08.09.2013 Views

Inhoud H2O nummer 6, maart 2009 - H2O - Tijdschrift voor ...

Inhoud H2O nummer 6, maart 2009 - H2O - Tijdschrift voor ...

Inhoud H2O nummer 6, maart 2009 - H2O - Tijdschrift voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

42ste jaargang / 20 <strong>maart</strong> <strong>2009</strong><br />

nº 6 / <strong>2009</strong><br />

TIJDSCHRIFT VOOR WATERVOORZIENING EN WATERBEHEER<br />

NEDERLAND VOOR KLIMAATADAPTATIE OP WWF<br />

INTERVIEW MET MARTEN BIERMAN<br />

‘BAGGER IN ZANDWINPUTTEN ONVERANTWOORD’<br />

FORSE INVESTERINGEN WATERVOORZIENING AUSTRALIË


3 april <strong>2009</strong>:<br />

Thema<strong>nummer</strong> Drinkwater<br />

Drinkwater is van levensbelang en er zijn altijd nieuwe<br />

ontwikkelingen in de branche. Op 3 april aanstaande verschijnt<br />

daarom het thema<strong>nummer</strong> Drinkwater van H 2O, vaktijdschrift <strong>voor</strong><br />

water<strong>voor</strong>ziening en waterbeheer.<br />

In dit <strong>nummer</strong> onder andere:<br />

de stand van zaken en nieuwe ontwikkelingen<br />

laatste onderzoeken op het gebied van drinkwater<br />

interview met de directeur van Evides, Peter Vermaat<br />

TIJDSCHRIFT VOOR WATERVOORZIENING EN WATERBEHEER<br />

Bereik de kopstukken van de Nederlandse Watersector<br />

Bereik de beslissers in de waterbranche<br />

optimaal en plaats u advertentie in dit<br />

thema<strong>nummer</strong> Drinkwater.<br />

Reserveer nu advertentieruimte.<br />

Neem <strong>voor</strong> meer informatie contact op met:<br />

Roelien Voshol, 010 – 42 74 154<br />

Brigitte Laban, 010 – 42 74 152<br />

adv.h2o@nijgh.nl


Geen woorden, maar water<br />

Als u dit leest, is het Wereld Water Forum in Istanbul bijna <strong>voor</strong>bij.<br />

Even afgezien van de ironie dat de deelnemers aan een forum<br />

dat mede over het klimaat gaat, vanuit de hele wereld per vliegtuig<br />

worden aangevoerd, worstel ik met een andere vraag. Heeft zo’n groot<br />

forum zin?<br />

In eerste instantie ben ik geneigd ‘nee’ te zeggen. Het lijkt veel<br />

op een luxe snoepreis om vanuit een ivoren toren anderen te<br />

vertellen hoe ze hun waterproblemen moeten oplossen. Maar dat is<br />

mischien te kort door de bocht. De waterproblemen zijn zo groot, zo<br />

grensoverschrijdend, dat indivuele landen daar weinig aan kunnen<br />

doen. Dat geldt ook <strong>voor</strong> klimaatregelen. Als ik een led-lamp gebruik<br />

H 2O tijdschrift <strong>voor</strong> water<strong>voor</strong>ziening en<br />

waterbeheer verschijnt ééns per 14 dagen<br />

Offi cieel orgaan van<br />

Stichting tot uitgave van het tijdschrift<br />

H 2O en haar participanten:<br />

- Vereniging van Waterbedrijven in Nederland<br />

- Koninklijke Vereniging <strong>voor</strong><br />

Waterleidingbelangen in Nederland<br />

- Nederlandse Vereniging <strong>voor</strong> Waterbeheer<br />

- Kiwa Water Holding BV<br />

Uitgever<br />

Rinus Vissers<br />

Redactie<br />

Peter Bielars (hoofdredacteur)<br />

Michiel van Zaane<br />

Jacques Geluk<br />

Redactiesecretariaat<br />

Dora Pompe<br />

Redactieadres en uitgeverij<br />

Postbus 122, 3100 AC Schiedam<br />

telefoon (010) 427 41 65<br />

fax (010) 473 26 40<br />

e-mail h2o@nijgh.nl<br />

Bezoekadres: ’s-Gravelandseweg 565<br />

3119 XT Schiedam<br />

Redactiecommissie<br />

Harry Tolkamp (<strong>voor</strong>zitter/NVA)<br />

André Struker (KVWN)<br />

Frits Vos (VEWIN)<br />

Gerda Sulmann (Kiwa Water Research)<br />

Advertentieverkoop<br />

Roelien Voshol (010) 427 41 54<br />

Brigitte Laban (010) 427 41 52<br />

Mediaorder<br />

Carola Sjoukes (010) 427 41 41<br />

Sonja Voois (010) 427 41 40<br />

fax (010) 473 20 00<br />

Abonnementenservice<br />

Pauline Roos (010) 427 41 08<br />

Tini van Schijndel (010) 427 41 08<br />

e-mail abo@nijgh.nl<br />

fax (010) 426 27 95<br />

Abonnementsprijs<br />

€ 103,- per jaar excl. 6% BTW<br />

€ 136,- per jaar <strong>voor</strong> buitenland<br />

€ 8,50 losse exemplaren excl. 6% BTW<br />

Abonnementen gelden <strong>voor</strong> één jaar en worden<br />

– zonder tegenbericht – automatisch verlengd.<br />

Opzeggingen dienen schriftelijk uiterlijk 6 weken<br />

<strong>voor</strong> het afl open van de abonnementsperiode te<br />

geschieden aan bovenstaand postadres.<br />

Druk en lay-out<br />

Den Haag media groep b.v., Rijswijk<br />

Copyright<br />

Nijgh Periodieken B.V., <strong>2009</strong><br />

Het auteursrecht op de inhoud van dit tijdschrift wordt<br />

uitdrukkelijk <strong>voor</strong>behouden. Overname van artikelen<br />

alleen na schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />

www.vakbladh2o.nl<br />

inhoud nº 6 / <strong>2009</strong><br />

4 / Klimaatadaptatie centraal bij Nederlandse<br />

inzet op Wereld Water Forum<br />

8 / Noodhulporganisaties kunnen kiezen uit<br />

steeds meer waterzuiveraars<br />

Peter Conradi<br />

11 / Zeewater ontzouten: smaken verschillen<br />

12 / Scheidingstoiletten vergroten de oogst<br />

in Mali<br />

Johannes Odé en Mariken Stolk<br />

14 / Martin Bierman: “Verhoging peil<br />

IJsselmeer met 1,5 meter ondenkbaar”<br />

Maarten Gast<br />

16 / Waterkwaliteitsopgave van een<br />

nieuwbouwwijk<br />

Aniel Valla, Sander Tax en Gerard van Broekhoven<br />

18 / De watergevoelige stad<br />

Govert Geldof en Rebekah Brown<br />

20 / De water<strong>voor</strong>ziening in Australië<br />

Emma Rose en Arco van der Toorn<br />

23 / Bagger in zandwinputten onverantwoord<br />

Herman Wanningen<br />

25 / Verenigingsnieuws<br />

27 / Gebruik begroeide oeverzones <strong>voor</strong><br />

verbetering waterkwaliteit<br />

Susan Sollie en Pim de Kwaadsteniet<br />

30 / Gebiedsgericht grondwaterbeheer <strong>voor</strong><br />

de haven van Rotterdam<br />

Johan Valstar, Eric van Nieuwkerk,<br />

Annemarie Marsman en Willem van Hattem<br />

33 / De trits van hoogwatergolven Aa,<br />

Dommel en Maas bij ‘s-Hertogenbosch<br />

Ruben IJpelaar, Susanne de Groot en<br />

Mark van der Wouw<br />

36 / Agenda<br />

38 / Handel & Industrie<br />

maar mijn buurman halogeen bouwlampen heeft mijn besparing<br />

weinig zin. Daar moet je afspraken over maken.<br />

En je daaraan houden. Dat is eigenlijk wat mij het meest tegenstaat<br />

aan dergelijke grote bijeenkomsten. Er wordt zoveel overlegd en<br />

gepolderd dat de uiteindelijke overeenkomsten vaak een heleboel<br />

woorden, maar weinig inhoud bevatten. Draai dat eens om: weinig<br />

woorden, veel inhoud en <strong>voor</strong>al: doen! Dan wordt het WWF een<br />

zinvolle bijeenkomst, die daadwerkelijk <strong>voor</strong> verandering kan<br />

zorgen.<br />

Michiel van Zaane<br />

14<br />

20<br />

23<br />

Bij de omslagfoto:<br />

Voor noodhulp zijn steeds meer eenvoudige<br />

waterzuiveraars beschikbaar. Eén van die<br />

zuiveraars is de Life Straw. De ervaringen met<br />

vijf van die zuiveraars staan beschreven op<br />

pagina 8 en verder.


Klimaatadaptatie centraal bij<br />

Nederlandse inzet op Wereld<br />

Water Forum<br />

‘Adapt Now!’ luidt het thema dat centraal staat bij de Nederlandse inzet tijdens<br />

het vijfde Wereld Water Forum, dat van 16 tot en met 22 <strong>maart</strong> plaatsvindt in<br />

Istanbul. Met deze slogan vestigt Nederland de aandacht op de urgentie van<br />

klimaatadaptatie in de breedste zin van het woord. Niet alleen met betrekking<br />

tot technologie en bouwwerken, maar ook met betrekking tot hoe we leven,<br />

wonen en denken. Nederlandse politici, wetenschappers, specialisten en<br />

bestuurders laten op het forum nieuwe technologie zien, solidariteit binnen<br />

delta’s, nieuwe manieren van besturen en samenwerking, rampenbestrijding, het<br />

beschermen van natuurlijke bronnen en de watervoetafdruk-theorie.<br />

Het Wereld Water Forum wordt<br />

iedere drie jaar gehouden en is<br />

de grootste waterconferentie ter<br />

wereld. Nederlandse waterexpertise wordt<br />

wereldwijd hoog aangeslagen. Daarom<br />

krijgt Nederland een prominente rol op<br />

het forum. In Nederland werkende organisaties<br />

coördineren een aantal thema’s: het<br />

Cooperative Programme on Water and Climate<br />

(CPWC) behandelt het onderwerp ‘adapting<br />

to climate change’, Wageningen Universiteit<br />

speelt een centrale rol in het thema ‘Managing<br />

and protecting Water Resources’ en het in<br />

Delft zetelende Unesco-IHE levert belangrijke<br />

expertise <strong>voor</strong> het thema ‘Knowledge and<br />

Capacity Building.’<br />

‘Out-of-the-box’ denken<br />

Henk van Schaik was vanuit Nederland nauw<br />

betrokken bij de onderhandelingen die<br />

<strong>voor</strong>af gingen aan de ministeriële verklaring<br />

die dit weekeinde in Istanbul als slotstuk van<br />

het forum zal moeten worden ondertekend.<br />

Een verklaring die weliswaar niet bindend is,<br />

maar meer dan <strong>voor</strong>afgaande edities van het<br />

Wereld Water Forum het signaal zal afgeven<br />

naar de wereldleiders dat de problemen met<br />

de toegang tot en de verdeling van schoon<br />

water en de beschikbaarheid van sanitaire<br />

<strong>voor</strong>zieningen inmiddels ook in de context<br />

moet worden gezien van de opwarming van<br />

de aarde, migratie en rampen. Dat daarover<br />

deze week 15.000 tot 20.000 mensen discussiëren,<br />

heeft volgens Van Schaik, die hier op<br />

persoonlijke titel spreekt, grote relevantie.<br />

“Het ‘out-of-the-box’ denken is <strong>voor</strong> mij het<br />

belangrijkste punt van dit forum. Het forum<br />

is niet langer een bijeenkomst <strong>voor</strong> alleen de<br />

watersector.”<br />

Het echte probleem deze week is volgens<br />

hem dat de nationale vertegenwoordigingen<br />

vastzitten aan bindende afspraken<br />

in hun eigen land. De ontwikkelingen in<br />

de watersector lopen <strong>voor</strong>uit op die in<br />

andere sectoren, aldus Van Schaik. “Ze<br />

worden gegijzeld door bindende internationale<br />

politieke processen.” Dat probleem<br />

vindt hij het tweede belangrijke punt dat<br />

in Istanbul besproken moet worden. “Hoe<br />

kunnen we vanuit wat in Istanbul gebeurt<br />

naar bindende afspraken elders, die politiek<br />

ondersteund worden? De deelnemers zullen<br />

4 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

een mechanisme moeten vinden om die<br />

belemmering ongedaan te kunnen maken.”<br />

Van Schaik is zelf redelijk optimistisch<br />

over wat tijdens het vijfde Wereld Water<br />

Forum bereikt kan worden. Hij wijst op de<br />

aanwezigheid van een aantal staatshoofden<br />

in Istanbul, de “zeer positieve” rol van de<br />

Verenigde Staten tijdens de <strong>voor</strong>bereiding<br />

(“de VS zijn omgeslagen als een blad aan<br />

de boom”) én het United Nations World<br />

Water Development Report 3 dat afgelopen<br />

maandag tijdens de eerste dag van het<br />

forum werd gepresenteerd.<br />

In het rapport wordt de conclusie getrokken<br />

dat de vraag naar water nog nooit zo groot<br />

geweest is als op dit moment. maar die<br />

vraag zal nog verder toenemen omdat de<br />

wereldbevolking ook nog steeds groeit. Maar<br />

ook andere ontwikkelingen spelen hierbij<br />

een rol. In het rapport met de titel ‘Water<br />

in a changing world’ worden drie zaken<br />

genoemd: de hogere levensstandaard, de<br />

veranderingen in de voedselconsumptie<br />

en de toenemende vraag naar energie, met<br />

name biobrandstoff en.<br />

Sommige landen raken inmiddels door<br />

hun natuurlijke water<strong>voor</strong>raden heen. De<br />

verandering van het klimaat zal deze situatie<br />

alleen maar verergeren, zo staat in de<br />

rapportage te lezen. Water wordt ook steeds<br />

meer een politiek onderwerp, vanwege de<br />

strijd om water tussen landen en regio’s<br />

met weinig bruikbaar water. Verbeteringen<br />

in het waterbeheer en bescherming van de<br />

drinkwaterbronnen kunnen pas gerealiseerd<br />

worden, als ook de landbouw (irrigatie),<br />

de fi nanciële wereld en de energiesector<br />

(koelwater) erbij betrokken worden. Met<br />

deze sectoren moet de waterwereld meer in<br />

contact treden, zo bepleit het VN-rapport.<br />

Volgens de VN-rapportage gaat het<br />

desondanks lukken om in 2015 zo’n 90<br />

procent van de wereldbevolking toegang<br />

te verschaff en tot schoon drinkwater. De<br />

vorderingen op het gebied van sanitaire<br />

<strong>voor</strong>zieningen verlopen stroever. Zo’n<br />

tweederde van de wereldbevolking zal zelfs<br />

in 2030 nog niet beschikken over een toilet<strong>voor</strong>ziening<br />

en riolering.<br />

De VN noemen in het rapport drie landen<br />

waar het waterbeheer geïntegreerd is<br />

of wordt in algemene plannen: Zambia,<br />

Turkije en Australië. In Zambia wordt het<br />

waterbeheer geïntegreerd in alle sectoren, in<br />

de economisch zeer zwakke regio Anatolië<br />

in Turkije is een project begonnen dat naast<br />

duurzame irrigatie ook sociaal-economische<br />

aspecten omvat, en in Australië is een einde<br />

gemaakt aan het onbelemmerd besproeien<br />

van tuinen, het wassen van auto’s en het<br />

vullen van particuliere zwembaden.<br />

Onderschat<br />

Volgens Henk van Schaik wordt het Wereld<br />

Water Forum in Europa sterk onderschat.<br />

Hij verwijst onder andere naar de notitie<br />

van vier pagina’s (de Istanbul Water Guide)<br />

die komend weekeinde aan de ministeriële<br />

verklaring wordt toegevoegd en handelt over<br />

de gevolgen van de klimaatverandering op<br />

het waterbeheer en de maatregelen die dit<br />

vergt, niet alleen <strong>voor</strong> de waterbeheerders.<br />

Geen overeenstemming<br />

Waar zeer waarschijnlijk in Istanbul geen<br />

overeenstemming over bereikt zal worden,<br />

is het pleidooi om het recht op water als een<br />

mensenrecht te beschouwen. “Dat blijft een<br />

heikel punt.” Ook het belang van grensoverschrijdend<br />

waterbeheer zal tijdens dit vijfde<br />

Wereld Water Forum niet door alle landen<br />

onderkend worden, “niet in de laatste plaats<br />

door gastland Turkije zelf”, aldus Van Schaik.<br />

Nederlandse bijdragen<br />

De Verenigde Naties hebben kleine eilandstaten<br />

als kwetsbare categorie benoemd.<br />

Ook berggebieden vereisen als kwetsbare<br />

streken bijzondere aandacht. In het licht<br />

van klimaatverandering en met het oog op<br />

de economische relevantie en bevolkingsdichtheid<br />

meende Aquaterra afgelopen<br />

februari in Amsterdam dat delta’s net zo<br />

kwetsbaar zijn en eveneens als zogeheten<br />

hotspots erkend moeten worden. Dat staat<br />

in de verklaring die deelnemers aan deze<br />

deltaconferentie opstelden.<br />

Hoe zorg je dat er goede verbindingen<br />

zijn tussen alle instanties die je nodig hebt<br />

om natuurrampen te <strong>voor</strong>komen en te<br />

bestrijden? Royal Haskoning verzorgt er op


het Wereld Water Forum een sessie over.<br />

Een ‘trialogue’ is volgens het ingenieurs- en<br />

adviesbureau de verbinding tussen overheid,<br />

wetenschap en de ‘civic society’.<br />

Nederland is uniek vanwege de belangrijke<br />

rol die lokale overheden in watermanagement<br />

spelen. Provincies, waterschappen<br />

en gemeenten laten in Istanbul <strong>voor</strong>beeldprojecten<br />

zien. Het combineren van wonen,<br />

werken en mobiliteit met adaptatie en milieu<br />

in de IJsseldelta bij<strong>voor</strong>beeld. De Provincie<br />

Zuid-Holland toont op het forum de<br />

‘Zandmotor’ als <strong>voor</strong>beeld van ‘bouwen met<br />

de natuur’: klimaatadaptatie door samenwerking<br />

met de natuur.<br />

De documentaire ‘Connecting Delta Cities’,<br />

geproduceerd door Rode Vis producties in<br />

opdracht van het CPWC, gaat in première op<br />

het forum. Rotterdam presenteert op het<br />

Wereld Water Forum onder dezelfde naam<br />

een netwerk van deltasteden in de wereld<br />

die samen zullen optrekken om kennis te<br />

delen op het gebied van klimaatadaptatie.<br />

Wat gaat er gebeuren met de Afsluitdijk?<br />

Welke rol speelde Nederland in New Orleans?<br />

Wonen we straks in drijvende woningen<br />

met groene daken? De laatste visie, technologieën<br />

en ontwikkelingen op het gebied<br />

van klimaatadaptatie zijn opgenomen in<br />

een speciale editie van ‘Change Magazine’ ,<br />

dat op het forum gepresenteerd wordt door<br />

de gelegenheidsalliantie ‘Dutch Partners for<br />

Water’ (de provincies Zuid- en Noord-Holland,<br />

Noord-Brabant, de Unie van Waterschappen,<br />

het programma Leven met Water en CPWC).<br />

Hoe bescherm je ecosystemen en natuurlijke<br />

bronnen? Wageningen Universiteit and<br />

Research Centre coördineert een aantal<br />

sessies rond dit onderwerp. De belangrijkste<br />

boodschap is dat het beschermen<br />

van ecosystemen niet alleen <strong>voor</strong> het<br />

milieu belangrijk is, maar ook <strong>voor</strong> de<br />

Henk van Schaik (foto: Michelle Muus).<br />

economie en het menselijk welzijn. Als we<br />

onzorgvuldig omgaan met water, gaan<br />

vitale zaken zoals landbouw, drinkwater en<br />

visserij achteruit. Een keuze <strong>voor</strong> landbouw<br />

ten koste van ecosystemen is op de lange<br />

termijn desastreus <strong>voor</strong> diezelfde landbouw.<br />

Het beschermen van ecosystemen moet<br />

integraal deel uitmaken van ons watermanagement.<br />

Eén van de uitgenodigde sprekers<br />

is de gouverneur van de Mexicaanse staat<br />

Morelos, Marco Antonio Adama Castillo. Hij<br />

draagt bij aan een belangrijke discussie die al<br />

enige tijd woedt in waterland: kun je boeren<br />

betalen <strong>voor</strong> taken op het gebied van watermanagement?<br />

Waterschap Roer en Overmaas en de Unie<br />

van Waterschappen presenteren op het<br />

forum een samenwerkingsverband met<br />

de Roemeense regionale waterautoriteit<br />

Somes-Tisa Water Division. Het project heeft<br />

tot doel een ‘basic design’ <strong>voor</strong> gedecentraliseerd<br />

watermanagement in Roemenië,<br />

gebaseerd op Nederlandse kennis te creëren.<br />

Daarnaast houden de waterschappen samen<br />

met het ministerie van Verkeer en Waterstaat<br />

een presentatie over de adviezen van de<br />

Deltacommissie onder de titel ‘Waiting for<br />

things to happen or trying to be prepared’.<br />

De Unie van Waterschappen laat bovendien<br />

zien hoe de waterschappen bijdragen aan<br />

het bereiken van de millenniumdoelen.<br />

Daarnaast komt een samenwerkingsverband<br />

met een aantal regionale waterinstanties in<br />

Zuid-Afrika aan bod.<br />

Gebrek aan water treft vrouwen en kinderen<br />

vaak het hardst. Voor het eerst spelen<br />

vrouwen een zeer prominente rol op het<br />

forum. Als ‘major group’ organiseren zij een<br />

groot aantal bijeenkomsten. Het Women<br />

for Water Partnership in Den Haag speelt<br />

daarbij een centrale rol. Doel is te zorgen dat<br />

vrouwen een gelijkwaardige stem hebben als<br />

het gaat om water en watermanagement.<br />

actualiteit<br />

Het Netherlands Water Partnership en AKVO<br />

verzorgen een sessie samen met Google,<br />

Twitter, IBM en de computerspellen industrie.<br />

Omdat water hoog op de agenda staat, zijn<br />

steeds meer partijen buiten de watersector<br />

geïnteresseerd in die sector. Dat leidt tot<br />

onverwachte, nieuwe verbanden. IBM<br />

bij<strong>voor</strong>beeld streek in Nederland neer met<br />

een ‘centre of excellence’ op het gebied<br />

van water. Om goede <strong>voor</strong>spellingen te<br />

kunnen doen, moet je goede gegevens<br />

hebben en deze kunnen analyseren. Dat<br />

is het doel van het project ‘Flood Control<br />

2015’, waar IBM inmiddels bij betrokken is.<br />

Google biedt nieuwe manieren om kennis<br />

uit te wisselen en projecten toegankelijk<br />

te maken, oefeningen en educatie worden<br />

interessant door de computerspellenindustrie.<br />

Afrikaanse reporters fi lmen projecten<br />

en maken daarmee resultaten inzichtelijk.<br />

Met Twitter wil men bezoekers en buitenstaanders<br />

betrekken bij de sessie, die ver over<br />

de grenzen van water gaat met de toepasselijke<br />

titel ‘Thinking outside the water box’.<br />

De gelegenheidsalliantie Dutch Partners for<br />

Water (zie hierboven) presenteert Nederland<br />

in een aparte bijeenkomst. Het accent daarbij<br />

ligt op het tonen van de Nederlandse zin<br />

om internationaal samen te werken op het<br />

gebied van klimaat en waterbeheer. In korte<br />

sessies wisselt men van gedachten met internationale<br />

collega’s.<br />

Hoeveel water kost een kopje koffi e of een<br />

bordje rijst? De Universiteit Twente heeft het<br />

in kaart gebracht. Professor Arjen Hoekstra<br />

geeft in de sessie ‘Taming Bigfoot’, gecoördineerd<br />

door het European Water Partnership,<br />

tekst en uitleg over zijn theorie.<br />

Het European Water Partnership heeft zijn<br />

wortels in Nederland, maar is inmiddels<br />

een onafhankelijke Europese organisatie.<br />

Voorafgaand aan het Wereld Water Forum<br />

hielden zij in Brussel een conferentie waar<br />

onder anderen Cees Veerman de resultaten<br />

van de Deltacommissie aan een Europees<br />

publiek presenteerde. Een Europees verband<br />

op het gebied van watermanagement is<br />

belangrijk omdat waterproblematiek in<br />

veel gevallen grensoverschrijdend is en<br />

de oplossingen dus ook. De resultaten van<br />

de conferentie vormen een basis <strong>voor</strong> de<br />

klimaatactiviteiten van het European Water<br />

Partnership op het forum.<br />

Beurs<br />

Tijdens het Wereld Water Forum in Istanbul<br />

wordt ook een beurs gehouden. Verschillende<br />

Nederlandse bedrijven en ngo’s<br />

presenteren zich in het Netherlands Water<br />

Pavilion. Leonie Jansen lanceert haar nieuwe<br />

cd ‘About Water’, een verzameling van<br />

<strong>nummer</strong>s die door artiesten uit verschillende<br />

werelddelen vertolkt worden. Het<br />

Netherlands Water Partnership is gastheer<br />

van het paviljoen.<br />

Ook uitgevers van relevante boeken zullen<br />

deelnemen aan de beurs. Earthscan zal onder<br />

meer het zojuist verschenen boek ‘Climate<br />

Change Adaptation in the Water Sector’<br />

(onder redactie van Ludwig, Kabat, Van<br />

Schaik en Van der Valk) presenteren.<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

5


Jonge zalm nu al aangetroffen<br />

In de Roer bij Roermond is de eerste jonge zalm uit de Eifel gevonden. Dat is<br />

veel vroeger dan verwacht: de zalmtrek richting zee vindt meestal plaats in<br />

april en mei. Ook was de zalm veel kleiner dan normaal.<br />

In de Eifel zijn jonge zalmen uitgezet.<br />

Normaal gesproken trekken die als ze<br />

17 centimeter lang zijn, in april en mei,<br />

via de Duitse Rur naar de Noordzee. De zalm<br />

die in de Roer werd aangetroff en is twaalf<br />

centimeter lang. Hij is niet de enige: bij een<br />

vistrap in Obermaubach is een dertigtal jonge<br />

zalmen gezien. Waarom de jonge zalmen al zo<br />

vroeg naar zee trekken is niet duidelijk.<br />

Dat betekent dat de Roer en de hierin bij<br />

de ECI door het waterschap aangelegde<br />

vispassage ook door jonge zalmen wordt<br />

Natrium grootste boosdoener bij<br />

verzilting<br />

De meeste gewassen zijn gevoeliger <strong>voor</strong> een overdosis natrium dan <strong>voor</strong> een<br />

overmaat aan chloride. In het Nederlandse verziltingsdebat krijgt chloride<br />

echter alle aandacht. Uit onderzoek van de wetenschappelijke nieuwsbrief<br />

Benefi cial nutrients news blijkt dat de schadelijke rol van natrium niet of<br />

nauwelijks wordt onderkend.<br />

In verzilte gebieden ondervindt de land-<br />

en tuinbouw meer schade van natrium<br />

dan van chloride. De meeste gewassen<br />

reageren namelijk heftiger op een overmaat<br />

aan natrium, dan op eenzelfde overdosis<br />

chloride in het bodemvocht.<br />

Een teveel aan natrium is bovendien<br />

slecht <strong>voor</strong> de structuur van klei- en<br />

zavelgronden. Natrium verdringt het<br />

calcium van de kleideeltjes waaruit deze<br />

gronden zijn opgebouwd. De gezonde<br />

kaartenhuisstructuur van de kleideeltjes<br />

stort daardoor in elkaar. Het gevolg is een<br />

slechtere gewasgroei. Klei en zavel zijn de<br />

6 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

gevonden en gebruikt. Oktober vorig jaar<br />

nam het waterschap de nieuw aangelegde<br />

vispassage bij de ECI waterkrachtcentrale<br />

en in de Hambeek offi cieel in gebruik. Met<br />

de bouw van de vispassages in de Roer<br />

en de Hambeek hoopt het waterschap de<br />

vismigratie van verschillende vissoorten,<br />

zoals de zalm, zeeforel en de rivier- en<br />

zeeprik vanuit de Noordzee via de Maas naar<br />

de paaigebieden in het Duitse deel van de<br />

Roer weer mogelijk te maken.<br />

dominante grondsoorten in de akker- en<br />

tuinbouw gebieden die door verzilting<br />

worden bedreigd. Het is daarom opmerkelijk<br />

dat chloride veruit de meeste aandacht<br />

krijgt in het Nederlandse verziltingsdebat.<br />

In sommige studies blijven de schadelijke<br />

eff ecten van natrium zelfs ongenoemd.<br />

Zodoende blijven ook specifi eke<br />

maatregelen tegen natriumschade buiten<br />

beeld. Zo’n maatregel is bij<strong>voor</strong>beeld het<br />

gebruik van meststoff en die de kans op<br />

schade door natrium beperken.<br />

Waterschap<br />

neemt nieuw<br />

zandfi lter in<br />

gebruik<br />

Het Waterschap Aa en Maas heeft<br />

onlangs offi cieel een nieuw zandfi lter<br />

in gebruik genomen op de rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />

Land van Cuijk<br />

in Haps. Een deel van het afvalwater<br />

krijgt daardoor een nabehandeling.<br />

De biologische processen in<br />

het zandfi lter zorgen <strong>voor</strong> een<br />

verlaagd stikstof- en fosfaatgehalte<br />

in het gezuiverde water. Daardoor neemt het<br />

zuiveringsrendement van de rwzi sterk toe en<br />

verbetert de biologische waterkwaliteit van<br />

de Laarakkerse Waterleiding.<br />

De zandfi lterinstallatie is aangelegd in een<br />

niet meer in gebruik zijnde beluchtingstank.<br />

Door dit hergebruik is de investering beperkt<br />

tot 3,5 miljoen euro. Waterschap Aa en<br />

Maas heeft een forse rijkssubsidie van 1,5<br />

miljoen euro gekregen vanuit de Subsidieregeling<br />

Gebiedsgericht Beleid van de Dienst<br />

Landelijk Gebied. De rwzi Land van Cuijk<br />

zuivert het afvalwater uit de gemeenten<br />

Boxmeer, Cuijk, St. Anthonis, Mill en St.<br />

Hubert, Grave, Uden en Landerd. Ongeveer<br />

70 procent van het aangevoerde afvalwater<br />

is afkomstig van huishoudens, de rest van<br />

bedrijven. Per uur kan acht miljoen liter water<br />

worden verwerkt.<br />

‘Krijgsmacht<br />

vaker in actie na<br />

natuurrampen’<br />

De krijgsmacht wordt in de toekomst<br />

waarschijnlijk vaker ingezet na<br />

klimaatgerelateerde natuurrampen,<br />

zoals overstromingen en orkanen.<br />

Dat concludeert de Adviesraad<br />

Internationale Vraagstukken (AIV)<br />

in het in opdracht van de minister<br />

van Defensie samengestelde advies<br />

‘Klimaatverandering en Veiligheid’.<br />

Daarnaast kan de krijgsmacht bij<br />

crisisbeheersingsoperaties te<br />

maken krijgen met confl icten<br />

die door klimaatverandering zijn of worden<br />

verergerd. Voorbeelden daarvan zijn<br />

onenigheid over hulpbronnen als water en<br />

voedingsgewassen, economische belangen<br />

in kustgebieden en grensgeschillen. De<br />

AIV kan, mede vanwege de onzekerheden<br />

rond de klimaatverandering, niet specifi ek<br />

aangegeven hoe het beroep op Defensie er<br />

zal uitzien. Volgens de adviesraad moet het<br />

ministerie dan ook pro-actief omgaan met<br />

de dreigingen die van klimaatverandering<br />

uitgaan en <strong>voor</strong>zorgsmaatregelen treff en.


