07.09.2013 Views

MET WEEKBLAD

MET WEEKBLAD

MET WEEKBLAD

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>MET</strong> <strong>WEEKBLAD</strong><br />

Redactie en Adm. Noordeinde 8, Leiden-Prijs per kwartaal fl. 1.30 •Gironummer 41880<br />

10 ct.<br />

2 1ste Jaargang<br />

No. 13 - 19 APRIL 1941<br />

I':<br />

■WffX<br />

A<br />

ä<br />

><br />

CINEMA:.<br />

I hl E r\ I B i%<br />

.<br />

GEORG<br />

ALEXANDER<br />

Kiermeier)


ftlfcUW U/T DE<br />

$T(/D/0')<br />

Hans Albers. (p0to Totis)<br />

Wolfgang Liebeneiner, (r-oto Cicero)<br />

Paula Wessely speelt de vrouwelijke hoofd<br />

rol in „Heimkehr", een film welke door Gusta<br />

Ucicky in scène wordt gezet. De verdere rried<br />

speienden lijn: Otto Wernické, Eduard Köck<br />

Ruth Hellberg, Gerhild Weber, Attila Hörbiger<br />

Carl Raddatz, Werner Fuetterer en Elsa Wagn<br />

Hans Albers vertolkt de titelrol in de Bavaria-<br />

Ulm „Carl Peters". De belangrijke rollen zijn<br />

in handen van Erika von Thellmann, Herbert<br />

Hübner, Fritz Odemar, Ernst Fritz Fürbringer,<br />

Karl Dannemann en Theo Shall.<br />

Karl Anton ensceneert de Tobis-film „Immer<br />

nur. . . Du". De hoofdrollen worden vertolkt door<br />

Paul Kemp, Johan Heesters, Dora Komar, Fita<br />

Benkhoff, Fritz Kampers, Walter Janssen en<br />

Paul Henckels.<br />

Wolfgang Liebeneiner zal de Tobis-film. „Ich<br />

klage an" In scène zetten.<br />

Joseph Eichheim werd door de Bavarii-film<br />

geëngageerd voor de film „Venus vor Gericht".<br />

Grethe Weiser is door regisseur Hubert Ma-<br />

rischka voor de FDF-film „Drei blaue Augen"<br />

geëngageerd. De film wordt in de Rosenhügel-<br />

studio's bij Weenen opgenomen.<br />

Ralph Lothar zal een belangrijke rol vertolken<br />

in de Zarah Leander-film der Ufa „Der Weg<br />

ins Freie".<br />

Bernhard Goetzke speelt de rol van Gene-<br />

raal von Hülsen in de Veit Harlan-film „Der<br />

grosse König".<br />

G. W. Pabst zet de film „Komödianten" in<br />

scène. De hoofdrollen worden gespeeld door<br />

Käthe Dorsch, Hilde Krahl, Henny Porten,<br />

Gustav Diessl, Nikolas Kolin, Alice Franz, Gerda<br />

Scholz en Alexander Ponto.<br />

Grethe Weiser.<br />

(Foto Ufa - Schulz)<br />

(Teekening F. Meistl)<br />

Sybille Schmitz en Gustav Froehlich vertol-<br />

ken de belangrijkste rollen in de Aco-film<br />

„Clarissa", welke door regisseur Gerhard<br />

Lamprecht wordt geënsceoeerd. 1 . De verdere<br />

medespelenden zijn Gustav Diessl, Werner<br />

Scharf, Edith Oss, Klaus Pohl, Julia Serda en<br />

Erika Helmke.<br />

Carl Boese regisseert in de Barrandow-ateliers<br />

te Praag de Terra-film „Familienanschluss". De<br />

medewerkenden zijn Ludwig Schmitz, Else von<br />

Möllendorf, Karin Hardt, Hermann Speelmans en<br />

Rudolf Platte.<br />

Attila Hoerblger vertolkt onder leiding van<br />

regisseur Werner Klingler de mannelijke hoofd-<br />

rol In „Wetterleuchten um Barbara". De ver-<br />

dere medespelenden zijn Sybille Schmitz, Viktor<br />

Staal, Oscar Sima, Maria Koppenhöfer, Walde-<br />

mar Moosbacher en Georg Vogelsang. De<br />

buiten-opnamen worden in Tirol vervaardigd.<br />

Maria Sommer zal de dansen voor de film<br />

„Die Geschichte eines Lebens" instudeeren.<br />

„Der Tanz mit dem Kaiser" is de titel van<br />

een nieuwe Ufa-film, welke onder productie-<br />

leiding van Max Pfeiffer wordt vervaardigd.<br />

In de Scalera-Studio's te Rome wordt de film<br />

„La compagnia della teppa" opgenomen. Maria<br />

Denis speelt de vrouwelijke hoofdrol. Corrado<br />

d'Errico regisseert deze film.<br />

Josef Eichhelm.<br />

w<br />

(Foto Eigen Archief)<br />

ei<br />

^<br />

¥ t \<br />

—.<br />

y ^t^L^tr^'-- K<br />

ri<br />

P\ '^Hj<br />

•. J k. .xT ...<br />

B " v^ B<br />

h<br />

Sybille Schmitz.<br />

{Foto Ufa)<br />

,- F^kaV<br />

" - •<br />

..... .<br />

DE JONGE FILMACTRlChl<br />

JUTTA FREYBE<br />

<strong>MET</strong> HAAR VRIENDJE<br />

ZWARTE'PIET". FotouH<br />

■<br />

\<br />

■:■■■■*'.: ■<br />

•'"TTiiWii "^^^^<br />

Ä : ;; •«'SfL<br />

■1. .>'V..<br />

'<br />

•<br />

,'.■<br />

s **l#!<br />

f#;<br />

K •<br />

*M


W<br />

U T O<br />

Naar het gegeven van dexen roman vervaardigde de UU de Mm „O/e unvo/Kommene tJebe"<br />

