Ik had een neef in Den Haag - Vijfeeuwenmigratie.nl
Ik had een neef in Den Haag - Vijfeeuwenmigratie.nl
Ik had een neef in Den Haag - Vijfeeuwenmigratie.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
11<br />
na kon worden verlengd. Wie zich vervolgens voorgoed wilde vestigen, ondervond<br />
nauwelijks tegenwerk<strong>in</strong>g. Dat veranderde pas tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen<br />
de controle aan de grenzen toenam. Aa<strong>nl</strong>eid<strong>in</strong>g was de grote stroom Belgische<br />
vluchtel<strong>in</strong>gen en de angst voor <strong>in</strong>filtratie van buite<strong>nl</strong>andse revolutionairen. Aan de<br />
bepal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het Vreemdel<strong>in</strong>genreglement van 1918 lagen echter dieperliggende<br />
oorzaken ten grondslag. De belangrijkste waren de toegenomen <strong>in</strong>vloed van de<br />
staat op de economie en de verbreid<strong>in</strong>g van het algem<strong>een</strong> kiesrecht. Hierdoor kreeg<br />
de staat, die de werkloosheidsuitker<strong>in</strong>gen g<strong>in</strong>g f<strong>in</strong>ancieren, meer belang bij het af<br />
schermen van de arbeidsmarkt tegen vreemdel<strong>in</strong>gen, met name <strong>in</strong> tijden van eco<br />
nomische tegenspoed. 2 Het <strong>in</strong> bepaalde gevallen voorrang geven aan Nederlanders<br />
werd vanaf 1918 mogelijk door <strong>een</strong> uitgebreid visumstelsel. Een visum werd all<strong>een</strong><br />
afgegeven wanneer de arbeidsmigrant g<strong>een</strong> bedreig<strong>in</strong>g vormde voor de positie van<br />
Nederlandse arbeiders. Hoewel de visumplicht voor de meeste landen na <strong>een</strong> paar<br />
jaar weer werd afgeschaft, bleef zij voor Duitsland tot 1926 van kracht. Dienstbodes<br />
werden overigens uitgezonderd van de maatregel, omdat aan hen <strong>in</strong> Nederland <strong>een</strong><br />
groot gebrek bestond.<br />
Het afschaffen van de toelat<strong>in</strong>gsregels <strong>in</strong> de tweede helft van de jaren tw<strong>in</strong>tig was<br />
van korte duur. Met het uitbreken van de crisis <strong>in</strong> 1930 werkten ambtenaren druk<br />
aan <strong>een</strong> nieuwe regel<strong>in</strong>g, ditmaal <strong>in</strong> de vorm van <strong>een</strong> wet. Die kwam er <strong>in</strong> mei 1934.<br />
Voortaan moesten werkgevers die vreemdel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> dienst wilden nemen <strong>een</strong> ver<br />
gunn<strong>in</strong>g aanvragen bij het M<strong>in</strong>isterie van Sociale Zaken. Sommige werkgevers van<br />
buite<strong>nl</strong>andse herkomst, zoals Italiaanse terrazzowerkers en joodse vluchtel<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> de confectie, omzeilden de nieuwe wet door landgenoten die bij hen werkten als<br />
zelfstandig ondernemer te laten registreren. In andere sectoren bleek het onmoge<br />
lijk om Nederlanders op grote schaal aan het werk te krijgen <strong>in</strong> banen die daarvóór<br />
door buite<strong>nl</strong>anders waren bezet. Het gevolg was, dat de immigratiebeperk<strong>in</strong>gen<br />
voor bepaalde sectoren langzaamaan soepeler werden toegepast. Dit beleid zou<br />
ook na de Tweede Wereldoorlog <strong>in</strong> grote lijnen hetzelfde blijven. 3<br />
Nieuwkomers nader beschouwd<br />
In 1998 maken buite<strong>nl</strong>anders 4,3 procent uit van de Nederlandse bevolk<strong>in</strong>g, <strong>een</strong><br />
aanzie<strong>nl</strong>ijk lager percentage dan tijdens de zeventiende eeuw, toen het om zo'n<br />
tien procent g<strong>in</strong>g. In die periode van economische voorspoed was de komst en ves<br />
tig<strong>in</strong>g van immigranten van grote betekenis voor de Nederlandse economie. Dat lag<br />
anders <strong>in</strong> de decennia vanaf 1848. Kijken we naar het aandeel vreemdel<strong>in</strong>gen op de<br />
Nederlandse bevolk<strong>in</strong>g, dan zien we het percentage vanaf het e<strong>in</strong>de van de acht<br />
tiende eeuw dalen van 6 procent naar m<strong>in</strong>der dan 2 procent omstreeks 1870. Daarna