong>de</strong> bereidheid zelf USP’s te selecteren die gebruikt gaan wor<strong>de</strong>n<br />

bij een gemeenschappelijke profilering (‘Bijeenkomst directeuren P&O’). De USP’s<br />

waarvoor het meeste draagvlak is on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> directeuren P&O om in een<br />

gemeenschappelijke profilering te gebruiken, zijn ‘Goe<strong>de</strong> kwaliteit van het<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek’ en <strong>de</strong> ‘Internationale werkomgeving.’ Daarnaast geeft<br />

<strong>de</strong> keuze voor USP’s ook aanleiding om ‘Mo<strong>de</strong>rn werkgeverschap’ binnen<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>, en dan specifiek <strong>de</strong> ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n, als<br />

USP te benadrukken in <strong>de</strong> gemeenschappelijke arbeidsmarktcommunicatie. De<br />

geformuleer<strong>de</strong> USP’s passen binnen het ka<strong>de</strong>r zoals dat gesteld is door <strong>de</strong><br />

Stuurgroep Internationaal van <strong>de</strong> VSNU (2009, a).<br />

© Intelligence Group 2009<br />

6


7. Welke mogelijkhe<strong>de</strong>n hebben <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> om samen te<br />

werken?<br />

Een overzicht van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n volgt in <strong>de</strong> aanbevelingen.<br />

Aanbevelingen<br />

In tabel 1 volgt een overzicht van <strong>de</strong> belangrijkste samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> om hun wervingskracht <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt te<br />

vergroten. De praktische haalbaarheid van verschillen<strong>de</strong> <strong>op</strong>ties is bij het bepalen van <strong>de</strong><br />

samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n als criterium meegenomen. Een groter aantal<br />

samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n staat in het vier<strong>de</strong> hoofdstuk ‘Conclusies en aanbevelingen’.<br />

Tabel 1 Samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

Samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

1. Een gemeenschappelijke website voor <strong>de</strong> ‘Dutch Research Universities’<br />

2. Gemeenschappelijke algemene wervingsactiviteiten als beursbezoek en brochures<br />

3. Het <strong>de</strong>len van kennis<br />

Gemeenschappelijke website voor het promoten van het werkgeversimago<br />

Eén van <strong>de</strong> aanbevelingen, namelijk ‘Een gemeenschappelijke website voor <strong>de</strong> ‘Dutch<br />

Research Universities’ is uitgewerkt in een visual (zie figuur 1 <strong>op</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> pagina). De<br />

uitgangspunten die on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re gebruikt zijn bij <strong>de</strong>ze visualisatie, zijn dat <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke innovatie binnen Ne<strong>de</strong>rland goed naar voren komt, <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> ‘look<br />

en feel’ moet hebben, <strong>de</strong> individuele <strong>universiteiten</strong> zich goed moeten kunnen profileren en<br />

dat <strong>de</strong> USP’s van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> een dui<strong>de</strong>lijke plek moeten krijgen. De nadruk<br />

van <strong>de</strong> website ligt daarbij min<strong>de</strong>r <strong>op</strong> vacatures, ook al wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze natuurlijk wel getoond,<br />

maar meer <strong>op</strong> het werkgeversimago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>.<br />

Het is nadrukkelijk <strong>de</strong> bedoeling dat <strong>de</strong>ze nieuw te ontwikkelen website niet los komt te<br />

staan van al bestaan<strong>de</strong> websites. Juist door aan te sluiten bij Aca<strong>de</strong>micTransfer als initiatief<br />

vanuit <strong>de</strong> gezamenlijke <strong>universiteiten</strong> om vacatures voor WP te plaatsen, kan een dui<strong>de</strong>lijk<br />

kostenvoor<strong>de</strong>el behaald wor<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> door Aca<strong>de</strong>micTransfer ontwikkel<strong>de</strong> techniek<br />

gebruikt wordt. De kennis van Aca<strong>de</strong>micTransfer met betrekking tot het genereren van<br />

bezoekers en <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt (via www.career.edu) kan het succes van <strong>de</strong> te<br />

ontwikkelen website vergroten. Wat betreft content en vormgeving moet aansluiting gezocht<br />

wor<strong>de</strong>n bij bestaan<strong>de</strong> <strong>internationale</strong> webpresentaties van het hoger on<strong>de</strong>rwijs door VSNU<br />

en NUFFIC, indien dat het doel –<strong>op</strong>timaliseren van <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> werving van WP- goed<br />

dient. Ook nauwe afstemming met organisaties als OCW en QUANU kan bijdragen aan<br />

versterking van het imago van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> als een uitsteken<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksomgeving.<br />

Gemeenschappelijke wervingsactiviteiten en het <strong>de</strong>len van kennis<br />

Naast het sterker profileren van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> kan met het<br />

gemeenschappelijk vormgeven van algemene wervingsactiviteiten als beursbezoek,<br />

brochures en media-inko<strong>op</strong>, vaak ook een interessant kostenvoor<strong>de</strong>el gehaald wor<strong>de</strong>n.<br />

Door het veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong> hogere kennisniveau kan mogelijk <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong><br />

© Intelligence Group 2009<br />

7


on<strong>de</strong>rsteuning ver<strong>de</strong>r toenemen. Het <strong>de</strong>len van kennis vergt meer dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee<br />

aanbevelingen een houding van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> die gericht is <strong>op</strong> vertrouwen<br />

en samenwerking. Het zal aftasten zijn in hoeverre het <strong>de</strong>len van kennis mogelijk zal zijn.<br />

Figuur 1 Visuals van <strong>de</strong> website van ‘Dutch Research Universities’<br />

© Intelligence Group 2009<br />

8


Voorwoord<br />

Het on<strong>de</strong>rwerp van dit rapport is het <strong>op</strong>timaliseren van <strong>de</strong> personeelswerving van WP <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> arbeidsmarkt. Een on<strong>de</strong>rwerp wat <strong>op</strong> dit moment vaak weinig structurele<br />

aandacht krijgt binnen <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> centraal niveau, maar wat wel als inherent<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el ervaren wordt van <strong>de</strong> personeelswerving <strong>op</strong> facultair niveau. Internationalisering<br />

in bre<strong>de</strong> zin wordt <strong>op</strong> centraal niveau wel <strong>de</strong>gelijk ervaren als een belangrijk on<strong>de</strong>rwerp. De<br />

ambities van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> bij het aantrekken van <strong>internationale</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

en <strong>de</strong> aandacht voor haar individuele positie <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>internationale</strong> rankings<br />

illustreren dit.<br />

Binnen het thema van het <strong>op</strong>timaliseren van <strong>de</strong> personeelswerving in een <strong>internationale</strong><br />

context wordt specifiek gekeken naar <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor samenwerking tussen<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>. Het aangaan van samenwerkingsrelaties is een uitdaging,<br />

omdat <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> elkaar zowel ervaren als collega’s als als<br />

concurrenten. Deze ‘concullega’s’ willen elkaar graag aftroeven als het gaat om het werven<br />

van wetenschappelijk t<strong>op</strong>talent.<br />

Toch blijken er uit dit on<strong>de</strong>rzoek wel <strong>de</strong>gelijk samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n te zijn, indien<br />

met <strong>de</strong>ze randvoorwaar<strong>de</strong>n rekening gehou<strong>de</strong>n wordt. Juist in <strong>de</strong> precompetitieve fase<br />

waarin kandidaten nog geen <strong>de</strong>finitieve keuze hebben gemaakt voor bepaal<strong>de</strong> functies, dan<br />

wel <strong>universiteiten</strong>, is het aangaan van een samenwerkingsrelatie mogelijk. Universiteiten<br />

staan gezamenlijk sterker en zij kunnen <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier kostenvoor<strong>de</strong>len behalen. Na <strong>de</strong><br />

uitein<strong>de</strong>lijke keuze van <strong>de</strong> kandidaat voor een bepaal<strong>de</strong> functie, die groten<strong>de</strong>els gebaseerd<br />

zal zijn <strong>op</strong> <strong>de</strong> aanwezigheid van een wetenschappelijk specialisme, kan het daarna weer<br />

‘ie<strong>de</strong>r voor zich’ wor<strong>de</strong>n.<br />

Samenwerking biedt vele voor<strong>de</strong>len, maar vereist wel een <strong>op</strong>en blik. De directeuren P&O<br />

hebben, tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> presentatie van <strong>de</strong> voorl<strong>op</strong>ige on<strong>de</strong>rzoeksresultaten, aangegeven dat zij<br />

in ie<strong>de</strong>r geval beschikken over een <strong>de</strong>rgelijke houding. Wij wensen <strong>de</strong> <strong>universiteiten</strong> succes<br />

bij het ver<strong>de</strong>r vormgeven van <strong>de</strong> samenwerkingsrelatie!<br />

Marlies Rosenbrand<br />

Intelligence Group<br />

© Intelligence Group 2009<br />

9


Leeswijzer<br />

Het eerste hoofdstuk van het rapport begint met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet, inclusief<br />

on<strong>de</strong>rzoeksvragen. In <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> paragraaf van dit eerste hoofdstuk wordt voornamelijk<br />

informatie gegeven over <strong>de</strong> interne situatie binnen <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> het<br />

gebied van <strong>internationale</strong> personeelswerving. Ook wordt hier een aantal gegevens<br />

gepresenteerd over <strong>de</strong> internationaliseringsgraad van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> en <strong>de</strong><br />

schaarste <strong>op</strong> <strong>de</strong> R&D arbeidsmarkt. In het twee<strong>de</strong> hoofdstuk wordt overgeschakeld naar <strong>de</strong><br />

externe situatie. In dit hoofdstuk staat het beslissingsproces van het arbeidspotentieel<br />

centraal. Ook wordt gekeken naar wat het arbeidspotentieel belangrijk vindt bij <strong>de</strong> keuze<br />

voor een baan. Het werkgeversimago van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> wordt behan<strong>de</strong>ld in<br />

het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> hoofdstuk, waarna <strong>de</strong> rapportage afgesloten wordt met conclusies en<br />

aanbevelingen in het vier<strong>de</strong> hoofdstuk.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

10


Inhouds<strong>op</strong>gave<br />

Management summary ............................................................................................................ 3<br />

Voorwoord ............................................................................................................................... 9<br />

Leeswijzer ............................................................................................................................. 10<br />

Inhouds<strong>op</strong>gave ...................................................................................................................... 11<br />

1. Inleiding .......................................................................................................................... 12<br />

1.1 Aanleiding .............................................................................................................. 12<br />

1.2 Doelstellingen ........................................................................................................ 13<br />

1.3 On<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet .................................................................................................. 14<br />

1.4 Interne situatie en algemene achtergrondgegevens ............................................. 15<br />

2. Beslissingsproces .......................................................................................................... 23<br />

2.1 De precompetitieve fase ........................................................................................ 23<br />

2.2 Fase versus type beslisser .................................................................................... 25<br />

2.3 Belangrijke re<strong>de</strong>nen bij <strong>de</strong> keuze voor een nieuwe functie/werkgever ................. 28<br />

3. Werkgeversimago .......................................................................................................... 30<br />

3.1 Definitie employer branding................................................................................... 30<br />

3.2 On<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd vermogen ................................................................................... 31<br />

3.3 ‘T<strong>op</strong>-of-mind’ reacties ............................................................................................ 32<br />

3.4 On<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd profiel t.o.v. Engelse <strong>universiteiten</strong> ............................................ 37<br />

3.5 Arbeidsmarktconcurrenten .................................................................................... 39<br />

3.6 Naar gemeenschappelijke USP’s .......................................................................... 40<br />

3.7 Best practices ........................................................................................................ 43<br />

4. Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................ 54<br />

4.1 Belangrijkste conclusies ....................................................................................... 54<br />

4.2 Aanbevelingen ...................................................................................................... 56<br />

Literatuur ............................................................................................................................... 62<br />

Bijlage Verantwoording ..................................................................................................... 64<br />

1.1 Interviews buitenlandse WP .................................................................................. 64<br />

1.2 Interviews AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken ...................................................................... 66<br />

1.3 Survey on<strong>de</strong>r internationaal arbeidspotentieel ...................................................... 67<br />

1.4 International labour survey .................................................................................... 69<br />

1.5 Data WP <strong>universiteiten</strong> .......................................................................................... 75<br />

1.6 Bijeenkomst directeuren P&O ............................................................................... 76<br />

© Intelligence Group 2009<br />

11


1. Inleiding<br />

Na kort te hebben stilgestaan bij <strong>de</strong> aanleiding wordt in het eerste hoofdstuk ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

doelstellingen en <strong>op</strong>zet van dit on<strong>de</strong>rzoek. Daarna komen enkele theoretische<br />

achtergron<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> mate waarin het WP <strong>op</strong> dit moment een buitenlandse herkomst heeft<br />

en het belang dat daaraan gehecht wordt door <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>. Naast <strong>de</strong>sk<br />

research wordt hiervoor ook gebruik gemaakt van an<strong>de</strong>re gehanteer<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong> interviews met verantwoor<strong>de</strong>lijken <strong>op</strong> het gebied van<br />

arbeidsmarktcommunicatie binnen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>universiteiten</strong> en <strong>de</strong> door <strong>de</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> aangelever<strong>de</strong> databestan<strong>de</strong>n.<br />

1.1 Aanleiding<br />

De aanleiding van dit on<strong>de</strong>rzoek is dat vergroting van <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> wervingskracht één<br />

van <strong>de</strong> HR speerpunten is die geformuleerd zijn door <strong>de</strong> 14 directeuren P&O van <strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> (Briefing on<strong>de</strong>rzoek, 2009). Meer specifiek hebben zij het doel<br />

om zich gezamenlijk als aantrekkelijk werkgever te positioneren <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong><br />

arbeidsmarkt om zo <strong>de</strong> concurrentiepositie van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze<br />

markt te versterken. Bijna gelijktijdig is ook <strong>op</strong> het niveau van <strong>de</strong> VSNU gewerkt aan <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> profilering van <strong>de</strong> ‘Dutch Research Universities’ (VSNU, 2009, a). De uit dit<br />

project voortvloeien<strong>de</strong> profielbeschrijving om te komen tot een versterking van <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> reputatie van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>, wordt als één van <strong>de</strong> leidra<strong>de</strong>n<br />

gebruikt bij het on<strong>de</strong>rhavige on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Dit on<strong>de</strong>rzoek is het begin van een praktische vertaalslag van <strong>de</strong> voornemens van <strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> om te komen tot een vergroting van <strong>de</strong> <strong>internationale</strong><br />

wervingskracht. Vragen die centraal staan, zijn: ‘Op welke aspecten binnen <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> werving kan wor<strong>de</strong>n samengewerkt door <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>?’,<br />

‘Aan welke randvoorwaar<strong>de</strong>n moet een samenwerkingsrelatie voldoen?’ en ‘Welk beeld<br />

willen <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> gemeenschappelijk naar buiten brengen?’<br />

© Intelligence Group 2009<br />

12


1.2 Doelstellingen<br />

Het gehele project bestaat uit twee fasen, waarvan dit on<strong>de</strong>rhavige rapport <strong>de</strong><br />

verslaglegging van <strong>de</strong> eerste fase is. In <strong>de</strong> eerste fase wordt on<strong>de</strong>rzocht wat <strong>de</strong><br />

gemeenschappelijke USP’s van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> zijn en wordt bekeken in<br />

hoeverre <strong>de</strong>ze USP’s <strong>op</strong> draagvlak kunnen rekenen binnen <strong>de</strong> <strong>universiteiten</strong>. Dit gebeurt<br />

door mid<strong>de</strong>l van een visualisatie van <strong>de</strong>ze USP’s. Bij <strong>de</strong>ze visualisatie wordt een concept<br />

gemaakt van een mogelijke gemeenschappelijke uiting van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong><br />

(Briefing on<strong>de</strong>rzoek, 2009). In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase staat <strong>de</strong> uitwerking van het gekozen concept<br />

centraal.<br />

Puntsgewijs behelst dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> doelstellingen:<br />

• Het formuleren van krachtige USP’s voor <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> arbeidsmarkt voor wetenschappelijk personeel, waardoor zij zich<br />

aantrekkelijker kunnen profileren.<br />

• Het on<strong>de</strong>rzoeken van draagvlak van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> om zich<br />

gemeenschappelijk te profileren <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt voor<br />

wetenschappelijk personeel.<br />

• Het aangeven van <strong>de</strong> (on-)mogelijkhe<strong>de</strong>n om samen te werken tussen <strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> het gebied van <strong>internationale</strong> werving van<br />

wetenschappelijk personeel.<br />

Bovenstaan<strong>de</strong> doelstellingen hebben geleid tot <strong>de</strong> formulering van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksvragen.<br />

1. Wat vindt het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel belangrijk bij <strong>de</strong> keuze voor een<br />

nieuwe baan?<br />

2. Op welke manier verlo<strong>op</strong>t het beslissingsproces on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel bij <strong>de</strong> keuze voor een nieuwe baan?<br />

3. Wat is het werkgeversimago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> on<strong>de</strong>r het<br />

<strong>internationale</strong> arbeidspotentieel en in hoeverre bezitten zij een on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd<br />

werkgeversimago?<br />

4. Op welke manier is <strong>de</strong> arbeidsmarktcommunicatie <strong>op</strong> <strong>de</strong> (inter-)nationale<br />

arbeidsmarkt van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> voor het werven van WP <strong>op</strong> dit<br />

moment vormgegeven?<br />

5. Welk draagvlak is er voor ver<strong>de</strong>re samenwerking van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong><br />

het gebied van <strong>internationale</strong> werving en aan welke randvoorwaar<strong>de</strong>n moet <strong>de</strong><br />

samenwerking voldoen?<br />

6. Welke USP’s zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gezamenlijke <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> daarbij kunnen<br />

gebruiken?<br />

7. Welke mogelijkhe<strong>de</strong>n hebben <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> om samen te werken?<br />

© Intelligence Group 2009<br />

13


1.3 On<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet<br />

Om <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvragen te beantwoor<strong>de</strong>n, zijn verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n<br />

gebruikt. Hieron<strong>de</strong>r wordt hiervan een overzicht gegeven.<br />

1. Desk research<br />

2. 25 Interviews met het WP van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> afkomstig uit het<br />

buitenland<br />

o → wordt in <strong>de</strong> tekst naar verwezen als ‘Interviews buitenlands WP’<br />

3. 13 Interviews met me<strong>de</strong>werkers die verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor (<strong>internationale</strong>)<br />

werving binnen <strong>de</strong> <strong>universiteiten</strong><br />

o → wordt naar verwezen als ‘Interviews AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’<br />

4. Een survey on<strong>de</strong>r hoger <strong>op</strong>gelei<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel die<br />

werken of willen werken in R&D/Wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek. Het ge<strong>de</strong>elte van<br />

<strong>de</strong>ze groep dat <strong>op</strong> dit moment woont in het buitenland, wordt het ‘externe<br />

<strong>internationale</strong> arbeidspotentieel’ genoemd. Het ‘interne <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel’ is dat ge<strong>de</strong>elte dat <strong>op</strong> dit moment al woonachtig is in Ne<strong>de</strong>rland. 1<br />

o → wordt naar verwezen als ‘Survey on<strong>de</strong>r internationaal arbeidspotentieel’<br />

5. Data-analyse van bestan<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> ‘International labour survey’ van Intelligence<br />

Group.<br />

o → wordt naar verwezen als ‘International labour survey’<br />

6. Negen <strong>universiteiten</strong> hebben cijfers geleverd over het land van herkomst van het<br />

WP.<br />

o → wordt naar verwezen als ‘Data WP <strong>universiteiten</strong>’<br />

7. De presentatie van <strong>de</strong> voorl<strong>op</strong>ige resultaten aan <strong>de</strong> veertien directeuren P&O van<br />

<strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong><br />

o → wordt naar verwezen als ‘Bijeenkomst directeuren P&O’<br />

Een uitgebrei<strong>de</strong> beschrijving van <strong>de</strong> <strong>op</strong>zet en verantwoording is gemaakt voor metho<strong>de</strong>n 2<br />

t/m 7 (zie bijlage 1). Het on<strong>de</strong>rzoek, inclusief rapportage, heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n in mei tot en<br />

met juli 2009. Op <strong>de</strong> uitvoering van het on<strong>de</strong>rzoek is toegezien door een<br />

begeleidingscommissie met daarin afgevaardig<strong>de</strong>n vanuit <strong>de</strong> directeuren P&O van <strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>, <strong>de</strong> VSNU, <strong>de</strong> Voorlichtingsraad <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> Universiteiten<br />

(VONU) en Aca<strong>de</strong>micTransfer. Een overzicht van <strong>de</strong> personen die namens <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

organen zitting hebben gehad in <strong>de</strong> begeleidingscommissie staat in <strong>de</strong> bijlage.<br />

1 1 Van <strong>de</strong> 193 respon<strong>de</strong>nten zijn er 112 <strong>op</strong> dit moment woonachtig buiten Ne<strong>de</strong>rland. Deze groep wordt ook wel<br />

het externe buitenlandse arbeidspotentieel genoemd. De meeste analyses waarna verwezen wordt in <strong>de</strong><br />

rapportage hebben betrekking <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze groep. De overige 81 respon<strong>de</strong>nten zijn al woonachtig in Ne<strong>de</strong>rland. Van dit<br />

‘interne’ arbeidspotentieel zijn 37 personen <strong>op</strong> dit moment werkzaam bij <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

14


1.4 Interne situatie en algemene achtergrondgegevens<br />

In <strong>de</strong>ze paragraaf staat <strong>de</strong> huidige situatie <strong>op</strong> het gebied van internationalisering binnen <strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> centraal. Ook wordt gekeken naar <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> momenteel<br />