HOOFDSTUK I.<br />

'anneer men in een eenigszins sombere stemming verkeert, is<br />

de Bremer Ratskeller verreweg beter om er wat opgefleurd<br />

te worden dan by voorbeeld de derde klas wachtkamer of<br />

een al te zakelijk gemeubelde hotelkamer. Het is daarom begrijpelijk,<br />

dat Casca Föderzeg (die in werkelijkheid Julius Löpelmann<br />

heette, en zijn aangenomen naam alleen voerde om reclame voor<br />

zichzelf te maken in zyn kwaliteit van Zigeunerprimas en caféviolist)<br />

deze Casca dus herinnerde zich de bekoring van dit keldergewelf<br />

in Breinen waar de wyn vloeit zóó goed, dat hij, nauwelijks<br />

uit den overvollen trein gestapt, zijn bagage aan het daarvoor op<br />

het station ingerichte depot afgaf en in gedachten verzonken naar<br />

het lokkende doel wandelde.<br />

Hü hield niet van Bremen, hij haatte Breinen niet; de stad was<br />

hem even onverschillig als bij voorbeeld Mannheim of Crefeld. Hy<br />

had geen oogen, veel minder nog hart voor de pracht en de<br />

praal van oude bouwkunst, voor het rhythme der stadstrams, voor<br />

de stemmen der menschen uit deze Hanzestad. Drie jaar geleden<br />

was hy voor den laatsten keer hier geweest, en wel als tweede man in<br />

P. G. Schleierfelds Elite-Kapel. Toen zat echter Magda Lossin,<br />

de celliste, nog dicht naast hem en stelde hem op honderdvoudige<br />

wyze schadeloos voor zyn nederige positie van zit-violist, slagwerker<br />

en refreinzanger. Magda was nu reeds langer dan twee jaar dood.<br />

In een diep ongelukkig moment, dat alle zielskrachten van het nerveuze<br />

meisje op één enkel zwart punt hadden vereenigd, was zy<br />

uit eigen vryen wil uit dit leven gescheiden. Sinds dien tijd was<br />

Casca alleen. Magda was een goede kameraad geweest en zyn troost<br />

tegen de beschimpingen van het leven in P. G. Schleierfelds Elite-<br />

Kapel.<br />

Hy dacht op hartelijke wyze aan haar terwijl hy, de krom getrokken<br />

sigarenstomp achteloos in zijn mondhoek hangend, weer door<br />

de straten van Bremen slenterde. Zyn zwarte, opvallend breedgerande<br />

velours hoed, die, diep en scheef op zyn hoofd staand, byna<br />

de geheele linkerhelft van zyn gezicht tot onder zijn oor bedekte;<br />

hel schreeuwerige patroon van zyn op dezen warmen Meidag geheel<br />

overbodige overjas; het harde geel der neuzen van zyn schoenen,<br />

die wat de kleur betreft vele graden verschilden met de roodachtige<br />

nuanceeringen van het overige schoenleer, wekten den indruk van<br />

een bewuste maar absoluut in het water gevallen opzettelijkheid,<br />

die de bedoeling had een Zuidelijken stijl te imiteeren, maar veeleer<br />

smakeloos te noemen was. Zooals Casca daar liep, vermoedde men<br />

in hem dan ook .minder een kunstenaar van het bohème-type dan<br />

een min of meer goed gesitueerden eigenaar van een hotelletje op<br />

den Balkan, of, in het gunstigste geval, een circusdirecteur uit het<br />

Zuiden van Frankrijk;<br />

Zoo liep hy voort, een in den grond eerlyk mensch, die zich<br />

absoluut niet uit innerlijke leugenachtigheid zoo tegenstrijdig<br />

kleedde, maar er zoo smakeloos uitzag vanwege zyn innerlijk gebrek<br />

aan goeden smaak. Hij bezat nu eenmaal een weinig harmonische<br />

natuur, zoo goed als ook zyn schril piepende stem voor de op en<br />

neer wippende omvangrijkheid van zijn lichaam — dat intusschen<br />

in een rok nog heel wat leek — nu juist geen geschikt contrapunt<br />

was. By Casca klopte, uiterlijk gezien, heel veel niet, maar zijn hart<br />

klopte, zyn goede hart. Hy hield van groene dassen en Turkschen<br />

honing, en hy schaamde er zich niet voor. Zoo was hy, een bont<br />

allerlei, maar consequent en rechtschapen in zyn bontheid!<br />

Vlak by het Raadhuis kocht .hy een voetbal-courant en daalde<br />

toen de treden af en ging de geweldige ruimte binnen waar een soort<br />

wijding hing van den wyn, waarvan de naam door de wakkerste<br />

drinkers uit de heele wereld met het grootste respect genoemd<br />

wordt. Casca slingerde zich door het woud van tafeltjes waaraan,<br />

zooals reeds drie jaar geleden, de kenners zaten, oudere beeren met<br />

roodachtige wangen, waarop het teere blauw der adertjes glansde.<br />

Ze slurpten, nipten, kauwden en. proefden gewas, jaargang en toestand,<br />

want hun tongen bezaten de beroepstraining van tientallen<br />

beroepsmatig doorgebrachte jaren en in deze kunst van het wijndrinken<br />

lag, naar het Casca ook thans weer voorkwam, een byna<br />

heilige ontroering en waardigheid.<br />

Het geurde om hem heen. Uit de prieeltjes drong de luidruchtige<br />

vroolijkheid der drinkers tot in het keldergewelf, in dit vroolyke<br />

café der opgewekte scharen uit Bremen, Stockholm, Tokio en Hannover<br />

door. De wyn gaf hier overal en by iedereen een andere rich-<br />

DOOR<br />

I KOLK<br />

H. HEINING<br />

T A<br />

ting aan de gedachten en gevoelens, en daardoor kwam het dan<br />

ook, dat aan dit tafeltje waardige grijsaards liedjes uit hun jeugd<br />

zaten te zingen, dat aan een andere een gezellige bakvisch een diep-<br />

zinnig schrijver reciteerde, en aan weer een ander vlytige burgers<br />

ansichtskaarten by het dozyn zaten te schrijven, terwyl anderen<br />

zich weer op luidruchtige wyze aan moppen te buiten gingen, kortom<br />

— dat er een bontgeschakeerd leven in dit lokaal heerschte.<br />

Casca had ver op den achtergrond, geheel op de grens der luid-<br />

ruchtige gemeente, een plaats voor zichzelf ontdekt, een klein<br />

plaatsje wel is waar, in aanmerking genomen zyn massieve omvang-<br />

rijkheid, maar desondanks toch gemoedelijk, een plaatsje aan een<br />

klein tafeltje, waaraan zich een dame, ver in de twintig zoo op het<br />

oog te zien, en een klaarblijkelijk wat vermoeide elegante heer zich<br />

nogal_ schenen te vervelen.<br />

Casca sjirpte „Neemt u my niet kwalyk. ..." en zat meteen reeds.<br />

Hy bestelde een glas rooden wyn van de Ahr en vouwde met ern-<br />

stige nieuwsgierigheid zyn voetbalcourant open, om zich op de hoogte<br />

te stellen der speluitslagen. Hy las en genoot van de verslagen, want<br />

hy was een fanatiek bewonderaar van deze sport, ofschoon een<br />

absoluut passieve bewonderaar, zooals er zoovele op de wereld zyn,<br />

die zich op de tribunes der stadions op vakkundige wyze inspannen<br />

en op de gemakkelijke stoeltjes van hun zitplaatsen gezeten niet te<br />

evenaren discuswerpers, sprinters en midvoors zijn critische<br />

cracks met een buikje aan lichaam en geest.<br />

Mynheer von Cremona, de elegante tafelgenoot tegenover hem,<br />

keek belangstellend naar den achterkant van de courant, die Casca<br />

voor zich hield, en las hiee. Het zag er naar uit, dat ook deze heer<br />

met groot welbehagen van de lectuur genoot, want hij fluisterde<br />

telkens uitingen van verbazing of verachting, die heel duidelijk de<br />

innerlijke spanningen verrieden, waaraan hy ten prooi was.<br />

„Neem me niet kwalyk, Ada," zei hy af en toe, en las verder.<br />

„Onzin, Cremona," merkte zy op en dronk met een blik op Casca,<br />

die in den ban van haar oogen geraakte, plotseling opkeek en zijn<br />

courant liet zakken. Zóó lydend en zóó mooi had Magda Lossin er<br />

uitgezien, die drie jaar geleden van hem weggeslopen was, zachtjes<br />

en heimelijk en vol verlangende vreugde naar vredige rust, na het<br />

lawaaiige rumoer in P. G. Schleierfelds Elite-Kapel.<br />

Cremona verzocht om zijn courant en verdiepte zich dankbaar in<br />

de berichten. Achter de monocle fonkelde critiek. Ada glimlachte.<br />

Casca glimlachte eveneens. „De wyn is goed," zéi hij, en dronk. Ada<br />

beantwoordde de opmerking alsof Casca op beleefde wijze op haar<br />

gedronken had; ze hield haar glas vlak voor haar oogen en gaf in<br />

een oogenblik, dat tusschen arglistigheid en verlegenheid zweefde,<br />

een knipoogje tegen de zoldering. Toen nipte zy aan haar glas en<br />

keek Casca recht in zijn gezicht.<br />

„Het is toch eigenaardig, dat volwassen mannen zich opwinden,<br />

als er op een sportveld twee en twintig eveneens volwassen jonge-<br />

lieden om een stuk leder tegen elkaar in het harnas komen!" Casca<br />

schrok van deze onbekendheid.<br />

Hy zweeg. Hy dronk als beschaamd zyn glas leeg, waarbij zyn<br />

Adamsappel in een huppelende beweging raakte alsof hy metrono-<br />

misch de slokken wilde tellen. Hy bestelde toen nogmaals een glas<br />

rooden wyn van de Ahr en ging in zyn hart de gelijkenis na tusschen<br />

Magda Lossin en Ada Basriius.<br />

Het was, zooals men ziet, een zwygend trio, dat hier aan het<br />

tafeltje zat, en terwyl de wijn om hen heen de bezoekers in een<br />

aangenaam-luidruchtige stemming bracht, was by Ada, Cremona en<br />

Casca het gevoel van behaaglykheid meer innerlijk en bezadigd.<br />

Ada genoot op discrete wijze van Casca's goedmoedig mannelijk ge-<br />

zicht, Cremona gaf zich geheel over aan een bewogen schildering<br />

van een spel voetbal, en Casca trok, zooals gezegd, zyn gedachten-<br />

draden van de gewezen Magda naar de tegenwoordige Ada naast<br />

hem. Hy verwierf hier inderdaad den vrede des gemoeds welken hij,<br />

nauwelijks uit den trein gestapt, op het station met melancholisch<br />

ongeduld verwacht had.<br />

Ada, de nicht van een rijken Bremer reeder, was weduwe, en tot<br />

op zekere hoogte een vroolijk weeuwtje, dat op gezellige wyze haar<br />

rykdom en charme wist te presenteeren en met natuurlijke bekoor-<br />

lijkheid, maar tevens met een verstandige berekening, haar voordee-<br />

len aan den man, aan de mannen bracht. Ada was geen zondares,<br />

stellig niet, althans in geen geval een groote zondares zooals tallooze<br />

andere vrouwen, die voor hun aantrekkelijkheid een grooter publiek<br />

behoeven. Ze had stijl. Haar levenshouding bezat, uiterlijk bezien,<br />

L<br />

discipline. Haar optreden en omgang<br />

werden beheerscht door een feillooze<br />

opvoeding; alleen deze zonderlinge<br />

Cremona, deze lenige salonheld, paste<br />

slecht in de sfeer van haar keuze, maar<br />

madame wist natuurlijk in het geheim<br />

zeer nauwkeurig waarom zy het<br />

den kalen heer met de kleinburgerlijke<br />

opgewektheid en stoere elegantie als<br />

waarschijnlijk deed voorkomen, dat hy<br />

later op haar gunst zou mogen reke-<br />

nen. Hij was joviaal, inschikkelijk,<br />

steeds tot escapades geneigd; hij kon<br />

het panorama van zyn halve ontwikke-<br />

ling op de meest schitterende wyze<br />

met een vuurwerk van prachtige woor-<br />

den illumineeren; hy bezat een zeke-<br />

ren tact; hy was, al naar er verlangd<br />

werd, vroolyk of somber, sprak Ita-<br />

liaansch, en gedroeg zich precies zoo-<br />

als het van hem geëischt werd — maar<br />

voor alles leek hy door zyn aanleg<br />

Ada zeer geschikt om zoo noodig<br />

jaloerschheid op te wekken.... En het<br />

kwam haar voor, dat dit weldra nood-<br />

zakelijk zou kunnen zyn, want zij dacht<br />

aan Thomas Holk, aan den taaien, jon-<br />

gen, genialen, lieven Thomas Holk<br />

Achter haar tafeltje hief een vroolyk<br />

troepje beeren plotseling een „Lang zal<br />

hy leven...." aan. Waarschijnlijk was<br />

er iemand jarig of had op de een of<br />

andere wyze een bof je gehad....<br />

„De drang naar rumoerige vreugde,<br />

beste Ada, is een biologisch recht der<br />

menschen," glimlachte Cremona diep-<br />

zinnig en speelde met deze opmerking<br />

weer een troef van zyn algemeene ont-<br />

wikkeling op.<br />

„Maandag loopt de „Berthold Ras-<br />

mus" van stapel. Ik ben bly voor Holk,"<br />

zei Ada schijnbaar zonder eenige bij-<br />

bedoeling.<br />

„Nou ja — Holk is een scheepsbou-<br />

wer zooals er zooveel zyn in Bremen,<br />

Hamburg en Stettin. Je ziet zijn presta-<br />

ties door je verliefden bril, Ada!"<br />

Ze beantwoordde zyn opmerking met<br />

een superieur glimlachje. „Ik moet<br />

gaan, Cremona I Breng je my naar<br />

tante? Om acht uur begint het con-<br />

cert!"<br />

By het woord „concert" onderging<br />

Casca, die diep verzonken was in zyn<br />

rooden wyn van de Ahr, een weiko-<br />

men inbreuk op zyn artistiek-beroeps-<br />

gebied en hy wendde zich, als was hy<br />

persoonlijk toegesproken, tot Ada, die<br />

harerzijds verheugd dacht, dat haar<br />

tafelbuur misschien de Russische bas<br />

was, die op het concert dien avond zou<br />

optreden. Maar neen, hy was het zon-<br />

derling genoeg niet....<br />

„Ik speel namelyk van af overmor-<br />

gen in Café Brück, dame! Ik ben violist,<br />

solist." Hy zei het op byna vertrouwe-<br />

lyken toon, en Ada begreep het heel<br />

goed: Van af overmorgen Café Brück;<br />

zeer aangenaam!<br />

Ada en Cremona betaalden en gin-<br />

$aar oogen blau to en blank ban bel:<br />

3b mag be Haanscbc meisjes toel."<br />

Alt. 9ntt<br />

^ßllauwe oogen en een blanke huid .. .; is dat niet<br />

het ideaal van elke blondine? DeZaansche meisjes<br />

moeten, volgens het „liedeken" van Beets, wel<br />

bijzonder aantrekkelijk zijn; anders had het Czaar<br />

Peter nooit „levenslang berouwd, dat hij geen<br />

Zaansche had getrouwd". Niet alleen de Zaansche<br />

schoonen kunnen zich beroemen op een gave, blanke<br />

huid... Er is een zachte, be-<br />

scheiden geurende gelaats-<br />

cream.dieook ^/w teint blank<br />

flic de verkpudheidchronisch<br />

wordt.heipen<br />

reeds<br />

»ar bij Apothekers<br />

gen weg,<br />

„Hallo, myn voetbalcourant, pardon!" riep Casca met luider stem<br />

Cremona achterna.<br />

„Neemt u me niet kwalijk! Alstublieft!"<br />

Ook Ada voelde zich persoonlijk verantwoordelijk voor de ver-<br />

gissing; ze keerde zich vlug om, neeg licht haar mooie hoofdje tegen<br />

Casca en zei: „Neemt u niet kwalyk "<br />

De roode wyn van de Ahr deed verder zyn plicht. Casca wandelde<br />

droomerig in zyn zalige stemming van Ada naar Magda en van Magda<br />

weer naar Ada terug, heen en weer en weer en heen, in een soort<br />

melancholieken roes, die hem in dit eenzame droom-uur van zyn<br />

werkzaamheid als zitviolist, slagwerker en refreinzanger naar den<br />

trotschen roem van het café-solist voerde en van dezen top weer<br />

terug naar de diepten van P. G. Schleierfelds Elite-Kapel.<br />

HOOFDSTUK II.<br />

De scheepsbouwer Thomas Holk, in vakkringen door een streng<br />

wetenschappelijk onderzoek van de scheepvaart in het klassieke<br />

Hellas veel genoemd, was eveneens uitstekend thuis in de practyk<br />

en aantrekkelijk maakt: / 'inotia l^ani^hnujCream.<br />

Door haar uiterst Hjne emulgeering wordt<br />

zij gelijkmatig over de huid verdeeld en is daar-<br />

door tevens een uitstekende onderlaag voor<br />

poeder, f^inolia Colt) Cream, de ideale nacht-<br />

1 cream, verjongt Uw huid, terwijl U slaapt.<br />

meermalen<br />

perdog<br />

VC 122-014)<br />

Dr. H. NANNINQ'ê<br />

Zetpillen tegen<br />

Aambeien<br />

werken pijnstillend M gcntXM ia<br />

korten lijd de ontstoken tbjavlieMa.<br />

De ^<br />

maakt het inbrengen zeer gemakkelijk.<br />

Verkrijgbaar bij alle Apothekers en<br />

Drog. i f 1.50 per doosje van 12 stuks<br />

en theorie van zyn beroep. Hy bouwde schepen voor zyn plezier.<br />

Zooals hij als jongen op kunstzinnige wyze en met veel natuurlijken<br />

aanleg voor de technische bijzonderheden uit beukenhout scheepjes<br />

gesneden had, die destijds als een bekroning van een kinderlijk maar<br />

ernstig spel na hun voltooiing trotsch en zonder feil op de Pielitz,<br />

het riviertje van zyn geboortestad, gevaren hadden — op dezelfde<br />

wijze bouwde nu de man zyn schepen, met de hartstochtelijke beze-<br />

tenheid van den waarlyk uitverkorene.<br />

Toch was Thomas Holk, wiens „Berthold Rasmus" heden van<br />

stapel liep, geen eenzijdig mensch, die alleen maar voor zyn beroep<br />

leefde en den scheepsbouw slechts, zooals Ada Rasmus het soms<br />

met onjuiste ironie noemde, voor het brandpunt der wereld uit-<br />

oefende — neen, hy was in de beste beteekenis van het woord een<br />

kerel!<br />

Hy was, zooals men het vaak by wiskunstige talenten aantreft,<br />

een echte muziekvriend; vooral hield hy van Johann Sebastian Bach,<br />

wiens koenheid in de veelvormige rhythmen en strenge vormen van<br />

{Zie vervolg elders in dit nummer)