actualiteit<br />

Grasmat op de Afsluitdijk sterker dan verwacht<br />

De grasmat op het binnentalud van dijken en zeeweringen is sterker dan verwacht.<br />

Dat is de <strong>voor</strong>lopige en <strong>voor</strong>zichtige conclusie van praktijkproeven die in februari<br />

en <strong>maart</strong>, in opdracht van Rijkswaterstaat, zijn uitgevoerd door Deltares.<br />

lijkt erop dat de kwaliteit<br />

van het gras hoger is dan<br />

“Het<br />

we dachten”, zegt Govertine<br />

de Raat, projectleider bij de Waterdienst<br />

van Rijkswaterstaat. Over een jaar, wanneer<br />

alle proeven zijn geanalyseerd, worden de<br />

defi nitieve resultaten van het onderzoek<br />

verwacht.<br />

De laatste jaren zijn regelmatig golfoverslagproeven<br />

uitgevoerd. “Dit ‘live’ testen is<br />

redelijk uniek. Gebruikelijk is om proeven<br />

in een laboratorium te doen”, aldus De Raat,<br />

naar aanleiding van de laatste proef aan de<br />

binnenkant van de dijk op de kruin van de<br />

Afsluitdijk bij Kornwerderzand.<br />

Als twee druppels water...<br />

Het nieuwe gebouw van Waterschap<br />

Rijn en IJssel in Doetinchem heeft de<br />

vorm van twee reusachtige druppels<br />

en is net zo doorzichtig als zuiver<br />

water. De zijkanten bestaan vrijwel<br />

geheel uit glas, waardoor iedere<br />

medewerker vanuit elke ruimte<br />

naar buiten kan kijken en iedere<br />

<strong>voor</strong>bijganger ziet wat er binnen<br />

gebeurt. Alleen de toiletruimten zijn<br />

niet zichtbaar.<br />

De Lochemse architect Maas<br />

ontwierp een duurzaam gebouw,<br />

waarin warmte- en koudeopslag<br />

worden gecombineerd met een zogeheten<br />

betonkern-activeringssysteem. In de<br />

betonnen vloeren en plafonds zorgen watertransporterende<br />

leidingen <strong>voor</strong> een constante<br />

temperatuur, waardoor energieonvriendelijke<br />

airconditioning achterwege kan blijven.<br />

De offi ciële opening van het nieuwe kantoor<br />

vindt plaats in september. De komende<br />

maanden wordt rond het gebouw een<br />

openbare parkachtige tuin gecreëerd met<br />

vijverpartijen.<br />

De duizenden liters water die via de grote<br />

golfslagsimulator met donderend geraas<br />

naar beneden zijn gekomen, sloegen een<br />

gat in de grasmat. Dat was ook de bedoeling.<br />

“We hebben niets verontrustends aangetroff<br />

en.” Dat gold ook <strong>voor</strong> de proeven op de<br />

Waddenzeedijken in Friesland en Groningen<br />

en twee zeeweringen in Zeeland. Daar was<br />

het eveneens de bedoeling de sterkte van<br />

het binnentalud bij golfoverslag of zeer<br />

zware storm in kaart te brengen. Ook werd<br />

getest welke van de vier onderhoudsmethoden,<br />

die in Friesland gebruikt worden, de<br />

beste is. Onder meer is gekeken hoe diep de<br />

wortels zitten en wat het eff ect daarvan is op<br />

de sterkte van de grasmat.<br />

De eindresultaten van de proeven zijn<br />

<strong>voor</strong> de Afsluitdijk en andere primaire<br />

waterkeringen van groot belang. Wanneer<br />

de kwaliteit van de grasmat een grote<br />

golfoverslag toelaat, kan bij toekomstige<br />

verbeteringen aan de dijken met iets minder<br />

zware versterking worden volstaan.<br />

De gaten die tijdens de proeven in het talud<br />

zijn geslagen, zijn overigens allemaal weer<br />

gedicht volgens de daar<strong>voor</strong> geldende<br />

standaarden. “Er is nieuw gras ingezaaid in de<br />

kleigrond”, verzekert De Raat.<br />

Het nieuwe gebouw van Waterschap Rijn en IJssel in Doetinchem. (foto: Jan van den Brink).<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

7


Noodhulporganisaties<br />

kunnen kiezen uit steeds<br />

meer waterzuiveraars<br />

Rietjes, korrels, tabletten, keramische kaarsen, membranen of UV-licht:<br />

tegenwoordig zijn er <strong>voor</strong> mensen in noodsituaties veel verschillende<br />

methodes beschikbaar om water te zuiveren. Dit maakt de keuze echter ook<br />

moeilijk. Wat zijn de ervaringen van Artsen zonder Grenzen, het Rode Kruis en<br />

Unicef met een vijftal waterzuiveraars?<br />

Zonder betrouwbaar drinkwater is<br />

de mens ten dode opgeschreven.<br />

Dagelijks sterven 5.000 kinderen<br />

onder vijf jaar - op jaarbasis 1,8 miljoen - door<br />

ziekten als cholera, dysenterie en tyfus. Deze<br />

kinderen, <strong>voor</strong>namelijk in ontwikkelingslanden,<br />

waren te redden geweest als ze over<br />

veilig drinkwater hadden beschikt. Gelukkig<br />

zijn de afgelopen tien jaar bemoedigende<br />

ontwikkelingen te bespeuren op gebied van<br />

waterzuivering.<br />

Tsunami<br />

Eén van de weinige positieve ontwikkelingen<br />

die <strong>voor</strong>tvloeiden uit de tsunami<br />

eind 2004 in het zuidoosten van Azië was<br />

de enorme stimulans in de ontwikkeling<br />

van zuiveringsapparatuur <strong>voor</strong> water. In<br />

veel gebieden die door de verwoestende<br />

vloedgolf werden getroff en, was de drinkwaterinfrastructuur<br />

- de waterzuiveringsinstallatie<br />

en het leidingnet - niet langer te<br />

gebruiken. Er bestond grote behoefte aan<br />

betrouwbaar drinkwater. Elke organisatie<br />

die maar iets te maken had met waterzuivering,<br />

stuurde waterzuiveringsunits. Deze<br />

organisaties wisten dat het beschikbaar<br />

zijn van betrouwbaar water letterlijk van<br />

levensbelang was <strong>voor</strong> de overlevenden. Er<br />

liggen tal van ziektes op de loer, zeker bij<br />

een ramp met de omvang van de tsunami,<br />

waar veel doden zelfs enkele weken na de<br />

ramp nog niet waren geborgen. Om het<br />

gevaar van grote epidemieën in de getroff en<br />

gebieden te beteugelen, was het nodig zo<br />

snel mogelijk de drinkwater<strong>voor</strong>ziening te<br />

herstellen.<br />

Schiphol<br />

Het provisorisch aanleggen en/of herstellen<br />

van de toevoer van veilig drinkwater is vaak<br />

één van de eerste dingen die een hulporganisatie<br />

onderneemt in een noodsituatie.<br />

Een organisatie als Artsen zonder Grenzen<br />

Nederland heeft in haar depot in Lijnden (bij<br />

Schiphol) waterzuiveringsunits klaar staan<br />

die ze direct kan laten overbrengen naar<br />

een noodgebied. Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> Rode<br />

Kruis Nederland dat op vliegveld Luxemburg<br />

- vanwege de kosten niet op Schiphol -<br />

onder andere waterzuiveringsunits heeft<br />

staan. Inmiddels zijn tal van - onderling<br />

zeer verschillende - systemen op de markt.<br />

Naar welk apparaat gaat de <strong>voor</strong>keur van<br />

noodhulporganisaties uit?<br />

8 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

Artsen zonder Grenzen<br />

Wat <strong>voor</strong> waterzuiveringsinstallatie gebruikt<br />

Artsen zonder Grenzen bij rampen? Marco<br />

Visser, hoofd van de divisie Water en<br />

Sanitatie: “Het hangt erg van de context af.<br />

Meestal werken we niet met kant-en-klare<br />

units, maar bouwen we ter plekke een waterzuiveringsinstallatie.<br />

Hier<strong>voor</strong> gebruiken we<br />

vaste onderdelen, zoals pompen, reservoirs,<br />

slangen en kranen. Dit staat allemaal gereed<br />

en kan binnen 24 uur ter plekke zijn. Het<br />

principe van de waterzuivering is simpel:<br />

verschillende tanks in serie. In elke volgende<br />

Soorten waterzuiveraars<br />

Life Straw<br />

Eén van de opvallendste waterzuiveraars is de<br />

Life Straw: een rietje van zo’n 25 cm lengte en<br />

drie centimeter doorsnede waarmee zelfs het<br />

meest vervuilde water gereinigd wordt. Het<br />

werkt als volgt: de gebruiker stopt het uiteinde<br />

in de verontreinigde waterbron, plaatst het<br />

andere uiteinde in de mond en zuigt het water<br />

naar binnen.<br />

Het verontreinigde water passeert eerst een<br />

fi lter met openingen van 100 micron, gevolgd<br />

Het ‘rietje’ Life Straw, waarvan de TU Delft een versie<br />

<strong>voor</strong> kinderen gemaakt heeft.<br />

tank ondergaat het water één bewerking.<br />

Je laat het verontreinigde water in de<br />

eerste tank stromen, waarna chemicaliën<br />

worden toegevoegd om de vaste deeltjes<br />

in het water te laten neerslaan. Vervolgens<br />

gebruiken we zuiveringstechnieken als<br />

fl occuleren en het desinfecteren met chloor.<br />

Pas als deze bewerkingen hebben plaatsgevonden,<br />

gaat het water naar de kranen<br />

waaruit de mensen hun water tappen.”<br />

Indien het water helder genoeg is, is de<br />

eerste stap onnodig en wordt het water<br />

direct gedesinfecteerd. Dit is vaak het geval<br />

door een tweede polyester fi lter met openingen<br />

van 15 micron. Met deze twee fi lters worden<br />

de grotere deeltjes en zelfs clusters van<br />

bacteriën uit het water gefi lterd. Vervolgens<br />

komt het water in een kamer met jodiumparels<br />

die bacteriën, virussen en parasieten<br />

doden. De hieropvolgende kamer is leeg: het<br />

jodium dat van de parels wordt gewassen,<br />

werkt daar nog even door. De laatste kamer<br />

bevat actieve koolstofgranulaat. Dit zorgt <strong>voor</strong><br />

verdere zuivering en zorgt er tevens <strong>voor</strong> dat de<br />

jodiumsmaak <strong>voor</strong> een belangrijk deel wordt<br />

geneutraliseerd. Ook blijven de parasieten die<br />

toch door de pre-fi lters of de ‘jodium-kamer’ zijn<br />

gekomen, in deze kamer achter.<br />

De TU Delft speelde een rol bij het ontwikkelen<br />

van de Life Straw. Studente Roelie Bottema<br />

ontwierp een kleinere uitvoering (‘Life Straw for<br />

kids’) <strong>voor</strong> kinderen. “Die moesten veel te hard<br />

zuigen.”<br />

Het buisje gaat lang genoeg mee om in de<br />

drinkwaterbehoefte van één persoon <strong>voor</strong> één<br />

jaar te <strong>voor</strong>zien: één rietje kan zo’n 700 à 1.000<br />

liter verontreinigd water zuiveren. De prijs van<br />

een rietje bedraagt circa vier euro.<br />

Het Amerikaanse managementtijdschrift<br />

Forbes was razend enthousiast en noemde de<br />

Life Straw ‘één van de tien producten die onze<br />

manier van leven drastisch zal veranderen.’<br />

Begin 2008 ontving Vestergaard Frandsen, de<br />

Zwitserse fabrikant van de Life Straw, de prestigieuze<br />

Saatchi en Saatchi prijs <strong>voor</strong> het rietje als<br />

een ‘world changing idea’. Het juryrapport loog<br />

er niet om: ‘Het zal miljoenen levens redden<br />

en redt dagelijks al veel levens’, zo schreef de<br />

jury, en: ‘Deze eenvoudig uitziende blauwe<br />

buis zal de wereld veranderen. De Life Straw


wanneer grondwater gebruikt wordt en geen<br />

oppervlaktewater.<br />

Een andere reden <strong>voor</strong> het gebruik van chloor,<br />

is dat zoveel chloor wordt toegediend dat altijd<br />

een kleine hoeveelheid residu overblijft na de<br />

desinfecterende werking. Dit <strong>voor</strong>komt dat het<br />

water tussen distributie en consumptie alsnog<br />

vervuild raakt. Het is bekend dat de meeste<br />

is niet alleen levensreddend <strong>voor</strong> mensen in<br />

arme landen, maar kan ook gebruikt worden<br />

in gebieden waar overstromingen of andere<br />

natuurrampen het drinkwater vervuild hebben’,<br />

aldus de jury.<br />

Water4Life (DSM)<br />

De Water4Life is een waterzuiveraar die de<br />

dagelijkse waterbehoefte van een gezin kan<br />

produceren. Het bestaat uit twee op elkaar<br />

Het zuiveringsapparaat Water4Life van DSM met<br />

twee keramische fi lterkaarsen in het midden.<br />

vervuiling hier plaatsvindt, doordat mensen<br />

bij<strong>voor</strong>beeld vuile containers gebruiken of met<br />

de handen in het water komen.<br />

Dit is ook de reden dat de Perfector-E, die<br />

gebruikmaakt van UV-licht, <strong>voor</strong> Artsen<br />

zonder Grenzen nog niet de ultieme oplossing<br />

is. “Daarnaast gebruiken we in ieder geval<br />

geplaatste vaten die elk acht liter water kunnen<br />

bevatten. Het zuiveren gebeurt kinderlijk<br />

eenvoudig door het verontreinigde water in<br />

het bovenste vat te gieten, waarna het via<br />

twee keramische fi lterkaarsen doorsijpelt naar<br />

het onderste vat. De reiniging vindt plaats in<br />

de kaarsen, waarin ook zilver (een oude, maar<br />

beproefde manier om water te zuiveren) is<br />

verwerkt.<br />

In samenwerking met Philips en Oxfam-Novib<br />

heeft Water4Life in 2004 een eerste prototype<br />

waterzuiveraar getest in enkele steden in<br />

India. Tegenwoordig worden de vaten en<br />

keramische kaarsen ter plekke gemaakt in<br />

lokale werkplaatsen, niet alleen in India, maar<br />

ook in 18 andere landen waar Water4Life actief<br />

is. Alleen al aan de oostkust van India zijn<br />

de afgelopen twee jaar 13.000 exemplaren<br />

geproduceerd. Alex Vrinzen, ontwikkelaar en<br />

promotor van de Water4Life: “Het is expliciet de<br />

bedoeling om de kennis van het produceren<br />

van onze waterzuiveraar aan iedereen die het<br />

wil weten door te vertellen. Daarom hebben wij<br />

er ook nooit octrooi op aangevraagd. Wij willen<br />

er niet aan verdienen, sterker nog, wij hopen<br />

dat heel veel mensen in de Derde Wereld het<br />

systeem namaken.”<br />

PuR (Procter & Gamble)<br />

Het Amerikaanse was- en levensmiddelenconcern<br />

Procter & Gamble (onder meer<br />

producent van Pampers, Ariel en Oil of Olaz)<br />

kwam enkele jaren geleden met waterzuiveringskorrels<br />

<strong>voor</strong> gebruik in ontwikkelingslanden<br />

op de markt.<br />

Door het toevoegen van een suikerzakje van<br />

zuiveringskorrels, PUR genaamd, kan binnen<br />

achtergrond<br />

niet de Life Straw.” Visser is de Life Straw zelfs<br />

nooit tegengekomen in het veld. Hij vindt<br />

het rietje te duur en gebruikersonvriendelijk.<br />

“Zonder het geven van goede <strong>voor</strong>lichting is<br />

de waarde van de Life Straw wellicht beperkt.<br />

Veel mensen in ontwikkelingslanden weten<br />

niet dat verontreinigd water hen ziek maakt,<br />

dat het zelfs de dood kan veroorzaken. Het feit<br />

dat mensen met de Life Straw zwaar verontreinigd<br />

water - dus vaak gekleurd en stinkend<br />

- uit een emmer moeten opzuigen, is <strong>voor</strong><br />

veel mensen niet te bevatten. In de meeste<br />

culturen moet water kleurloos en bij <strong>voor</strong>keur<br />

ook geurloos zijn”, zegt Visser. Daarnaast moet<br />

het rietje goed schoon worden gehouden en<br />

zullen veel gebruikers, <strong>voor</strong>al kinderen, de<br />

verkeerde kant in hun mond steken, zodat ze<br />

alsnog ziek worden.”<br />

Volgens Visser heeft de grote aandacht die<br />

de Life Straw in de media krijgt, onder meer<br />

te maken met de goede marketing van<br />

Vestergaard. “Artsen zonder Grenzen is een<br />

noodhulporganisatie, dus duurzaamheid is<br />

niet onze eerste prioriteit. Onze doelstelling<br />

is het menselijk leed zoveel mogelijk te<br />

verzachten, door het <strong>voor</strong>komen van ziekte<br />

en overlijden, maar ook het zoveel mogelijk<br />

behouden van de waardigheid van de<br />

gedupeerden. Dit wil zeggen dat mensen<br />

geen ziekmakend water behoren te drinken,<br />

enkele minuten een jerrycan vervuild water<br />

worden gereinigd. De korrels bestaan uit een<br />

variëteit aan chemicaliën - onder andere aluin,<br />

ijzersulfaat en calcium-hypochloride - die<br />

ziekteverwekkende bacteriën, virussen en<br />

parasieten aan zich binden. Ze worden uit het<br />

water gefi lterd door het water door te fi lteren<br />

door een theedoek.<br />

Lees verder op de volgende pagina<br />

De waterzuiveringskorrels PuR van Procter &<br />

Gamble.<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

9


maar ook dat ze een schone en veilige plek<br />

hebben om hun behoeften te doen en dat ze<br />

de beschikking hebben over zeep om zichzelf<br />

schoon en gezond te houden”, aldus Visser.<br />

“Vaak realiseert men zich te weinig dat goede<br />

hygiëne en sanitatie meer ziekte kunnen<br />

<strong>voor</strong>komen dan (uitsluitend) het leveren van<br />

schoon drinkwater. Wanneer <strong>voor</strong> Artsen<br />

zonder Grenzen het werk erop zit, worden<br />

de installaties vaak achtergelaten of - indien<br />

nodig - overgedragen aan een andere<br />

non-gouvernementele organisatie of een<br />

lokale gezondheidskliniek.”<br />

Rode Kruis<br />

De ontwikkeling van de Perfector-E kwam<br />

in een stroomversnelling na de tsunami.<br />

Koolstoff abrikant Norit schonk het<br />

Nederlandse Rode Kruis vlak na de ramp<br />

in Azië onder meer tien Perfector-E-installaties<br />

(ook wel Emergency Respons Units<br />

genoemd). Deze zijn uitermate geschikt om<br />

te worden ingezet in noodsituaties. In overleg<br />

met het Rode Kruis werden de Perfector-Einstallaties<br />

vorig jaar gestationeerd in onder<br />

andere Afrika en Midden-Amerika. Volgens<br />

een woordvoerder van PWN betreft het<br />

een zeer innovatieve installatie. “Het mooie<br />

ervan is dat er alleen maar een aan- en<br />

uitknop aan zit. Het apparaat kan zonder<br />

onderhoud drie maanden optimaal functioneren.<br />

Toezicht en technische experts zijn de<br />

eerste drie maanden niet nodig. De geavanceerde<br />

membraantechnologie van Norit<br />

zorgt <strong>voor</strong> een betrouwbare bescherming<br />

tegen micro-organismen in water, zoals<br />

British Berkefeld<br />

Het Britse bedrijf Berkefeld werkt met een<br />

draagbare, zwaartekracht geleide waterzuiveraar<br />

met een keramische kaars om het water<br />

te zuiveren. Het geheel bestaat uit twee tanks:<br />

10 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

bacteriën en virussen, die diarree, tyfus,<br />

cholera en dysenterie kunnen veroorzaken.<br />

Deze eigenschappen maken de Perfector-E<br />

ook uitermate geschikt <strong>voor</strong> gebruik in<br />

dunbevolkte en verafgelegen gebieden, waar<br />

waterleiding ontbreekt.”<br />

De kritiek op de Perfector is dat het een<br />

handig apparaat is <strong>voor</strong> het lenigen van de<br />

eerste nood, maar absoluut niet duurzaam.<br />

De membramen moeten regelmatig<br />

worden vervangen evenals de UV-lampen.<br />

Niet iedereen is in staat het onderhoud<br />

te verrichten; daar<strong>voor</strong> is behoorlijk wat<br />

technische kennis nodig.<br />

Unicef<br />

Unicef werkt met verschillende waterzuiveraars,<br />

onder andere Procter & Gamble en<br />

British Berkefeld, aldus woordvoerder Martin<br />

de Beer. “Met beide fi rma’s zijn langetermijnafspraken<br />

gemaakt over het gebruik van hun<br />

waterzuiveraars in noodsituaties.” Met de Life<br />

Straw, de Perfector-E en de Water4Life heeft<br />

Unicef op het niveau van het hoofdkantoor<br />

in New York geen ervaring. “In noodgevallen<br />

hebben we twee grote waterzuiveringsunits<br />

(één <strong>voor</strong> 5.000 en één <strong>voor</strong> 15.000 mensen.<br />

Daarnaast gebruiken we ‘family-kits’ <strong>voor</strong><br />

tien families per ‘doos’. Volgens Henk van<br />

Norden, medewerker van de afdeling Water,<br />

Sanitation en Hygiëne op het hoofdkantoor<br />

van Unicef hecht de organisatie veel waarde<br />

aan het gebruik van waterzuiveraars,<br />

<strong>voor</strong>al in situaties waarin geen duurzame<br />

oplossingen <strong>voor</strong>handen zijn en snel<br />

handelen vereist is. In crisissituaties verstrekt<br />

het vervuilde water wordt in de bovenste<br />

tank gegooid, waarna het via een fi lterende<br />

keramische kaars door de zwaartekracht naar<br />

de onderste tank gaat. In feite is het hetzelfde<br />

systeem als de Water4Life. Het verschil is dat<br />

deze zuiveraar op commerciële basis wordt<br />

geproduceerd. Eén zuiveraar kost ongeveer 200<br />

tot 300 euro; een prijs die niet is op te brengen<br />

door de armen.<br />

Perfector-E<br />

Deze draagbare waterzuiveraar kan uit sterk<br />

verontreinigd water per uur 2.000 liter schoon<br />

drinkwater produceren. Dit is genoeg om 5.000<br />

mensen structureel van water te <strong>voor</strong>zien. Het<br />

apparaat is ontwikkeld door het Provinciaal<br />

Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) en<br />

Norit (één van de marktleiders op het gebied<br />

van membranen).<br />

Het water wordt opgepompt door middel<br />

van een dompelpomp, <strong>voor</strong>zien van een<br />

zeef. Vervolgens passeert het water twee<br />

parallel geschakelde microzeven die, indien<br />

nodig, handmatig gereinigd kunnen worden.<br />

De hoofdzuivering bestaat uit twee parallel<br />

geschakelde ultrafi ltratie elementen. Deze<br />

elementen verwijderen alle troebelmakende<br />

bestanddelen, alle bacteriën, virussen<br />

en overige ziekmakende organismen. Na<br />

deze zuiveringstap is het water helder en<br />

betrouwbaar. Als extra veiligheid is één<br />

UV-desinfectiezuiveringsstap toegevoegd. Deze<br />

dubbele desinfectiestap garandeert hygiënische<br />

betrouwbaarheid onder alle omstandigheden.<br />

Unicef met veel andere organisaties waterzuiveringsmiddelen,<br />

meestal in de vorm<br />

van tabletjes, korrels of poeder, direct aan<br />

huishoudens. “In meer normale situaties is dit<br />

niet wenselijk, omdat dit tot afhankelijkheid<br />

en marktverstoring leidt. Waterzuivering is<br />

dan een onderdeel van hygiëne-onderwijs<br />

en -promotie (samen met handen wassen<br />

met zeep en toiletgebruik door iedereen).<br />

Er wordt dan verwacht dat huishoudens zelf<br />

de methode <strong>voor</strong> waterzuivering kiezen die<br />

het best past bij hun <strong>voor</strong>keuren en bij hun<br />

middelen. Te denken valt, bij<strong>voor</strong>beeld, aan<br />

de aanschaf van een fi lter en/of de aankoop<br />

van tabletten of poeders die dagelijks<br />

moeten worden gebruikt. Het is daarbij<br />

noodzakelijk dat deze producten in de winkel<br />

liggen, niet te ver van de gebruikers”, aldus<br />

Van Norden.<br />

Conclusie<br />

De conclusie die hij trekt is “dat als waterzuiveringsproducten<br />

bewezen hebben dat<br />

ze goed functioneren onder verschillende<br />

omstandigheden, ze op de markt moeten<br />

worden gebracht. In crisissituaties zullen<br />

Unicef en andere humanitaire instellingen<br />

behoorlijke hoeveelheden van zulke<br />

producten kopen en vrij van kosten aan<br />

de getroff en bevolking uitdelen. Maar in<br />

normale omstandigheden is dit niet mogelijk<br />

en wordt er aan de hand van vraag en<br />

aanbod gewerkt, waarbij de vraag gestimuleerd<br />

wordt door <strong>voor</strong>lichting en promotie.”<br />

Peter Conradi<br />

Zonder onderhoud produceert de Perfector-E<br />

zeker drie maanden achtereen 2.000 liter<br />

schoon drinkwater per uur. De installatie wordt<br />

onder andere gebruikt in projecten in Oeganda,<br />

Pakistan, Nigeria en Ghana.<br />

De commerciële versie van de Water4Life van het<br />

Britse bedrijf Berkefeld. De Perfector-E, ontwikkeld door PWN en Norit.


achtergrond / verslag<br />

Zeewater ontzouten: smaken verschillen<br />

“Zeeuws-Vlaanderen is droger dan de Sahara. Zoet water is schaars, maar de<br />

vraag is groot.” Dat betekent volgens Lambèr Paping, waterspecialist bij Dow<br />

