07.09.2013 Views

Inventariserend Veldonderzoek - Gemeente Harderwijk

Inventariserend Veldonderzoek - Gemeente Harderwijk

Inventariserend Veldonderzoek - Gemeente Harderwijk

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Reacties artikel 10 BRO Ontwerp bestemmingsplan Parkeergarage Houtwal<br />

Ontvangen reacties:<br />

1. Vitens Gelderland, Postbus 23, 6880 BC Velp, ingekomen onder nummer 14.443 op 14<br />

maart 2006<br />

2. Provincie Gelderland, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem, ingekomen onder nummer<br />

14.952 op 28 maart 2006<br />

3 VROM-Inspectie, Regio Oost, Postbus 136, 6800 AC Arnhem, ingekomen onder nummer<br />

15.225 op 4 april 2006<br />

4 KPN, Wholesale Services & Operations, Postbus 16300, 3500 CH Utrecht, ingekomen<br />

onder nummer 14.870 op 26 maart 2006<br />

5 Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, tav H. Stuurman, Rietgorsmeen 74,<br />

3844 ZV <strong>Harderwijk</strong>, ingekomen onder nummer 14.355 op 10 maart 2006<br />

6. Brandweer <strong>Harderwijk</strong>, Postbus 400, 3840 AK <strong>Harderwijk</strong>, ingekomen onder nummer<br />

14.021 op 6 maart 2006<br />

7. Kamer van Koophandel Veluwe en Twente, postbus 2, 3840 AA <strong>Harderwijk</strong>, ingekomen<br />

onder nummer … op 7 maart 2006<br />

8. Rijksdienst voor de monumentenzorg (reageert via VROM), ingekomen onder nummer …<br />

op 4 april 2006<br />

9. N.V. Nederlandse Gasunie, Postbus 162, 7400 AD Deventer, ingekomen onder nummer<br />

13.390 op 15 februari 2006<br />

10. Waterschap Veluwe, Postbus 4142, 7320 AC Apeldoorn, ingekomen onder nummer<br />

14.953 op 28 maart 2006<br />

11. Connexxion per email op 23 februari 2006<br />

1. Vitens Gelderland<br />

Vitens verzoekt aan te geven welke stroken grond zijn gereserveerd, waarin drinkwaterleidingen<br />

dienen te worden aangelegd.<br />

Binnen het plangebied worden geen nieuwe drinkwaterleidingen aangelegd. Wanneer leidingen<br />

verlegd moeten worden, of werkzaamheden boven de bestaande leiding plaats vinden, zal contact<br />

worden opgenomen met Vitens.<br />

2. Provincie Gelderland<br />

a. Er moet een akoestisch onderzoek worden bijgevoegd bij het vastgestelde plan. Hogere<br />

grenswaarden moeten zijn aangevraagd en vastgesteld voor vaststelling van het plan.<br />

Het akoestisch onderzoek wordt bijgevoegd. Ten aanzien van het verzoek om hogere waarden geldt<br />

dat volgens de Wet geluidhinder sprake is van een reconstructie wanneer door wijzigingen de<br />

geluidbelasting op een gevel met 2 decibel of meer toeneemt.<br />

Uit het akoestisch onderzoek berekening blijkt dat op geen enkele gevel binnen de invloedssfeer van<br />

de parkeergarage een toename van de geluidbelasting van meer dan 2 decibel zal ontstaan.<br />

Weliswaar nemen de verkeersbeweging op de wegen in het jaar 2016 toe ten opzichte van nu, maar<br />

doordat de maximale snelheid nu 50 km/uur is en in 2016 30 km/uur, treedt er toename van de<br />

geluidsbelasting op een geven met 2 decibel of meer en is er volgens de Wet geluidhinder geen<br />

sprake van een reconstructie.<br />

b. Bij vaststelling van het plan moet helder zijn wat de inhoud en de effecten van de maatregelen ter<br />

verbetering van de luchtkwaliteit zijn. Ook moet zeker zijn dat de maatregelen worden uitgevoerd.<br />

In de toelichting zijn deze maatregelen sterker naar voren gebracht.<br />

c. Er moet voldoende tijd en budget worden vrijgemaakt om het vervolgonderzoek en de<br />

archeologische begeleiding te kunnen uitvoeren.<br />

In het financiële jaarplan van de gemeente is geld beschikbaar voor het archeologische<br />

vervolgonderzoek.


d. Het bestemmingsplan kan een basis vormen voor het verlenen van vrijstelling op grond van artikel<br />

19 lid 2 WRO, mits VROM-inspectie dit ook adviseert.<br />

Dit wordt voor kennisgeving aangenomen.<br />

3. Inpsectie VROM – Regio Oost<br />

Opmerkingen zijn er gekomen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ). Het betreft de<br />

volgende opmerkingen:<br />

a. Ongenoegen is er over het feit dat er geen vooroverleg met de RDMZ heeft plaatsgevonden. Dit<br />

heeft wel plaatsgevonden met een eerder voorontwerp in 2000 en in het kader van het<br />

Waterfrontproject.<br />

Vooroverleg gebeurt op grond van artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. Bij de<br />

voorbereiding van een bestemmingsplan plegen burgemeester en wethouders waar nodig overleg<br />

met die diensten van Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen welke in<br />

het plan in het geding zijn.<br />

Aan deze bepaling wordt in Nederland voldaan door een voorontwerp-bestemmingsplan aan<br />

bepaalde instanties toe te zenden met verzoek om commentaar. Het verkregen resultaat wordt<br />

vervolgens in het plan opgenomen en de eventuele op- en aanmerkingen worden van<br />

commentaar voorzien en/of alsnog in het plan verwerkt. Daarna komt de officiële<br />

bestemmingsplanprocedure waarin ook rijksdiensten desgewenst kunnen participeren<br />

(zienswijzen, bedenkingen, eventueel beroep).<br />

Beschreven procedure is ook voor dit plan gevolgd en voldoet daarmee dan ook aan de wettelijke<br />

eisen. Dat is andere plannen, zoals het Waterfront, voor een andere insteek is gekozen heeft<br />

meer te maken met het bijzondere karakter van deze plannen, dan dat als een standaard<br />

werkwijze van de gemeente moet worden gezien.<br />

b. Inhoudelijk is er ongenoegen over het feit dat inhoudelijk onvoldoende aandacht wordt gegeven<br />

aan het feit dat de locatie een onderdeel vormt van het beschermd gezicht. Wel is het beschermd<br />

stadsgezicht op de plankaart aangegeven, maar hieraan wordt verder geen inhoud gegeven. Ook<br />

de relatie van het plan tot de historisch-ruimtelijke kenmerken van het stadsgezicht is te weinig<br />

concreet.<br />

In artikel 36 van de Monumentenwet staat dat de gemeenteraad ter bescherming van een<br />

beschermd stads- en dorpsgezicht een bestemmingsplan vaststelt. Daarvan is sprake. Het gaat<br />

hier om een ondergrondse parkeergarage. Deze tast bovengronds het aanzicht van het<br />

stadsgezicht niet aan. In tegenstelling tot de oude situatie treedt zelf een verbetering op door<br />

bovengronds de vorm van het bastion sterker te benadrukken. Door middel van archeologisch<br />

onderzoek wordt daarnaast vastgesteld welke waarden zich onder de grond bevinden en hoe<br />

daarmee kan worden omgegaan. In de toelichting zal de historisch-ruimtelijke context van deze<br />

ontwikkeling sterker worden aangezet.<br />

c. De opgenomen bestemming biedt onvoldoende zekerheid om het bastion aan de buitenzijde vorm<br />

te geven en herkenbaar te houden.<br />

Ook binnen de opgenomen bestemming is het mogelijk om het bastion herkenbaar te maken. Er is<br />

zelfs specifiek een hoogtebepaling opgenomen om de oprichting van kleine muren die het bastion<br />

begeleiden mogelijk te maken. Ook de wallen en groenvoorzieningen passen binnen de<br />

bestemming. Bij de wal langs de Friesegracht is hiervoor ook bewust de aanduiding<br />

parkeergarage van de gracht afgehouden, zodat ook ondergronds geen aantasting van de wal kan<br />

plaatsvinden en ook de belangrijkste bomen kunnen behouden blijven. Het in het plan genoemde<br />

bomenonderzoek vormt daarbij de leidraad<br />

4. KPN<br />

KPN verzoekt bestaande tracés voor kabels en leidingen vrij te houden.<br />

Bij de uitvoering zal hier, indien noodzakelijk, rekening mee gehouden worden.


5. Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland<br />

In de reactie worden diverse tekstuele aanvullingen en verbeteringen voorgesteld ten aanzien van<br />

archeologie en cultuurhistorie.<br />

Deze opmerkingen zullen in het plan worden verwerkt.<br />

6. Brandweer <strong>Harderwijk</strong><br />

a. De brandweer verzoekt overleg te plegen met de afdeling preventie. De Luttekepoortstraat en de<br />

Vitringasingel zijn belangrijk voor de bereikbaarheid van de binnenstad voor hulpverleningsdiensten.<br />

Voor uitvoering van het bestemmingsplan wordt overleg gepleegd met alle hulpdiensten.<br />

b. In de directe nabijheid van de parkeergarage dient een opstelplaats gereserveerd te worden voor<br />

een blusvoertuig en er dient bluswater (brandkranen) voor handen te zijn.<br />

In de parkeergarage en omgeving zullen de bluswatervoorzieningen aangepast worden aan de<br />

nieuwe situatie. Dit zal in overleg met de brandweer plaatsvinden. Een speciale opstelplaats zal niet in<br />

het plan worden gereserveerd. Vrijwel het gehele gebied van de parkeergarage zal openbaar gebied<br />

worden en als zodanig bereikbaar zijn in geval van nood.<br />

7. Rijksdienst voor de Monumentenzorg<br />

In kader sturingsfilosofie van de Nota Ruimte wordt zoveel mogelijk tot één reactie van rijkszijde<br />

overgegaan op plannen als deze. De reactie van de RDMZ is dan ook terug te vinden onder 3. van de<br />

Inspectie VROM.<br />

Zie opmerkingen bij de reactie onder 3.<br />

8. Kamer van Koophandel<br />

De kamer van Koophandel pleit voor een versnelde planologische procedure<br />

Indien er geen zwaarwegende bezwaren door bewoners en betrokken organisaties zijn ingebracht is<br />

een versnelde procedure mogelijk. De provincie heeft al aangegeven dat het plan een basis kan en<br />

voor het verlenen van vrijstelling op grond van artikel 19 lid 2 WRO. Of deze ook zal worden ingezet is<br />

afhankelijk van de stand van zaken met betrekking tot de aanbestedingsprocedure en de daaruit<br />

voortvloeiende keuze voor een bouwpartij. Naar alle waarschijnlijkheid is de ‘normale’ planologische<br />

periode snel genoeg om tot de bouw over te gaan.<br />

9. Gasunie, Deventer<br />

Geen opmerkingen<br />

10. Waterschap Veluwe<br />

Geen opmerkingen<br />

11. Connexxion<br />

Geen opmerkingen


V<br />

<br />

Febr


<strong>Harderwijk</strong><br />

Houtwal<br />

<strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong><br />

M.A. Tolboom<br />

Februari 2006<br />

BAAC rapport 05.251


Colofon<br />

ISBN: 90-5985-455-1<br />

Redactie: Dhr. drs. R.J.M. van Genabeek<br />

Tekst: Mw. M.A. Tolboom<br />

Veldwerk: Mw. drs. I.J. Cleijne<br />

Dhr. drs. J.R. Mooren<br />

Mw. M.A. Tolboom<br />

Vrijwilligers: Dhr. A. Hoff<br />

Dhr. B. Kraak (AWN)<br />

Tekeningen: Mw. drs. I.J. Cleijne<br />

Mw. M.A. Tolboom<br />

Vondstdeterminatie: Mw. drs. A. Kaneda<br />

Inhoudelijke controle: Dhr. drs. R.J.M. van Genabeek<br />

Copyright: <strong>Gemeente</strong> <strong>Harderwijk</strong>/ BAAC bv, ‘s-Hertogenbosch<br />

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfi lm<br />

of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente <strong>Harderwijk</strong>/BAAC<br />

bv te ‘s-Hertogenbosch.<br />

BAAC bv<br />

onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie<br />

Graaf van Solmsweg 103 Postbus 2015<br />

5222 BS ‘s-Hertogenbosch 7420 AA Deventer<br />

Tel.: (073) 61 36 219 Tel.: (0570) 67 00 55<br />

Fax: (073) 61 49 877 Fax: (0570) 618 430<br />

E-mail: denbosch@baac.nl E-mail: deventer@baac.nl


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

Inhoudsopgave<br />

1 Inleiding 3<br />

2 Aanleiding 4<br />

3 Historische, archeologische en landschappelijke achtergronden 6<br />

4 Vraagstellingen 11<br />

5 Werkwijze 12<br />

6 Resultaten 14<br />

7 Interpretatie en synthese 20<br />

8 Conclusie 22<br />

9 Waardering en aanbevelingen 24<br />

9.1 Waardering 24<br />

9.2 Aanbevelingen 25<br />

10 Literatuurlijst 27<br />

11 Afkortingen 27<br />

Bijlage:<br />

Bijlage 1. Vondstenlijst algemeen<br />

Bijlage 2. Vondstenlijst aardewerk<br />

2


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

1 Inleiding<br />

In de periode van 10 tot en met 18 oktober 2005 heeft een <strong>Inventariserend</strong><br />

<strong>Veldonderzoek</strong> (IVO) door middel van proefsleuven plaatsgevonden op de Houtwal<br />

te <strong>Harderwijk</strong>. Het onderzoek is uitgevoerd door advies- en onderzoeksbureau<br />

BAAC bv (Bouwhistorie, Archeologie, Architectuurhistorie en Cultuurhistorie).<br />

Het onderzoeksterrein is momenteel in gebruik als parkeerplaats. De gemeente<br />

<strong>Harderwijk</strong> heeft plannen om een nieuwe ondergrondse parkeergarage te bouwen<br />

op het onderzoeksterrein, waarbij bodemingrepen tot circa 15 meter diep zullen<br />

gaan plaatsvinden. Het doel van het IVO is de ligging van de vestingwerken in het<br />

plangebied vast te stellen. Tevens zal gekeken worden of vervolgonderzoek wenselijk<br />

is en of de resten ingepast kunnen worden binnen de nieuwbouw. Contactpersonen<br />

bij de gemeente <strong>Harderwijk</strong> zijn dhr. J.W. Last en dhr. Krijnen. Contactpersoon bij<br />

de Archeologische Werkgemeenschap Nederland, afdeling Vallei en Eemland, is<br />

dhr. H.W. Stuurman. Dhr. B. Kraak (AWN) heeft geholpen tijdens het veldwerk en<br />

dhr. Uittien heeft ons voorzien van enkele kopieën van de Herderewich Kroniek, een<br />

uitgave van de Oudheidkundige Vereniging Herderewich te <strong>Harderwijk</strong>.<br />

Administratieve gegevens<br />

<strong>Gemeente</strong>: <strong>Harderwijk</strong><br />

Plaats: <strong>Harderwijk</strong><br />

Toponiem: Houtwal<br />

Datum onderzoek: 10 t/m 18 oktober 2005<br />

BAAC objectcode: HARHO<br />

BAAC projectnummer: 05.251<br />

Centrum coördinaten: 170.935 / 484.512<br />

Oppervlakte onderzoek: circa 4500 m2<br />

Complextype: LME-NT grachten, vestingwerken<br />

Datering: LME-NT<br />

CIS-code: 13975<br />

Soort onderzoek: <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> door middel van<br />

proefsleuven<br />

Opdrachtgever: <strong>Gemeente</strong> <strong>Harderwijk</strong><br />

Postbus 149<br />

3840 AC <strong>Harderwijk</strong><br />

0341 – 411 911<br />

Bevoegd gezag: <strong>Gemeente</strong> <strong>Harderwijk</strong><br />

Bewaarplaats vondsten: voorlopig BAAC bv, later Provinciaal Depot<br />

Bodemvondsten Gelderland<br />

Bewaarplaats documentatie: voorlopig BAAC bv, later Rijksdienst voor het<br />

Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB)<br />

3


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

2 Aanleiding<br />

1 Visscher 2001.<br />

Het onderzoeksterrein wordt aan de noordzijde begrensd door de Luttekepoortstraat,<br />

aan de westzijde door de Vitringasingel en aan de zuid- en oostzijde door de<br />

Friesegracht (zie afb. 1). Het terrein is momenteel in gebruik als parkeerterrein.<br />

De gemeente <strong>Harderwijk</strong> heeft plannen om op het gehele parkeerterrein een<br />

ondergrondse parkeergarage te bouwen. Hierbij zullen bodemingrepen plaatsvinden<br />

tot circa 15 meter diep. Conform de startnotitie archeologiebeleid van de gemeente<br />

<strong>Harderwijk</strong> is archeologisch onderzoek op dit terrein vereist.<br />

Er zijn geen archeologische waarnemingen bekend van het onderzoeksterrein zelf.<br />

Wel zijn er waarnemingen bekend uit de directe omgeving. Het betreft 14 de – 15 de<br />

eeuws gedraaid aardewerk en 15 de – 16 de eeuws gebrandschilderd glas 75 meter ten<br />

oosten van het terrein (waarneming 7309), twee middeleeuwse waterputten 100 meter<br />

ten westen van het terrein (waarneming 7830) en 12 de – 15 de eeuws grijsbakkend<br />

gedraaid aardewerk en steengoed en grondsporen van gebouwen, waterputten en<br />

gedempte beekbeddingen uit de Late Middeleeuwen B en Nieuwe Tijd A. 1<br />

485<br />

484<br />

<strong>Harderwijk</strong><br />

170<br />

Afb. 1 Situering onderzoeksgebied.<br />

4<br />

171<br />

170 171<br />

485<br />

484<br />

Bron: Topografische Dienst


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

RAAP heeft in 1999 een archeologische advieskaart opgesteld voor onder andere<br />

het plangebied Houtwal. 2 Vervolgens is door RAAP een archeologisch beleidsadvies<br />

voor de gemeente <strong>Harderwijk</strong> geschreven. 3 Voorafgaand aan het door BAAC bv<br />

uitgevoerde onderzoek door middel van proefsleuven, heeft BAAC bv een nondestructief<br />

inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd. 4 Dit onderzoek is<br />

in twee delen opgesplitst: een bureauonderzoek en een veldonderzoek. De resultaten<br />

hiervan zullen in hoofdstuk 3 kort besproken worden. Op basis van dit onderzoek<br />

heeft BAAC bv een Programma van Eisen opgesteld voor het IVO door middel van<br />

proefsleuven.<br />

2 Verslagnummer 1999-2470/MW.<br />

3 Visscher 2001.<br />

4 Van Putten 2005.<br />

5


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

3 Historische, archeologische en landschappe-<br />

lijke achtergronden.<br />

<strong>Harderwijk</strong> is gelegen aan het voormalige kustgebied van de Zuiderzee. Deze<br />

ligging is bepalend geweest voor de ontwikkeling van <strong>Harderwijk</strong> tijdens de Late<br />

Middeleeuwen. De ondergrond van <strong>Harderwijk</strong> is gevormd tijdens de laatste ijstijd, het<br />

Weichselien (50.000-12.000 v Chr.). Ten noorden van <strong>Harderwijk</strong> is een grindhoudend<br />

pakket afgezet door smeltwaterstromen. Deze stromen ontstaan na het ontdooien van<br />

sneeuw. Het vocht kan door een permanent bevroren ondergrond (permafrost) niet in<br />

de bodem wegtrekken en wordt daarom afgevoerd via het oppervlak. In het Midden-<br />

en Laat-Weichselien wordt door de wind grote pakketten zand afgezet. Het reliëf dat<br />

hierdoor ontstaat wordt aangeduid als dekzandruggen. <strong>Harderwijk</strong> is voor een deel<br />

op een dergelijke dekzandrug ontstaan. Tijdens het inventariserend archeologisch<br />

veldonderzoek door middel van grondboringen is in boring 2a sediment aangetroffen<br />

dat is geïnterpreteerd als pleistoceen dekzand.<br />

Tijdens het Holoceen (vanaf 9.000 v Chr. tot heden) wordt het klimaat warmer,<br />

waardoor de zeespiegel stijgt en er diverse meren ontstaan, zoals het Flevomeer.<br />

Dit meer breidt zich uit tot één groot meer (het Almere), totdat het meer in verbinding<br />

komt met de Noordzee en de Zuiderzee ontstaat. Gedurende de Late Middeleeuwen<br />

is langs de kustlijn van de Zuiderzee een strandwal ontstaan. Deze strandwal is ten<br />

noordoosten en zuidwesten van <strong>Harderwijk</strong> aanwezig.<br />

<strong>Harderwijk</strong> is ontstaan aan de Zuiderzee, langs een beek die vanuit het zuiden door<br />

de lage dalen tussen de dekzandruggen, de Luttekepoort naderde en vermoedelijk<br />

via de Luttekepoortstraat-Wolleweverstraat-Bruggestraat richting zee stroomde. De<br />

beek was 5 tot 7 meter breed en op sommige plekken meer dan 1 meter diep. De loop<br />

van de beek is op diverse plekken binnen en buiten de stad waargenomen. Vanaf<br />

de Luttekepoort, die gebouwd is rond 1290, liep langs de oostoever van de beek<br />

een weg richting het zuiden, naar Tonsel en Ermelo. Vanaf de Luttekepoort heeft in<br />

noordoostelijke richting een stadsmuur gelopen naar de Grote Poort en vermoedelijk<br />

ook langs de noordzijde van de Grote Marktstraat. Na 1315 werd de stad uitgelegd.<br />