Paul Westermeier en Albert Matter- , Albert Matterttock, Erich Fiedler en<br />

» tock - ♦ Ellen Bang.<br />

»■■- ■'•'-'<br />

^\*m<br />

Regie: Erich Engels<br />

Kurt Hoberland Hans Laib*tt<br />

Ham Habarland . . Albert Mattentock<br />

Lizzie Fabar Ellen Bang<br />

Herbert Petersen . . Georg Alexander<br />

Olga Patenen Kithe Haack<br />

Emit Franke .... Waller Steinbeck<br />

Inge Gulden Elfle Mayerhofer<br />

Lonl Charlott Daudart<br />

Fritz Vogel Erich Fiedler<br />

Rolverdeeling:<br />

Tobis-film<br />

Hugo Retchk«. . . Paul Wattermeler<br />

Martha Raichka . . Lotte Werkmelltar<br />

Elll, Olga's vriendin All Ghito<br />

Pappke Walter Lleck<br />

Rüdiger Hani Halden<br />

Berger' Fritz^Klaudiu»<br />

William Ruppll . . . Armin Schweizer<br />

Bachmann Kurt tucai<br />

Hans Haberland, zoon en erfgenaam van het groote modehuis<br />

Haberland in Zürich, is een aardige, flinke kerel; alleen jam-<br />

mer, dat hij zoo moeilijk „neen" kan zeggen tegen de meisjes,<br />

vooral als zij jong en knap zijn! Zoo wil hij bij voorbeeld uit over-<br />

dreven galanterie het fraaiste model van de modeshow, een droom<br />

van een hemelsblauw avondtoilet, cadeau doen aan juffrouw Lizzie<br />

Faber van het Stadttheater. En daar deze Lizzie, die, afgezien van<br />

haar aantrekkelijk uiterlijk, ook nog een bijdehand mondje heeft en<br />

het hart op de rechte plaats draagt, bij de japon graag een mooi,<br />

echt juweel zou willen hebben, krijgt zij dit van Hans er bij. De<br />

oude heer Haberland, die de zwakheid van zijn zoon voor het<br />

vrouwelijk geslacht kent en eigenlijk rtiaar het liefst wilde, dat hij<br />

in de handen van een flinke vrouw terecht kwam, is niet weinig<br />

verbolgen, als hij verneemt, dat zijn zoon het mooiste toilet van<br />

de collectie aan zijn vriendin wil schenken. Hij vefkoopt de japon<br />

daarom aan een ouden zakenvriend van hem in Berlijn. Maar met<br />

de japon verdwijnt ook het kostbare sieraad, waarvan niemand<br />

anders iets wist, over de grens.<br />

Lizzie is woedend, dat de japon en het juweel weg zijn en denkt,<br />

dat de heele geschiedenis oplichterij is van Hans Haberland om<br />

geen woord te behoeven houden. Hans reist echter hals over kop<br />

naar Berlijn om de japon en het sieraad terug te krijgen. Daar Lizzie<br />

echter ook nog een jeugdvriend heeft, die het grillige, maar aan-<br />

trekkelijke schepseltje wel graag voor zichzelf zou houden en die<br />

zijn tegenstander niet bijzonder gunstig gezind is, wordt er echter<br />

al spoedig door een anonieme advertentie de aandacht op de japon<br />

en de broche gevestigd, zoodat de politie op het spoor van het<br />

hemelsblauwe avondtoilet gebracht wordt. Intusschen is de kwestie<br />

nog veel ingewikkelder geworden. De eigenaar van het modehuis<br />

te Berlijn heeft het model namelijk voor een gefingeerden prijs<br />

verkocht aan een oude vriendin van hem, die hij bijzonder vereert,<br />

namelijk de vrouw van den schrijver Petersen. Deze durft het echter<br />

met het oog op haar man niet aan, de japon zoo maar aan te<br />

nemen en komt daardoor op het idee, haar bij een bank van leening<br />

zoo goedkoop mogelijk te beieenen. Haar man vertelt zij dan, dat<br />

zij het pandbriefje heeft gevonden en zij verzoekt hem, het pand<br />

■ voor haar in \f lossen.<br />

Zoo gebeurt het. Maar aangezien mijnheer Petersen blijkbaar een<br />

vriendinnetje heeft, dat in zijn eerstvolgende première moet op-<br />

treden en geen geschikt toilet bezit, doet hij haar de blauwe avond-<br />

japon cadeau en brengt zijn vrouw een goedkooper model mee,<br />

ergens uit een winkel vandaan. Voor mevrouw Petersen staat het<br />

nu als een paal boven water: haar man bedriegt haar en zijn uit-<br />

verkorene heeft de blauw? japonl<br />

De jonge Haberland komt op zijn jacht naar de' japon en de<br />

broche, zooals te verwachten was, in den huize Petersen terecht en<br />

wordt door mevrouw eerst voor den door haar bestelden particu-<br />

lieren detective gehouden, die de escapades van haar echtgenoot<br />

moet nagaan. Het misverstand wordt wel is waar spoedig opge-<br />

helderd, maar aangezien men mijnheer Petersen, die juist thuis<br />

komt, toch moeilijk kan uitleggen wie de sympathieke jongeman is,<br />

wordt Hans Haberland hem voorgesteld als impresario en chef<br />

van een tooneelagentschap in Zurich, die zich zou interesseeren voor<br />

Petersens werk. In deze hoedanigheid bezoekt hij ook des avonds<br />

de première, waar het vriendinnetje van Petersen optreedt. Hij her-<br />

kent het avondtoilet en het sieraad en wordt smoorverliefd op het<br />

knappe actricetje.<br />

Bij het souper, dat na de voorstelling volgt, giet mevrouw Olga<br />

Georg Alexander en Käthe Haack.<br />

,. H -J^:<br />

w<br />

Elfie Mayerhofer en Charlott Daudert.<br />

o<br />

Petersen den inhoud van haar glas rooden wijn over het kostbare toilet<br />

van de vrouw, die zij verslijt voor haar medeminnares. Maar als twee<br />

jonge menschen op elkaar verliefd zijn, is er wel wat gewichtigers dan<br />

een japon, zelfs wanneer die voorzien is van een bijzonder sieraad of<br />

bedorven wordt door een vlek.<br />

De politie, door de advertentie op het juiste spoor gebracht, zit in-<br />

tusschen achter de japon en het juweel aan. En dat wordt langzaam maar<br />

zeker uitermate pijnlijk voor alle betrokkenen, waarbij zich ook nog<br />

Lizzie en haar vriend voegen, die eveneens achter dte japon aangereisd<br />

zijn. Bij het onderzoek komt vast te staan, dat mijnheer Petersen een wer-<br />

kelijk verdacht mooi vriendinnetje schijnt te hebben, dat mevrouw<br />

Petersen onder uiterst merkwaardige omstandigheden een schrikbaarlijk<br />

duur avondtoilet van het modehuis Ernst Franke heeft betrokken tegen<br />

een spotprijs, en dat Hans Haberland heelemaal geen kunstzinnig aan-<br />

gelegde impresario is, maar alleen een kostbare juweelen speld tracht te<br />

vinden, zoodat zelfs Inge, het meisje, dat de japon gedragen heeft, gaat<br />

gelooven, dat zijn liefde voor haar alleen een komedie is om zijn<br />

doel te bereiken. En als op het hoogtepunt van de verwarring om<br />

het hemelsblauwe toilet ook de broche nog spoorloos verdwijnt, be-<br />

•<br />

Elfle Mayerhofer, Lotte Werkmeister en Paul Westermeier.<br />

f i vr<br />

i'<br />

: J<br />

't ité ■■>'■•<br />

tf MJB tftjjj^' ^B jft K i* ' " f ■' ' ■<br />

.1 é?pt*0 't<br />

•»• *<br />

i^-%<br />

" *<br />

3 ,<br />

M/m*<br />

yz<br />

gint het er hoe langer hoe meer naar uit te zien, dat de recherche en<br />

de echtscheidingsrechter hier een woordje zullen gaan meespreken.<br />

Gelukkig verschijnt de oude papa Haberland op dit moment en brengt<br />

ontspanning in de situatie. Het gezochte sieraad is imitatie; ergo kan<br />

er geen sprake zijn van smokkelarij. Het echte juweel, waarvoor<br />

de verschuldigde invoerrechten zijn betaald, heeft hij in zijn zak.<br />

En als dan komt vast te staan, dat de kleine Inge niet het vrien-<br />

dinnetje van Petersen is, maar zijn dochter, wier bestaan hij tot<br />

dusver heeft verzwegen voor zijn wettige echtgenoote, wordt de heele<br />

toestand tot oplossing gebracht. Vooral als de luchthartige Hans zijn<br />

ouden papa vertelt, dat hij nu de ware liefde heeft gevonden.<br />

Petersen echter heeft prachtig materiaal gevonden voor zijn volgend<br />

werk, afgezien van het feit, dat hij èen aardigen schoonzoon heeft ge-<br />

kregen. Hij neemt zich namelijk voor om de geschiedenis van het hemels-<br />

blauwe avondtoilet te gaan schrijven!<br />

All Ghito, Käthe Haack en Georg Alexander, (foio's Tobis. Kiermeier)<br />

■ .<br />

1 n m £* /r-u<br />

1 mSmx r ^ : y<br />

^ J» ' . sssss *. Ä%<br />

\<br />

♦ ♦^


1751—26. Keu-<br />

rige mantel met<br />

raglan-mouwen.<br />

Het model heeft<br />

een kleinen, om-<br />

slaanden kraag en<br />

met stiksels ge-<br />

garneerde zakken.<br />

3enoodigd : 3 M.<br />

8tof van 140 cM.<br />

breedte.<br />

1751—27. Deze<br />

mooie getailleerde<br />

mantel sluit met<br />

twee sierlijke fan-<br />

tasie-knoopen. De<br />

wijde mouwen<br />

worden hij de pol-<br />

sen bijeengehou-<br />

den door een strak-<br />

ke manchet. Be-<br />

noodigd 3.25 M.<br />

stof van 140 cM.<br />

breedte.<br />

•<br />

1751—28. De<br />

rug van dezen<br />

kraagloozen man-<br />

tel bloest eenlgs-<br />

zins over. De<br />

mouwen hebben<br />

aangeknipte schou-<br />

derstukjes. Be-<br />

noodigd : 3 M. stof<br />

van 140 cM. br.<br />

1751—29<br />

1751—29. Dit<br />