Terneuzen en gastonderzoeker aan de TU Delft, “dat je bij de vestiging van<br />

grote industrieën over grenzen heen moet kijken en afvalwater moet durven<br />

hergebruiken.” Hij zei dat tijdens de workshop ‘waterhergebruik op bedrijventerreinen’<br />

op 5 <strong>maart</strong> in Nieuwegein, die georganiseerd was door De Mannen<br />

van de WIT en Syntens.<br />

Bij de chemische industrie in<br />

Terneuzen is inmiddels sprake van<br />

driedubbel watergebruik. Evides<br />

heeft enige tijd in opdracht van Dow zeewater<br />

via omgekeerde osmose onzilt, maar dat<br />

proces is afgebouwd vanwege chemicaliën en<br />

het relatief hoge energiebruik.<br />

Paping is van mening dat iedereen van<br />

zeewater moet afblijven. Volgens Albert<br />

Jansen (TNO), die samen met Paping<br />

de workshop leidde, tonen projecten in<br />

Nederland en Singapore echter aan dat<br />

het ontziltingsproces met behulp van<br />

membraantechnologie een prima alternatief<br />

is. “Door gratis restwarmte te gebruiken,<br />

hoeft een hoog energiegebruik niet<br />

belemmerend te werken.”<br />

Gezuiverd afvalwater van de rwzi Terneuzen<br />

wordt tegenwoordig opgewerkt en<br />

overgepompt naar het terrein van Dow, waar<br />

een groot aantal fabrieken staat. Vervolgens<br />

wordt het gebruikt als ketelvoedingswater en<br />

daarna een aantal keren als stoom. Ten slotte<br />

gaat het naar de eigen biologische waterzuivering<br />

en wordt het, <strong>voor</strong> de lozing op de<br />

Westerschelde, nog een keer als koelwater<br />

gebruikt.<br />

Grootschalig hergebruik van rwzi-effl uent<br />

<strong>voor</strong> hoogwaardige industriële toepassing,<br />

dat mogelijk is dankzij publiek-private<br />

samenwerking, is uniek in Nederland.<br />

Volgens Paping zijn er nog maar weinig<br />

rekenmodellen die meervoudig gebruik van<br />

water als uitgangspunt hebben. De meeste<br />

gaan uit van drinkwater, oppervlaktewater of<br />

afvalwater, maar kijken niet naar het verband<br />

ertussen. “Men let <strong>voor</strong>al op de kwantiteit,<br />

terwijl alles draait om de kwaliteit.”<br />

Dure locatie<br />

De studenten op de universiteiten kijken via<br />

Google Earth naar een regio en begrijpen<br />

dat watermanagement een mondiaal<br />

probleem is dat je regionaal moet bekijken<br />

en implementeren, aldus Paping. Volgens<br />

hem hebben zij al heel snel door dat je<br />

bij Terneuzen, dat door de droogte een<br />

dure locatie is, geen industriegebied had<br />

moeten neerleggen. “Ze zien in het noorden<br />

zeewater, maar kunnen, op een brakke<br />

kreek na en het Kanaal van Gent naar<br />

Terneuzen, nergens rivieren of meertjes<br />

vinden. Ze zoeken terecht naar wat er wel<br />

is om de waterkringloop in dit gebied te<br />

kunnen sluiten. Zoet water uit de Biesbosch<br />

halen, is logistiek moeilijk. Drinkwater<br />

ontrekken uit de Maas is mogelijk, maar<br />

ik vind dat de industrie daar vanaf moet<br />

blijven. Toch lukt het om oplossingen te<br />

vinden. De industrie kan zichzelf helpen<br />

door buitenlands afvalwater te importeren<br />

via spaarbekkens. Landbouwers willen het<br />

overtollige hemelwater dat in de polders in<br />

België terechtkomt, graag naar Nederland<br />

sturen. Grensoverschrijdend denken, denken<br />

in stroomgebieden.”<br />

Water = energie<br />

Evides bouwde een waterfabriek waar het<br />

afvalwater van de chemische industrie wordt<br />

gezuiverd en het effl uent hergebruikt als<br />

koelwater. “Voor de industrie is water geen<br />

kerntaak, maar het hoort er wel bij. Langs het<br />

Kanaal van Gent naar Terneuzen ligt het rioolstelstel<br />

van Terneuzen, dat in de awzi wordt<br />

gezuiverd. Een normaal mens wil andermans<br />

rommelwater niet importeren. Maar waarom<br />

niet? De infrastructuur ligt er. En de rwzi op<br />

ons eigen bedrijfsterrein gebruiken we <strong>voor</strong><br />

verder hergebruik,” aldus Paping.<br />

Hij constateert dat drinkwaterbronnen<br />

wereldwijd onvoldoende worden<br />

ontkoppeld. “Maar <strong>voor</strong>dat je partnerschappen<br />

aangaat om dat te bereiken, moet<br />

het eerst in je eigen huis kloppen. Bovendien<br />

moet je beseff en dat we spreken over water,<br />

maar energie bedoelen. Verdubbeling van<br />

productiecapaciteit betekent niet dat je<br />

twee keer zo veel water moet gebruiken. Je<br />

moet van de drinkwaterbronnen afblijven<br />

en nadenken over de hoe je loost. Het water<br />

moet zo goed van kwaliteit worden dat de<br />

industrie net als de bakker haar eigen brood<br />

kan eten. Ga intern aan het werk en zorg<br />

er<strong>voor</strong> dat je minder hoeft te importeren<br />

en er zoveel vertrouwen ontstaat dat het<br />

afvalwater wordt gekocht door kopers die<br />

jou vanwege je visie serieus nemen.”<br />

Bezwaren weg te nemen?<br />

Membraantechnoloog Albert Jansen (TNO)<br />

pleitte er tijdens de workshop <strong>voor</strong> alle<br />

projecten <strong>voor</strong> het hergebruik van water, die<br />

nu op maat gemaakt zijn <strong>voor</strong> de ‘klant’, te<br />

standaardiseren en uniformeren. Daardoor<br />

ontstaat ook een constante kwaliteit.<br />

“Paping vindt, hoewel hij dat later enigszins<br />

nuanceerde, dat we moeten wegblijven van<br />

zeewater vanwege het hoge energieverbruik<br />

dat nodig is <strong>voor</strong> de ontzilting. Door<br />

membraantechniek toe te passen, roestvrijstalen<br />

containers te vervangen door plastic<br />

tanks en gratis industriële restwarmte te<br />

gebruiken, vervallen die bezwaren.”, aldus<br />

Jansen.<br />

TNO en Keppel Seghers zijn er volgens<br />

Jansen in geslaagd zoet water te produceren<br />

uit vuil zeewater in Singapore, waar door een<br />

dispuut met buurland Maleisië de wateraanvoer<br />

stokte. In het dichtbevolkte land<br />

is geen ruimte <strong>voor</strong> opslag. “De locatie was<br />

naast een vissers- en oliehaven, absoluut<br />

geen ideale plek, maar de door TNO<br />

ontwikkelde Memstilltechnologie werkt daar<br />

wel.”<br />

Het principe bestaat uit de combinatie van<br />

een warmtewisselaar met destillatiemembranen.<br />

Een apparaat <strong>voor</strong> het doorpompen<br />

van koud zeewater tot interne condensatie<br />

ontstaat. Dit proces vergt weinig energie,<br />

omdat kleine temperatuurverschillen<br />

voldoende zijn om het proces aan te drijven.<br />

Kosten<br />

De kosten bij grootschalige waterproductie<br />

en commerciële modulebouw kunnen<br />

bij (gratis) industriële restwarmte lager<br />

uitkomen dan bij andere technieken om van<br />

zout zoet water te maken, zoals omgekeerde<br />

osmose. In 2006 is ook een pilot van E.on op<br />

de Maasvlakte begonnen, waar Noordzeewater<br />

met een minimale <strong>voor</strong>behandeling<br />

wordt ontzilt. “Zeewater wordt ‘big business’<br />

en dat is geen probleem als je geen elektriciteit<br />

hoeft aan te wenden <strong>voor</strong> het ontzoutingsproces,”<br />

aldus Jansen.<br />

Hij vroeg ook aandacht <strong>voor</strong> het vorig<br />

jaar gepresenteerde waterproject van de<br />

Europese Commissie AquaFit4Use, dat tot<br />

doel heeft technologieën te ontwikkelen<br />

<strong>voor</strong> duurzaam industrieel watergebruik. De<br />

betrokken partijen gaan na of standaardisatie<br />

en volledige integratie van technieken, zoals<br />

waterbehandeling samen met sensor- en<br />

beheersbaarheidssystemen, mogelijk is.<br />

De Mannen van de WIT en Syntens bundelen<br />

hun krachten om samen meer ondernemers<br />

te kunnen begeleiden bij innovaties in de<br />

watertechnologie. Tijdens de gemeenschappelijke<br />

bijeenkomst op 5 <strong>maart</strong> bekrachtigden<br />

Piet van Staalduinen, algemeen<br />

directeur van Syntens, en Arie Kraaijeveld,<br />

<strong>voor</strong>zitter van het Netherlands Water<br />

Partnership (NWP), de samenwerking.<br />

Syntens beschikt over een landelijk netwerk<br />

van innovatieadviseurs die MKB-bedrijven<br />

ondersteunen bij het realiseren van hun<br />

innovatiemogelijkheden. De Mannen van<br />

de WIT zijn zes ervaren ondernemers die<br />

onder de vlag van het NWP iedereen die<br />

veel belovende innovaties heeft <strong>voor</strong> de<br />

watertechnologiesector, verder helpen.<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

11


Scheidingstoiletten vergroten de oogst in Mali<br />

Scheidingstoiletten in een dorp in Mali. Dat is iets wat je niet direct verwacht.<br />

Maar de organisatie Alphalog heeft boeren weten te overtuigen van het<br />

grote <strong>voor</strong>deel van gescheiden opvang van urine en ontlasting. Niet alleen<br />

de hygiëne is erop <strong>voor</strong>uit gegaan. Vooral de oogsten van de boeren zijn<br />

aanzienlijk vergroot. Het ‘ecosan’ toilet, zoals het scheidingstoilet in Mali wordt<br />

genoemd, blijkt een succes en zal in veel meer dorpen worden aangelegd.<br />

In het dorp Sebougou is in 2006 een<br />

bescheiden start gemaakt met de<br />

aanleg van 26 scheidingstoiletten.<br />

Alphalog is op het idee gebracht door<br />

adviesbureau WASTE en wordt in haar werk<br />

ondersteund door ondere andere de hulporganisatie<br />

ICCO.<br />

Mamadou Ouattara, verantwoordelijk <strong>voor</strong><br />

het Ecosan-programma van Alphalog,<br />

weet het nog goed: “In het begin waren de<br />

bewoners van dit dorp een beetje sceptisch<br />

over de noodzaak van dit soort toiletten.<br />

Dat is ook logisch, want het was iets wat ze<br />

niet kenden. Het is hier de gewoonte om<br />

aan de rand van je erf een gat te graven<br />

waar je je behoefte doet. Als het vol is,<br />

wordt het afgedekt en wordt elders een<br />

nieuw gat gegraven. Het idee om ontlasting<br />

te scheiden van urine kenden ze niet. We<br />

legden ze uit dat ze hun ontlasting kunnen<br />

laten composteren en gebruiken als meststof<br />

op het land. Aan dat idee moesten ze wel<br />

even wennen. Maar het feit dat hun land er,<br />

dankzij de compost van het toilet, op een<br />

goedkope manier vruchtbaarder van kon<br />

worden, heeft hen over de streep getrokken.<br />

Toch heeft het ons twee jaar gekost om ze te<br />

overtuigen.”<br />

De naam van het toilet, ecosan, komt van<br />

de Engelse term Ecological Sanitation. Het<br />

idee achter deze toiletten is dat ontlasting,<br />

urine en water nuttige bronnen kunnen zijn<br />

en hergebruikt kunnen worden. Het voedsel<br />

dat mensen eten, wordt uiteindelijk verwerkt<br />

tot compost waarmee de bodem verrijkt kan<br />

worden, met betere oogsten als resultaat. Dat<br />

leidt weer tot een hogere voedselzekerheid.<br />

12 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

Goede meststof<br />

Nu zijn de dorpsbewoners erg tevreden met<br />

de ecosan-toiletten. Dorpsoudste Adam<br />

Kané: “Het zijn solide constructies. En hoewel<br />

we het in het begin niet zo zagen zitten om<br />

onze behoefte in twee verschillende gaten<br />

te doen, bleek het erg simpel te zijn. Je moet<br />

er gewoon goed op letten dat de urine in<br />

het ene gat en de ontlasting in het andere<br />

gat komt. Bij de ontlasting gooi je as om het<br />

te drogen, en dat levert uiteindelijk goede<br />

mest op.” Andere dorpsbewoners knikken<br />

instemmend. Het doet hen schijnbaar niks<br />

om met z’n allen over ontlasting te praten.<br />

Inmiddels is de oogst van de velden, bemest<br />

met compost van de ecosan-toiletten,<br />

duidelijk groter. En dat heeft de nieuwsgierigheid<br />

gewekt van boeren uit de omgeving.<br />

De dorpsbewoners in Sebougou hebben zelf<br />

getest wat de opbrengsten zijn van deze mest<br />

in vergelijking met kunstmest. Zij hebben<br />

in samenwerking met Alphalog bepaalde<br />

stukken van hun land bemest met kunstmest<br />

en andere stukken land met mest van de<br />

ecosan-toiletten. Uit de foto’s die zij trots laten<br />

zien, is het verschil goed te zien: de gewassen<br />

op het stuk land dat werd bemest met eigen<br />

mest, zijn een stuk groter en de oogst was<br />

beter. Het stuk land dat met gewone mest was<br />

bemest, leverde 997 gram gierst op; het stuk<br />

land met de mest van het ecosan-toilet leverde<br />

2,4 kilo gierst op. Ook de pinda’s leveren een<br />

grotere oogst op met ecosan-mest.<br />

Drie gaten<br />

Het principe van het ecosan-toilet is heel<br />

eenvoudig. Op bezoek bij Mariama Diarra en<br />

haar man Ba Coulibaly is op hun erf één van<br />

de eerste scheidingstoiletten van het dorp<br />

te zien. Het huisje van het toilet staat bijna<br />

een meter van de grond. In de vloer zitten<br />

drie gaten, rechts twee gaten <strong>voor</strong> het toilet<br />

zelf: het achterste <strong>voor</strong> het opvangen van de<br />

ontlasting, het <strong>voor</strong>ste <strong>voor</strong> het opvangen<br />

van de urine. De constructie is zo gemaakt<br />

dat je er makkelijk boven kan hurken. Het<br />

derde gat in de vloer is een soort bidet waar<br />

je je kan wassen na het toiletgebruik. In Mali<br />

wassen de mensen zich altijd na het toiletgebruik.<br />

Dat is een gewoonte die goed uitpakt<br />

<strong>voor</strong> de hygiëne, evenals de gewoonte om<br />

ook <strong>voor</strong> het eten altijd de handen te wassen.<br />

Het waswater wordt opgevangen in een<br />

vat onder de vloer. Het wordt hergebruikt<br />

<strong>voor</strong> het besproeien van de tuin. Om de<br />

opvangvaten te kunnen zien, moeten we<br />

om het toilet heenlopen, naar de achterkant.<br />

Daar staan onderin achter een deurtje een<br />

vat waarin de ontlasting wordt opgevangen<br />

en daarachter de jerrycan <strong>voor</strong> de urine. De<br />

urine wordt met een plastic buis naar een<br />

jerrycan geleid. Ook staat er een vat waarin<br />

het waswater wordt opgevangen.<br />

Meer oogst<br />

Als het vat met ontlasting vol is, wordt het<br />

geleegd op een stuk land. Ba mengt de<br />

ontlasting met aarde, stro en ander organisch<br />

afval en mest van zijn vee. Dan laat hij het<br />

minstens drie maanden liggen en vervolgens<br />

is het klaar <strong>voor</strong> gebruik op het land.<br />

Alphalog geeft hem en de andere boeren<br />

richtlijnen <strong>voor</strong> de zogeheten co-compostering<br />

en ook vertelt Alphalog <strong>voor</strong> welke<br />

gewassen hij de mest kan gebruiken. Net<br />

als veel boeren in het dorp hebben Ba en<br />

Mariama twee landbouwvelden, waarvan<br />

één aan de rivier waar ze het hele jaar door<br />

As bij de ontlasting zorgt <strong>voor</strong> betere mest. Naast het hurktoilet met gescheiden urine- en ontlastingsgaten is een wasplaats <strong>voor</strong> wassen na het<br />

toiletbezoek.


Onder het toilet staan twee halve tonnen: een <strong>voor</strong> de opvang van ontlasting, de<br />

ander <strong>voor</strong> het waswater. Urine wordt in een aparte jerrycan opgevangen.<br />

groenten kunnen verbouwen, zoals tomaten,<br />

uien, salade, sperziebonen en aubergine.<br />

Mariama houdt zich <strong>voor</strong>al met dit veld<br />

bezig. Daarnaast heeft het gezin ook een<br />

veld dat verder van de rivier ligt. Daarvan<br />

wordt alleen in het regenseizoen gebruik<br />

gemaakt. Op dat veld verbouwt Ba gierst,<br />

mais en pinda’s. Zowel Mariama als Ba maken<br />

dankbaar gebruik van de ecosan-mest;<br />

het verhoogt de opbrengst van hun land.<br />

Het vervangt de kunstmest die zij normaal<br />

gesproken gebruikten <strong>voor</strong> de bewerking<br />

van hun land. Deze mest is veel goedkoper<br />

en duurzamer in vergelijking met kunstmest.<br />

Geen stank<br />

Mariama Diarra en Ba Coulibaly hebben nog<br />

steeds een traditioneel toilet op hun erf, een<br />

gat in de grond, want de kleinste kinderen<br />

mogen niet op het ecosan-toilet. “De kleinste<br />

kinderen snappen niet hoe dit toilet werkt.<br />

Het is al een paar keer <strong>voor</strong>gekomen dat<br />

de kinderen urineerden in het gat waar de<br />

ontlasting in moet. Daarmee verpesten zij<br />

onze mest. Dus houden we <strong>voor</strong> de kleintjes<br />

het gat in de grond aan. Vroeger moesten<br />

we steeds een nieuw gat graven als het gat<br />

van ons oude toilet vol was. Nu kunnen we<br />

het toilet op dezelfde plek houden en het is<br />

ook makkelijk schoon te houden. Een ander<br />

<strong>voor</strong>deel vind ik dat we veel minder stank<br />

van de wc hebben dan vroeger!”<br />

Mamadou van Alphalog legt uit waarom<br />

dat zo is: “Omdat de urine en ontlasting<br />

van elkaar gescheiden verzameld worden,<br />

ontstaat inderdaad geen stank. Bij een<br />

traditioneel toilet komen urine en ontlasting<br />

bij elkaar. Dan blijven de pathogenen in de<br />

ontlasting (bacteriën, virussen, wormen, etc.)<br />

langer leven en dat veroorzaakt de stank.<br />

Het is sowieso niet verstandig om ontlasting<br />

uit een traditioneel toilet meteen als mest te<br />

gebruiken op het land; dan verontreinig je de<br />

gewassen met deze bacteriën en zo verspreid<br />

je ziektes. Natuurlijk zitten er ook wel<br />

pathogenen in de ontlasting uit de ecosantoiletten,<br />

maar doordat tijdens het composteringsproces<br />

hoge temperaturen bereikt<br />

worden, gaan de pathogenen sneller dood.”<br />

Er zijn plannen om in de toekomst een nog<br />

betere mest te creeëren. “Alphalog wil uiteindelijk<br />

de mest mengen met een deel urine.<br />

Dat kan de kwaliteit van de mest verhogen.<br />

Het is makkelijk te bewerkstelligen, want<br />

de urine wordt ook apart opgevangen. We<br />

zijn nog aan het testen hoeveel urine er dan<br />

precies doorheen moet worden gemengd. “<br />

Uitbreiding<br />

Als het aan Mamadou ligt, krijgt iedereen<br />

in het dorp een ecosan-toilet. Nu hebben<br />

26 families van de 240 families zo’n toilet.<br />

“Maar,” zegt Mamadou, “een ecosan-toilet<br />

kost 250.000 CFA (380 euro). We kunnen niet<br />

verwachten dat een familie zo’n bedrag kan<br />

betalen. Alphalog betaalt dus de kosten en<br />

levert de familie het benodigde zand en de<br />

stenen. We laten de ecosan-toiletten alleen<br />

plaatsen door gespecialiseerde medewerkers<br />

die trainingen hebben gevolgd op de<br />

Het bemesten van de grond met menselijke ontlasting.<br />

Dankzij compost van het ecosan-toilet worden veel hogere oogsten bereikt. Mariama Diarra bij het ecosan-toilet.<br />

achtergrond<br />

Filipijnen en in Nederland. Wij krijgen vanuit<br />

Nederland steun van onder andere WASTE<br />

en ICCO. Daarvan kunnen wij deze toiletten<br />

betalen. Maar het zal nog wel even duren<br />

<strong>voor</strong>dat wij de hele regio van deze toiletten<br />

hebben <strong>voor</strong>zien.”<br />

Mariken Stolk en Johannes Odé<br />

Foto’s: Johannes Odé<br />

Wereldwaterdag<br />

Op donderdag 26 <strong>maart</strong> is het Wereldwaterdag.<br />

Unicef, NWP en Aqua for All<br />

verzorgen die dag een conferentie <strong>voor</strong><br />

bedrijven, ontwikkelingsorganisaties,<br />

juristen en overheden waarop ze een nieuwe<br />

stap willen zetten in de richting van het<br />

behalen van de millenniumdoelen op het<br />

gebied van drinkwater en sanitatie.<br />

De bijeenkomst vindt plaats in diergaarde<br />

Blijdorp in Rotterdam en begint met een<br />

keynote speech van Stephen Maxwell<br />

Donkor, hoofd van de afdeling water en<br />

sanitatie van Unicef International. Daarna<br />

volgt een debat tussen journalisten, bedrijven<br />

en ontwikkelingsorganisaties en komen<br />

onder andere zes innovatieve initiatieven<br />

aan bod die <strong>voor</strong> een verbetering moeten<br />

zorgen op het gebied van de beschikbaarheid<br />

van schoon drinkwater en goede sanitaire<br />

<strong>voor</strong>zieningen.<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

13


MARTEN BIERMAN VAN STICHTING VERANTWOORD BEHEER IJSSELMEER:<br />

“Verhoging peil<br />

IJsselmeer met 1,5<br />

meter ondenkbaar”<br />

De staatssecretaris <strong>voor</strong> Verkeer en Waterstaat heeft eind vorig jaar haar ontwerp<br />

<strong>voor</strong> het Nationaal Waterplan het licht doen zien. In de maanden mei en juni komt<br />

dit plan in de inspraak. Veel van de aanbevelingen van de Deltacommissie zijn<br />

overgenomen. Een kleine 40 jaar geleden bond de Vereniging tot Behoud van het<br />

IJsselmeer (VBIJ) met succes de strijd aan tegen het plan om als afronding van<br />

de Zuiderzeewerken de Markerwaard in te polderen. Inmiddels is de vereniging<br />

uitgegroeid tot de Stichting Verantwoord Beheer IJsselmeer. Aanleiding <strong>voor</strong><br />

een gesprek met de oprichter van zowel de oude als de nieuwe organisatie: ir.<br />

Marten Bierman. Een gesprek dat plaatsvond op het raadhuis van de gemeente<br />

Zand<strong>voor</strong>t, waar hij thans wethouder is.<br />

Waarom is de naam veranderd?<br />

“De IJsselmeervereniging is het slachtoff er<br />

geworden van het eigen succes. We zijn<br />

in 1972 begonnen als vrijwilligersorganisatie,<br />

met uiteindelijk zo’n 2.000 leden. De<br />

wereld was toen overzichtelijk: het Rijk was<br />

de vijand, tegen de plannen van die vijand<br />

verzette je je. Toen we die strijd gewonnen<br />

hadden, veranderde onze positie. We werden<br />

overal uitgenodigd om mee te praten over<br />

de vraag wat er nu wel moest gebeuren.<br />

We werden opgezogen in allerlei circuits.<br />

Dat kun je op een gegeven moment niet<br />

langer als vrijwilligersorganisatie behappen.<br />

We zagen twee wegen om een kwaliteitssprong<br />

te maken: via subsidies een apparaat<br />

opbouwen of met zusterorganisaties<br />

gaan samenwerken. We hebben gekozen<br />

<strong>voor</strong> de tweede weg. Met onze directe<br />

buren, het Noord-Hollands Landschap,<br />

het Flevolandschap, Het Fryske Gea en de<br />

Waddenvereniging hebben we de Stichting<br />

Verantwoord Beheer IJsselmeer opgericht.”<br />

Waar houdt u zich nu <strong>voor</strong>al mee<br />

bezig?<br />

“Dat is het langetermijnperspectief <strong>voor</strong><br />

het IJsselmeergebied waarin aanleg van<br />

de Markerwaard defi nitief niet doorgaat.<br />

Wat we op termijn <strong>voor</strong> ons zien, is een<br />

her introductie van het estuariene milieu. Een<br />

grote zoete binnenzee met een open - maar<br />

te sluiten - verbinding met de Waddenzee,<br />

waardoor de natuur zijn werk kan doen<br />

bij alles wat op ons afkomt. Zonder dat we<br />

overigens de regie uit handen geven. Er<br />

komen grote veranderingen op ons af door<br />

steeds groter wordende rivierafvoeren,<br />

maar ook door grotere amplitudes: grotere<br />

verschillen tussen hoog- en laagwaterafvoeren.<br />

Daarbij stijgt de zeespiegel, zodat<br />

de afstroming naar zee moeilijker wordt.<br />

Nederland heeft het IJsselmeergebied nodig<br />

als buff er in tijden van droogte, maar ook<br />

als opvang van grote afvoeren. Er is meer<br />

stroming nodig om het slib af te voeren.<br />

Vooral het slib dat de ecologie van het<br />

Markermeer verstoort.”<br />

14 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

Wat is het probleem van het<br />

Markermeer?<br />

“Door de aanleg van de dijk Enkhuizen-<br />

Lelystad (de Houtribdijk) is het Markermeer<br />

een soort ondiepe badkuip geworden.<br />

Door de invloed van de wind ontstaat een<br />

golfbeweging, die slib van bodemplaten<br />

loswoelt. Dat slib wordt telkens opnieuw<br />

opgewerveld door de wind en dat leidt<br />

tot beperkt doorzicht en een zeer matige<br />

ecologische kwaliteit en een slechte<br />

visstand. Als je over de Houtribdijk rijdt, zie<br />

je dat het Markermeer troebel is. Daar<strong>voor</strong><br />

zijn allerlei oplossingen bedacht, zoals het<br />

graven van diepe putten en het doseren<br />

van chemicaliën om het slib te binden, maar<br />

de grote vraag bij een meer van dergelijke<br />

omvang is: waaruit betaal je zulke ingrepen<br />

of maatregelen?”<br />

“Je komt hier aan de grenzen van de<br />

maakbaarheid van de samenleving. Rood<br />

<strong>voor</strong> blauw zou de oplossing bieden. Uit de<br />

opbrengsten van woningbouw zouden zulke<br />

beheermaatregelen betaald kunnen worden.<br />

Maar IJburg bleek fi nancieel alleen maar te<br />

realiseren, doordat het Rijk de meerkosten<br />

van de ophoging van de eilanden boven<br />

stormniveau <strong>voor</strong> zijn rekening nam. Laat<br />

staan dat uit de grondkosten ook nog<br />

kosten van het waterbeheer betaald zouden<br />

kunnen worden. Dat is een illusie. Bovendien<br />

is het IJmeer een gevaarlijk, groot water.<br />

Als je veilig aan water wilt wonen, moet je<br />

delen van Flevoland onder water zetten en<br />

daaraan woningen bouwen.”<br />

“Als je het Markermeer en het IJmeer<br />

weer verbindt met het IJsselmeer, kan<br />

het water opnieuw stromen in plaats van<br />

klotsen en wordt het slib afgevoerd naar de<br />

Waddenzee. Oude stromingspatronen van<br />

de IJssel naar de Waddenzee kunnen zich<br />

herstellen als je openingen in de Afsluitdijk<br />

maakt, zoals de Deltacommissie die op<br />

termijn ook <strong>voor</strong> de Oosterschelde <strong>voor</strong>stelt.<br />