De stadsmuur werd vanaf de Luttekepoort in westelijke richting doorgetrokken<br />

(parallel aan de huidige Doelenstraat) en er werd een nieuwe poort gebouwd, de<br />

Smeepoort. Door deze nieuwe uitvalsweg verloor de weg vanaf de Luttekepoort haar<br />

betekenis. Ook de loop van de beek werd verlegd. Deze werd vermoedelijk tussen<br />

1350 en 1390 ter hoogte van de huidige Agnietenstraat afgedamd en doorgetrokken<br />

richting de Smeeport, waar zij uitkwam in een gracht. De oude loop van de beek<br />

verzandde hierdoor. De stadsmuur tussen de Luttekepoort en de Smeepoort bestaat<br />

uit een dubbele muur, waarvan de binnenmuur in de 14 de eeuw is gebouwd. De<br />

buitenmuur werd in 1528 eeuw aangelegd. Deze buitenmuur is wegens sterk verval<br />

in 1623 in zijn geheel gesloopt. De binnenmuur is pas in 1911 gedeeltelijk gesloopt<br />

ten behoeve van woningbouw. Deze huisjes staan er nog steeds. 5 Ter hoogte van de<br />

Luttekepoort staat nog een deel van deze muur overeind.<br />

Op de kaart van Jacob van Deventer (zie afb. 2) zijn de stadsmuren met grachten<br />

en de toegangspoorten te zien. De dubbele stadsmuur tussen de Smeepoort en de<br />

Luttekepoort staat hierop aangegeven alsmede het tracé van de stadsmuur die loopt<br />

via de Grote Poort, Scheeperssingel en de Havendam in het noordoosten en langs<br />

5 Feenstra 1988, 2-14.<br />

6


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

de Plantage en Blokhuis in het westen. Het noordwestelijk deel van de stadsmuur liep<br />

langs de huidige Strandboulevard. Op deze kaart is eveneens een dubbele gracht<br />

met een aarden wal te zien tussen de Smeepoort, de Luttekepoort en de Grote Poort.<br />

Halverwege de Grote Poort en het meest noordelijke punt van de ommuring (het<br />

Oude Blokhuis), eindigt de aarden wal tegen de stadsmuur. De Luttekepoort heeft<br />

ter hoogte van de aarden wal een extra bolwerk waarop een poortgebouw staat; een<br />

zogenaamde voorpoort. De Smeepoort en de Grote Poort hebben ook een bolwerk,<br />

maar nog geen bebouwing.<br />

Afb. 2 Plattegrond van <strong>Harderwijk</strong> door Jacob van Deventer (1568).<br />

Aan het eind van de 16 de , begin 17 de eeuw is de (dubbele) gracht gedempt en zijn er<br />

nieuwe vestingwerken aangelegd. Op de kaart van Blaeu (zie afb. 3) zijn deze nieuwe<br />

vestingwerken te zien. Tevens is de buitenmuur van de middeleeuwse vestingwerken<br />

ter hoogte van de huidige Doelenstraat niet meer te zien; deze is gesloopt in 1623.<br />

Ter hoogte van de Luttekepoort en de Smeepoort zijn bastions aangelegd. Om de<br />

Grote Poort is een rondeel aangelegd, een voorganger van het bastion. Een bastion is<br />

een vijfhoekige aarden of stenen uitbouw van een verdedigingswerk. De bastions zijn<br />

met elkaar verbonden door middel van een courtine, een verbindingsmuur. Vanaf de<br />

fl ank van een bastion kan de courtine verdedigd worden. Dit type verdedigingswerk<br />

is in de 15 de eeuw ontstaan in Italië en werd uitgevoerd in steen. Dit zogenaamde<br />

Italiaanse stelsel werd in de 16 de eeuw toegepast in de Nederlanden. Gedurende de<br />

Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) hadden veel steden behoefte aan nieuwe verdedigingswerken.<br />

De aanleg ervan was echter tijdrovend en duur. Daarom is het Italiaanse<br />

stelsel in de Nederlanden uitgevoerd in hout en grond. Dit was minder duur en<br />

sneller in aanleg. Een aantal typische kenmerken van het Italiaanse stelsel, zoals<br />

7


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

Afb. 3 Plattegrond van <strong>Harderwijk</strong> door Blaeu (rond 1650).<br />

de kazematten in de teruggetrokken fl anken van de bastions, werd in de nieuwe<br />

uitvoering niet meer toegepast. Deze uitvoering staat bekend als Oud-Nederlandse<br />

stelsel. In de 2 de helft van de 17 de eeuw volgt een aanpassing. Dit stelsel wordt dan<br />

ook het Nieuw-Nederlandse stelsel genoemd.<br />

Met de aanleg van aarden wallen ten behoeve van de vestingwerken is veel grond<br />

gemoeid. De wallen steken hoog uit boven het maaiveld en ook aan de binnenzijde<br />

van de wallen en in de bastions wordt het terrein fl ink opgehoogd. Buiten de<br />

vestingwerken om lag een diepe gracht. Op de kaart van Blaeu is te zien dat in<br />

<strong>Harderwijk</strong> het Oud-Nederlandse stelsel is toegepast. Dit moet aan het eind van<br />

de 16 de en het begin van de 17 de eeuw zijn aangelegd. De bebouwing van de laat-<br />

Afb. 4 Italiaans stelsel (links) en Oud-Nederlands stelsel (bron: Kruif 2004, 38-39).<br />

Beide: 1 wal; 2 gracht; 3 glacis; 4 bastion; 5 ravelijn<br />

Links: 6 escarp; 7 contrescarp; 8 frontaal vuur; 9 fl ankerend vuur<br />

Rechts: 6 voorwal; 7 halve maan; 8 gedekte weg<br />

8


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

6 Van Putten 2005.<br />

middeleeuwse verdedigingswerken op de bolwerken zijn in de bastions opgenomen.<br />

Net als bij de Luttekepoort is ook bij de Smeepoort en de Grote Poort bebouwing op<br />

de voormalige bolwerken aanwezig.<br />

Na 1672 zijn de verdedigingswerken, de bastions en stadspoorten, grotendeels<br />

gesloopt. De vorm van het bastion ter hoogte van de Luttekepoort en de Smeepoort<br />

is in de huidige plattegrond nog zichtbaar in de vorm van de Friesegracht. Het<br />

onderzoeksterrein is nadien amper bebouwd geweest. In het noordoostelijk deel<br />

van het terrein heeft een huis met een schuur gestaan (zie afb. 5). Dit woonhuis is<br />

in 2002 gesloopt. Tussen 1881 en 1966 was op het zuidelijk deel van het terrein de<br />

houthandel van de familie Arendsen gevestigd.<br />

Afb. 5 Kadastrale kaart uit 1827.<br />

Op het onderzoeksterrein is een non-destructief grondradaronderzoek (Ground<br />

Penetrating Radar, GPR) en aansluitend een booronderzoek uitgevoerd. 6 Het doel<br />

van dit onderzoek is het nagaan of, en zo ja, waar zich restanten van (middeleeuwse)<br />

vestingwerken en grachten in het onderzoeksterrein bevinden. Middels het<br />

grondradaronderzoek kon echter niet worden aangegeven waar zich funderingsresten<br />

en grachten bevinden. Wel konden sommige plekken aangewezen worden met veel<br />

anomalieën in de ondergrond. Deze wijzen mogelijk op archeologische resten. Met<br />

name in het zuidelijk deel, langs de Friesegracht, blijken veel anomalieën te zitten, die<br />

wijzen op een groot object in de bodem, mogelijk de keermuur van het bastion. Na het<br />

GPR-onderzoek is een aantal boringen gezet om de verwachtingen te toetsen. Het<br />

algemene beeld is dat de bodem voor een groot deel bestaat uit verstoorde, dan wel<br />

opgebrachte grond. De boringen parallel aan de Friesegracht stuitten op een harde,<br />

ondoordringbare laag, mogelijk baksteen of beton. In met name de noordwestelijk<br />

gelegen boringen is mogelijk grachtvulling aangetroffen.<br />

9


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

4 Vraagstellingen<br />

Op basis van het vooronderzoek zijn in het Programma van Eisen een aantal vragen<br />

met betrekking tot de gaafheid, conservering, datering, diepteligging, omvang en aard<br />

van de vindplaats opgenomen: 7<br />

1. Zijn er nog muren van het bastion aanwezig?<br />

2. Zijn er aan de noordrand van de beoogde parkeergarage resten van de oude<br />

toegangsweg naar de stad en hiermee samenhangende verdedigingswerken<br />

aanwezig?<br />

3. Bevinden zich in de noordoost hoek van het terrein resten van voorwerken en<br />

verdedigingswerken die direct met de Luttekepoort samenhangen?<br />

4. Bevinden er zich binnen het bastion nog resten van de oudere stadsmuur en<br />

gracht en de resten van een oudere fase met grachten en tussenwal?<br />

5. Zijn er restanten van wallen aanwezig binnen het bastion of kazematten onder het<br />

wallichaam?<br />

6. Hoe ziet de bodemopbouw midden op het bastion er uit?<br />

7. Bevinden er zich in of op het bastion resten van gebouwen en wat is de aard<br />

hiervan?<br />

8. Zijn er aanwijzingen voor meerdere fasen in de opbouw van het muurwerk en de<br />

vulling van de gracht?<br />

9. Hoe is het gesteld met de conditie van het muurwerk?<br />

10. Zijn er mogelijkheden om het muurwerk behouden en/of in te passen in de<br />

parkeergarage?<br />

11. Welke type vondstmateriaal is er in de gedempte gracht aanwezig?<br />

7 Programma van Eisen, d.d. 7 oktober 2005, opgesteld door dhr. drs. R. van der Mark.<br />

10


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

5 Werkwijze<br />

Het <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> door middel van proefsleuven is uitgevoerd<br />

volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 2.2). Door de<br />

aanwezigheid van kabels en leidingen is een aantal proefsleuven niet aangelegd<br />

zoals dit is voorgeschreven in het voor het Programma van Eisen (PvE) opgestelde<br />

puttenplan. De sleuven zijn korter uitgevallen dan gepland of zijn op een andere plek<br />

aangelegd. In overleg met de gemeente <strong>Harderwijk</strong> is een zesde proefsleuf aangelegd<br />

in plaats van de in het PvE voorgeschreven aantal van vijf. Wegens de grote diepte<br />

van de sleuven zijn de profi elen schuin aangelegd of verspringen halverwege een<br />

halve meter naar binnen. De sleuven zijn aangelegd met een bandenkraan met<br />

gladde bak.<br />

Het eerste vlak is aangelegd op het niveau waarop de archeologische sporen<br />

leesbaar zijn. Tijdens de aanleg van het vlak zijn de vondsten per vijf meter<br />

verzameld. De vlakken zijn gefotografeerd (digitaal) en getekend op schaal 1:50. De<br />

vlakken waarin veel sporen en muurwerk aanwezig is (werkput 5 en 6), zijn getekend<br />

op schaal 1:20. De vlakken zijn om de 5 meter gewaterpast en de sporen zijn<br />

gecoupeerd en afgewerkt. Van elke sleuf is één profi el gedocumenteerd door middel<br />

van digitale fotografi e en tekeningen (schaal 1:20). Per laag zijn vondsten verzameld.<br />

Van elke sleuf is de meetlijn door een erkend landmeter ingemeten in RD-coördinaten.<br />

11


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

Afb. 6 Puttenkaart.<br />

12


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

6 Resultaten<br />

Een overzicht van de aangetroffen sporen is te zien op de allesporenkaart (afb. 7) en<br />

in de profi elen (afb. 8).<br />

Afb. 7 Allesporenkaart.<br />

13


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

14<br />

Afb. 8 Profi elen.


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

De natuurlijke ondergrond is in alle werkputten waargenomen. In het noordelijk deel<br />

van het terrein bestaat de natuurlijke ondergrond uit licht grijswit grof zand en is<br />

vermoedelijk een strandwal of pleistoceen dekzand. Het hoogste punt bevindt zich in<br />

werkput 3 op 2,10 + NAP (1,30 meter onder het maaiveld) en in werkput 5 op 2,50 +<br />

NAP (0,90 meter onder het maaiveld).<br />

De natuurlijke ondergrond is in het zuidelijk en oostelijk deel van het<br />

onderzoeksterrein op diverse plekken waargenomen middels kijkgaatjes of<br />

grondboringen en ligt veel lager dan in het noordelijk deel. De natuurlijke ondergrond<br />

bevindt zich hier op een niveau van 0,20 tot 0,40 + NAP, vaak net iets onder het<br />

grondwaterniveau (werkputten 1, 2, 4 en 6) en bestaat uit (donker) grijs grof zand.<br />

Omdat dit niveau net iets onder het grondwaterniveau ligt, was het niet altijd even<br />

goed waar te nemen.<br />

Foto 1. Onderin de laag met takkenbossen en daarboven de bastionvulling in werkput 4. Richting NO.<br />

De werkputten in het zuidelijk deel van het onderzoeksterrein vertonen een<br />

gelijksoortige opbouw (werkput 1, 2 en 4). Hier ligt op de natuurlijke bodem een<br />

laag met takkenbossen, verderop de takkenlaag genoemd. Deze takkenbossen zijn<br />

aangetroffen in grijs grof zand en zijn regelmatig gelegd hetzij in noordzuid (werkput<br />

1, S 11, vnr 8), hetzij in oostwest oriëntatie (werkput 4, S 17, vnr 48, 55, zie foto 1).<br />

Het vondstmateriaal uit deze takkenlaag dateert uit de periode 1350-1550.<br />

In werkput 2 zijn de takkenbossen in meerdere niveaus aangetroffen. Het betreft<br />

oostwest georiënteerde takken in een pakket van geel bruin grijs gevlekt zand (S 13,<br />

vnr 20). Ten oosten van dit pakket liggen drie houten palen (vermoedelijk naaldhout),<br />

waarvan er twee in ieder geval zijn aangepunt (S 1, vnr 16). Deze hebben een<br />

noordzuid oriëntatie. Tegen de oostzijde van deze palen liggen takkenbossen met<br />

eveneens een noordzuid oriëntatie. De drie houten palen met de takkenbossen<br />

dateren stratigrafi sch gezien in een latere fase dan de oostwest georiënteerde<br />

takkenbossen. De vondsten uit beide contexten dateren in de 14 de eeuw.<br />

15


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

In de werkputten 1, 2 en 4 is op de takkenlaag een dik pakket gemengd grijs grof<br />

zand opgebracht. Dit pakket loopt door tot net onder de recent opgebrachte grond<br />

onder de bestrating (0,50 tot 0,80 meter onder het maaiveld). Uit het pakket grond zijn<br />

enkele fragmenten aardewerk verzameld, welke het pakket globaal in de 16 de en 17 de<br />

eeuw dateren (vnr 3, 26-29, 49-54).<br />

In het zuidelijk deel van werkput 1 (de eerste 7 meter) is een grote verstoring<br />

aangetroffen. Deze bestaat uit een beton- en baksteenfundering die heeft toebehoord<br />

aan de houtfabriek die hier tot 1966 heeft gestaan en gaat door tot op 3 meter onder<br />

het maaiveld (0,40 + NAP). De verstoring snijdt door het ophogingspakket dat op de<br />

takkenlaag ligt.<br />

De werkputten 3, 5 en 6 geven, ook onderling, een zodanig afwijkend beeld ten<br />

opzichte van de zuidelijke putten dat de resultaten zich het best per werkput laten<br />

beschrijven.<br />

Foto 2. De gracht in werkput 3. Richting NO.<br />

In werkput 3 is een gracht aangetroffen die is ingegraven in de natuurlijke ondergrond<br />

(S 14, zie foto 2). De gracht lijkt een noordwest zuidoost oriëntatie te hebben en is<br />

ondiep ingegraven. De breedte van circa 5 meter is erg smal voor een stadsgracht.<br />

De gracht bestaat uit meerdere fases; hij is na de eerste aanleg twee keer opnieuw<br />

uitgegraven. Wanneer de gracht voor het eerst is ingegraven, is niet bekend. Het is<br />

in ieder geval gebeurd na het in onbruik geraken van een greppel (S 15, vnr 31) en<br />

de afdekkende laag over deze greppel heen. Het materiaal uit de greppel dateert in<br />

de 14 de tot 15 de eeuw. De vulling van de 1 ste fase van de gracht bestaat uit gevlekt fi jn<br />

wit zand met grof grijs zand en enkele brokjes humeus materiaal. Met name onderin<br />

is de gracht gelaagd en zijn er spoelbandjes te zien. Onderin de 2 de fase heeft zich<br />

een stevig laagje humeus materiaal afgezet. Bovenop deze humeuze laag is een dun<br />

16


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

gelaagd pakket met spoelbandjes te zien. Hierin is een goed bewaard gebleven stuk<br />

leer gevonden (vnr 38). De overige vullingslagen van zowel de 2 de als de 3 de fase zijn<br />

gemengd met voornamelijk veel kiezels en puntjes baksteen, mortel, houtskool en<br />

schelp. Het vondstmateriaal uit alle vullingslagen van de gracht dateert in de periode<br />

1350-1450 (vnr 30, 39, 45). Het greppeltje dateert in de periode 1300-1500.<br />

Ten zuiden van de gracht ligt een pakket ophogingen (S 16) die voorafgaan<br />

aan de aanleg van de gracht. De relatie van dit pakket en de gracht met andere<br />

ophogingspakketten binnen het onderzoeksterrein is niet duidelijk. Het materiaal uit<br />

dit pakket dateert in ieder geval in dezelfde periode als de grachtvulling (1350-1450).<br />

Deze ophogingen en de 2 de fase van S 14 worden afgedekt met een puinlaag (vnr 34),<br />

welke eveneens dateert in de periode 1350-1450.<br />

Foto 3. Muurwerk S 3 in werkput 5. Richting NO.<br />

In werkput 5 zijn in de natuurlijk ondergrond enkele kuilen ingegraven, waaronder<br />

mogelijk twee paalkuilen (S 6 en S 9). Hieruit zijn enkele fragmenten bouwkeramiek<br />

en bot afkomstig.<br />

Net ten zuiden van het trottoir aan de Luttekepoortstraat is vlak onder de huidige<br />

bestrating muurwerk aangetroffen (S 3, zie foto 3). Het betreft een nagenoeg oostwest<br />

georiënteerd stuk muurwerk waarvan een lengte van circa 3 meter in de werkput<br />

is aangetroffen. De muurdikte bedraagt 2,10 m. De zuid- en westzijde van het<br />

muurwerk zijn afgewerkte zijden. Een deel van de zuidwestelijke hoek is afgebroken,<br />

waarschijnlijk ten tijde van de aanleg van een rioolbuis.<br />

De zuidzijde van de muur heeft deels vier versnijdingen. Het muurwerk is opgetrokken<br />

uit bakstenen met formaten 22,5-23,0 x 11,0-12,0 x 4,5-5,5 cm (L x B x H). De<br />

baksteenformaten wijzen op een datering in de vijftiende of zestiende eeuw. 8 Het<br />

muurwerk is gefundeerd in de natuurlijke bodem op een diepte van 2,00 meter onder<br />

8 Berends 1989, 02-5, afb. 8.<br />

17


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

het maaiveld (1,45 + NAP). Hiervoor is eerst een kuil gegraven, waarna de fundering<br />

tegen de kuilwand is opgetrokken. Er is geen opgaand muurwerk meer aanwezig;<br />

het aangetroffen muurwerk lijkt alleen een restant van de fundering te zijn. Mogelijk<br />

heeft dit muurwerk toebehoord aan de voorpoort van de Luttekepoort, zoals deze op<br />

de kaart van Jacob van Deventer te zien is. Van de afbraak van de voorpoort resteert<br />

nog een uitbraaksleuf tegen de zuidzijde van het muurwerk.<br />

Tegen de noordzijde en deels op een versnijding van het muurwerk is een tweede<br />

muur gebouwd (S 4). Dit muurwerk is opgebouwd uit hergebruikt baksteen. Het is een<br />

latere toevoeging, waarvan de functie nog onduidelijk is.<br />

In het zuidelijk deel van werkput 5 is een pakket ophogingen aangetroffen (S 18).<br />

Hieruit is geen vondstmateriaal afkomstig. Deze ophoging is opgebracht vanaf iets<br />

boven de bovenste versnijding op zo’n 40 cm afstand van de muur.<br />

Foto 4. Houtconstructie in werkput 6. Richting Z.<br />

In het westelijk deel van werkput 6 is een houtconstructie (S 19, zie foto 4) van<br />

gootjes en palen aangetroffen. Deze constructie is aangelegd in een grijs tot licht grijs<br />

gelaagd pakket dat naar het westen toe meer verspit is. De functie van de constructie<br />

is onduidelijk. Het materiaal dat in de constructie is verzameld, dateert in de periode<br />