eenvoudige model<br />

van wollen stof<br />

sluit met een rij<br />

groote knoopen.<br />

De jas wordt af-<br />

gewerkt door een<br />

kleinen kraag van<br />

dezelfde stof. Be-<br />

nood igd : 3 M.<br />

stof van 140 cM.<br />

breedte.<br />

1751—30. Deze<br />

gekleede mantel<br />

heeft een aange-<br />

knipt, opstaand<br />

kraagje. De uit-<br />

einden van de<br />

ceintuur zijn met<br />

stiksels gegarneerd.<br />

Apart staat de<br />

dubbele rij kleine<br />

knoopjes. Benoo-<br />

dlgd : 3.25 M. stof<br />

van 140 cM. br.<br />

Van deze mo-<br />

de/Zen zijn by<br />

de adminislra-<br />

lie van ons blad<br />

patronen ver-<br />

krijgbaar in de<br />

malen 40tot en<br />

mei 50 legen<br />

den firifs van<br />

fO.25 perslvk.<br />

Ttekenlngen eigen archief<br />

r M !<br />

4<br />

ÊS<br />

•<br />

/Sm ■Wa<br />

\r .<br />

WLÈ<br />

tr* '4<br />

y/ 3i<br />

■•<br />

"Ï^St<br />

•<br />

■<br />

, y<br />

.<br />

^ ><br />

- HET LAND ROEPT<br />

(Foto Ufa - C, \:,..::,-\


Hot het filmkamp ontstaat.<br />

Wij struikelen over half geopende koHers In de hotelkamer van<br />

den productieleider Ernst Garden, de verantwoordeJijke per-<br />

soonb'j de vervaardiging van de nieuwe Wlen-fllm der Ufa<br />

„Heimkehr , welke door Gustav Uclcky wordt geënsceneerd en<br />

waarin Paula Wessely, Attila Hörbiger, Cari Raddatz, Peter Peter-<br />

sen en anderen hoofdrollen spelen. De anders zoo rustige en er-<br />

varen productieleider is thans eenlgszins nerveus, niet omdat zijn<br />

trein over een uur vertrekt, maar...<br />

• " H ? 'f ^"^kelijk," steunt hij. „Ik krijg mijn schoenen niet<br />

in mijn koffer.<br />

Met veel moeite poogt hij een schoen in de overvolle koffer<br />

te persen, maar het wil niet lukken.<br />

„Honderdtwintig menschen moet ik onderbrengen In Chorzele<br />

maar de paar dingen, die Ik moet meenemen, krijg ik niet In'<br />

mijn koffer. . . "<br />

Regisseur Gustav Ucicky heeft een onderhoud met<br />

Otto Wernicke.<br />

\i n<br />

WèOÊ.<br />

r.'<br />

h^<br />

-■^<br />

/<br />

mS\ CflRDEfl VE<br />

En terwijl Ernst Garden zwoegt om den anderen schoen nog<br />

in een hoekje van den koHer te wringen, vertelt hij over Choriele<br />

he plaatsje met ongeveer drieduizend inwoners in het voormalige<br />

Polen waar m de komende weken de buitenopnamen voor de film<br />

„Heimkehr zullen worden gedraaid. Dit nieuwe en belangrijkste<br />

G'eIrTM * V ie M n -' im - ordl gemaakt naar een draaiboek 'van<br />

Gerhard Menzel. N.et minder dan honderd en twintig menschen,<br />

spelers en techmc. moeten er te Chorzele ondergebracht worden.<br />

Voor de productieleiding van de film was 't probleem der buiten-<br />

opnamen altijd al moeilijk op te lossen, vooral bij groote films<br />

waarvan de draaiduur meer tijd vordert. Men kan er zich ongev^<br />

een PoÄ P : ormen '^ het beteekent, zooveel menschen in<br />

een Poolsch plaatsje voedmg en hulsvesting te geven en de zorg<br />

.1<br />

Kinderen worden geschminkt.<br />

»SoSa»ll^<br />

te hebben voor alles wat er noodig is voor een tamelijk lang<br />

verblijf.<br />

„We hebben besloten een woon- en huishoudbarak te maken,"<br />

verklaart Ernst Garden en trekt uit een dikke actetasch een tee-<br />

kening te voorschijn.<br />

Reeds geruimen tijd geleden hebben de architecten de teeke-<br />

nmgen en schetsen ontworpen voor 'n driedeelig barakken-gebouw<br />

In het dwarsgedeelte zijn de huishoudelijke afdeelingen onderge-<br />

bracht: een groote keuken, een eetzaal, ruimte .voor licht en water-<br />

voorziening, evenals een paar douche-lokalen, die voor algemeen<br />

gebruik dienen. In de beide lange gedeelten, die op den rechthoek<br />

aansluiten, zijn 39 logeervertrekken gemaakt, benoodigd voor het<br />

gezamenlijk personeeJ. Een Berlljnsche firma heeft precies volgens<br />

de opgaven de afzonderlijke stalen gedeelten en platen van puim-<br />

steen vervaardigd, die met den trein naar Chorzele vervoerd wor-<br />

den en daar door de bouw-arbeiders van de film in ontvangst zul-<br />

len worden genomen. Binnen veertien dagen moet de barak heele-<br />

maal klaar zijn en door de filmmenschen, die dan inmiddels ge-<br />

[LT<br />

arrlveerd zullen zijn, betrokken kunnen worden. Vanzelfsprekend<br />

worden deuren, vensters, vloeren, houtbetimmeringen en honderd<br />

andere dingen eveneens geleverd, opdat bij den bouw, die binnen<br />

een bepaalden termijn moet geschieden, geen vertraging ontstaat.<br />

De logeervertrekken worden eenvoudig, maar practisch en vöör<br />

alles zindelijk ingericht. Men moet eens bedenken, wat het betee-<br />

kent, om voor 39 kamers bedden, tafels, kasten, stoelen, waschtafels,<br />

en voor de bedden weer stroozakken en daarvoor weer overtrekken<br />

te moeten hebben. En dan te zorgen, dat alles op tijd en zonder<br />

mankeeren op de juiste plaats aanwezig isl<br />

„Ik ga vandaag naar BeHijn, om een oogje in het zeil te houden<br />

bij het inladen van den heelen boel. Dat gebeurt met goederen-<br />

wagons van de Reichsbahn. U kunt begrijpen, dat er ook maar niet<br />

de kleinste kleinigheid mag ontbreken," vervolgt Ernst Garden zijn<br />

interessante uiteenzetting.<br />

Wij hooren, dat de technici reeds aan het werk zijn om te zorgea<br />

voor een goede waterleiding in het filmkamp. Er wordt een een-<br />

voudig stelsel van centrale verwarmingsbuizen aangelegd en reeds is<br />

er een machinerie naar Chorzele op weg, die voor ruim voldoende<br />

licht zal zorgen.<br />

De telefoon rinkelt. Ernst Garden wordt op de hoogte gebracht<br />

van den inhoud eener circulaire, die alle, naar Chorzele reizende<br />

tilmmenschen zullen ontvangen.<br />

„Vergeet niet, dat iedereen handdoeken moet meenemen! . . .<br />

Hallol ... Erg verwende menschen mogen een klein hoofdkussen mee-<br />

nemen, met stroovulling natuurlijk!"<br />

Honderd dingen zijn er, waaraan de productieleider en zijn mede-<br />

werkers moeten denken en dat zijn alleen nog maar de moeilijkheden<br />

om de filmlleden onder dak te brengen. De groote en verantwoorde-<br />

hjkste taak Is die van den film-technischen dienst zelf. Twee opname-<br />

camera's moeten er mee, de geluidswagen, requisieten, windmachines<br />

en veel dingen, die w ij alleen maar van hooren zeggen kennen, maar<br />

die bij de buitenopnamen niet mogen ontbreken.<br />

Weer rinkelt de telefoon en weer worden er bijzonderheden mee-<br />

gedeeld.<br />

„We nemen namelijk drie koks en een paar kellners mee naar<br />

Chorzele, zoodat er aan de bediening, die overigens al is geregeld<br />

met de verantwoordelijke personen daar, niets mankeert. De maal-<br />

tijden moeten snel gebruikt kunnen worden, ledere minuut die on-<br />

noodig verknoeid wordt, kost bij de film veel geld," zegt Ernst Gar-<br />

den en nu heeft hij met list en een weinig krachtsinspanning toch zijn<br />

schoen nog ergens in den koHer gekregen. Hij kijkt op de klok.<br />

„Ik haal nog precies mijn trein. U wilt me<br />

wel verontschuldigen?"<br />

Nu staan wij in een leege hotelkamer, de<br />

telefoon rinkelt schril. Zij kan den bedrijvigen<br />

productieleider niet meer bereiken. Maar de<br />

menschen van de film zijn vindingrijk. Onge-<br />

twijfeld zal men nog kans zien hem ergens op<br />

het station te vinden, een minuut voordat de<br />

trein vertrekt.<br />

Dit was maar een kort kijkje op het ar-<br />

beidsveld van de productie en men ziet hierbij<br />

ook maar 'n gedeelte van de voorbereidingen.<br />

Als eenigen tijd later de extra trein met de<br />

spelers, de regisseurs, cameralui, opname-<br />

leiders en de heele technische staf in Chor-<br />

zele aankomt, zullen ze allen een gezellig,<br />

zindelijk filmkamp vinden, waar zij voor den<br />

tijd van hun verblijf prettig gehuisvest zijn.<br />

Nergens echter zal de kameraadschap, die<br />

er bij.het Duitsche filmpersoneel bestaat, z<br />

goed tot uitdrukking komen als in het kam<br />

pement van Chorzele, waar honderd en twin<br />

tig menschen, van den eenvoudigsten arbeider<br />

tot den grootsten kunstenaar, naast elkaar'<br />

leven, van dezelfde tafel eten en voor het-<br />

zelfde doel werken. De geschoolde hand van<br />

den arbeider, de ervaring van den technicus,<br />

de uiterst nauwkeurige organisatie van de<br />

produotieleiding, zij allen scheppen de mo-<br />

gelijkheid voor de kunstenaars om hun talent,<br />

hun mogelijkheden tot uitdrukking te brengen,<br />

om In gezamenlljken arbeid een documentaire<br />

film te maken<br />

De mannen aan de camera.