<strong>de</strong> arbeidsmarktcommunicatie van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> (inter-) nationale<br />

arbeidsmarkt is vormgegeven. Begonnen wordt echter met het geven van een inschatting<br />

van het percentage van het WP dat een buitenlandse nationaliteit heeft.<br />

Internationalisering van <strong>de</strong> personeelswerving<br />

Op dit moment heeft naar schatting ongeveer een kwart van het WP van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> een buitenlandse nationaliteit (‘Data WP <strong>universiteiten</strong>’). In 2005 werd in het<br />

rapport ‘De <strong>internationale</strong> mobiliteit van kenniswerkers in het hoger on<strong>de</strong>rwijs’ dit<br />

percentage buitenlandse kenniswerkers nog geschat <strong>op</strong> 20 procent (Grijpstra, 2005). Het<br />

percentage buitenlandse WP’ers lijkt dus te zijn gestegen en is daarmee een teken van een<br />

ver<strong>de</strong>r gaan<strong>de</strong> internationalisering van het personeelsbestand van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong>. De mate van internationalisering ligt bij technische <strong>universiteiten</strong> 2 hoger dan<br />

bij overige <strong>universiteiten</strong>.<br />

Een an<strong>de</strong>r verschil tussen <strong>de</strong> technische <strong>universiteiten</strong> en <strong>de</strong> overige <strong>universiteiten</strong> is te<br />

zien bij het land van herkomst van <strong>de</strong>ze buitenlandse me<strong>de</strong>werkers (zie figuur 1.1). De<br />

buurlan<strong>de</strong>n zijn favoriet bij <strong>de</strong> ‘reguliere’ <strong>universiteiten</strong> (UvT, RU, EUR, RUG, UM) 3 , terwijl<br />

bij <strong>de</strong> technische <strong>universiteiten</strong> een relatief groot ge<strong>de</strong>elte van het WP afkomstig is uit<br />

lan<strong>de</strong>n als China, India en Iran.<br />

Figuur 1.1 Land van herkomst van internationaal WP (als percentage van het totale<br />

<strong>internationale</strong> WP)<br />

Bron: ‘Data WP <strong>universiteiten</strong>’<br />

2 TU/e, UT, WU, TUD<br />

3 Dit percentage ligt waarschijnlijk wel enigszins hoger dan on<strong>de</strong>r alle ‘reguliere’ <strong>universiteiten</strong>, omdat een groot<br />

ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> <strong>universiteiten</strong> die cijfers hebben geleverd, gevestigd zijn in <strong>de</strong> grensregio’s.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

15


De afgel<strong>op</strong>en jaren laten <strong>op</strong> Eur<strong>op</strong>ese schaal een toenemend percentage zien van<br />

personen die afkomstig zijn uit ‘Asia + Oceania’ (zie figuur 1.2). Kwam in 1994 nog negen<br />

procent van <strong>de</strong> buitenlandse R&D me<strong>de</strong>werkers uit <strong>de</strong>ze regio, in 2000 is dat gestegen tot<br />

13 procent. Recentere cijfers zijn helaas niet beschikbaar.<br />

Figuur 1.2 Buitenlandse R&D me<strong>de</strong>werkers in Eur<strong>op</strong>a naar land van herkomst (1994-<br />

2000)<br />

Bron: Eur<strong>op</strong>ean Commission (2003)<br />

© Intelligence Group 2009<br />

16


Internationale stu<strong>de</strong>ntenwerving<br />

Bij het aantrekken van stu<strong>de</strong>nten begeven <strong>universiteiten</strong> zich ook vaak <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong><br />

markt. Met on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het bijwonen van <strong>internationale</strong> carrièredagen, het hebben van<br />

contactpersonen per land van herkomst, <strong>internationale</strong> marketingacties en het aangaan van<br />

een band met <strong>universiteiten</strong> uit een bepaald land, proberen <strong>de</strong> <strong>universiteiten</strong> zich te sterker<br />

te profileren. De veelal Engelstalige Bachelors en Masters maken het makkelijker<br />

buitenlandse stu<strong>de</strong>nten aan te trekken. <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> profileren zich ver<strong>de</strong>r<br />

gemeenschappelijk on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vlag van <strong>de</strong> Nuffic <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> stu<strong>de</strong>ntenmarkt (zie<br />

figuur 1.3).<br />

Figuur 1.3 Study in Holland, gemeenschappelijke campagne via het Nuffic<br />

Bron: www.nuffic.nl, 2009<br />

Ook al is het streven om meer buitenlandse stu<strong>de</strong>nten te laten stu<strong>de</strong>ren aan <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong>, <strong>op</strong> dit moment nemen <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> nog geen t<strong>op</strong>positie in (zie<br />

figuur 1.4). Lan<strong>de</strong>n met een hoog percentage <strong>internationale</strong> stu<strong>de</strong>nten zijn Zwitserland, UK<br />

en Australië.<br />

Figuur 1.4 Percentage <strong>internationale</strong> stu<strong>de</strong>nten<br />

Bron: Ministerie van OC&W, 2008<br />

*’Foreign stu<strong>de</strong>nts’ in plaats van ‘International stu<strong>de</strong>nts’.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

17


Internationale karakter van wetenschap<br />

De internationalisering binnen <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> blijkt ver<strong>de</strong>r uit het belang dat<br />

gehecht wordt aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> rankings uit oogpunt van wetenschappelijke innovatie.<br />

In het algemeen blijken <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> het in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> rankings relatief<br />

goed te doen (zie tabel 1.1). De lijstjes wor<strong>de</strong>n sterk gedomineerd door <strong>universiteiten</strong> uit <strong>de</strong><br />

Verenig<strong>de</strong> Staten en <strong>de</strong> UK. Op Eur<strong>op</strong>ees niveau heeft Ne<strong>de</strong>rland daarnaast sterke<br />

concurrentie van <strong>universiteiten</strong> uit Zwitserland, Frankrijk, Scandinavië en Duitsland.<br />

Tabel 1.1 Positie van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> rankings<br />

Hoogste plaats<br />

Ne<strong>de</strong>rland -<br />

Wereldwijd<br />

Hoogste plaats<br />

Ne<strong>de</strong>rland - Eur<strong>op</strong>a<br />

Aantal <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

instellingen in <strong>de</strong><br />

ranglijst<br />

Indicatoren<br />

© Intelligence Group 2009<br />

ARWU Ranking 2008 THES Ranking 2008<br />

Lei<strong>de</strong>n Ranking (Green list)<br />

2000-2007 Wereldwijd<br />

2003-2007 Eur<strong>op</strong>a<br />

47. Universiteit Utrecht 53. Universiteit van Amsterdam 47. Universiteit Utrecht<br />

9. Universiteit Utrecht 15. Universiteit van Amsterdam .8 Erasmus universiteit<br />

12 11 9<br />

- Nobelprijzen en an<strong>de</strong>re<br />

prijzen<br />

- Veel geciteer<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoekers<br />

- Artikelen in Nature,<br />

Science en citatiein<strong>de</strong>xen<br />

- Peer review<br />

- Oor<strong>de</strong>len van werkgevers<br />

- Citatiescores<br />

- Staf/stu<strong>de</strong>ntenratio<br />

- Internationale oriëntatie<br />

- Citaties<br />

- Publicaties<br />

- Citaties per publicatie<br />

- Niet geciteer<strong>de</strong><br />

publicaties,<br />

genormaliseerd<br />

Bron: QS Quacquarelli Symonds (2008); Center for World Class Universities, Shanghai Jiao<br />

Tong University (2008); The Centre for Science and Technology Studies (CWTS)<br />

18


Noodzaak voor <strong>internationale</strong> personeelswerving<br />

Een sterkere focus <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt door <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> kan<br />

meer<strong>de</strong>re voor<strong>de</strong>len met zich meebrengen. Dit zijn:<br />

• als ‘nieuwe’ visvijver om arbeidspotentieel te werven;<br />

• als mogelijkheid om het schaarse wetenschappelijk t<strong>op</strong>talent te werven en<br />

• als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> sterkere <strong>internationale</strong> profilering <strong>op</strong> on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong><br />

stu<strong>de</strong>ntenmarkt.<br />

Een nieuwe visvijver om WP te werven, lijkt <strong>op</strong> dit moment min<strong>de</strong>r urgent, omdat het aantal<br />

vacatures gedaald is binnen <strong>universiteiten</strong> (‘Interviews met AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’). Net<br />

zoals het totale aantal algemene R&D vacatures (zie figuur 1.5), waardoor het ten <strong>op</strong>zichte<br />

van een jaar gele<strong>de</strong>n mogelijk makkelijker wordt om bepaal<strong>de</strong> functies te vervullen. Op<br />

termijn krijgen <strong>universiteiten</strong> naar verwachting weer te maken met een krappere<br />

arbeidsmarkt door <strong>de</strong> vergrijzing van hun eigen personeelsbestand 4 dan wel een stijging<br />

van <strong>de</strong> algemene krapte <strong>op</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt van professionals. Wetenschappelijk t<strong>op</strong>talent<br />

blijft ook momenteel vaak lastig te vin<strong>de</strong>n (‘Interviews met AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’).<br />

Figuur 1.5 Ontwikkeling van R&D vacatures in een aantal Eur<strong>op</strong>ese lan<strong>de</strong>n<br />

(Monsterboard Employment In<strong>de</strong>x 5 , 100 = <strong>de</strong>cember 2004)<br />

Bron: www.monsterboard.nl, 2009<br />

* Bestaat uit <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rland, België, UK, Duitsland en Frankrijk<br />

4 Vanaf 2005 is het percentage van het universitair personeel van 60-64 jaar namelijk gestegen van 4,8 procent tot<br />

6,6 procent eind 2007 (VSNU, 2009, b).<br />

5 Voor <strong>de</strong> samenstelling van <strong>de</strong> Monsterboard Employment In<strong>de</strong>x wor<strong>de</strong>n door Monster, waar Monsterboard een<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van uitmaakt, meer dan 1.400 Eur<strong>op</strong>ese representatieve carrièresites en HR secties van websites van<br />

bedrijven geraadpleegd.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

*<br />

19


(<strong>internationale</strong>) Arbeidsmarktcommunicatie<br />

Informatie over <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> nu omgegaan wordt met <strong>de</strong> (<strong>internationale</strong>)<br />

arbeidsmarktcommunicatie komt uit <strong>de</strong> ‘Interviews met AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’. De<br />

resultaten van <strong>de</strong>ze interviews wor<strong>de</strong>n nu kort behan<strong>de</strong>ld. Deze resultaten wor<strong>de</strong>n<br />

gepresenteerd <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> schalen van uitersten, waarbij <strong>de</strong> blauwe ovalen <strong>de</strong> positie<br />

van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> laten zien (zie figuur 1.6). De eventuele pijl laat <strong>de</strong><br />

aanwezigheid van een bepaal<strong>de</strong> trend zien. In het geval van figuur 1.6 is er sprake van een<br />

vrij stabiele situatie. Een paar illustratieve toelichtingen van <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers<br />

staan in <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> figuur.<br />

Figuur 1.6 Mate van aandacht/interesse voor arbeidsmarktcommunicatie<br />

Bron: ‘Interviews met AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’<br />

Hierna volgt een puntsgewijze samenvatting van <strong>de</strong> belangrijkste conclusies.<br />

• Arbeidsmarktcommunicatie blijkt gemid<strong>de</strong>ld niet bijzon<strong>de</strong>r veel aandacht te krijgen<br />

binnen <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> (zie figuur 1.6). Vaak wordt het wel belangrijk<br />

gevon<strong>de</strong>n, maar zijn er (vele) an<strong>de</strong>re prioriteiten. De huidige situatie waarin<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>, net als an<strong>de</strong>re R&D instellingen, min<strong>de</strong>r vacatures<br />

hebben, draagt ook niet bij aan een hogere prioritering. Net als <strong>de</strong> relocatie van<br />

on<strong>de</strong>rzoeksgel<strong>de</strong>n binnen en tussen <strong>universiteiten</strong> die <strong>op</strong> dit moment plaatsvindt<br />

(Ministerie van OC&W, 2009).<br />

• Bij een aantal <strong>universiteiten</strong> is wel te zien dat arbeidsmarktcommunicatie recent<br />

meer aandacht heeft gekregen <strong>op</strong> centraal niveau (zie figuur 1.7), bijvoorbeeld door<br />

het <strong>op</strong>richten van een werkgroep arbeidsmarktcommunicatie of het ingaan van een<br />

besluitvormingsproces om wel of niet een Applicant Relationship Management<br />

System aan te schaffen.<br />

• Internationale arbeidsmarktcommunicatie blijkt niet als apart on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el gezien te<br />

wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> (zie figuur 1.8). Het is een integraal<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> personeelswerving. Juist via netwerken van individuele hoogleraren<br />

en UHD’s wordt talent <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt ‘gescout’.<br />

• <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> blijken elkaar voornamelijk te ervaren als “concullega’s”,<br />

zoals ook naar voren kwam in <strong>de</strong> ‘Bijeenkomst met directeuren P&O’ (zie ook figuur<br />

1.10). Ze ervaren elkaar maar ge<strong>de</strong>eltelijk als collega’s, omdat ze er in <strong>de</strong><br />

personeelswerving naar streven zelf het t<strong>op</strong>talent te werven. De eerste fase van het<br />

besluitvormingsproces van kandidaten is echter nog precompetitief. Om samen te<br />

werken in <strong>de</strong> precompetitieve fase blijkt wel een grote bereidheid tot samenwerken<br />

(zie hoofdstuk 2).<br />

© Intelligence Group 2009<br />

20


• De mate waarin <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> elkaar ervaren als collega’s versus<br />

concurrenten, hangt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re af van <strong>de</strong> mate waarin ze hun eigen universiteit<br />

ervaren als een mondiale speler (zie figuur 1.9). Hierin is een grote diversiteit te<br />

zien aan antwoor<strong>de</strong>n, namelijk van <strong>de</strong> relatieve onbekendheid van Ne<strong>de</strong>rland 6 tot<br />

<strong>de</strong> eigen universiteit als wereldspeler. Deze variëteit aan antwoor<strong>de</strong>n laat onverlet<br />

dat elke universiteit wetenschappelijke niches heeft waar hij of zij wereldspeler is<br />

(VSNU, 2009, c).<br />

Figuur 1.7 Niveau waar<strong>op</strong> arbeidsmarktcommunicatie georganiseerd is<br />

Bron: ‘Interviews met AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’<br />

Figuur 1.8 Mate van aandacht voor arbeidsmarktcommunicatie <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong><br />

arbeidsmarkt<br />

Bron: ‘Interviews met AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’<br />

Figuur 1.9 Visie <strong>op</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd vermogen van eigen universiteit<br />

Bron: ‘Interviews met AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’<br />

6 “Ne<strong>de</strong>rland is toch on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van Duitsland” is geen uitspraak uit <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> interviews met AMC<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijken, maar meer een algemene uitspraak die gebruikt is om <strong>de</strong> relatieve onbekendheid van<br />

buitenlan<strong>de</strong>rs aan te geven.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

21


Figuur 1.10 Visie <strong>op</strong> samenwerken met an<strong>de</strong>re <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> 7<br />

Bron: ‘Interviews met AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’<br />

Doelgroepgerichte marketing<br />

De AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n in hun werving vaak verschillen<strong>de</strong> doelgroepen,<br />

zowel wat betreft in te zetten kanalen als boodschap (‘Interviews met AMC<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijken’). De verschillen<strong>de</strong> doelgroepen die grofweg wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n,<br />

zijn:<br />

• Hoogleraren;<br />

• Universitair Docenten/Universitair Hoofddocenten;<br />

• Post docs;<br />

• PhD-stu<strong>de</strong>nten.<br />

De werving van hoogleraren krijgt <strong>op</strong> centraal niveau <strong>de</strong> meeste aandacht ten <strong>op</strong>zichte van<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re doelgroepen. De aanstelling van een kwalitatief hoogstaan<strong>de</strong> hoogleraar wordt<br />

direct gek<strong>op</strong>peld aan <strong>de</strong> status van <strong>de</strong> universiteit. Door <strong>de</strong> AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken wordt<br />

aangegeven dat hoogleraren vaak een grote mate van invloed willen bij <strong>de</strong> inrichting van het<br />

eigen on<strong>de</strong>rzoek en dat het ook belangrijk is of <strong>de</strong> partner relatief gemakkelijk aan een<br />

interessante baan kan komen. Voor <strong>de</strong> aanstelling van een aanspreken<strong>de</strong> hoogleraar zijn<br />

<strong>universiteiten</strong> regelmatig bereid diep in <strong>de</strong> bui<strong>de</strong>l te tasten. Hoogleraren wor<strong>de</strong>n gevraagd<br />

door het College van Bestuur om te komen werken bij een bepaal<strong>de</strong> universiteit.<br />

In het algemeen is het netwerk een belangrijk kanaal om personen te werven. Dit belang<br />

neemt wel enigszins af bij <strong>de</strong> werving van PhD-stu<strong>de</strong>nten en Post docs ten <strong>op</strong>zichte van <strong>de</strong><br />

werving van Universitair Hoofddocenten en hoogleraren. Meer generieke kanalen – en dan<br />

vooral <strong>de</strong> vacaturesites – wor<strong>de</strong>n vaker ingezet bij <strong>de</strong> werving van vooral PhD-stu<strong>de</strong>nten en<br />

post docs. Dit zijn titels als www.aca<strong>de</strong>mictransfer.nl, inclusief <strong>internationale</strong> doorplaatsing<br />

naar www.career.edu, en meer traditionele (print-)media als <strong>de</strong> Volkskrant. Soms wor<strong>de</strong>n<br />

ook algemene <strong>internationale</strong> vakbla<strong>de</strong>n ingezet als Nature of Science. Daarnaast wor<strong>de</strong>n<br />

vacatures <strong>op</strong> doelgroepgerichte websites gezet als http://jobs.phds.org/ en<br />

www.phdjobs.com. PhD-stu<strong>de</strong>nten zoeken trouwens zelf vaak actief naar een goe<strong>de</strong> positie<br />

bij een aanspreken<strong>de</strong> vakgroep. In het algemeen, maar dat wisselt wel per vakgebied, hoeft<br />

er daarom min<strong>de</strong>r moeite voor gedaan te wor<strong>de</strong>n om PhD-stu<strong>de</strong>nten te werven.<br />

7 Ten <strong>op</strong>zichte van <strong>de</strong> presentatie van 19 juni 2009 is <strong>de</strong> pijl die er stond naar meer concurrentie verwij<strong>de</strong>rd. De<br />

bijeenkomst zelf, en daarmee <strong>de</strong> daar getoon<strong>de</strong> samenwerkingsbereidheid tussen <strong>universiteiten</strong>, gaf hier<br />

voldoen<strong>de</strong> aanleiding toe.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

22


2. Beslissingsproces<br />

Was het vorige hoofdstuk nog voornamelijk gericht <strong>op</strong> <strong>de</strong> interne situatie binnen<br />

<strong>universiteiten</strong>, nu wordt <strong>de</strong> blik gericht naar het arbeidspotentieel, <strong>de</strong> externe situatie. In dit<br />

hoofdstuk staat het beslissingsproces van het arbeidspotentieel omtrent een nieuwe<br />

werkgever centraal. Begonnen wordt met een uitleg van het bestaan van een<br />

precompetitieve fase waarin gezamenlijke marktbewerking door “concullega’s” mogelijk is.<br />

Daarna wordt <strong>de</strong> relatie gelegd tussen het besluitvormingsproces en het bestaan van <strong>de</strong><br />

precompetitieve fase. Afgesloten wordt in paragraaf 2.3 met <strong>de</strong> belangrijkste re<strong>de</strong>nen<br />

waarom het (inter-)nationale arbeidspotentieel kiest voor een nieuwe baan/werkgever.<br />

2.1 De precompetitieve fase<br />

Dat besluitvorming lang niet altijd gebaseerd is <strong>op</strong> een rationele keuze, is bekend. Ondanks<br />

dat wordt <strong>de</strong> grote invloed van het ‘onbewuste’ toch nog vaak on<strong>de</strong>rschat (Dijksterhuis,<br />

2007). Deze ka<strong>de</strong>rs en gedachten bepalen groten<strong>de</strong>els ons uitein<strong>de</strong>lijke besluit. Dit wor<strong>de</strong>n<br />

– meestal in negatieve zin – vooroor<strong>de</strong>len genoemd.<br />

Juist het modificeren van bepaal<strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> gedachten over <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel is een <strong>op</strong>dracht die <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> gemeenschappelijk kunnen <strong>op</strong>pakken. In <strong>de</strong>ze ‘fase’ (hier: precompetitieve<br />

fase genoemd) doen individuele belangen er min<strong>de</strong>r toe en is het zaak om zoveel mogelijk<br />

het algemene beeld (imago) waar nodig te veran<strong>de</strong>ren. Het is <strong>de</strong>s te belangrijker om dit<br />

gemeenschappelijk aan te pakken, omdat het veran<strong>de</strong>ren van het on<strong>de</strong>rbewuste veel tijd en<br />

energie kost. De <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> hebben al een goe<strong>de</strong> start gemaakt om samen<br />

te gaan werken via www.aca<strong>de</strong>mictransfer.nl.<br />

Er zijn verschillen<strong>de</strong>, ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n te noemen van partijen die in <strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> context in <strong>de</strong>ze precompetitieve fase samenwerken om hun werkgeversimago<br />

te verbeteren. Dit zijn bijvoorbeeld:<br />

• <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> overheid <strong>op</strong> www.werkenbijhetrijk.nl (zie figuur 2.1),<br />

• <strong>de</strong> formele en informele samenwerking binnen <strong>de</strong> accountancy sector,<br />

• <strong>de</strong> bedrijven uit <strong>de</strong> Rotterdamse haven <strong>op</strong> www.watertalent.nl,<br />

• <strong>de</strong> bedrijven in <strong>de</strong> energiesector <strong>op</strong> o.a. www.werkenin<strong>de</strong>energie.nl en<br />

• <strong>de</strong> bedrijven in <strong>de</strong> transportsector <strong>op</strong> o.a. www.chauffeurwor<strong>de</strong>n.nl.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