1350-1550 (vnr 63). Het geheel wordt afgedekt door een grote puinkuil waaruit zeer<br />

veel vondstmateriaal afkomstig is (vnr 58). Dit materiaal dateert grotendeels uit de<br />

periode 1650-1750. Enkele fragmenten dateren uit de periode 1575-1625.<br />

Het ontbreken van de ophogingspakketten (de bastionvulling) die in de zuidelijke<br />

putten zijn aangetroffen, zou te maken kunnen hebben met de weg die door het<br />

bastion naar een brug naar het buitengebied leidde (te zien op de kaart van Blaeu,<br />

afb. 3). Mogelijk heeft ook de houtconstructie hiermee te maken.<br />

18


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

7 Interpretatie en synthese<br />

De natuurlijke ondergrond bevindt zich op het noordelijk deel van het<br />

onderzoeksterrein op 2,10 tot 2,50 meter + NAP (0,90 tot 1,30 meter onder het<br />

maaiveld) en bestaat hier uit licht grijs tot wit pleistoceen dekzand of zand van de<br />

strandwal. In het zuidelijk en oostelijk deel van het terrein bevindt de natuurlijke<br />

ondergrond zich op een dieper niveau, op 0,20 tot 0,40 + NAP (circa 2,50 meter onder<br />

het maaiveld) en bestaat het uit (donker) grijs grof zand. De natuurlijke ondergrond is<br />

op het noordelijk deel van het terrein beduidend hoger gelegen dan op het zuidelijk en<br />

oostelijk deel. Op dit hoger gelegen deel van het terrein is in de 15 de – 16 de eeuw een<br />

fl ink stuk muurwerk opgetrokken, wat mogelijk te interpreteren is als onderdeel van de<br />

voorpoort van de Luttekepoort. Op afbeelding 9 is de kaart van Jacob van Deventer<br />

onder de huidige plattegrond geplaatst. Hierop is te zien dat de voorpoort en het<br />

bolwerk zich in het noordelijk deel van het onderzoeksterrein moeten bevinden. Om<br />

het bolwerk heeft een gracht gelopen. Deze is mogelijk aangesneden in werkput 3,<br />

hoewel deze gracht erg smal lijkt voor een stadsgracht. Mogelijk is met de bouw van<br />

de voorpoort van de Luttekepoort het terrein opgehoogd, zoals te zien is in werkput 5<br />

(S 19).<br />

Afb. 9 Plattegrond van Jacob van Deventer onder de huidige plattegrond.<br />

In het zuidelijk deel van het onderzoeksterrein heeft vermoedelijk de beek gestroomd<br />

die via de Luttekepoort de stad in liep. Het is echter niet duidelijk of deze beek in de<br />

19


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

proefsleuven is aangesneden. De takkenbossen duiden er wellicht op dat het terrein<br />

drassig is geweest en dat men het terrein begaanbaar heeft willen maken in de 14 de<br />

of 15 de eeuw. Hoewel tussen de takken voornamelijk materiaal met een looptijd van<br />

1350 tot 1550 is aangetroffen, is het niet uit te sluiten dat het hier om opspit gaat. De<br />

takkenbossen zouden dan voorafgaand aan de aanleg van de vestingwerken aan het<br />

eind van de 16 de , begin 17 de eeuw zijn aangebracht.<br />

Het terrein is bij de aanleg van het bastion fl ink opgehoogd. Dit ophogingspakket<br />

ligt direct op de takkenlaag en is geïnterpreteerd als bastionvulling. Het valt op dat<br />

deze ophogingslaag niet is aangetroffen in werkput 6, hoewel deze put zich binnen<br />

het bastionterrein bevindt. Vermoedelijk hangt het ontbreken van deze ophoging en<br />

de aanwezigheid van een houtconstructie in deze put samen met de doorgangsweg<br />

die vanuit de stad via de voorpoort in het bolwerk en later het bastion naar het<br />

buitengebied liep. Mogelijk houdt de puinkuil, waarmee de constructie wordt afgedekt,<br />

verband met de aanleg van het bastion of veranderingen aan het bastion in een latere<br />

fase.<br />

Na 1672 zijn de verdedigingswerken (poorten, bastions) gesloopt. Het afbraakniveau<br />

van het muurwerk in werkput 5 bevindt zich net onder de bestrating. De aarden wal<br />

van het bastion zal zijn afgetopt en het terrein zal zijn geëgaliseerd, waarna het lange<br />

tijd grotendeels onbewoond is gebleven. Er heeft enkel een woonhuis met schuur<br />

gestaan, welke in 2002 zijn gesloopt. Tussen 1881 en 1966 heeft er op het zuidelijk<br />

deel, tegen de Friesegracht aan, een houthandel gestaan, waarvan op grote diepte<br />

funderingen zijn teruggevonden.<br />

Het inventariserend archeologisch veldonderzoek middels GPR heeft niet kunnen<br />

aangeven waar zich funderingsresten en grachten op het terrein bevinden.<br />

Wel konden sommige plekken aangewezen worden met veel anomalieën in de<br />

ondergrond. De anomalieën wijzen op grote objecten in de bodem, mogelijk<br />

muurwerk. Deze plekken zijn nader bekeken middels een aantal extra boringen. Met<br />

het proefsleuven onderzoek is duidelijk geworden dat de aangetroffen anomalieën<br />

in het zuidelijk deel van het terrein een betonnen en bakstenen fundering is van de<br />

houtfabriek die tot 1966 op dit deel van het terrein heeft gestaan. De sedimenten<br />

in de boringen midden op het terrein werden geïnterpreteerd als grachtvulling.<br />

Uit de proefsleuven is echter gebleken dat zich midden op het terrein een pakket<br />

bastionvulling bevindt bovenop een takkenlaag.<br />

20


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

8 Conclusie<br />

Naar aanleiding van de resultaten van het <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> kunnen de<br />

in het PvE opgenomen onderzoeksvragen worden beantwoord:<br />

Zijn er nog muren van het bastion aanwezig?<br />

De verwachting was dat zich op het zuidelijk en oostelijk deel van het terrein,<br />

parallel aan de Friesegracht, restanten van het bastion zouden bevinden in de<br />

vorm van muurwerk of aarden wallen. Deze zouden aangetroffen moeten worden<br />

in de werkputten 1, 2 en 6, wat echter niet het geval is. Ook een uitbraak is niet<br />

aangetroffen waardoor geconcludeerd kan worden dat de muren van het bastion<br />

dichter tegen de oever van de Friesegracht liggen.<br />

Zijn er aan de noordrand van de beoogde parkeergarage resten van de oude<br />

toegangsweg naar de stad en hiermee samenhangende verdedigingswerken<br />

aanwezig?<br />

De verwachting was in werkput 5 restanten aan te treffen van een oude toegangsweg<br />

en van de hiermee samenhangende verdedigingswerken. Een toegangsweg is niet<br />

aangetroffen. Wel is er dik muurwerk aangetroffen dat waarschijnlijk heeft toebehoord<br />

aan een voorpoort van de Luttekepoort. Deze dateert in de 15 de – 16 de eeuw.<br />

Mogelijk houdt de houtconstructie in werkput 6 wel verband met de toegangsweg of<br />

doorgangsweg door het bastion.<br />

Bevinden zich in de noordoost hoek van het terrein resten van voorwerken en<br />

verdedigingswerken die direct met de Luttekepoort samenhangen?<br />

In werkput 5 is dik muurwerk aangetroffen dat mogelijk heeft toebehoord aan<br />

de voorpoort van de Luttekepoort. Hoe dit muurwerk zich tot de voorpoort en de<br />

Luttekepoort verhoudt, is niet duidelijk. Er is te weinig muurwerk aangetroffen om<br />

hierover duidelijke uitspraken te doen.<br />

Bevinden er zich binnen het bastion nog resten van de oudere stadsmuur en gracht<br />

en de resten van een oudere fase met grachten en tussenwal?<br />

Binnen het bastion zijn resten van een gracht aangetroffen in werkput 3. Het is niet<br />

duidelijk welke gracht het zou kunnen zijn. Het kan een gracht zijn die te relateren is<br />

aan de stadsmuur of aan het bolwerk. Als de gracht te relateren is aan de stadsmuur,<br />

zou het kunnen gaan om de buitenste omgrachting, zoals die is te zien op de kaart<br />

van Jacob van Deventer (afb. 2). Hierbij dient te worden opgemerkt dat de gracht erg<br />

smal is voor een stadsgracht.<br />

Zijn er restanten van wallen aanwezig binnen het bastion of kazematten onder het<br />

wallichaam?<br />

Hoe ziet de bodemopbouw midden op het bastion er uit?<br />

Er zijn noch restanten van aarden wallen of muurwerk van het bastion, noch restanten<br />

van kazematten aangetroffen. De bodem midden op het bastion is opgebouwd uit<br />

een natuurlijke ondergrond van (donker) grijs grof zand waarop takkenbossen zijn<br />

neergelegd, mogelijk om het terrein begaanbaar te maken. Bovenop de takkenlaag<br />

ligt een dik pakket gemengd grijs zand dat geïnterpreteerd is als bastionvulling. Dit<br />

ophogingspakket loopt door tot 0,50 – 0,80 meter onder de bestrating.<br />

Bevinden er zich in of op het bastion resten van gebouwen en wat is de aard hiervan?<br />

In of op het bastion bevinden zich geen resten van gebouwen. Het muurwerk dat is<br />

21


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

aangetroffen, bevindt zich op het noordelijk deel van het terrein en is vermoedelijk<br />

onderdeel van de voorpoort van de Luttekepoort.<br />

Zijn er aanwijzingen voor meerdere fasen in de opbouw van het muurwerk en de<br />

vulling van de gracht?<br />

In de opbouw van het aangetroffen muurwerk is een fasering aan te brengen. Het<br />

muurwerk van S 1 is in de 15 de of 16 de eeuw opgetrokken uit hele bakstenen. In een<br />

latere fase is op de versnijding aan de noordzijde van de muur een tweede muur<br />

gebouwd van hergebruikt baksteen. Wanneer dit heeft plaatsgevonden is niet bekend.<br />

Ook de functie van deze muur is onduidelijk.<br />

Hoe is het gesteld met de conditie van het muurwerk?<br />

Het 15 de – 16 de eeuwse muurwerk (S 3) is in een goede conditie. Het is stevig<br />

gemetseld en heeft een muurdikte van 2,10 meter. Het latere muurwerk (S 4) is<br />

slordig gemetseld en is van minder goede kwaliteit.<br />

Zijn er mogelijkheden om het muurwerk behouden en/of in te passen in de<br />

parkeergarage?<br />

Het muurwerk bevindt zich tegen de noordzijde van de geplande parkeergarage.<br />

Aangezien de verdere verloop van dit muurwerk niet bekend is, is het niet mogelijk<br />

hierover in dit stadium advies uit te brengen.<br />

Welke type vondstmateriaal is er in de gedempte gracht aanwezig?<br />

In de gracht is voornamelijk aardewerk aangetroffen (6 scherven, vnr 30, 39, 45).<br />

Daarnaast is één goed bewaard gebleven lapje leer aangetroffen (vnr 38).<br />

22


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

9 Waardering en aanbevelingen<br />

9.1 Waardering<br />

Middels onderstaande tabel wordt conform de KNA versie 2.2 een waardestelling<br />

gegeven van de vindplaats op de Houtwal te <strong>Harderwijk</strong>. De ligging van het bastion is<br />

in de huidige plattegrond nog goed zichtbaar, maar de muren van dit bastion worden<br />

waarschijnlijk niet bedreigd door de voorgenomen bouwplannen. Aangezien het<br />

aangetroffen muurwerk wel wordt bedreigd, wordt voor dit deel van de vindplaats een<br />

waardestelling gegeven.<br />

Waarden Criteria Scores<br />

Beleving<br />

Fysieke kwaliteit<br />

Inhoudelijke kwaliteit<br />

Schoonheid wordt niet gescoord<br />

Herinneringswaarde ja<br />

Gaafheid<br />

23<br />

3 (hoog)/<br />

2 (midden)<br />

Conservering 3 (hoog)<br />

Zeldzaamheid 2 (midden)<br />

Informatiewaarde 3 (hoog)<br />

Ensemblewaarde 3 (hoog)<br />

Representativiteit nvt<br />

Het muurwerk is niet zichtbaar vanaf het maaiveld. Het opgegraven deel van het<br />

muurwerk geeft onvoldoende inzicht in de oorspronkelijke verschijningsvorm van<br />

het poortgebouw, waartoe het mogelijk heeft behoord. Als onderdeel van de laatmiddeleeuwse<br />

verdedigingswerken van <strong>Harderwijk</strong> staat dit muurwerk in directe<br />

relatie tot de Luttekepoort, waarvan een toren nog zichtbaar is in de huidige<br />

bebouwing. Het muurwerk herinnert aan de historisch bekende Luttekepoort.<br />

Het aangetroffen muurwerk is amper verstoord door latere werkzaamheden, zodat het<br />

criterium ‘gaafheid’ midden tot hoog scoort. De ‘conservering’ heeft een hoge score,<br />

omdat het muurwerk goed bewaard is gebleven in de bodem.<br />

De score voor ‘zeldzaamheid’ is midden aangezien er in <strong>Harderwijk</strong> nog enkele<br />

andere poortgebouwen zijn geweest. Het is niet bekend in hoeverre de overige<br />

toegangspoorten (Smeepoort, Grote Poort) nog archeologisch bewaard zijn gebleven.<br />

Op landelijke schaal scoort zeldzaamheid midden tot hoog aangezien de resten van<br />

15 de en 16 de eeuwse voorpoorten vaak door latere wijzigingen aan vestingwerken zijn<br />

verdwenen. De informatiewaarde van de resten is hoog omdat er vrijwel niets bekend<br />

is van de ontwikkelingsgeschiedenis van de poort. Bovendien is elders in Nederland<br />

nauwelijks onderzoek gedaan naar 15 de en 16 de eeuwse voorpoorten. De score met<br />

betrekking tot de ‘informatiewaarde’ is daarom hoog. Het muurwerk staat hoogst<br />

waarschijnlijk in direct verband tot het geheel aan stadsmuren en -poorten van


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

<strong>Harderwijk</strong>. De ‘ensemblewaarde’ is daarom hoog. Van de overige voorpoorten die<br />

<strong>Harderwijk</strong> heeft gehad, is niet veel meer bekend dan hoe ze staan afgebeeld op de<br />

kaarten van Jacob van Deventer en Blaeu.<br />

Het aangetroffen muurwerk heeft voor bijna alle criteria een hoge waardering<br />

gekregen en is daarom behoudenswaardig.<br />

9.2 Aanbevelingen<br />

Op basis van de resultaten van het IVO door middel van proefsleuven is het aan<br />

te bevelen een vervolgonderzoek op het noordoostelijk deel van het terrein plaats<br />

te laten vinden (afb. 10). Mede omdat de bodemingrepen ten behoeve van de<br />

parkeergarage zich niet beperken tot het huidige parkeerterrein, maar zich uitstrekken<br />

tot halverwege de openbare weg en het braakliggende terrein. De volgende aspecten<br />

kunnen hierdoor nader onderzocht worden:<br />

De relatie tussen het aangetroffen muurwerk (in werkput 5) en de gracht (in<br />

werkput 3) onderling en, zo mogelijk ook, in relatie tot de (voorpoort van de)<br />

Luttekepoort. Momenteel is er nog geen zicht op deze relatie.<br />

De functie van de houten structuren (in werkput 6). Mogelijk bevinden zich op dit<br />

deel van het terrein nog restanten van muurwerk en wallichamen van het bastion.<br />

Dit vervolgonderzoek zou plaats kunnen vinden nadat de bestrating is weggehaald en<br />

er geen kabels en leidingen meer in de grond aanwezig zijn.<br />

Wanneer er nog muurwerk en wallichamen van het bastion aanwezig zijn in de<br />

bodem, zal dit zich mogelijk ook bevinden tussen de aangelegde werkputten 1 en<br />

2, en de Friesegracht en mogelijk ook ter hoogte van de westelijke oprit van het<br />

parkeerterrein. Het is voor het lokaliseren van de bastionlichamen aan te bevelen<br />

om tijdens de aanleg van de bouwput een archeologische begeleiding te laten<br />

plaatsvinden.<br />

Op het zuidelijk deel van het terrein zijn voornamelijk ophogingspakketten en<br />

takkenbossen aangetroffen. Een vervolgonderzoek op deze locatie zou geen nieuwe<br />

informatie opleveren. Vervolgonderzoek op dit deel van het terrein achten wij dan ook<br />

niet noodzakelijk.<br />

24


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

Afb. 10 Aanbeveling.<br />

25


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

10 Literatuurlijst<br />

Berends, G., 1989: Baksteen in Nederland in de Middeleeuwen, Restauratie<br />

vademaecum, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, 02-1 t/m 02-19.<br />

Feenstra, E.J., 1988: Stille wateren in diepe gronden, Herderewich Kroniek 15,1, 2-<br />

14.<br />

Kruijf, T. de, 2004: Atlas van historische vestingwerken in Nederland; Zeeland,<br />

Utrecht.<br />

Mark, R. van der, 2005: Programma van Eisen, <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> d.m.v.<br />

proefsleuven, <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal, BAAC bv, ’s Hertogenbosch.<br />

Putten, M.J. van, 2005: Plangebied Houtwal te <strong>Harderwijk</strong>. Non-destructief<br />

inventariserend archeologisch veldonderzoek Karterende fase, BAAC rapport 05.230,<br />

Deventer.<br />

Visscher, H.C.J. & H.B.G. Scholte Lubberink, 2001: Startnotitie archeologiebeleid,<br />

gemeente <strong>Harderwijk</strong>, Raap-rapport 632, RAAP, Amsterdam.<br />

Verslagnummer 1999-2470/MW, 1999: Plangebieden Vuldersbrink, Bleekterrein en<br />

Houtwal, <strong>Gemeente</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Archeologische Advieskaart. RAAP Archeologisch<br />

Adviesbureau, Amsterdam.<br />

11 Afkortingen<br />

BIJNA: bijna steengoed<br />

FAYEN: fayence<br />

IWIT: industrieel wit<br />

KOGEL: kogelpot<br />

MAJ: majolica<br />

PORSO: porselein<br />

PROTO: proto-steengoed<br />

STEEN: steengoed<br />

WIT: witbakkend<br />

26


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

Bijlage 1. Vondstenlijst algemeen<br />

vondst put tek.nr spoor aarde bak natuur glas metaal leer hout bot monster<br />

nummer werk steen steen organisch<br />

1 1 x x<br />

2 1 1 x x<br />

3 1 1 x x<br />

4 1 1 x<br />

5 1 1 x x x<br />

6 1 2 x<br />

7 1 1 x<br />

8 1 2 x x<br />

9 1 1 x<br />

10 1 2 x<br />

11 2 x x x x x<br />

12 1 x x x x<br />

13 2 x x x x x<br />

14 1 x<br />

15 2 3 1 x<br />

16 2 2 x<br />

17 2 x<br />

18 2 x<br />

19 2 3 x<br />

20 2 3 x<br />

21 2 3 2 x<br />

22 2 3 x<br />

23 2 3 x<br />

24 2 3 x<br />

25 2 3 x<br />

26 2 3 x<br />

27 2 3 x x<br />

28 2 3 x x<br />

29 2 3 x<br />

30 3 5 x<br />

31 3 5 x<br />

32 3 5 x<br />

33 3 5 x<br />

34 3 5 x<br />

35 3 x x<br />

36 3 x x<br />

37 4 x<br />

38 3 5 x<br />

39 3 5 x x<br />

40 3 5 x<br />

41 3 5 x x<br />

42 3 5 x<br />

43 3 5<br />

44 3 5 x<br />

45 3 5 x<br />

46 3 5 x x<br />

47 4 x<br />

48 4 x x<br />

49 4 7 x<br />

50 4 7 x<br />

51 4 7 x x<br />

52 4 7 x<br />

53 4 7 x<br />

54 4 7 x<br />

55 4 x x<br />

56 5 x x<br />

57 5 6 x x<br />

27


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

58 6 11 x<br />

59 6 11 x<br />

60 6 x<br />

61 6 x<br />

62 6 11 x x<br />

63 6 x<br />

64 6 x<br />

65 5 9 x<br />

66 5 9 x<br />

67 5 9 x<br />

68 5 9 x<br />

69 5 9 x<br />

70 5 x x<br />

28


29<br />

vondst put spoor aantal fragment baksel afwerking vorm begin eind<br />

nummer algemeen datering datering<br />

1 1 1 wand ROOD loodglazuur grape? 1550 1750<br />

2 1 2 wand ROOD loodglazuur ? 1350 1550<br />

3 1 1 wand ROOD grape? 1350 1550<br />

3 1 1 wand STEEN zoutglazuur kan 1350 1450<br />

4 1 1 bodem STEEN kan 1350 1500<br />

5 1 3 wand ROOD loodglazuur grape 1350 1550<br />

5 1 1 wand STEEN kan 1350 1450<br />

5 2 1 wand ROOD tegel<br />

6 1 1 rand GRIJS kom 1300 1500<br />

6 1 1 wand STEEN kan 1350 1450<br />

6 1 1 wand GRIJS ? 1300 1500<br />

6 1 3 wand ROOD loodglazuur ? 1350 1550<br />

6 1 1 rand ROOD loodglazuur grape? 1350 1550<br />

8 1 1 rand ROOD loodglazuur grape 1350 1550<br />

8 1 1 wand ROOD loodglazuur grape 1350 1550<br />

8 1 wand ROOD tegel<br />

8 1 1 wand STEEN zoutglazuur en ijzerengobe kan 1350 1450<br />

8 1 1 rand STEEN zoutglazuur beker 1350 1450<br />

9 1 1 wand ROOD loodglazuur ? 1350 1550<br />

11 2 1 bodem IWIT loodglazuur met blauwe drukdecor kop 1850 1900<br />

11 2 1 bodem FAYEN tinglazuur met blauwe beschildering bord 1700 1750<br />

11 2 1 wand STEEN zoutglazuur kan 1350 1450<br />

11 2 1 rand ROOD loodglazuur vergiet 1650 1750<br />

11 2 1 wand STEEN spat zoutglazuur kan? 1400 1500<br />

12 1 1 wand BIJNA kan 1300 1325<br />

12 1 1 bodem IWIT loodglazuur schoteltje 1850 1900<br />

12 1 1 rand STEEN zoutglazuur spinsteentje 1500 1700<br />

Bijlage 2. Vondstenlijst aardewerk<br />

BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal


30<br />

vondst put spoor aantal fragment baksel afwerking vorm begin eind<br />

nummer algemeen datering datering<br />

12 1 2 wand ROOD loodglazuur ? 1550 1750<br />

12 1 2 rand ROOD loodglazuur grape? 1550 1750<br />

12 1 1 rand IWIT loodglazuur kom 1850 1900<br />

13 2 1 bodem ROOD loodglazuur pot 1700 1800<br />

13 2 2 bodem ROOD loodglazuur, slipversiering kom 1700 1750<br />

13 2 1 bodem PORSO veldspaatglazuur, onderglazuur blauw schotel of bord 1700 1750<br />