o<br />

NAVERTELD DOOR JAN CAMPERT<br />

DE HEKS VAN AMELAND<br />

Gsen sterveling op Ameland heeft ooit ge-<br />

weten, waar de Heks van het Oerd van-<br />

daan is gekomen en geen sterveling op dil<br />

kleine, zee-omspoelde eiland heeft bovendien<br />

ooit geweten waar zij op een geiegenden dag<br />

gebleven is.<br />

Dat was dan wel een vreemd en spookachtig<br />

gebeuren. Want op een eiland als Ameland, zoo<br />

gering van omvang, zoo schaarsch van bewo-<br />

ners, weet iedereen altijd alles van iedereen.<br />

Ge kunt er op een dag niet met een vetten<br />

haas uit het duin komen of er staan met den<br />

noen een handvol opgeschoten jongens met<br />

lachende oogen heftig te snuiven voor uwe<br />

deur. Meent niet, dat ze het doen om .er een<br />

fikschen bout af te bedelen. Ze doen het alleen<br />

omdat zij willen laten merken, dat ge er op<br />

zoo'n klein bestek grond geen geheimen op na<br />

behoeft te houden en daarenboven: een verzetje<br />

mag een Amelandsche kwajongen warentig ook<br />

wel eens hebben. Die zijn overal gelijk. Op<br />

Noord-Beveland en op Ameland.<br />

Het vreemde was nu, dat de Amelanders gee-<br />

nen draad wisten van hun eigen Heks, die daar<br />

op het Oerd huisde.<br />

Ze was niet van den vasten wal gekomen.<br />

Dat is een ding, dat zeker is. Want dat hadden<br />

de vrouwen van Ameland wis en zeker ge-<br />

merkt. Die lieten zich zooiets niet ontgaan.<br />

Ge kunt er op een dag niet met een vetten haas<br />

uit het duin komen, of er staan met den noen 'n<br />

handvol opgeschoten jongens met lachende<br />

oogen heftig te snuiven voor uwe deur...<br />

Maar op een dag was zij er. . .<br />

Door het water aangebracht, werd er gefluis-<br />

terd. Dat kan. Geen mensch kent de heimelijke<br />

krachten van het water. Dat heeft wel raarder<br />

streken uitgehaald. Jongens, die in de buurt<br />

van het Oerd verdwaalden, kwamen thuis met<br />

de wonderlijkste verhalen. Dat was nou precies<br />

een manskerel, dat wijf daar aan het Oerd. Dat<br />

zeulde maar met stukken wrakhout, die op de<br />

stranden lagen gestrooid -. en niet van die<br />

kleine ookl vertelden zij er bij. En van dat<br />

wrakhout, dat zij met eigen handen bewerkte<br />

en vormde, bouwde zij zich een huis.<br />

Neen, dat was geen gewoon mensch. Dat<br />

was een zekerheid. Die had betrekkingen met<br />

den Duivel. Dat was een tweede zekerheid.<br />

Want de oude feeks heeft tegen de Amelan-<br />

ders nooit één woord gesproken. Die h^d,<br />

lachte men in den beginne, niet veel behoefte<br />

aan gezelligheid. Maar op den duur verging hun<br />

dat lachen wel.<br />

De Heks van het Oerd hokte maar In die hut<br />

van haar en somtijds zag men haar dwalen door<br />

de duinen en over het vroonland, waar zij<br />

kruiden en planten vergaarde. Diar werden<br />

dranken uit gebrouwen. Dat kon wel niet an-<br />

ders. Geheimzinnige watertjes, waar ze allerlei<br />

kwade krachten mee opriep. En wat weet een<br />

behoorlijk mensch daarvan?<br />

Trouwens, dat was niet het eenlge.<br />

Is er één mensch die zonder voedsel leven<br />

kan? De Heks van het Oerd bestond het. Zij<br />

voerde nooit een klap uit en niemand heeft haar<br />

ooit redelijken arbeid zien verrichten en toch<br />

kwam ze nimmer naar het dorp geloopen om<br />

haar inkoopen te doen.<br />

1$ het wonder, dat de Amelanders wegbleven<br />

uit de omgeving van het Oerd?<br />

Ii het wonder, dat zij Ijlings rechtsomkeert<br />

maakten, wanneer ze bij geval de Heks over<br />

vroon of door het duin zagen scharrelen?<br />

De feeks scheen dat alles heel gewoon te<br />

vinden. Van haar kant heeft zij nooit eenlge<br />

toenadering gezocht en dat de menschen haar<br />

schuwden, scheen haar wel zoo lief te zijn...<br />

Geen Amelander zou het ooit wagen in<br />

stormnachten het Oerd te naderen.<br />

Misschien is er èèn geweest, die het gewaagd<br />

heeft, want ergens moet dit verhaal toch van-<br />

daan komen.<br />

En - dat kunt ge gelooven - die man heeft<br />

een ijselijker nacht gehadl<br />

Want - zoo heeft hij dan aan zijn verbij-<br />

sterde eilandgenooten verteld - hij zag hoe<br />

het boosaardig wijf dat stokoude, vale koebeest<br />

van haar van stal haalde en het eene bran-<br />

dende stallantaarn voor zijnen kop bond. Daarna<br />

rukte zij een tak van den grooten vlierboom<br />

voor haar krot af en begon op het dier in te<br />

slaan, terwijl zij de ijselijkste verwenschingen<br />

slaakte. Die kan een man niet herhalen zonder<br />

schade te doen aan zichzelf. En al dien tijd<br />

dreef zij het magere scharminkel voor zich uit<br />

de duinen over, de hellingen langs, terwijl haar<br />

krijschende stem bijwijlen het donderend geweld<br />

van zee en wind overstemde. Dreef het dier<br />

met de flakkerende lantaarn tusschen de hoorns<br />

recht op het water af. . .<br />

Ge kunt begrijpen wat er dan menigmaal te<br />

gebeuren stondl<br />

Dat zeulde maar met stukken wrakhout, die<br />

op de stranden lagen gestrooid — en niet<br />

van die kleine ook, vertelden zij er bij.<br />

. dreef het dier met de flakkerende lantaarn<br />

tusschen de hoorns op het water af.<br />

Voer er een schipper in zulk noodweer voor<br />

de kust, dan hield hij aan op het licht, dat<br />

hem een veilig baken scheen met als eenig<br />

gevolg, dat zijn schuit op de kust te pletter liep.<br />

Nog één keer hoorde men dan het gierend<br />

stemgeluid der Heks boven alles uit. Daarna<br />

roofde zij alles wat de zee aanspoelde, en zelfs<br />

de dooden liet zij niet met rust. Zij werden<br />

ontdaan van kostbaarheden en zoo er bij geval<br />

een bij was, in wien het leven nog ademde, dan<br />

ging zij hem voorbij om op een voor haar beter<br />

oogenblik terug te komen.<br />

Gelijk zij was gekomen, verdween zij. . ,<br />

Niemand weet precies hoe. Maar haar gebo-<br />

gen gestalte werd niet meer gezien, in storm-<br />

nachten werden haar kreten niet meer verno-<br />

men en het koebeest met de walmende lantaarn<br />

werd niet meer de duinen ingejaagd.<br />

Dat was na. den nacht dat een brik op de<br />

kust was geloopen.<br />

De Heks van het Oerd had ook dien nacht<br />

haar gruwelijk bedrijf aangegaan.<br />

Zij sneed de beringde vingers af, zij rukte<br />

de bellen uit de ooren, zij had in dit duivels-<br />

werk wederom haar duivelsch plezier, totdat...<br />

Totdat zij zich bukte over het lijk van dien<br />

eenen jongen drenkeling in het schijnsel van de<br />

flakkerende lantaarn, die tusschen de hoorns<br />

van de koe was gebonden, en zij haren zoon<br />

herkende. . .<br />

Haar handen, zooeven nog gekromd in een<br />

greep van begeerigheid, lagen plotseling stil;<br />

haar stem brak af. . .<br />

Is het waar wat nu nog wordt verhaald, dat<br />

beiden, moeder en zoon, door èèn golf werden<br />

opgenomen?<br />

Wie zal het zeggen? Maar sindsdien heeft<br />

men haar niet meer aanschouwd.<br />

Op het Oerd echter staat op den bestemden<br />

tijd nog altijd een vlierboom in bloei. . .