23


Figuur 2.1 www.werkenbijhetrijk.nl<br />

Bron: www.werkenbijhetrijk.nl, 2009<br />

De samenwerking binnen <strong>de</strong> accountancysector is interessant voor <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong>, omdat <strong>de</strong> ‘Big 4’ (KPMG, Deloitte, Ernst & Young en<br />

PricewaterhouseCo<strong>op</strong>ers) ook <strong>op</strong> een informele manier samenwerken. Dit ondanks dat ze<br />

elkaar dui<strong>de</strong>lijk ervaren als concurrenten. Op informele manier <strong>de</strong>len zij kennis over <strong>de</strong><br />

arbeidsmarkt en stemmen zij activiteiten, als bijvoorbeeld beursbezoek en uitvoeren van<br />

on<strong>de</strong>rzoek, <strong>op</strong> elkaar af. Dit laatste heeft dui<strong>de</strong>lijke kostenvoor<strong>de</strong>len tot gevolg. Een juiste<br />

marktbewerking achten zij van groot belang om stu<strong>de</strong>nten richting <strong>de</strong> accountancy te<br />

krijgen. Ook formeel zijn er specifieke samenwerkingsverban<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> accountancysector,<br />

zoals <strong>de</strong> Novaa, Nivra, SRA en Nivra Young Professionals. Gemeenschappelijke<br />

campagnes als bijvoorbeeld ‘Roodgeld’ vin<strong>de</strong>n via <strong>de</strong>ze koepels plaats (www.roodgeld.nl).<br />

© Intelligence Group 2009<br />

24


2.2 Fase versus type beslisser<br />

Gezien het grote belang van gedachten en ka<strong>de</strong>rs bij het nemen van beslissingen, is het<br />

aanpassen van het imago over <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> van groot belang. De mate<br />

waarin dit het geval is, lijkt wel te wisselen. Een relevant on<strong>de</strong>rscheid hierbij is dat tussen<br />

het ge<strong>de</strong>elte dat bewust kiest voor een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit en het ge<strong>de</strong>elte zon<strong>de</strong>r een<br />

dui<strong>de</strong>lijke gerichte voorkeur (respectievelijk <strong>de</strong> bewuste kiezers en <strong>de</strong> niet bewuste kiezers<br />

genoemd, zie ver<strong>de</strong>r figuur 2.2). Personen met een gerichte voorkeur geven aan dui<strong>de</strong>lijk te<br />

weten bij welke universiteit, vakgroep dan wel professor ze willen werken. Me<strong>de</strong>werkers die<br />

geen dui<strong>de</strong>lijke voorkeur hebben voor een bepaal<strong>de</strong> werkgever, geven bijvoorbeeld aan dat<br />

ze <strong>de</strong> vacatures per toeval hebben gevon<strong>de</strong>n of dat ze gevraagd zijn om te solliciteren door<br />

hun huidige leidinggeven<strong>de</strong>. Vooral voor <strong>de</strong> groep zon<strong>de</strong>r gerichte voorkeur spelen <strong>de</strong><br />

gedachten over <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> een grote rol van betekenis. Zij weten <strong>op</strong><br />

rationeel niveau meestal enkel dat zij willen werken als on<strong>de</strong>rzoeker binnen een bedrijf of<br />

instelling. Dit terwijl personen met een gerichte voorkeur vaak een lijstje hebben van ‘meest<br />

favoriete werkgevers’ waarbij zij willen solliciteren.<br />

In <strong>de</strong> 25 interviews die gehou<strong>de</strong>n zijn met <strong>de</strong> buitenlandse WP’ers is (door-)gevraagd naar<br />

<strong>de</strong> kenmerken van het beslissingsproces (‘Interviews met buitenlands WP’). Daaruit bleek<br />

dat een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers een dui<strong>de</strong>lijke gerichte voorkeur heeft<br />

een twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> geen gerichte voorkeur heeft gehad alvorens te solliciteren. Deze laatste<br />

groep wordt <strong>de</strong> groep ‘niet bewuste kiezers’. Van <strong>de</strong> twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r gerichte voorkeur is<br />

<strong>de</strong> helft gevraagd om te solliciteren door hun uitein<strong>de</strong>lijke leidinggeven<strong>de</strong>.<br />

Figuur 2.2 Kandidaten met en zon<strong>de</strong>r gerichte voorkeur 8<br />

Bron: ‘Interviews buitenlands WP’<br />

8 De respon<strong>de</strong>nt die aangaf dat “the TUE was my only choice”, had wel <strong>de</strong>gelijk meer keuzes, maar <strong>de</strong> enige echte<br />

interessante <strong>op</strong>tie lag bij het werken bij <strong>de</strong> TUE.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

25


Relatie tussen type beslisser en arbeidsmarktcommunicatie<br />

Per type kandidaat, met of zon<strong>de</strong>r gerichte voorkeur, is het belangrijk een an<strong>de</strong>re nadruk te<br />

leggen in <strong>de</strong> arbeidsmarktcommunicatie. Zo is het voor het overhalen van <strong>de</strong> bewuste<br />

kiezers met name van belang om <strong>de</strong> ‘call to action’ te vergroten. Zij hebben immers al een<br />

eerste schifting gemaakt van mogelijke werkgevers. Als werkgever wil je dat <strong>de</strong>ze personen<br />

zo snel mogelijk kenbaar maken dat zij interesse hebben in een bepaal<strong>de</strong> vacature/bepaald<br />

type vacatures. Deze ‘call to action’ kan vergroot wor<strong>de</strong>n door:<br />

• goed vindbare vacatures <strong>op</strong> <strong>de</strong> eigen website,<br />

• gebruik te maken van aantrekkelijker geschreven vacatures en<br />

• <strong>op</strong>en sollicitaties mogelijk te maken (en goed <strong>op</strong> te volgen!).<br />

Ook is aandacht voor het werkgeversimago (‘employer brand’) van individuele <strong>universiteiten</strong><br />

meer van belang voor het overhalen van <strong>de</strong> ‘bewuste kiezers’ dan voor <strong>de</strong> groep ‘niet<br />

bewuste kiezers’. ‘Niet bewuste kiezers’ zullen immers nog overgehaald moeten wor<strong>de</strong>n om<br />

te kiezen voor <strong>de</strong> (<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong>) <strong>universiteiten</strong> ‘an sich’. Het gezamenlijk profileren van <strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>, bijvoorbeeld als ‘Dutch Research Universities’, kan hierbij<br />

kansen bie<strong>de</strong>n. De pluspunten van het werken als wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker moeten<br />

daarbij aan bod komen.<br />

Ongeacht het type beslisser is het natuurlijk belangrijk om een aantal zaken <strong>op</strong> or<strong>de</strong> te<br />

hebben. Hierbij kan gedacht wor<strong>de</strong>n aan:<br />

• snelheid van <strong>de</strong> sollicitatieprocedure,<br />

• kwaliteit van het informele netwerk,<br />

• het bie<strong>de</strong>n van praktische assistentie bij <strong>de</strong> overstap naar een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

werkgever (zie ka<strong>de</strong>r 2.1),<br />

• het goed communiceren van <strong>de</strong> aantrekkelijke kanten van bepaal<strong>de</strong> vacatures bij<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> en<br />

• <strong>de</strong> zichtbaarheid en vindbaarheid van vacatures.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

26


Ka<strong>de</strong>r 2.1 Op welke punten wenst het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel on<strong>de</strong>rsteuning?<br />

In <strong>de</strong> survey on<strong>de</strong>r het internationaal arbeidspotentieel is gevraagd naar <strong>de</strong> gewenste<br />

praktische on<strong>de</strong>rsteuning als <strong>de</strong> kandidaat zou besluiten naar Ne<strong>de</strong>rland te komen. De<br />

aspecten waarbij zij het vaakst on<strong>de</strong>rsteuning wensen, zijn respectievelijk ‘Work<br />

permit/resi<strong>de</strong>nce permit’ (78 procent), ‘Accommodation with a good price and quality’ (77<br />

procent) en ‘(Health) insurance’ (76 procent). Iets min<strong>de</strong>r vaak wordt assistentie gevraagd<br />

bij ‘Accomodation in a nice environment’ (63 procent), ‘Career <strong>op</strong>portunities for partner’ (50<br />

procent) en ‘Taxes’ (45 procent). Ten slotte ziet 14 procent van het <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel nog an<strong>de</strong>re aspecten waar<strong>op</strong> zij on<strong>de</strong>rsteuning zou willen hebben. De<br />

meest genoem<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n die te maken heeft met praktische on<strong>de</strong>rsteuning, is het verzorgen<br />

van kin<strong>de</strong>r<strong>op</strong>vang/schoolvoorzieningen voor kin<strong>de</strong>ren. Of zoals één respon<strong>de</strong>nt het zegt<br />

“Good high school education for my son.”<br />

Aan het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel dat <strong>op</strong> dit moment werkzaam is aan een<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit, is gevraagd welke praktische hulp achteraf handig was geweest bij<br />

<strong>de</strong> overkomst naar Ne<strong>de</strong>rland. 9 Hierbij wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> aspecten het meest genoemd als in<br />

<strong>de</strong> vorige alinea. ‘Taxes’ is het enige aspect waar<strong>op</strong> een verschil zichtbaar is. Achteraf<br />

gezien had<strong>de</strong>n meer personen van het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel daar hulp bij willen<br />

hebben (59 procent) dan dat <strong>de</strong>ze groep vooraf had ingeschat. Bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re aspecten<br />

(‘overige aspecten’) behoort, net als bij het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel dat nog woont in<br />

het buitenland, <strong>de</strong> scholing van kin<strong>de</strong>ren/kin<strong>de</strong>r<strong>op</strong>vang.<br />

Bron: ‘Survey on<strong>de</strong>r internationaal arbeidspotentieel’<br />

9 Deze resultaten zijn indicatief, omdat het aantal respon<strong>de</strong>nten laag is (N= 43).<br />

© Intelligence Group 2009<br />

27


2.3 Belangrijke re<strong>de</strong>nen bij <strong>de</strong> keuze voor een nieuwe<br />

functie/werkgever<br />

Naast het rekening hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> beslissingstrajecten van het<br />

arbeidspotentieel, is het ook belangrijk <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen waarom het internatonale<br />

arbeidspotentieel uitein<strong>de</strong>lijk gekozen heeft voor een baan bij een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit.<br />

Uit <strong>de</strong> interviews die gehou<strong>de</strong>n zijn met <strong>internationale</strong> me<strong>de</strong>werkers komt naar voren dat<br />

alleen die functies gekozen wor<strong>de</strong>n die inhou<strong>de</strong>lijk voldoen<strong>de</strong> uitdaging bie<strong>de</strong>n (‘Interviews<br />

buitenlands WP’). Eén respon<strong>de</strong>nt geeft het als volgt aan “It was scientific curiosity,<br />

because the type of mo<strong>de</strong>lling I had never done on this subject.” Ook on<strong>de</strong>r het in<br />

Ne<strong>de</strong>rland woonachtige arbeidspotentieel (dus niet <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel) van<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> komt naar voren dat zij inhoud van <strong>de</strong> functie het belangrijkste<br />

vindt bij <strong>de</strong> keuze voor een nieuwe werkgever (Intelligence Group, 2009). 10 Wat dat betreft<br />

zijn er geen verschillen zichtbaar tussen het <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> en het <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel. Deze uitkomst maakt het belangrijk om <strong>de</strong> wetenschappelijke uitdaging te<br />

benadrukken, bijvoorbeeld in <strong>de</strong> functieomschrijving en in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

arbeidsmarktcommunicatie uitingen.<br />

An<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>nen (naast ‘Good scientific reputation of Dutch universities in my field’) om te<br />

kiezen voor <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> die regelmatig genoemd wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

buitenlandse me<strong>de</strong>werkers die al in dienst zijn van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> zijn ‘Good<br />

<strong>op</strong>portunities to communicate in English’, ‘Good salary’, ‘Good terms of employment’ en<br />

‘Good career <strong>op</strong>portunities within the university’ (‘Survey on<strong>de</strong>r internationaal<br />

arbeidspotentieel’). 11 Hieron<strong>de</strong>r staat een aantal illustratieve toelichtingen (‘Interviews met<br />

buitenlands WP’).<br />

• “… very good system to financially support PHD researchers …. “<br />

• “It’s possible to work from home.”<br />

• “… more permanent job …”<br />

• “… better facilities as at home…”<br />

Hierna wordt kort ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen.<br />

Engels is een randvoorwaar<strong>de</strong><br />

Een belangrijke re<strong>de</strong>n om te kiezen voor <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> is het feit dat zij in het<br />

Engels kunnen communiceren. Dit kan gezien wor<strong>de</strong>n als een randvoorwaar<strong>de</strong>. Dat niet<br />

ie<strong>de</strong>reen <strong>op</strong>timaal tevre<strong>de</strong>n is over <strong>de</strong> mate waarin het daadwerkelijk mogelijk is om te<br />

communiceren in het Engels, komt aan bod in het volgen<strong>de</strong> hoofdstuk.<br />

10 60 Procent van <strong>de</strong> personen die voldoen aan on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> doelgroep<strong>de</strong>finitie vindt ‘Inhoud van het werk’ één<br />

van <strong>de</strong> vijf belangrijkste re<strong>de</strong>nen om te kiezen voor een nieuwe werkgever, als zij <strong>op</strong> zoek zou<strong>de</strong>n zijn naar werk.<br />

‘Inhoud van het werk’ wordt gevolgd door ‘Salaris’ (50 procent), ‘Werksfeer’ (49 procent) en ‘Uitdaging van het<br />

werk’ (46 procent). Alle personen zijn woonachtig in Ne<strong>de</strong>rland, hebben een hoogst voltooi<strong>de</strong> <strong>op</strong>leiding <strong>op</strong><br />

HBO/WO niveau en willen werken in <strong>de</strong> functie ‘R&D, (wetenschappelijk) on<strong>de</strong>rzoek’. Deze gegevens zijn<br />

afkomstig uit het Arbeidsmarkt GedragsOn<strong>de</strong>rzoek van Intelligence Group (zie www.intelligence-group.nl).<br />

11 Indicatief, aantal respon<strong>de</strong>nten is 37.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

28


Salaris wordt niet door ie<strong>de</strong>reen als positief ervaren<br />

Dat het <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> systeem vaak een betere vergoeding kent voor PhD-stu<strong>de</strong>nten dan in<br />

het buitenland het geval is, blijkt in ie<strong>de</strong>r geval een aantal keer bekend on<strong>de</strong>r het<br />

<strong>internationale</strong> arbeidspotentieel. Voor een aantal personen, voor an<strong>de</strong>re functies en<br />

afhankelijk van het referentieka<strong>de</strong>r, is het salaris juist aan <strong>de</strong> lage kant. “Salaries are<br />

relatively low.” aldus één respon<strong>de</strong>nt.<br />

Goe<strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n/faciliteiten zijn zeker van belang<br />

Hoewel in Ne<strong>de</strong>rland wetenschappers vaak ook een tij<strong>de</strong>lijk contract krijgen, kwam een<br />

aantal keer naar voren in <strong>de</strong> interviews dat <strong>de</strong> lengte van het contract vaak toch langer was<br />

– en daardoor meer zekerheid biedt – dan in het buitenland. De goe<strong>de</strong> combinatie<br />

werk/privé is daarnaast ook een re<strong>de</strong>n om in Ne<strong>de</strong>rland te gaan werken en (vooral) ook te<br />

blijven werken. Het is een aspect dat zeer gewaar<strong>de</strong>erd wordt door <strong>de</strong> buitenlandse<br />

me<strong>de</strong>werkers. Een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n die regelmatig genoemd wordt, is <strong>de</strong> betere<br />

on<strong>de</strong>rzoeksfaciliteiten dan in het land van herkomst. Hierbij wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> technische<br />

on<strong>de</strong>rsteuning, ICT faciliteiten, bibliotheek en <strong>de</strong> financiële fondsen die benut kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n, genoemd. Dit is we<strong>de</strong>rom afhankelijk van het referentieka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> kandidaat en<br />

daarmee het welvaartsniveau van het land van herkomst.<br />

De hoge score van ‘Good career <strong>op</strong>portunities within the university’ moet geïnterpreteerd<br />

wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zin dat <strong>de</strong> stap om te werken in een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit een goe<strong>de</strong><br />

mogelijkheid is om carrière te maken. Uit <strong>de</strong> interviews met het internationaal WP bleek dat,<br />

zoals in voorgaan<strong>de</strong> alinea is aangegeven, <strong>de</strong> kans om een vaste positie te verkrijgen als<br />

gering wordt ervaren.<br />

Bij het analyseren van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen om bij <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> te willen werken,<br />

komt het werkgeversimago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> al zij<strong>de</strong>lings aan bod. De re<strong>de</strong>n<br />

om ergens te willen werken, is immers een combinatie tussen datgene dat iemand<br />

belangrijk vindt en datgene dat een werkgever (naar verwachting) kan bie<strong>de</strong>n. Het<br />

werkgeversimago is het centrale thema van het volgen<strong>de</strong> hoofdstuk.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

29


3. Werkgeversimago<br />

In dit hoofdstuk staat het werkgeversimago van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> centraal<br />

(paragraaf 3.1 t/m 3.5). Diepgang aan <strong>de</strong> analyses wordt gegeven door het<br />

werkgeversimago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> te vergelijken met dat van Engelse<br />

<strong>universiteiten</strong> (paragraaf 3.4). In paragraaf 3.6 wordt <strong>de</strong> vertaalslag gemaakt naar mogelijke<br />

USP’s. In <strong>de</strong> bijeenkomst met <strong>de</strong> directeuren P&O is door <strong>de</strong> directeuren zelf aangegeven<br />

met welke USP’s zij zich gemeenschappelijk willen profileren <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong><br />

arbeidsmarkt. Tot slot komen in paragraaf 3.7 verschillen<strong>de</strong> best practices aan bod, waaruit<br />

inspiratie geput kan wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> praktische vormgeving van <strong>de</strong> samenwerking.<br />

3.1 Definitie employer branding<br />

Werkgeversimago en employer branding zijn veel gebruikte termen, maar meestal is er niet<br />

exact dui<strong>de</strong>lijk wat er bedoeld wordt. Om <strong>de</strong>ze dui<strong>de</strong>lijkheid te scheppen, wordt begonnen<br />

met het <strong>de</strong>finiëren van employer branding.<br />

Definitie van employer branding:<br />

“Het verkrijgen en behou<strong>de</strong>n van een positieve, bij voorkeur unieke, positie als werkgever in<br />

<strong>de</strong> mindset van huidige en potentiële me<strong>de</strong>werkers en hun beïnvloe<strong>de</strong>rs (Intelligence<br />

Group, 2009).”<br />

Op veel van <strong>de</strong> aspecten uit bovenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie wordt hierna ingegaan. Allereerst wordt<br />

een indicatie gegeven in hoeverre <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> als ‘uniek’ wor<strong>de</strong>n ervaren<br />

in het buitenland. Daarna wordt gekeken welke gedachten het <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel heeft bij <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

30


3.2 On<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd vermogen<br />

Het on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd vermogen van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> ten <strong>op</strong>zichte van elkaar in<br />

het buitenland is één van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen die ter sprake zijn gebracht tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> interviews<br />

met buitenlandse me<strong>de</strong>werkers (‘Interviews buitenlands WP’). Hieruit blijkt dat <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke gemeenschap regelmatig geen verschillen herkent tussen <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong>. “I’m not sure, but I think they don’t experience any differences between the<br />

Dutch universities”, aldus één respon<strong>de</strong>nt. Een an<strong>de</strong>r veelgehoord antwoord is dat <strong>de</strong><br />

wetenschappelijke gemeenschap veelal enkel bekend is met één an<strong>de</strong>re <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

universiteit. Door eer<strong>de</strong>re uitwisselingscontacten, bijvoorbeeld een begelei<strong>de</strong>r die bij <strong>de</strong><br />

betreffen<strong>de</strong> universiteit heeft gewerkt, of eer<strong>de</strong>r gelezen wetenschappelijk werk, geven<br />

<strong>internationale</strong> me<strong>de</strong>werkers bekend te zijn met <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

universiteit/vakgroep.<br />

“…. it’s not Harvard”<br />

Een an<strong>de</strong>r aspect waar<strong>op</strong> het on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd vermogen kan wor<strong>de</strong>n bepaald, is <strong>op</strong> welke<br />

manier het imago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> zich verhoudt tot dat van buitenlandse<br />

<strong>universiteiten</strong>. Eén aspect daarbij is <strong>de</strong> kwaliteit van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek bij<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> interviews met het <strong>internationale</strong> WP is regelmatig<br />

aangegeven dat het on<strong>de</strong>rzoek van hoogwaardige kwaliteit is. Hierbij is het wel belangrijk<br />

aan te geven dat er sprake is van een selectie-effect. Als werknemers niet overtuigd zijn van<br />

<strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rzoek aan <strong>de</strong> eigen vakgroep, dan waren ze mogelijk alweer<br />

vertrokken. Daarnaast is het moeilijk om aan te geven dat je zelf, als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

vakgroep, slecht/matig on<strong>de</strong>rzoek levert. Dus is het eer<strong>de</strong>r <strong>op</strong>vallend dat, ondanks <strong>de</strong>ze<br />

effecten, een aantal buitenlandse me<strong>de</strong>werkers aangeeft dat <strong>de</strong> kwaliteit van an<strong>de</strong>re<br />

<strong>universiteiten</strong> beter is. Eén voorbeeld hiervan is een respon<strong>de</strong>nt die aangeeft dat “It is a<br />

step down so to say, from the league of universities. If you look at the general university<br />

assessments, it’s not a terrible ranking. But the working conditions (...) are extraordinary.”<br />

Bij behan<strong>de</strong>ling van het profiel van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> wordt een vergelijking<br />

gemaakt met Engelse <strong>universiteiten</strong> (zie paragraaf 3.3). Daarin wordt dus ver<strong>de</strong>r ingegaan<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> mate waarin <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> daadwerkelijk on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd door het<br />