Een zouttong op het IJsselmeer valt best te<br />

beheersen. Er ontstaat stroming richting zee.<br />

Dan kan ook minder water via het Noordzeekanaal<br />

naar zee stromen. Dat scheelt<br />

pompkosten van het gemaal IJmuiden en<br />

<strong>voor</strong>komt dat de capaciteit van dat gemaal<br />

verder vergroot moet worden.”<br />

De Deltacommissie pleit <strong>voor</strong><br />

peilverhoging van het IJsselmeer.<br />

“Daar kom ik zo meteen op. Met de plannen<br />

van de Deltacommissie <strong>voor</strong> de kust (onder<br />

andere zandsuppletie) zijn we het helemaal<br />

eens, evenals met de herintroductie van<br />

het getijdensysteem in Zeeland dat <strong>voor</strong><br />

ecologisch herstel van de wateren in de delta<br />

moet zorgen. Met de plannen <strong>voor</strong> het IJsselmeergebied<br />

hebben we wel problemen.<br />

De Deltacommissie zegt dat bij plannen<br />

<strong>voor</strong> buitendijks wonen de kosten van extra<br />

veiligheidsmaatregelen door de eigenaren<br />

van de woningen betaald moeten worden.<br />

Zij moeten zelf hun broek ophouden. Dat<br />

geldt ook <strong>voor</strong> peilvariaties. Woningen<br />

mogen peilveranderingen niet in de weg<br />

zitten. Die woningen worden onbetaalbaar<br />

en er is gelukkig ook geen behoefte aan.”<br />

“Mijn vak is demografi e. In 2030 is de<br />

geboortegolf van na de oorlog vrijwel<br />

helemaal weg en krimpt onze bevolking.<br />

Omdat iedere oudere in het huidige beleid<br />

zolang mogelijk zelfstandig blijft wonen,<br />

betekent ieder sterfgeval de komende jaren<br />

het vrijkomen van een grote woning.”<br />

Ik lees nog steeds over grote<br />

woningtekorten.<br />

“Die ‘tekorten’ zijn het gevolg van de<br />

gedachte dat we allemaal steeds groter<br />

willen wonen. Bovendien bouwt men alleen<br />

maar gezinswoningen, terwijl de gezinsverdunning<br />

steeds verder gaat en de behoefte<br />

bij woningen <strong>voor</strong> één of twee personen<br />

ligt. Maar grote dure huizen zijn <strong>voor</strong> één<br />

of twee personen niet meer te betalen. Wat<br />

we moeten doen, is de vrijkomende huizen<br />

goed beheren en de woningen verkleinen.<br />

Verpaupering van wijken die anders leeg<br />

dreigen te lopen, <strong>voor</strong>komen. Zeker geen<br />

grote woningcomplexen buitendijks<br />

bouwen, zoals de staatssecretaris nu<br />

<strong>voor</strong>stelt.”<br />

“Nu die 1,5 meter peilverhoging van het<br />

IJsselmeer. De consequenties daarvan<br />

achten we onoplosbaar bij Zwolle en<br />

Kampen en ook verder stroomopwaarts<br />

in het IJsseldal. We willen geen dijk om de<br />

Zuiderzeestadjes. Door het peil in het gehele<br />

gebied gelijk te trekken, kun je eff ecten<br />

uitsmeren over een veel groter oppervlak.”<br />

“De landbouw kan best tegen wat hogere<br />

zoutgehalten. Kijk maar naar de situatie in<br />

de Haarlemmermeer. Men moet wel, want<br />

overal neemt de zoute kwel toe. Daar kun je<br />

teelten op afstemmen. Bovendien praten we<br />

niet over brak water maar over wat hogere<br />

chloridegehaltes. De <strong>voor</strong>stellen van de<br />

Deltacommissie <strong>voor</strong> het IJsselmeergebied<br />

vinden we dus zowel waterstaatkundig als<br />

waterhuishoudkundig onlogisch.”<br />

De staatssecretaris heeft ze<br />

overgenomen.<br />

“Dat is meer het gevolg van politiek beleid<br />

dan van een onafhankelijke eigen deskundigheid.<br />

Maar onze vijf organisaties staan


Marten Bierman.<br />

achter dit verhaal. Ook de waterschappen<br />

zijn zeer kritisch. We zullen de <strong>voor</strong>stellen<br />

consequent bestrijden. De druppel holt<br />

de steen uit. De VBIJ is wereldberoemd<br />

geworden door het tegenhouden van<br />

de Markerwaard. Ze heeft de tweede<br />

uitbreiding van IJburg weten tegen te<br />

houden door meetfouten in het bestemmingsplan<br />

aan te tonen. De uitbreiding<br />

liep tot in het Natura 2000-gebied. Nu ligt<br />

er een nieuw plan, maar daar<strong>voor</strong> bestaat<br />

geen markt. We verzetten ons tegen deze<br />

plannen <strong>voor</strong> het IJsselmeergebied. Geen<br />

verhaal waar wij populair mee worden, want<br />

iedereen verdient aan grote werken. Wel een<br />

verhaal waarmee we dit gebied behoeden<br />

<strong>voor</strong> onzinnige ingrepen en fi nanciële<br />

debacles.”<br />

Hoe ziet uw loopbaan eruit?<br />

“Ik ben in 1939 geboren in Amsterdam en<br />

studeerde in Delft Bouwkunde, stedenbouw<br />

en architectuur in het bijzonder. Dat heeft<br />

wat langer geduurd, van 1960 tot 1970,<br />

omdat ik erbij werkte. Daarna ben ik als<br />

wetenschapper gaan werken aan de Universiteit<br />

van Amsterdam. Ik hield mij bezig<br />

met planologie, volkshuisvesting, verkeer<br />

en vervoer. Dat heb ik 25 jaar volgehouden.<br />

Van 1995 tot 2003 ben ik twee periodes lid<br />

van de Eerste Kamer geweest. Ik vormde de<br />

Onafhankelijke Senaatsfractie. De leden van<br />

de Eerste Kamer worden getrapt gekozen<br />

door de Provinciale Statenfracties. In diverse<br />

provincies zitten fracties die te klein zijn<br />

om alleen tot benoeming van een Kamerlid<br />

te komen. Al deze fracties samen kunnen<br />

dat wel. Voor die zetel ben ik gevraagd.<br />

In de Eerste Kamer heb ik steeds de<br />

regionale autonomie verdedigd. Ik ben een<br />

<strong>voor</strong>stander van het Koninkrijk van de Twaalf<br />

Verenigde Provincies. Er vindt in mijn ogen<br />

veel te veel centralisatie plaats.”<br />

“In 1972 heb ik de VBIJ opgericht. Van 1972<br />

tot 1974 was ik de eerste <strong>voor</strong>zitter, vanaf<br />

2000 tot eind vorig jaar de eerste <strong>voor</strong>zitter<br />

van de nieuwe VBIJ. Sinds kort is Jacob van<br />

Olst, de directeur van<br />

Flevolandschap, mij<br />

opgevolgd. Ik trek mij<br />

langzamerhand terug.<br />

Verleden jaar heb ik een<br />

lintje gekregen <strong>voor</strong> al<br />

die jaren onbetaalde inzet <strong>voor</strong> de natuur in<br />

en om het IJsselmeer. Via het ministerie van<br />

LNV ben ik benoemd tot ridder in de orde<br />

van Oranje-Nassau. Daar ben ik trots op.”<br />

Hoe bent u wethouder van Zand<strong>voor</strong>t<br />

geworden?<br />

“Ik woon hier niet, maar ben door de<br />

OuderenPartij Zand<strong>voor</strong>t gevraagd<br />

wethouder te worden. Een gevolg van mijn<br />

lidmaatschap van de Eerste Kamer. Dat kan<br />

sinds de invoering van het duale stelsel. Een<br />

fulltime functie <strong>voor</strong> de periode 2006 tot<br />

2010, volledig in lijn met mijn andere werk.<br />

De metropoolregio loopt immers van kust<br />

tot kust. In het kader van de nieuwe Wet<br />

ruimtelijke ordening moeten de gemeenten<br />

een structuurvisie <strong>voor</strong> de lange termijn<br />

ontwikkelen: de moeder van alle bestemmingsplannen.<br />

Daar<strong>voor</strong> heb je inzicht<br />

in demografi sche ontwikkelingen nodig.<br />

Dus rekening houden met krimp van onze<br />

bevolking vanaf 2030. Geen open ruimte<br />

opoff eren aan woningen waaraan geen<br />

behoefte is. Wat er is, in stand houden en<br />

goed beheren.”<br />

Is het doel dat u nastreefde met de<br />

VBIJ bereikt?<br />

“Je doet dit werk om zaken in stand te<br />

houden. Aanleg van de Markerwaard heeft<br />

de IJsselmeervereniging tegen kunnen<br />

houden. Toen heeft er echter een gemeentelijke<br />

herindeling van het IJsselmeergebied<br />

plaatsgevonden en sindsdien wil<br />

iedere gemeente zijn eigen Markerwaardje<br />

aanleggen. Kijk maar naar al die buitendijkse<br />

bouwplannen van Almere, Amsterdam,<br />

Lelystad en Hoorn. We hebben het probleem<br />

‘gebalkaniseerd’. Maar Nederland heeft wel<br />

allerlei internationale afspraken gemaakt<br />

interview<br />

over het behoud van het IJsselmeergebied.<br />

Er is echter geen consistente autoriteit met<br />

die taak belast. Ik heb het nu niet over de<br />

beheerdirectie van Rijkswaterstaat - die doet<br />

zijn werk goed - maar over een politiekbestuurlijke<br />

autoriteit. Zo’n orgaan is nodig<br />

om het gebied in stand te houden, bij<strong>voor</strong>beeld<br />

door een 13e provincie te vormen. Nu<br />

zijn de ministers van Verkeer en Waterstaat<br />

en van VROM gezamenlijk verantwoordelijk,<br />

maar die hebben ook andere dingen aan<br />

hun hoofd.”<br />

Hoe kijkt u aan tegen nieuwe<br />

verbindingen met Almere?<br />

“Het probleem van Almere is een<br />

zelfstandige stad te worden. Nu is het een<br />

overloopgemeente met veel huizen, maar<br />

geen werk. Dat leidt tot een enorme pendel<br />

en dus tot druk op het IJmeer <strong>voor</strong> de aanleg<br />

van directe verbindingen met Amsterdam.<br />

Men spreekt over een dubbelstad:<br />

Amsterdam-Almere, maar als de één een<br />

metropool is en de ander klein, gaan alle<br />

“We moeten de natuur<br />

water en slib laten afvoeren”<br />

belangrijke activiteiten naar de metropool.<br />

Je ziet dat bij de aanleg van de Westerscheldetunnel.<br />

Die heeft geen werkgelegenheid<br />

naar Zeeuws-Vlaanderen gebracht, maar<br />

juist verlies aan arbeidsplaatsen. Een grote<br />

stad te dichtbij zuigt de kleine leeg, als de<br />

verbindingen te goed zijn. Almere moet<br />

werk aantrekken en zich naar het oosten of<br />

zuiden richten om een echte stad te worden.<br />

De tijd is daar nu geschikt <strong>voor</strong>. In 2011 is<br />

de hele geboortegolf met pensioen. Er gaat<br />

dan strijd om de schaarse arbeidskrachten<br />

ontstaan. De pensioengerechtigde leeftijd<br />

gaat onontkoombaar omhoog. De arbeidsmarkt<br />

verandert van een werkgeversmarkt<br />

in een werknemersmarkt. Werknemers<br />

zullen eisen gaan stellen: thuis werken,<br />

geen fi leprobleem, werkaanbod dichtbij het<br />

wonen. Dat is ook gunstig <strong>voor</strong> de inzet van<br />

vrouwen. Eerst 24 uur per week, zolang de<br />

kinderen klein zijn, daarna fulltime, maar niet<br />

ver van huis.”<br />

Hebt u een mening over de plannen<br />

<strong>voor</strong> de Afsluitdijk?<br />

“Zolang die plannen verder openen van de<br />

dijk niet in de weg staan, heb ik daarmee<br />

geen moeite. Ze zijn goed in het landschap<br />

in te passen. Tegen het gebruik van het<br />

gebied heb ik geen bezwaar, tegen verbruik<br />

wel. Structureel onomkeerbare vernietigingen<br />

moeten <strong>voor</strong>komen worden.<br />

Nederland heeft in het kader van verschillende<br />

Europese verdragen vérgaande<br />

instandhoudingsverplichtingen <strong>voor</strong> het<br />

IJsselmeergebied op zich genomen. Daar<br />

zullen wij de regering aan houden, met<br />

steun van onze Europese vrienden.”<br />

Maarten Gast<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

15


Waterkwaliteitsopgave van een nieuwbouwwijk<br />

Bij nieuwbouw groeit de aandacht <strong>voor</strong> waterberging en de inrichting van het<br />

watersysteem. In de nieuwbouwwijk De Groote Wielen in ‘s-Hertogenbosch<br />

realiseert de gemeente een ‘watermachine’ met een centrale zandwinplas.<br />

Voor de sfeer en <strong>voor</strong> de recreatie in de woonwijk is deze plas van groot<br />

belang. De waterkwaliteit moet goed zijn en het water helder. Om die<br />

gewenste waterkwaliteit te krijgen, heeft de gemeente <strong>voor</strong>afgaand aan het<br />

woon- en bouwrijpmaken waterkwaliteits onderzoek laten uitvoeren door<br />

Witteveen+Bos. Hieruit volgde een ruimtereservering <strong>voor</strong> een verticaal<br />

helofyten fi lter. Vervolgens is de ontwikkeling van de waterkwaliteit<br />

nauwlettend gevolgd bij de aanleg van de centrale plas. Door middel van<br />

waterkwaliteitsmetingen, nutriënten balansen en visstandsonderzoek is de<br />

ontwikkeling van de waterkwaliteit geëvalueerd en de ruimtereservering <strong>voor</strong><br />

het helofytenfi lter bijgesteld.<br />

De Groote Wielen is een nieuwbouwwijk<br />

in het noorden van<br />

Rosmalen. De wijk bestaat uit drie<br />

delen, een noordelijk en een zuidellijk deel<br />

met bebouwing en een centraal deel met een<br />

grote plas. Een deel is inmiddels opgeleverd.<br />

De rest van het plan zal later uitgevoerd<br />

worden.<br />

‘Watermachine’<br />

Voor het bouwen van de woonwijk wordt<br />

sinds 2003 zand gewonnen uit de centrale<br />

plas. In totaal krijgt de waterplas een omvang<br />

van ongeveer 40 hectare. Intussen is meer<br />

dan de helft gerealiseerd (verdeeld over<br />

twee delen: een grote en een kleine plas). De<br />

maximale diepte in de plas bedraagt twaalf<br />

meter.<br />

De centrale plas is de waterbuff er van de<br />

‘watermachine’. Hierin wordt het hemelwater<br />

van de wijk geborgen. Daarnaast zorgt de<br />

plas <strong>voor</strong> voldoende water om het kanalensysteem<br />

in de Groote Wielen te vullen. Hierbij<br />

wordt water uit de plas opgepompt naar de<br />

hoge ring dat vervolgens via koppelbeken<br />

en retentiebekkens naar de lage ring loopt.<br />

Hier wordt het deels gezuiverd door retentie<br />

en vervolgens afgevoerd naar het zuiveringsmoeras<br />

(horizontaal helofytenfi lter), waar<br />

het water nog een natuurlijke nazuivering<br />

ondergaat. Daarna stroomt het gezuiverde<br />

water weer terug naar de centrale plas. Naast<br />

de zuiveringsmoerassen bij de centrale plas is<br />

er ook nog een helofytenfi lter in het gebied,<br />

dat speciaal is ingericht om water vanuit<br />

het bergbezinkbassin vanuit Rosmalen te<br />

zuiveren.<br />

Het watersysteem 1) heeft een prominente<br />

rol gekregen in de woonwijk. Het <strong>voor</strong>ziet in<br />

mogelijkheden <strong>voor</strong> recreatie, waterberging,<br />

zuivering van afstromend hemelwater en<br />

heeft bovendien ecologische waarden en<br />

belevingswaarde. Het <strong>voor</strong>nemen is om het<br />

water van de Groote Wielen ook te gebruiken<br />

om de Rosmalense wijk ‘Overlaet’ te <strong>voor</strong>zien<br />

van de nodige doorstroming.<br />

Ruimtereservering verticaal fi lter<br />

Voorafgaand aan het woon- en bouwrijp<br />

maken van het nieuwbouwgebied vond het<br />

waterkwaliteitsonderzoek plaats, waarbij een<br />

prognose is gemaakt van de toekomstige<br />

waterkwaliteit. De analyse kon plaatsvinden<br />

op basis van de nutriëntenconcentratie en<br />

16 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

-belasting van het watersysteem. De Groote<br />

Wielen heeft als doelstelling helder water.<br />

In het onderzoek is de fosfaatbelasting<br />

aangehouden als sturende factor. Om een<br />

helder systeem te krijgen, is als uitgangspunt<br />

een maximale belasting van één milligram<br />

fosfaat per m 2 per dag gehanteerd. Dit is<br />

een ervaringsgetal, dat herleid is op basis<br />

van metingen in andere plassen. Uit het<br />

onderzoek bleek dat de hoeveelheid fosfaat<br />

in de plas bij de verdere ontwikkeling van de<br />

Groote Wielen kan toenemen tot boven de<br />

kritische grens. Het risico op troebel water<br />

is dus aanwezig. Daarom is aanbevolen om<br />

rekening te houden met extra waterkwaliteitsmaatregelen,<br />

hetgeen vertaald is naar<br />

een ruimtelijke opgave: de inrichting van een<br />

verticaal helofytenfi lter met een omvang van<br />

één hectare 2) . Bij een verticaal helofytenfi lter<br />

stroomt het water door de bodem, waarbij<br />

met de nutriënten, met name fosfaat, wordt<br />

vastgelegd in het grondpakket.<br />

Afb. 1: Overzichtskaart Groote Wielen.<br />

Monitoring waterkwaliteit<br />

Recent is de waterkwaliteitsontwikkeling<br />

geëvalueerd. Als wordt gekeken naar de<br />

concentraties fosfaat en stikstof voldoet de<br />

centrale plas in de Groote Wielen aan de<br />

algemene waterkwaliteitsdoelstelling: de<br />

MTR-norm. De belasting op het systeem is<br />

in de huidige situatie 0,1 milligram fosfaat<br />

per m 2 per dag. Door de woningbouw en<br />

aankoppeling van de Rosmalense wijk<br />

Overlaet op het systeem zal dit stijgen naar<br />

1,1 milligram fosfaat. De verwachting is dat<br />

de nutriëntenconcentraties wel onder de<br />

MTR-norm blijven.<br />

De concentratie chlorofyl-a voldoet op dit<br />

moment aan de MTR-norm van maximaal<br />

100 ug/l. In de plas zijn in 2006 blauwalgen<br />

aangetroff en, maar sindsdien niet meer. Ook<br />

is tijdelijk sprake geweest van iets troebeler<br />

water, maar dit was <strong>voor</strong>al het gevolg van<br />

verstoring door bouwwerkzaamheden,<br />

waarbij het bemalingswater afgevoerd<br />

werd naar de plas. Uit veldonderzoek naar<br />

de samenstelling van de waterbodem


lijkt verder dat zich nog geen sliblaag aan<br />

het vormen is in de centrale plas. Dit past<br />

bij de verwachting, omdat de plas recent<br />

aangelegd is.<br />

Uit het visstandonderzoek in 2007 blijkt<br />

dat bodemwoelende en -etende vissoorten<br />

in de centrale plas <strong>voor</strong>komen, maar van<br />

een grootschalige aanwezigheid van<br />

deze soorten is geen sprake. De aangetroff<br />

en vissen zijn <strong>voor</strong>al brasem, baars en<br />

blank<strong>voor</strong>n. Daarnaast zijn diverse andere<br />

soorten aanwezig, zoals paling, snoekbaars<br />

en karper. In de grote plas omvat de visstand<br />

zo’n 48 kilo per hectare, in de kleine plas 61,1<br />

kilo. Het visbestand is in absolute zin laag,<br />

maar wel vergelijkbaar met andere diepe<br />

zandwinplassen. De waterkwaliteitsmetingen<br />

en het aangetroff en visbestand geven<br />

gezamenlijk het beeld dat sprake is van een<br />

stabiel helder watersysteem.<br />

Vervolg<br />

Omdat de fosfaatbelasting bij de verdere<br />

ontwikkeling van de nieuwbouwwijk toe zal<br />

nemen, heeft de gemeente ‘s-Hertogenbosch<br />

achtergrond<br />

nog steeds een ruimtereservering <strong>voor</strong> een<br />

verticaal helofytenfi lter. Uit recente meetgegevens<br />

blijkt dat de fosfaatconcentratie in<br />

het drainagewater lager is dan <strong>voor</strong>heen<br />

werd verwacht. Daarom is de prognose van<br />

de waterkwaliteit bijgesteld. Op dit moment<br />

wordt rekening gehouden met een ruimtereservering<br />

van een (extra) helofytenfi lter<br />

van 0,25 hectare 3) . Door ook de komende<br />

jaren onderzoek naar de waterkwaliteit van<br />

het water in de plas uit te voeren, wordt<br />

regelmatig poolshoogte genomen van de<br />

ecologische toestand van de Groote Wielen.<br />

Hieruit moet blijken of het extra helofytenfi<br />

lter daadwerkelijk nodig is.<br />

Het waterkwaliteitsonderzoek Groote Wielen<br />

is bijzonder, omdat in een vroeg stadium<br />

nagegaan is of de gewenste waterkwaliteitontwikkeling<br />

haalbaar is. Het project kan<br />

als <strong>voor</strong>beeld dienen <strong>voor</strong> nieuwbouwontwikkelingen<br />

waar water centraal staat.<br />

Aniel Balla (Witteveen+Bos)<br />

Sander Tax en Gerard van Broekhoven<br />

(gemeente ‘s-Hertogenbosch)<br />

1 De Watermachine: Basiswaterlopenplan De Groote<br />

Wielen. (2000). Arcadis.<br />

2 Evaluatie toekomstige waterkwaliteit van<br />

de Centrale plas in De Groote Wielen (2004).<br />

Witteveen+Bos.<br />

3 Evaluatieonderzoek waterkwaliteit De Groote Wielen<br />

(2007). Witteveen+Bos.<br />

Afb. 2: Schematische weergave van de ‘watermachine’. Afb. 3: Principe opbouw van een verticaal fi lter.<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

17


De watergevoelige stad<br />

Het lijkt ver weg: Australië. En de problematiek oogt totaal anders, met steden<br />

gelegen tussen bosbranden en overstromingen en grote beperkingen op het<br />

gebruik van drinkwater. Toch is de essentie van de uitdaging <strong>voor</strong> Australië<br />

gelijk aan die in Nederland. Er moet een fundamentele stap worden gezet in het<br />

anders omgaan met water en daar<strong>voor</strong> liggen de barrières <strong>voor</strong> een belangrijk<br />

deel op sociaal-economisch en bestuurlijk vlak. Nieuwe benaderingen <strong>voor</strong><br />

het omgaan met water vragen om een transdisciplinaire benadering, waarbij<br />

overheid en markt elkaar op scherp zetten in netwerken en waterdeskundigen<br />

echt samenwerken en geïnteresseerd zijn in anderen en elkaar. Zowel in Australië<br />

en Nederland zijn er inspirerende kopgroepen. Nu is het peloton aan zet.<br />

Om meer waterdeskundigen in<br />

Australië te bereiken hebben<br />

het International Water Centre<br />

in Brisbane en de Monash University in<br />

Melbourne afgelopen februari vijf tweedaagse<br />

workshops gehouden in Perth, Brisbane,<br />

Melbourne, Sydney en Adelaide 1) . Het was<br />

een soort rondreizend circus. Het doel van<br />

de workshops was samen met mensen uit de<br />

watersector te werken aan strategieën om te<br />

komen tot wat in Australië wordt aangeduid<br />

als ‘The Water Sensitive City’: de watergevoelige<br />

stad. Wellicht is dit initiatief <strong>voor</strong><br />

herhaling vatbaar in Europa, want het enthousiasme<br />

dat vrijkwam, was ongekend.<br />

De deelnemers - gemiddeld meer dan<br />

honderd per workshop - hebben elkaar<br />

geleerd wat de watergevoelige stad is<br />

en welke activiteiten op korte termijn<br />

ondernomen moeten worden. Een tweede<br />

doel van de workshops was de presentatie<br />

van de onderzoeksresultaten van het ‘Water<br />

Governance Program’. Net als bij het ‘Leven<br />

met water’-programma in Nederland is<br />

in Australië onderzoek uitgevoerd op het<br />

grensvlak van technische en sociale wetenschappen,<br />

met opvallend rijke gegevens en<br />

prikkelende resultaten. Deelnemers namen<br />

deze resultaten mee in hun onderlinge<br />

discussies.<br />

Ongetemd vraagstuk<br />

De discussies ontvouwden zich rond het<br />

begrip ‘wicked problem’, dat we in Nederland<br />

vaak vertalen als een ongetemd vraagstuk.<br />

Kenmerk daarvan is onenigheid over de<br />

problemen en grote onzekerheden over<br />

noodzaak en eff ectiviteit van te nemen<br />

maatregelen. Mensen die in de praktijk<br />

werken, herkennen zich daarin.<br />

18 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

Nog steeds betwijfelen veel mensen de ernst<br />

van de klimaatverandering en ook vinden<br />

velen het onverantwoord te investeren<br />

in iets dat niet met zekerheid de beste<br />

oplossing is. Deze onzekerheden sijpelen<br />

door in technische, sociale, economische en<br />

politieke afwegingen en maken het werk<br />

van de waterprofessionals diff uus. Tijdens<br />

de workshops is duidelijk geworden dat<br />

er geen instrumenten zijn om ongetemde<br />

vraagstukken te temmen, maar dat er wel<br />

mogelijkheden zijn er op goede wijze mee<br />

om te gaan. Dat vraagt echter om een<br />

verandering in houding. Veel waterprofessionals<br />

in Australië zijn daartoe bereid... Net<br />

als in Nederland?<br />

Van water<strong>voor</strong>ziening naar<br />

watergevoelig<br />

Een stad is nooit af, zo ook de waterhuishouding<br />

in de stad. Er is sprake van een<br />

ontwikkeling die immer doorgaat en<br />

waaraan steeds nieuwe elementen worden<br />

toegevoegd. Voor Australië is - op basis van<br />

vele interviews - het schema afgeleid dat is<br />

weergegeven in afbeelding 1, ruw vertaald<br />

naar het Nederlands. Van links naar rechts<br />

wordt het steeds complexer.<br />

De eerste steden zijn ooit ontstaan rond<br />

waterbronnen. De wateringenieur had als<br />

<strong>voor</strong>naamste taak te zorgen <strong>voor</strong> voldoende<br />

drinkwater van acceptabele kwaliteit.<br />

Halverwege de 19e eeuw is, <strong>voor</strong>al vanwege<br />

de volksgezondheid, begonnen met de<br />

aanleg van riolering. In Australië kopieerde<br />

men eerst de Engelse gemengde systemen,<br />

maar in een land met lange droogtes en<br />

intense regen functioneren gescheiden<br />

stelsels beter en goedkoper. Na vijf stappen<br />

komt in deze historische reeks de watergevoelige<br />

stad in zicht, op politiek vlak gestuwd<br />

Afb. 1: De ontwikkeling van de water<strong>voor</strong>zienende stad (18e eeuw) naar de watergevoelige stad van de 21e eeuw 2) .<br />

door <strong>voor</strong>al sociale drijfveren en de noodzaak<br />

in te spelen op klimaatverandering.<br />

Globaal bevinden de Australische steden<br />

zich anno <strong>2009</strong> ergens tussen de ‘afvoerstad’<br />

en de ‘oppervlaktewaterstad’. Maar op vele<br />

fronten zien we al vele goede <strong>voor</strong>beelden<br />

van de ‘watercyclusstad’ en de ‘watergevoelige<br />

stad.’ De in de workshops geformuleerde<br />

uitdaging was: hoe zetten we<br />

de stap richting watergevoelige stad, in de<br />

wetenschap dat we te maken hebben met<br />

een ongetemd vraagstuk?<br />

Percepties<br />

Door de Monash University en andere<br />

onderzoeksinstituten is de laatste jaren heel<br />

veel onderzoek verricht naar de sociale,<br />

economische en politieke aspecten van het<br />

noodzakelijke fundamentele veranderingsproces.<br />

Er is scherp gekeken naar wat zich in<br />

de geschiedenis heeft afgespeeld en door<br />

welke processen de huidige situatie wordt<br />

gekarakteriseerd. Vooral interessant is de<br />

uitkomst van een studie naar percepties van<br />

waterprofessionals. Hoe kijken zij aan tegen<br />

de noodzaak om zich te ontwikkelen richting<br />

watergevoelige stad en wat denken zij dat<br />

anderen denken?<br />

Kort samengevat komt het hier op neer. Veel<br />

waterprofessionals zien de noodzaak om te<br />

veranderen en willen ook wel, maar zien vele<br />

barrières, <strong>voor</strong>al bij processen waarop zij zelf<br />

denken geen of nauwelijks invloed te kunnen<br />

uitoefenen. Opvallend daarbij is dat veel<br />

waterprofessionals denken dat bewoners<br />

niet willen meewerken aan de introductie<br />

van een extra waterleidingnet <strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld<br />

het gebruik van stedelijk regenwater<br />

(stormwater), terwijl ze zelf aangeven<br />

daartoe bereid te zijn. In de workshops is<br />

gesproken over een onderschatting van<br />

65 procent. Het onderzoek, tijdens de<br />

workshops gepresenteerd door Megan<br />

Farrelly en Peter Morison, maakt duidelijk dat<br />

het de moeite loont percepties expliciet te<br />

maken, omdat betrokken vaak een te statisch<br />

beeld hebben van wat anderen denken.<br />

Nigel Tapper en Jason Beringer gaven een<br />

boeiende lezing over het zogenaamde ‘heat<br />

island eff ect’, waarbij de temperatuur in<br />

binnensteden drie tot zes graden hoger is dan<br />

in de landelijke omgeving. Beton en steen<br />

houden warmte vast. Er is een kritische grens<br />

van 28°C waarboven signifi cant meer mensen<br />

sterven, <strong>voor</strong>al ouderen. Het is duidelijk dat<br />

steden met regenwater en extra vegetatie<br />

meer zijn te koelen en winst is te boeken op<br />

het gebied van de volksgezondheid. Nu lijken<br />

nachten van 28°C in Nederland nog ver weg,<br />

maar het is goed nu al te anticiperen op wat


kan komen. De leefomgeving kan er een stuk<br />

fraaier door worden.<br />

Singapore<br />

Tony Wong van EDAW hield een inspirerend<br />

betoog over hoe men in Singapore omgaat<br />

met het watervraagstuk. Op dit moment is<br />

Singapore <strong>voor</strong> de aanvoer van drinkwater<br />

erg afhankelijk van Maleisië, maar het zal<br />

niet lang duren <strong>voor</strong> ze hun eigen broek<br />

kunnen ophouden. Op vele plekken in de<br />

stad veranderen saaie betonnen regenwaterafvoerkanalen<br />

in fraaie groene zones<br />

waar mensen kunnen recreëren en een deel<br />

van het afvalwater wordt gerecycled tot<br />

drinkwater. Het beleid krijgt vorm via de<br />

zogenaamde ABC-strategie: ‘Active, Beautiful<br />

and Clean.<br />

Zeer opvallend is het project van de Marina<br />

Barrage. Het betreft een zeearm die de stad<br />

binnenkomt en reikt tot aan de regeringsgebouwen.<br />

Deze zeearm is recentelijk<br />

afgesloten van de zee met een dam, net<br />

als de Zuiderzee destijds. De komende<br />

18 maanden verandert de zeearm in een<br />

zoetwaterbekken, dat <strong>voor</strong> een belangrijk<br />

deel gevoed wordt door afstromend<br />

regenwater. Singapore zet met een<br />

combinatie van alle maatregelen duidelijke<br />

stappen in de richting van de watergevoelige<br />

stad. Veel deelnemers aan de workshops<br />

- <strong>voor</strong>al in Sydney - reageerden in eerste<br />

instantie met de opmerking “Australië is geen<br />

Singapore”, maar realiseerden zich al snel dat<br />

veel elementen van de Singaporese aanpak<br />

ook zeer bruikbaar zijn binnen de Australische<br />

context.<br />

En hiermee is het belang in zicht gekomen<br />

van het in beschouwing nemen van die<br />

context. De watergevoelige stad kenmerkt<br />

zich <strong>voor</strong> een belangrijk deel door gevoeligheid<br />

<strong>voor</strong> de context. Die kan fysiek zijn,<br />

politiek, sociaal en nog veel meer. Daar waar<br />

een gezonde wisselwerking bestaat tussen<br />

watersysteem en context wordt geleerd en<br />

treedt adaptatie op. Daar waar men blijft<br />

hangen in optimalisatie van dat wat er min of<br />

meer al is, groeien ‘wetten en vele praktische<br />

bezwaren’ uit tot ondoordringbare barrières.<br />

Leiderschap en kampioenen<br />

Heel apart en <strong>voor</strong> Nederlanders erg<br />

Amerikaans is de wijze waarop in Australië<br />

belang wordt gehecht aan leiderschap<br />

en kampioenen. Leiders zijn mensen<br />

die krachten kunnen bundelen en de<br />

slagvaardigheid in een veranderingsproces<br />

vergroten. Kampioenen zijn <strong>voor</strong>lopers, de<br />

kopgroep die <strong>voor</strong> het peloton uit zwoegt.<br />

André Taylor kon hier boeiend over vertellen.<br />

Centraal begrip hierbij is capaciteitsopbouw,<br />

het zorgen dat voldoende menskracht<br />

beschikbaar komt <strong>voor</strong> het realiseren van<br />

dat wat je wilt. Veel lukt niet omdat we iets<br />

blijven doen met het oude vertrouwde clubje<br />

waar we zo goed mee kunnen samenwerken.<br />

Op het moment dat een fraaie gedachte tot<br />

ontwikkeling komt en toegepast gaat worden,<br />

wordt dit ‘ons kent ons’-clubje overbelast<br />

- druk, druk, druk - en verdampen goede<br />

bedoelingen. Het loont om ons te verdiepen in<br />

hoe je een olievlekwerking kunt organiseren,<br />

<strong>voor</strong>al door gebruik te maken van reeds<br />

aanwezige capaciteit en maatschappelijk<br />

enthousiasme. In Nederland betekent dit<br />

<strong>voor</strong>al dat we het maatschappelijk middenveld<br />

moeten activeren. Leiders en kampioenen<br />

spelen daarbij een doorslaggevende rol.<br />

Nederland<br />

En wat kan Australië leren van Nederland?<br />

Waarom nemen ze de moeite iemand uit<br />

een koud kikkerlandje met wateroverschot<br />

en waterschappen te laten overkomen<br />

naar het verdrogende Australië? Op twee<br />

onderwerpen werd duidelijk positief<br />

gereageerd. Het besef dat als je accepteert<br />

dat integrale benaderingen complex zijn dat<br />

het dan eenvoudiger wordt om ermee om te<br />

gaan, openden velen de ogen. We hebben<br />

in Nederland vele prachtige <strong>voor</strong>beelden<br />

die aantonen dat juist door het complexer<br />

maken van een proces de implementatie<br />

soepeler verloopt. De Vliert in ‘s-Hertogenbosch<br />

sprak daarbij tot de verbeelding.<br />

Een tweede onderwerp betreft ervaringskennis.<br />

Het onderzoek dat we nu doen naar<br />

de betekenis van ervaringskennis in het<br />

waterbeheer, riep herkenning op. Vooral de<br />

werkwijze van het betrekken van verhalen en<br />

microverhalen in het proces van planvorming<br />

en ontwerp werd door velen gezien als<br />

waardevol. Duidelijk is geworden dat we<br />

de warme relatie die er is tussen Australië<br />

en Nederland ook de komende jaren willen<br />

<strong>voor</strong>tzetten.<br />

Sociaal leren<br />

Er waren gedurende de workshops vele<br />

presentaties, maar het grootste deel van de<br />

tijd waren de deelnemers <strong>voor</strong>al bezig met<br />

het zelf benoemen van aandachtspunten en<br />

uitdagingen <strong>voor</strong> het groeiproces richting<br />

watergevoelige stad. De workshops werden<br />

geleid door Ray Ison en Kevin Collins, beiden<br />

systeemdenkers en actief in het netwerk dat<br />

zich bezighoudt met sociaal leren. Zij hebben<br />

tijdens de workshops een werkwijze geïntroduceerd<br />

die ze aanduiden als ‘conversation<br />

mapping’. De essentie daarvan is dat de<br />

workshopdeelnemers niet alleen aan elkaar<br />

vertellen wat hun belevingen en opvattingen<br />

zijn over de stedelijke wateruitdaging, maar<br />

deze ook op systematische wijze vastleggen<br />

Bioretentie van regenwater in Victoria Park in Sydney (foto: Tony Wong).<br />

achtergrond<br />

in een soort ‘mindmap’. In een wisselwerking<br />

tussen verbreding en verdieping groeiden<br />

de inzichten en werd duidelijk welke stappen<br />

de komende jaren gezet moeten worden.<br />

In Adalaide is er na afl oop zelfs een nieuw<br />

netwerk opgericht. De werkwijze in de<br />

workshops bleek een goede en noodzakelijk<br />

stap te zijn in capaciteitsopbouw, maar er<br />

zullen nog velen stappen moeten volgen. Of<br />

de signalen uit de workshops zich versterken<br />

of uitdempen, weten we over een paar jaar.<br />

Vervolg<br />

Ook Nederland staat <strong>voor</strong> enorme<br />

uitdagingen. We hebben het rapport van<br />

de Deltacommissie, een kersvers nationaal<br />

waterplan en een Europese kaderrichtlijn die<br />

vragen om heel veel aandacht. Daarnaast<br />

heeft de langetermijnvisie <strong>voor</strong> de waterketen<br />

in 2008 een duidelijk gezicht gekregen, met<br />

een uitdagende innovatieagenda. Duidelijk is<br />

dat ook in Nederland sprake is van een hoge<br />

complexiteit en dat de vraagstukken alles<br />

behalve tam zijn. Kortom, ook al hebben we<br />

hier geen beperkingen in drinkwatergebruik<br />

en blijft alles redelijk groen, we zullen moeten<br />

bijleren om deze complexiteit te kunnen<br />

hanteren. Daar<strong>voor</strong> is het van belang begrip<br />

te krijgen van wat zich afspeelt op de grens<br />

van techniek en sociale processen. We moeten<br />

techniek blijven koesteren en zeer zeker<br />

niet allemaal socioloogje willen spelen. De<br />

essentie is dat we meer gevoel moeten krijgen<br />

<strong>voor</strong> hoe droom en werkelijk verbonden<br />

kunnen worden. En op dat vlak kunnen<br />

Australië en Nederland elkaar versterken.<br />

Govert Geldof (Geldof c.s.)<br />

Rebekah Brown (Monash University,<br />

Melbourne)<br />

NOTEN<br />

1) Informatie over de workshops is te vinden op<br />

www.watersensitivefutures.org.<br />

2) Brown R. en J. Clarke (2007). The transition<br />

towards Water Sensitive Urban Design: The story<br />

of Melbourne, Australia. Report of the facility for<br />

advancing water biofi ltration. Monash University,<br />

Melbourne.<br />

(www.urbanwatergovernance.com/publications).<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