VOLHS<br />

TUINEN<br />

EEN NIET TE VERWAAR-<br />

LOOZEN FACTOR IN DEN<br />

PRODUCTIESLAG<br />

Jassen uit en aan het werk! Dat is het parool!<br />

De aardappelen doen het best, maar het onkruid doet het niet<br />

minder, en als je dan tot nu toe de slanke lijn een beetje dwaas<br />

hebt gevonden, wordt het een warm werkje!<br />

■ 0- ♦<br />

.<br />

. ■<br />

_ • i >' : - ■ •<br />

, y * - v • ■ ■<br />

ä o<br />

.«»<br />

' ! -, * T<br />

'J<br />

W<br />

,<br />

•<br />

\'.<br />

-——/ / -<br />

T ^ * ■<br />

\^<br />

m m.jn vnend den volkstuinder" heb ik altijd gelachen...<br />

Welk verstand,g stadsmensch gaat zich nu in zóó'n mate<br />

aan tu.meren e buiten? vroeg ik hem en vroeg ik mijzelf af<br />

d e aa è nT n h Z f terda r idda9 (hei werk was no 9 m " r "^weÜfb ge<br />

daan) bestegen hij en zijn trouwe gade hun rijwielen en peddel-<br />

den z,j naar den volkstuin, alwaar zij hun kostelijken vrijen middag<br />

Dlan en en m2r kb |; aC « ht f" me< Wr0eten in de aarde ' mel " «"<br />

planten, met schoffelen en g.een, met wieden en oogsten, en<br />

Sn P 8 ^ 6 ? JT m0eiende din9en ' die er in een *"!nfc do«"<br />

d! rHull a j n0g nie * Senoeg was, herhaalden zij hetzelf-<br />

f^nlnt- L fj en vrc f S 6 " Zondagmorgen, op een uur, dat een<br />

bS Ën J W me r h zi t h L n09 eens . Iekkert i es omdr "^ i" ^i"<br />

bed. En de door-de-weeksche avonden. En de vroege zeer<br />

vroege, door-de-weeksche ochtenden, vóór het werk begon "<br />

ija ik vond het vreemd, en den volkstuin achtte ik een stukje<br />

droge of natte grond, zonder hetwelk naar de stad overgewaaide<br />

levin" H^ !5 A uT ^T steenen woesteni i niet bonden<br />

leven. Het nut? Ach hemeltje, het nutl Een roodverbrande kop<br />

en een partijtje groenten, dat men net zoo goed, neen beter,<br />

bij den groenteboer had kunnen koopen<br />

hofj 0 i ach -- ik vr 1 oe 9 er - Zo0 ^enk ik nu niet meer! Integendeel,<br />

het heef mij wanhope gemaakt, dat alle volkstuintjes reeds ver-<br />

geven bleken zoodat ik zónder leven moet. Waarom is er niet<br />

ergens een klem, een heel klein volkstuintje overgebleven voor<br />

een ordentel.jk journalist, die zoo graag tuinieren wil? Die als<br />

i.efsten wensch koestert, zijn boonen en zijn erwten, zijn aard-<br />

2ijn andijvie en 2ijn bieten zèlf te mogen<br />

teden?" ^ ^<br />

Alle gekheid terzijde, lezer! We hebben lang genoeg gespot<br />

«!?. n " tt, 9 e 'nsteHing die in de wandeling wordt betiteld als<br />

volkstum En natuurlijk zult U uit 't bovenstaande al wel geproefd<br />

hebben, dat deze spot heusch niet ernstig gemeend was (Laten<br />

we maar aannemen, dat ik zoo gauw geen andere inleiding wist<br />

te verzmnen, o , m.jnentwege, dat de druiven zuur zijn! Dit laatste<br />

zal het wel z.jn ) In deze tijden, dat de voedselvoorziening<br />

van ons land en volk, door het ontbreken van allerlei import, een<br />

belangrjjk vraagstuk mag heeten, zijn degenen, die een volkstuin<br />

je bezitten; gelukkrg te prijzen. Want een zeer belangrijk<br />

deel van hun groenten en aardappelen kunnen zij zèlf verbouwen,<br />

hnzij, die géén volkstuintje bezitten, mogen hun, die er wèi<br />

een hebben dankbaar zijn, omdat zij, door voor de voorziening<br />

m eigen behoeften zorg te dragen, de voorziening van de<br />

'" ^v^<br />

. '.<br />

Jl<br />

■ , & ^r/<br />

%-<br />

7<br />

- ; "-«l<br />

&■<br />

•■-.<br />

f-- ■ . '.. :■<br />

Een hoekje van een complex volkstuinen. Nijvere haitden<br />

bouwden zetft kleine keuen, terwijl vrijwel iedere tuinder<br />

een huisje of schuurtje op zijn lapje grond heeft, waarin<br />

hij kleeren en gereedschap bewaart, en waarin hij eent<br />

een oogenblikje kan uitrusten.<br />

w<br />


IN NACHT EN SNEEUW<br />

' torm op zee is erg, maar storm in de ber-<br />

gen, vooral sneeuwstorm, is misschien nóg<br />

afschuwelijker!<br />

Als een bende woest geworden demonen<br />

de wind door Altai') en over de met<br />

eite opgerichte tent. Wekenlang was<br />

an reeds onderweg, en nog een dagen-<br />

cht door hoog besneeuwde bergen, langs<br />

lingen en door .een gebied waar bijna<br />

een mensch kwam en dat slechts bewoond<br />

ior wilde, roofzuchtige bergstammen,<br />

de zes mannen en hun dieren,<br />

(amtscha had zich bij de karavaan aan-<br />

sn, omdat deze den rechten weg door het<br />

en bijna ontoegankelijke bergland ge-<br />

»n had. Hooger en hooger werden de ber-<br />

en naar mate men hooger kwam, werd het<br />

bk kouder. Moeizaam zwoegde de karavaan<br />

door de meters hooge vaste sneeuw, ledere<br />

stap, dien men deed, kostte zwaren strijd. Voor-<br />

al de paarden hadden het, zwaar belast als ze<br />

waren, hard te verantwoorden. Telkens zonken<br />

zij tot aan hun buik in de sneeuw weg, en zoo-<br />

doende duurde het vaak uren, eer men een<br />

bergpas doorgetrokken was. Het was bijna niet<br />

te merken, dat men vooruitkwam, en hoewel<br />

de Mongolen, die de karavaan begeleidden,<br />

dappere kerels als ze waren, het niet lieten<br />

merken, zullen zij zich toch dikwijls hebben af-<br />

gevraagd, of zij wel ooit hun doel zouden be-<br />

reiken. . .<br />

In het begin was het weer tamelijk gunstig<br />

geweest. Tegen den avond van den zesden dag,<br />

nadat zij een klein dorpje met talrijke eeuwen-<br />

oude heete bronnen achter hen hadden ge-<br />

laten, en zij langs een helling op ongeveer<br />

tweeduizend meter hoogte kropen — een ander<br />

woord is er moeilijk voor te vinden — was de<br />

hemel echter hoe langer hoe duisterder ge-<br />

worden en zonken de zwarte wolken hoe langer<br />

hoe lager. Het werd opeens zeer snel donker<br />

en een ijskoude wind gierde langs de bergen<br />

en door de passen. Hoewel de mannen dikke<br />

pelzen droegen, hadden zij ontzettend veel van<br />

de koude te lijden. Deze weersverandering<br />

kwam zeer ongelegen, en men diende zich te<br />

haasten, wilde men niet onverwacht door de<br />

woedende elementen overvallen worden. Sneeuw<br />

en hagel vielen steeds dichter neer. Men kon<br />

nog nauwelijks een hand voor oogen zien en<br />

daarom besloot de leider van de karavaan zoo<br />

snel mogelijk de tent op te slaan.<br />

De mannen bevonden zich op een kleine<br />

open plek, die, voor zoo ver men nèt nog kon<br />

zien, door hooge, steil-oprijzende rofsen was<br />

omgeven. De sneeuwtent werd in allerijl opge-<br />

zet, de bagage tegen de windzijde der tent ge-<br />

plaatst en de paarden aan de palen gebonden.<br />

Gelukkig beschikte men nog over een kleine<br />

hoeveelheid gedroogde mestbaHen, zoodat men<br />

de tent daarmee zoo goed en zoo kwaad als<br />

het ging verlichten en eenigszins verwar-<br />

men kon.<br />

Het was aardedonker, en de wind was tot<br />

een orkaan aangewakkerd. Bovendien was het<br />

zóó verschrikkelijk koud geworden, dat de rei-<br />

zigers alleen door heel dicht tegen elkaar te<br />

gaan zitten, zich tegen dood vriezen konden<br />

beschermen. Door den steeds in kracht toene-<br />

menden storm werden er voortdurend hoogere<br />

sneeuwmassa's tegen de tent opgehoopt en met<br />

ontzetting merkte het handjevol mannen dat zij<br />

zonder er iets van te vermoeden, In een<br />

sneeuwval terecht gekomen waren. De paarden<br />

stonden tol aan hun buik in de sneeuw, en ook<br />

de tent was door een steeds hooger worden-<br />

don muur van sneeuw omgeven. Machteloos<br />

?tonden de reizigers tegenover dit verschrikke-<br />

lijke natuurgeweld. Mét alle beschikbare krach-<br />

ten moest voorkomen worden, dat men in-<br />

sneeuwde, indien men niet levend onder den<br />

witten last begraven wilde worden. Ook de<br />

I) Bergland lunchen Sibarl* en Mongoll«, tol 3500 meter hoog.<br />

OP LEVEN EN DOOD<br />

EEN REEKS SPANNENDE<br />

AVONTUREN. NAAR<br />

paarden moesten nog onder het eenigszins be-<br />

schermende dak van de tent gebracht worden,<br />

wilden zij niet gedurende den nacht omkomen.<br />

Het was ontzettend koudl Overal In het<br />

rond lag sneeuw — niets dan sneeuw. De wind<br />

gierde onheilspellend. De natuur scheen vol-<br />

slagen redeloos te zijn geworden. Het leek alsof<br />

alle elementen hun boeien hadden verbroken,<br />

en alsof de mannen zich temidden van een<br />

chaos bevonden, waaruit zij wel nooit meer<br />

levend te voorschijn zouden komen. De karavaan-<br />

leider spoorde zijn menschen telkens weer aan,<br />

om dier in te grijpen, waar de toestand het<br />

gevaarlijkst leek. Met de koopwaren, die de<br />

karavaan vervoerde, had hij de lengtezijden van<br />

de tent laten beschermen, maar de enorme<br />

hoeveelheden sneeuw drukten zóó zwaar op<br />

het linnen, dat dit ieder oogenblik dreigde te<br />

bezwijken.<br />

Buiten gierde en loeide storm, kletterden<br />

hagel en bevroren sneeuwvlokken neer; spook-<br />

achtig glansde het schijnsel van het spaarzame<br />

vuur door de tent. Zou men ooit nog levend<br />

uit deze witte hel komen? Redding scheen uit-<br />

gesloten, en zwijgend zaten de mannen zoo<br />

dicht mogelijk op elkaar. Het was onmogelijk<br />

zich te beschermen tegen sneeuw- en ijsvlokken,<br />

die in de tent gedreven werden, en de gezich-<br />

ten brandden alsof zij met vuur In aanraking<br />

waren geweest. Het was nu ongeveer twaalf<br />

uur des nachts en met het angstige gemompel<br />

der mannen — mannen, die anders de hache-<br />

lijkste avonturen lachend tegemoet traden — ver-<br />

mengde zich het klaaglijke gehinnik der paar-<br />

den. En toen brak het onweer losl Het leek<br />

wel, alsof de elementen er nu alles op gezet<br />

hadden om deze mannen, die van iedere hulp<br />