<strong>internationale</strong> arbeidspotentieel.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

31


3.3 ‘T<strong>op</strong>-of-mind’ reacties<br />

Een interessante manier om het werkgeversimago te bepalen is om te kijken naar <strong>de</strong> ‘t<strong>op</strong>of-mind’<br />

gedachten over <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> (‘Survey on<strong>de</strong>r internationaal<br />

arbeidspotentieel’). Deze ‘t<strong>op</strong> of mind’ positie is bepaald door te vragen naar <strong>de</strong> eerste<br />

gedachten over ‘Dutch universities as employer’. In figuur 3.1 <strong>op</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> pagina staan<br />

<strong>de</strong> uitkomsten on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> dat<br />

woont in het buitenland 12 weergegeven. Voor dit plaatje, ook wel het perceptiemo<strong>de</strong>l<br />

genoemd, zijn <strong>de</strong> <strong>op</strong>en associaties geherco<strong>de</strong>erd in verschillen<strong>de</strong> categorieën als ‘culture’<br />

of ‘reputation’.<br />

Bij <strong>de</strong> interpretatie van <strong>de</strong> gegevens uit <strong>de</strong> survey is het belangrijk om zich te realiseren dat<br />

door <strong>de</strong> manier van enquêteren ongeveer drie kwart van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten (veel) interesse<br />

heeft in het werken bij <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> (zie ka<strong>de</strong>r 3.1). De <strong>op</strong>vallend positieve<br />

associaties met het werken bij <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> wor<strong>de</strong>n hierdoor verklaard.<br />

Ka<strong>de</strong>r 3.1 Respon<strong>de</strong>nten zijn personen met veel interesse in het werken bij <strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong><br />

Bij <strong>de</strong> interpretatie van <strong>de</strong> gegevens uit <strong>de</strong> gehou<strong>de</strong>n survey on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>, is het belangrijk rekening te hou<strong>de</strong>n dat<br />

drie kwart van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten (zeer) veel interesse heeft in het werken bij <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong>. Dit is veroorzaakt door <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> survey uitgevraagd is. Zo is<br />

bijvoorbeeld www.aca<strong>de</strong>mictransfer.nl gebruikt en is bij <strong>de</strong> uitnodiging gevraagd of<br />

personen interesse hebben in het werken bij <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>. Naast een aantal<br />

praktische re<strong>de</strong>nen is hiervoor gekozen, omdat verwacht mag wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze personen<br />

een mening hebben over het werken bij <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>.<br />

12 Het ‘externe international arbeidspotentieel’, zie voor doelgroep<strong>de</strong>finitie bijlage 1.3<br />

© Intelligence Group 2009<br />

32


Figuur 3.1 Geherco<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>op</strong>en antwoor<strong>de</strong>n in een perceptiemo<strong>de</strong>l – <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> dat woonachtig is in het<br />

buitenland<br />

• Per associatie een gevoelswaar<strong>de</strong><br />

– 1 = zeer negatief t/m 5 = zeer positief<br />

Bron: ‘Survey on<strong>de</strong>r internationaal arbeidspotentieel’<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Oranje = neutraal<br />

Geel = positief<br />

Groen = zeer positief<br />

Leeswijzer:<br />

In het perceptiemo<strong>de</strong>l zijn verschillen<strong>de</strong> aspecten in één plaatje weergegeven. De aspecten<br />

die wor<strong>de</strong>n getoond, zijn:<br />

• <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> associaties. De inhoud van <strong>de</strong> geherco<strong>de</strong>er<strong>de</strong> associaties wordt<br />

getoond via <strong>de</strong> titels in <strong>de</strong> bollen, zoals bijvoorbeeld ‘culture’.<br />

• het aantal associaties. Het aantal associaties houdt verband met <strong>de</strong> <strong>op</strong>pervlakte<br />

van <strong>de</strong> bollen. Naarmate een bol groter is, vallen meer associaties in <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />

categorie.<br />

• <strong>de</strong> gevoelswaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> associaties. De gevoelswaar<strong>de</strong> is zichtbaar via <strong>de</strong> kleur<br />

van <strong>de</strong> bollen. Zo staat ‘groen’ voor zeer positief.<br />

33


In tabel 3.1 staan enkele voorbeel<strong>de</strong>n van <strong>op</strong>en associaties die behoren tot bepaal<strong>de</strong> bollen<br />

om zo een indruk te krijgen van <strong>de</strong> exacte inhoud daarvan.<br />

Tabel 3.1 Open associaties behoren<strong>de</strong> bij enkele bollen<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Voorbeel<strong>de</strong>n van <strong>op</strong>en associaties:<br />

‘Culture’ “mo<strong>de</strong>rn”, “<strong>op</strong>en-min<strong>de</strong>d”, “reliable”, “flexible”, “friendly”<br />

environment”, “multicultural”, “<strong>de</strong>ceitful”, “hostile”<br />

‘Reputation’ “advanced”, “prestigious”, “good reputation”, “world class”<br />

‘Autonomy’ “freedom”, “self-expression”<br />

‘International’ “international teams”, “global vision”<br />

‘Quality of research’ “quality”, “high-level”, “excellence”<br />

Bron: ‘Survey on<strong>de</strong>r internationaal arbeidspotentieel’<br />

Conclusies<br />

Hierna volgen puntsgewijs enkele conclusies die getrokken kunnen wor<strong>de</strong>n uit het<br />

perceptiemo<strong>de</strong>l.<br />

• Een groot ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> associaties gaat over <strong>de</strong> kwaliteit van het on<strong>de</strong>rzoek aan<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>. Dit zijn <strong>de</strong> bollen ‘quality of research’, ‘various<br />

characteristics of science’, ‘fields of science’, ‘goal/output oriented’ en ‘facilities’. Dit<br />

is enerzijds inherent aan <strong>de</strong> doelgroep<strong>de</strong>finitie, an<strong>de</strong>rzijds geeft dit we<strong>de</strong>rom aan<br />

dat <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> functie belangrijk is bij <strong>de</strong> keuze voor een werkgever (zie<br />

hoofdstuk 2). De kwaliteit van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek is immers bij een<br />

on<strong>de</strong>rzoeksbaan direct gerelateerd aan het on<strong>de</strong>rzochte object.<br />

• Veel verschillen<strong>de</strong> <strong>op</strong>en associaties gaan ook over <strong>de</strong> cultuur binnen <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong>/Ne<strong>de</strong>rland (‘culture’). Nu is het zo dat er zeer verschillen<strong>de</strong> <strong>op</strong>en<br />

associaties vallen in <strong>de</strong>ze categorie. Denk hierbij aan: “mo<strong>de</strong>rn”, “<strong>op</strong>en-min<strong>de</strong>d”,<br />

“reliable”, “flexible”, “friendly” (zie tabel 3.2). De vele verschillen<strong>de</strong> associaties<br />

maken het niet mogelijk om <strong>de</strong> dimensie ‘culture’ te splitsen in meer<strong>de</strong>re dimensies,<br />

hierdoor lijkt <strong>de</strong> meest voorkomen<strong>de</strong> associatie te gaan over cultuur, terwijl dit zoals<br />

eer<strong>de</strong>r is aangegeven, niet het geval is. De meeste associaties van het<br />

arbeidspotentieel zijn gerelateerd aan het uitvoeren van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Twee van <strong>de</strong> dimensies, bollen, krijgen gemid<strong>de</strong>ld ‘slechts’ een neutrale associatie.<br />

Dit zijn ‘management’ en ‘specific university'. Bij ‘specific university’ wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> met naam genoemd. De relatief lage score van bei<strong>de</strong><br />

aspecten ten <strong>op</strong>zichte van bijvoorbeeld <strong>de</strong> associaties die gerelateerd zijn aan<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek, vormt een indicatie dat het arbeidspotentieel met<br />

name gaat voor een interessante functie en min<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> (verwachte)<br />

managementcultuur dan wel een specifieke universiteit.<br />

34


• Een aantal personen geeft als positieve ‘t<strong>op</strong>-of-mind’ associatie dat er ook Engels<br />

gesproken wordt (‘bilingual’). Toch is dit wel een aandachtspunt, omdat personen<br />

uit het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel die al in Ne<strong>de</strong>rland wonen, gemid<strong>de</strong>ld een<br />

licht negatieve gevoelswaar<strong>de</strong> hieraan geven (zie figuur 3.2). Naast positieve<br />

<strong>op</strong>merkingen over het tweetalig karakter van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong>ze groep ook een aantal kritische <strong>op</strong>merkingen gemaakt. Zo zegt<br />

bijvoorbeeld één respon<strong>de</strong>nt “The interaction between Dutch and foreigners is<br />

difficult.” Een an<strong>de</strong>re respon<strong>de</strong>nt geeft aan dat nog niet alle communicatie binnen<br />

<strong>de</strong> universiteit in het Engels verlo<strong>op</strong>t. Ongeveer <strong>de</strong> helft van het <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel dat <strong>op</strong> dit moment al woonachtig is in Ne<strong>de</strong>rland, is ook<br />

werkzaam bij een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit (zie bijlage 1.3).<br />

Figuur 3.2 Geherco<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>op</strong>en antwoor<strong>de</strong>n in een perceptiemo<strong>de</strong>l – het<br />

<strong>internationale</strong> arbeidspotentieel van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> dat al in<br />

Ne<strong>de</strong>rland woonachtig is<br />

Bron: ‘Survey on<strong>de</strong>r internationaal arbeidspotentieel’<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Rood = licht negatief<br />

Oranje = neutraal<br />

Geel = positief<br />

Groen = zeer positief<br />

• Ver<strong>de</strong>r valt <strong>op</strong> in het interne perceptiemo<strong>de</strong>l, dat het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel<br />

dat al in Ne<strong>de</strong>rland woonachtig is, iets kritischer lijkt ten <strong>op</strong>zichte van veel aspecten.<br />

Zo wordt <strong>de</strong> cultuur nog steeds positief gewaar<strong>de</strong>erd, maar wel iets min<strong>de</strong>r positief<br />

dan on<strong>de</strong>r het externe <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel (zie figuur 3.1). Eén van <strong>de</strong><br />

negatieve aspecten die genoemd wor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> cultuur is dat <strong>de</strong>ze<br />

niet altijd even multicultureel is. Of zoals een respon<strong>de</strong>nt het verwoordt: “Not very<br />

multicultural, social integration takes time, lack of language fluency can be a barrier,<br />

cultural differences can create misun<strong>de</strong>rstandings and negativity.”<br />

35


• Ten slotte valt <strong>op</strong> dat het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel dat in Ne<strong>de</strong>rland<br />

woonachtig is, vaker associaties geeft in <strong>de</strong> categorieën ‘management’, ‘goal/output<br />

oriented’ en ‘fundings’ en min<strong>de</strong>r associaties in <strong>de</strong> categorie ‘specific university’ en<br />

‘reputation’ dan het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel dat niet in Ne<strong>de</strong>rland woont. De<br />

sterkere nadruk <strong>op</strong> <strong>de</strong> interne situatie, via bijvoorbeeld ‘management’, past bij het<br />

feit dat ongeveer <strong>de</strong> helft van het interne arbeidspotentieel werkzaam is bij een<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit. Juist personen die werkzaam zijn binnen een organisatie,<br />

krijgen daar meer mee te maken.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

36


3.4 On<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd profiel t.o.v. Engelse <strong>universiteiten</strong><br />

Naast <strong>de</strong> ‘t<strong>op</strong>-of-mind’ associaties is ook gevraagd om <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong><br />

profielkenmerken te beoor<strong>de</strong>len. Profielkenmerken zijn kenmerken als ‘Research of good<br />

quality’ en ‘Innovative scientific research’ (zie figuur 3.3). Om te kijken naar het<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd vermogen van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> in vergelijking met <strong>de</strong> Engelse<br />

<strong>universiteiten</strong> is ook gevraagd naar het profiel van Engelse <strong>universiteiten</strong>.<br />

Figuur 3.3 Profiel van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> en Engelse <strong>universiteiten</strong> on<strong>de</strong>r het externe<br />

<strong>internationale</strong> arbeidspotentieel van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong><br />

Bron: ‘Survey on<strong>de</strong>r internationaal arbeidspotentieel’<br />

Leeswijzer:<br />

Er zijn in bovenstaand figuur (ook wel ‘spinnenweb’ genoemd) meer<strong>de</strong>re assen zichtbaar<br />

waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> score staat van 1 (helemaal niet mee eens) tot 5 (helemaal mee eens).<br />

Voorbeeld: <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> scoren het beste <strong>op</strong> ‘Research of good quality’ en<br />

het minst goed <strong>op</strong> ‘Good status of the university in my own country’.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

37


De belangrijkste conclusies uit <strong>de</strong>ze analyse volgen nu.<br />

• <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> scoren <strong>op</strong> veel punten iets beter dan <strong>de</strong> Engelse<br />

<strong>universiteiten</strong>. Dit is logisch omdat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten vaker een (zeer) grote<br />

interesse hebben in het werken bij een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit dan bij een Engelse<br />

universiteit (zie bijlage 1.3).<br />

• <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> scoren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze groep met interesse in het werken bij<br />

een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit vooral sterk <strong>op</strong> mo<strong>de</strong>rn/goed werkgeverschap (‘Good<br />

educational and training facilities for scientific employees’, ‘Good work atmosphere’,<br />

‘Good work/private life balance’, ‘Good terms of employment’, ‘Good employee<br />

status within the university’) en carrièremogelijkhe<strong>de</strong>n (‘Good career <strong>op</strong>portunities<br />

within the university’).<br />

• Gezien <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>ld grotere interesse van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten in het werken bij<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> dan bij Engelse <strong>universiteiten</strong>, is het echter mogelijk nog<br />

<strong>op</strong>vallen<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> Engelse <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> bepaal<strong>de</strong> aspecten beter scoren dan<br />

<strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>. Dit zijn <strong>de</strong> aspecten die met reputatie te maken<br />

hebben, namelijk ‘Good status of the university in my own country’ en ‘Lea<strong>de</strong>r in<br />

scientific research’.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

38


3.5 Arbeidsmarktconcurrenten<br />

Ne<strong>de</strong>rland als land om naar te vertrekken, blijkt in zijn algemeenheid echter niet zo<br />

aantrekkelijk als <strong>de</strong> vorige paragraaf doet vermoe<strong>de</strong>n. Als gekeken wordt naar <strong>de</strong> personen<br />

uit Duitsland, Scandinavië, België, Italië en Frankrijk die (willen) werken in een R&D functie,<br />

wetenschap of wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek met een HBO/WO <strong>op</strong>leiding, dan blijkt<br />

Ne<strong>de</strong>rland zeker niet het p<strong>op</strong>ulairste land om naar te vertrekken (‘International labour<br />

survey’). Afhankelijk van het land van herkomst ligt het percentage dat naar Ne<strong>de</strong>rland<br />

wenst te vertrekken tussen <strong>de</strong> 8 en 22 procent (zie bijlage 1.4). De grootste p<strong>op</strong>ulariteit kent<br />

Ne<strong>de</strong>rland – niet verrassend – bij Duitsland en België, <strong>de</strong> buurlan<strong>de</strong>n. De VS en UK zijn<br />

lan<strong>de</strong>n met een grote algemene p<strong>op</strong>ulariteit.<br />

In tegenstelling tot wat sommige werkgevers <strong>de</strong>nken, willen kandidaten bijna altijd bij<br />

meer<strong>de</strong>re <strong>universiteiten</strong> en an<strong>de</strong>re werkgevers in binnen- en buitenland werken (uit<br />

‘Interviews buitenlands WP’ en ‘International labour survey’). In ka<strong>de</strong>r 3.2 staan <strong>de</strong><br />

belangrijkste arbeidsmarktconcurrenten <strong>op</strong> brancheniveau, functieniveau en het niveau van<br />

individuele werkgever voor hoog<strong>op</strong>gelei<strong>de</strong>n uit Duitsland die (willen) werken in een R&D<br />

functie, wetenschap of wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek. De belangrijkste conclusie is dat<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> niet alleen concurrentie kunnen verwachten van an<strong>de</strong>re<br />

<strong>universiteiten</strong>, maar zeker ook van bedrijven en organisaties in an<strong>de</strong>re branches. Het<br />

totaaloverzicht van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> arbeidsmarktconcurrenten per land staat in bijlage 1.4.<br />

Ka<strong>de</strong>r 3.2 Voorbeel<strong>de</strong>n van arbeidsmarktconcurrenten voor het Duitse<br />

arbeidspotentieel van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong><br />

Concurreren<strong>de</strong> branches: Bijvoorbeeld <strong>de</strong> IT & Telecommunicatiesector<br />

Concurreren<strong>de</strong> functies: Bijvoorbeeld bijna <strong>de</strong> helft wil ook in Engineering &<br />

techniek werken<br />

Meest favoriete werkgevers: Siemens, Bosch, BMW, Daimler Chrysler, Porsche,<br />

Audi, IBM, Airbus, EADS, Roche<br />

Bron: ‘International labour survey’<br />

© Intelligence Group 2009<br />

39


3.6 Naar gemeenschappelijke USP’s<br />

Eén van <strong>de</strong> doelstellingen van dit on<strong>de</strong>rzoek is om te on<strong>de</strong>rzoeken of gekomen kan wor<strong>de</strong>n<br />

tot gemeenschappelijke USP’s van alle <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> Universiteiten. Op basis van het<br />

on<strong>de</strong>rhavige on<strong>de</strong>rzoek heeft Intelligence Group geïnventariseerd bij <strong>de</strong> doelgroep wat <strong>de</strong><br />

belangrijkste re<strong>de</strong>nen zijn om bij een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> Universiteit te gaan werken.<br />

Ka<strong>de</strong>r 3.3 Voorstel mogelijke USP’s vanuit on<strong>de</strong>rzoek 13<br />

1. Goe<strong>de</strong> kwaliteit van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek<br />

2. Goe<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksfaciliteiten<br />

3. Goe<strong>de</strong> <strong>op</strong>leidingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

4. Goe<strong>de</strong> work/life balance<br />

5. Samenwerking tussen wetenschappers<br />

6. Internationale werkomgeving<br />

7. Betrouwbare werkgever<br />

8. De ‘<strong>op</strong>en min<strong>de</strong>d’ cultuur in Ne<strong>de</strong>rland<br />

9. Relatief veel geld vanuit <strong>de</strong> overheid<br />

Belangrijkste re<strong>de</strong>nen om bij een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> Universiteit te gaan werken.<br />

Vervolgens is <strong>de</strong> vraag welke van <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>nen het meest geschikt zijn om te gebruiken bij<br />

<strong>de</strong> profilering van <strong>de</strong> Dutch Research Universities. Dit is voorgelegd aan <strong>de</strong> directeuren<br />

P&O.<br />

De meest gekozen USP van <strong>de</strong> directeuren P&O is: “Goe<strong>de</strong> kwaliteit van wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek” (zie voor <strong>de</strong> volledige uitslag bijlage 1.6). Dit wordt gezien als een zeer<br />

belangrijke re<strong>de</strong>n voor wetenschappers om bij een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> Universiteit te gaan<br />

werken. In <strong>de</strong> discussie is getwijfeld aan <strong>de</strong> mate van uniekheid van het aspect “Goe<strong>de</strong><br />

kwaliteit van wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek”, die noodzakelijk is voor goe<strong>de</strong> USP. Immers,<br />

veel an<strong>de</strong>re <strong>universiteiten</strong> voldoen evenzeer aan dit “selling point”. De grote relevantie en<br />

belang van <strong>de</strong>ze factor voor het arbeidspotentieel compenseert <strong>de</strong>ze mogelijk min<strong>de</strong>re<br />

score <strong>op</strong> ‘unique’. Daarnaast wordt benadrukt dat een “Goe<strong>de</strong> kwaliteit van<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek” wel goed aangetoond kan wor<strong>de</strong>n via ratings e.d., waardoor<br />

het goed scoort <strong>op</strong> het aspect ‘selling’.<br />

13 De in het on<strong>de</strong>rhavige rapport geformuleer<strong>de</strong> USP’s vallen binnen het eerste, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en zeven<strong>de</strong> profielkenmerk<br />

welke door <strong>de</strong> Stuurgroep Internationaal vanuit <strong>de</strong> VSNU zijn geformuleerd (VSNU, 2009, a). Verwevenheid van<br />

on<strong>de</strong>rzoek en on<strong>de</strong>rzoek, Samenwerking tussen <strong>universiteiten</strong> en Interdisciplinaire samenwerking komen in het<br />

on<strong>de</strong>rhavige rapport min<strong>de</strong>r dan in <strong>de</strong> rapportage van <strong>de</strong> VSNU waaraan net gerefereerd wordt, naar voren. Het<br />

verschil in perspectief tussen bei<strong>de</strong> visies kan hierbij als oorzaak aangehaald wor<strong>de</strong>n. Zo kijkt <strong>de</strong> VSNU (VSNU,<br />

2009, a) ook meer naar <strong>de</strong> mate waarin <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> uniek zijn bij <strong>de</strong> vaststelling van <strong>de</strong> USP’s en is<br />

bij <strong>de</strong> vaststelling van <strong>de</strong> selectie van mogelijke USP’s in ka<strong>de</strong>r 3.3 vooral gekeken naar het werkgeversimago,<br />

i<strong>de</strong>ntiteit van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel en datgene dat het<br />

<strong>internationale</strong> arbeidspotentieel belangrijk vindt bij <strong>de</strong> keuze van een baan.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

40


De “Internationale werkomgeving” is een goe<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> USP, volgens <strong>de</strong> directeuren P&O.<br />

Vervolgens waren er drie re<strong>de</strong>nen die als <strong>de</strong>r<strong>de</strong> wer<strong>de</strong>n gescoord. Dat zijn “Goe<strong>de</strong><br />