13 2 1 bodem PORSO veldspaatglazuur, onderglazuur blauw schotel 1850 1900<br />

13 2 1 wand STEEN zoutglazuur en ijzerengobe kan 1650 1750<br />

13 2 1 wand STEEN zoutglazuur kruik 1800 1900<br />

13 2 1 bodem ROOD pot 1800 1900<br />

15 2 1 wand STEEN kan 1300 1400<br />

15 2 1 wand GRIJS kan 1300 1500<br />

15 2 1 wand ROOD loodglazuur kan? 1350 1550<br />

15 2 1 rand ROOD loodglazuur grape 1350 1500<br />

16 2 2 wand STEEN kan 1325 1400<br />

16 2 1 bodem STEEN kan 1300 1400<br />

16 2 3 rand BIJNA kan 1300 1325<br />

17 2 1 bodem ROOD loodglazuur pot 1550 1650<br />

19 2 1 bodem ROOD kom 1350 1550<br />

19 2 1 wand ROOD loodglazuur ? 1350 1550<br />

20 2 1 wand ROOD loodglazuur ? 1350 1750<br />

21 2 2 2 wand ROOD loodglazuur grape? 1350 1550<br />

21 2 2 1 wand GRIJS ? 1300 1500<br />

22 2 1 wand STEEN zoutglazuur en ijzerengobe kan 1350 1450<br />

23 2 1 wand ROOD loodglazuur grape? 1550 1750<br />

23 2 1 rand ROOD loodglazuur met witte sliblaag kom 1650 1750<br />

24 2 2 wand ROOD loodglazuur ? 1650 1750<br />

25 2 2 wand ROOD loodglazuur grape? 1350 1550<br />

25 2 1 wand GRIJS ? 1300 1500<br />

BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal


31<br />

vondst put spoor aantal fragment baksel afwerking vorm begin eind<br />

nummer algemeen datering datering<br />

25 2 1 rand GRIJS kan? 1300 1500<br />

26 2 1 bodem ROOD loodglazuur pot 1550 1700<br />

26 2 1 wand ROOD loodglazuur ? 1550 1700<br />

26 2 1 bodem STEEN zoutglazuur rn ijzerengobe kan 1350 1450<br />

27 2 2 wand ROOD loodglazuur grape? 1550 1750<br />

27 2 1 wand GRIJS ? 1300 1500<br />

28 2 1 bodem ROOD loodglazuur met slibversiering bord met standvinnen 1600 1700<br />

29 2 1 bodem ROOD loodglazuur met slibversiering bord 1700 1750<br />

29 2 1 bodem WIT loodglazuur met koperoxide grape??? 1700 1750<br />

30 3 1 rand STEEN zoutglazuur en ijzerengobe kan 1350 1450<br />

30 3 1 wand ROOD ? 1350 1550<br />

30 3 1 wand STEEN zoutglazuur en ijzerengobe kan 1350 1450<br />

30 3 1 bodem STEEN zoutglazuur kan 1350 1450<br />

31 3 1 wand STEEN kan 1325 1400<br />

31 3 1 wand GRIJS ? 1300 1500<br />

31 3 1 rand ROOD loodglazuur dakbedekking 1350 1500<br />

33 3 1 rand STEEN ijzerengobe kan 1350 1450<br />

33 3 1 wand KOGEL kogelpot 1000 1300<br />

33 3 5 wand STEEN kan 1350 1450<br />

33 3 2 rand KOGEL kogelpot 1000 1300<br />

34 3 1 bodem STEEN zoutglazuur kan 1350 1450<br />

35 3 1 rand STEEN zoutglazuur en ijzerengobe kan 1350 1450<br />

35 3 1 bodem PROTO kan 1250 1300<br />

35 3 1 oor STEEN beker of kan 1350 1450<br />

35 3 1 wand STEEN kan 1350 1450<br />

35 3 1 bodem STEEN kan 1350 1450<br />

35 3 2 wand ROOD loodglazuur ? 1350 1550<br />

36 3 1 bodem ROOD loodglazuur grape 1350 1400<br />

36 3 3 rand STEEN kan 1350 1450<br />

BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal


32<br />

vondst put spoor aantal fragment baksel afwerking vorm begin eind<br />

nummer algemeen datering datering<br />

36 3 4 wand ROOD loodglazuur kan/bakpan 1350 1500<br />

36 3 1 rand STEEN beker 1350 1450<br />

36 3 1 wand GRIJS kan 1300 1500<br />

36 3 3 bodem GRIJS kom/kan 1300 1500<br />

37 4 2 wand ROOD loodglazuur grape 1550 1750<br />

37 4 1 wand STEEN zoutglazuur en ijzerengobe knikker/stop 1600 1700<br />

37 4 1 bodem MAJ lood- en tinglazuur met blauwe beschildering bord 1600 1650<br />

39 3 1 wand STEEN zoutglazuur en ijzerengobe kan 1350 1450<br />

41 3 1 wand STEEN kan of beker 1350 1450<br />

43 3 1 wand STEEN zoutglazuur en jzerengobe kan 1350 1450<br />

44 3 1 wand GRIJS ? 1300 1500<br />

44 3 1 wand STEEN zoutglazuur en ijzerengobe kan 1350 1450<br />

45 3 1 wand STEEN zoutglazuur kan 1350 1450<br />

46 3 1 rand ROOD loodglazuur grape 1350 1550<br />

46 3 2 wand ROOD loodglazuur grape 1350 1450<br />

46 3 2 wand STEEN kan 1350 1450<br />

48 4 1 wand STEEN kan 1325 1400<br />

50 4 1 wand STEEN kan? 1350 1450<br />

51 4 6 wand ROOD loodglazuur ? 1550 1650<br />

51 4 1 rand ROOD loodglazuur kom? 1550 1650<br />

51 4 1 wand PROTO zoutglazuur ? 1250 1300<br />

52 4 1 wand STEEN zoutglazuur kan 1350 1450<br />

53 4 1 rand ROOD loodglazuur grape 1650 1750<br />

55 4 1 rand ROOD loodglazuur kop? 1550 1750<br />

56 5 1 bodem GRIJS kom? 1300 1500<br />

56 5 1 rand STEEN zoutglazuur kan 1350 1450<br />

56 5 2 wand STEEN zoutglazuur kan 1350 1450<br />

56 5 3 wand STEEN kan 1350 1450<br />

56 5 1 bodem STEEN kan of beker 1350 1450<br />

BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal


33<br />

vondst put spoor aantal fragment baksel afwerking vorm begin eind<br />

nummer algemeen datering datering<br />

56 5 1 bodem STEEN zoutglazuur en ijzerengobe kan 1350 1450<br />

56 5 1 bodem ROOD loodglazuur grape 1350 1550<br />

58 6 1 rand ROOD loodglazuur test 1650 1750<br />

58 6 1 wand STEEN zoutglazuur kan 1575 1625<br />

58 6 2 wand ROOD tegel<br />

58 6 2 wand ROOD loodglazuur ? 1650 1750<br />

58 6 2 rand ROOD loodglazuur grape 1650 1750<br />

58 6 1 wand ROOD loodglazuur vergiet 1600 1700<br />

58 6 1 wand ROOD tegel 1600 1700<br />

58 6 1 wand STEEN zoutglazuur kan 1575 1625<br />

58 6 1 rand ROOD loodglazuur met witte sliblaag kom 1650 1750<br />

58 6 1 bodem BIJNA kan 1300 1325<br />

58 6 1 rand ROOD loodglazuur grape 1650 1750<br />

58 6 1 rand FAYEN tinglazuur met blauwe beschildering bord 1700 1750<br />

58 6 5 wand ROOD loodglazuur grape 1650 1750<br />

58 6 1 rand IWIT loodglazuur bord 1850 1900<br />

58 6 1 wand FAYEN tinglazuur met blauwe beschildering bord? 1650 1750<br />

58 6 5 wand WIT loodglazuur pot 1700 1750<br />

58 6 1 rand STEEN kan 1300 1350<br />

58 6 1 bodem STEEN zoutglazuur kan 1575 1625<br />

58 6 1 bodem PORSO veldspaatglazuur, onderglazuur blauw bord 1575 1625<br />

58 6 2 bodem WIT loodglazuur pot 1700 1750<br />

58 6 1 bodem ROOD loodglazuur kom 1650 1750<br />

58 6 1 rand ROOD loodglazuur bakpan 1650 1750<br />

58 6 1 bodem ROOD loodglazuur ? 1650 1750<br />

58 6 1 rand IWIT loodglazuur kom 1850 1900<br />

58 6 1 wand ROOD loodglazuur met witte sliblaag kom 1700 1800<br />

58 6 1 wand WIT loodglazuur met koperoxide kom? 1650 1750<br />

59 6 1 rand ROOD loodglazuur kom of kop? 1650 1750<br />

BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal


34<br />

vondst put spoor aantal fragment baksel afwerking vorm begin eind<br />

nummer algemeen datering datering<br />

59 6 1 rand ROOD loodglazuur grape of kan? 1650 1750<br />

59 6 2 wand ROOD loodglazuur ? 1550 1800<br />

60 6 5 wand IWIT loodglazuur bord 1850 1900<br />

60 6 1 bodem IWIT loodglazuur bord 1850 1900<br />

60 6 1 bodem STEEN zoutglazuur kan 1580 1620<br />

60 6 1 bodem STEEN zoutglazuur kan 1580 1620<br />

60 6 1 rand IWIT loodglazuur bord 1850 1900<br />

61 6 2 rand IWIT loodglazuur schoteltje 1850 1900<br />

61 6 1 wand GRIJS kom? 1300 1500<br />

61 6 2 rand ROOD loodglazuur met koperoxide tegel 1800 1900<br />

61 6 1 wand ROOD loodglazuur kom? 1650 1750<br />

61 6 1 bodem ROOD loodglazuur grape 1650 1750<br />

61 6 1 rand ROOD loodglazuur kom 1850 1900<br />

61 6 1 wand FAYEN tinglazuur tegel 1700 1800<br />

61 6 1 kop POR loodglazuur pijpkop 1800 1900<br />

61 6 1 wand ROOD loodglazuur ? 1350 1800<br />

61 6 1 bodem MAJ lood- en tinglazuur met blauwe beschildering bord 1650 1750<br />

63 6 1 wand STEEN beker 1350 1450<br />

63 6 1 oor ROOD kan? 1350 1550<br />

63 6 1 bodem ROOD loodglazuur grape 1350 1550<br />

65 5 1 rand STEEN kan 1300 1350<br />

66 5 1 oor STEEN kan 1350 1450<br />

67 5 2 bodem STEEN kan 1325 1425<br />

67 5 1 wand STEEN kan 1325 1425<br />

68 5 4 wand STEEN kan 1350 1450<br />

68 5 1 wand ROOD loodglazuur grape? 1350 1550<br />

68 5 1 bodem ROOD kom 1350 1550<br />

69 5 1 wand STEEN kan 1350 1450<br />

69 5 1 bodem STEEN kan 1350 1450<br />

BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal


35<br />

vondst put spoor aantal fragment baksel afwerking vorm begin eind<br />

nummer algemeen datering datering<br />

69 5 1 bodem ROOD loodglazuur grape 1350 1550<br />

70 5 1 wand ROOD loodglazuur ? 1350 1550<br />

BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal


BAAC bv <strong>Inventariserend</strong> <strong>Veldonderzoek</strong> <strong>Harderwijk</strong>, Houtwal<br />

36


PARKEERGARAGE HOUTWAL TE<br />

HARDERWIJK<br />

AKOESTISCH ONDERZOEK<br />

GEMEENTE HARDERWIJK<br />

29 juli 2005<br />

110623/CE5/172/000306


Inhoud<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

1 Inleiding_____________________________________________________________________ 4<br />

2 Uitgangspunten______________________________________________________________ 5<br />

2.1 Ligging __________________________________________________________________ 5<br />

2.2 Representatieve bedrijfssituatie De Houtwal ________________________________ 5<br />

2.3 Weg- en verkeersgegevens _________________________________________________ 5<br />

3 Toetsing in het kader van de Wet milieubeheer_________________________________7<br />

3.1 Wettelijk kader ___________________________________________________________ 7<br />

3.1.1 Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau ________________________________ 7<br />

3.1.2 Maximale geluidsniveaus_____________________________________________ 8<br />

3.1.3 Inrichtingsgebonden verkeer__________________________________________ 8<br />

3.2 Berekeningsmethode ______________________________________________________ 8<br />

3.2.1 Algemeen _________________________________________________________ 8<br />

3.2.2 Langtijdsgemiddelde beoordelingsniveau _______________________________ 9<br />

3.2.3 Maximale geluidsniveaus_____________________________________________ 9<br />

3.2.4 Inrichtingsgebonden verkeer__________________________________________ 9<br />

3.3 Berekeningsresultaten ____________________________________________________ 10<br />

3.3.1 Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus Lar,LT____________________________ 10<br />

3.3.2 Maximale geluidsniveaus LAmax _________________________________________ 10<br />

3.3.3 Inrichtingsgebonden verkeer_________________________________________ 11<br />

3.4 Conclusie _______________________________________________________________ 11<br />

4 Reconstructieonderzoek _____________________________________________________ 12<br />

4.1 Wettelijk kader __________________________________________________________ 12<br />

4.1.1 Reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder ________________________ 12<br />

4.1.2 Hogere waarden___________________________________________________ 13<br />

4.1.3 Conclusie_________________________________________________________ 15<br />

4.2 Berkeningsmethode ______________________________________________________ 15<br />

4.3 Berkeningsresultaten _____________________________________________________ 16<br />

4.4 Conclusie _______________________________________________________________ 16<br />

5 Samenvatting en conclusies__________________________________________________ 17<br />

5.1 Toetsing Wet milieubeheer ________________________________________________ 17<br />

5.2 Reconstructieonderzoek___________________________________________________ 18<br />

Bijlage 1 Situatie parkeergarage De Houtwal _____________________________________ 19<br />

Bijlage 2 Verkeersgegevens______________________________________________________ 20<br />

Bijlage 3 Rekenmodellen toets Wet milieubeheer ___________________________________ 21<br />

Bijlage 4 Berekeningsresultaten toets Wet milieubeheer______________________________ 22<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 2


PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Bijlage 5 Rekenmodellen reconstructieonderzoek ___________________________________ 23<br />

Bijlage 6 Berekeningsresultaten reconstructieonderzoek______________________________ 24<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 3


HOOFDSTUK<br />

Inleiding<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

In opdracht van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Harderwijk</strong> is een akoestisch onderzoek verricht naar de<br />

nieuw aan te leggen ondergrondse parkeergarage De Houtwal . Deze parkeergarage, die<br />

ruimte biedt aan 450 parkerende personenauto s, is gelegen tussen de Vitringasingel, de<br />

Luttekepoortstraat en de Friesegracht. Een impressie van de parkeergarage en de<br />

omliggende omgeving is in bijlage 1 weergegeven.<br />

Aanleiding van dit onderzoek is dat de parkeergarage waarschijnlijk milieuvergunning-<br />

plichting is en dat de Vitringasingel en de Luttekepoortstraat waarschijnlijk een fysieke<br />

reconstructie zullen ondergaan.<br />

Het doel van het onderzoek is daarom tweeledig. In de eerste plaats zal de inrichting<br />

getoetst worden aan de Wet milieubeheer en ten tweede wordt nagegaan of door de fysieke<br />

reconstructie van de wegen ook sprake is van een reconstructie in het kader van de Wet<br />

geluidhinder.<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 4


2.1 LIGGING<br />

HOOFDSTUK<br />

Uitgangspunten<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

De ondergrondse parkeergarage De Houtwal is gepland tussen de Vitringasingel, de<br />

Luttekepoortstraat en de Friese gracht. De parkeergarage zal bereikt kunnen worden via een<br />

hellende weg, die de Vitringasingel met de parkeergarage verbindt. De ingang van de<br />

parkeergarage is beneden het maaiveldniveau van de Vitringasingel gelegen. Een impressie<br />

van de parkeergarage en de omgeving is in bijlage 1 weergegeven.<br />

2.2 REPRESENTATIEVE BEDRIJFSSITUATIE DE HOUTWAL<br />

In overeenstemming met de <strong>Gemeente</strong> <strong>Harderwijk</strong> is de representatieve bedrijfssituatie<br />

voor de meest maatgevende dagen bepaald. Hieronder zijn de akoestisch relevante<br />

gegevens weergegeven:<br />

De garage zal geopend zijn tussen 8.00 en 18.00 uur.<br />

De garage biedt ruimte aan 450 geparkeerde personenauto s.<br />

Op een maatgevende dag rijden enkel gedurende de dagperiode 1200 motorvoertuigen<br />

de garage in en uit.<br />

De hellende weg, die de parkeergarage met de Vitringasingel verbindt, behoort niet tot<br />

het terrein van de inrichting.<br />

2.3 WEG- EN VERKEERSGEGEVENS<br />

Tabel 2.1<br />

Wegverkeersgegevens 2005<br />

Nabij de nooduitgang is een ventilatiekoker gepositioneerd. De hoogte van deze koker<br />

bedraagt 7 meter. Het ventilatiesysteem is 24 uur per dag actief.<br />

Door de <strong>Gemeente</strong> <strong>Harderwijk</strong> zijn de verkeersintensiteiten op de Vitringasingel en de<br />

Luttekepoortstraat voor de jaren 2000 en 2015 met en zonder parkeergarage aangeleverd, zie<br />

bijlage 2. Tevens zijn door de gemeente de autonome groei en de verdelingen per periode en<br />

per motorvoertuigcategorie op deze wegen aangegeven. Op basis van de aangeleverde<br />

intensiteiten en de autonome groei (van 2%) zijn de intensiteiten voor het jaar 2005 en 2016<br />

bepaald. Alle verkeersgegevens zijn in de tabellen 2.1 en 2.2 weergegeven.<br />

Weg<br />

Etmaal-<br />

intensiteit<br />

Vitringasingel 4074<br />

Luttekepoort-<br />

straat<br />

7706<br />

Periode<br />

Uur-<br />

Intensiteit<br />

(%) Licht<br />

Voertuigverdeling per categorie<br />

(%) motorvoertuigen<br />

Middel-<br />

zwaar<br />

Zwaar<br />

Dag 6,4 94,3 3,4 2,4<br />

Nacht 0,7 94,2 3,8 2,0<br />

Dag 6,4 94,3 3,4 2,4<br />

Nacht 0,7 94,2 3,8 2,0<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 5


Tabel 2.2<br />

Wegverkeersgegevens 2016<br />

Weg<br />

Etmaal-<br />

intensiteit<br />

Vitringasingel 5553<br />

Luttekepoort-<br />

straat<br />

9044<br />

Periode<br />

Uur-<br />

Intensiteit<br />

(%) Licht<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Voertuigverdeling per categorie<br />

(%) motorvoertuigen<br />

Middel-<br />

zwaar<br />

Zwaar<br />

Dag 6,4 94,3 3,4 2,4<br />

Nacht 0,7 94,2 3,8 2,0<br />

Dag 6,4 94,3 3,4 2,4<br />

Nacht 0,7 94,2 3,8 2,0<br />

De maximale snelheid op de hierboven genoemde wegen bedraagt momenteel 50 km/uur.<br />

Echter is men voornemens om deze maximale snelheid voor de gehele Vitringasingel en een<br />

deel van de Luttekepoortstraat (tussen de Vitringasingel en de Friesegracht) terug te<br />

brengen naar 30 km/uur. Deze snelheid zal derhalve ook worden gebruikt voor het jaar<br />

2016. Het wegdek van de wegen, dat momenteel uit betonklinkers bestaat, blijft in de<br />

komende jaren ongewijzigd.<br />

Op basis van de in bijlage 2 weergegeven intensiteiten en de openingstijden van de garage,<br />

die in paragraaf 2.2 zijn vermeld, kan geconcludeerd worden dat enkel gedurende de<br />

dagperiode 1200 motorvoertuigen de parkeergarage in- en uitrijden. Deze voertuigen, allen<br />

van de categorie lichte motorvoertuigen, zullen met een gemiddelde snelheid van ongeveer<br />

10km/uur over het hellend wegdeel tussen de parkeergarage en de Vitringasingel rijden.<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 6


HOOFDSTUK<br />

3.1 WETTELIJK KADER<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Toetsing in het kader<br />

van de Wet milieubeheer<br />

In oktober 1998 heeft het Ministerie van VROM de Handreiking Industrielawaai en<br />

Vergunningverlening uitgebracht. Hiermee hebben de gemeenten meer bevoegdheden en<br />

vrijheden gekregen. Dit richt zich vooral op niet gezoneerde industrieterreinen en solitaire<br />

bedrijven. Als de gemeente een eigen beleid ontwikkelt voor industriegeluid door een<br />

zogenaamde Nota Industrielawaai op te stellen, vormt dit het toetsingskader voor de eisen<br />

in milieuvergunningen. Voor zover bekend heeft de gemeente <strong>Harderwijk</strong> nog geen Nota<br />

Industrielawaai opgesteld. Dit betekent dat bij het opstellen van de geluidsvoorschriften<br />

gebruik moet worden gemaakt van de systematiek van richt- en grenswaarden van de in de<br />