19


De water<strong>voor</strong>ziening in Australië<br />

Water en afvalwater zijn actuele onderwerpen die frequent en prominent in<br />

de publieke opinie opduiken in Australië. De laatste jaren zijn herhaaldelijk<br />

waterbeperkingsmaatregelen afgekondigd in grote steden als Sydney,<br />

Melbourne, Brisbane en Perth. De Australische overheid en waterbedrijven<br />

investeren vergaand in de uitbreiding van de waterinfrastructuur en<br />

ontwikkelen diverse strategieën om in de naaste toekomst beter met de<br />

waterschaarste om te gaan. De droogte leidde afgelopen maanden opnieuw tot<br />

hevige bosbranden, maar tegelijkertijd viel noordelijker op het continent een<br />

grote hoeveelheid regen, wat tot overstromingen leidde.<br />

Australië kent van oudsher een<br />

warm en zonnig klimaat met grote<br />

variaties in neerslag (zie afbeelding<br />

1). Terwijl de gemiddelde neerslaghoeveelheden<br />

Australië een droog klimaat toedelen,<br />

liggen de meeste grote steden in zones met<br />

redelijk veel neerslag. Een vergelijking tussen<br />

neerslaggegevens van Amsterdam en Perth<br />

laat zien dat de gemiddelde hoeveelheid<br />

regenval op beide locaties ongeveer 800<br />

millimeter per jaar bedraagt (zie afbeelding 2).<br />

De variatie over het jaar is echter verschillend,<br />

waarbij in Perth de meeste neerslag<br />

20 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

<strong>voor</strong>komt in de periode mei - augustus (de<br />

winterperiode). Daarnaast is de gemiddelde<br />

verdamping in Australië veel hoger dan in<br />

West-Europa.<br />

Het klimaat in Australië kenmerkt zich verder<br />

door een relatief grote variatie in drogere en<br />

nattere jaren. Bij de langetermijnplanning<br />

<strong>voor</strong> de water<strong>voor</strong>ziening dient men daarom<br />

rekening te houden met confl icterende<br />

behoeften. Enerzijds moet er in droge jaren<br />

voldoende water zijn, anderzijds is het zaak<br />

overinvesteringen in de water<strong>voor</strong>raden<br />

Afb. 1: Jaarlijkse regenval (boven) en verdamping (onder) in Australië. (bron: Australian Bureau of Meteorology).<br />

te <strong>voor</strong>komen. Ten slotte maakt de grote<br />

variabiliteit het moeilijk een onderscheid<br />

te maken tussen normale verschillen in<br />

jaarlijkse neerslag en klimaatveranderingen<br />

die aanleiding kunnen zijn de waterberging<br />

uit te breiden.<br />

Het warme klimaat met de hoge verdamping<br />

en <strong>voor</strong>al de <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> groene tuinen,<br />

leiden ertoe dat circa de helft van het<br />

watergebruik buitenshuis plaatsheeft. De<br />

laatste jaren waren uitzonderlijk droog.<br />

Gecombineerd met een toename van de<br />

bevolking en het watergebruik leidde dit<br />

tot een afname van de beschikbaarheid van<br />

zoet water. In veel delen van Australië mag<br />

de bevolking maar beperkt water gebruiken,<br />

onder andere in Sydney, Melbourne en<br />

Perth. Toegepaste restricties variëren per<br />

locatie en kunnen beperkingen inhouden<br />

van het sproeien van tuinen, het gebruik<br />

van automatische veldbesproeiïngs- en<br />

sprinklersystemen, het wassen van auto’s, het<br />

besprenkelen van straten en het vullen van<br />

zwembaden. In bepaalde delen van de staat<br />

Victoria werd een totaal embargo op het<br />

besproeien van buitenterrein afgekondigd.<br />

Deze maatregelen hadden niet alleen invloed<br />

op de bewoners van deze gebieden, maar<br />

sorteerden een breder sociaal eff ect, omdat<br />

ook gemeenschaps<strong>voor</strong>zieningen, zoals<br />

parken en sportvelden, hierdoor werden<br />

getroff en.<br />

De bevolking in Australië groeit met 1,4<br />

procent per jaar. In Perth is dat zelfs 1,7<br />

procent, waarbij het waterverbruik zal<br />

toenemen van 275 miljoen tot 470 miljoen<br />

kubieke meter per jaar in 2050. De kredietcrisis<br />

dwingt overheden tot bijstelling van<br />

prioriteiten. Daarom is de Australische<br />

overheid bezig de essentiële infrastructuur<br />

in West-Australië verder uit te bouwen, met<br />

name de water<strong>voor</strong>zieningen. Tegelijkertijd<br />

zijn ook daar de gevolgen langzamerhand<br />

merkbaar van een versterkt broeikaseff ect.<br />

Dit uit zich onder andere in afnemende<br />

rivierafvoeren en waterreservoir-inhoud. De<br />

milieueff ecten zijn in het bijzonder zichtbaar<br />

in Perth, waar het waterbedrijf (Water<br />

Corporation) de theoretisch beschikbare<br />

eff ectieve inhoud van zijn waterreservoir<br />

in 1996 heeft teruggebracht. Sindsdien is<br />

de verdroging zodanig toegenomen, dat<br />

vorig jaar de totale toestroom naar het<br />

oppervlakte waterreservoir afnam met<br />

60 procent (zie afbeelding 3). Klimaatmodellen<br />

suggereren een verdere verdroging<br />

van het klimaat in de regio Perth.


In deze regio bestond de zoetwaterinname<br />

zone oorspronkelijk <strong>voor</strong>al uit<br />

bebost gebied. Deze bebossing is door<br />

excessieve houtkap en mijnbouw vanaf<br />

1930 sterk afgenomen. Sinds twaalf jaar is<br />

een her bebossingsprogramma, gericht op<br />

duurzaam bosbeheer en een vergrote rivierafvoercapaciteit,<br />

opgezet. Dit programma<br />

zal, indien succesvol, leiden tot een betere<br />

opslag van neerslag en de verdampingsverliezen<br />

beperken, zodat uiteindelijk de<br />

rivierafvoer zal toenemen.<br />

Anticiperend op de verdere verdroging<br />

heeft de Water Corporation erkend dat<br />

Afb. 2: Maandgemiddelen <strong>voor</strong> de regenval in Amsterdam en Perth.<br />

<strong>voor</strong> dit probleem geen enkelvoudige<br />

oplossing bestaat en dat daarom verschillende<br />

maatregelen noodzakelijk zijn, zoals<br />

zeewaterontzouting, het aanwenden van<br />

nieuwe grondwater- en oppervlaktewater<strong>voor</strong>raden,<br />

een toename in het hergebruiken<br />

van afvalwater, inkoop van water, beheer van<br />

stroomgebieden en ook sociaal-maatschappelijke<br />

maatregelen als beïnvloeding van de<br />

vraag.<br />

Ontzouting<br />

Zeewaterontzouting die onafhankelijk is van<br />

neerslag, is zeer aantrekkelijk ten tijde van<br />

verdroging en afnemende neerslag. De Perth<br />

Afb. 3: Totale jaarlijkse toevoer naar de waterreservoirs in Perth (bron: Water Corporation).<br />

achtergrond<br />

Seawater Desalination Plant is opgeleverd in<br />

2006 en was de eerste ontzoutings installatie<br />

van deze schaal ten behoeve van de<br />

openbare water<strong>voor</strong>ziening in West-Australië.<br />

Deze installatie, die geheel op windenergie<br />

draait, is ontwikkeld als onderdeel van een<br />

publiek-private samenwerking en heeft een<br />

capaciteit van 45 miljoen kubieke meter<br />

drinkwater per jaar. De bouw van een tweede<br />

installatie met een capaciteit van 50 miljoen<br />

kubieke meter per jaar begint in de loop<br />

van dit jaar. Ook deze installatie zal gebruik<br />

maken van duurzame energie.<br />

Water<strong>voor</strong>raden<br />

Klimaatverandering en terugloop in rivierafvoeren<br />

hebben geleid tot de ontwikkeling<br />

van aanvullende grondwater- en oppervlaktewaterbronnen<br />

die de toenemende<br />

waterbehoefte moeten dekken. Deze nieuwe<br />

bronnen sluiten aan bij de traditionele<br />

benadering van de water<strong>voor</strong>ziening in<br />

Perth, waarbij grondwater- en oppervlaktewaterbronnen<br />

als één systeem worden<br />

beschouwd. Deze integrale benadering<br />

laat toe dat van jaar tot jaar verschillende<br />

hoeveelheden grond- en oppervlaktewater<br />

worden gebruikt. Tijdens nattere jaren wordt<br />

<strong>voor</strong>al oppervlaktewater gebruikt, terwijl de<br />

grondwater<strong>voor</strong>raden worden aangevuld.<br />

Tijdens droge jaren wordt dan <strong>voor</strong>namelijk<br />

grondwater gebruikt <strong>voor</strong> de drinkwater<strong>voor</strong>ziening.<br />

Verhandelen irrigatierechten<br />

Een andere benadering van klimaatverandering<br />

is het verhandelen van irrigatierechten<br />

aan de Water Corporation. Dit bedrijf wordt in<br />

dit geval partner in een aantal coöperatieve<br />

irrigatiesystemen in het district Harvey. Deze<br />

van oorsprong open kanalen zijn vervangen<br />

door gesloten systemen. Hiermee bereikt<br />

men dat water dat anders door verdamping<br />

verloren zou zijn gegaan, nu aan de Water<br />

Corporation kan worden geleverd.<br />

Afvalwater<br />

Hergebruik van behandeld afvalwater is<br />

gebruikelijk in West-Australië, met name<br />

<strong>voor</strong> de irrigatie van parken, stadions<br />

en golfbanen. Het grootste deel van<br />

het afvalwater wordt echter in Perth<br />

gegenereerd, waar op dit moment slechts<br />

een klein deel wordt hergebruikt. De<br />

overheid heeft zich ten doel gesteld 20<br />

procent van al het afvalwater te hergebruiken<br />

in 2012. Recent is ook de Kwinana<br />

Water Reclamation Plant ontwikkeld: een<br />

membraanfi ltratie-installatie die zes miljoen<br />

kubieke meter afvalwater per jaar verregaand<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

21


Reservoir in droge tijd (foto: Water Corporation).<br />

kan behandelen, zodat het geschikt is <strong>voor</strong><br />

industriële toepassingen.<br />

Daarnaast streeft de industrie zelf naar<br />

een toename van het hergebruik van het<br />

industrieel water. Het netto-eff ect is dat de<br />

industrie minder drinkwater afneemt van<br />

de Water Corporation en dat minder water<br />

wordt geloosd in de Indische Oceaan.<br />

Tevens wordt een driejarige studie<br />

naar mogelijkheden <strong>voor</strong> diepinfi ltratie<br />

uitgevoerd. Deze studie omvat de zuivering<br />

van afvalwater door middel van een<br />

RO-installatie, waarna het productwater in<br />

een doorlatende laag op circa 200 meter<br />

diepte wordt geinjecteerd. Indien de<br />

autoriteiten goedkeuring verlenen en de<br />

gemeenschap het principe accepteert, heeft<br />

grondwateraanvulling de potentie om een<br />

belangrijke bron van water<strong>voor</strong>ziening te<br />

worden. Het kan bovendien extra bedrijfszekerheid<br />

garanderen in droge jaren.<br />

Beïnvloeding van de vraag<br />

Beinvloeding van de vraag naar water richt<br />

zich op de publieke opinie inzake het gebruik<br />

van water. Hiermee wordt een verantwoord<br />

en effi ciënter gebruik van water beoogd.<br />

Onderdelen van het bewustwordingsprogramma<br />

zijn educatieve programma’s<br />

22 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

op scholen, beleid om in tuincentra meer<br />

buitenplanten geschikt <strong>voor</strong> mediterraan<br />

klimaat te verkopen, belasting<strong>voor</strong>delen bij<br />

gebruik van waterbesparende installaties en<br />

apparaten én grijswater-hergebruik.<br />

Een vereiste <strong>voor</strong> het succesvol terugdringen<br />

van het waterverbruik is een gedragsverandering<br />

van het publiek. Een maatregel die<br />

de Water Corporation zou kunnen nemen,<br />

is om het sproeien van tuinen alleen in de<br />

vroege ochtend en late avond toe te laten.<br />

Voorts is in Australië veel aandacht <strong>voor</strong> het<br />

bevorderen van duurzaam wonen.<br />

Toekomst<br />

De bevolkingsgroei in en uitbreiding van<br />

stedelijke gebieden leiden ook tot een<br />

toename van de afvalwaterproductie.<br />

Een hogere hydraulische belasting van de<br />

afvalwaterzuiveringsinstallatie, de wens<br />

afvalwater te hergebruiken en striktere<br />

milieuvergunningen nopen de beheerders<br />

om de capaciteiten en het rendement van de<br />

zuiveringen te vergroten. In Perth is dit onder<br />

andere zichtbaar in het ontwerp en de bouw<br />

door DHV van vier Carrousel awzi’s in het<br />

kader van een groot renovatieproject.<br />

Vanwege verdroging, klimaatverandering<br />

en de sterke bevolkingsgroei zullen afvalwaterhergebruik<br />

en waterbesparing naar<br />

verwachting nodig blijven. De klimaatverandering<br />

en het recent ondertekenen<br />

van het Kyoto Protocol door Australië<br />

hebben geleid tot een toenemende<br />

aandacht <strong>voor</strong> kooldioxide-emissies: vele<br />

waterbedrijven trachten hun kooldioxideuitstoot<br />

te verkleinen. De komende jaren<br />

zal ongeveer 30 miljard Australische dollar<br />

(16,5 miljard euro) worden geinvesteerd in<br />

de water infrastructuur. Er bestaan plannen<br />

<strong>voor</strong> diverse grote ontzoutingsinstallaties.<br />

Spoedig zal elke grote kustgemeente over<br />

een eigen ontzoutingsinstallatie beschikken.<br />

De meeste deelstaten investeren ook<br />

in hergebruik van afvalwater, waarbij in<br />

Zuidoost-Queensland (Brisbane) sinds<br />

vorig jaar afvalwater tot drinkwater wordt<br />

opgewerkt.<br />

Emma Rose (International Water<br />

Association / DHV)<br />

Arco van der Toorn (DHV)


achtergrond / opinie<br />

Bagger in zandwinputten onverantwoord<br />

Uit onderzoek dat TNO verrichtte in opdracht van Rijkswaterstaat, blijkt dat<br />

het storten van vervuild slib in zandwinputten de kwaliteit van het grondwater<br />

kan aantasten. In het Besluit Bodemkwaliteit, dat vanaf 1 januari 2008 in<br />

werking trad, wordt hier geen rekening mee gehouden. Bij het opstellen van<br />

het besluit zijn nieuwe vervuilingsklassen <strong>voor</strong> (bagger)slib gebruikt, die veel<br />

minder streng zijn dan de oude normen. De achterliggende gedachte is dat het<br />

risico op vervuiling van het grond- en oppervlaktewater minimaal zou zijn. Dat<br />

het onderzoek van TNO op andere conclusies duidt, is geen verrassing <strong>voor</strong><br />

Herman Wanningen.<br />

Het is het jaar 2000. Ik begin net met<br />

mijn nieuwe baan als aquatisch<br />

ecoloog bij Waterschap Hunze<br />

en Aa’s. Mijn kennis wordt direct op de proef<br />

gesteld. De Provincie Drenthe stelt een<br />

vraag over de eff ecten op de waterkwaliteit<br />

van het storten van overtollig bouw<strong>voor</strong><br />

in een zandwinplas in de omgeving van<br />

Gasselte. De plas staat in verbinding met<br />

een recreatie gedeelte, waar in de zomer<br />

wordt gezwommen. De afgeschraapte<br />

bouw<strong>voor</strong> is afkomstig van verschralingsprojecten<br />

van Staatsbosbeheer, waarbij de<br />

voedselrijke bovenlaag wordt afgeschraapt.<br />

Door het deponeren van de bouw<strong>voor</strong> in<br />

een zandwinplas denkt Staatbosbeheer de<br />

oplossing te hebben gevonden <strong>voor</strong> het<br />

ruimtegebrek in de natuurgebieden.<br />

Er gaan al direct alarmbellen bij mij af.<br />

Voedselrijke bouw<strong>voor</strong> in een voedselarme<br />

zandwinplas? Dat is toch vragen om<br />

waterkwaliteitsproblemen? Jarenlang is<br />

deze bouw<strong>voor</strong> bemest en volgestopt met<br />

fosfaat en stikstof. Het storten van deze<br />

bouw<strong>voor</strong> in voedselarm water zorgt dat<br />

de voedingsstoff en vrij komen in het water.<br />

Dit is vragen om eutrofi ëringsproblemen.<br />

Ik zie de waarschuwingsborden ‘verboden<br />

te zwemmen vanwege blauwalgen’ al <strong>voor</strong><br />

me. Na een rondvraag langs een aantal<br />

landelijke deskundigen geef ik het advies<br />

om de bouw<strong>voor</strong> niet in een zandwinplas<br />

te stoppen. De waterkwaliteit zal aanzienlijk<br />

verslechteren en er ontstaan risico’s <strong>voor</strong><br />

recreanten. Het principe van het storten van<br />

voedselrijke bouw<strong>voor</strong> druist in tegen het<br />

waterkwaliteitsbeleid. Geen achteruitgang!<br />

De KRW is nog maar net ingetreden en het<br />

standstill-principe is hierin een uitgangspunt.<br />

Het is het jaar <strong>2009</strong>. De kranten staan vol<br />

met berichten over het storten van bagger<br />

in zandwinplassen dat conform het Besluit<br />

Bodemkwaliteit is geoorloofd. Discussies over<br />

risico’s <strong>voor</strong> grondwater, mens en dier zijn<br />

in volle gang. De Provincie Overijssel heeft<br />

zelfs haar stortprojecten tot nadere orde<br />

stilgelegd. Mijn alarmbellen zijn inmiddels<br />

ook weer afgegaan. Gaan we in Nederland<br />

de goede waterkwaliteit van zandwinplassen<br />

verslechteren? Waar is de KRW in deze? De<br />

KRW is toch <strong>voor</strong> het realiseren van gezond<br />

en schoon water?<br />

Het tot nader orde stilleggen van de<br />

projecten is een verstandige keuze van<br />

de Provincie Overijssel. Naast het in beeld<br />

brengen van de directe riscio’s ter plaatse<br />

geeft dit de tijd om het Besluit Bodemkwaliteit<br />

af te stemmen op de KRW-doelen<br />

en -uitgangspunten, zoals het standstillbeginsel.<br />

Laten we <strong>voor</strong>zichtig zijn met<br />

het moois dat Nederland biedt en pas echt<br />

bagger storten indien er geen risico’s zijn<br />

<strong>voor</strong> de mensen, fl ora en fauna.<br />

Herman Wanningen (Wanningen Water<br />

Consult)<br />

Het Gooimeer is een populaire locatie om slib te storten. Het Antislib Platform Gooimeer vecht de door het Ingenieursbureau Amsterdam en Waternet verleende<br />

stortvergunning aan. Begin april doet de rechter uitspraak.<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

23


informatie<br />

Grens overschrijdende visie in ‘Van regen tot Maas’<br />

Water is <strong>voor</strong> iedereen van levensbelang; of het nu gaat over veiligheid,<br />

drinkwater, scheepvaart, landbouw, koelwater of natuur. In het stroomgebied<br />

van de Maas werken dan ook talloze waterbeheerders <strong>voor</strong> lokale, regionale<br />

en nationale en internationale instanties. Samen met Europese wetten en<br />

richtlijnen stimuleert dit waterbeheerders om steeds meer over de grenzen<br />

heen te kijken - om waterbeheer af te stemmen, gezamenlijk plannen te<br />

maken en samen op te trekken. Maar hoe kunnen we grensoverschrijdende<br />

maatregelen en oplossingen bedenken als onze kennis van de Maas zich louter<br />

beperkt tot ons eigen beheersgebied?<br />

Het boek ‘Van regen tot Maas’,<br />

geschreven door fysisch geograaf<br />

Marcel de Wit en op 19 <strong>maart</strong><br />

offi cieel gepresenteerd tijdens het gelijknamige<br />

symposium bij Rijkswaterstaat in<br />

Maastricht, biedt de ingrediënten <strong>voor</strong> een<br />

grensoverschrijdende visie. Hij heeft op<br />

knappe wijze van de verschillende beelden<br />

een samenhangend verhaal gemaakt. Hij<br />

duikt in het verleden, beschrijft het heden<br />

en kijkt naar de toekomst <strong>voor</strong> een visie<br />

op oorzaken van en maatregelen tegen<br />

wateroverlast en watertekorten op de<br />

Maas. Geschiedenis, geologie, fysische en<br />

historische geografi e, beleid en beheer,<br />

klimaat en gevolgen van verandering (ook<br />

in landgebruik), maatschappij - alle facetten<br />

komen op een prettig geschreven en<br />

uitstekend geïllustreerde manier aan bod.<br />

Zijn de grillen van droogte en hoogwater te<br />

temperen, hebben menselijke ingrepen de<br />

Eerste gedrukte waterstaats canon<br />

Het eerste gedrukte waterstaats -<br />

canon van Nederland is onlangs<br />

gepresenteerd tijdens een<br />

bijeenkomst in de Schermer.<br />

Dijkgraaf Luc Kohsiek van<br />

Hoogheemraadschap Hollands<br />

Noorderkwartier overhandige de<br />

eerste exemplaren van het door historicus<br />

Diederik Aten geschreven boek (met de titel<br />

Stormenderland) aan de Noord-Hollandse<br />

gedeputeerde Rinske Kruisinga en burgemeester<br />

Piet Moeijes van de gemeente<br />

Schermer.<br />

24 H <strong>H2O</strong> 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

rivier juist grilliger gemaakt, hoe verdelen we<br />

het water (ook bij perioden van watertekort),<br />

wat zijn de gevolgen van klimaatverandering<br />

en welke maatregelen nemen de verschillende<br />

landen? Dit zijn vragen waarop ‘Van<br />

regen tot Maas’ een degelijk antwoord biedt.<br />

Het leuke van de manier waarop de auteur<br />

het boek heeft geschreven, is de persoonlijke<br />

stijl. Vaak wordt de ik-vorm gebruikt en<br />

regelmatig komen namen van personen en<br />

reële gebeurtenissen <strong>voor</strong>. Daarmee krijgt<br />

het boek een prettige persoonlijke stijl - de<br />

lezer wordt meegenomen en staat als het<br />

ware midden in het waterbeheer. De 13<br />

hoofdstukken maken je nieuwsgierig naar<br />

meer - je blijft bladeren en lezen. Het boek is<br />

aantrekkelijk vormgegeven, uiterst leesbaar<br />

en daarnaast nog eens zeer informatief. In<br />

‘Van regen tot Maas’ wordt waterbeheer ook<br />

toegankelijk gemaakt <strong>voor</strong> het grote publiek<br />

- iets wat doorgaans lastig is. Het bijzonder<br />

Het boek behandelt in 30 ‘vensters’ de 1300<br />

jaar oude geschiedenis van Holland boven<br />

‘t IJ, waar dijken, polders, boezems, molens<br />

en gemalen het leven mogelijk maken. Aten<br />

plaatst alle ontwikkelingen in historisch<br />

perspectief en besteedt onder meer<br />

aandacht aan Schermer en Beemster, de<br />

Hondsbossche Zeewering, de Sint Elizabethsvloed<br />

en de watersnoden van 1916 en 1953.<br />

‘Stormenderhand’ kost 12,50 euro en ligt in<br />

de boekhandel of is te bestellen bij Stichting<br />

Uitgeverij Noordholland: (075) 647 65 07<br />

V.l.n.r. auteur Diederik Aten, dijkgraaf Luc Kohsiek, gedeputeerde Rinske Kruisinga en burgemeester Piet<br />

Moeijes van Schermer.<br />

fraaie plaatwerk draagt hieraan bij. Ondanks<br />

de uitstekende leesbaarheid wordt niet<br />

ingeboet op de wetenschappelijke kwaliteit.<br />

Zoiets zie je eigenlijk maar zelden. Marcel de<br />

Wit is het gelukt: een grenzeloos boek.<br />

Michael van der Valk<br />

‘Van regen tot Maas. Grensoverschrijdend<br />

waterbeheer in droge en natte tijden’. Door Marcel<br />

de Wit, gebonden, 216 pagina’s. Uitgeverij Veen<br />

Magazines (ISBN 978-90-8571-230-5).<br />

Oplossingen <strong>voor</strong><br />

ongewenste<br />

opwarming<br />

drinkwater<br />

Ongewenste opwarming van<br />

leiding water in nieuwbouw woningen<br />

kan leiden tot bacteriegroei<br />

(Legionella) in de installatie. In ISSO/<br />

SBR-publicatie 811 ‘Hotspotvrij<br />

ontwerpen, bouwen en installeren’,<br />

staan verschillende concepten die een<br />

oplossing bieden <strong>voor</strong> dit probleem.<br />

De temperatuur van drinkwater moet<br />

onder de 25°C blijven, maar met de<br />

huidige bouwmethoden is het niet<br />

altijd gemakkelijk om te voldoen aan deze NEN<br />

1006-richtlijn uit het Bouwbesluit en het Waterleidingbesluit.<br />

In de praktijk is het erg lastig de<br />

cv- en vloerverwarmingsleidingen zodanig uit<br />

elkaar te houden dat ongewenste opwarming<br />

van drinkwater kan worden <strong>voor</strong>komen.<br />

ISSO, het kennisinstituut <strong>voor</strong> de installatiesector,<br />

houdt regionale instructiebijeenkomsten<br />

<strong>voor</strong> technische medewerkers van<br />

bouw- en installatiebedrijven. Aan de hand<br />

van <strong>voor</strong>beelden wordt nader ingegaan op<br />

de vraag hoe de aangedragen oplossingen in<br />

de praktijk zijn te hanteren.<br />

Voor meer informatie: www.isso.nl.