afgesneden waren, door helle bliksemschichten<br />

en zware, ratelende donderslagen te toonen tot<br />

welk ongeloofelijk geweld zij in staat waren, in-<br />

dien zij den mensch verderven wilden. De rei-<br />

zigers hadden iedere hoop opgegeven en za-<br />

gen den dood reeds aanstaande. Zonder een<br />

woord te spreken staarden zij In den donkeren<br />

nacht...<br />

Toen opeens hoorden zij In de verte een<br />

zwak geluid, dat snel tot een donderend ge-<br />

raas aangroeidel Ontzetting teekende zich af<br />

op hun gezichten, hun kreten vermengden zich<br />

met die der wild geworden paarden en in de<br />

volgende seconden klonk er een oorverdoovend<br />

lawaai. Een lawine had een gedeelte van de<br />

tent onder haar geweld bedolven, en eer de<br />

mannen konden nagaan wat er precies was ge-<br />

beurd, klonk er andermaal een hevig lawaai en<br />

drong Iedereen naar den uitgang der tent. Het<br />

was echter te laat, en Ito Kamtscha zag nog<br />

net hoe Rimta, zijn bediende, zich in de sneeuw<br />

omwentelde, voordat hijzelf het bewustzijn ver-<br />

loor . . . Dieper, steeds dieper zonk hij weg in<br />

een oneindig wit graf.<br />

De verlammende afschuw van den dood<br />

hield Kamtscha in zijn ban, doch dood was hij<br />

niet. Hij zag alles van heel groeten afstand; hij<br />

zag hoe de zon ergens in de verte haar licht<br />

uitstraalde over met bloemen begroeide vlak-<br />

ten, maar door een vreemde leegte bleef hij<br />

van de vlakte gescheiden. Alles wat hij zag<br />

in zijn verbeelding was onbereikbaar. Berg-<br />

geesten met gloeiende oogen en lange nagels<br />

zaten op de rotsen en keken hem grijnzend aan.<br />

De tijd, die er verliep tusschen de catastrophe<br />

en zijn ontwaken uit het onbewuste, leek Kamt-<br />

scha een eeuwigheid. Rimta, zijn trouwe be-<br />

diende, zat naast hem en wreef met inspanning<br />

van al zijn krachten zijn ledematen. Boven en<br />

om hen heen was sneeuw — niets anders dan<br />

sneeuw. Wat was er van de karavaan gewor-<br />

den? Waren alle anderen dood, ook de dieren,<br />

en waren alleen hij en zijn bediende in het<br />

leven gebleven? Rimta probeerde zijn meester<br />

te verklaren wat er gebeurd was, maar Kamt-<br />

scha's gedachten konden nog niet zoo vlug<br />

werken. Pas langzamerhand keerde zijn denk-<br />

vermogen en daarmede ook zijn levensmoed<br />

terug. De geweldige orkaan was gaan liggen<br />

en het sneeuwde nog slechts gering.<br />

Rimta vertelde, dat ook hij door de tweede<br />

lawine was gegrepen, maar balen koopwaar, die<br />

achter de sneeuwmassa kwamen aanrollen, had-<br />

den hem opzijgeschoven, zoodat hij boven op<br />

het sneeuwgraf van de anderen was komen te<br />

liggen. Alleen hieraan had hij zijn redding te<br />

dankenl.<br />

Van de andere mannen wisten Kamtscha en<br />

zijn bediende niets, daar het nog volkomen<br />

donker was om hen heen; alles wat ze zagen<br />

was sneeuw en nog eens sneeuw. Aan den<br />

witten dood ontkomen, besloten zij met hun<br />

beiden, voor zoo ver dat mogelijk was, de an-<br />

deren uit te graven. Het liep tegen den och-<br />

tend, onduidelijk en grauw begonnen zij de<br />

omgeving te herkennen, maar toen opeens<br />

hoorden zij vlak in hun nabijheid het afschuwe-<br />

lijke gehuil van een troep wolven.<br />

De wolf vertoont zich slechts zelden op deze<br />

hoogten; alleen verdwaalde of door hun troep<br />

uitgestooten dieren wagen zich zoo hoog in de<br />

bergen, maar deze verdoolde dieren zijn dan<br />

ook des te gevaarlijker!<br />

Het volgende oogenblik was misschien wel<br />

het hachelijkste van den geheelen nacht voor<br />

Kamtscha en zijn bedlende. Zoo snel zijn krach-<br />

ten hei hem toestonden, woelde Kamtscha In de<br />

sneeuw om zijn geweer te zoeken. Ofschoon<br />

zij de wolven nog niet konden zien, moesten<br />

zij toch wel heel dicht in de nabijheid zijn.<br />

Rimta, die bp eenigen afstand eveneens in de<br />

sneeuw zocht naar een geweer of een ander<br />

voorwerp waarmede hij zich verdedigen kon,<br />

rees plotseling uit een kuil omhoog, een woesten<br />

.kreet slakend, omdat de dieren op het punt<br />

waren hem aan te vallenl Meer schuivend dan<br />

loopend probeerden de beide mannen de plaats<br />

te bereiken, waar Rimta zijn meester had uit-<br />

gegraven. Plotseling hoorde Kamtscha een kreet<br />

achter zich en omkijkend, zag hij hoe een der<br />

wolven Rimta had aangevallen. Het dier had<br />

zijn tanden in zijn schouder gezet. Met zijn<br />

dolkmes om zich heen slaand probeerde hij den<br />

wolf van zich af te werpen, maar reeds vielen<br />

ook de drie andere dieren hem aan en beten<br />

hem waar zij konden.<br />

Kamtscha begreep dat zijn bediende verloren<br />

was en een vreeslijken dood zou moeten ster-<br />

ven indien hij hem niet te hulp kwam en deze<br />

gedachte schonk hem nieuwe kracht. Hij trok<br />

zijn mes, want schieten durfde hij niet uit angst<br />

Rimta te zullen raken, en hij slaagde er in twee<br />

der dieren doodelijk in den buik te treffen. Hun<br />

bloed kleurde de sneeuw rood en hun door<br />

merg en been dringend gehuil leidde de aan-<br />

dacht der beide andere wolven even af. Deze<br />

hadden zich echter zoo stevig in de pelsjas<br />

van Rimta vastgebeten, dat zij niet meer los<br />

kónden Taten. Na eenige seconden echter lagen<br />

ook deze badend In hun bloed In de sneeuw,<br />

doodelijk gewond door het mes van Kamtscha.. ■<br />

Rimta had behalve eenige lichte kwetsuren<br />

gelukkig geen ernstige gevolgen van den aan-<br />

val ondervonden, maar voor den tweeden keer<br />

in dien nacht waren zoowel hij als Kamtscha<br />

rakelings langs den dood gegaan . ..<br />

Van de mannen en paarden der karavaan<br />

konden zij geen spoor meer vinden.<br />

De lawine had hen voor eeuwig bedolven...<br />

L<br />

DE TRAGEDIE OP „HET KASTEEL"<br />

WIJ, die in de omgeving van „Het Kasteel"<br />

woonden, zagen met niet weinig belang-<br />

stelling hoe dit op «en goeden dag In het<br />

bezit van totaal vreemden overging. Gansch de<br />

historische, schoon« behuizlnge werd het eigen-<br />

dom van Steve Bartels, alleen omdat de eige-<br />

naar Sjaf Mandries — In de wandeling gewoon-<br />

lijk „de jongeheer" genoemd — zóó roeke-<br />

loos met zijn financiën was omgesprongen, dat<br />

hij Het Kasteel had moeten verkoop«n om zijn<br />

crediteuren tevreden te kunnen stellen.<br />

Wij, die In de buurt van Hét Kasteel woon-<br />

den, vonden deze b«zitsov«rgang een soort<br />

heiligschennis, waaruit niets goeds kon voort-<br />

komen.<br />

Na verloop van «enig« weken raakten wij<br />

echter met de gedacht« verzoend en begonnen<br />

wij het geval meer filosofisch te beschouwen.<br />

Tegelijkertijd nam ook onze belangstelling voor<br />

den. „nieuwen heer" toe. Wij kregen echter<br />

weinig van hem te zien. Zoo af «n toe zagen<br />

wij hem eens voorbij schieten In een enorme<br />

stofwolk, wanneer een van zijn groot« kolossale<br />

auto's hem van of naar Het Kasteel reed.<br />

Mij, als dokter, viel d« eer te beurt het eerst<br />

rechtstreeks in aanraking t« komen met mijnheer<br />

en mevrouw Bartels. Steve Bartels was dik en<br />

van middelbaren leeftijd, met een luide stem en<br />

drukke manieren, «n erg spraakzaam over zijn<br />

zèlf-verworven rijkdom. Je kon uit zijn ge-<br />

sprekken opmaken, dat Het Kasteel niets was,<br />

vergeleken bij andere dingen die hij had ge-<br />

kocht, en dat hij, indien hij daar lust in kreeg,<br />

misschien nog wel eens d« halv« wereld zou<br />

koopen. Een ruwe, weinig ontwikkelde man,<br />

onbeschaafd en op iemands zenuwen werkend.<br />

Geheel anders was Lea, zijn vrouw: bijna<br />

nog een meisje, heel jong en fragiel, met kort-<br />

geknlpt donkerblond krullend haar, blauwe<br />

oogen, een verrass«nd blank« huid en lippen,<br />

die zich met hun frlssche roode kleur prachtig<br />

om het ivoor van haar tanden welfden. Ik zag<br />

mevrouw Bartels voor den eersten keer, toen<br />

Ik naar Het Kasteel was geroepen om den eige-<br />

naar te behandelen voor een lichten aanval van<br />

griep.<br />

Direct toen ik haar zag, moest ik bij mezelf<br />

denken, dat zij als het war« voor Het Kasteel<br />

geschapen was. Het zou voor haar gebouwd en<br />

ingericht kunnen zijn, dacht ik. Alleen leek zij<br />

misschien iets te jong, te. kinderlijk, om «r als<br />

vrouwe te resideeren. En toen zij mij naar haar<br />

bruten en klagenden echtgenoot bracht, moest<br />

ik mij verbaasd afvragen hoe het mogelijk was,<br />

dat zoo'n jong en lief schepsel getrouwd was<br />

met zóó'n man.<br />

Ik voor mij had het beter kunnen begrijpen,<br />

indien zij getrouwd was geweest met Ivor Wel-<br />

ten, aan wien zij mij later voorstelde. Din zou-<br />

den jeugd, beschaving- «n physlek elkander ge-<br />

vonden hebben. Weiten fungeerde als privé-<br />

secretaris van den „kasteelheer".<br />

Naderhand kwam Ik vaker op Het Kasteel en<br />

leerde ik zijn bewoners ook beter kennen. En<br />

om eerlijk te zijn, moet Ik zeggen, dat Bartels<br />

mij toen nogal meeviel. Als men geen acht<br />

sloeg op zijn vulgaritelten en deed alsof men<br />

zijn opschepperijen niet hoorde, viel er wel met<br />

hem te praten. Als Iemand, die zijn eigen<br />

weg door het leven had moeten banen, en daar<br />

prat op ging, hield hij er van al zijn verworven<br />

schatten ten toon te spreiden.<br />

Neem bij voorbeeld dien avond, toen hij uit<br />

een safe een voorwerp in een paars étui haal-<br />

de. Het was na het diner, en voor den eersten<br />

keer sinds ik op Het Kasteel kwam, waren er<br />