Handreiking geïntegreerde Circulaire Industrielawaai.<br />

3.1.1 LANGTIJDGEMIDDELDE BEOORDELINGSNIVEAU<br />

Tabel 3.1<br />

Richtwaarden voor<br />

woonomgevingen<br />

Voor woonbestemmingen worden de in tabel 3.1 opgenomen richtwaarden aanbevolen.<br />

Aangegeven zijn de richtwaarden op de beoordelingspunten in de woonomgeving. Bij de<br />

vergunningverlening wordt voor het geluidsaspect voor nieuwe inrichtingen als volgt<br />

gehandeld:<br />

Bij de eerste toetsing worden de waarden van tabel 3.1 gehanteerd.<br />

Overschrijding van deze richtwaarden kan toelaatbaar zijn op grond van een bestuurlijk<br />

afwegingsproces. Een belangrijke rol daarbij speelt het bestaande referentieniveau van<br />

het omgevingsgeluid.<br />

Als maximum niveau geldt de "etmaalwaarde" van 50 dB(A) op de gevel van de<br />

dichtstbijzijnde woningen of het referentieniveau van het omgevingsgeluid.<br />

De omgeving van de parkeergarage Houtwal komt qua karakter overeen met een woonwijk<br />

in de stad.<br />

Aard van de woonomgeving Aanbevolen richtwaarden in de woonomgeving in dB(A)<br />

Dag Avond Nacht<br />

landelijke omgeving 40 35 30<br />

rustige woonwijk, weinig verkeer 45 40 35<br />

woonwijk in de stad 50 45 40<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 7


3.1.2 MAXIMALE GELUIDSNIVEAUS<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Voor de maximale geluidsniveaus (L Amax ) wordt gestreefd naar niveaus die ter plaatse van<br />

woningen niet meer dan 10 dB(A) hoger zijn dan de langtijdgemiddelde beoordelings-<br />

niveaus. De grenswaarden voor het maximale geluidsniveau zijn in principe:<br />

70 dB(A) in de dagperiode.<br />

65 dB(A) in de avondperiode.<br />

60 dB(A) in de nachtperiode.<br />

In uitzonderlijke gevallen kunnen voor de dag- en nachtperiode nog tot 5 dB(A) hogere<br />

niveaus worden toegestaan.<br />

3.1.3 INRICHTINGSGEBONDEN VERKEER<br />

Het inrichtingsgebonden verkeer (het verkeer van en naar de inrichting), wordt beoordeeld<br />

volgens de Circulaire inzake geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de<br />

inrichting; beoordeling in het kader van de Wet milieubeheer d.d. 29 februari 1996 .<br />

Conform deze circulaire dienen de geluidsniveaus veroorzaakt door wegverkeers-<br />

bewegingen van en naar de inrichting separaat van de geluidsniveaus vanwege de<br />

inrichting zelf te worden berekend. Hierbij wordt uitsluitend een maximum aan de<br />

gemiddelde geluidsniveaus gesteld. Bij de vergunningverlening kan echter worden<br />

uitgegaan van een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde voor het equivalente<br />

geluidsniveau. Indien een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde niet kan worden<br />

voorkomen, kan (mits gemotiveerd) een ontheffing worden overwogen tot een maximale<br />

grenswaarde van 65 dB(A).<br />

3.2 BEREKENINGSMETHODE<br />

3.2.1 ALGEMEEN<br />

Ter bepaling van het langtijdsgemiddelde beoordelingsniveau, de maximale geluidsniveaus<br />

en het equivalente geluidsniveau ten gevolge van het inrichtingsgebonden verkeer zijn een<br />

drietal akoestische rekenmodellen opgesteld. Deze rekenmodellen zijn opgesteld met<br />

behulp van het programma Geonoise v5.12.<br />

In alle modellen is met alle van belang zijnde factoren rekening gehouden, zoals<br />

afstandsreducties, reflecties, afscherming en bodem- en luchtdemping. In het rekenmodel<br />

zijn derhalve een aantal geluidsafschermende en -reflecterende objecten en schermen<br />

gemodelleerd. Tevens is het gehele gebied aangemerkt als hard, geluidsreflecterend<br />

bodemgebied. Op de gevels van de woningen zijn ontvangerpunten aangebracht, waarop<br />

het geluidsniveau is bepaald. De beoordelingshoogte bedraagt 2 en 5 meter ten opzichte van<br />

het locale maaiveld. De locaties van de ontvangerpunten zijn per model weergegeven in<br />

bijlage 3.<br />

In de hiernavolgende subparagrafen zullen per model de specifieke invoergegevens worden<br />

besproken.<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 8


3.2.2 LANGTIJDSGEMIDDELDE BEOORDELINGSNIVEAU<br />

Tabel 3.2<br />

Bronnen langetijdsgemiddelde<br />

beoordelingsniveau<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

In het model voor het langtijdsgemiddelde beoordelingsniveau zijn de akoestisch relevante<br />

bronnen, die behoren tot de inrichting, ingevoerd. Op deze bronnen is, indien noodzakelijk,<br />

een bedrijfsduurcorrectie toegepast. De bronnen en de toegepaste bedrijfsduurcorrectie per<br />

periode zijn weergegeven in tabel 3.2. De weergegeven bronvermogens zijn afkomstig uit<br />

ervaringscijfers. De bedrijfsduurcorrecties zijn gebaseerd op de uitgangspunten, die zijn<br />

weergegeven in paragraaf 2.2.<br />

Identificatie Bron Bronvermogen<br />

Bedrijfsduurcorrectie [dB(A)]<br />

Dag Avond Nacht<br />

1 Opening garage 70,6 0,8 x x<br />

2 Ventilatiekoker 71,1 0 0 0<br />

x = bron niet actief gedurende periode<br />

De overdrachtsberekeningen, die zijn uitgevoerd ter bepaling van het langetijdsgemiddelde<br />

beoordelingsniveau, zijn verricht conform de Handleiding meten en rekenen<br />

Industrielawaai van 1999. Het model en de bronparameters zijn weergegeven in bijlage 3.<br />

3.2.3 MAXIMALE GELUIDSNIVEAUS<br />

Tabel 3.3<br />

Bronnen maximale<br />

geluidsniveaus<br />

In het model voor de maximale geluidsniveaus zijn de akoestisch relevante bronnen, die<br />

behoren tot de inrichting, ingevoerd. Gedurende de periodes dat deze bronnen actief zijn, is<br />

geen bedrijfsduurcorrectie toegepast. In tabel 3.3 is een overzicht van de relevante bronnen<br />

weergegeven.<br />

Identificatie Bron<br />

Bronvermogen<br />

Bedrijfsduurcorrectie [dB(A)]<br />

[dB(A)] Dag Avond Nacht<br />

3 Opening garage 97,4 0 x x<br />

4 Ventilatiekoker 71,1 0 0 0<br />

x = bron niet actief gedurende periode<br />

Opgemerkt wordt dat het bronvermogen voor de opening in de garage niet gelijk is aan het<br />

bronvermogen uit tabel 3.2 omdat in dit geval een optrekkende personenauto in de opening<br />

van de garage als maatgevende bron is gekozen.<br />

De overdrachtsberekeningen, die zijn uitgevoerd ter bepaling van de maximale<br />

geluidniveaus, zijn verricht conform de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai<br />

van 1999. Het model en de bronparameters zijn weergegeven in bijlage 3.<br />

3.2.4 INRICHTINGSGEBONDEN VERKEER<br />

Voor het inrichtingsgebonden verkeer is uitgegaan van de verkeersgegevens, die zijn<br />

aangeleverd door de <strong>Gemeente</strong> <strong>Harderwijk</strong> en de uitgangspunten in paragraaf 2.3. In<br />

tabel 3.4 op de volgende pagina zijn de gehanteerde bronnen samengevat.<br />

De overdrachtsberekeningen, die zijn uitgevoerd ter bepaling van de equivalente geluids-<br />

niveaus ten gevolge van het inrichtingsgebonden verkeer, zijn verricht conform de<br />

Handleiding meten en rekenen Industrielawaai van 1999. Het model en de bronparameters<br />

zijn weergegeven in bijlage 3.<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 9


Tabel 3.4<br />

Bronnen inrichtingsgebonden<br />

verkeer gedurende de<br />

dagperiode<br />

Bron<br />

Intensiteit<br />

3.3 BEREKENINGSRESULTATEN<br />

Snelheid<br />

(km/uur)<br />

Aantal<br />

bronnen<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Bron vermogen<br />

[dB(A)]<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 10<br />

Cb<br />

[dB(A)]<br />

Hellende weg 2400 10 4 95,4 7,0<br />

Vitringasingel 1200 30 37 95,4 14,9<br />

Luttekepoortstraat 840 30 8 95,4 16,6<br />

3.3.1 LANGTIJDGEMIDDELDE BEOORDELINGSNIVEAUS L AR,LT<br />

Tabel 3.5<br />

Berekende invallende<br />

langtijdgemiddelde<br />

beoordelingsniveaus L Ar,LT<br />

Op basis van de representatieve bedrijfssituatie is het langtijdgemiddelde<br />

beoordelingsniveau L Ar,LT vanwege de parkeergarage op de gevels van nabijgelegen<br />

woningen bepaald. Alle berekeningsresultaten zijn vermeld in bijlage 4. De meest<br />

maatgevende beoordelingspunten zijn samengevat in tabel 3.5.<br />

Beoordelingspunt<br />

Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT Dag Avond Nacht<br />

Friesegracht 13 32 31 31<br />

Friesegracht 17 32 30 30<br />

Friesegracht 11 31 29 29<br />

Doelenstraat 44 30 23 23<br />

Friesegracht 21 30 27 27<br />

Uit de berekeningen blijkt dat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau ter hoogte van<br />

woningen niet hoger is dan 32 dB(A) in de dagperiode, 31 dB(A) in de avondperiode en<br />

31 dB(A) in de nachtperiode. Hiermee wordt voldaan aan het toetsingskader dat is<br />

weergegeven in paragraaf 3.1.1.<br />

3.3.2 MAXIMALE GELUIDSNIVEAUS L AMAX<br />

Tabel 3.6<br />

Berekende invallende maximale<br />

geluidsniveaus L Amax<br />

Op basis van de representatieve bedrijfssituatie zijn de maximale geluidsniveaus L Amax<br />

vanwege de parkeergarage op de gevels van de nabijgelegen woningen bepaald. Alle<br />

berekeningsresultaten zijn vermeld in bijlage 4. De meest maatgevende beoordelingspunten<br />

zijn samengevat in tabel 3.6.<br />

Bron Beoordelingspunt<br />

Maximaal geluidsniveau LArmax Dag Avond Nacht<br />

Opening garage Doelenstraat 42 51 x x<br />

Doelenstraat 44 50 x x<br />

Doelenstraat 40 50 x x<br />

Ventilatiekoker Friesegracht 13 31 31 31<br />

Friesegracht 17 30 30 30<br />

Friesegracht 11 29 29 29<br />

Hieruit blijkt dat het maximale geluidsniveau L Amax ter hoogte van woningen niet hoger is<br />

dan 51 dB(A) in de dagperiode, 31 dB(A) in de avondperiode en 31 dB(A) in de<br />

nachtperiode. Hiermee wordt voldaan aan het toetsingskader dat is weergegeven in<br />

paragraaf 3.1.2.


3.3.3 INRICHTINGSGEBONDEN VERKEER<br />

3.4 CONCLUSIE<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Op basis van de in paragraaf 3.2.4 weergegeven verkeersgegevens zijn de etmaalwaarden<br />

voor de equivalente geluidsniveaus L Aeq vanwege het inrichtingsgebonden verkeer bepaald.<br />

Alle berekeningsresultaten zijn vermeld in bijlage 4. Uit deze berekeningsresultaten blijkt<br />

dat de etmaalwaarde maximaal 56 dB(A) bedraagt ten gevolge van het inrichtingsgebonden<br />

verkeer. Deze etmaalwaarde overschrijdt de voorkeursgrenswaarde, maar is kleiner dan de<br />

maximaal toegestane grenswaarde van 65 dB(A).<br />

Uit de toetsingen aan de Wet milieubeheer blijkt dat:<br />

Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau ter hoogte van woningen niet hoger is dan<br />

32 dB(A) in de dagperiode, 31 dB(A) in de avondperiode en 31 dB(A) in de<br />

nachtperiode.<br />

Het maximale geluidsniveau L Amax ter hoogte van woningen niet hoger is dan 51 dB(A)<br />

in de dagperiode, 31 dB(A) in de avondperiode en 31 dB(A) in de nachtperiode.<br />

De etmaalwaarde ten gevolge van het inrichtingsgebonden verkeer maximaal 56 dB(A)<br />

bedraagt.<br />

Geconcludeerd kan worden dat met de berekende geluidsniveaus wordt voldaan aan de<br />

wettelijk toelaatbare langtijdgemiddelde en maximale geluidsniveaus, die respectievelijk<br />

50 dB(A) en 60 dB(A) etmaalwaarde bedragen. De etmaalwaarde ten gevolge van het<br />

inrichtingsgebonden verkeer overschrijdt de wettelijke voorkeursgrenswaarde, maar is<br />

kleiner dan de maximaal toegestane grenswaarde van 65 dB(A). Derhalve adviseren wij om<br />

in de vergunning voor het inrichtingsgebonden verkeer een etmaalwaarde van 56 dB(A) op<br />

te nemen.<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 11


HOOFDSTUK<br />

4.1 WETTELIJK KADER<br />

Reconstructieonderzoek<br />

4.1.1 RECONSTRUCTIE IN DE ZIN VAN DE WET GELUIDHINDER<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Er is sprake van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder wanneer een wijziging<br />

op of aan een aanwezige weg leidt tot een toename van de geluidbelasting vanwege die weg<br />

van 2 dB of meer, indien de geluidsbelasting na de reconstructie meer dan 51 dB(A)<br />

bedraagt. Ofwel de toename wordt pas berekend vanaf de voorkeursgrenswaarde van<br />

50 dB(A). Bij een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder dient een<br />

reconstructieprocedure te worden gevolgd: de feitelijke reconstructie van de weg mag pas<br />

plaatsvinden na een daartoe strekkend besluit van de gemeenteraad. Tevens dient een<br />

hogere waarde door Gedeputeerde Staten te worden vastgesteld (artikel 99 Wet<br />

geluidhinder). In beginsel dient de toename van de geluidbelasting te worden weggenomen.<br />

Indien het om redenen van landschappelijke, stedenbouwkundige, verkeers- kundige of<br />

financiële aard niet of niet voldoende mogelijk is de toename weg te nemen kan door<br />

Gedeputeerde Staten een hogere waarde worden vastgesteld.<br />

De voor de toetsing te hanteren peiljaren zijn:<br />

Het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de werkzaamheden aan de weg worden<br />

aangevangen, zonder verkeersprognose van 10 jaar later.<br />

Het jaar volgend op het jaar waarop de werkzaamheden aan de weg zijn voltooid, met<br />

een prognose van 10 jaar later.<br />

In het onderhavige onderzoek zijn de peiljaren 2005 en 2016 gehanteerd (met de bij dat jaar<br />

behorende verkeersintensiteiten).<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 12


PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Conform artikel 100, lid 1 en 2 van de Wet geluidhinder bedraagt de grenswaarde van de<br />

geluidbelasting in het jaar vóór reconstructie de laagste van de volgende twee waarden:<br />

De heersende waarde.<br />

Een eventueel eerder in het kader van de Wet geluidhinder vastgestelde hogere<br />

waarde.<br />

4.1.2 HOGERE WAARDEN<br />

Volgens de verstrekte informatie van de gemeente is voor geen van de woningen eerder een<br />

hogere waarde vastgesteld. De grenswaarde is daarom gelijk aan de heersende waarde.<br />

Gedeputeerde staten kunnen, volgens artikel 100a, lid 1 van de Wet geluidhinder een hogere<br />

waarde dan de in paragraaf 4.1.1 vermelde grenswaarden vaststellen, met dien verstande<br />

dat de verhoging van de geluidsbelasting vanwege de reconstructie 5 dB(A) niet te boven<br />

mag gaan. Een verhoging van meer dan 5 dB(A) is enkel toegestaan in die gevallen waarin:<br />

ten gevolge van de reconstructie de geluidbelasting van de gevel van ten minste een gelijk<br />

aantal woningen elders met een ten minste gelijke waarde zal verminderen, en<br />

de wegbeheerder heeft verklaard dat hij financiële middelen ter beschikking stelt uiterlijk<br />

ter uitvoering van sanerings- en gevelmaatregelen vóór afloop van de reconstructie met<br />

betrekking tot woningen die door de reconstructie een hogere geluidbelasting ondervinden.<br />

Woningen<br />

Voorts stelt artikel 100a, lid 1 dat ingeval voor de betrokken woning conform artikel 83<br />

(nieuwe situatie) een hogere waarde is vastgesteld dan wel geen hogere waarde is<br />

vastgesteld én de heersende waarde 55 dB(A) niet te boven gaat, mag bij reconstructie van<br />

een weg geen hogere waarde dan 60 dB(A) in buitenstedelijk gebied en 65 dB(A) in stedelijk<br />

gebied worden vastgesteld. Ingeval voor de betrokken woning nog geen hogere waarde is<br />

vastgesteld en de heersende waarde groter is dan 55 dB(A), mag de waarde na reconstructie<br />

maximaal 70 dB(A) bedragen. Dit geldt voor zowel stedelijk als buitenstedelijk gebied<br />

(artikel 100a, lid 2 van de Wet geluidhinder).<br />

Andere geluidsgevoelige objecten<br />

Andere geluidsgevoelige objecten zijn volgens artikel 4 van het Besluit onder te verdelen in<br />

verschillende categorieën:<br />

- basisscholen;<br />

- scholen voor voortgezet onderwijs;<br />

- instellingen voor hoger beroepsonderwijs;<br />

- algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen;<br />

- andere gezondheidszorggebouwen dan bedoeld onder d.<br />

Alle geluidsgevoelige bestemmingen anders dan woningen binnen het onderhavige<br />

onderzoeksgebied kunnen worden ondergebracht onder de categorieën a, b, c of d.<br />

Ingeval voor het betrokken geluidsgevoelige object conform artikel 85 (nieuwe situatie) een<br />

hogere waarde is vastgesteld dan wel geen hogere waarde is vastgesteld én de heersende<br />

waarde 55 dB(A) niet te boven gaat, mag bij reconstructie van een weg geen hogere waarde<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 13


PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

dan 60 dB(A) in buitenstedelijk gebied en 65 dB(A) in stedelijk gebied worden vastgesteld,<br />

voor de categorieën a tot en met d in de Wet geluidhinder.<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 14


4.1.3 CONCLUSIE<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Ingeval voor het betrokken geluidgevoelige object nog geen hogere waarde is vastgesteld en<br />

de heersende waarde groter is dan 55 dB(A), mag de waarde na reconstructie maximaal<br />

70 dB(A) bedragen voor de categorieën a tot en met d. Dit geldt voor zowel stedelijk als<br />

buitenstedelijk gebied (artikel 100b Wet geluidhinder en artikel 8, lid 4 van het Besluit).<br />

Binnen het in deze rapportage gehanteerde onderzoeksgebied is door Gedeputeerde Staten<br />

nog niet eerder een hogere waarde vastgesteld voor woningen en andere geluidsgevoelige<br />

bestemmingen. De grenswaarde is derhalve de geluidsbelasting één jaar voor de<br />

reconstructie. Een eventueel aan te vragen hogere waarde mag in principe niet meer dan<br />

5 dB(A) boven deze grenswaarde liggen, echter gerekend vanaf 50 dB(A).<br />

Voor de woningen met een grenswaarde tot en met 55 dB(A) geldt een plafondwaarde van<br />

65 dB(A). Voor de woningen met een grenswaarde boven de 55 dB(A) geldt een<br />

plafondwaarde van 70 dB(A). Voor geluidsgevoelige objecten behorende tot de (hier van<br />

toepassing zijnde) categorieën a tot en met d gelden overeenkomstige waarden.<br />

Overigens wijst de toelichting van de wettekst erop dat, gelet op de definitie van<br />

reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder, de door Gedeputeerde Staten vast te stellen<br />

hogere waarde ten minste 2 dB hoger moet zijn dan de grenswaarde. Wanneer geen sprake<br />

is van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder hoeft dus geen hogere waarde te<br />

worden vastgesteld.<br />

4.2 BERKENINGSMETHODE<br />

Ter bepaling van de geluidsbelasting vanwege het wegverkeerslawaai zijn een tweetal<br />

akoestische rekenmodellen opgesteld voor de situaties 2005 en 2016. In deze rekenmodellen<br />

zijn de gebouwen en de akoestisch relevante wegen in de omgeving ingevoerd.<br />

De modellering van het wegverkeer is uitgevoerd overeenkomstig het Reken- en<br />

meetvoorschrift wegverkeerslawaai 2002. De berekeningen zijn uitgevoerd met het<br />

computerprogramma Geonoise v5.12. In bijlage 5 zijn de rekenmodellen weergegeven.<br />

In de modellen zijn op de woningen beoordelingspunten gelegd. De posities van deze<br />

beoordelingspunten zijn weergegeven in bijlage 5.<br />

Het geluidsniveau op de beoordelingspunten is bepaald in de vorm van de etmaalwaarde.<br />

Deze etmaalwaarde is gelijk aan de hoogste van de volgende waarden:<br />

Het geluidsniveau gedurende de dagperiode (07.00 19.00 uur).<br />

Het geluidsniveau gedurende de nachtperiode (23.00 07.00 uur), vermeerderd met<br />

10 dB(A).<br />

Op de geluidsniveaus mag een aftrek in verband met artikel 103 van de Wet geluidhinder<br />

en artikel 6 van het Reken- en meetvoorschrift wegverkeerslawaai 2002 worden toegepast.<br />