<strong>op</strong>leidingsmogelijkhe<strong>de</strong>n”, “Samenwerking tussen wetenschappers” en <strong>de</strong> “Betrouwbare<br />

werkgever”. Deze drie zaken hebben een grote samenhang en hebben te maken wie <strong>de</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> willen zijn als werkgever: een betrouwbare werkgever, met veel ontwikkelings-<br />

en <strong>op</strong>leidingsmogelijkhe<strong>de</strong>n, waar samenwerking tussen wetenschappers hoog in het<br />

vaan<strong>de</strong>l staat. Daarom vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong> directeuren P&O dat <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>nen in hun samenhang<br />

een belangrijk <strong>de</strong>r<strong>de</strong> USP is. De directeuren P&O hebben daar <strong>de</strong> term “Mo<strong>de</strong>rn<br />

werkgeverschap” aan gehangen. Of dat uitein<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> term is die het beste in <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> communicatie gebruikt kan wor<strong>de</strong>n, is aan <strong>de</strong> communicatie<strong>de</strong>skundigen om<br />

te bepalen.<br />

Er is nog een algemene <strong>op</strong>merking te maken over ‘Relatief veel geld vanuit <strong>de</strong> overheid’. Dit<br />

is een kenmerk dat naar voren komt als het (<strong>internationale</strong>) arbeidspotentieel praat over<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> (‘Interviews buitenlands WP’). Het is natuurlijk wel afhankelijk<br />

van <strong>de</strong> situatie waarmee Ne<strong>de</strong>rland vergeleken wordt. Uit on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese<br />

Commissie uit 2005 blijkt Ne<strong>de</strong>rland geheel geen k<strong>op</strong>l<strong>op</strong>er wat betreft het percentage van<br />

het BNP dat uitgegeven wordt aan on<strong>de</strong>rzoek (VSNU, 2009). Ne<strong>de</strong>rland besteedt daarbij<br />

1,8 procent van het BNP aan on<strong>de</strong>rzoek en moet lan<strong>de</strong>n als Zwe<strong>de</strong>n, Finland, Japan,<br />

Denemarken, VS, Duitsland, België, Oostenrijk, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk voor zich<br />

laten.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

41


Ka<strong>de</strong>r 3.4 Arbeidsmarktconcurrenten van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> arbeidsmarkt<br />

Zoals te zien in paragraaf 3.5, hebben <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> te maken met<br />

verschillen<strong>de</strong> arbeidsmarktconcurrenten <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt. Bij <strong>de</strong><br />

formulering van USP’s is het belangrijk me<strong>de</strong> te kijken in hoeverre <strong>de</strong>ze uniek zijn in<br />

vergelijking met <strong>de</strong> arbeidsmarktconcurrenten.<br />

De belangrijkste arbeidsmarktconcurrenten zijn in algemene zin, dus zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rscheid te<br />

maken naar specifiek functiegebied van <strong>de</strong> kandidaat, waarschijnlijk:<br />

• Universiteiten uit <strong>de</strong> UK en VS<br />

• Multinationals in het land van herkomst<br />

• Universiteiten in buurlan<strong>de</strong>n<br />

Universiteiten uit <strong>de</strong> UK en <strong>de</strong> VS hebben geen traditie in het gezamenlijk profileren als<br />

aantrekkelijke werkgever. Ook multinationals als Philips en KLM doen dat over het<br />

algemeen zel<strong>de</strong>n. De grote naamsbekendheid/p<strong>op</strong>ulariteit van <strong>de</strong>ze partijen maakt het<br />

mogelijk in hun ogen ook min<strong>de</strong>r relevant. Daarnaast is <strong>de</strong> cultuur in UK en VS meer gericht<br />

<strong>op</strong> competitie dan in Ne<strong>de</strong>rland het geval is. Door samen te werken, kunnen <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> een sterkere positie in gaan nemen, dan <strong>op</strong> dit moment het geval is.<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> kunnen daarbij een voorbeeld nemen aan <strong>de</strong> Duitse<br />

<strong>universiteiten</strong>, die samenwerken via Daad (zie paragraaf 3.7.1).<br />

© Intelligence Group 2009<br />

42


3.7 Best practices<br />

Bij <strong>de</strong> uitwerking van <strong>de</strong> gekozen USP’s is het belangrijk om kennis te hebben over <strong>de</strong><br />

manieren waar<strong>op</strong> <strong>universiteiten</strong> in het buitenland samenwerken om zich (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re) te<br />

profileren als interessante werkgevers. De uiteenzetting van voorbeel<strong>de</strong>n heeft niet <strong>de</strong><br />

pretentie uitputtend te zijn, wel om die aspecten te tonen die ook interessant kunnen zijn bij<br />

het praktisch vormgeven van <strong>de</strong> samenwerking tussen <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>.<br />

3.7.1 Gemeenschappelijke profilering <strong>universiteiten</strong><br />

De best practices uit verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n nu beschreven (naast eigen on<strong>de</strong>rzoek<br />

ook afkomstig uit Til, 2008).<br />

Duitsland<br />

DAAD, <strong>de</strong> Duitse aca<strong>de</strong>mische uitwisselingsorganisatie (Deutsche Aka<strong>de</strong>mische Austausch<br />

Dienst), profileert zich <strong>op</strong> haar website vooral richting stu<strong>de</strong>nten, maar ook richting<br />

wetenschappelijk personeel. Het werven van stu<strong>de</strong>nten voert dan ook <strong>de</strong> hoofdtoon on<strong>de</strong>r<br />

het k<strong>op</strong>je ‘Information for foreigners’.<br />

Figuur 3.4 Homepage van DAAD<br />

Bron: www.daad.<strong>de</strong>, 2009<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Aparte ingang van voor<br />

buitenlandse stu<strong>de</strong>nten en<br />

buitenlands arbeidspotentieel<br />

43


Na het klikken <strong>op</strong> ‘Information for foreigners’ wordt direct dui<strong>de</strong>lijk wat <strong>de</strong> pluspunten zijn<br />

van het werken en stu<strong>de</strong>ren bij Duitse <strong>universiteiten</strong> (zie figuur 3.5). De vijf waar<strong>de</strong>n<br />

waarmee Duitse <strong>universiteiten</strong> zich profileren on<strong>de</strong>r buitenlandse stu<strong>de</strong>nten en<br />

me<strong>de</strong>werkers zijn <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> focus, eersteklas service voor <strong>internationale</strong> stu<strong>de</strong>nten,<br />

grote keuze in on<strong>de</strong>rwijsprogramma’s, excellentie in on<strong>de</strong>rzoek en on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> sterke<br />

link tussen theorie en praktijk.<br />

Figuur 3.5 USP’s van Duitse <strong>universiteiten</strong><br />

Bron: www.daad.<strong>de</strong>/<strong>de</strong>utschland/in<strong>de</strong>x.en.html, 2009<br />

Naast een dui<strong>de</strong>lijke uiteenzetting van <strong>de</strong> USP’s is vooral <strong>de</strong> Research Explorer interessant<br />

(zie figuur 3.6). Door het gebruik van <strong>de</strong>ze tool kan door <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt en werkzoeken<strong>de</strong><br />

gezocht wor<strong>de</strong>n naar specifieke on<strong>de</strong>rzoeksgebie<strong>de</strong>n. Indien gewenst kan dit verfijnd<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> regio en trefwoord. Zo’n 17.000 Duitse on<strong>de</strong>rzoeksinstituten, vakgroepen en<br />

an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoeksorganisaties (profit) zijn hier te bena<strong>de</strong>ren. Hoewel er over <strong>de</strong><br />

zoekmogelijkhe<strong>de</strong>n nog wel <strong>op</strong>merkingen te maken zijn, geeft het initiatief dui<strong>de</strong>lijk aan dat<br />

er vele mogelijkhe<strong>de</strong>n zijn voor geïnteresseer<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten en werkzoeken<strong>de</strong>n binnen<br />

Duitsland.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Vijf USP’s voor<br />

het stu<strong>de</strong>ren en<br />

werken aan<br />

Duitse<br />

<strong>universiteiten</strong>.<br />

44


Figuur 3.6 Research Explorer<br />

Bron: www.daad.<strong>de</strong>/<strong>de</strong>utschland/forschung/research-explorer/08308.en.html, 2009<br />

© Intelligence Group 2009<br />

45


Zwitserland<br />

Een land dat in <strong>de</strong> rankings steeds hoog naar voren komt en ook veel <strong>internationale</strong><br />

me<strong>de</strong>werkers kent is Zwitserland. Via <strong>de</strong> overheid profileren <strong>de</strong> Zwitserse <strong>universiteiten</strong> zich<br />

gezamenlijk als werkgever. Dit doen zij online via www.eda.admin.ch, maar vooral<br />

<strong>op</strong>vallend is het gebruik van brochures (zie figuur 3.7). In <strong>de</strong>ze brochure wordt een aantal<br />

USP’s van het werken bij <strong>de</strong> Zwitserse <strong>universiteiten</strong> concreet gepresenteerd met<br />

on<strong>de</strong>rsteunend cijfermateriaal (zie figuur 3.8 voor <strong>de</strong> USP’s). Zo wordt <strong>de</strong> uitsteken<strong>de</strong><br />

levenskwaliteit on<strong>de</strong>rsteund door cijfers uit het Mercer ‘Quality of living’ on<strong>de</strong>rzoek, waar<br />

enkele Zwitserse ste<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> t<strong>op</strong> 10 staan. De dynamische hightech sector wordt gestaafd<br />

door <strong>de</strong> vele citaties en hoge scores van <strong>de</strong> Zwitserse <strong>universiteiten</strong> in diverse rankings.<br />

Figuur 3.7 Brochure waarin Zwitserse <strong>universiteiten</strong> zich gemeenschappelijk profileren<br />

Bron: Brochure: Swiss Confe<strong>de</strong>ration, Fe<strong>de</strong>ral Department of Home Affairs (2008)<br />

Tabel 3.2 Gezamenlijke USP’s van Zwitserse <strong>universiteiten</strong>, volgens <strong>de</strong> brochure<br />

On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el USP’s<br />

Zwitserland • Multicultureel land in hart van Eur<strong>op</strong>a<br />

Zwitserse <strong>universiteiten</strong>/<br />

on<strong>de</strong>rzoek<br />

Bron: www.eda.admin.ch/washington/Studying_in_Switzerland, 2009<br />

© Intelligence Group 2009<br />

• Uitsteken<strong>de</strong> levenskwaliteit<br />

• Competitieve & <strong>internationale</strong> zakelijke omgeving<br />

• Dynamische en innovatieve hightech sector<br />

• Excellent financieel centrum, aantrekkelijk voor<br />

buitenlandse investeer<strong>de</strong>rs<br />

• De groenste economie<br />

• Relatief hoge salarissen<br />

• Veel geld uit privé sector in R&D<br />

• Groot aantal Nobelprijswinnaars<br />

• Internationale on<strong>de</strong>rzoekers<br />

• Groot aantal patenten<br />

46


UK<br />

De UK heeft van oudsher een sterke aantrekkingskracht <strong>op</strong> <strong>internationale</strong> wetenschappers.<br />

‘The researchers’ mobility portal’ is een website over mobiliteit die georganiseerd is vanuit<br />

<strong>de</strong> Britse ambassa<strong>de</strong> en met een dui<strong>de</strong>lijk Eur<strong>op</strong>ees tintje. Het is bij uitstek een informatieve<br />

website, waar ook zeer veel praktische informatie gevon<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n over het werken<br />

als on<strong>de</strong>rzoeker in <strong>de</strong> UK. Op <strong>de</strong>ze website staat echter niet het profileren van <strong>de</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> binnen <strong>de</strong> UK centraal, maar – waarschijnlijk me<strong>de</strong> door het Eur<strong>op</strong>ese tintje –<br />

wordt er meer nadruk gelegd <strong>op</strong> het stimuleren van mobiliteit van on<strong>de</strong>rzoekers van en naar<br />

<strong>de</strong> UK. Er is ook grote aandacht voor mogelijkhe<strong>de</strong>n buiten UK, maar binnen <strong>de</strong> EU (via<br />

bijvoorbeeld The EU National Mobility Portals, EURAXESS, zie ook ka<strong>de</strong>r 3.5).<br />

Figuur 3.8 The researchers’ mobility portal van <strong>de</strong> UK<br />

Bron: www.britishcouncil.org/eumobility, 2009<br />

Ook in Ne<strong>de</strong>rland is een soortgelijk portal als in <strong>de</strong> UK (www.euraxess.nl) om <strong>de</strong> mobiliteit<br />

van wetenschappers te bevor<strong>de</strong>ren (zie ka<strong>de</strong>r 3.5 voor een kort overzicht van alle<br />

initiatieven). In <strong>de</strong> aanbevelingen die gedaan wor<strong>de</strong>n vanuit dit on<strong>de</strong>rzoek, wordt gepleit<br />

voor het promoten van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> via een (aan an<strong>de</strong>re organisaties<br />

gerelateer<strong>de</strong>) website. Het verschil in doelstelling, en daardoor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re invulling,<br />

rechtvaardigt <strong>de</strong>ze aanbeveling.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

47


Ka<strong>de</strong>r 3.5 Eur<strong>op</strong>ese Unie en het promoten van mobiliteit van on<strong>de</strong>rzoekers<br />

Door het aannemen van Eur<strong>op</strong>ean Charter for Researchers en Co<strong>de</strong> of Conduct for the<br />

Recruiters of Researchers wil <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Unie (wetenschappelijk) on<strong>de</strong>rzoek als<br />

carrièremogelijkheid in <strong>de</strong> profit en non-profit sector bevor<strong>de</strong>ren. Op <strong>de</strong>ze manier wil zij een<br />

positieve bijdrage leveren aan <strong>de</strong> economische groei van <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Unie. Hiervoor is het<br />

nodig dat mobilitieit tussen lan<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd wordt. Het <strong>op</strong>zetten van portalen per land,<br />

zoals die van <strong>de</strong> UK, is een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> maatregelen. Al <strong>de</strong>ze portalen zijn gek<strong>op</strong>peld<br />

aan een Eur<strong>op</strong>ese database met daarin Eur<strong>op</strong>ese vacatures<br />

(http://ec.eur<strong>op</strong>a.eu/euraxess/). Hierna volgen enkele voorbeel<strong>de</strong>n van portalen per land.<br />

Oostenrijk: www.researchinaustria.info<br />

Duitsland: www.euraxess.<strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland: www.euraxess.nl<br />

Spanje: www.eracareers.es<br />

Ierland: www.researchcareersireland.cm<br />

Italië: www.fondazionecrui.it<br />

Zwe<strong>de</strong>n: www.researchinswe<strong>de</strong>n.se<br />

Finland: www2.aka.fi<br />

Zwitserland: www.euraxess.ch<br />

Griekenland: www.eie.gr<br />

© Intelligence Group 2009<br />

48


3.7.2 Overige best practices<br />

Er volgt nu een aantal afzon<strong>de</strong>rlijke voorbeel<strong>de</strong>n die interessant kunnen zijn voor <strong>de</strong><br />

gemeenschappelijke <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>.<br />

Dit zijn:<br />

• het uitgebrei<strong>de</strong> handboek voor <strong>internationale</strong> on<strong>de</strong>rzoekers waarin zowel het woon-<br />

als on<strong>de</strong>rzoeksklimaat in Zwe<strong>de</strong>n wordt beschreven (zie figuur 3.9),<br />

• <strong>de</strong> testimonals <strong>op</strong> <strong>de</strong> gezamenlijke website van Finse <strong>universiteiten</strong> om zich<br />

gemeenschappelijk als interessante studielocatie te profileren (zie figuur 3.10) en<br />

• <strong>de</strong> ‘call-to-action’ die voorkomt uit het plaatsen van actuele vacatures <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

homepage (zie figuur 3.11).<br />

Figuur 3.9 Handboek van Zwe<strong>de</strong>n<br />

Bron: www.researchinswe<strong>de</strong>n.se, 2009<br />

© Intelligence Group 2009<br />

49


Figuur 3.10 Testimonals <strong>op</strong> <strong>de</strong> website in Finland<br />

Bron: www.studyinfinland.fi, 2009<br />

Figuur 3.11 Researchers mobility portal van Australië<br />

Bron: www.mobility.org.au, 2009<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Het tonen van<br />

actuele vacatures<br />

als ‘call-to-action’<br />

50


3.7.3 Overige voorbeel<strong>de</strong>n<br />

Zoals al is aangegeven, werken ook an<strong>de</strong>re organisaties dan <strong>universiteiten</strong> samen bij het<br />

verbeteren van het werkgeversimago. Hierna volgt een aantal interessante uitwerkingen.<br />

• Zo maakt bijvoorbeeld <strong>de</strong> website www.younggermen.<strong>de</strong>, een website vanuit <strong>de</strong><br />

Duitse overheid en verschillen<strong>de</strong> partners om jonge <strong>internationale</strong> hoog<strong>op</strong>gelei<strong>de</strong>n<br />

te informeren over het wonen en werken in Duitsland, veelvuldig gebruik van<br />

sociale media als Twitter en Facebook (zie figuur 3.12).<br />

• Vanuit <strong>de</strong> overheid in Singapore is ‘Contact Singapore’ <strong>op</strong>gericht om talent uit <strong>de</strong><br />

hele wereld aan te trekken (zie figuur 3.13). Naast kantoren en activiteiten in<br />

verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> wereld, hebben zij ook een website neergezet. Naast<br />

veel informatie is <strong>de</strong> site ook sterk gericht <strong>op</strong> het motiveren van mensen om naar<br />

Singapore te komen. Kenmerken van werken in Singapore, die tevens<br />

beweegmotieven voor het arbeidspotentieel zijn, zijn sterk visueel weergegeven <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> website.<br />

• Www.watertalent.nl is een voorbeeld van een door <strong>de</strong> overheid geïnitieer<strong>de</strong><br />

samenwerking waarbij <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke bedrijven zich <strong>op</strong> een aantrekkelijke en<br />

<strong>op</strong>vallen<strong>de</strong> manier kunnen presenteren (zie figuur 3.14).<br />

Figuur 3.12 Het gebruik van nieuwe sociale media als Twitter en Facebook<br />

Bron: www.younggermen.<strong>de</strong>, 2009<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Gebruik van sociale<br />

netwerken <strong>op</strong> Young<br />

Germany.<br />

51


Figuur 3.13 Contact Singapore<br />

Bron: www.contactsingapore.sg, 2009<br />

Figuur 3.14 Watertalent.nl<br />

Bron: www.watertalent.nl, 2009<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Ook <strong>de</strong> familie moet<br />

overtuigd wor<strong>de</strong>n om<br />

naar een an<strong>de</strong>r land te<br />

verhuizen.<br />

Uitgebrei<strong>de</strong><br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n om<br />

individuele partijen te<br />

promoten.<br />

52


Ook <strong>de</strong> huidige activiteiten <strong>op</strong> het gebied van werving <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt<br />

door <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> dient als inspiratie voor <strong>de</strong> invulling van een<br />

gezamenlijke strategie <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt. In ka<strong>de</strong>r 3.6 staat een aantal<br />

voorbeel<strong>de</strong>n vanuit <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>.<br />

Ka<strong>de</strong>r 3.6 Interessante voorbeel<strong>de</strong>n van <strong>internationale</strong> arbeidsmarktcommunicatie van<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong><br />

Een an<strong>de</strong>re bron van inspiratie is <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> huidige <strong>internationale</strong><br />

arbeidsmarktcommunicatie van <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> is<br />

vormgegeven. Hieron<strong>de</strong>r volgt een aantal best practices van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>.<br />

• Specifieke brochures voor <strong>internationale</strong> werknemers, zoals <strong>de</strong> ‘Quick gui<strong>de</strong> for new<br />

foreign employees’ van <strong>de</strong> Universiteit van Amsterdam en <strong>de</strong> ‘Wageningen<br />

University PhD Programme’ van <strong>de</strong> Universiteit Wageningen.<br />

• Deelname aan <strong>internationale</strong> beurzen, waarvan <strong>de</strong> belangrijkste <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ean<br />

Career Fair is. Vorig jaar is in samenwerking met Aca<strong>de</strong>micTransfer gekozen voor<br />

een meer gezamenlijke presentatie door bijvoorbeeld <strong>de</strong> inrichting van een<br />

Hollandse straat en het gezamenlijk vestigen van aandacht <strong>op</strong> <strong>de</strong> aanwezigheid van<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> bij <strong>de</strong> ingang van <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ean Career Fair.<br />

• Kenniscentra voor buitenlandse me<strong>de</strong>werkers, bijvoorbeeld van <strong>de</strong> Universiteit van<br />

Maastricht en <strong>de</strong> Universiteit van Lei<strong>de</strong>n (inclusief specifieke website:<br />

www.lei<strong>de</strong>nuniv.nl/en/staff/)<br />

• Weergave van specifieke USP’s van specifieke <strong>universiteiten</strong>, zoals bijvoorbeeld <strong>op</strong><br />

‘Spotlight on Eindhoven University’ van <strong>de</strong> Technische Universiteit Eindhoven.<br />

• Specifieke microsites voor (groepen) <strong>internationale</strong> me<strong>de</strong>werkers, als PhDstu<strong>de</strong>nten.<br />

Met name <strong>de</strong> specifieke aandacht binnen <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> werving voor<br />

PhD-stu<strong>de</strong>nten is verstandig, omdat <strong>de</strong>ze groep in het buitenland geen me<strong>de</strong>werker<br />

maar een stu<strong>de</strong>ntenstatus hebben.<br />

Bron: ‘Interviews met AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken’<br />

© Intelligence Group 2009<br />

53


4. Conclusies en aanbevelingen<br />

De conclusies die getrokken kunnen wor<strong>de</strong>n uit het on<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n hierna kort<br />

samengevat. Daarnaast komen <strong>de</strong> belangrijkste aanbevelingen die volgen uit <strong>de</strong> conclusies<br />

aan bod.<br />

4.1 Belangrijkste conclusies<br />

Specifieke aandacht voor <strong>internationale</strong> werving is gering<br />

Op dit moment wordt <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt ervaren als een integraal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> personeelswerving van WP. Net als <strong>de</strong> nationale arbeidsmarktcommunicatie vindt<br />

ook <strong>de</strong>ze <strong>internationale</strong> component vooral plaats <strong>op</strong> facultair niveau. Het (<strong>internationale</strong>)<br />

netwerk van individuele hoogleraren en Universitair Hoofddocenten is daarbij één van <strong>de</strong><br />

belangrijkste kanalen om nieuwe me<strong>de</strong>werkers te werven. Soms wor<strong>de</strong>n vacatures ook<br />