WATERCOLUMN<br />

Watersnood?<br />

Het water tot aan de lippen staan!<br />

Het hoofd boven water houden!<br />

Pompen of verzuipen!<br />

Maar ook:<br />

Water bij de wijn doen.<br />

Water naar de zee dragen.<br />

Nederlandse uitdrukkingen die duidelijk<br />

maken dat water belangrijk <strong>voor</strong> ons is en<br />

dat de daadkracht die we opbrengen om<br />

waterproblemen aan te pakken nogal eens<br />

verschilt (hoe zal het bij<strong>voor</strong>beeld gaan met<br />

de realisatie van de aanbevelingen van de<br />

Deltacommissie en het winnende idee <strong>voor</strong><br />

de Afsluitdijk?)<br />

In dit verband was het heel boeiend om<br />

vorig jaar oktober Singapore en Australië te<br />

bezoeken tijdens de NVA/KVWN-studiereis<br />

(<strong>voor</strong> een kort verslag zie de internetpagina<br />

van Waternetwerk). Deze landen hebben<br />

gemeen dat hun water<strong>voor</strong>ziening op de<br />

langere termijn in gevaar komt en dat ze<br />

ingrijpende maatregelen hebben genomen<br />

om deze veilig te stellen.<br />

De achilleshiel van Singapore is de<br />

waterlevering vanuit buurland Maleisië. Is<br />

deze ook op langere termijn gegarandeerd?<br />

In het oosten van Australië is de laatste tien<br />

jaar veel te weinig regen gevallen. Hierdoor<br />

staan de stuwmeren die het water <strong>voor</strong> de<br />

grote steden leveren, bijna droog.<br />

Zowel in Singapore als Australië zijn binnen<br />

enkele jaren ingrijpende maatregelen<br />

getroff en om extra neerslag te benutten,<br />

de waterketen te sluiten en drinkwater uit<br />

zeewater te maken. Binnen vijf jaar worden<br />

enkele miljarden euro’s aan maatregelen<br />

gerealiseerd. Minstens zo belangrijk naast de<br />

techniek zijn de grote publiekscampagnes.<br />

Deze hebben bereikt dat de bevolking zich<br />

bewust is van het belang van veilig water,<br />

veel minder water gebruikt en meewerkt aan<br />

diverse vormen van hergebruik. Opvallend<br />

is trouwens dat directe productie van<br />

drinkwater uit gezuiverd afvalwater zowel<br />

in Singapore als Australië (nog?) niet wordt<br />

geaccepteerd, hoewel dit technologisch<br />

geen enkel probleem hoeft te zijn.<br />

Als het gaat om aansprekende waterplannen<br />

laten wij ons in Nederland graag inspireren<br />

door Leeghwater, Lely en de Deltawerken.<br />

Voor een moderne inspiratiebron op het<br />

gebied van ingrijpende watermaatregelen<br />

wordt het tijd ons op het oosten te richten,<br />

naar Singapore en Australië.<br />

Jammer alleen dat het zo’n<br />

eind vliegen is.<br />

Peter de Jong<br />

(Waternetwerk)<br />

Agenda<br />

1 april: De stedelijke wateropgave,<br />

waterberging in de stad<br />

Hoe verwerk je extreme neerslag in stedelijk<br />

gebied? Voorbeelden uit Rotterdam<br />

inspireren kleine en grote gemeenten. Er<br />

is gelegenheid <strong>voor</strong> een kijkje in de ondergrondse<br />

waterberging bij het Museumpark.<br />

De bijeenkomst in het Nederlandse Architectuurinstituut<br />

begint om 12.00 uur en duurt<br />

tot 16.30 uur.<br />

23 april: Zwemwater<br />

De implementatie van de Europese Kaderrichtlijn<br />

Zwemwater heeft het nodige werk<br />

met zich meegebracht en een aantal nieuwe<br />

ontwikkelingen geïnitieerd. Hoe gaan we<br />

om met nieuwe zwemwaterlocaties? Hoe<br />

raken we probleemlocaties kwijt? Hoe ziet<br />

de nieuwe regelgeving eruit en wat gaat die<br />

ons brengen? Wat zijn goede zwemwaterprofi<br />

elen? Wie doet er wat aan handhaving?<br />

Deze en nog vele andere vragen komen<br />

aan bod in het symposium van programmagroep<br />

Watersystemen in samenwerking met<br />

het ministerie van VROM. De locatie is De<br />

Eenhoorn in Amersfoort.<br />

23 april: De toekomst van de<br />

waterketen<br />

Hoe ziet de waterketen er in de toekomst<br />

uit en wat is nodig om die toekomst<br />

werkelijkheid te maken? Daarover gaat het<br />

symposium dat plaatsvindt in het kantoor<br />

van Arcadis in Amersfoort. De toegang is<br />

gratis.<br />

13 mei: Op-weg-naar-huis<br />

bijeenkomst<br />

De Technische Commissie Anaerobie<br />

verzorgt een op-weg-naar-huis bijeenkomst<br />

bij Waternet in Amsterdam van 17.00 tot<br />

19.30 uur.<br />

14 mei: landelijke sectiedag<br />

De landelijke sectiedag heeft dit jaar als<br />

thema ‘de Nieuwe Hollandse Waterlinie’. Alle<br />

sectieleden ontvangen een uitnodiging;<br />

aanmelden is dan mogelijk via de eigen<br />

sectie. De ontvangst is in partycentrum<br />

Het Dak in Leerdam. Tijdens de dag is er<br />

onder andere tijd <strong>voor</strong> een bezoek aan<br />

Fort Asperen. De lunch vindt plaats op een<br />

rondvaartboot op de Linge.<br />

12 juni: algemene ledenvergadering<br />

Aan bod komen onder meer de jaarrekening,<br />

het jaarverslag, de begroting en plannen<br />

<strong>voor</strong> 2010 en de bestuurssamenstelling.<br />

Aansluitend vindt een symposium plaats<br />

over de implicaties van de Waterwet. De<br />

locatie is het Waterhuis in Nieuwegein.<br />

25-26 juni: Effl uent als bron<br />

De themagroep Water<strong>voor</strong>ziening houdt<br />

een tweedaags congres met excursie over<br />

hergebruik van effl uent. Nadere bijzonderheden<br />

volgen.<br />

verenigingsnieuws<br />

Nieuwe cursussen<br />

Regenwater<strong>voor</strong>zieningen, van<br />

ontwerp tot beheer<br />

Op dit moment wordt veel energie gestoken<br />

in het afkoppelen van hemelwater van de<br />

riolering. De riolering wordt hiermee ontlast,<br />

het aantal overstortingen vermindert en de<br />

zuiveringsprestaties van de rwzi verbeteren.<br />

Na het volgen van de cursus weet de<br />

deelnemer dat afstromend hemelwater niet<br />

zo schoon is als vaak wordt gedacht. Hij of zij<br />

weet welke <strong>voor</strong>zieningen toegepast kunnen<br />

worden om hemelwater af te voeren zonder<br />

hier<strong>voor</strong> de riolering te gebruiken. Voor de<br />

meest <strong>voor</strong>komende <strong>voor</strong>zieningen kan de<br />

cursist ontwerpregels toepassen. In de cursus<br />

wordt een aantal belangrijke tips en valkuilen<br />

gegeven bij aanleg, beheer en monitoring<br />

van deze systemen.<br />

Deelname aan deze in Utrecht gegeven<br />

cursus kost 850 euro. De cursusdata zijn 12,<br />

19 en 26 mei.<br />

Inrichting, beheer en onderhoud in<br />

stedelijk gebied<br />

De eisen aan water in stedelijk gebied zijn<br />

hoog. Naast aandacht <strong>voor</strong> wateroverlast<br />

en watertekorten staat de beleving van het<br />

water centraal. Goede inrichting, beheer en<br />

onderhoud zijn essentieel <strong>voor</strong> het functioneren<br />

van het systeem. Deze driedaagse<br />

cursus biedt inzicht in de kenmerken van<br />

het stedelijk watersysteem. Welke functies<br />

heeft het water en met welke knelpunten<br />

hebben we te maken? Er is ruim aandacht<br />

<strong>voor</strong> de taken en verantwoordelijkheden<br />

op het gebied van beheer en onderhoud.<br />

Daarnaast geeft de cursus aan de hand van<br />

praktijk<strong>voor</strong>beelden handvatten <strong>voor</strong> de<br />

mogelijkheden op het gebied van inrichting,<br />

maaibeheer en de baggeropgave.<br />

Deze cursus begint op 13 mei in Utrecht.<br />

Deelname kost 1.225 euro.<br />

Voor meer informatie:<br />

Jantine de Waal (030) 606 94 09 of<br />

Pim van Marissing (030) 606 94 08.<br />

Onderhoudswerkzaamheden op een industrieterrein<br />

in Nieuwegein.<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

25


90012<br />

Grondwatermeetnetbeheer<br />

geheel in de<br />

hand<br />

U wilt draadloos velddata kunnen<br />

verzamelen? En die vervolgens<br />

vanachter uw bureau aan een grondige<br />

analyse onderwerpen? Dat kan met<br />

Diver-NETZ*.<br />

Diver-NETZ is een volledig netwerk dat<br />

de beste draadloze techniek <strong>voor</strong> uw<br />

veldwerk combineert met de meest<br />

recente software <strong>voor</strong> achter uw bureau:<br />

gebruikersvriendelijk en overzichtelijk.<br />

Diver-NETZ maakt uw dataverwerving,<br />

-management en -analyse uiterst<br />

efficiënt. Met Diver-NETZ kunt u uw<br />

grondwatermeetnet op de lange termijn<br />

effectief beheren.<br />

Van veldwerk tot kantoor:<br />

kies <strong>voor</strong> Diver-NETZ.<br />

www.swstechnology.com<br />

sws-diver@slb.com *mark of Schlumberger<br />

P OMPEN A FSLUITERS S YSTEMEN<br />

De compacte alleskunner<br />

<strong>voor</strong> de afvalwaterbranche<br />

KSB Nederland B.V. . www.ksb.nl . infonl@ksb.com<br />

Kijk op www.swstechnology.com <strong>voor</strong><br />

meer informatie.<br />

Compact, krachtig en robuust - zo laat KSB’s nieuwe afvalwaterpomp<br />

Amarex N S 32 zich omschrijven. Ideaal <strong>voor</strong> het transport<br />

van alle soorten afvalwater. Eén pomptype <strong>voor</strong> alle gangbare<br />

drukrioleringstoepassingen. En dat alles dankzij de geïntegreerde<br />

vuilversnijder via een persleiding van slechts 32 mm! Ook aan<br />

veiligheid en inzetbaarheid laat de Amarex N S 32 niets te wensen<br />

over: een explosieveilige motor, lekkagevrije verbinding, hoogwaardige<br />

materialen, optimale servicevriendelijkheid en rioolwaterbestendige<br />

coating maken de Amarex N S 32 met recht een alleskunner.<br />

Wilt u dat ook ervaren of heeft u een ander dompelpomptype nodig?<br />

Neem dan contact met ons op! 020-4079800.


Susan Sollie, Tauw<br />

Pim de Kwaadsteniet, Tauw<br />

platform<br />

Gebruik begroeide oeverzones<br />

<strong>voor</strong> verbetering waterkwaliteit<br />

Begroeide oevers langs ondiepe meren kunnen, naast het verhogen van<br />

biodiversiteit, bijdragen aan een verbetering van de waterkwaliteit. Processen<br />

die nutriënten verwijderen uit het oppervlaktewater (zoals denitrifi catie,<br />

opname door planten en accumulatie van organisch materiaal), leveren meer<br />

resultaat op in delen van de oever die begroeid zijn. Op lokale schaal is dan<br />

ook een verbetering van de waterkwaliteit bij begroeide oevers gemeten. Om<br />

ook op grote schaal eff ect te zien, moet echter aan een aantal <strong>voor</strong>waarden<br />

worden voldaan. De uitwisseling van het water met de oeverzone moet<br />

voldoende zijn en in sterk geëutrofi eerde meren is het onvermijdelijk om ook<br />

andere maatregelen te nemen. Het eff ect van een zuiverende oever kan worden<br />

vergroot door het instellen van een (meer) natuurlijk waterpeilregime.<br />

Ondiepe meren zijn vaak zeer<br />

voedselrijk. Belangrijke bronnen<br />

hiervan zijn de inlaat van<br />

voedselrijk water en uit- en afspoeling van<br />

omliggende landbouwarealen. Ook interne<br />

eutrofi ëring speelt vaak een rol bij het<br />

instandhouden van een nutriëntenrijk en<br />

troebel watersysteem.<br />

In het kader van de Kaderrichtlijn Water<br />

(KRW) worden bronmaatregelen (reductie<br />

nutriëntenbelasting), systeemmaat regelen<br />

(vergroten van de draagkracht) en interne<br />

maatregelen (ingreep voedselweb) 1)<br />

genomen. Het beheer van ondiepe meren<br />

is dikwijls gericht op het uitvoeren van<br />

bronmaatregelen 2) , maar het verlagen van<br />

nutriëntenbelasting is kostbaar en slechts tot<br />

op zekere hoogte mogelijk. Het is dus onvermijdelijk<br />

dat maatregelen worden genomen<br />

in het watersysteem zelf.<br />

Een veelbelovende systeemmaatregel is<br />

het aanplanten cq. uitbreiden van oevervegetatie.<br />

Het begroeide oeverareaal is<br />

vaak beperkt tot een smalle strook rond een<br />

groot wateroppervlak. Niet alleen <strong>voor</strong>komt<br />

of beperkt het tegennatuurlijke peil en de<br />

morfologie (onder andere diepte van het<br />

meer, ligging ten opzichte van de wind,<br />

verharde oevers) de groei van helofyten over<br />

grote oppervlakten, maar meren hebben<br />

meestal ook andere functies die confl icteren<br />

(scheepvaart, recreatie en wateropslag).<br />

De aanleg van natuurvriendelijke oevers is<br />

vaak <strong>voor</strong>al gericht op versterking van het<br />

ecologisch functioneren (zoöplankton, vis,<br />

vogel, planten). Begroeide oevers kunnen<br />

echter ook een tweede functie vervullen,<br />

namelijk die van verbetering van de waterkwaliteit<br />

door nutriëntenretentie. Het is wel<br />

de vraag of deze bijdrage signifi cant is en<br />

wat de <strong>voor</strong>waarden zijn <strong>voor</strong> een optimale<br />

zuiverende werking van de oever. De<br />

Universiteit van Utrecht heeft dit in opdracht<br />

van het RIZA onderzocht 3) . Hierbij zijn het<br />

IJsselmeergebied en het Volkerak-Zoommeer<br />

onder de loep genomen.<br />

Nutriëntenretentie<br />

Het is bekend dat oeverzones en de daarin<br />

groeiende helofyten grote hoeveelheden<br />

nutriënten vast kunnen houden. De drie<br />

belangrijkste processen die daaraan<br />

bijdragen, zijn: opname door planten, opslag<br />

in organisch materiaal en denitrifi catie. De<br />

tabel geeft een overzicht van de snelheden<br />

van nutriëntenretentie en -verwijdering.<br />

Stikstof en fosfaat worden door helofyten<br />

Snelheid van nutrientenverwijderende processen in het IJsselmeergebied.<br />

opgenomen tijdens het groeiseizoen.<br />

Hoewel een deel van deze nutriënten weer<br />

in het systeem terugkomt na sterfte van de<br />

oeverplanten, is het <strong>voor</strong> een helder meer<br />

<strong>voor</strong>al van belang dat nutriënten juist in<br />

<strong>voor</strong>jaar en zomer niet beschikbaar zijn als<br />

algen bloeien. De hoeveelheid nutriënten in<br />

bovengrondse biomassa per vierkante meter<br />

is <strong>voor</strong>namelijk afhankelijk van de biomassa<br />

van de oever vegetatie en niet zozeer van<br />

het vegetatie type. Gemiddeld was dit in het<br />

IJsselmeergebied 20 gram stikstof en twee<br />

gram fosfor per jaar. De zuiverende werking<br />

van de oever kwam tot uiting in de lagere<br />

nutriëntenconcentraties bij de begroeide<br />

delen.<br />

Accumulatie van organisch materiaal<br />

op het bodemoppervlak is een proces<br />

waarbij nutriënten uit oppervlaktewater<br />

verdwijnen. In begroeide delen is de toevoer<br />

proces situatie stikstof fosfor<br />

denitrifi catie (gram per m 2 per jaar) overstroomd maximaal 14.6<br />

droog maximaal 2,9<br />

met vegetatie maximaal 5,5<br />

zonder vegetatie maximaal 14,6<br />

plant opname (gram per m 2 per jaar) overstroomd 4-20 0,2-2<br />

droog 1-5 0,05-0,5<br />

accumulatie (gram per m 2 per jaar) met vegetatie 20 3<br />

zonder vegetatie 8 1,8<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

27


van organisch materiaal hoger dan in<br />

onbegroeide delen. Dit blijft dan ook nog<br />

hangen tussen de stengels. In combinatie<br />

met overheersend anaërobe omstandigheden<br />

is de organische toplaag relatief dik.<br />

In het IJsselmeergebied was de accumulatie<br />

van organische stof hoger in begroeide delen<br />

(20 gram stikstof en 3 gram fosfor per m 2<br />

per jaar) dan in onbegroeide delen (8 gram<br />

stikstof en 1,8 gram fosfor per m 2 per jaar)<br />

van de oeverzone.<br />

Denitrifi catie is een anaëroob, microbieel<br />

proces waarbij stikstof onomkeerbaar wordt<br />

verwijderd uit de bodem of het water door<br />

de omzetting van nitraat naar stikstofgas.<br />

Metingen in het veld wezen uit dat de<br />

denitrifi catiesnelheid positief gerelateerd is<br />

aan de waterstand. In geïnundeerde delen<br />

van de oeverzone werd maximaal 14,6 gram<br />

stikstof per m 2 per jaar verwijderd tegen<br />

maximaal 2,9 gram stikstof per m 2 in droge<br />

delen. Tevens werd een verschil gemeten<br />

tussen begroeide delen (5,5 gram stikstof)<br />

en onbegroeide delen van de oeverzone<br />

(14,6 gram stikstof). De lagere snelheid<br />

in begroeide delen werd waarschijnlijk<br />

veroorzaakt doordat de vegetatie het nitraat<br />

opnam, zodat het een beperkende factor<br />

werd.<br />

Uit de tabel blijkt dat bovengenoemde drie<br />

processen in dezelfde orde van grootte<br />

waren. Voor ieder proces is de relatie met<br />

de waterstand of de aanwezigheid van<br />

vegetatie echter anders. Bij een gradiëntonderzoek<br />

4) (met verschillende waterdieptes<br />

en vegetatiebedekking) bleek de retentie van<br />

nutriënten via plantopname het hoogst in de<br />

zone waar vegetatie in het water stond. De<br />

meeste stikstof werd verwijderd via denitrifi -<br />

catie in de zone die onder water stond, maar<br />

waar geen helofyten meer groeiden. In de<br />

zone het dichtst bij het land, waar geen of<br />

nauwelijks oppervlaktewater aanwezig was,<br />

waren de processnelheden het laagst.<br />

Opschalen van resultaten<br />

Dat uit het fundamenteel onderzoek blijkt<br />

dat op lokale schaal nutriëntenconcentraties<br />

in het oppervlaktewater verlaagd zijn in<br />

begroeide oeverzones, betekent nog niet<br />

dat oevers in staat zijn de waterkwaliteit<br />

signifi cant te verbeteren in een heel meer.<br />

Voor opschaling van de resultaten is een<br />

model gebruikt waarbij een open meer<br />

is gekoppeld aan een moeraszone 5),6) (zie<br />

afbeelding 1). Scenario’s varieerden in<br />

moerasoppervlak, externe nutriëntenbelasting<br />

en uitwisseling van water tussen<br />

de open-watersectie en de moeraszone. Voor<br />

het bereiken van een heldere staat van een<br />

meer zullen concentraties zo ver moeten<br />

dalen dat algen niet meer domineren en<br />

er voldoende licht is <strong>voor</strong> de groei van<br />

ondergedoken waterplanten. De omslag van<br />

een troebel meer naar een helder meer (en<br />

andersom) gebeurt volgens het hystereseeff<br />

ect. In het model ligt bij de gebruikte<br />

parameters het omslagpunt naar een helder<br />

systeem bij 0,40 milligram stikstof per liter en<br />

0,015 milligram fosfor per liter.<br />

Voldoende uitwisseling van water blijkt<br />

van groot belang. Het spreekt <strong>voor</strong> zich<br />

dat zonder uitwisseling de oeverzone zijn<br />

28 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

Afb. 1: Overzicht van het gebruikte model. Uitwisseling van water en nutriënten vindt plaats tussen open water<br />

en een moeraszone.<br />

Afb. 2: Eff ect van nutriëntenbelasting (x-as) en relatief moerasoppervlak (y-as) op de concentraties N totaal (links)<br />

en P totaal (rechts) in het open water. De horizontale stippellijn is de kritische waarde waarbij een meer van troebel<br />

naar helder overgaat. Het eerste deel van de grafi ek is uitvergroot. De pijlen geven aan bij welke belasting de<br />

kritische waarde wordt doorkruist.<br />

zuiverende functie niet kan uitvoeren. Bij een<br />

uitwisselingssnelheid van een kubieke meter<br />

per dag is de concentratie van nutriënten<br />

in het open water gelijk aan die in de<br />

oeverzone. Dan hebben de nutriëntverwijderende<br />

processen in de oeverzone ook eff ect<br />

op de waterkwaliteit van het open gedeelte.<br />

In afbeelding 2 zijn de eff ecten van het<br />

verlagen van de nutriëntenbelasting en<br />

het vergroten van het moerasoppervlak te<br />

zien. Het nemen van externe maatregelen<br />

om de nutriëntentoevoer te verlagen, blijkt<br />

de meest eff ectieve manier om nutriëntenconcentraties<br />

in een meer te verlagen.<br />

Hoewel dit niet altijd mogelijk is of hoge<br />

kosten met zich meebrengt, zijn dergelijke<br />

maatregelen soms noodzakelijk <strong>voor</strong>dat<br />

een goede ecologische toestand ontstaat.<br />

Het vergroten van het moerasareaal heeft<br />

op grote schaal niet veel eff ect als het de<br />

enige maatregel is in een sterk eutroof<br />

meer. Uit de modelberekeningen blijkt wel<br />

dat de aanleg van een moeras (van 0 tot<br />

10 procent) een relatief groter eff ect heeft<br />

op de waterkwaliteit dan uitbreiding van<br />

bestaande moerassen met tien procent. In<br />

een ecologische systeemanalyse van ondiepe<br />

meren <strong>voor</strong> de KRW 1) wordt aangegeven dat<br />

in een functioneel moeras het areaal aan<br />

emergente vegetatie minimaal vijf procent<br />

moet bedragen. Dit komt tot nu toe in meren<br />

in Nederland niet of nauwelijks <strong>voor</strong>.<br />

Waterpeilregime<br />

Het huidige waterpeilregime in het<br />

IJsselmeer (en veel andere meren) is sterk<br />

gereguleerd en tegennatuurlijk. Het gebruik<br />

van streefpeilen leidt in de zomer tot stabiele<br />

waterstanden, maar in de winter kunnen<br />

periodiek grote fl uctuaties <strong>voor</strong>komen.<br />

Aangezien het huidige peilregime is<br />

ingesteld om verscheidene redenen met<br />

betrekking tot economie en veiligheid, is het<br />

niet mogelijk een volledig natuurlijk peil te<br />

herstellen. Een alternatief peil waarbij het<br />

winterpeil laag blijft en de waterstand hoog<br />

wordt opgezet in het <strong>voor</strong>jaar om gedurende<br />

de zomer uit te zakken tot het winterpeil,<br />

behoort wellicht tot de mogelijkheden in het<br />

IJsselmeergebied 7) .<br />

Is dit alternatieve peil echter wel beter <strong>voor</strong><br />

de groei en uitbreiding van helofyten aan<br />

de oever? 8) En heeft het peilregime invloed<br />

op de nutriëntenverwijderende processen?<br />

Deze vraag is getoetst in een experiment<br />

waarin riet is opgegroeid bij vier verschillende<br />

waterpeilregimes (zie afbeelding 3).<br />

De twee meest natuurlijke peilen met een<br />

hoge <strong>voor</strong>jaarswaterstand (het ‘natuurlijke’<br />

en ‘meer natuurlijke’ peil) stimuleerden de


Afb. 3: Vier verschillende waterpeilregimes die getoetst zijn op hun eff ect op waterkwaliteit.<br />

Begroeide oever in het Volkerak Zoommeer, waarin een gradiëntstudie is uitgevoerd.<br />

lengte- en diktegroei van riet. Tevens was<br />

de biomassa van adventiefwortels hoger.<br />

Dit resulteert in een groter vermogen om<br />

nutriënten direct uit het oppervlaktewater te<br />

halen. Naast de biomassa van riet waren ook<br />

verschillen te zien in denitrifi catiesnelheid<br />

en afbraak van organisch materiaal. Beide<br />

processen waren sterk aan de waterstand<br />

gerelateerd. De denitrifi catiesnelheid was<br />

gemiddeld hoger bij de regimes met een<br />

hoge <strong>voor</strong>jaarswaterstand en de afbraak van<br />

organisch materiaal verliep juist langzamer.<br />

Nutriënten werden dus langer vastgehouden<br />

in het dood organische materiaal. Deze<br />

resultaten wijzen erop dat een begroeide<br />

oeverzone bij een (meer) natuurlijk waterpeil<br />

meer nutriënten vast kan houden of<br />

verwijderen dan bij een stagnant peil of het<br />

tegennatuurlijke peil dat momenteel wordt<br />

gehanteerd.<br />

Peildynamiek heeft naast de kwalitatieve<br />

component ook alles met waterkwantiteitsbeheer<br />

te maken. Bij een fl exibel peil kan<br />

het water ‘uitzakken’, waardoor geen water<br />

ingelaten hoeft te worden. In dat geval wordt<br />

zowel de externe- als de interne belasting<br />

gereduceerd. De kans is groot dat dit leidt<br />

tot omslagen van troebele, soortenarme<br />

algengedomineerde wateren naar heldere,<br />

soortenrijke meren en plassen.<br />

Mogelijkheden<br />

In kleinere wateren en op lokale schaal<br />

kunnen begroeide, natuurvriendelijke<br />

oevers een duidelijk positief eff ect hebben<br />

op de waterkwaliteit. Hiermee lijkt het<br />

een veel belovende maatregel te zijn <strong>voor</strong><br />

het behalen van KRW-doelen. Op grote<br />

schaal blijkt het niet vanzelfsprekend dat<br />

signifi cante eff ecten worden behaald. In<br />

sterk geëutrofi eerde meren is het onvermijdelijk<br />

om ook andere maatregelen te<br />

nemen. Om de zuiverende werking van<br />

oevers te versterken, is het belangrijk dat de<br />

oevervegetatie tot ver in het water groeit.<br />

De begroeide delen waar overstroming<br />

overheerst, kunnen immers de meeste<br />

nutriënten vasthouden. Het verondiepen<br />

van bepaalde delen zal de groei van<br />

helofyten bevorderen. Het aanplanten van<br />

helofyten vergemakkelijkt de kolonisatie<br />

van een nieuw gebied. Optimale zuivering<br />

vindt plaats wanneer helofyten maximaal<br />

in contact komen met het water. Het is<br />

daarom van groot belang begroeide oevers<br />

strategisch aan te leggen, bij<strong>voor</strong>beeld<br />

tussen een landbouwgebied en het meer of<br />

in de wateraanvoerroute naar meren (vaarten<br />

en kanalen). Door de aanleg van bij<strong>voor</strong>beeld<br />

<strong>voor</strong>oevers kan water door een begroeide<br />

helofytenzone worden geleid.<br />

platform<br />

Een andere opgave ligt in het aanpassen<br />

van het waterpeil. Bij het invoeren van een<br />

meer natuurlijk peil zal de vegetatie zich<br />

uit kunnen breiden naar de open delen<br />

van een watersysteem. Het <strong>voor</strong>deel van<br />

een meer natuurlijk regime ten opzicht van<br />

een niet-gereguleerd peil is dat de belangrijkste<br />

functies waar<strong>voor</strong> het peil wordt<br />

gereguleerd, gehandhaafd kunnen blijven.<br />

Zo kan het peil in de winter gewoon laag<br />

blijven.<br />

Met inachtneming van enkele <strong>voor</strong>waarden<br />

kan de zuiverende oever dus substantieel<br />

bijdragen aan een verbetering van de waterkwaliteit,<br />

terwijl tegelijkertijd de biodiversiteit<br />

toeneemt.<br />

LITERATUUR<br />

1) Jaarsma N., M. Klinge en L. Lamers (2008) Van<br />

helder naar troebel .. en weer terug. STOWA.<br />

Rapport 2008-04.<br />

2) Hosper H., R. Portielje en E. Lammens (2007).<br />

Heldere meren in Nederland in 2015: droom of<br />

werkelijkheid? H 2O nr. 18, pag. 31-33.<br />

3) Sollie S. (2007) Littoral zones in shallow lakes -<br />

contribution to water quality in relation to water<br />

level regime. Proefschrift Universiteit Utrecht.<br />

4) Sollie S. en J. Verhoeven (2008). Nutrient cycling<br />

and retention along a littoral gradient in a Dutch<br />

shallow lake in relation to water level regime. Water.<br />

Air and Soil Pollution 193, pag. 107-121.<br />

5) Janse J. (1997). A model of nutrient dynamics in<br />

shallow lakes in relation to multiple stable states.<br />

Hydrobiologia 342/343, pag. 1-8.<br />

6) Sollie S., J. Janse, W. Mooij, H. Coops en J. Verhoeven<br />

(2008). The contribution of marsh zones to water<br />

quality in Dutch shallow lakes: a modeling study.<br />

Environmental Management 42, pag. 1002-1016.<br />

7) BOVAR-IIVR (2001). Onderzoeken aanpassingen<br />

waterpeil. Inrichtingsplan Veluwerandmeren -<br />

schakel tussen strategie en uitvoering, pag. 86-88.<br />

8) Coops H., S. Sollie en R. Portielje (2004). Lagere<br />

nutriëntengehalten in meren en plassen door<br />

natuurlijker peilbeheer? H 2O nr. 14/15, pag. 25-27.<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

29


Johan Valstar, Deltares<br />

Eric van Nieuwkerk, Deltares<br />

Annemarie Marsman, Deltares<br />

Willem van Hattem, Havenbedrijf Rotterdam<br />

Gebiedsgericht grondwater beheer<br />

<strong>voor</strong> de haven van Rotterdam<br />

In de praktijk blijkt het lastig te zijn om gebieden met grootschalige bodem-<br />

en grondwaterverontreinigingen in het kader van de Wet bodembescherming<br />

(Wbb) eff ectief aan te pakken. Enerzijds blijkt het moeilijk om de aard en<br />

omvang van de verontreiniging in beeld te brengen en is de veroorzaker vaak<br />

niet traceerbaar of niet meer aansprakelijk te stellen. Anderzijds blijken de<br />