De geluidsniveaus inclusief de bovengenoemde aftrek wordt de geluidsbelasting genoemd.<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 15


4.3 BERKENINGSRESULTATEN<br />

Tabel 4.1<br />

Samenvatting<br />

berekeningsresultaten<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Op de woningen binnen het plangebied zijn rekenpunten gelegd. Op deze wijze is het<br />

mogelijk om per geluidsgevoelige bestemming de geluidsbelasting te bepalen. De berekende<br />

geluidsbelastingen voor de situaties in 2005 en 2016 zijn in bijlage 6 weergegeven. In tabel<br />

4.1 zijn deze resultaten voor enkele beoordelingspunten samengevat.<br />

Beoordeelde<br />

weg<br />

Beoordelingspunt<br />

Geluidsbelasting [dB(A)]<br />

2005 2016<br />

Vitringasingel<br />

Luttekepoort-<br />

straat<br />

4.4 CONCLUSIE<br />

Reconstructie<br />

Wgh<br />

Friesegracht 17 52 51 Nee<br />

Friesegracht 21 53 52 Nee<br />

Friesegracht 33 58 56 Nee<br />

Doelenstraat 8 59 57 Nee<br />

Doelenstraat 50 56 56 Nee<br />

Luttekepoortstraat 45 67 64 Nee<br />

Luttekepoortstraat 47 67 65 Nee<br />

Luttekepoortstraat 49 67 65 Nee<br />

Uit de berekeningsresultaten blijkt dat ten gevolge van de wijzigingen aan de wegen de<br />

geluidsbelastingen afnemen in de toekomstige situatie. Derhalve is er nergens sprake van<br />

een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Tevens blijkt uit de berekenings-<br />

resultaten dat de plafondwaarde van 70 dB(A) nergens wordt overschreden.<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 16


HOOFDSTUK<br />

conclusies<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Samenvatting en<br />

In opdracht van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Harderwijk</strong> is een akoestisch onderzoek verricht naar de<br />

nieuw aan te leggen ondergrondse parkeergarage De Houtwal . Deze parkeergarage, die<br />

ruimte biedt aan 450 parkerende personenauto s, is gelegen tussen de Vitringasingel, de<br />

Luttekepoortstraat en de Friesegracht.<br />

Aanleiding van dit onderzoek is dat de parkeergarage waarschijnlijk milieuvergunning-<br />

plichting is en dat de Vitringasingel en de Luttekepoortstraat waarschijnlijk een fysieke<br />

reconstructie zullen ondergaan.<br />

Het doel van het onderzoek is daarom tweeledig. In de eerste plaats zal de inrichting<br />

getoetst worden aan de Wet milieubeheer en ten tweede wordt nagegaan of door de fysieke<br />

reconstructie van de wegen ook sprake is van een reconstructie in het kader van de Wet<br />

geluidhinder. De conclusies van de twee onderzoeken zijn hieronder weergegeven.<br />

5.1 TOETSING WET MILIEUBEHEER<br />

Uit de berekeningsresultaten blijkt dat:<br />

Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau ter hoogte van woningen niet hoger is dan<br />

32 dB(A) in de dagperiode, 31 dB(A) in de avondperiode en 31 dB(A) in de<br />

nachtperiode. Hierdoor bedraagt de etmaalwaarde ten gevolge van het langtijd-<br />

gemiddelde 41 dB(A).<br />

Het maximale geluidsniveau L Amax ter hoogte van woningen niet hoger is dan 51 dB(A)<br />

in de dagperiode, 31 dB(A) in de avondperiode en 31 dB(A) in de nachtperiode.<br />

Hierdoor bedraagt de etmaalwaarde ten gevolge van de maximale geluidniveaus<br />

51 dB(A).<br />

De etmaalwaarde ten gevolge van het inrichtingsgebonden verkeer maximaal 56 dB(A)<br />

bedraagt.<br />

Geconcludeerd kan worden dat met de berekende geluidsniveaus wordt voldaan aan de<br />

wettelijk toelaatbare langtijdgemiddelde en maximale geluidsniveaus, die respectievelijk<br />

50 dB(A) en 60 dB(A) etmaalwaarde bedragen. De etmaalwaarde ten gevolge van het<br />

inrichtingsgebonden verkeer overschrijdt de wettelijke voorkeursgrenswaarde, maar is<br />

kleiner dan de maximaal toegestane grenswaarde van 65 dB(A). Derhalve adviseren wij om<br />

in de milieuvergunning voor het inrichtingsgebonden verkeer een etmaalwaarde van<br />

minimaal 56 dB(A) op te nemen.<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 17


5.2 RECONSTRUCTIEONDERZOEK<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

Uit de berekeningsresultaten blijkt dat ten gevolge van de wijzigingen aan de wegen de<br />

geluidsbelastingen afnemen in de toekomstige situatie. Derhalve is er nergens sprake van<br />

een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Tevens blijkt uit de berekenings-<br />

resultaten dat de plafondwaarde van 70 dB(A) nergens wordt overschreden.<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 18


BIJLAGE 1 Situatie parkeergarage De Houtwal<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 19


BIJLAGE 2 Verkeersgegevens<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 20


BIJLAGE 3 Rekenmodellen toets Wet milieubeheer<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 21


PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

BIJLAGE 4 Berekeningsresultaten toets Wet milieubeheer<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 22


BIJLAGE 5 Rekenmodellen reconstructieonderzoek<br />

PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 23


PARKEERGARAGE HOUTWAL TE HARDERWIJK<br />

BIJLAGE 6 Berekeningsresultaten reconstructieonderzoek<br />

110623/CE5/172/000306 ARCADIS 24


Advies Flora- en faunaonderzoek<br />

Parkeergarage Houtwal


Advies Flora- en faunaonderzoek<br />

Parkeergarage Houtwal<br />

I n h o u d :<br />

R a p p o r t<br />

1 2 juni 2008<br />

P r o j e ctnumme r 1 16.0 1 .00.00.13


I n h o u d s o p g a v e<br />

1 S a m e n v a t t i n g c o n c l u s i e s 7<br />

1.1 Aanleiding onderzoek 7<br />

1.2 Soortenbescherming 7<br />

1.3 Gebiedsbescherming 7<br />

2 I n l e i d i n g 9<br />

2.1 Planbeschrijving 9<br />

2.2 Flora- en faunawet 9<br />

2.3 Gebiedsbescherming 11<br />

3 B e s c h r i j v i n g v a n h e t g e b i e d 13<br />

3.1 Plangebied 15<br />

4 N a t u u r w a a r d e n 15<br />

4.1 Beschermde gebieden 17<br />

4.2 Soortenonderzoek 17<br />

4.2.1 Vaatplanten 18<br />

4.2.2 Zoogdieren - vleermuizen 18<br />

4.2.3 Zoogdieren - overige 20<br />

4.2.4 Vogels 21<br />

4.2.5 Amfibieën 21<br />

4.2.6 Reptielen 22<br />

4.2.7 Vissen 23<br />

4.2.8 Dagvlinders 23<br />

4.2.9 Libellen 24<br />

4.2.10Overige 24<br />

5 C o n c l u s i e 23<br />

5.1 Gebiedsbescherming 27<br />

5.2 Soortbescherming 27<br />

6 B r o n n e n 25<br />

6.1 Veldbezoek 29<br />

6.2 Media 29<br />

6.3 Literatuur 29<br />

B i j l a g e n<br />

116.01.00.00.13


S a m e n v a t t i n g<br />

c o n c l u s i e s<br />

A a n l e i d i n g o n d e r z o e k 1.1<br />

Er bestaan plannen om een parkeergarage aan de Houtwal te <strong>Harderwijk</strong> te<br />

realiseren. In het kader van de Flora- en faunawet is een onderzoek uitge-<br />

voerd naar de aanwezige natuurwaarden in het gebied. Tevens is gekeken<br />

naar de effecten op beschermde gebieden in de omgeving.<br />

S o o r t e n b e s c h e r m i n g 1.2<br />

Voor de in het kader van de Flora- en faunawet relevante soortgroepen is in<br />

onderstaande tabel aangegeven of er mogelijk verbodsovertredingen worden<br />

verwacht en welke vervolgstap er genomen dient te worden.<br />

Soortgroep Verbodsovertreding bij beschermde<br />

soorten<br />

Flora - -<br />

Vleermuizen - -<br />

Overige zoogdieren Bosmuis, egel, gewone bosspitsmuis, huis-<br />

spitsmuis en tweekleurige bosspitsmuis.<br />

Gevolgen<br />

Geen, geldt een<br />

vrijstelling voor.<br />

Broedvogels Verschillende broedvogelsoorten. Geen, indien bij de<br />

Amfibieën Gewone pad, bruine kikker en kleine watersa-<br />

lamander.<br />

Reptielen - -<br />

Vissen - -<br />

Dagvlinders - -<br />

Libellen - -<br />

Overige soorten - -<br />

G e b i e d s b e s c h e r m i n g 1.3<br />

werkzaamheden<br />

rekening wordt<br />

gehouden met het<br />

broedseizoen<br />

Geen, geldt een<br />

vrijstelling voor.<br />

Beschermde gebieden in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en<br />

de Ecologische Hoofdstructuur liggen op voldoende afstand van het plange-<br />

bied en zijn hiervan gescheiden door onder andere infrastructuur en bebou-<br />

wing. Gezien de aard van de ingrepen zijn geen negatieve effecten te<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008<br />

7


8<br />

verwachten. Voor deze activiteit is daarom geen vergunning op grond van de<br />

Natuurbeschermingswet nodig. Deze conclusie moet bij de besluitvorming in<br />

het kader van de planologische procedure met betrekking tot Natura 2000-<br />

gebieden worden betrokken. De activiteit is op het punt van de gebiedsbe-<br />

scherming van de Ecologische Hoofdstructuur niet in strijd met het streek-<br />

plan.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008


P l a n b e s c h r i j v i n g 2.1<br />

I n l e i d i n g<br />

Ten behoeve van het bestemmingsplan ’Parkeergarage Houtwal’ voor de<br />

realisatie van een parkeergarage te <strong>Harderwijk</strong> in de gemeente <strong>Harderwijk</strong> is<br />

het noodzakelijk een onderzoek uit te voeren naar de aanwezige natuurwaar-<br />

den in het gebied (soortbescherming en gebiedsbescherming). Figuur 1 geeft<br />

een overzicht van de ligging van het plangebied.<br />

Wolderwijd<br />

F i g u u r 1 : P l a n g e b i e d ( p a a r s ) , o m l i g g e n d g e b i e d e n k i l o m e -<br />

t e r h o k k e n ( g r i j z e l i j n e n )<br />

F l o r a - e n f a u n a w e t 2.2<br />

Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Het soorten-<br />

beleid uit de Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992 van de<br />

Europese Unie is hiermee in de nationale wetgeving verwerkt.<br />

Z o r g p l i c h t<br />

171 172<br />

Achter de Flora- en faunawet staat het idee van de zorgplicht voor in het wild<br />

levende dieren en planten (zowel beschermde als onbeschermde) en hun<br />

leefomgeving. Die zorgplicht houdt in ieder geval in, dat iedereen die weet of<br />

redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen<br />

heeft voor flora of fauna, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten.<br />

Diegene moet alle maatregelen nemen die redelijkerwijs van hem kunnen<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008<br />

485<br />

484<br />

9


10<br />

worden verwacht, om die nadelige gevolgen te voorkomen, zoveel mogelijk<br />

te beperken of ongedaan te maken (artikel 2).<br />

Volgens de Flora- en faunawet is het verboden om beschermde planten te<br />

verwijderen of te beschadigen (artikel 8), beschermde dieren te doden, te<br />

verwonden, te vangen (artikel 9) of opzettelijk te verontrusten (artikel 10) en<br />

voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen te beschadigen (artikel 11).<br />

Ook het rapen of beschadigen van eieren van beschermde dieren is verboden<br />

(artikel 12).<br />

S o o r t e n b e s c h e r m i n g<br />

Beschermd zijn de inheemse zoogdieren (met uitzondering van huismuis,<br />

bruine rat en zwarte rat), alle inheemse vogels, amfibieën en reptielen, som-<br />

mige planten, vissen, vlinders, libellen, kevers en mieren en rivierkreeft,<br />

wijngaardslak en Bataafse stroommossel. Deze soorten zijn vermeld op lijs-<br />

ten die zijn gebaseerd op het Besluit aanwijzing dier- en plantensoorten Flo-<br />

ra- en faunawet. De verboden in de artikelen 9, 10 en 11 gelden niet voor<br />

mol, bosmuis en veldmuis. Ook gelden ze niet voor huisspitsmuis als deze<br />

zich in of op gebouwen of daarbij behorende erven of roerende zaken be-<br />

vindt.<br />

B e s c h e r m i n g s r e g i m e s<br />

Op 23 februari 2005 is de AMvB 2004 betreffende artikel 75 van de Flora- en<br />

faunawet in werking getreden. Deze AMvB deelt de in Nederland bescherm-<br />

de soorten in drie beschermingsregimes in. In de ‘Lijst van alle soorten be-<br />

schermd onder de Flora- en faunawet’ worden de soorten ingedeeld in<br />

tabellen (zie ook bijlage 7).<br />

1. Algemene soorten (in dit rapport aangegeven als ‘soorten in tabel 1’).<br />

Voor deze soorten geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen vrijstelling<br />

voor de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 8 tot en met 12<br />

van de Flora- en faunawet;<br />

2. Overige soorten (in dit rapport aangegeven als ‘soorten in tabel 2’).<br />

Voor overige soorten en vogelsoorten geldt eveneens een vrijstelling<br />

bij ruimtelijke activiteiten, mits de activiteiten worden uitgevoerd op<br />

basis van een door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedsel-<br />

kwaliteit goedgekeurde gedragscode. Zolang geen gedragscode is op-<br />

gesteld, moet voor verstoring van de soorten uit tabel 2 ontheffing<br />

worden aangevraagd;<br />

3. Strikt beschermde soorten. Bijlage 1-soorten van de AMvB 2004 en<br />

bijlage IV-soorten van de Habitatrichtlijn (in dit rapport aangegeven<br />

als ‘soorten in tabel 3’).<br />

Voor deze soorten geldt in principe geen vrijstelling. Voor verstoring van<br />

deze soorten en van vogels kan slechts onder bepaalde voorwaarden onthef-<br />

fing worden verleend.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008


H a b i t a t<br />

De Flora- en faunawet beschermt individuele exemplaren van een soort en<br />

vaste rust- en verblijfplaatsen van diersoorten. Voor een goede instandhou-<br />

ding van een diersoort is echter ook behoud van foerageergebied en migratie-<br />

routes nodig. Dat wordt in dit rapport ook meegewogen.<br />

Deze aspecten worden in de nieuwe interne handleiding van het Ministerie<br />

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ook overwogen bij de besluit-<br />

vorming over ontheffingverlening.<br />

R o d e l i j s t<br />

In dit rapport wordt tevens aandacht geschonken aan soorten van de Rode<br />

lijst. Hierop staan Nederlandse soorten die bijzondere aandacht nodig hebben.<br />

Deze soorten worden bedreigd, zijn zeldzaam of erg kwetsbaar of nemen<br />

sterk in aantal af (zie bijlage 6). De Rode lijsten zijn officieel door de minis-<br />

ter van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vastgesteld (Besluit Rode<br />

lijsten flora en fauna, november 2004). Veel rode lijstsoorten (vooral planten)<br />

worden echter niet door de Flora- en faunawet beschermd en hebben daar-<br />

door geen duidelijke juridische status.<br />

G e b i e d s b e s c h e r m i n g 2.3<br />

Naast het soortenbeleid uit de Europese Vogelrichtlijn (1979) en de Habita-<br />

trichtlijn (1992) moet op grond van artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke<br />

ordening ook aandacht worden besteed aan beschermde natuurgebieden uit<br />

deze richtlijnen. Dit is uitgewerkt in het Natura 2000-beleid. Natura 2000 is<br />

het netwerk van natuurgebieden in de Europese Unie die worden beschermd<br />

op grond van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. De richtlijnen geven<br />

aan welke typen natuur en welke soorten precies moeten worden beschermd.<br />

De lidstaten wijzen daarvoor speciale beschermingszones aan. In het kader<br />

van de Vogelrichtlijn zijn speciale beschermingszones aangewezen ter be-<br />

scherming van vogelsoorten vermeld in bijlage I van deze richtlijn, van trek-<br />

vogels op de Nederlandse Rode lijst en van hun habitatten. Deze aanwijzing<br />

is in Nederland nagenoeg voltooid. In het kader van de Habitat-richtlijn zijn<br />

speciale beschermingszones aangemeld bij de Europese Commissie ter be-<br />

scherming van leefgebieden vermeld in bijlage I en van planten- en diersoor-<br />

ten vermeld in bijlage II van deze richtlijn. Alle gebieden die zich<br />

kwalificeren voor aanmelding, zijn op grond van de genoemde richtlijnen<br />

beschermd alsof ze al zijn aangewezen.<br />

N a t u u r b e s c h e r m i n g s w e t<br />

Onder de oude Natuurbeschermingswet 1967 vielen twee typen gebieden:<br />

nationale en beschermde Natuurmonumenten en gebieden die de minister van<br />

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft aangewezen ter uitvoering van<br />

verdragen of andere internationale verplichtingen. Per 1 oktober 2005 vallen<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008<br />

11


12<br />

de Natura 2000-gebieden samen met de twee hiervoor staande typen gebie-<br />

den onder de Natuurbeschermingswet 1998. Daar waar de beschermde Na-<br />

tuurmonumenten samenvallen met een Natura 2000-gebied, verliest het<br />

gebied zijn status als Natuurmonument. Voor ingrepen in of in de omgeving<br />

van een dergelijk gebied, moet door middel van een vooroverleg tussen be-<br />

voegd gezag en initiatiefnemer worden ingeschat of de ingreep negatieve<br />

effecten kan hebben. Als dit het geval is, wordt via een voortoets onderzocht<br />

of de ingreep significant negatieve effecten kan hebben. Wanneer geen we-<br />

tenschappelijke zekerheid bestaat dat er geen significant negatieve effecten<br />

zijn, moet een passende beoordeling worden uitgevoerd. Daarvoor moet de<br />

initiatiefnemer de gegevens aanleveren in de vorm van een Natuurbescher-<br />

mingswetrapport. Het bevoegd gezag toetst deze rapportage op verzoek van<br />

de initiatiefnemer. Dit is bijna altijd het college van Gedeputeerde Staten van<br />

de provincie. In beginsel verleent het bevoegd gezag alleen een vergunning<br />

als zekerheid is verkregen dat de activiteit de natuurlijke kenmerken van het<br />

gebied niet aantast.<br />

De omvang van de effecten wordt getoetst aan de instandhoudingsdoelstel-<br />

lingen van het betreffende beschermde gebied. Deze doelstellingen zijn of<br />

worden opgenomen in de aanwijzingsbesluiten en de beheersplannen. In het<br />

aanwijzingsbesluit van het Natura 2000-gebied staat, vanwege welke soorten<br />

en habitatten en om welke reden het gebied is aangewezen. De instandhou-<br />

dingsdoelstellingen van een gebied mogen niet worden geschaad. Deze zijn<br />

echter ten tijde van het schrijven van dit rapport voor drie gebieden klaar.<br />

Voor de overige gebieden zijn ze niet of alleen in concept klaar en nog niet<br />

van kracht. Inmiddels zijn er 119 gebieden (eerste tranche en Waddentran-<br />

che) voor definitieve aanwijzing in procedure gebracht. De ontwerpbesluiten<br />

van deze aanwijzingen hebben in 2007 ter inzage gelegen. De minister heeft<br />

op 19 februari 2008 de eerste drie gebieden definitief aangewezen: Voornes<br />

Duin, Duinen Goeree & Kwade Hoek en Voordelta. De definitieve aanwij-<br />

zing van de overige 116 gebieden volgt hierna. De procedure voor de reste-<br />

rende 43 gebieden start in 2008. Voorlopig wordt daarom, voor het overgrote<br />

deel van de gebieden, getoetst aan de bestaande gebiedsdocumenten.<br />

E c o l o g i s c h e H o o f d s t r u c t u u r<br />

De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) uit de Nota Ruimte (Regeringsbeslis-<br />

sing 2006) en het Streekplan Gelderland 2005 geniet een vergelijkbare be-<br />

scherming. Ingrepen bij EHS-gebieden worden door het bevoegd gezag, het<br />

college van Gedeputeerde Staten van de provincie, getoetst bij een ruimtelij-<br />

ke procedure. De EHS mag niet worden aangetast. Aantasting wordt alleen<br />

verdedigbaar geacht als aantoonbaar is dat het project van groot openbaar<br />

belang is en er geen redelijk alternatief bestaat. Hier geldt het zogenaamde<br />

‘nee, tenzij’-principe. De aantasting moet zoveel mogelijk worden gemiti-<br />

geerd. Restschade moet worden gecompenseerd.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008


B e s c h r i j v i n g v a n<br />

P l a n g e b i e d 3.1<br />

h e t g e b i e d<br />

Waarschijnlijk is men omstreeks 1390 begonnen met het in verschillende<br />

fasen graven van een singelgracht, waarvan de huidige Friesegracht een on-<br />

derdeel was. Rond 1585 krijgt de stad vier bastions, waarvan één ter plaatse<br />

van het Houtwalterrein. Het terrein heeft de naar buiten uitstekende vorm<br />

hieraan te danken. Op de Houtwal was in de eerste helft van de 20ste eeuw<br />

een houtzagerij en houtopslag gevestigd. In 1962 nam de gemeente het ter-<br />

rein over en legde er een nieuwe weg aan met parkeerterrein.<br />

De huidige situatie van het plangebied is een parkeerterrein met veel groen,<br />

een gedeelte van de Luttekepoortstraat en een stukje braakliggend terrein met<br />

een nutsgebouwtje. Het plangebied grenst aan de oost- en zuidkant aan de<br />

Friesegracht en aan de noord- en westkant aan bestaande bebouwing en de<br />

Luttekepoortstraat.<br />

P a r k e e r t e r r e i n B r a a k l i g g e n d t e r r e i n<br />

De bodem van de bebouwde kom van <strong>Harderwijk</strong> is niet gekarteerd. Rondom<br />