(door-)geplaatst <strong>op</strong> <strong>internationale</strong> websites als www.aca<strong>de</strong>mictransfer.nl, www.career.edu<br />

en specifieke nichesites. Op centraal niveau is wel een stijgen<strong>de</strong> aandacht voor AMC en<br />

personeelswerving zichtbaar. Via specifiek <strong>op</strong>gezette projectgroepen, speciaal aangestel<strong>de</strong><br />

recruitment managers, meer aandacht voor verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het<br />

wervingsproces, wordt <strong>de</strong>ze stijgen<strong>de</strong> belangstelling zichtbaar. Universiteiten concentreren<br />

zich hierbij met name <strong>op</strong> <strong>de</strong> nationale arbeidsmarkt, terwijl ze daarnaast erkennen dat <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> arbeidsmarkt een zeer belangrijke ‘visvijver’ is. Zeker als <strong>de</strong> krapte <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

(<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong>) arbeidsmarkt weer toeneemt. Ook past een grotere aandacht voor <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> arbeidsmarkt bij <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> ambities van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong><br />

het gebied van wetenschappelijke innovatie en het aantrekken van <strong>internationale</strong> stu<strong>de</strong>nten.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

54


Naar samenwerken<strong>de</strong> concullega’s in <strong>de</strong> precompetitieve fase<br />

De precompetitieve fase is <strong>de</strong> fase in het beslissingsproces waarin het arbeidspotentieel<br />

nog geen uitein<strong>de</strong>lijke keuze om te solliciteren <strong>op</strong> een bepaal<strong>de</strong> (universitaire) functie<br />

gemaakt heeft. In <strong>de</strong>ze fase bezit een groot ge<strong>de</strong>elte van het arbeidspotentieel wel<br />

(onuitgesproken) gedachten over <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> als werkgever. Juist in <strong>de</strong><br />

precompetitieve fase kunnen <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>, die elkaar zien als ‘concullega’s’<br />

met dui<strong>de</strong>lijke concurreren<strong>de</strong> doelstellingen als het gaat om <strong>de</strong> werving van<br />

wetenschappelijk t<strong>op</strong>talent, samenwerken om het gemeenschappelijke werkgeversimago te<br />

verbeteren. Deze vorm van marktbewerking is ook zichtbaar bij an<strong>de</strong>re (buitenlandse)<br />

organisaties in <strong>de</strong> non-profit en profit sector. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het Rijk dat<br />

samenwerkt via www.werkenbijhetrijk.nl, Duitse <strong>universiteiten</strong> die samenwerken vie DAAD<br />

en <strong>de</strong> accountancy sector met gemeenschappelijke campagnes en informele samenwerking<br />

tussen <strong>de</strong> Big 4.<br />

Re<strong>de</strong>lijke tot goe<strong>de</strong> uitgangspositie van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong><br />

Er is in dit on<strong>de</strong>rzoek ook gekeken naar het imago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> in het<br />

buitenland, on<strong>de</strong>r het externe arbeidspotentieel. <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> wor<strong>de</strong>n ervaren<br />

als <strong>universiteiten</strong> waar het on<strong>de</strong>rzoek een goe<strong>de</strong> kwaliteit heeft, waar Engels gesproken<br />

wordt, aandacht is voor <strong>de</strong> werk/privé balans, die goe<strong>de</strong> ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n bie<strong>de</strong>n<br />

en aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n aanbie<strong>de</strong>n. Hoewel <strong>de</strong> algemene<br />

conclusie is dat <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> zeker een re<strong>de</strong>lijk tot goe<strong>de</strong> uitgangspositie<br />

hebben, zijn hierbij wel enige kanttekeningen te maken. Deze zijn dat:<br />

• Ne<strong>de</strong>rland veelal niet het p<strong>op</strong>ulairste land lijkt voor buitenlan<strong>de</strong>rs om naar toe te<br />

gaan en<br />

• dat <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> niet ‘standaard’ zoals Engelse <strong>universiteiten</strong><br />

profiteren van <strong>de</strong> beste reputatie. Of zoals een respon<strong>de</strong>nt het aangeeft “…. it’s not<br />

Harvard.”<br />

Gekozen USP’s: goe<strong>de</strong> kwaliteit on<strong>de</strong>rzoek en <strong>internationale</strong> werkomgeving<br />

Op basis van het bestaan<strong>de</strong> werkgeversimago, <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong><br />

en een inschatting van <strong>de</strong> mate waarin een bepaald aspect ‘uniek’ dan wel ‘verko<strong>op</strong>baar’ is,<br />

is gevraagd aan <strong>de</strong> directeuren P&O tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bijeenkomst <strong>op</strong> 19 juni om <strong>de</strong> meest<br />

aantrekkelijke USP’s te kiezen uit negen mogelijkhe<strong>de</strong>n. De meest gekozen USP’s zijn:<br />

• ‘Goe<strong>de</strong> kwaliteit van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek’ en<br />

• ‘Internationale werkomgeving’.<br />

Daarnaast bie<strong>de</strong>n <strong>de</strong> uitkomsten ook aanleiding om ‘Mo<strong>de</strong>rn werkgeverschap, inclusief<br />

goe<strong>de</strong> ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n’ te benadrukken in <strong>de</strong> gemeenschappelijke<br />

arbeidsmarktcommunicatie.<br />

Bij <strong>de</strong> ‘Internationale werkomgeving’ moet <strong>de</strong> <strong>op</strong>merking gemaakt wor<strong>de</strong>n dat het<br />

<strong>internationale</strong> arbeidspotentieel dat werkzaam is binnen Ne<strong>de</strong>rland hier soms enigszins<br />

kritisch tegenover staat. “Sometimes they notice in Dutch language on the University Notice<br />

board and all the sign board in all the cities are in Dutch not in English. It should be in both<br />

languages if government wants to make it a true international hub.” aldus één respon<strong>de</strong>nt.<br />

Juist het verbeteren van <strong>de</strong> interne situatie lijken hier nog kansen te liggen.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

55


4.2 Aanbevelingen<br />

Eén van <strong>de</strong> belangrijkste doelstellingen van dit on<strong>de</strong>rhavige on<strong>de</strong>rzoek is om te<br />

on<strong>de</strong>rzoeken in hoeverre er draagvlak is voor samenwerking tussen <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> het gebied van <strong>internationale</strong> werving van WP. Juist in <strong>de</strong> precompetitieve<br />

fase lijkt het draagvlak aanwezig om samen te werken. In <strong>de</strong>ze paragraaf wordt ingegaan<br />

<strong>op</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om daadwerkelijk <strong>de</strong> stap naar een meer intensieve samenwerking te<br />

zetten (zie tabel 4.1). De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> doelstelling van het on<strong>de</strong>rzoek, namelijk ‘Het aangeven van<br />

<strong>de</strong> (on-)mogelijkhe<strong>de</strong>n om samen te werken <strong>op</strong> het gebied van <strong>internationale</strong> werving’, staat<br />

daarbij centraal.<br />

Algemene <strong>op</strong>merkingen vooraf<br />

Bij <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re uitvoering van <strong>de</strong>ze aanbevelingen moet gestreefd wor<strong>de</strong>n naar het<br />

voorkomen van ‘free-ri<strong>de</strong>rs’ gedrag en het bevor<strong>de</strong>ren van een collegiale<br />

vertrouwensrelatie. Daarnaast blijkt in veel gevallen <strong>de</strong> overheid dan wel een bepaal<strong>de</strong><br />

brancheorganisatie een nadrukkelijke partner te zijn binnen <strong>de</strong> beschreven<br />

samenwerkingsrelaties, ook wat betreft <strong>de</strong> financiële on<strong>de</strong>rsteuning. Het zoeken van<br />

samenwerking met <strong>de</strong> overheid, bijvoorbeeld het ministerie van OC&W, bij <strong>de</strong><br />

gemeenschappelijke profilering via een eigen website verdient ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorkeur omdat<br />

daarmee het (veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong>) betrouwbaarheidsgehalte van <strong>de</strong> informatie toeneemt. Het<br />

verdient dus aanbeveling <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor samenwerking met zo’n organisatie te<br />

on<strong>de</strong>rzoeken. Een an<strong>de</strong>re <strong>op</strong>merking die vooraf geplaatst dient te wor<strong>de</strong>n, is dat dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek min<strong>de</strong>r gericht is <strong>op</strong> het verstrekken van praktische ‘tips and tricks’ om <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> werving te versterken. De focus lag namelijk <strong>op</strong> het verkennen van <strong>de</strong><br />

samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n in algemene zin en het al dan niet verkrijgen van draagvlak<br />

voor <strong>de</strong>ze samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n. Het beslissingsproces van het <strong>internationale</strong><br />

arbeidspotentieel en het werkgeversimago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> zijn daarbij als<br />

uitgangspunten gebruikt. De praktische uitvoering in <strong>de</strong> zin van welke titels en social media<br />

(als LinkedIn, Facebook en specifieke niches) ingezet kunnen wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong><br />

zij ingezet kunnen wor<strong>de</strong>n, komen daarbij enkel aan <strong>de</strong> zijlijn aan bod en verdienen zeker<br />

ver<strong>de</strong>re invulling in een volgen<strong>de</strong> stap binnen het samenwerkingsproces.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

56


De specifieke samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n (zie tabel 4.1) zijn eer<strong>de</strong>r voorgelegd aan <strong>de</strong><br />

directeuren P&O, waarbij vooral <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> via een<br />

gemeenschappelijke website te promoten, besproken is. De gehanteer<strong>de</strong> uitgangspunten bij<br />

het vaststellen van <strong>de</strong> samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n zijn dat gerespecteerd wordt dat <strong>de</strong><br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> elkaar beschouwen als ‘concullega’s’ en dat er beperkte prioriteit<br />

gegeven wordt aan <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> personeelswerving. Deze<br />

samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n hierna kort behan<strong>de</strong>ld.<br />

Tabel 4.1 Samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

Samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

1. Een gemeenschappelijke website voor <strong>de</strong> ‘Dutch Research Universities’<br />

2. Gemeenschappelijke algemene wervingsactiviteiten als beursbezoek en brochures<br />

3. Het <strong>de</strong>len van kennis<br />

Gemeenschappelijke website<br />

Een gemeenschappelijke website voor <strong>de</strong> ‘Dutch Research Universities’<br />

Via een gemeenschappelijke website kunnen <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> zich sterker<br />

profileren als aantrekkelijke werkgever. Om een i<strong>de</strong>e te geven van hoe <strong>de</strong>ze website eruit<br />

zou kunnen zien, is hij gevisualiseerd (zie figuur 4.1 en figuur 4.2).<br />

De belangrijkste uitgangspunten die gebruikt zijn bij <strong>de</strong> visualisatie, zijn:<br />

• dat wetenschappelijke innovatie bij <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> benadrukt wordt (o.a.<br />

beeldgebruik, tonen van het laatste wetenschappelijk nieuws, ‘NEWS’),<br />

• dat <strong>de</strong> website een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> ‘look en feel’ moet hebben (o.a. kleurgebruik en<br />

fotomateriaal) 14 ,<br />

• dat individuele <strong>universiteiten</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid hebben om zich te profileren (logo’s<br />

van individuele <strong>universiteiten</strong> met doorklikmogelijkheid naar eigen website),<br />

• dat PhD-stu<strong>de</strong>nts <strong>op</strong> een an<strong>de</strong>re manier aangesproken dienen te wor<strong>de</strong>n dan<br />

overig WP (eigen ‘ingangen’ <strong>op</strong> homepage voor ‘PHD STUDENTS’ en ‘SCIENTIFIC<br />

RESEARCHERS’),<br />

• dat een dui<strong>de</strong>lijke aanwezigheid van interessante vacatures die een zekere ‘call-toaction’<br />

<strong>op</strong>roepen (o.a. tonen van vacatures, specifieke zoek<strong>op</strong>ties),<br />

• dat arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n en werkomstandighe<strong>de</strong>n een nadrukkelijke plek moeten<br />

krijgen en<br />

• dat <strong>de</strong> USP’s van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> een relevante en dui<strong>de</strong>lijke plek<br />

hebben <strong>op</strong> <strong>de</strong> website.<br />

14 Wat betreft vormgeving en content kan aansluiting gezocht wor<strong>de</strong>n bij bestaan<strong>de</strong> organisaties als VSNU en<br />

Nuffic.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

57


Het zoeken van aansluiting van an<strong>de</strong>re organisaties<br />

Het is nadrukkelijk <strong>de</strong> bedoeling dat <strong>de</strong>ze nieuw te ontwikkelen website niet los komt te<br />

staan van al bestaan<strong>de</strong> websites. Juist door aan te sluiten bij Aca<strong>de</strong>micTransfer als initiatief<br />

vanuit <strong>de</strong> gezamenlijke <strong>universiteiten</strong> om vacatures voor WP te plaatsen, kan een dui<strong>de</strong>lijk<br />

kostenvoor<strong>de</strong>el behaald wor<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> door Aca<strong>de</strong>micTransfer ontwikkel<strong>de</strong> techniek<br />

gebruikt wordt. De kennis van Aca<strong>de</strong>micTransfer met betrekking tot het genereren van<br />

bezoekers en <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt (via www.career.edu) kan het succes van <strong>de</strong> te<br />

ontwikkelen website vergroten. Wat betreft content en vormgeving moet aansluiting gezocht<br />

wor<strong>de</strong>n bij bestaan<strong>de</strong> <strong>internationale</strong> webpresentaties van het hoger on<strong>de</strong>rwijs door VSNU<br />

en NUFFIC, indien dat het doel –<strong>op</strong>timaliseren van <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> werving van WP- goed<br />

dient. Ook nauwe afstemming met organisaties als OCW en QUANU kan bijdragen aan<br />

versterking van het imago van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> als een uitsteken<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksomgeving.<br />

Figuur 4.1 Visual van <strong>de</strong> homepage van <strong>de</strong> gemeenschappelijke website<br />

© Intelligence Group 2009<br />

58


Figuur 4.2 Visual van <strong>de</strong> eerste pagina voor PHD STUDENTS<br />

Afstemming <strong>internationale</strong> wervingsactiviteiten<br />

Overige algemene instrumentele samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

Op instrumenteel niveau zijn ook an<strong>de</strong>re samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n te erkennen. Door<br />

het <strong>op</strong> (informele) manier <strong>de</strong>len van kennis over <strong>internationale</strong> werving kan juist in <strong>de</strong><br />

precompetitieve fase een voorsprong wor<strong>de</strong>n geboekt <strong>op</strong> haar arbeidsmarktconcurrenten.<br />

Ook kunnen door overleg <strong>de</strong> algemene wervingsactiviteiten zoals beursbezoek en het<br />

drukken van brochures <strong>op</strong> elkaar wor<strong>de</strong>n afgestemd. Juist daardoor kunnen bijvoorbeeld<br />

ook interessante kostenvoor<strong>de</strong>len behaald wor<strong>de</strong>n, ook al is dat niet het hoofddoel.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

59


Het <strong>de</strong>len van kennis<br />

Kennis <strong>de</strong>len vereist <strong>op</strong>en blik<br />

Op dit moment wordt er al kennis ge<strong>de</strong>eld over <strong>de</strong> (<strong>internationale</strong>) werving van<br />

<strong>universiteiten</strong>. Dit gezamenlijke on<strong>de</strong>rzoek is daarvan een goed voorbeeld. Ook buiten dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek vindt binnen ‘3TU’ verband of tussen individuele <strong>universiteiten</strong> kennis<br />

uitwisseling plaats. Deze aanbeveling is dus ge<strong>de</strong>eltelijk een voortzetting van <strong>de</strong> nu al<br />

gangbare situatie. Toch zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> hier nog een stap ver<strong>de</strong>r in<br />

kunnen gaan, à la <strong>de</strong> informele samenwerking tussen <strong>de</strong> grote accountantskantoren (zie<br />

ver<strong>de</strong>r paragraaf 2.1). Dit type van informele samenwerking vereist wel een <strong>op</strong>en blik<br />

waarbij vertrouwen en het belang van <strong>de</strong> gezamenlijke <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> voor<strong>op</strong><br />

staat. De mate waarin het <strong>de</strong>len van kennis mogelijk is, zal <strong>de</strong> toekomst leren.<br />

Eén voorbeeld van een succesverhaal dat het zeker waard is om te <strong>de</strong>len, is het<br />

<strong>internationale</strong> succes van het Rosalind Franklin Fellowship Programme van <strong>de</strong> RUG. Het<br />

profileren van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>op</strong> één bepaald aspect, in dit geval vrouwelijk<br />

wetenschappelijk talent, blijkt een positief effect te hebben gehad <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong><br />

wervingskracht van <strong>de</strong> RUG. Niet alleen kunnen individuele <strong>universiteiten</strong> veel van <strong>de</strong>ze<br />

‘best practice’ leren, ook gezamenlijk kan hier lering uit getrokken wor<strong>de</strong>n.<br />

Overige suggesties<br />

Hieron<strong>de</strong>r staat een aantal suggesties om <strong>op</strong> een an<strong>de</strong>re manier als gezamenlijke<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> wervingskracht te vergroten (zie tabel 4.2 voor<br />

het overzicht). Deze suggesties dienen als input om <strong>de</strong> discussie over mogelijke<br />

samenwerkingsrelaties te bevor<strong>de</strong>ren. Na tabel 4.2 volgt een korte bespreking van <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> suggesties.<br />

Tabel 4.2 Suggesties voor ver<strong>de</strong>re samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

Suggesties voor overige samenwerkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

1. Meer (gezamenlijke) aandacht voor praktische, juridische kanten van <strong>de</strong> verhuizing<br />

naar Ne<strong>de</strong>rland<br />

2. Hoogleraren/overige WP als ambassa<strong>de</strong>urs van hun eigen universiteit en <strong>de</strong> ‘Dutch<br />

Research Universities’<br />

3. Het vergroten van <strong>de</strong> effectiviteit van individuele (in-)formele netwerken<br />

© Intelligence Group 2009<br />

60


Meer aandacht voor <strong>de</strong> praktische, juridische kanten van <strong>de</strong> overstap<br />

Een groot aantal <strong>universiteiten</strong> heeft <strong>op</strong> dit moment al kenniscentra en/of specifieke<br />

(ge<strong>de</strong>elten) van websites om buitenlandse kenniswerkers te begelei<strong>de</strong>n in hun overstap<br />

naar Ne<strong>de</strong>rland. Aan <strong>de</strong>ze begeleiding blijkt zeker behoefte on<strong>de</strong>r het wetenschappelijke<br />

arbeidspotentieel (zie o.a. ka<strong>de</strong>r 2.1 in paragraaf 2.2). Er zijn verschillen<strong>de</strong> manieren<br />

<strong>de</strong>nkbaar waar<strong>op</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> kunnen samenwerken met het oog <strong>op</strong><br />

praktische begeleiding.<br />

• Allereerst kan gedacht wor<strong>de</strong>n aan kennis<strong>de</strong>ling over dit specifieke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. Door<br />

uit te wisselen wat wel en niet werkt om bijvoorbeeld <strong>de</strong> bureaucratie/sociale<br />

vereenzaming tot een minimum te beperken, kan het gezamenlijke imago van<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> en van Ne<strong>de</strong>rland als gastvrij land verbeteren.<br />

• Daarnaast kan het een i<strong>de</strong>e zijn om één kenniscentrum <strong>op</strong> te richten dat beschikt<br />

over alle feitelijke informatie die een kandidaat en universiteit nodig hebben om een<br />

transfer mogelijk te maken. De grote mate van complexiteit van <strong>de</strong> regelgeving in<br />

Ne<strong>de</strong>rland, maar zeker ook <strong>de</strong> vele verschillen<strong>de</strong>n lan<strong>de</strong>n van herkomst waarmee<br />

men te maken krijgt, maakt <strong>de</strong> ‘1-loket gedachte’ tot een aantrekkelijke.<br />

Netwerken beter benutten in <strong>de</strong> gemeenschappelijke werving<br />

Netwerken zijn <strong>op</strong> dit moment een zeer belangrijk kanaal voor <strong>universiteiten</strong> om – ook <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>internationale</strong> arbeidsmarkt – nieuw personeel te werven. Door meer aandacht te beste<strong>de</strong>n<br />

aan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> netwerken, kunnen <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> gezamenlijk meer<br />

succes behalen <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt. Dit kan enerzijds door huidige<br />

me<strong>de</strong>werkers meer als ‘ambassa<strong>de</strong>urs’ te zien (‘Hoogleraren/overige WP als<br />

ambassa<strong>de</strong>urs’) en an<strong>de</strong>rzijds door <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> individuele<br />

netwerken ingezet wor<strong>de</strong>n te vergroten. Eén manier om het WP meer als ambassa<strong>de</strong>urs in<br />

te zetten, is om te vragen om <strong>op</strong> <strong>de</strong> laatste sheet van hun presentatie <strong>op</strong> wetenschappelijke<br />

symposia en congressen <strong>de</strong> URL van <strong>de</strong> gemeenschappelijke website te plaatsen. Het zal<br />

belangrijk zijn voor <strong>de</strong> <strong>universiteiten</strong> om het belang hiervan dui<strong>de</strong>lijk aan te geven, omdat<br />

het commitment van hooggeleer<strong>de</strong>n om zo’n extra actie uit te voeren niet vanzelf zal<br />

komen. Een grotere effectiviteit uit <strong>de</strong> individuele netwerken kan ver<strong>de</strong>r bijvoorbeeld<br />

gehaald wor<strong>de</strong>n door een korte worksh<strong>op</strong>, als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el bijvoorbeeld van een seminar, aan<br />

te bie<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n. Niet alleen het gebruik van nieuwe<br />

social networks als LinkedIn en specifieke niche groepen, maar ook het effectief zoeken in<br />

bestaan<strong>de</strong> netwerken en het <strong>de</strong>nken buiten gebaan<strong>de</strong> pa<strong>de</strong>n om niet enkel <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

doelgroepen aan te boren, kunnen aan bod komen.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