(maatschappelijke) kosten <strong>voor</strong> het volledig opruimen extreem hoog te zijn en<br />

wegen zelden op tegen de baten. Toch levert de verontreiniging, zeker op de<br />

langere termijn, risico’s op <strong>voor</strong> het bodemgebruik en de kwaliteit van grond-<br />

en oppervlaktewater. Voldoende redenen om toch actie te ondernemen.<br />

In de haven van Rotterdam wordt<br />

gewerkt aan een gebiedsgerichte<br />

aanpak van grondwaterverontreiniging,<br />

waarbij de veerkracht van het bodemsysteem<br />

optimaal wordt benut. In de afgelopen jaren<br />

is veel onderzoek verricht naar de risico’s<br />

van de verontreinigingen. Binnen het vijfde<br />

kaderproject WELCOME van de Europese Unie<br />

en vervolgprojecten 1) werkten TNO Bouw<br />

& Ondergrond (thans deels opgegaan in<br />

Deltares) en Havenbedrijf Rotterdam samen<br />

met onder andere Royal Haskoning, Gemeentewerken<br />

Rotterdam, DCMR, Ministerie van<br />

VROM, Rijkswaterstaat, SKB en de belangenorganisatie<br />

van het havenbedrijfsleven<br />

Deltalinqs een gebiedsgerichte aanpak uit.<br />

Daarbij zijn methodes ontwikkeld om de<br />

risico’s op gebiedsniveau in beeld te brengen.<br />

De aanpak blijkt goed inpasbaar te zijn bij de<br />

doelstellingen van het Nationaal Bestuursakkoord<br />

Water, de Kaderrichtlijn Water (en<br />

dochterrichtlijn grondwater) en zelfs de Wet<br />

bodembescherming 2),3) .<br />

Gebiedsgericht grondwaterbeheer<br />

In tegenstelling tot de huidige gevalsgerichte<br />

aanpak binnen de Wet bodembescherming<br />

staan bij gebiedsgericht grondwaterbeheer<br />

de risico’s in de ontvangende waterlichamen<br />

(grond- of oppervlaktewater) centraal.<br />

Bij de traditionele aanpak worden <strong>voor</strong><br />

afzonderlijke bronnen van verontreiniging<br />

de verspreidingspaden en de receptor<br />

of bedreigd object in beeld gebracht. De<br />

gebiedsgerichte aanpak draait dit om en<br />

bekijkt vanuit de receptor welke bronnen<br />

daadwerkelijk een bedreiging vormen en op<br />

welke termijn. De gebiedsgerichte aanpak<br />

maakt het tevens mogelijk om ruimtelijke<br />

ontwikkelingen (bij<strong>voor</strong>beeld herontwik-<br />

30 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

keling van bedrijfslocaties), het waterbeheer<br />

en het gebruik van de ondergrond hand in<br />

hand te laten gaan met het wegnemen van<br />

de risico’s van de grootschalige grond- en<br />

grondwaterverontreinigingen.<br />

• Ten eerste wordt het zelfreinigende<br />

vermogen van de bodem beter benut<br />

doordat men de gebiedsgrens van het<br />

havengebied (en niet de terreingrens<br />

van individuele bedrijfslocaties) gebruikt<br />

bij het bepalen van de risico’s. Verontreinigingen<br />

hoeven alleen te worden<br />

aangepakt als ze op termijn de gebiedsgrens<br />

dreigen te passeren. De ondergrond<br />

onder de haven wordt beschouwd als<br />

reactorvat. Aangezien de reistijd van de<br />

verontreinigingen tot aan de gebiedsgrens<br />

<strong>voor</strong> de meeste locaties veel groter is dan<br />

tot aan de terreingrens, is er meer tijd <strong>voor</strong><br />

biologische afbraak. Daarmee kunnen veel<br />

ruimere saneringsdoelstellingen worden<br />

gehanteerd ten aanzien van zowel de<br />

starttijd van sanering als de maximaal<br />

toelaatbare restconcentraties;<br />

• De aanpak maakt een ‘gecombineerde<br />

strategie’ mogelijk, die bestaat uit een<br />

gevalsgerichte aanpak van de bovengrond<br />

(globaal bovenste vier of vijf meter) en<br />

een gebiedsgerichte aanpak van het<br />

diepe(re) grondwater. Monitoring en pluimbeheersing<br />

en/of -sanering kunnen daarbij<br />

gezamenlijk worden opgepakt, hetgeen<br />

zal leiden tot kostenbesparing.<br />

Voor deze systematiek is een goed<br />

conceptueel model nodig dat de situatie in<br />

het gebied gedegen beschrijft.<br />

Conceptueel model (geohydrologie<br />

en -biochemie)<br />

In het Rotterdamse havengebied is bij de<br />

ontwikkeling een antropogene ophooglaag<br />

aangebracht op de Holocene deklaag. Ook is<br />

verticale drainage toegepast in de vorm van<br />

zandpalen, die in de huidige situatie leiden<br />

tot versnelde afstroming van infi ltrerend<br />

water naar het diepe grondwater. Het gebied<br />

ligt buitendijks en heeft een maaiveldhoogte<br />

die varieert van circa NAP +4 m in<br />

het oostelijk deel tot circa NAP +6 m in het<br />

westelijk deel. Een fl ink deel van de neerslag<br />

wordt via verhard oppervlak en lokale<br />

afwateringstelsels afgevoerd. Het deel van<br />

de neerslag dat het grondwater aanvult<br />

(neerslagoverschot), stroomt <strong>voor</strong> een klein<br />

deel via de ophooglaag en het bovenste<br />

deel van de Holocene deklaag naar het<br />

omliggende oppervlaktewater van de haven.<br />

Het grootste deel van het neerslagoverschot<br />

stroomt af naar het Pleistocene watervoerende<br />

pakket op ongeveer NAP -20 m tot<br />

NAP -35 m.<br />

Midden in het havengebied ligt een waterscheiding.<br />

Het grondwater in het eerste<br />

watervoerende pakket stroomt deels naar<br />

het noorden en deels naar het zuiden af<br />

(zie afbeelding 1). Daar kwelt het op in het<br />

oppervlaktewater van de diepergelegen<br />

poldergebieden of stroomt naar de grondwateronttrekking<br />

van DSM-Gist in Delft.<br />

De reistijden van deze diepe stroombanen<br />

bedragen tientallen tot enige honderden<br />

jaren.<br />

Verontreinigingen die zijn opgelost in het<br />

grondwater, stromen met het grondwater<br />

mee, maar zijn onderhevig aan verschil-


Afb. 1: Ligging van de grensvlakken.<br />

Afb. 2: Kansverdeling van verschillende grondwaterverontreinigingen, <strong>voor</strong> het industrietype raffi naderij.<br />

lende biologische en chemische processen<br />

in de ondergrond. Daarbij zijn de heersende<br />

geochemische omstandigheden in de<br />

Holocene deklaag en het eerste watervoerende<br />

pakket van belang en dan in het<br />

bijzonder de redoxomstandigheden. De<br />

lange reistijd van het grondwater in het<br />

havengebied zorgt er onder meer <strong>voor</strong> dat<br />

een groot deel van de verontreinigingen<br />

in de Rotterdamse haven door natuurlijke<br />

afbraak vermindert. Het gaat daarbij om<br />

de organische verbindingen die bij diverse<br />

industriële activiteiten in de bodem zijn<br />

terechtgekomen.<br />

Uitwerking<br />

Om de risico’s <strong>voor</strong> verspreiding van de<br />

verontreinigingen naar het grond- en<br />

oppervlaktewater te kwantifi ceren, zijn deze<br />

<strong>voor</strong> drie denkbeeldige grensvlakken in<br />

beeld gebracht. Deze grensvlakken worden<br />

aangeduid als Planes of Compliance (PoC) (zie<br />

afbeelding 1): PoC 1 is het grensvlak tussen<br />

havengebied en het direct omliggende<br />

oppervlaktewater, PoC 2 is het grensvlak<br />

tussen Holocene deklaag en het Pleistocene<br />

watervoerende pakket en PoC 3 is de grens<br />

van het havengebied.<br />

Voor deze grensvlakken zijn de risico’s op<br />

overschrijding van de interventiewaarde<br />

bepaald <strong>voor</strong> een aantal maatgevende<br />

verontreinigingen, te weten BTEX, PER, TRI,<br />

CIS, VC, 1,1,1-trichloorethaan, 1,2-dichloorethaan,<br />

trichloormethaan, dichloormethaan<br />

en naftaleen. Ook zijn de eff ecten van<br />

eventuele saneringsmaatregelen, zoals<br />

bronverwijdering en gestimuleerde afbraak,<br />

bepaald.<br />

platform<br />

Modellering<br />

Het gebruik van gangbare stoftransportmodellen<br />

als RT3D vergt <strong>voor</strong> de schaal van<br />

het hele havengebied enorm veel rekencapaciteit<br />

en is daardoor niet haalbaar.<br />

Daarom is er <strong>voor</strong> gekozen het transport met<br />

een stroombaananalyse uit te voeren. Hierin<br />

zijn de eff ecten van retardatie, redoxafhankelijke<br />

natuurlijke afbraak, zoet-zoutgrenzen,<br />

alsmede <strong>voor</strong>keurstroming door zandpalen<br />

meegenomen. Processen als het opdrogen<br />

van verontreinigingsbronnen, dispersie<br />

en diff usie zijn niet meegenomen (conservatieve<br />

aanname). Dit geldt ook <strong>voor</strong> de<br />

eff ecten van de afbraak van de verontreinigingen<br />

op de redoxcondities. Dit eff ect is<br />

meestal klein in vergelijking met het eff ect<br />

op de redoxcondities door de afbraak van<br />

organisch stof dat van nature in de bodem<br />

zit.<br />

Met een grondwatermodel (Modfl ow)<br />

zijn eerst de stroombanen vanuit de<br />

antropogene ophooglaag inclusief de reistijd<br />

bepaald. Bij de bron wordt aangenomen<br />

dat vanaf het begin van de industriële<br />

activiteit een opgeloste verontreiniging met<br />

constante concentratie start. De massafl ux<br />

wordt dan bepaald uit de concentraties en<br />

de grondwaterfl ux. Vervolgens nemen de<br />

concentraties af langs de stroombaan door<br />

eerste orde biologische afbraak. Deze afbraak<br />

is afhankelijk van de redoxconditie, de<br />

daarbij behorende afbraakconstante <strong>voor</strong> de<br />

betreff ende verontreiniging en de verblijftijd<br />

in de opgeloste fase in iedere cel. Tenslotte<br />

wordt op iedere modelcel op de PoC’s<br />

bijgehouden wat de maximumconcentratie<br />

en aankomsttijd per stof is, of deze een norm<br />

(Interventiewaarde) overschrijdt en wat de<br />

massafl ux van de verontreiniging is.<br />

Onzekerheden<br />

Kenmerken <strong>voor</strong> grootschalig verontreinigde<br />

gebieden is de grote mate van<br />

onzekerheid over de bronnen van verontreiniging,<br />

de geohydrologie en de natuurlijke<br />

afbraak. Bij het bepalen van de risico’s is<br />

het van belang dat met deze onzekerheden<br />

rekening wordt gehouden, wat slechts<br />

beperkt mogelijk is met de traditionele<br />

grondwatermodel aanpak. Gekozen is om<br />

hier<strong>voor</strong> een Monte Carlo-simulatie uit<br />

te voeren. Hierbij wordt een groot aantal<br />

scenario’s door gerekend, waarbij de waardes<br />

van onzekere en gevoelige modelparameters<br />

in elk scenario binnen bepaalde<br />

grenzen worden gevarieerd op basis van een<br />

bijbehorende kans verdeling. De spreiding<br />

in de model uitkomsten die dit oplevert,<br />

geeft aan hoe groot de onzekerheid van<br />

de modeluitkomsten is. De onzekere en<br />

gevoelige modelparameters die variëren in<br />

de Monte Carlo-simulatie, zijn de verdeling<br />

van de verontreinigingen in de bronzones<br />

(bronkarakterisatie), de redoxconditie-afhankelijke<br />

afbraakconstante van elke stof én de<br />

eigenschappen en eff ecten van de zandpalen<br />

(versnelde verticale verspreiding).<br />

De verdeling van verontreinigingen in de<br />

bronzones (zie hierna) en de heersende<br />

redox condities zijn afgeleid uit veldmetingen.<br />

De kans verdelingen van de<br />

afbraakconstanten zijn geinventariseerd<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

31


Afb. 3: Kans dat verontreinigingen tussen 2008 en 2035 langs de gebiedsgrens doorbreken met een concentratie<br />

hoger dan de interventiewaarde.<br />

via literatuuronderzoek en oordelen van<br />

deskundigen.<br />

Bronkarakterisatie<br />

In de praktijk blijkt dat bij grootschalig<br />

verontreinigde gebieden de aard en omvang<br />

van alle bronnen en pluimen lang niet<br />

altijd exact bekend is (ondanks uitvoerig<br />

bodemonderzoek). Het vaststellen van de<br />

risico’s van een grootschalig verontreinigd<br />

gebied is daardoor op basis van traditioneel<br />

bodemonderzoek niet goed mogelijk. Er is<br />

een nieuwe methodiek ontwikkeld, waarbij<br />

de bronkarakterisatie wordt gedaan op basis<br />

van de bedrijfsactiviteiten. Allereerst zijn<br />

enkele maatgevende industrietypen gedefi -<br />

nieerd: raffi naderijen, opslag van petroleum<br />

en chemicaliën, chemische fabrieken, droge<br />

bulkoverslag / containeroverslag en een<br />

restcategorie. Met behulp van de verontreinigingsgegevens<br />

van het bodeminformatiesysteem<br />

van het Havenbedrijf Rotterdam<br />

zijn vervolgens kansverdelingen gemaakt<br />

per industrietype van concentraties van<br />

gebruikte stoff en of stofgroepen bij die<br />

bedrijfsactiviteit.<br />

Ter illustratie is in afbeelding 2 een verdeling<br />

gegeven <strong>voor</strong> het industrietype raffi naderij.<br />

Bronzones die goed bekend en beschikbaar<br />

gesteld zijn (uit gedegen bodemonderzoek),<br />

kunnen als ‘harde’ concentraties in het model<br />

worden ingevoerd als verontreinigingsbron.<br />

Resultaten<br />

Voor de verschillende PoC’s is de kans op<br />

overschrijding van een interventiewaarde<br />

in de loop van de tijd en de gemiddelde<br />

massafl ux bepaald:<br />

• Voor PoC 1 (verspreiding naar de rivier en<br />

havens) is gekeken wat de gemiddelde<br />

grondwaterfl ux naar het oppervlaktewater<br />

is. Met een oppervlaktewatermodel zijn de<br />

concentraties van de betreff ende stoff en in<br />

het oppervlaktewater berekend. Daarbij is<br />

de emissie vanuit grondwater vergeleken<br />

met andere bronnen, zoals directe<br />

puntlozingen, atmosferische depositie en<br />

32 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

aanvoer vanuit het bovenstroomse deel<br />

van de rivieren. Hieruit blijkt dat <strong>voor</strong> de<br />

meeste beschouwde stoff en de bijdrage<br />

vanuit het grondwater gering is. Voor<br />

geen van de onderzochte stoff en geldt<br />

dat de MTR-norm wordt overschreden in<br />

het oppervlaktewater. Dit kan grotendeels<br />

worden toegeschreven aan verdunning en<br />

vervluchtiging.<br />

Hieruit kan geconcludeerd worden dat<br />

het uitvoering van grondwatersaneringen<br />

in het Rotterdamse havengebied<br />

geen signifi cant eff ect zal hebben op de<br />

kwaliteit van het oppervlaktewater. Alleen<br />

oliehoudende drijfl agen die als puur<br />

product kunnen uittreden naar het oppervlaktewater,<br />

vormen hierop een uitzondering<br />

en zijn in potentie een risico.<br />

• Voor PoC 2 (verticale verspreiding naar<br />

het eerste watervoerende pakket, direct<br />

onder de haven) geldt dat de doorbraak<br />

naar het eerste watervoerende pakket<br />

toeneemt van zes procent in 2000 tot<br />

twaalf procent in 2050. Bronverwijdering<br />

blijkt pas na meer dan 30 jaar een<br />

signifi cante verbetering te bewerkstelligen.<br />

Alleen bronverwijdering zorgt dus<br />

onvoldoende <strong>voor</strong> een trendomkering<br />

en <strong>voor</strong> onvoldoende verbetering van<br />

het eerste watervoerende pakket in de<br />

fi losofi e van de Kaderrichtlijn Water. Met<br />

behulp van het overigens beperkt inzetten<br />

van aanvullende maatregelen, zoals<br />

gestimuleerde afbraak in de Holocene<br />

deklaag, is deze trendomkering wel binnen<br />

30 jaar te bereiken.<br />

• Voor PoC 3 (verspreiding tot buiten de<br />

gebiedsgrens via het eerste watervoerende<br />

pakket) zijn de kansverdelingen van<br />

overschrijding van de interventiewaarde<br />

<strong>voor</strong> een aantal tijdstippen bepaald.<br />

In afbeelding 3 is dit <strong>voor</strong> een deel<br />

van de Rotterdamse Haven (de Botlek)<br />

in beeld gebracht. De informatie kan<br />

worden gebruikt om te achterhalen waar<br />

‘end-of-pipe’-maatregelen en monitoring<br />

eventueel zinvol zou kunnen zijn (namelijk<br />

in de zones met verhoogde kans op<br />

doorbraak van verontreinigingen van<br />

bij<strong>voor</strong>beeld meer dan tien procent).<br />

Wat verder uit het onderzoek volgt, is dat<br />

de onzekerheid van biologische afbraakparameters<br />

en de startconcentraties de<br />

meeste onzekerheid in de modeluitkomsten<br />

geven. Die zijn dus sterk bepalend <strong>voor</strong> de<br />

uitkomsten. Voor een vergroting van de<br />

betrouwbaarheid van de modeluitkomsten<br />

is gericht onderzoek naar de natuurlijke<br />

afbraakpotentie dan ook van groot belang.<br />

Dit onderzoek is inmiddels in uitvoering.<br />

De resultaten zullen worden gebruikt om<br />

het model te verbeteren en nieuwe berekeningen<br />

uit te voeren<br />

Implementatie in de praktijk<br />

Nu de risico’s van de grondwaterverontreinigingen<br />

en eff ecten van maatregelen<br />

op de receptoren (diepe grondwater en<br />

oppervlaktewater) in beeld zijn gebracht,<br />

kan de gebiedsgerichte aanpak verder<br />

vorm gegeven worden. Een aanzienlijke<br />

kostenreductie is mogelijk ten opzichte<br />

van de gevalsgerichte aanpak in de Wet<br />

bodembescherming door gebruik te maken<br />

van de natuurlijke afbraak en mogelijkheden<br />

om saneringen gecombineerd aan<br />

te pakken. Havenbedrijf Rotterdam zal als<br />

grootgrondbezitter naar verwachting het<br />

beheer van de grondwaterverontreinigingen<br />

gaan verzorgen. Met de bedrijven wordt<br />

een afkoopregeling <strong>voor</strong> de pluimen in de<br />

ondergrond getroff en. De kosten zullen<br />

aanzienlijk minder bedragen dan wanneer<br />

de bedrijven conform de gevalsgerichte<br />

benadering in de Wet bodembescherming<br />

de verontreinigingen aanpakken.<br />

Alleen de bronnen waar<strong>voor</strong> de kans bestaat<br />

dat ze ooit tot buiten de gebiedsgrens een<br />

onacceptabele verontreinigingssituatie<br />

veroorzaken, worden gesaneerd. Verder<br />

zal een uitgebreid monitoringsprogramma<br />

worden opgezet om vinger aan de pols te<br />

houden gedurende de gebiedsgerichte<br />

aanpak, die 30 jaar zal duren. Een belangrijk<br />

aandachtspunt daarbij is dat een duidelijk<br />

wettelijk toetsingskader om te bezien of<br />

de het gebiedsgerichte grondwaterbeheer<br />

succesvol verloopt, op dit moment nog<br />

ontbreekt.<br />

LITERATUUR<br />

1) Royal Haskoning en TNO (2007). Gebiedsgerichte<br />

aanpak Rotterdamse havengebied. Pilot Botlek.<br />

SKB. Project PP6331.<br />

2) Cramer J. (2008). Brief aan Tweede Kamer over<br />

bodemsanering.<br />

3) Nieuwenhuis R. en H. van Duijne (2008).<br />

MEEUW de rol van MEgasites en steden binnen<br />

de ontwikkeling van het EU Waterbeleid,<br />

deelrapport 2: beheer van grootschalige<br />

grondwaterverontreiniging in relatie tot de<br />

grondwaterrichtlijn. SKB.


Ruben IJpelaar, Waterschap Aa en Maas<br />

Susanne Groot, HKV lijn in water<br />

Mark van de Wouw, Waterschap De Dommmel<br />

De trits van hoogwatergolven<br />

Aa, Dommel en Maas bij<br />

‘s-Hertogenbosch<br />

De hoogwaters van de Maas in 1993 en 1995 veroorzaakten wateroverlast in de<br />

regio ‘s-Hertogenbosch. Meestal lopen de golven van Aa en Dommel <strong>voor</strong> op<br />

de golf van de Maas. WB21-KRW-maatregelen, zoals beekherstel, waterberging<br />

en water vasthouden in bovenlopen, kunnen de afvoergolven van Dommel<br />

en Aa vertragen. Onderzocht is welk eff ect vertraging kan hebben op de<br />

waterstanden bij ‘s-Hertogenbosch en wat de eventueel benodigde verlaging<br />

van de afvoergolven moet zijn om verslechtering van de huidige situatie te<br />

<strong>voor</strong>komen. Uit de studie blijkt dat vertraging van de golven negatieve eff ecten<br />

kan hebben, maar ook dat dit verschilt per historische hoogwaterperiode. Het<br />

toetskader is een rand<strong>voor</strong>waarde bij scenarioberekeningen met een recent<br />

ontwikkelde beslissingsondersteunend systeem.<br />

Afb. 1: Modelweergave van de afvoersituatie rondom ‘s-Hertogenbosch.<br />

Wie beter bekend is met de<br />

cultuur en historie van Brabant<br />

zal niet vreemd opkijken bij<br />

het aanzicht van de A2 bij ‘s-Hertogenbosch<br />

tijdens het hoogwater van de Maas in 1995<br />

(zie foto op pagina 35). Van oudsher kwaken<br />

de kikkers, de ‘Oetels’ op z’n Brabants, in<br />

het natte gebied rondom de stad ‘s-Hertogenbosch,<br />

die tijdens Carnaval omgetoverd<br />

wordt tot ‘Oeteldonk’. Ook de naam van de<br />

dichtbijgelegen plaats Rosmalen verraadt<br />

natte boel. Het is een verwijzing naar de<br />

vroegere, door paarden aangedreven<br />

‘rosmolens’. Tijdens de Spaanse oorlogen in<br />

de 16e en 17e eeuw werd het gebied met<br />

opzet onder water gezet en vervolgens<br />

drooggemalen met rosmolens. Kortom,<br />

historisch en geografi sch gezien is de<br />

platform<br />

omgeving van ‘s-Hertogenbosch een drassig<br />

laaggelegen gebied waar twee rivieren uit<br />

het Brabantse achterland (Aa en Dommel)<br />

samenvloeien en uitmonden in de Maas.<br />

Afbeelding 1 toont een overzicht van de<br />

waterlopen rondom ‘s-Hertogenbosch.<br />

Hoogwatergolven van de Maas, zoals in<br />

januari 1995, zijn maatgevend <strong>voor</strong> de<br />

waterstand die optreedt bij ‘s-Hertogenbosch.<br />

De hoogwatersituaties in oktober<br />

en november 1998, die bij veel regionale<br />

waterbeheerders nog vers in het geheugen<br />

liggen, bezorgden <strong>voor</strong>al wateroverlast in<br />

de beekdalen in ‘het achterland’ van Aa en<br />

Dommel. Bij ‘s-Hertogenbosch waren er toen<br />

geen problemen, omdat de Maas relatief<br />

laag stond, waardoor voldoende kon worden<br />

afgewaterd.<br />

Onder de paraplu van Waterbeheer 21e eeuw<br />

en de Kaderrichtlijn Water worden diverse<br />

maatregelen <strong>voor</strong>bereid, zoals beekherstel,<br />

waterberging en het langer vasthouden van<br />

water. Deze maatregelen leiden in minder<br />

extreme situaties (jaarlijks of eens per tien<br />

jaar) tot een verlaagde en vertraagde afvoer.<br />

Voor extreme situaties is het eff ect van deze<br />

maatregelen minder aantoonbaar 1), .<br />

Het toepassen van deze strategie kan echter<br />

ook tot een toename van wateroverlast<br />

leiden 2) . Onderzoek naar interacties van de<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

33


afvoerpieken in het stroomgebied van de<br />

Overijsselse Vecht 3) toont aan dat vertragen<br />

van afvoergolven uit verschillende stroomgebieden<br />

afwaterend op de Vecht, leidt tot<br />

een verhoging van waterstanden op de<br />

Vecht door een toename in de mate van<br />

samenvallen van de verschillende afvoerpieken.<br />

Bij vertraging van afvoeren in het<br />

stroomgebied is het daarom van belang dat<br />

de afvoerpieken ook voldoende verlagen.<br />

Ook de afvoerpieken van de Aa en de<br />

Dommel worden door WB21-KRWmaatregelen<br />

mogelijk vertraagd. Een<br />

verandering van afvoerregime mag geen<br />

gevolgen hebben <strong>voor</strong> de situatie rondom<br />

‘s-Hertogenbosch (niet afwentelen). Hoge<br />

waterstanden in ‘s-Hertogenbosch worden<br />

veroorzaakt door hoge afvoeren op de Aa<br />

en de Dommel en hoge waterstanden op<br />

de Maas (zie afbeelding 2 en het kader). De<br />

afvoerpieken van de Aa en de Dommel lopen<br />

in het algemeen <strong>voor</strong> op die van de Maas,<br />

hetgeen betekent dat door vertragen van de<br />

afvoer van de Aa en de Dommel, de kans op<br />

samenvallen met de afvoerpiek van de Maas<br />

toeneemt. Hierdoor heeft een verslechtering<br />

plaats ten opzichte van de huidige<br />

situatie <strong>voor</strong> het watersysteem rondom<br />

‘s-Hertogenbosch. Om te <strong>voor</strong>komen dat<br />

vertraging van de Aa en de Dommel leidt tot<br />

hogere waterstanden in ‘s-Hertogenbosch, is<br />

verlaging van de afvoergolven van de Aa en<br />

de Dommel nodig.<br />

Toetskader<br />

Om inzicht te krijgen in de benodigde<br />

verlaging van afvoerpieken om verslechtering<br />

van de huidige situatie in ‘s-Hertogenbosch<br />

te <strong>voor</strong>komen, hebben waterschappen<br />

Aa en Maas en De Dommel HKV opdracht<br />

gegeven een onderzoek uit te voeren 4) . Uit<br />

de resultaten van dit onderzoek kan een<br />

toetskader <strong>voor</strong> WB21-KRW-maatregelen<br />

worden opgesteld.<br />

Voor historische hoogwaterperioden<br />

zijn, aan de hand van berekeningen met<br />

een hydraulisch model (Sobek Rural), de<br />

waterstanden in ‘s-Hertogenbosch bepaald.<br />

Vervolgens zijn de afvoergolven van de<br />

Dommel en de Aa vertraagd, waarbij elke<br />

De afvoer van de Dommel (Waterschap<br />

De Dommel), de Aa (Waterschap Aa en<br />

Maas) en de Zuid-Willemsvaart (Rijkswaterstaat)<br />

komen in ‘s-Hertogenbosch samen<br />

in de Dieze, die via spuisluis Crèvecoeur<br />

uitstroomt in de Maas. De afvoer van de<br />

Dommel bij de Vughterstuw kan (deels) om<br />

‘s-Hertogenbosch heen geleid worden door<br />

het Drongelens kanaal, dat meer benedenstrooms<br />

in de Maas uitmondt en dus<br />

langer onder vrij verval kan lozen bij stuw<br />

Bovenlandse Sluis. Bij hoge waterstanden in<br />

de Maas kan Crèvecoeur worden gesloten,<br />

zodat ‘s-Hertogenbosch beschermd is. De<br />

bediening van Crèvecoeur (automatisch,<br />

maar in geval van nood handmatig) is<br />

medebepalend <strong>voor</strong> de waterstanden in<br />

‘s-Hertogenbosch.<br />

34 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

Afb. 2: Verloop afvoeren en waterstanden rondom ‘s-Hertogenbosch tijdens twee historische hoogwaterperioden.<br />

willekeurige combinatie van vertraging van<br />

de Aa en de Dommel met 0, 1, 3, 6, 9, 12 en<br />

24 uur is bekeken. Bepaald is welke verlaging<br />

nodig is om de waterstanden in ‘s-Hertogenbosch<br />

hetzelfde te houden.<br />

Eff ect vertragen<br />

Aan de hand van gemeten afvoeren en<br />

berekende waterstanden op de Maas zijn<br />

38 hoogwaterperioden in 23 hydrologische<br />

jaren doorgerekend. Voor deze perioden<br />

is bepaald wat de waterstanden zijn bij<br />

vertragen van de Aa en/of de Dommel<br />

en, als de waterstand in ‘s-Hertogenbosch<br />

stijgt, wat de benodigde verlaging van de<br />

afvoerpiek van de vertraagde beek moet zijn<br />

om de huidige waterstanden te handhaven.<br />

Voor twee hoogwaterperioden worden<br />

de resultaten beschreven, omdat deze<br />

resultaten het meest aansprekend zijn:<br />

• januari 2003, waarin vertragen van de Aa<br />

en/of Dommel negatieve gevolgen heeft<br />

op de waterstand in ‘s-Hertogenbosch<br />

(afvoergolf Maas volgt op Dommel en Aa);<br />

• december 1993, waarin vertragen van de<br />

Aa en/of Dommel positieve gevolgen heeft<br />

op de waterstand in ‘s-Hertogenbosch.<br />

(afvoergolf Dommel en Aa volgt op Maas).<br />

Afbeelding 2 geeft de verlopen van de<br />

afvoeren op de Aa en de Dommel en de<br />

waterstand op de Maas in de genoemde<br />

hoogwaterperioden. De tabel toont een<br />

nadere analyse van de berekeningsresultaten<br />

<strong>voor</strong> 2003. In 2003 lopen de afvoergolven<br />

van de Aa en de Dommel drie tot vier dagen<br />

<strong>voor</strong> op de Maas. Vertragen van de afvoer<br />

op de Aa en/of de Dommel zorgt er dus <strong>voor</strong><br />

dat deze meer samenvalt met de Maas en<br />

de waterstand in ‘s-Hertogenbosch hoger<br />

wordt (maximaal 21 cm, zie kolom ‘verschil<br />

met referentie’ in de tabel op de volgende<br />

pagina). De benodigde verlaging van de<br />

piekafvoer loopt op tot 30 procent om<br />

vertraging van de Dommel te compenseren<br />

en tot meer dan 30 procent om vertraging<br />

van de Aa volledig te compenseren. In 1993<br />

loopt de afvoergolf op de Maas ongeveer<br />

vijf dagen <strong>voor</strong> op de Aa en de Dommel en<br />

daalt de waterstand in ‘s-Hertogenbosch als<br />

gevolg van vertragen (24 uur vertragen van<br />

Dommelgolf resulteert in vijf centimeter<br />

daling). Voor deze periode is daarom geen<br />

verlaging van de piekafvoer nodig bij<br />

vertraging.<br />

De gevolgen van vertragen van de afvoerpieken<br />

van de Aa en/of de Dommel <strong>voor</strong><br />

de waterstanden in ‘s-Hertogenbosch<br />

verschillen sterk per hoogwaterperiode,


Ondergelopen A2 bij ‘s-Hertogenbosch bij hoogwater Maas in januari 1995.<br />

waardoor ook de benodigde verlaging<br />

verschilt per periode. In circa 60 procent<br />

van de beschouwde perioden stijgt de<br />

waterstand in ‘s-Hertogenbosch niet als<br />

gevolg van vertragen van de Aa of de<br />

Dommel. In twee van de vijf gebeurtenissen<br />

die tot de hoogste waterstanden leiden,<br />

neemt de waterstand in ‘s-Hertogenbosch<br />

echter signifi cant toe (maximaal 21 cm, zie<br />

tabel) bij vertragen van de afvoergolven<br />

met 24 uur. Dit is minder dan tien procent<br />

van de beschouwde hoogwaterperioden,<br />

maar betekent wel dat bij vertragen van de<br />

afvoergolven maatregelen genomen moeten<br />

worden om verhoging van de waterstanden<br />

in ‘s-Hertogenbosch te <strong>voor</strong>komen. Voor de<br />

meest extreme periode die is bemeten, 1995,<br />

is geen signifi cante verslechtering geconstateerd.<br />

Conclusies<br />

De invloed van vertraging van de Aa en<br />

de Dommel is variabel doordat deze sterk<br />

afhankelijk is van de vorm van de afvoergolf<br />

en zijn samenhang met hoogwater op de<br />

Maas. De benodigde afvoerverlaging bij<br />

vertraging van de Dommel en/of de Aa<br />

kan echter aanzienlijk zijn. Dit maakt een<br />

zorgvuldige analyse van de precieze eff ecten<br />

van inrichtingsvarianten van de Dommel<br />

en de Aa in het kader van WB21-KRW<br />

nood zakelijk.<br />

Waterstanden en indicatief benodigde verlaging als gevolg van vertragen Aa en Dommel, berekeningsresultaten<br />