<strong>Harderwijk</strong> bestaat de bodem uit een zandgrond met veelal een humushou-<br />

dende bovengrond.<br />

Aan de oost- en zuidkant grenst het plangebied aan de Friesegracht. In het<br />

plangebied zelf komt geen oppervlaktewater voor.<br />

Gezien de ligging in de bebouwde kom met een sterk gereguleerd waterre-<br />

giem, komen eventuele infiltratie- en kwelaspecten hier niet meer in de vege-<br />

tatie en verdere natuurwaarden tot uitdrukking.<br />

In het plangebied zal een parkeergarage komen. Hiervoor wordt tevens de<br />

verkeerssituatie gewijzigd. Enkele karakteristieke lindebomen blijven ge-<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008<br />

HISTORIE<br />

HUIDIGE SITUATIE<br />

BODEM EN WATER<br />

PLANNEN<br />

13


14<br />

handhaafd. De overige bomen worden gekapt of verplant. Struiken en onder-<br />

groei in het plangebied worden verwijderd.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008


N a t u u r w a a r d e n<br />

B e s c h e r m d e g e b i e d e n 4.1<br />

Het plangebied ligt op ongeveer 700 m van het Natura 2000-gebied Velu-<br />

werandmeren. Dit is zowel een Habitatrichtlijn- als een Vogelrichtlijngebied.<br />

Dit gebied betreft eveneens het meest nabij gelegen gebied uit de Ecologische<br />

Hoofdstructuur. De begrenzing ligt echter iets dichter nabij het plangebied,<br />

ongeveer op 500 m afstand. Het plangebied ligt in de bebouwde kom van<br />

<strong>Harderwijk</strong>. De tussenliggende afstand bestaat uit bebouwing en infrastruc-<br />

tuur.<br />

Beschermde gebieden liggen op voldoende afstand van het plangebied en zijn<br />

hiervan gescheiden door bebouwing en infrastructuur. Gezien de aard van de<br />

ingrepen zijn geen negatieve effecten te verwachten. Voor deze activiteit is<br />

daarom geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet nodig. De<br />

activiteit is op het punt van de gebiedsbescherming voor de Ecologische<br />

Hoofdstructuur niet in strijd met de Nota Ruimte en het streekplan.<br />

S o o r t e n o n d e r z o e k 4.2<br />

Het plangebied ligt in het kilometerhok 170-484 en in uurhok 26-47. Figuur 1<br />

geeft een overzicht van het plangebied en de omliggende kilometerhokken 1 .<br />

Per uurhok1 zijn waarnemingen verzameld uit de soortenatlassen voor zoog-<br />

dieren, vleermuizen, broedvogels en libellen. De verspreidingsgegevens van<br />

reptielen en amfibieën zijn afkomstig van soortenkaarten die RAVON op<br />

internet heeft gepubliceerd. De gebruikte gegevens zijn opgenomen in de<br />

bijlagen.<br />

Gegevens die staan geregistreerd per kilometerhok of per uurhok zijn niet in<br />

alle gevallen met voldoende zekerheid tot het te onderzoeken plangebied te<br />

herleiden. Hierbij is enige interpretatie op grond van ecologische veldkennis<br />

noodzakelijk.<br />

Het plangebied is begin oktober 2005 bezocht om een indruk te krijgen van<br />

de gebieden, de omgeving en de voorkomende flora en fauna (zie Bronnen<br />

1 Een kilometerhok is een vastgelegd gebied van 1 bij 1 km. De Topografische Dienst heeft<br />

deze hokken ingevoerd als rasterverdeling voor het tekenen van de topografische kaarten van<br />

Nederland. Een uurhok is een gebied van 5 bij 5 km<br />

gebaseerd op diezelfde verdeling<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008<br />

INVENTARISATIE<br />

EFFECTEN<br />

VELDWERK<br />

15


16<br />

GEGEVENS<br />

INVENTARISATIE<br />

EFFECTEN<br />

GEGEVENS<br />

6.1).<br />

Met behulp van de kennis over leefgebieden van soorten, de indruk die van<br />

het plangebied is verkregen en de beschikbare gegevens is van alle groepen<br />

een compleet beeld ontstaan over het voorkomen van de soorten in het ge-<br />

bied.<br />

V a a t p l a n t e n 4.2.1<br />

Natuurloket meldt het voorkomen van een aantal beschermde soorten in het<br />

kilometerhok. Gezien het huidige karakter van het plangebied en de onwaar-<br />

schijnlijkheid dat hier beschermde soorten zullen voorkomen, is gekozen om<br />

deze gegevens niet te betrekken. Het veldbezoek geeft voldoende beeld voor<br />

dit onderzoek. Tijdens het veldbezoek in begin oktober kon vanwege de tijd<br />

van het jaar een goed beeld worden verkregen van de voorkomende flora.<br />

Rond het parkeerterrein en de Luttekepoortstraat is veel groen aanwezig.<br />

Enkele aangeplante boomsoorten zijn plataan, acacia, gewone es en een linde<br />

variant. In de perken rond de bomen staat onder andere veel varianten van de<br />

Chaenomeles en Callicarpa bodinieri en mahoniestruiken.<br />

C a l l i c a r p a b o d i n i e r i v a r i a n t M a h o n i e s t r u i k<br />

Tussen de struiken groeit onder anderen grote brandnetel en akkerdistel.<br />

Rond het braak liggende terrein staat sering, sneeuwbes en grootbladige<br />

hulst. Op het terrein is opslag van vlinderstruik, acacia en grauwe wilg. Enke-<br />

le voorkomende kruiden zijn perzikkruid, zevenblad, witte honingklaver,<br />

stinkende gouwe en gewone raket. Beschermde en of rode lijstsoorten zijn<br />

niet aangetroffen in het plangebied.<br />

Door de plannen gaan geen beschermde of rode lijstsoorten verloren.<br />

Z o o g d i e r e n - v l e e r m u i z e n 4.2.2<br />

De gegevens zijn afkomstig uit de landelijke vleermuisatlas. Deze atlas heeft<br />

de verspreiding van vleermuissoorten in kaart gebracht op basis van uurhok-<br />

ken uit de periode 1985-1994. Voor het plangebied geven deze gegevens in<br />

combinatie met het veldbezoek een voldoende beeld van de voorkomende<br />

vleermuizen en het terreingebruik.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008


In het betreffende uurhok zijn acht soorten vleermuizen waargenomen (bijla-<br />

ge 1). Alle vleermuissoorten zijn tabel 3 soorten. Enkele soorten hiervan<br />

komen ook binnen stedelijk gebied voor zoals het plangebied. De te kappen<br />

en te verplanten bomen zijn vitaal en bieden geen verblijfsplaatsen voor<br />

boombewonende soorten. Het nutsgebouwtje met platdak biedt voor in ge-<br />

bouwen verblijvende soorten eveneens geen verblijfplaats. Het plangebied zal<br />

wel als jachtgebied gebruikt worden onder anderen door de gewone dwerg-<br />

vleermuis en laatvlieger. Daarnaast is het goed mogelijk dat de Friesegracht<br />

een belangrijke vliegroute is van de meervleermuis. Van deze soort zijn de<br />

kolonieplaatsen vaak in de binnenstad te vinden terwijl ze boven de grotere<br />

wateroppervlakten zoals het nabij gelegen Wolderwijd foerageren. Lijnvor-<br />

mige elementen als bomenlanen en vaarten tussen de verblijfplaats en het<br />

foerageergebied worden als vliegroute gebruikt.<br />

G e w o n e d w e r g v l e e r m u i s<br />

Aanwezige foeragerende vleermuizen in het plangebied zullen niet afhanke-<br />

lijk zijn van het gebied als jachtgebied; er is voldoende gelijksoortig biotoop<br />

in de omgeving. De foeragerende soorten zullen daarnaast ook bij bebouwing<br />

en gebruik van het terrein hier blijven jagen. De Friesegracht is mogelijk een<br />

vaste vliegroute voor meervleermuizen. Omdat alle vleermuissoorten in bij-<br />

lage IV van de Habitatrichtlijn staan, mogen de routes niet verstoord worden.<br />

Dit geldt met name in de tijd van voortplanting, in de kraamperiode en tijdens<br />

de trek. Meervleermuizen zijn gevoelig voor verstoring door licht. Indien<br />

door de bouw van de parkeergarage een lichtintensiteit toename optreedt<br />

boven de Friesegracht zal aanvullend onderzoek nodig zijn om vast te stellen<br />

of de Friesegracht daadwerkelijk als vaste vliegroute wordt gebruikt. Voor-<br />

alsnog is dit niet noodzakelijk, aangezien de verwachting is dat de lichtinten-<br />

siteit af zal nemen, doordat aanwezige lantaarnpalen in het plangebied<br />

verdwijnen en nieuwe meer naar de doorgaande weg verschoven worden.<br />

Z o o g d i e r e n - o v e r i g e 4.2.3<br />

De gegevens zijn afkomstig uit de landelijke zoogdieratlas. Deze atlas heeft<br />

de verspreiding van zoogdieren in kaart gebracht op basis van uurhokken uit<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008<br />

INVENTARISATIE<br />

GEGEVENS<br />

17


18<br />

EFFECTEN<br />

de periode 1970-1988. Deze gegevens zijn redelijk verouderd. De bekende<br />

gegevens geven in combinatie met het veldbezoek toch een voldoende beeld<br />

voor deze soortgroep.<br />

In het uurhok komen eenentwintig soorten overige zoogdieren voor (bijlage<br />

2). Soorten als edelhert, everzwijn, boommarter en das zullen niet in het<br />

plangebied voorkomen maar in het eveneens in het uurhok gelegen natuurge-<br />

bied Veluwe. Dwergmuis, bunzing, haas, hermelijn, ree en rosse woelmuis<br />

zullen eveneens niet in het plangebied voorkomen. Voor deze soorten is het<br />

plangebied te klein, te droog en te veel ingesloten door bebouwing. Van mol<br />

en konijn zijn geen sporen aangetroffen tijdens het veldbezoek. De oevers<br />

van de Friesegracht bieden geen mogelijkheid voor holen van muskusratten.<br />

Tussen de struiken en ruigtes van het plangebied zullen soorten als bosmuis,<br />

huismuis, gewone en tweekleurige bosspitsmuis, huisspitsmuis, bruine rat en<br />

egel voorkomen. De eekhoorn zal mogelijk af en toe in het plangebied komen<br />

foerageren, maar heeft hier geen vaste verblijfsplaats.<br />

B o s m u i s E g e l<br />

Bij de werkzaamheden zal er een gebouwtje worden gesloopt, bomen, strui-<br />

ken en ondergroei verwijderd worden en terreindelen worden vergraven.<br />

Daardoor kunnen mogelijk enkele verblijfplaatsen van hier bovengenoemde<br />

soorten worden verstoord en vernietigd. Daarnaast kunnen hierbij enkele<br />

dieren worden gedood. Het betreft hier algemeen voorkomende soorten uit<br />

tabel 1, behalve de bruine rat en huismuis, welke niet beschermd zijn. Door<br />

de plannen wordt het voortbestaan van de genoemde soorten niet bedreigd.<br />

Voor de tabel 1 soorten geldt een landelijke vrijstelling.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008


V o g e l s 4.2.4<br />

De gegevens zijn afkomstig uit de landsdekkende broedvogelatlas (1998-<br />

2000). Deze gegevens zijn verzameld per uurhok. De gegevens geven in<br />

combinatie met het veldbezoek een voldoende beeld.<br />

In het uurhok zijn zevenentachtig broedvogelsoorten waargenomen (bijlage<br />

3). Hieronder zijn achttien rode lijstsoorten. Veel waargenomen broedvogel-<br />

soorten zijn uitgesproken weide-, moeras- en bosvogels en komen in een<br />

gebied als het plangebied, dat binnen in de stad ligt niet voor.<br />

Tijdens het veldbezoek werden de tjiftjaf, merel, ekster, houtduif en wilde<br />

eend waargenomen. Mogelijke voorkomende broedvogels van de Rode lijst<br />

zullen spotvogel, grauwe vliegenvanger en ringmus zijn.<br />

E k s t e r n e s t i n p l a n g e b i e d W i l d e e e n d e n i n F r i e s e g r a c h t<br />

Het plangebied is geen essentieel onderdeel van het leefgebied van overwin-<br />

terende soorten. Er is weinig voedselaanbod.<br />

Bij de werkzaamheden zullen terreindelen vergraven worden, bomen worden<br />

gekapt en struiken en onderbegroeiing verwijderd worden. Door deze werk-<br />

zaamheden gaan broedterritoria verloren. Het gaat hierbij om algemene soor-<br />

ten en mogelijk om enkele rode lijstsoorten. Het plangebied vormt geen es-<br />

sentieel broedgebied voor de voorkomende soorten. Genoemde soorten<br />

kunnen gelijksoortig biotoop in de omgeving vinden. Daarnaast zullen enkele<br />

soorten het plangebied blijven gebruiken als broedgebied. Alle inheemse<br />

vogelsoorten zijn echter in het broedseizoen beschermd, omdat in de bomen<br />

en struiken en op de grond van het plangebied en direct rondom het plange-<br />

bied vogels kunnen broeden, dient er buiten het broedseizoen (van 15 maart<br />

tot 15 juli) te worden gewerkt. Uitvoering van de plannen verstoren geen<br />

overwinterende soorten.<br />

A m f i b i e ë n 4.2.5<br />

De gegevens zijn afkomstig van landsdekkende verspreidingskaarten (inter-<br />

net). Op deze kaarten is de verspreiding van amfibieën weergegeven op basis<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008<br />

GEGEVENS<br />

INVENTARISATIE<br />

OVERWINTERENDE VOGELS<br />

EFFECTEN<br />

GEGEVENS<br />

19


20<br />

INVENTARISATIE<br />

E3FFECTEN<br />

GEGEVENS<br />

INVENTARISATIE<br />

van uurhokken uit de periode 1998-2002 en 2003-2004. Het veldbezoek geeft<br />

in combinatie met deze gegevens een voldoende beeld voor dit vooronder-<br />

zoek.<br />

Tijdens het veldbezoek zijn geen amfibieën waargenomen. In het uurhok zijn<br />

twee soorten amfibieën waargenomen (bijlage 4): gewone pad en bruine<br />

kikker. Het plangebied vormt voor deze twee soorten en daarnaast ook voor<br />

kleine watersalamander matig geschikt leefgebied. Het gaat daarbij voorna-<br />

melijk om het braakliggende terrein en de groenvoorzieningen. Buiten het<br />

voortplantingsseizoen leven genoemde soorten voornamelijk op het land en<br />

overwinteren in holten, onder hout, boomwortels of stenen. Bruine kikker,<br />

gewone pad en kleine watersalamander zijn alle soorten uit tabel 1.<br />

G e w o n e p a d B r u i n e k i k k e r<br />

Doordat de Friesegracht buiten het plangebied valt, zal erg geen potentieel<br />

voortplantingsgebied verloren gaan. Wanneer het terrein vergraven wordt<br />

zullen mogelijk enkele rust- en overwinteringplaatsen van de gewone pad,<br />

bruine kikker en de kleine watersalamander verloren gaan. Enkele exempla-<br />

ren kunnen hierbij worden gedood. Dit bedreigt de soorten niet in het voort-<br />

bestaan. In de omgeving is voldoende gelijksoortig biotoop aanwezig.<br />

Genoemde soorten zijn soorten uit tabel 1 waarvoor een vrijstelling geldt.<br />

R e p t i e l e n 4.2.6<br />

De gegevens zijn afkomstig van landsdekkende verspreidingskaarten (inter-<br />

net). Op deze kaarten is de verspreiding van reptielen weergegeven op basis<br />

van uurhokken uit de periode 1998-2002 en 2003-2004. In combinatie met<br />

het veldbezoek geeft dit een goed beeld voor dit vooronderzoek.<br />

In het uurhok zijn vier soorten reptielen waargenomen. Dit zijn de hazel-<br />

worm, levendbarende hagedis, ringslang en de zandhagedis (bijlage 4). Over<br />

het algemeen bestaat het leefgebied van hagedissen en slangen uit ruige vege-<br />

tatie die voldoende schuilmogelijkheden biedt en tevens voldoende open is<br />

om te kunnen zonnen. Zoals, overgangen tussen bos en heide en oude heide-<br />

velden. Ringslangen zijn gebonden aan waterrijke gebieden, met natuurlijke<br />

oevers. Dit soort gebieden komt niet in het plangebied voor. Er zijn dan ook<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008


geen reptielen in het plangebied te verwachten. Tijdens het veldbezoek zijn<br />

ook geen reptielen waargenomen. De waarnemingen van reptielen zullen<br />

zeerwaarschijnlijk komen uit het nabij gelegen Vogel- en Habitatrichtlijnge-<br />

bied Veluwe.<br />

Er zullen geen effecten op reptielen optreden. EFFECTEN<br />

V i s s e n 4.2.7<br />

In het plangebied komt geen oppervlaktewater voor. De nabij gelegen Friese-<br />

gracht valt buiten het plangebied.<br />

GEGEVENS<br />

Er zullen geen effecten op vissen voorkomen. EFFECTEN<br />

D a g v l i n d e r s 4.2.8<br />

Het plangebied is goed onderzocht op het voorkomen van dagvlinders door<br />

De Vlinderstichting. Er zijn geen beschermde en of rode lijstsoorten waarge-<br />

nomen, waardoor de gegevens niet zijn opgevraagd. In samenhang met het<br />

veldbezoek geven deze gegevens een voldoende beeld voor deze soortgroep.<br />

Tijdens het veldbezoek zijn geen dagvlinders waargenomen. Het plangebied<br />

vormt echter een geschikt gebied voor vlinders. In het plangebied staan veel<br />

nectarplanten, waaronder de bekende vlinderstruiken. Ook verschillende<br />

waardplanten, zoals grote brandnetel voor atalanta en dagpauwoog zijn aan-<br />

wezig. In het plangebied worden geen beschermde of rode lijstsoorten ver-<br />

wacht.<br />

A t a l a n t a D a g p a u w o o g<br />

Het biotoop waarvan de vlinders in de plangebieden gebruikmaken, zal gro-<br />

tendeels verdwijnen. Voorkomende soorten zullen in aangrenzend gebied<br />

geschikt gelijksoortig biotoop vinden. De voorkomende soorten zijn niet<br />

wettelijk beschermd en behoren niet tot de rode lijstsoorten.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008<br />

GEGEVENS<br />

INVENTARISATIE<br />

21


22<br />

GEGEVENS<br />

INVENTARISATIE<br />

EFFECTEN<br />

L i b e l l e n 4.2.9<br />

De gegevens uit de atlas van de landelijke libellenatlas zijn geraadpleegd.<br />

Deze atlas heeft de verspreiding van libellen in kaart gebracht op basis van<br />

uurhokken uit de periode 1990-1997. Deze gegevens zijn enigszins verou-<br />

derd, maar geven in combinatie met het veldbezoek een voldoende beeld.<br />

Tijdens het veldbezoek zijn geen libellen waargenomen. In het uurhok zijn<br />

achttien soorten libellen waargenomen (zie bijlage 5) Hieronder zijn geen<br />

beschermde of rode lijstsoorten. Dit hoge aantal komt doordat in het uurhok<br />

eveneens een deel van de Veluwe en het Wolderwijd ligt. De Friesegracht die<br />

net buiten het plangebied ligt is geschikt voortplantingsgebied voor een aan-<br />

tal van deze soorten. Enkele soorten zoals paardenbijter, houtpantserjuffer en<br />

steenrode heidelibel zullen hierdoor mogelijk in het plangebied foerageren. In<br />

het plangebied worden geen beschermde of rode lijstsoorten verwacht.<br />

S t e e n r o d e h e i d e l i b e l P a a r d e n b i j t e r<br />

Aangezien er geen oppervlaktewater binnen het plangebied ligt, zal er geen<br />

voortplantingsbiotoop van libellen verdwijnen. Voorkomende soorten in het<br />

plangebied zullen ook tijdens en na de nieuwbouw in het plangebied blijven<br />

foerageren. Het plangebied vormt daarnaast geen essentieel jachtgebied voor<br />

libellen en in de directe omgeving is voldoende alternatief gebied te vinden.<br />

Door de plannen gaan geen beschermde of rode lijstsoorten soorten verloren<br />

O v e r i g e 4.2.10<br />

De beschermde kevers en mieren zijn niet in het plangebied te verwachten.<br />

De beschermde mierensoorten komen voor in zandige bosgebieden. De oude<br />

eikenbomen voor vliegend hert zijn afwezig. Gestreepte waterroofkever is<br />

een soort van met name groot water in laagveen en poelen. Voorkomen in het<br />

plangebied is niet waarschijnlijk. Juchtleerkever, brede geelgerande water-<br />

roofkever en heldenbok worden binnen Nederland als uitgestorven be-<br />

schouwd. Ditzelfde geldt waarschijnlijk voor rivierkreeft en Bataafse<br />

stroommossel. De wijngaardslak is gebonden aan het voorkomen van mergel.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008