61


Literatuur<br />

Briefing on<strong>de</strong>rzoek (2009), Vergroten van <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> wervingskracht van<br />

<strong>universiteiten</strong>. Briefing aan arbeidsmarktcommunicatiebureau. Utrecht: Aca<strong>de</strong>micTransfer.<br />

Brochure: Swiss Confe<strong>de</strong>ration, Fe<strong>de</strong>ral Department of Home Affairs (2008). Campus and<br />

Research Park Switzerland. Switzerland, State secretariat for education and research.<br />

The Centre for Science and Technology Studies (CWTS), Lei<strong>de</strong>n University (2008). The<br />

Lei<strong>de</strong>n Ranking 2008. www.cwts.nl/ranking/Lei<strong>de</strong>nRankingWebSite.html.<br />

Center for World Class Universities, Shanghai Jiao Tong University (2008). Aca<strong>de</strong>mic<br />

Ranking of World Universities – 2008. www.arwu.org.<br />

Dijksterhuis (2007), Het slimme onbewuste. Denken met gevoel. Amsterdam: Uitgeverij Bert<br />

Bakker.<br />

Eur<strong>op</strong>ean Commission (2003). Third Eur<strong>op</strong>ean Report on Science & Technology Indicators.<br />

Luxembourg: Office for Official Publications of the Eur<strong>op</strong>ean Communities 2003.<br />

Grijpstra D. & B.J. Buiskool (2005), De <strong>internationale</strong> mobiliteit van kenniswerkers in het<br />

hoger on<strong>de</strong>rwijs. Lei<strong>de</strong>n: Research voor Beleid B.V.<br />

Intelligence Group (2009), Arbeidsmarkt GedragsOn<strong>de</strong>rzoek. Analyses <strong>op</strong> databestand.<br />

Rotterdam: Intelligence Group.<br />

Ministerie van OC&W (2008), Kennis in Kaart. Hoger On<strong>de</strong>rwijs en On<strong>de</strong>rzoek. Den Haag:<br />

Ministerie van On<strong>de</strong>rwijs Cultuur & Wetenschappen.<br />

Ministerie van OC&W (2009). Vragen van het lid Besselink (PvdA) aan <strong>de</strong> minister van<br />

On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en Wetenschap over bezuinigingen aan <strong>universiteiten</strong> met mogelijke<br />

gevolgen voor het on<strong>de</strong>rwijs. www.minocw.nl.<br />

Monsterboard.nl (2009). Monster Employment In<strong>de</strong>x. http://www.aboutmonster.com/Press_Room/MEI_EU.asp<br />

Til, van J., P. Boekholt, F. Zuijdam (2008), Quick-scan van gemeenschappelijke<br />

profileringsinspanningen van wetenschap en on<strong>de</strong>rzoek. Amsterdam: Techn<strong>op</strong>olis.<br />

VSNU (2009, a), Internationale profilering ‘Dutch Research Universities’. VONU 0903.82.<br />

Woensdag 20 mei 2009. Den Haag: VSNU Stuurgroep Internationaal.<br />

VSNU (2009, b), WOPI cijfers. Den Haag: VSNU.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

62


VSNU (2009, c), Land, met schoone kleuren geschakeerd. Staalkaart van het Ne<strong>de</strong>rlands<br />

universitair on<strong>de</strong>rzoek. Den Haag: VSNU.<br />

QS Quacquarelli Symonds (2008). THE-QS World University Rankings.<br />

www.t<strong>op</strong>universities.com<br />

Brochure: Swiss Confe<strong>de</strong>ration, Fe<strong>de</strong>ral Department of Home Affairs (2008). Campus and<br />

Research Park Switzerland. Switzerland, State secretariat for education and research.<br />

Selectie van geraadpleeg<strong>de</strong> websites:<br />

• www.nuffic.nl<br />

• www.vsnu.nl<br />

• www.career.edu<br />

• http://jobs.phds.org/<br />

• www.phdjobs.com<br />

• www.aca<strong>de</strong>mictransfer.nl<br />

• www.daad.<strong>de</strong><br />

• www.britishcouncil.org/eumobility<br />

• www.researchinaustria.info<br />

• www.euraxess.<strong>de</strong><br />

• www.euraxess.nl<br />

• www.eracareers.es<br />

• www.researchcareersireland.cm<br />

• www.fondazionecrui.it<br />

• www.researchinswe<strong>de</strong>n.se<br />

• www2.aka.fi<br />

• www.euraxess.ch<br />

• www.eie.gr<br />

• www.researchinswe<strong>de</strong>n.se<br />

• www.studyinfinland.fi<br />

• www.mobility.org.au<br />

• www.younggermen.<strong>de</strong><br />

• www.watertalent.nl<br />

• www.werkenbijhetrijk.nl<br />

• www,werkenin<strong>de</strong>energie.nl<br />

• www.chauffeurwor<strong>de</strong>n.nl<br />

• www.contactsingapore.sg<br />

• www.eda.admin.ch/washington/Studying_in_Switzerland<br />

• http://ec.eur<strong>op</strong>a.eu/euraxess/<br />

• www.roodgeld.nl<br />

© Intelligence Group 2009<br />

63


Bijlage Verantwoording<br />

In <strong>de</strong>ze bijlage wordt per gehanteer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>/techniek een korte<br />

on<strong>de</strong>rzoeksverantwoording gegeven. De gehanteer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n waarvoor dit gedaan<br />

wordt, staan hieron<strong>de</strong>r weergegeven.<br />

1. Interviews buitenlands WP<br />

2. Interviews AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken<br />

3. Survey on<strong>de</strong>r internationaal arbeidspotentieel<br />

4. International labour survey<br />

5. Data WP <strong>universiteiten</strong><br />

6. Bijeenkomst directeuren P&O<br />

Per on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is een korte on<strong>de</strong>rzoeksverantwoording geschreven.<br />

Voordat begonnen wordt met <strong>de</strong> korte on<strong>de</strong>rzoeksverantwoording per on<strong>de</strong>rzoek, wordt<br />

aangegeven welke personen hebben <strong>de</strong>elgenomen aan <strong>de</strong> begeleidingscommissie voor dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek. Namens <strong>de</strong> directeuren P&O hebben Tineke Tromp, directeur HR van<br />

Wageningen Universiteit, en Anja Klomps, directeur HR van <strong>de</strong> Technische Universiteit<br />

Eindhoven, het on<strong>de</strong>rzoek begeleid. Namens <strong>de</strong> VSNU heeft Aly Ol<strong>de</strong>rsma, Hoofd af<strong>de</strong>ling<br />

Communicatie VSNU, zitting genomen in <strong>de</strong> begeleidingscommissie en namens <strong>de</strong> VONU,<br />

Piet Bouma, Hoofd Communicatie van <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Groningen. André Kouwenberg,<br />

financieel directeur van Aca<strong>de</strong>micTransfer, heeft ver<strong>de</strong>r het secretariaat verzorgd.<br />

1.1 Interviews buitenlandse WP<br />

Om inzicht te krijgen in het beslissingsproces van het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel, <strong>de</strong><br />

i<strong>de</strong>ntiteit van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> als werkgever en het imago/on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd<br />

vermogen van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> on<strong>de</strong>r het <strong>internationale</strong> arbeidspotentieel zijn 25<br />

me<strong>de</strong>werkers die afkomstig zijn van buiten Ne<strong>de</strong>rland geïnterviewd.<br />

Kenmerken dataverzameling<br />

Voor het aanleveren van contactgegevens van respon<strong>de</strong>nten is <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking gevraagd<br />

van <strong>de</strong> <strong>universiteiten</strong>. Tien <strong>universiteiten</strong> hebben namen van (minimaal) vijf potentiële<br />

respon<strong>de</strong>nten doorgegeven. Deze respon<strong>de</strong>nten moeten als WP’er werkzaam zijn binnen<br />

<strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> universiteit en over een buitenlandse nationaliteit beschikken. Bij voorkeur<br />

wonen <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten min<strong>de</strong>r dan vier jaar in Ne<strong>de</strong>rland. Voordat <strong>universiteiten</strong> <strong>de</strong> namen<br />

door hebben gegeven, is via e-mail een aankondiging gestuurd van het on<strong>de</strong>rzoek. Daarbij<br />

is <strong>de</strong> mogelijkheid gebo<strong>de</strong>n zichzelf af te mel<strong>de</strong>n. Eén persoon heeft hiervan gebruik<br />

gemaakt. De interviews hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n tussen 29 mei en 16 juni 2009 en duur<strong>de</strong>n<br />

gemid<strong>de</strong>ld zo’n 20 minuten.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

64


Kenmerken respon<strong>de</strong>nten<br />

Een aantal kenmerken van <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n <strong>op</strong> geaggregeerd niveau staat in tabel 1.<br />

Tabel 1 Kenmerken van <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong> me<strong>de</strong>werkers (Totaal = 25)<br />

Kenmerk Aantal respon<strong>de</strong>nten<br />

Geslacht Man 15<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Vrouw 10<br />

Aantal jaar in Ne<strong>de</strong>rland Min<strong>de</strong>r dan 1 jaar 9<br />

Tussen <strong>de</strong> 1 en 2 jaar 10<br />

Tussen <strong>de</strong> 2 en 7 jaar 6<br />

Functie PHD stu<strong>de</strong>nt 8<br />

Post doc 7<br />

Assistant professor 9<br />

Professor 1<br />

Huidige universiteit TUE 5<br />

UvT 4<br />

WU 4<br />

TUD 3<br />

VU 2<br />

OUNL 2<br />

RU 2<br />

EUR 1<br />

UT 1<br />

UM 1<br />

65


Behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> t<strong>op</strong>ics<br />

In hoofdlijnen is het gesprek volgens on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> t<strong>op</strong>iclijst verl<strong>op</strong>en (zie ka<strong>de</strong>r 1). De<br />

resultaten zijn verwerkt in het rapport.<br />

Ka<strong>de</strong>r 1 T<strong>op</strong>iclijst voor interviews met <strong>internationale</strong> me<strong>de</strong>werkers<br />

1. Short introduction<br />

2. Current experiences with working at his/her current Dutch university (positive and<br />

negative)<br />

3. Decision Making Proces<br />

- Can you tell us why you chose this particular university?<br />

- Reasons?<br />

- Also negative consi<strong>de</strong>rations?<br />

- Did you consi<strong>de</strong>r other countries/universities/employers?<br />

- Free choice? Or in need of a job?<br />

4. Image of this Dutch university abroad<br />

- Does the scientific community in your native country see any differences between<br />

the Dutch universities? If so, what are these differences?<br />

- How did your scientific colleagues react when you told them you accepted a position<br />

at this Dutch University?<br />

5. Finishing up<br />

1.2 Interviews AMC verantwoor<strong>de</strong>lijken<br />

Om een beeld te krijgen van <strong>de</strong> interne situatie ten aanzien van <strong>de</strong> personeelswerving van<br />

WP’ers <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>internationale</strong> arbeidsmarkt zijn ook interviews gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijken <strong>op</strong> het gebied van Arbeidsmarktcommunicatie binnen <strong>de</strong> universiteit. De<br />

directeuren P&O hebben daarvoor een naam doorgegeven aan <strong>de</strong> begeleidingscommissie.<br />

Als dit niet geval is, heeft Intelligence Group contact gezocht met <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> universiteit.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk zijn 13 verantwoor<strong>de</strong>lijken <strong>op</strong> het gebied van Arbeidsmarktcommunicatie<br />

geïnterviewd. Eén universiteit heeft aangegeven geen me<strong>de</strong>werking te verlenen aan dit<br />

ge<strong>de</strong>elte van het on<strong>de</strong>rzoek.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

66


1.3 Survey on<strong>de</strong>r internationaal arbeidspotentieel<br />

Meer informatie over het werkgeversimago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> is verkregen<br />

door het uitzetten van een vragenlijst on<strong>de</strong>r buitenlands arbeidspotentieel. Hierbij is het<br />

buitenlands arbeidspotentieel on<strong>de</strong>rvraagd dat wel of niet in Ne<strong>de</strong>rland woonachtig is.<br />

On<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet<br />

De korte vragenlijst, van maximaal 5 minuten, over het werkgeversimago van <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

<strong>universiteiten</strong> is vooral uitgezet via Aca<strong>de</strong>micTransfer (www.aca<strong>de</strong>mictransfer.nl). Via een<br />

banner met daarin een beloning voor het doen van een donatie van € 200 aan een goed<br />

doel naar keuze, zijn respon<strong>de</strong>nten verleid om <strong>de</strong> vragenlijst in te vullen. Daarnaast is<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tekst uit <strong>de</strong> banner ook nog geplaatst als vacature <strong>op</strong> www.careeredu.com. Door<br />

<strong>de</strong> manier van het verzamelen van respon<strong>de</strong>nten, <strong>de</strong> ingezette titels en <strong>de</strong> gebruikte<br />

teksten/banners, is voornamelijk internationaal arbeidspotentieel bereikt dat interesse heeft<br />

om bij <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> te werken of daar nu al werkzaam is (zie tabel 2 <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> pagina). Naast een aantal praktische re<strong>de</strong>nen is hiervoor gekozen omdat je mag<br />

veron<strong>de</strong>rstellen dat <strong>de</strong>ze personen zich een beeld hebben gevormd van wat het werken bij<br />

een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit inhoudt.<br />

Figuur 1 Banner die geplaatst is <strong>op</strong> Aca<strong>de</strong>micTransfer<br />

Aantal respon<strong>de</strong>nten<br />

In totaal hebben 193 personen die voldoen aan <strong>de</strong> doelgroepkenmerken, <strong>de</strong> moeite<br />

genomen om <strong>de</strong> vragenlijst in te vullen. Deze concrete doelgroepkenmerken zijn:<br />

• het volgen of gevolgd hebben van een <strong>op</strong>leiding <strong>op</strong> Bachelor/Master niveau en<br />

• het (willen) werken in het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek dan wel een R&D functie.<br />

Van <strong>de</strong> 193 respon<strong>de</strong>nten zijn er 112 <strong>op</strong> dit moment woonachtig buiten Ne<strong>de</strong>rland. Deze<br />

groep wordt ook wel het externe buitenlandse arbeidspotentieel genoemd. De meeste<br />

analyses waarna verwezen wordt in <strong>de</strong> rapportage hebben betrekking <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze groep. De<br />

overige 81 respon<strong>de</strong>nten zijn al woonachtig in Ne<strong>de</strong>rland. Van dit ‘interne’ arbeidspotentieel<br />

zijn 43 personen <strong>op</strong> dit moment werkzaam bij <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong>. Het ‘interne’<br />

arbeidspotentieel wordt in <strong>de</strong> rapportage gebruikt om inzicht te krijgen in <strong>de</strong> ‘i<strong>de</strong>ntiteit’ van<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> als werkgever.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

67


Kenmerken van respon<strong>de</strong>nten<br />

In tabel 2 staan <strong>de</strong> kenmerken van het on<strong>de</strong>rvraag<strong>de</strong> ‘interne’ en ‘externe’ arbeidspotentieel<br />

weergegeven. Zoals eer<strong>de</strong>r aangegeven zijn het vooral personen niet alleen voldoen aan <strong>de</strong><br />

doelgroepkenmerken maar met interesse in het werken bij <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong><br />

(als ze daar nog niet werken).<br />

Tabel 2 Kenmerken van respon<strong>de</strong>nten<br />

Kenmerk ‘Extern’<br />

‘Intern’<br />

Geslacht Man arbeidspotentieel 60% arbeidspotentieel 51%<br />

Vrouw 40% 49%<br />

Leeftijd 21 t/m 30 jaar 45% 49%<br />

Interesse<br />

in:<br />

31 t/m 40 jaar 35% 37%<br />

41 jaar of ou<strong>de</strong>r 20% 14%<br />

<strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong><br />

75% 84%*<br />

Engelse <strong>universiteiten</strong> <strong>universiteiten</strong> 54% 59%*<br />

* Enkel gevraagd aan personen die nog niet werkzaam zijn aan een <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> universiteit<br />

Behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> t<strong>op</strong>ics in <strong>de</strong> vragenlijst<br />

In ka<strong>de</strong>r 2 staan <strong>de</strong> vragen weergegeven die gesteld zijn in <strong>de</strong> survey.<br />

Ka<strong>de</strong>r 2 Overzicht van belangrijkste gestel<strong>de</strong> vragen in <strong>de</strong> survey aan het ‘externe’<br />

arbeidspotentieel<br />

• When you think of Dutch universities as an employer, what words come to mind?<br />

• Is this a positive, negative or neutral response?<br />

• You <strong>de</strong>clared earlier to be interested in working in an R&D/Scientific profession.<br />

What reasons would play a role if you consi<strong>de</strong>r working at a Dutch university?<br />

• Can you indicate if the following aspects fit Dutch universities?<br />

• Can you indicate if the following aspects fit English universities?<br />

• What's your point of view on the quality of the terms of employment of Dutch<br />

universities?<br />

• What's your point of view on the quality of the terms of employment of English<br />

universities?<br />

• What do you think is (very) good about the quality of the terms of employment of the<br />

Dutch universities?<br />

• What do you think is (very) bad about the quality of the terms of employment of the<br />

Dutch universities?<br />

• How big is your interest in working at a Dutch university?<br />

• How big is your interest in working at an English university?<br />

Deze survey heeft een indicatief karakter door <strong>de</strong> beperkte lengte van <strong>de</strong> vragenlijst, het feit<br />

dat er geen officiële steekproef is getrokken en <strong>de</strong> manier van uitvragen. Bij een mogelijke<br />

verdiepingsslag is het belangrijk meer tijd en geld voor <strong>de</strong> survey uit te trekken.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

68


1.4 International labour survey<br />

In 2006 is er een on<strong>de</strong>rzoek gehou<strong>de</strong>n door Intelligence Group naar <strong>de</strong> <strong>internationale</strong><br />

mobiliteit (‘International labour survey’). Dit on<strong>de</strong>rzoek is een pilot geweest om te kijken of er<br />

bijvoorbeeld verschillen zijn tussen lan<strong>de</strong>n in re<strong>de</strong>nen om voor een werkgever binnen een<br />

bepaal<strong>de</strong> doelgroep te kiezen. De dataverzameling heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n in samenwerking<br />

met The Network, met on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Stepstone. Op grond van dit on<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n<br />

analyses gedaan met betrekking tot arbeidspotentieel uit Duitsland, Scandinavië, België,<br />

Italië en Frankrijk.<br />

Doelgroep<br />

In <strong>de</strong> International labour survey waren (in principe) geen beperken<strong>de</strong> criteria wat betreft<br />

<strong>op</strong>leidingsniveau en type functie, <strong>op</strong>genomen. Voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige analyses zijn bepaal<strong>de</strong><br />

doelgroepcriteria toegevoegd, omdat <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> immers niet<br />

geïnteresseerd zijn in alle personen, ongeacht bijvoorbeeld <strong>op</strong>leidingsniveau. De<br />

gehanteer<strong>de</strong> doelgroep<strong>de</strong>finitie is:<br />

• Hoogst behaal<strong>de</strong> diploma is HBO of WO<br />

• Wil werken in <strong>de</strong> functie R&D, wetenschap en wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek 15<br />

Aantal respon<strong>de</strong>nten<br />

Het aantal respon<strong>de</strong>nten per land staat in tabel 3 weergegeven. Het aantal respon<strong>de</strong>nten<br />

dat aan <strong>de</strong> doelgroep<strong>de</strong>finitie voldoet en komt uit Frankrijk is beperkt. De uitkomsten voor<br />

Frankrijk moeten dan ook als indicatief gezien wor<strong>de</strong>n.<br />

Tabel 3 Aantal respon<strong>de</strong>nten per land van herkomst<br />

Land van herkomst Aantal personen<br />

Duitsland 212 personen<br />

Scandinavië (Noorwegen, Denemarken, Zwe<strong>de</strong>n) 184 personen<br />

België 334 personen<br />

Italië 697 personen<br />

Frankrijk 48 personen<br />

Totaal: 1.475 personen<br />

15 De exacte gebruikte vraagstelling is als volgt: “Welke functie zoekt u of wenst u uit te oefenen?”<br />

© Intelligence Group 2009<br />

69


Kenmerken van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten<br />

Hierna volgt een aantal sociaal <strong>de</strong>mografische kenmerken van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten (tabel 4).<br />

De <strong>op</strong>vallendste verschillen naar land van herkomst zijn dat:<br />

• het percentage met maximaal een voltooi<strong>de</strong> <strong>op</strong>leiding <strong>op</strong> HBO-niveau sterk wisselt<br />

per land van herkomst van maximaal 87 procent in Italië tot 36 procent in België,<br />

• het percentage mannen on<strong>de</strong>r alle lan<strong>de</strong>n hoger is dan het percentage vrouwen,<br />

maar wel wisselt per land en<br />

• dat <strong>de</strong> jongeren oververtegenwoordigd zijn in België.<br />

Met <strong>de</strong>ze uitkomsten c.q. verschillen wordt rekening gehou<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> interpretatie van <strong>de</strong><br />

uitkomsten.<br />

Tabel 4 Aantal sociaal <strong>de</strong>mografische kenmerken per land van herkomst<br />

Leeftijd<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Duitsland Scandinavië België Italië Frankrijk Totaal<br />