hoogwaterperiode 2003.<br />

scenario’s maximale<br />

waterstand verschil met<br />

vertragen verlagen ‘s-Hertogenbosch referentie<br />

(uur) (%) (m +NAP) (cm)<br />

referentie 0 0 4,01<br />

Aa apart 24 0 4,09 +8<br />

24 30 4,04 +3<br />

Dommel apart 24 0 4,18 +17<br />

24 30 4,00 -1<br />

Dommel en Aa samen 24 0 4,22 +21<br />

24 30 4,04 +3<br />

12 10 4,08 +7<br />

12 20 4,01 0<br />

platform<br />

• Vertraging van afvoergolven Aa en/of<br />

Dommel kan negatieve invloed hebben op<br />

de waterstanden in ‘s-Hertogenbosch. De<br />

WB21-trits vasthouden-bergen-afvoeren<br />

mag niet blindelings worden toegepast<br />

<strong>voor</strong> iedere maatregel in het watersysteem;<br />

• De volgorde van afvoerpieken<br />

van Dommel, Aa en Maas kan pér<br />

hoog watersituatie verschillen. Investeringen<br />

in <strong>voor</strong>spellingsmodellen en<br />

informatie systemen zijn noodzakelijk<br />

om maatregelen ter bescherming van<br />

hoogwater adequaat in te zetten. Het<br />

recent ontwikkelde beslissingsondersteunende<br />

systeem Dommel en Aa is hiervan<br />

een goed <strong>voor</strong>beeld 5) .<br />

LITERATUUR<br />

1) Vergouwe N., H. Niewold, N. ten Heggeler en<br />

J. Tempelaars (2007). Beekherstel in Brabant, enkele<br />

eff ecten op het afvoerpatroon. H 2O nr. 6,<br />

pag. 52-55.<br />

2) Medenblik J., B. de Graaff en C. Oosterhoff (2008).<br />

Meanderende Regge. H 2O nr. 21, pag. 14-16.<br />

3) Monincx S., P. Termes en G. Tromp (2006). Regie<br />

afvoerpieken noodzakelijk om problemen op<br />

Overijsselse Vecht te <strong>voor</strong>komen. H 2O nr. 23,<br />

pag. 44-47.<br />

4) Groot S. en J. Udo (2008). Samenhang afvoergolven<br />

Aa, Dommel en Maas - Benodigde verlaging bij<br />

vertraging van de Aa en de Dommel. HKV lijn in<br />

water.<br />

5) Van de Wouw M., J. de Bijl, K. van Heeringen<br />

en M. Nieuwenhuis (2008). Voorspelling<br />

‘s-Hertogenbosch komt precies uit!?. H 2O nr. 25/26,<br />

pag. 20-21.<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

35


agenda<br />

25 <strong>maart</strong>, Nieuwegein -<br />

Waterbouw<br />

jaarlijkse conferentie over ontwikkelingen<br />

in de waterbouw, met aandacht <strong>voor</strong><br />

de verwerking van de adviezen van de<br />

Deltacommissie, de vraag welke projecten<br />

sneller zullen worden uitgevoerd en wat <strong>voor</strong><br />

projecten er nog aan komen.<br />

Organisatie: Nederlands Instituut <strong>voor</strong> de<br />

Bouw.<br />

Informatie: Roland Classen (040) 297 48 83.<br />

25-26 <strong>maart</strong>, Rotterdam -<br />

Bodem<br />

tweedaagse conferentie over de bodem<br />

en alles wat daarbij hoort: Nederlands<br />

en Europees beleid, grondwaterbeheer,<br />

bodemkwaliteit, verontreiniging, etc. De<br />

eerste dag staat in het teken van actuele<br />

ontwikkelingen, de tweede dag is meer op<br />

de praktijk gericht met onder andere een<br />

bijdrage van watergraaf Peter de Glas over de<br />

mogelijkheden van gebiedsgericht grondwaterbeheer.<br />

Organisatie: Studiecentrum <strong>voor</strong> Bedrijf en<br />

Overheid.<br />

Informatie: (040) 297 49 80 of<br />

www.bodemconferentie.nl.<br />

26 <strong>maart</strong>, Arnhem -<br />

Inspecties waterkeringen<br />

zesde kennisdag over verschillende manieren<br />

om waterkeringen te inspecteren, met onder<br />

meer de presentatie van de eerste resultaten<br />

van de inventarisatie van het project<br />

‘Verbetering Inspecties Waterkeringen 2’ en<br />

de eindresultaten van het macrostabiliteitsprogramma<br />

van de IJkdijk.<br />

Organisatie: STOWA, Rijkswaterstaat en het<br />

ministerie van Verkeer en Waterstaat.<br />

Informatie: www.inspectiewaterkeringen.nl<br />

of mevrouw Gerssen (030) 232 11 99.<br />

26 <strong>maart</strong>, Delft -<br />

Nitrogen removal and recovery<br />

from water and wastewater<br />

de laatste ontwikkelingen op het gebied<br />

van biologische processen <strong>voor</strong> het zuiveren<br />

van (afval)water en het terugwinnen van<br />

bruikbare stoff en <strong>voor</strong> hergebruik.<br />

Organisatie: Nederlands Biotechnologische<br />

Vereniging en UNESCO-IHE.<br />

Informatie: Vera Schouten (015) 212 29 21 of<br />

v.schouten@unesco-ihe.org.<br />

26 <strong>maart</strong>, Rotterdam -<br />

Recht op schoon water en<br />

sanitatie<br />

interactieve bijeenkomst ter ere van Wereldwaterdag<br />

waarin een oproep wordt gedaan<br />

om de krachten te bundelen om de toegang<br />

<strong>voor</strong> schoon water en sanitatie <strong>voor</strong> kinderen<br />

wereldwijd te verbeteren.<br />

Organisatie: Unicef, Aqua for All en NWP.<br />

Informatie: wereldwaterdag@unicef.nl,<br />

wash@nwp.nl en s.ernes@aquaforall.nl.<br />

36 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

27 <strong>maart</strong>, Utrecht -<br />

Deltacommissie<br />

congres over de wetenschappelijke achtergronden<br />

van het rapport van de Deltacommissie.<br />

Organisatie: Nederlandse Vereniging van<br />

Beroepsmeteorologen.<br />

Informatie: pelkwijk@knmi.nl.<br />

2 april, Rotterdam -<br />

4e Nationale Conferentie<br />

Gebiedsontwikkeling<br />

dit jaar staat deze conferentie in het teken<br />

van de kredietcrisis. Wordt er nog wel<br />

ontwikkeld? En hoe dan? Verder komen de<br />

laatste ontwikkelingen en trends in gebiedsontwikkelend<br />

Nederland aan de orde.<br />

Organisatie: Nederlands Instituut <strong>voor</strong> de<br />

Bouw.<br />

Informatie:<br />

www.bouw-instituut.nl/gebiedsontwikkeling.<br />

7 en 8 april, Rotterdam -<br />

Toepasbare watertechnologie<br />

in het zuiden<br />

congres waarbij gezocht wordt naar een<br />

wetenschappelijk antwoord op de vraag<br />

hoe het in het zuiden van de wereld met de<br />

water<strong>voor</strong>raad gesteld is, wat de behoeften<br />

zijn en hoe daaraan voldaan kan worden én<br />

welke technologie daar<strong>voor</strong> bruikbaar is.<br />

Organisatie: Water <strong>voor</strong> Afrika.<br />

Informatie: www.wataf.org.<br />

12 mei, Amersfoort -<br />

Dé vernieuwende kijk op water<br />

seminar in het kader van het 750-jarig<br />

bestaan van Amersfoort over de nieuwste<br />

kennis en ontwikkelingen rondom waterveiligheid<br />

en wateroverlast.<br />

Organisatie: HydroLogic.<br />

Informatie: www.hydrologic.nl.<br />

12 mei, Zeist -<br />

Asset management in de<br />

watersector<br />

congres over wat asset management<br />

eigenlijk is en welke kansen en mogelijkheden<br />

asset management biedt <strong>voor</strong> de<br />

watersector.<br />

Organisatie: Grontmij en Zeven Deugden<br />

Advies & Management.<br />

Informatie: Eveline van der Linde,<br />

eveline.vanderlinde@grontmij.nl of<br />

www.assetwatermanagement.nl.<br />

13 mei, Rotterdam -<br />

Juridische update <strong>voor</strong> de<br />

watersector<br />

bijeenkomst over nieuwe regels en wetten<br />

<strong>voor</strong> de watersector en hun consequenties<br />

<strong>voor</strong> de dagelijkse praktijk.<br />

Organisatie: SBO.<br />

Informatie: (040) 297 49 80 of www.sbo.nl.<br />

14 mei, Bunnik -<br />

Legionellaveilig en<br />

milieuverantwoord beheren<br />

van klimaatinstallaties<br />

seminar over beheer en waterbehandeling<br />

bij koeltorens naar aanleiding van de<br />

legionellabesmetting vanuit een koeltoren<br />

in Amsterdam in 2006 waarbij drie mensen<br />

overleden.<br />

Organisatie: ISSO.<br />

Informatie: www.isso.nl.<br />

14 mei, Rotterdam -<br />

De groene versnellinmg in<br />

water, aarde en samenleven<br />

<strong>2009</strong><br />

vervolg op een reeks bijeenkomsten over de<br />

ernst en de consequenties van de klimaatverandering.<br />

Deze keer staat de vraag centraal<br />

wat er nú moet gebeuren. Van denken<br />

naar doen, van uitdagingen naar concreet<br />

toepassen in de praktijk.<br />

Organisatie: BlomBerg Instituut.<br />

Informatie: www.wateraardesamenleven.nl.<br />

5 juni, Scheveningen -<br />

Klimaat in water en ruimte<br />

congres over de veiligheid en leefbaarheid<br />

van Nederland, met aandacht <strong>voor</strong> de<br />

uitwerking van het rapport van de Deltacommissie,<br />

de fi nanciering van waterprojecten<br />

en het Nationaal Waterplan.<br />

Organisatie: Studiecentrum <strong>voor</strong> Bedrijf en<br />

Overheid.<br />

Informatie: www.sbo.nl.<br />

11 juni, Apeldoorn -<br />

Riolering<br />

jubileumcongres naar aanleiding van het<br />

15-jarig bestaan van het vakblad Riolering,<br />

met aandacht <strong>voor</strong> afvalwater en hemel-,<br />

grond- en oppervlaktewater, inrichting en<br />

beheer van de openbare ruimte inclusief<br />

beheer van de riolering en het gemeentelijk<br />

beleid op deze punten.<br />

Organisatie: Holapress.<br />

Informatie: (040) 208 60 52 of<br />

www.nationaalcongresriolering.net.<br />

15-19 juni, Delft -<br />

Baggeren en reclamatie<br />

seminar over baggeren en reclamatie,<br />

bestemd <strong>voor</strong> (toekomstige) beleidsmakers<br />

en hun adviseurs bij overheden, havenautoriteiten,<br />

off shore-bedrijven en andere organisaties<br />

die baggerprojecten uitvoeren.<br />

Organisatie: International Association of<br />

Dredging Companies, in samenwerking met<br />

UNESCO-IHE.<br />

Informatie: (070) 352 33 34 of<br />

cammel@iadc-dredging.com.<br />

18 juni, Arnhem -<br />

Nieuwe sanitatie<br />

bijeenkomst over de behoeften op<br />

sanitatie gebied in ontwikkelingslanden<br />

en de <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> een succesvolle<br />

samenwerking tussen waterschappen en<br />

ontwikkelings organisaties.<br />

Organisatie: Aqua for All en STOWA.<br />

Informatie: www.stowa.nl.


25 juni, Utrecht -<br />

Industrieel water<br />

zevende editie van dit jaarcongres. Deze keer<br />

komt de steeds strenger worden wet- en<br />

regelgeving aan de orde, zoals de Europese<br />

Kaderrichtlijn Water, Nieuwe Waterwet en<br />

lozingsbesluiten. Nieuw dit jaar zijn negen<br />

praktijklezingen.<br />

Organisatie: Euroforum en Aqua Nederland.<br />

Informatie: (040) 297 48 21.<br />

9 september, Rotterdam -<br />

Spiegeldag<br />

gebiedsontwikkeling<br />

jaarlijkse bijeenkomst waarop nu gebiedsontwikkeling<br />

centraal staat, met de<br />

presentatie van de uitkomsten van het<br />

zesjarige programma Vernieuwend Ruimtegebruik<br />

en het Praktijkboek Gebiedsontwikkeling<br />

NederLandBovenWater II.<br />

Organisatie: Habiforum.<br />

Informatie: (070) 364 87 03 of www.rostra.nl.<br />

6-9 oktober, ‘s-Hertogenbosch -<br />

Riolering en stedelijk<br />

watermanagement<br />

vakbeurs over riolering en stedelijk watermanagement.<br />

Organisatie: Holapress.<br />

Informatie: (040) 208 60 43 of<br />

www.vakbeursriolering.net.<br />

18-20 november, Assen -<br />

Grond, groen en water<br />

nieuwe vakbeurs die zich richt op alle<br />

facetten van de GWW-markt, met onder meer<br />

aandacht <strong>voor</strong> watermanagement en het<br />

zuiveren van waterstromen op grote én op<br />

kleine schaal.<br />

Organisatie: Expo Management.<br />

Informatie: Johan Wolters,<br />

jwolters@expo-management.nl.<br />

Buitenland<br />

The UNESCO-IHE Institute for Water Education offers post-graduate<br />

MSc courses and PhD research programmes in Delft, The Netherlands,<br />

and carries out research and capacity building projects all over the world.<br />

The mission of UNESCO-IHE is to contribute to the education and training<br />

of professionals and to build the capacity of sector organisations, knowledge<br />

centres and other institutions active in the fields of water, the environment<br />

and infrastructure in developing countries and countries in transition.<br />

Within this mission the Department of Urban Water and<br />

Sanitation is active in the fields of water supply engineering and<br />

sanitary engineering. The department wishes to appoint a:<br />

(Senior) Lecturer in<br />

Water Supply Engineering (m/f)<br />

and a:<br />

(Senior) Lecturer in Sanitary/<br />

Wastewater Engineering (m/f)<br />

Tasks and responsibilities include developing new educational<br />

materials, including innovative learning products (i-learning),<br />

lecturing in the MSc Programme in Municipal Water and<br />

Infrastructure, active participation in research, including the<br />

mentoring of MSc and PhD students, and the acquisition and<br />

execution of capacity building projects.<br />

The complete advertisement text can be found on our website<br />

www.unesco-ihe.org/about/vacancies. Additional information can be<br />

obtained from Mr. J.H. Koster, Head of the Department of Urban Water<br />

and Sanitation tel: +31 15 2151750.<br />

30 <strong>maart</strong>-3 april, Berlijn -<br />

Wasser Berlin<br />

13e editie van deze internationale<br />

waterbeurs, die de vorige keer 550 bedrijven<br />

en ongeveer 26.000 bezoekers trok. Het<br />

congresprogramma omvat een 23-tal<br />

symposia en workshops over onderwerpen<br />

die de gehele waterketen dekken.<br />

Organisatie: Messe Berlin.<br />

Informatie: www.wasser-berlin.de.<br />

advertentie<br />

agenda<br />

16-22 augustus, Stockholm -<br />

World Water Week<br />

jaarlijks terugkerende internationale<br />

bijeenkomst van beleidsmakers van alle<br />

continenten over actuele watervraagstukken,<br />

met nu speciale aandacht <strong>voor</strong> grensoverschrijdende<br />

rivieren.<br />

Organisatie: Stockholm International Water<br />

Institute.<br />

Informatie: www.worldwaterweek.org.<br />

10-12 november, Hamburg -<br />

Acqua alta <strong>2009</strong><br />

vierde editie van deze beurs en conferentie<br />

over de consequenties van de klimaatverandering<br />

en bescherming tegen hoog water.<br />

Organisatie: Hamburg Messe.<br />

Informatie: www.acqua-alta.de.<br />

18-20 november, China -<br />

Water Expo China<br />

jaarlijkse beurs waar bedrijven en landen hun<br />

waterexpertise tentoonspreiden. Gelijktijdig<br />

wordt de vierde Water Summit Conference<br />

gehouden. Ook wordt tijdens de beurs<br />

aandacht besteedt aan het 60-jarig bestaan<br />

van de Volksrepubliek China.<br />

Organisatie: Messe Frankfurt.<br />

Informatie: www.waterexpochina.com.<br />

H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

37


handel & industrie<br />

Volautomatische awzi <strong>voor</strong> zonnecellenproducent<br />

EnviroChemie uit Haarlem heeft een volautomatische industriële afvalwaterzuiveringsinstallatie<br />

gebouwd <strong>voor</strong> en geleverd aan de Heerlense zonnecellenfabrikant<br />

Solland Solar. Bij de productie van zonnecellen komt zwaar vervuild fl uoridezuurhoudend<br />

afvalwater vrij. Door de juiste techniek met het juiste proces te<br />

combineren kan het bedrijf het afvalwater nu schoon en milieuvriendelijk lozen.<br />

Het Nederlands-Duitse Solland Solar heeft<br />

speciaal <strong>voor</strong> de uitbreiding een extra<br />

productiehal laten bouwen op het Duitse<br />

deel van het bedrijventerrein Avantis, tussen<br />

De afvalwaterzuiveringsinstallatie bij Solland Solar.<br />

Algentechnologie zuivert water<br />

38 H 2O / 6 - <strong>2009</strong><br />

Heerlen en Aken. Het bedrijf kan dankzij<br />

de nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallatie<br />

op jaarbasis 170 MWp aan zonnecellen<br />

produceren. Dat was 60 MWp.<br />

Ingenieursbureau Witteveen+Bos en algenspecialist Ingrepro uit Borculo<br />

ontwikkelen momenteel samen een nieuw type waterzuivering om afvalwater<br />

bij bedrijven en waterschappen met behulp van gekweekte algen op een<br />

duurzame manier te zuiveren: het Algeapro-concept.<br />

Het Algeapro-concept produceert energie en<br />

levert duurzame producten op die uit algen<br />

kunnen worden gewonnen. Tevens wordt<br />

veel kooldioxide gefi xeerd, waardoor het<br />

proces kooldioxide-neutraal is.<br />

Volgens het cradle-to-cradle-principe<br />

worden reststromen, zoals afvalwater en<br />

organisch afval, als ‘voeding’ gezien in plaats<br />

van afval. Algen kunnen deze afvalstoff en<br />

omvormen tot hoogwaardige biomassa,<br />

biodiesel of energie. Samen met bedrijven en<br />

waterschappen zoeken de organisaties naar<br />

oplossingen <strong>voor</strong> hun afvalwaterproblemen.<br />

Inmiddels vinden gesprekken plaats met<br />

diverse partijen om een Algeapro-systeem<br />

op semi-praktijkschaal te gaan testen.<br />

Witteveen+Bos en Ingrepro ondertekenden<br />

recent een intentieovereenkomst om het<br />

concept gezamenlijk in de praktijk verder te<br />

ontwikkelen en te optimaliseren en op korte<br />

termijn op te schalen naar een economisch<br />

rendabele schaal. Door de krachten te<br />

bundelen wordt de kennis op het gebied van<br />

afvalwaterbehandeling, energieopwekking<br />

en algenkweek gebundeld. Binnen het<br />

concept zal Witteveen+Bos onder andere<br />

zorgdragen <strong>voor</strong> de engineering en projectcoördinatie<br />

en Ingrepro zal specialistische<br />

kennis leveren omtrent het kweken van<br />

algen.<br />

Voor meer informatie: Wilbert Menkveld van<br />

Witteveen+Bos (0570) 69 74 19 of Wim Zegers van<br />

Ingrepro (0545) 27 59 46.<br />

Gedroogde algen.<br />

Bij de nieuwe zonnecellenproductielijn komt<br />

circa elf kubieke meter afvalwater per uur vrij.<br />

In de nieuwe awzi wordt het water vanuit de<br />

buff ertank naar de reactoren gepompt. In<br />

de pH-controlereactor wordt de zuurgraad<br />

gecontroleerd en kan het water egaliseren.<br />

In de precipitatietank worden calciumhoudende<br />

stoff en toegevoegd om het<br />

fl uoride uit het afvalwater te laten neerslaan<br />

als calciumfl oride en om de zuurgraad van<br />

het water te neutraliseren. In de laatste<br />

reactor wordt polyelectroliet toegevoegd<br />

om de microvlokken te laten samenklonteren.<br />

Het <strong>voor</strong> gezuiverde water stroomt<br />

vervolgens naar de sedimentatietank waar<br />

het slib zich door bezinking van het water<br />

scheidt. Na indikking wordt het slib, <strong>voor</strong><br />

verdere ontwatering, in een volautomatische<br />

fi lterpers gepompt.<br />

“We verwachten dat de installatie niet<br />

meer dan een uur per dag aan bediening<br />

nodig heeft. Zo kan ons personeel zich<br />

bezighouden met onze kerntaak: het<br />

produceren van zonnecellen”, aldus senior<br />

projectleider Peter de Zoeten.<br />

Voor meer informatie: (023) 534 54 05 of<br />

www.envirochemie.nl.<br />

Prijsvraag<br />

Poly Products uit Werkendam, producent<br />

van hoogwaardige vezelversterkte kunststof<br />

producten <strong>voor</strong> onder meer de waterindustrie,<br />

bestaat 40 jaar. Het bedrijf viert dat<br />

met een prijsvraag.<br />

Poly Products nodigt ontwerpers, technici<br />

en architecten uit om <strong>voor</strong> 31 <strong>maart</strong> een<br />

omschrijving of tekening in te zenden <strong>voor</strong><br />

een product of idee dat tot nu toe nooit<br />

in de praktijk is uitgevoerd. Het winnende<br />

ontwerp wordt door de ontwerpers van<br />

Poly Products verder uitgewerkt, als het<br />

mogelijk is tot een prototype, tot een totale<br />

waarde van 10.000 euro.<br />

Op de internetpagina van het bedrijf<br />

is onder ‘Constructief en creatief met<br />

composiet’ meer informatie over deze<br />

prijsvraag te vinden.<br />

Voor meer informatie: (0183) 50 71 50 of<br />

www.polyproducts.nl.


PART-TIME PROFESSORSHIP (0,3 FTE) IN INTEGRATION<br />

AND INNOVATION IN THE URBAN WATER CYCLE<br />

The Department of Water Management of the Faculty of Civil Engineering and Geosciences of Delft University of<br />

Technology (DUT) announces the following vacant professorship in integration and innovation in the urban water cycle.<br />

The Department has responsibility for the following disciplines: Hydrology, Water<br />

resources management, Drinking water engineering, Sewerage and Wastewater<br />

engineering and has organized its activities into two sections, i.e Water resources<br />

engineering and Sanitary Engineering. Teaching is organized as part of DUT’s<br />

MSc-program in Civil Engineering, where the department offers the MSc<br />

specialization in Water Management. The Department is also offering a PhD program<br />

in this area.<br />

The Professorship will be primarily responsible for research in the integral and<br />

innovative design and management of the urban water cycle.<br />

The Department works closely together with UNESCO-IHE (Department of Water<br />

Supply and Sanitation), both in the research and education.<br />

The successful applicant must be able to document his/her research qualifications in<br />

important fields within the discipline. His/her individual work must document scientific<br />

expertise in one or more parts of the discipline. Serious consideration will be<br />

given to the candidate’s ability to supervise and initiate research and development<br />

work. Applicants are challenged to write a small paper on their views on the future<br />

development of the urban water cycle and the potential role of the chair in this field.<br />

This small paper should not exceed 4 pages, and should be submitted together with<br />

the application letter.<br />

Als jonge, dynamische en toonaangevende onderneming zijn wij op zoek naar een<br />

ambitieuze<br />

Waterzuiveringspecialist<br />

Jouw functie<br />

Jij geeft als pionier invulling aan deze nieuwe, commerciële functie binnen de Aquatec<br />

divisie.<br />

Zowel binnen de Benelux als daarbuiten ben je omzetverantwoordelijk <strong>voor</strong> onze<br />

waterzuiveringproducten. Je bent een ervaren professional met een gedegen kennis op<br />

het waterzuiveringvakgebied en beschikt over een sales drive die gemotiveerd wordt door<br />

de kansen en uitdagingen in de markt.<br />

Voor deze functie geldt<br />

De sterke groei die wij momenteel doormaken vraagt om een actieve, stabiele en<br />

flexibele inzet die <strong>voor</strong> jou volop groeikansen biedt. Naast het Nederlands beheers je<br />

ook het Engels in woord en geschrift, beheersing van het Duits of Frans is een<br />

waardevolle pré.<br />

Ons aanbod<br />

Wij bieden je een leuke baan <strong>voor</strong> 40 uur per week in een dynamisch, professioneel en<br />

informeel bedrijf met ruime verantwoordelijkheden en kansen. Daarnaast bieden we je<br />

goede primaire en secundaire arbeids<strong>voor</strong>waarden die passen bij de functie. Ongeacht<br />

wie je bent, maak je jouw keuzes van alledag die uniek zijn <strong>voor</strong> jezelf, gezin en werk.<br />

Wij bieden je alle <strong>voor</strong>delen en de onbeperkte mogelijkheden <strong>voor</strong> professionele en<br />

persoonlijke ontwikkeling die bij deze keuzes passen.<br />

Graag ontvangen we binnen twee weken jouw CV met motivatie en misschien ben jij<br />

binnenkort onze nieuwe collega.<br />

Jouw sollicitatie kun je sturen aan:<br />

kijk ook op<br />

www.lansdownechemicals.com<br />

Ambitieus?<br />

Lansdowne Chemicals Europe B.V.<br />

t.a.v. de heer D. Schravemade<br />

Rivium Oostlaan 45 A<br />

2909 LL Capelle aan den IJssel<br />

Danny.schravemade@lansdownechemicals.nl<br />

Also consideration will be given to the candidate’s pedagogic skills. Evaluation of the<br />

applicants will be based on documented pedagogic material, including education/<br />

training, the presentation of academic and professional work, and experiences<br />

from supervising masters-level and doctoral students, and teaching. The evaluation<br />

will consider both the quality and the scope of the pedagogic track record of the<br />

applicant.<br />

The Professor is to be jointly responsible for disciplinary matters together with the<br />

professors on Drinking water engineering, Sewerage and Wastewater engineering.<br />

It is assumed that newly-employed staff in academic positions who do not already<br />

speak Dutch will obtain within three years knowledge of Dutch.<br />

DUT promotes women researchers in all strategic areas of the university and women<br />

are therefore strongly encouraged to apply.<br />

Applicants are asked to submit their application letter, vision paper, CV and<br />

supporting documentation, including list of publications, before May 1, <strong>2009</strong><br />

to Professor Hans van Dijk, Chair of the Nomination Committee Integration and<br />

Innovation in the Urban Water Cycle, PO Box 5048, 2600 GA Delft (j.c.vandijk@<br />

tudelft.nl). A profile report is available. The applicants who have been short-listed<br />

will be invited for interviews and a demonstration of their pedagogical ability and<br />

research views in the form of a trial lecture in June <strong>2009</strong>.<br />

Lansdowne Chemicals Europe B.V. is een jong,<br />

dynamisch bedrijf dat sinds 2005 operationeel is in<br />

Nederland en daarbuiten. Het bedrijf wordt geleid door<br />

jonge en ambitieuze mensen. Als groep producerenen<br />

distribueren wij verschillende “feed en food”<br />

producten, aromachemicals, waterzuiveringsproducten<br />

en chemicaliën. Deze verkopen wij naar<br />

gerenommeerde klanten in Europa en daarbuiten.<br />

Veiligheid, Gezondheid & Milieu<br />

staan bij ons hoog in het<br />

vaandel. Lansdowne beheert<br />

haar mondiale operaties<br />

met zorg <strong>voor</strong> de<br />

gezondheid en veiligheid<br />

van mens, dier en milieu en<br />

met een inzet <strong>voor</strong> duurzame<br />

ontwikkeling.


KWR: kennisinstituut<br />

<strong>voor</strong> de watercyclus<br />

Met een krachtige historie in drinkwateronderzoek<br />

en een open vizier<br />

naar de water problemen van nu<br />

en de toekomst, verbreedt KWR<br />

(<strong>voor</strong>heen Kiwa Water Research)<br />

zijn activiteiten naar de hele watercyclus.<br />

Dit doen we <strong>voor</strong> diverse<br />

organisaties zoals waterbedrijven,<br />

waterschappen, gemeenten,<br />

bedrijfsleven, Provincies en Rijk.<br />

Watercycle Research Institute<br />

KWR helpt de watersector uitdagingen te signa leren<br />

en levert middelen en innovatieve strategieën om<br />

succesvolle oplossingen te realiseren.<br />

Met onze uitgebreide nationale en internationale<br />

kennisnetwerken en door de ontwikkeling van toepasbare<br />

wetenschappelijke inzichten slaan we een<br />

brug tussen wetenschap, bedrijfsleven en samen -<br />

leving. Daarmee maakt KWR topkennis beschikbaar<br />

<strong>voor</strong> de hele watersector. Zodat we gezond, duurzaam,<br />

<strong>voor</strong>uitstrevend en effi ciënt met water om<br />

kunnen blijven gaan. Nu en in de toekomst!<br />

Kijk <strong>voor</strong> meer informatie op www.kwrwater.nl<br />

of bel 030 60 69 511.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!