C o n c l u s i e<br />

G e b i e d s b e s c h e r m i n g 5.1<br />

Beschermde gebieden in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en<br />

de Ecologische Hoofdstructuur liggen op voldoende afstand van het plange-<br />

bied en zijn hiervan gescheiden door bebouwing en infrastructuur. Gezien de<br />

aard van de ingrepen zijn geen negatieve effecten te verwachten. Voor deze<br />

activiteit is daarom geen vergunning op grond van de Natuurbeschermings-<br />

wet nodig. De activiteit is op het punt van de gebiedsbescherming van de<br />

Ecologische Hoofdstructuur niet in strijd met het streekplan.<br />

Deze conclusie moet bij de besluitvorming in het kader van de planologische<br />

procedure, wat betreft de Natura 2000-gebieden, worden betrokken.<br />

S o o r t b e s c h e r m i n g 5.2<br />

Ten aanzien van de soortenbescherming zijn vijf aspecten (van belang in de<br />

verdere procedure) in acht genomen:<br />

- nadere inventarisatie;<br />

- niet bedreigde waarden;<br />

- bescherming vogels;<br />

- vrijgestelde soorten;<br />

- ontheffingen.<br />

Van alle soortgroepen is een voldoende beeld ontstaan. Nader onderzoek is<br />

niet nodig. Een aandachtspunt is de lichtintensiteit boven de Friesegracht.<br />

Indien deze zal toenemen, is aanvullend onderzoek naar aanwezigheid van<br />

een vaste vliegroute van de meervleermuis noodzakelijk. Vooralsnog is dit<br />

niet nodig, aangezien de verwachting is dat de lichtintensiteit af zal nemen,<br />

doordat aanwezige lantaarnpalen in het plangebied verdwijnen en nieuwe<br />

meer naar de doorgaande weg verschoven worden.<br />

Van de volgende soortgroepen worden geen verbodsbepalingen overtreden in<br />

het plangebied:<br />

- vaatplanten;<br />

- reptielen;<br />

- dagvlinders;<br />

- libellen;<br />

- overige.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008<br />

NADERE INVENTARISATIE<br />

NIET BEDREIGDE WAARDEN<br />

23


BESCHERMING VOGELS<br />

VRIJGESTELDE SOORTEN<br />

24<br />

ONTHEFFINGEN<br />

Alle vogelsoorten (uitgezonderd exoten) zijn beschermd. Men kan er in dit<br />

plangebied van uitgaan, dat geen verbodsbepalingen worden overtreden tij-<br />

dens de aanlegfase, als buiten het broedseizoen wordt gewerkt of als voor het<br />

broedseizoen wordt begonnen en de werkzaamheden continu voortduren. Als<br />

de werkzaamheden voor het broedseizoen worden gestart en continu voortdu-<br />

ren, zullen broedvogels een rustiger broedplaats (op enige afstand) zoeken en<br />

niet door de werkzaamheden worden gestoord. Opgaand groen zal altijd<br />

buiten het broedseizoen moeten worden verwijderd. Voor het broedseizoen<br />

wordt in het kader van de Flora- en faunawet geen standaardperiode gehan-<br />

teerd. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode.<br />

Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen van ongeveer 15 maart tot<br />

15 juli loopt. In het plangebied is voor geen enkele soort de goede staat van<br />

instandhouding in het geding.<br />

In het plangebied komen enkele beschermde soorten voor in de groepen am-<br />

fibieën en zoogdieren, die worden verstoord door de werkzaamheden. Deze<br />

staan in tabel A. Voor deze soorten geldt bij ruimtelijke ontwikkeling een<br />

vrijstelling voor artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijstel-<br />

ling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor verstoring van deze soorten<br />

hoeft geen ontheffing aangevraagd te worden.<br />

T a b e l A : S o o r t e n i n h e t p l a n g e b i e d w a a r v o o r e e n v r i j s t e l -<br />

l i n g g e l d t<br />

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam<br />

Egel Erinaceus europaeus<br />

Gewone bosspitsmuis Sorex araneus<br />

Tweekleurige bosspitsmuis Sorex coronatus<br />

Dwergspitsmuis Sorex minutus<br />

Huisspitsmuis Crocidura russula<br />

Bosmuis Apodemus sylvaticus<br />

Gewone pad Bufo bufo<br />

Bruine kikker Rana temporaria<br />

Kleine watersalamander Triturus vulgaris<br />

Voor het uitvoeren van de plannen is geen ontheffing in het kader van de<br />

Flora- en faunawet nodig. Een voorwaarde is echter dat er door de ontwikke-<br />

lingen geen toename van de lichtintensiteit boven de Friesegracht op zal<br />

treden. Dit lijkt echter, zoals eerder beschreven, niet het geval.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008


V e l d b e z o e k 6.1<br />

B r o n n e n<br />

Het gebied is op 6 oktober 2005 door ing. D.J. Venema bezocht om een in-<br />

druk te krijgen van het terrein en voorkomen van planten- en dierensoorten.<br />

Het was een onbewolkte dag met een maximumtemperatuur van 18°C en een<br />

zwakke oostnoordoostenwind.<br />

M e d i a 6.2<br />

- www.natuurloket.nl overzicht recente en beschikbare gegevens plan-<br />

ten en dieren;<br />

- www.ravon.nl informatie over (verspreiding) van herpetofauna;<br />

L i t e r a t u u r<br />

6.3<br />

- Stichting voor Bodemkartering, Bodemkaart van Nederland, schaal<br />

1:50.000. Toelichting bij kaartblad 26 Oost <strong>Harderwijk</strong>, Wageningen<br />

1982;<br />

- Meijden, R. van der, E.J. Weeda, W.J. Holverda, P.H. Hovenkamp,<br />

Flora van Nederland, Heukels' Wolters-Noordhoff Groningen 1990;<br />

- Westhoff, dr. V., drs. A.J. den Held, Plantengemeenschappen in Ne-<br />

derland, boek Thieme & cie, Zutphen 1975;<br />

- Lange, R., P. Twisk, A. van Winden en A. van Diepenbeek, Zoogdie-<br />

ren van West-Europa, Stichting Uitgeverij KNNV en Vereniging Na-<br />

tuurmonumenten, Utrecht 1994;<br />

- Broekhuizen. S, B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk, J.B.M. This-<br />

sen, Atlas van de Nederlandse zoogdieren, Stichting Uitgeverij KN-<br />

NV, Utrecht 1992;<br />

- Limpens, H, K. Mostert en W. Bongers, Atlas van de Nederlandse<br />

vleermuizen: Onderzoek naar verspreiding en ecologie, KNNV Uitge-<br />

verij, Utrecht 1997;<br />

- SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002, Atlas van de Nederlandse<br />

Broedvogels 1998-2000 – Nederlandse fauna 5, Nationaal Natuurhis-<br />

torisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate<br />

Survey – Nederland, Leiden;<br />

- SOVON, Atlas van de Nederlandse vogels, SOVON, Arnhem 1987;<br />

- Nie, dr. H. de, Atlas van de Nederlandse zoetwatervissen, Media Pu-<br />

blishing en Stichting Atlas Verspreiding, Doetinchem 1993;<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008<br />

25


26<br />

- Tax, M.H., Atlas van de Nederlandse dagvlinders, Wageningen 1989;<br />

- Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie 2002, De Nederlandse<br />

libellen (Odonata) – Nederlandse fauna 4, Nationaal Natuurhistorisch<br />

Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Sur-<br />

vey – Nederland, Leiden.<br />

116.01.00.00.13 - Advies Flora- en faunaonderzoek Parkeergarage Houtwal - 12 juni 2008


B i j l a g e n<br />

1. Vleermuizen;<br />

2. Overige zoogdieren;<br />

3. Broedvogels;<br />

4. Amfibieën en reptielen;<br />

5. Vissen;<br />

6. Vlinders;<br />

7. Libellen;<br />

8. Codes Rode lijst;<br />

9. Uitleg Beschermingsregime.


B i j l a g e 1 : Z o o g d i e r e n i n h e t u u r h o k 2 6 - 4 7 i n e n<br />

r o n d h e t p l a n g e b i e d ( a t l a s )<br />

Nederlandse naam Waarneming Rode lijst Beschermingsregime<br />

Soort in<br />

Baardvleermuis x Tabel 3 (bijlage IV)<br />

Gewone dwergvleermuis k Tabel 3 (bijlage IV)<br />

Gewone grootoorvleermuis x Tabel 3 (bijlage IV)<br />

Laatvlieger x Tabel 3 (bijlage IV)<br />

Meervleermuis x Tabel 3 (bijlage IV)<br />

Rosse vleermuis k Tabel 3 (bijlage IV)<br />

Ruige dwergvleermuis x Tabel 3 (bijlage IV)<br />

Watervleermuis x Tabel 3 (bijlage IV)


B i j l a g e 2 : O v e r i g e z o o g d i e r e n i n h e t u u r h o k 2 6 - 4 7<br />

i n e n r o n d h e t p l a n g e b i e d ( a t l a s )<br />

Nederlandse naam Waarneming Rode lijst Beschermingsregime<br />

Soort in<br />

Boommarter z KW Tabel 3 (bijlage 1)<br />

Bosmuis x Tabel 1<br />

Bosspitsmuis x Tabel 1<br />

Bruine rat x<br />

Bunzing x Tabel 1<br />

Das a Tabel 3 (bijlage 1)<br />

Dwergmuis # Tabel 1<br />

Edelhert zw Tabel 2<br />

Eekhoorn x Tabel 2<br />

Egel x Tabel 1<br />

Haas x Tabel 1<br />

Hermelijn x Tabel 1<br />

Huismuis x<br />

Huisspitsmuis x Tabel 1<br />

Konijn x Tabel 1<br />

Mol x Tabel 1<br />

Muskusrat x<br />

Ree x Tabel 1<br />

Rosse woelmuis x Tabel 1<br />

Vos x Tabel 1<br />

Wild zwijn s Tabel 2<br />

x = vangst of vondst<br />

# = braakbalvondst<br />

z = "zekere" veldwaarneming<br />

a = andere veldwaarneming<br />

s = als standwild aanwezig<br />

zw = zwervend of als wisselwild waargenomen


B i j l a g e 3 : B r o e d v o g e l s i n h e t u u r h o k 2 6 - 4 7 i n e n<br />

r o n d h e t p l a n g e b i e d ( a t l a s )<br />

Nederlandse naam Waarneming Rode lijst Beschermingsregime<br />

Soort in<br />

Appelvink z Tabel 2<br />

Boerenzwaluw w/z GE Tabel 2<br />

Bonte Vliegenvanger z Tabel 2<br />

Boomklever z Tabel 2<br />

Boomkruiper w/z Tabel 2<br />

Boomleeuwerik z Tabel 2<br />

Boompieper w/z Tabel 2<br />

Bosrietzanger w/z Tabel 2<br />

Bosuil z Tabel 2<br />

Braamsluiper w/z Tabel 2<br />

Buidelmees w/z Tabel 2<br />

Buizerd z Tabel 2<br />

Ekster w/z Tabel 2<br />

Fitis w/z Tabel 2<br />

Fluiter z Tabel 2<br />

Fuut z Tabel 2<br />

Gaai w/z Tabel 2<br />

Gekraagde Roodstaart z Tabel 2<br />

Gierzwaluw z Tabel 2<br />

Glanskop z Tabel 2<br />

Goudhaantje w/z Tabel 2<br />

Goudvink w Tabel 2<br />

Grasmus w/z Tabel 2<br />

Graspieper w/z GE Tabel 2<br />

Grauwe Vliegenvanger w/z GE Tabel 2<br />

Groene Specht w KW Tabel 2<br />

Groenling w/z Tabel 2<br />

Grote Bonte Specht w/z Tabel 2<br />

Grote Karekiet z BE Tabel 2<br />

Grote Lijster w/z Tabel 2<br />

Havik z Tabel 2<br />

Heggenmus w/z Tabel 2<br />

Holenduif w/z Tabel 2<br />

Houtduif w/z Tabel 2<br />

Houtsnip m Tabel 2<br />

Huismus w/z GE Tabel 2<br />

Huiszwaluw z GE Tabel 2<br />

Kauw w/z Tabel 2<br />

Kievit w/z Tabel 2<br />

Kleine Bonte Specht w Tabel 2<br />

Kleine Karekiet w/z Tabel 2<br />

Kleine Plevier z Tabel 2<br />

Kneu w/z GE Tabel 2<br />

Knobbelzwaan m Tabel 2


Nederlandse naam Waarneming Rode lijst Beschermingsregime<br />

Soort in<br />

Koekoek w/z KW Tabel 2<br />

Koolmees w/z Tabel 2<br />

Kuifmees w/z Tabel 2<br />

Matkop w/z GE Tabel 2<br />

Meerkoet w/z Tabel 2<br />

Merel w/z Tabel 2<br />

Oeverzwaluw z Tabel 2<br />

Pimpelmees w/z Tabel 2<br />

Putter m Tabel 2<br />

Raaf z GE Tabel 2<br />

Ransuil z KW Tabel 2<br />

Rietgors w/z Tabel 2<br />

Ringmus w/z GE Tabel 2<br />

Roodborst w/z Tabel 2<br />

Roodborsttapuit z Tabel 2<br />

Scholekster w/z Tabel 2<br />

Sijs w Tabel 2<br />

Soepeend w/z<br />

Soepgans m<br />

Sperwer z Tabel 2<br />

Spotvogel w/z GE Tabel 2<br />

Spreeuw w/z Tabel 2<br />

Staartmees w/z Tabel 2<br />

Steenuil w KW Tabel 2<br />

Tjiftjaf w/z Tabel 2<br />

Torenvalk z Tabel 2<br />

Tuinfluiter w/z Tabel 2<br />

Turkse Tortel w/z Tabel 2<br />

Veldleeuwerik w/z GE Tabel 2<br />

Vink w/z Tabel 2<br />

Vuurgoudhaantje w Tabel 2<br />

Waterhoen w/z Tabel 2<br />

Wielewaal m KW Tabel 2<br />

Wilde Eend w/z Tabel 2<br />

Winterkoning w/z Tabel 2<br />

Witte Kwikstaart w/z Tabel 2<br />

Zanglijster w/z Tabel 2<br />

Zomertortel w KW Tabel 2<br />

Zwarte Kraai w/z Tabel 2<br />

Zwarte Mees w/z Tabel 2<br />

Zwarte Roodstaart w/z Tabel 2<br />

Zwarte Specht z Tabel 2<br />

Zwartkop w/z Tabel 2<br />

m = mogelijk<br />

w = waarschijnlijk<br />

z = zeker


B i j l a g e 4 : A m f i b i e ë n e n r e p t i e l e n i n h e t u u r h o k<br />

2 7 6 - 4 7<br />

Nederlandse naam Waarneming Rode lijst Beschermingsregime<br />

1998-2002 2003-2004 Soort in<br />

Bruine kikker x Tabel 1<br />

Gewone pad x Tabel 1<br />

Hazelworm x KW Tabel 3 (bijlage 1)<br />

Levendbarende hagedis x Tabel 2<br />

Ringslang x KW Tabel 3 (bijlage 1)<br />

Zandhagedis x KW Tabel 3 (bijlage IV)


B i j l a g e 5 : L i b e l l e n i n h e t u u r h o k 2 6 - 4 7 i n e n r o n d<br />

h e t p l a n g e b i e d ( a t l a s )<br />

Nederlandse naam Waarneming Rode lijst Beschermingsregime<br />

Azuurwaterjuffer x<br />

Blauwe glazenmaker x<br />

Bloedrode heidelibel x<br />

Bruinrode heidelibel x<br />

Geelvlekheidelibel x<br />

Gewone oeverlibel x<br />

Gewone pantserjuffer x<br />

Grote keizerlibel x<br />

Grote roodoogjuffer x<br />

Houtpantserjuffer x<br />

Kleine roodoogjuffer x<br />

Lantaarntje x<br />

Paardenbijter x<br />

Steenrode heidelibel x<br />

Venglazenmaker x<br />

Vuurjuffer x<br />

Watersnuffel x<br />

Zwarte heidelibel x<br />

Soort in


B i j l a g e 6 : C o d e s R o d e l i j s t<br />

BE Bedreigd<br />

EB Ernstig Bedreigd<br />

GE Gevoelig<br />

KW Kwetsbaar<br />

OG Onvoldoende Gegevens<br />

NB Niet Beschouwd, standaardlijstsoort<br />

TNB Thans Niet Bedreigd<br />

UW Uitgestorven (wereldschaal)<br />

UWW In het Wild uitgestorven (wereldschaal)<br />

VN Verdwenen uit Nederland<br />

VN* Verdwenen uit NL voor 1900<br />

VNW In het wild verdwenen (NL)


B i j l a g e 7 : U i t l e g b e s c h e r m i n g s r e g i n e<br />

Soorten in tabel 1<br />

Dit betreft de soorten die in de AMvB 2004 ex artikel 75 van de Flora- en faunawet worden<br />

omschreven als “Algemene soorten”. Ze zijn in Nederland zo algemeen voorkomend dat wordt<br />

aangenomen dat ruimtelijke ontwikkelingen de gunstige staat van instandhouding van deze<br />

soorten niet negatief beïnvloeden. Voor deze “Algemene soorten” geldt een vrijstelling voor<br />

artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen<br />

gesteld.<br />

Soorten in tabel 2<br />

Dit betreft de soorten die in de AMvB 2004 ex artikel 75 van de Flora- en faunawet worden<br />

omschreven als “Overige soorten”. Voor deze “Overige soorten”geldt, in het kader van de Flora-<br />

en faunawet, een vrijstelling mits gewerkt wordt volgens een door het Ministerie van Landbouw,<br />

Natuur en Voedselkwaliteit goedgekeurde gedragscode. Deze gedragscode moet door de sector of<br />

de ondernemer zelf worden opgesteld en ingediend voor goedkeuring (zie hierna). Zolang er geen<br />

gedragscode is opgesteld, moet voor verstoring van de soorten ontheffing worden aangevraagd.<br />

Een ontheffing zal worden verleend als er:<br />

- geen benutting of economisch gewin plaatsvindt;<br />

- zorgvuldig wordt gehandeld.<br />

Dit houdt in elk geval in dat de werkzaamheden geen wezenlijke invloed hebben op de soort. Er<br />

mag geen afbreuk worden gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Verder<br />

moet voorafgaand aan de werkzaamheden in redelijkheid alles worden verricht of gelaten om te<br />

voorkomen of zoveel mogelijk te beperken dat dieren worden gedood of verwond en verblijf-<br />

plaatsen worden beschadigd. Hierdoor ligt het voor de hand dat in ieder geval buiten het broed-<br />

seizoen zal moeten worden gewerkt.<br />

Soorten in tabel 3<br />

Dit betreft de soorten die worden genoemd in bijlage 1 van de AMvB 2004 ex artikel 75 van de<br />

Flora- en faunawet of in bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Ontheffing voor deze soorten wordt<br />

alleen verleend onder strikte voorwaarden. Voor verstoring van deze soorten kan slechts onthef-<br />

fing worden verleend als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:<br />

- als geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort;<br />

- als er geen alternatief is voor de werkzaamheden;<br />

- als sprake is van een specifiek in de wet of de AMvB genoemde omstandigheid, bijvoorbeeld<br />

de bedreiging van de volksgezondheid of de openbare veiligheid, bestendig<br />

gebruik en uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of<br />

ontwikkeling.<br />

Gedragscodes voor soortenbescherming<br />

Een gedragscode wordt noodzakelijk om van bepaalde vrijstellingen te kunnen gebruikmaken.<br />

De code moet door een sector of ondernemer worden opgesteld en worden goedgekeurd door de<br />

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Een gedragscode maakt op systematische<br />

wijze duidelijk hoe aan de voorwaarden van de vrijstelling kan worden voldaan. Belangrijke<br />

elementen hierbij zijn de begrippen “zorgvuldig handelen” en “al het redelijke doen” om over-<br />

treding van verbodsbepalingen te voorkomen. Daarbij moet::<br />

- een inventarisatie worden verricht naar beschermde soorten in het plangebied (door een<br />

deskundige);<br />

- een plan van aanpak worden opgesteld voor het voorkomen van verstoring van de<br />

beschermde soorten;


- tevens een plan van aanpak worden opgesteld om verblijfplaatsen die voor langere<br />

periode worden gebruikt, te beschermen;<br />

- bijzondere aandacht worden besteed aan soorten van de Rode lijst, bijlage IV van de<br />

Habitatrichtlijn en bijlage 1 van de Vogelrichtlijn;<br />

en tot slot:<br />

- mogen er geen werkzaamheden worden uitgevoerd die in strijd zijn met de verbodsbepalingen<br />

in de voor soorten meest kwetsbare periode.


C o l o f o n<br />

O p d r a c h t g e v e r<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Harderwijk</strong><br />

C o n t a c t p e r s o o n<br />

de heer T. Ferwerda<br />

R a p p o r t<br />

de heer ing. D.J. Venema<br />

BügelHajema Adviseurs<br />

F o t o g r a f i e<br />

BügelHajema Adviseurs<br />

S u p e r v i s i e<br />

de heer drs. R. Raat<br />

BügelHajema Adviseurs<br />

P r o j e c t n u m m e r<br />

116.01.00.00.13<br />

BügelHajema Adviseurs bv<br />

Bureau voor Ruimtelijke Ordening<br />

en Milieu BNSP<br />

Utrechtseweg 7<br />

Postbus 2153<br />

3800 CD Amersfoort<br />

Telefoon: (033) 465 65 45<br />

Telefax: (033) 461 14 11<br />

E-mail:<br />

amersfoort@bugelhajema.nl<br />

www.bugelhajema.nl<br />

Vestigingen te Assen,<br />

Leeuwarden en Amersfoort

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!