Jonger dan 24 jaar 11% 3% 20% 5% 4% 9%<br />

Tussen 25-34 jaar 45% 36% 52% 62% 58% 54%<br />

Tussen 35-44 jaar 33% 35% 19% 26% 33% 27%<br />

Tussen 45-54 jaar 11% 18% 7% 5% 4% 8%<br />

55 jaar of ou<strong>de</strong>r 1% 8% 2% 1% 0% 2%<br />

Geslacht<br />

Man 69% 52% 58% 64% 63% 62%<br />

Vrouw 31% 48% 42% 36% 37% 38%<br />

Hoogst diploma<br />

Hogeschool 68% 49% 36% 87% 46% 66%<br />

Universiteit 20% 24% 35% 7% 50% 19%<br />

Masters 8% 23% 16% 5% 2% 10%<br />

Doctoraat 5% 3% 14% 2% 2% 5%<br />

On<strong>de</strong>rwerpskeuze<br />

Deze data wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze rapportage vooral gebruikt om een i<strong>de</strong>e te geven van het<br />

concurrentieveld waarin <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> zich bevin<strong>de</strong>n. De behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwerpen hiervoor zijn:<br />

• Aantrekkelijke branches<br />

• Aantrekkelijke functies<br />

• Meest favoriete werkgevers<br />

• Voorkeurslan<strong>de</strong>n<br />

70


Tabel 5 Aantrekkelijke branches<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Duitsland Scandinavië België Italië Frankrijk Totaal<br />

On<strong>de</strong>rzoek & ontwikkeling 62% 63% 57% 58% 58% 59%<br />

IT & Telecommunicatie 38% 34% 22% 38% 21% 33%<br />

Farmaceutische industrie 23% 22% 42% 19% 29% 26%<br />

(Petro)chemische industrie 21% 15% 37% 22% 27% 24%<br />

Overheidsdiensten 38% 34% 19% 21% 8% 24%<br />

Opleiding & training 32% 28% 25% 20% 10% 23%<br />

Energie & nutsvoorziening 26% 15% 23% 18% 21% 20%<br />

Voedingsmid<strong>de</strong>lenindustrie 17% 10% 25% 12% 29% 16%<br />

Auto-industrie 28% 6% 10% 18% 29% 16%<br />

Media & Informatie 28% 21% 9% 14% 15% 16%<br />

Branches:<br />

• De branche ‘On<strong>de</strong>rzoek en ontwikkeling’ is, inherent aan <strong>de</strong> doelgroep<strong>de</strong>finitie, <strong>de</strong><br />

meest aantrekkelijke branche. Deze branche concurreert vooral met <strong>de</strong> branche ‘IT<br />

en telecommunicatie’. Op enige afstand volgen vier branches die wor<strong>de</strong>n<br />

aangevoerd door <strong>de</strong> farmaceutische industrie. Ver<strong>de</strong>r horen <strong>de</strong> branches<br />

‘(Petro)chemische industrie’, ‘Overheidsdiensten’ en ‘Opleiding & training’ tot <strong>de</strong><br />

belangrijke brancheconcurrenten.<br />

• In Duitsland en Italië is <strong>de</strong> branche ‘IT en telecommunicatie’ relatief p<strong>op</strong>ulair. In<br />

Duitsland is voorts <strong>de</strong> auto-industrie, waar Duitsland van oudsher om bekend staat,<br />

betrekkelijk p<strong>op</strong>ulair. Ook <strong>de</strong> branches ‘Overheidsdiensten’ en ‘Media & Informatie’<br />

scoren on<strong>de</strong>r Duitsers goed.<br />

• In Scandinavië is <strong>de</strong> overheid als branche net zo p<strong>op</strong>ulair als <strong>de</strong> IT. De<br />

(petro)chemische industrie wordt daarentegen min<strong>de</strong>r aantrekkelijk gevon<strong>de</strong>n dan<br />

gemid<strong>de</strong>ld.<br />

• Belgische respon<strong>de</strong>nten vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong> farmaceutische en (petro)chemische industrie<br />

relatief aantrekkelijk. Een relatief grote groep respon<strong>de</strong>nten is al in <strong>de</strong>ze branches<br />

werkzaam. Ook <strong>de</strong> voedingsmid<strong>de</strong>lenindustrie is in België relatief p<strong>op</strong>ulair.<br />

Daarentegen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> auto-industrie en <strong>de</strong> mediasector min<strong>de</strong>r aantrekkelijk<br />

gevon<strong>de</strong>n.<br />

• De Italiaanse doelgroep kent weinig uitschieters. We zien alleen dat <strong>de</strong><br />

farmaceutische industrie door hen min<strong>de</strong>r aantrekkelijk gevon<strong>de</strong>n wordt dan<br />

gemid<strong>de</strong>ld. On<strong>de</strong>r Franse respon<strong>de</strong>nten zijn <strong>de</strong> voedingsmid<strong>de</strong>len- en autoindustrie<br />

relatief p<strong>op</strong>ulair, terwijl <strong>de</strong> overheid en het on<strong>de</strong>rwijs min<strong>de</strong>r als<br />

aantrekkelijk ervaren wor<strong>de</strong>n.<br />

71


Tabel 6 Aantrekkelijke functies<br />

R&D, wetenschap,<br />

wet. on<strong>de</strong>rzoek<br />

Engineering &<br />

techniek<br />

IT en<br />

Telecommunicatie<br />

Opleiding en<br />

training<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Duitsland Scandinavië België Italië Frankrijk Totaal<br />

100% 100% 100% 100% 100% 100%<br />

49% 44% 42% 48% 38% 46%<br />

35% 35% 19% 38% 21% 32%<br />

37% 30% 20% 17% 17% 22%<br />

Overheidsdiensten 33% 28% 19% 16% 13% 21%<br />

Media en<br />

informatie<br />

27% 33% 11% 19% 13% 20%<br />

HR 20% 21% 9% 24% 8% 19%<br />

Marketing,<br />

reclame &<br />

communicatie<br />

Gezondheidszorg<br />

& sociale diensten<br />

21% 20% 10% 19% 19% 18%<br />

23% 18% 16% 17% 15% 17%<br />

Verko<strong>op</strong> en inko<strong>op</strong> 24% 18% 10% 19% 15% 17%<br />

Functies:<br />

• Inherent aan <strong>de</strong> doelgroep<strong>de</strong>finitie wordt <strong>de</strong> functie ´R&D en wetenschap’ door alle<br />

respon<strong>de</strong>nten aantrekkelijk gevon<strong>de</strong>n. Dit functiegebied concurreert het meest met<br />

‘Engineering & techniek’, <strong>op</strong> ruime afstand gevolgd door ‘IT en Telecommunicatie’.<br />

De overige functies in <strong>de</strong> tabel vormen min<strong>de</strong>r belangrijke concurrenten. De lijst<br />

met overige functies wordt met 22% aangevoerd door <strong>de</strong> functie ‘Opleiding en<br />

training’. Gezien het feit dat <strong>universiteiten</strong> <strong>de</strong>ze functie ook bie<strong>de</strong>n, kan dit niet echt<br />

als concurrent bestempeld wor<strong>de</strong>n.<br />

• De verschillen tussen <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n zijn niet groot. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Duitse respon<strong>de</strong>nten zien<br />

we dat alle percentages hoger liggen dan het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. Dit duidt er<strong>op</strong> dat<br />

Duitsers veel functies aantrekkelijk vin<strong>de</strong>n en in overweging nemen. De functies<br />

‘Opleiding en training’ en ‘Overheidsdiensten’ springen daarbij het meest in het oog.<br />

Ook on<strong>de</strong>r Scandinaviërs zijn <strong>de</strong>ze functies relatief p<strong>op</strong>ulair. Dat geldt eveneens<br />

voor <strong>de</strong> functie ‘Media en informatie’.<br />

• De Belgische respon<strong>de</strong>nten nemen relatief weinig functies in overweging. Daarbij<br />

valt <strong>op</strong> dat <strong>de</strong> functie ‘IT en Telecommunicatie’ relatief slecht scoort. Daarnaast<br />

scoren ook <strong>de</strong> functies ‘Media en informatie’ en ‘HR’ bene<strong>de</strong>ngemid<strong>de</strong>ld. In België<br />

is <strong>de</strong>rhalve sprake van een min<strong>de</strong>r intensief concurrentieveld.<br />

• Italianen wijken weinig af van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. Wel zien we dat ‘IT en<br />

Telecommunicatie’ door hen iets aantrekkelijker gevon<strong>de</strong>n wordt dan gemid<strong>de</strong>ld,<br />

terwijl functies in <strong>de</strong> richting on<strong>de</strong>rwijs en overheid min<strong>de</strong>r p<strong>op</strong>ulair zijn. Fransen<br />

nemen relatief weinig functies in overweging. Me<strong>de</strong> hierdoor scoren <strong>de</strong> functies<br />

‘Engineering & techniek’ en ‘IT en Telecommunicatie’ relatief laag. Ook hier is <strong>de</strong><br />

concurrentie ogenschijnlijk min<strong>de</strong>r intensief dan in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n, zoals Duitsland.<br />

72


Tabel 9 Voorkeurslan<strong>de</strong>n<br />

© Intelligence Group 2009<br />

Duitsland Scandinavië België Italië Frankrijk Totaal<br />

Engeland 31% 27% 17% 28% 19% 25%<br />

Verenig<strong>de</strong> Staten 28% 28% 19% 27% 17% 25%<br />

Frankrijk 18% 9% 34% 25% - 24%<br />

Canada 37% 19% 24% 20% 31% 23%<br />

Italië 17% 11% 15% - 10% 22%<br />

Spanje 19% 11% 13% 31% 19% 22%<br />

Zwitserland 37% 10% 12% 23% 23% 21%<br />

Australië & Nieuw-<br />

Zeeland<br />

33% 23% 16% 19% 23% 21%<br />

Oostenrijk 41% 11% 4% 13% 6% 15%<br />

Ne<strong>de</strong>rland 22% 10% 15% 13% 8% 15%<br />

Ierland 20% 12% 8% 17% 10% 14%<br />

Zwe<strong>de</strong>n 22% 21% 8% 11% 10% 13%<br />

Duitsland - 13% 10% 18% 19% 13%<br />

Denemarken 19% 16% 6% 11% 6% 12%<br />

Luxemburg 14% 5% 20% 8% 10% 11%<br />

Noorwegen 21% 19% 5% 10% 4% 11%<br />

Zuid-Afrika 13% 12% 9% 8% 10% 9%<br />

België 14% 8% - 11% 17% 9%<br />

Finland 16% 5% 4% 9% 4% 8%<br />

Portugal 7% 4% 6% 10% 6% 8%<br />

Voorkeurslan<strong>de</strong>n:<br />

• In zijn algemeenheid gel<strong>de</strong>n Engeland, <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten en Frankrijk als meest<br />

p<strong>op</strong>ulaire lan<strong>de</strong>n om te gaan werken. Ne<strong>de</strong>rland staat <strong>op</strong> <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> plaats. Uit <strong>de</strong><br />

rangschikking blijkt dat respon<strong>de</strong>nten, naast een aantal p<strong>op</strong>ulaire lan<strong>de</strong>n, relatief<br />

vaak <strong>de</strong> voorkeur geven aan lan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> buurt van hun huidige land.<br />

• Zo zien we dat Duitsers relatief graag zou<strong>de</strong>n werken in Oostenrijk of Zwitserland.<br />

In dat ka<strong>de</strong>r valt <strong>op</strong> dat Frankrijk niet zo p<strong>op</strong>ulair is. Ver<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> score van Canada<br />

<strong>op</strong>vallend te noemen. Voor <strong>de</strong> Duitse respon<strong>de</strong>nten geldt dat zij relatief veel lan<strong>de</strong>n<br />

in overweging nemen.<br />

• On<strong>de</strong>r Scandinaviërs zijn <strong>de</strong> buurlan<strong>de</strong>n Zwe<strong>de</strong>n, Denemarken en Noorwegen<br />

relatief p<strong>op</strong>ulair. Finland vormt daar<strong>op</strong> een uitzon<strong>de</strong>ring. Naast <strong>de</strong> drie genoem<strong>de</strong><br />

Scandinavische lan<strong>de</strong>n, scoren vrijwel alle lan<strong>de</strong>n uit Mid<strong>de</strong>n- en Zuid-Eur<strong>op</strong>a laag.<br />

Met name Frankrijk, Italië en Spanje zijn weinig p<strong>op</strong>ulair als bestemming. De<br />

voorkeur gaat uit naar <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten, Engeland en Australië.<br />

• Belgen werken het liefst in Frankrijk, Canada of Luxemburg. We zien dat niet alleen<br />

buurlan<strong>de</strong>n p<strong>op</strong>ulair zijn, maar tevens dat lan<strong>de</strong>n waar <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rtaal gesproken<br />

wordt een streepje voor hebben. Ne<strong>de</strong>rland is on<strong>de</strong>r Belgische respon<strong>de</strong>nten niet<br />

p<strong>op</strong>ulair<strong>de</strong>r dan gemid<strong>de</strong>ld in percentage, maar staat met een zeven<strong>de</strong> plaats wel<br />

73


hoger gerangschikt dan gemid<strong>de</strong>ld. Lan<strong>de</strong>n als Spanje, Zwitserland en Oostenrijk<br />

zijn in België niet p<strong>op</strong>ulair als land om in te gaan werken.<br />

• Italianen geven relatief vaak <strong>de</strong> voorkeur aan Spanje. Daarnaast is Duitsland on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> Italianen relatief p<strong>op</strong>ulair. Fransen gaan het liefst werken in Canada.<br />

Daarentegen zijn Engeland en <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten min<strong>de</strong>r p<strong>op</strong>ulair. Dat geldt<br />

eveneens voor buurland Italië en Oostenrijk. Ne<strong>de</strong>rland is on<strong>de</strong>r Franse<br />

respon<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> minst p<strong>op</strong>ulaire bestemming van alle lan<strong>de</strong>n.<br />

Tabel 10 Meest favoriete werkgever per land<br />

Duitsland Scandinavië België Italië<br />

1 Siemens Novo Nordisk Glaxo SmithKline ENI<br />

2 Bosch Statoil Janssen Pharma Telecom Italia<br />

3 BMW Hydro Electrabel IBM<br />

4 Daimler Chrysler Shell Pfizer Microsoft<br />

5 Porsche ÅF UCB Alenia<br />

6 Audi NNE Solvay Ferrari<br />

7 IBM Statkraft ULB Enel<br />

8 Airbus Aker Eur<strong>op</strong>ese Unie Fiat<br />

9 EADS Astra Zeneca Procter & Gamble General Electric<br />

10 Roche BP Baxter Barilla<br />

Meest favoriete werkgever:<br />

• De respon<strong>de</strong>nten kregen <strong>de</strong> gelegenheid om (<strong>op</strong>en) aan te geven waar zij het liefst<br />

zou<strong>de</strong>n willen werken. Dit is <strong>op</strong>en gevraagd, dus zon<strong>de</strong>r voorgestructureer<strong>de</strong><br />

antwoordmogelijkhe<strong>de</strong>n. 16 Dit maakt dat het aantal antwoor<strong>de</strong>n waar <strong>de</strong> lijstjes van<br />

meest favoriete werkgever <strong>op</strong> gebaseerd zijn, relatief laag. De uitkomsten moeten<br />

daarom als ‘indicatief’ wor<strong>de</strong>n beschouwd.<br />

• In Duitsland zijn technische bedrijven als Siemens, Bosch en Airbus favoriet.<br />

Daarnaast zijn aut<strong>op</strong>roducenten p<strong>op</strong>ulair, hetgeen we ook zagen bij <strong>de</strong> meest<br />

aantrekkelijke branches. In <strong>de</strong> lijst staan veel van origine Duitse bedrijven met een<br />

internationaal karakter.<br />

• Ook <strong>de</strong> Scandinavische respon<strong>de</strong>nten kiezen ogenschijnlijk primair voor een<br />

<strong>internationale</strong> carrière bij een bedrijf van Scandinavische origine. De lijst wordt<br />

aangevoerd door “healthcare company” Novo Nordisk. StatoilHydro (inmid<strong>de</strong>ls<br />

samengevoegd) en Statkraft zijn energiebedrijven, ÅF is een technische<br />

dienstverlener. De lijst wordt volgemaakt met twee farmaceuten (Astra Zeneca en<br />

NNE) en drie bedrijven die actief zijn in <strong>de</strong> (petro)chemische industrie.<br />

• In <strong>de</strong> Belgische lijst doen farmaceuten het goed, hetgeen overeenkomt met <strong>de</strong><br />

p<strong>op</strong>ulariteit van <strong>de</strong> sector als geheel. Glaxo SmithKline, Janssen Pharma, Pfizer,<br />

Solvay, UCB en Baxter bevin<strong>de</strong>n zich allen binnen <strong>de</strong>ze sector, waarin vooral <strong>de</strong><br />

richting ‘healthcare’ overheerst. Procter & Gamble on<strong>de</strong>rstreept <strong>de</strong> p<strong>op</strong>ulariteit van<br />

<strong>de</strong> voedingsmid<strong>de</strong>lenindustrie. Positief is dat Belgische respon<strong>de</strong>nten ULB<br />

(Université Libre <strong>de</strong> Bruxelles) noemen. Dit is <strong>de</strong> enige universiteit die voorkomt in<br />

16 Vraagstelling: “Voor welke bedrijven/organisaties, behalve uw huidige werkgever, zou u graag willen werken?”<br />

(<strong>op</strong>en antwoor<strong>de</strong>n). Deze vraag wordt, vanwege <strong>de</strong> kleine steekproef, niet gerapporteerd voor Frankrijk.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

74


<strong>de</strong> lijst. Buiten <strong>de</strong> t<strong>op</strong> tien zijn ook nog <strong>de</strong> <strong>universiteiten</strong> van Leuven (KUL) en Luik<br />

(ULG) genoemd.<br />

• Italianen noemen veelal Italiaanse bedrijven in <strong>de</strong> t<strong>op</strong> tien. De lijst omvat<br />

energiebedrijven (ENI, Enel), een telecombedrijf (Telecom Italia), IT-bedrijven (IBM,<br />

Microsoft) en twee aut<strong>op</strong>roducenten (Ferrari, Fiat). Daartussen bevindt zich Alenia<br />

(vliegtuigproducent), Barilla (voedingsproducent) en General Electric.<br />

1.5 Data WP <strong>universiteiten</strong><br />

Om een i<strong>de</strong>e te krijgen van <strong>de</strong> mate waarin het WP van <strong>de</strong> <strong>Ne<strong>de</strong>rlandse</strong> <strong>universiteiten</strong> van<br />

buiten Ne<strong>de</strong>rland afkomstig is, is gevraagd naar cijfers van het WP (exclusief stu<strong>de</strong>nt<br />

assistenten, uit On<strong>de</strong>rzoek en On<strong>de</strong>rwijs). Elf <strong>universiteiten</strong> hebben gegevens aangeleverd<br />

over het percentage van het WP met een buitenlandse nationaliteit. Negen daarvan hebben<br />

ook specifieke gegevens aangeleverd naar land van herkomst. Deze negen <strong>universiteiten</strong><br />

zijn: TU/e, UT, WU, UvT, RU, TUD, EUR, RUG, UM. Daarnaast hebben <strong>de</strong> OUNL en VU<br />

gegevens over het percentage ‘<strong>internationale</strong>’ me<strong>de</strong>werkers, dus zon<strong>de</strong>r land van herkomst,<br />

aangeleverd.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

75


1.6 Bijeenkomst directeuren P&O<br />

Op 19 juni 2009 zijn <strong>de</strong> voorl<strong>op</strong>ige resultaten van het on<strong>de</strong>rzoek gepresenteerd aan <strong>de</strong><br />

directeuren P&O van <strong>de</strong> veertien <strong>universiteiten</strong>. Deze worksh<strong>op</strong> was on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een<br />

tweejaarlijkse bijeenkomst. De gegeven presentatie is na aflo<strong>op</strong> ook verspreid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

aanwezigen. Eén van <strong>de</strong> aandachtspunten die aan bod kwam is het bepalen van <strong>de</strong> USP’s.<br />

Daarbij had een gele memo prioriteit 1 en een roze memo prioriteit 2. Hieron<strong>de</strong>r wordt<br />

aangegeven <strong>de</strong> score per USP.<br />

1. Goe<strong>de</strong> kwaliteit van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek<br />

8 x prioriteit 1, 2x prioriteit 2<br />

2. Goe<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksfaciliteiten<br />

1 x prioriteit 2<br />

3. Goe<strong>de</strong> <strong>op</strong>leidingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

2 x prioriteit 1, 2x prioriteit 2<br />

4. Goe<strong>de</strong> work/life balance<br />

1 x prioriteit 2<br />

5. Samenwerking tussen wetenschappers<br />

3x prioriteit 1, 1x prioriteit 2<br />

6. Internationale werkomgeving<br />

2x prioriteit 1, 6x prioriteit 2<br />

7. Betrouwbare werkgever<br />

3x prioriteit 2<br />

8. De ‘<strong>op</strong>en min<strong>de</strong>d’ cultuur in Ne<strong>de</strong>rland<br />

2x prioriteit 1, 1x prioriteit 2<br />

9. Relatief veel geld vanuit <strong>de</strong> overheid<br />

Geen<br />

De meest gekozen USP’s zijn ‘Goe<strong>de</strong> kwaliteit van het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek’ en<br />

‘Internationale werkomgeving’. In <strong>de</strong> discussie naar aanleiding van <strong>de</strong> keuze van USP’s<br />

kwam ver<strong>de</strong>r naar voren dat ‘Mo<strong>de</strong>rn werkgeverschap’, inclusief <strong>de</strong> goe<strong>de</strong><br />

ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n (<strong>de</strong>r<strong>de</strong> mogelijkheid 17 ), ook een interessante USP kan zijn voor<br />

<strong>de</strong> gemeenschappelijke <strong>universiteiten</strong>.<br />

17 Er werd aangegeven dat ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n beter past dan <strong>op</strong>leidingsmogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

© Intelligence Group 2009<br />

76

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!