veel gasten. Een ven hen was mijnheer Kallen-<br />

beek, klaarblijkelijk een vriend van Bartels.<br />

Kallenbeek was een dikke kerel, di« niets liever<br />

hoorde dan zijn eigen stemgeluid. Terwijl hij lui<br />

achterover In 'n fauteuil lag, beweerde hij met<br />

pathos: „Er bestaat op d« heele wereld geen<br />

mensch, mijn waarde Steve, dl« zoo'n stevig<br />

harnas heeft, dat hij niet getroffen kan worden!"<br />

„Misschien," had Bartels geantwoord. „Maar<br />

EEN COMPLEET VERHAAL DOOR D'ALVAREZ<br />

Ik laat niemand zoo dicht bij me komen, dat hij<br />

de kans krijgt de zwakke plek In mijn harnas te<br />

ontdekken. Ik houd het gevaar op een afstand,<br />

en nog nooit is «r iemand In geslaagd mij té<br />

dicht t« naderen. Hier is bij voorbeeld zoo'n<br />

geval.. ."<br />

Met zwar« passan liep hij naar de deur van<br />

de kolossale safe, dl« hij in een der van eiken-<br />

houten lambrlzeerlngen voorziene wanden had<br />

laten aanbrengen, «n na het slot In de vereisch-<br />

t« combinatie gesteld te hebben, trad hij de<br />

ruimte binnen. Na eenige oogenblikken kwam<br />

hij er weer uit te voorschijn met een paars étui<br />

in zijn hand. Toen hij het deksel er van open-<br />

klapte, hielden wij allemaal even onzen adem<br />

in van bewondering «n verbazing. Want wij<br />

zagen een enormen diamant, dl« schitterde «n<br />

flonkerde in het licht van d« talrijk« lampen In<br />

de kamer!<br />

„Er bestaat op de heele wereld geen<br />

mooiere blauwe diamant dan deze," zei Bartels<br />

trotsch. „Hij heeft me een klein vermogen ge-<br />

kost. Ik heb hem van Iemand in Amerika ge-<br />

kocht. Men had mij gewaarschuwd, dat andere<br />

liefhebbers er ook naar stonden, en dat Ik hem<br />

waarschijnlijk wel niet uit het land zou krijgen.<br />

Dat is nu zes maanden geleden, even voordat<br />

ik Het Kasteel kocht. Wel, hier is de diamant,<br />

veilig en wel In mijn safe! De anderen, die er<br />

naar stonden, hebben er zelfs nooit een blik op<br />

geslagen. Zóó dicht zijn zij er nooit bij ge-<br />

weest!"<br />

Hij legde den steen weer In het étui en sloot<br />

de deur van de safe. Kallenbeek lachte, en<br />

hield nog steeds vol dat er, afgezien van dit<br />

voorbeeld van succes, geen mensch op de<br />

wereld was, die niet getroffen zou kunnen wor-<br />

den op het moment, dat hij «r het minst op<br />

verdacht was!<br />

Ik vermeld dit gesprek en dit incident alléén,<br />

omdat Ik «r een veertien dagen later aan moest<br />

denken, toen ik, gevolg gevend aan een uit-<br />

noodlglng om een kopje thee te komen drinken,<br />

door den prachtigen tuin van Het Kasteel liep<br />

en toen Iets zag, dat mij deed begrijpen hoe<br />

Bartels, zonder er eenig vermoeden van te<br />

hebben, getroffen werd terwijl hij er het minst<br />

op verdacht was.. .<br />

En toch had ik deze mogelijkheid kunnen<br />

voorzien — en Bartels waarschijnlijk eveneens.<br />

Nu was het echter niet langer een mogelijkheid,<br />

doch een zekerheid. Want hier zat Lea Bartels<br />

op een half cirkelvormige bank van wit marmer,<br />

haar hoofd gebogen onder een beeld van Cu-<br />

pido, terwijl Weiten naast haar zat, zijn arm<br />

om haar heen geslagen. . .<br />

Terwijl ik ijlings rechtsomkeert maakte en op<br />

mijn schreden terugkeerde, vroeg ik mij af, wat<br />

Bartels daar wel van zou zeggen indien hij het<br />

wis). Lang hoefde ik mij dit echter niet af t«<br />

vragen, want toen Ik onwillekeurig naar boven<br />

keek, zag Ik hem staan achter een der ramen<br />

van de eerste verdieping — zijn gezicht ver-<br />

wrongen van woede en haat! Opeens keerde<br />

hij zich met een ruk om, en was van het raam<br />

verdwenen. . .<br />

Het was duidelijk, dat hij onverwachts naar<br />

Het Kasteel was teruggekeerd. Toen zijn vrouw<br />

mij des morgens In het dorp had ontmoet, had<br />

zij mij gevraagd een kopje thee te komen drin-<br />

ken. „Ik voel me zoo eenzaam, vandaag, dok-<br />

ter," had ze er glimlachend aan toegevoegd.<br />

„Mijn man is naar de stad en komt vanavond<br />

pas laat thuis. .." |<br />

Dien avond, terwijl Ik verdiept was In een<br />

pas uitgekomen boek, werd er gebeld, en «ven<br />

later verscheen de huisknecht In mijn kamer.<br />

„Er is een bedlende van Het Kasteel, dokter,"<br />

zei hij, wat gejaagd. „Of u direct komen wilt.<br />

Er is op mijnheer Bartels geschoten. De man<br />

zegt, dat mijnheer Weiten het heeft gedaan. D«<br />

politie Is al gewaarschuwd."<br />

Ongetwijfeld stonden de zaken slecht voor<br />

Weiten. Hoe men het geval ook keerde of<br />

wendde, men kwam steeds weer tot de conclu-<br />

sie dat hij de dader móést zijn.<br />

Bartels lag in de bibliotheek, toen ik kwam.<br />

Bedienden hadden hem opgetild van den grond,<br />

en op een divan gelegd. Hij had een schotwond<br />

in de maag. Misschien dat de wond bij een<br />

jongeren man niet zoo ernstig zou zijn geweest.<br />

In zijn geval was het echter anders!<br />

lic deed alles wat mogelijk was om hem te<br />

redden, maar ik wist van het eerste moment af<br />

dat hij ten doode was gedoemd.<br />

Hij was niet gezond. Dat was een andere<br />

zwakke plek in zijn harnas, waar hij geen reke-<br />

ning mee had gehouden.<br />

Zonderling genoeg waren dé eenige woorden<br />

die hij den volgenden dag zei, voordat hij stierf,<br />

een herinnering aan Kallenbeeks eigenaardige,<br />

zij het ook juiste opmerking. Welten was er<br />

bij, evenals inspecteur Heider. Deze was on-<br />

middellijk per auto uit de stad gekomen. Ter-<br />

wijl wij in het vertrek zaten en Bartels heime-<br />

lijk gadesloegen, begon zijn mond in het asch-<br />

grauwe gelaat, dat reeds met het waas van den<br />

dood was overtogen, opeens te bewegen. Toen<br />

ik opstond en naar hem toeging, begon hij eeni-<br />

ge woorden te mompelen, die onverstaanbaar<br />

waren.<br />

„Misschien dat hij iets wil zeggen, dat be-<br />

langrijk voor ons is," fluisterde Heider in mijn<br />

oor. En toen zei Bartels, fluisterend, maar heel<br />

duidelijk, „. . . in . . . harnas. . ."<br />

Het volgende oogenblik was hij dood, en we<br />

wendden onze aandacht van hem naar de oor-<br />

zaak van zijn overlijden. Inspecteur Heider, die<br />

over de, door Bartels gesproken woorden na-<br />

dacht, zei na een poosje tegen mij: „Zonder-<br />

ling, om zooiets te zeggen! Wat kan hij be-<br />

doeld hebben?"<br />

Ik dacht natuurlijk aan de opmerking van<br />

Kallenbeek over een zwakken plek in iemands<br />

harnas en aan Bartels antwoord, dat hij nie-<br />

mand ooit zoo dicht bij zich liet komen, dat de<br />

zwakke plek in zijn harnas ontdekt kon worden.<br />

„Nou, dan heeft hij zich vergist," zei Heider,<br />

„want Weiten heeft de zwakke plek in zijn<br />

harnas gevonden. Bartels had verstandiger moe-<br />

ten zijn en zijn jonge vrouw niet in het gezel-<br />

schap van zoo'n kerel moeten achterlaten!"<br />

Ofschoon ik 't met den inspecteur eens was,<br />

haatte ik hem toch een oogenblik om de ma-<br />

nier, waarop hij deze opmerking maakte. De<br />

waarheid er van scheen zóó wreed, dat het in<br />

deze oogenblikken niet onder woorden gebracht<br />

had moeten worden.<br />

„Ja, mijnheer Helder," merkte ik op, „we<br />

hebben allemaal onze temptaties. Maar wij wil-<br />

len toch geen van allen veroordeeld worden,<br />

zonder dat wij gehoord zijn. Dat is een der fun-<br />

damenieele eischen van het recht — geen von-<br />

nis zonder verhoor. Is dat niet zoo?"<br />

Heider knikte. „Laten we naar beneden<br />

gaan," zei hij, „en zien of wij iets wijzer kun-<br />

nen worden. . . I"<br />

Welten was in de bibliotheek toen wij daar<br />

binnentraden. Ook Lea zat er, bleek en stil-,<br />

alsof zij uit steen gehouwen was. Ze keek den<br />

Inspecteur met een smeekenden, en mij mei een<br />

vragenden blik aan. Ook Kallenbeek was er, en<br />

deed nogal kort tegen den inspecteur. - Deze<br />

ging aan de tafel zitten om aanteekeningen te<br />

maken van hetgeen er gezegd zou worden.<br />

In de allereerste plaats teekende hij aan,<br />

hoe de huisknecht, even na hei diner, achter<br />

de gesloten deur van de bibliotheek, een schot<br />

had gehoord. Daar hij even tevoren had ge-<br />

merkt, dat Bartels en Welten er binnen waren<br />

gegaan, en dat zij een woordenwisseling had-<br />

den, snelde hij naar de deur en gooide deze<br />

wijd open. Op den grond bij het schrijfbureau<br />

lag zijn meesier, kreunend van pijn. Bij hem<br />

stond, een revolver in de hand, Welten. De<br />

huisknecht stuurde onmiddellijk bedienden naar<br />

den dokier én naar de politie.<br />

(Zie vervolg mtdmrs In dit nummer)


p£ temmm i/flN« N urn<br />

I uise Ullrich, de uitmuntende Duitsche<br />

•- filmartiste, die het publiek al menig-<br />

maal verrast heeft door zeer bijzondere<br />

en tot in details uitgewerkte creaties,<br />

heeft zich nu aan een taak gewijd, die<br />

ongewoon hooge eischen aan haar ta-<br />

lenten stelt. Dat is de hoofdrol in een<br />

nieuwe Ufa-film „Die Geschichte eines<br />

Lebens", die thans onder regie van<br />

Josef von ßaky in productie is. Het plan<br />

om deze film te vervaardigen ontstond<br />

mede naar aanleiding van het groote<br />

succes, dat Walter Liecks tooneelstuk<br />

„Annelie" in den herfst van he^ vorige<br />

jaar op de Berliner Volksbühne ten deel<br />

viel. Men zag in dit ongewone en ster-<br />

ke stuk, vol dramatische accenten, een<br />

uitstekend filmmateriaal en Thea von<br />

Harbou kreeg opdracht om het stuk tot<br />

filmisch draaiboek om te werken.<br />

Wat ons in deze film verteld wordt,<br />

is de geschiedenis van een vrouwen-<br />

leven, beginnend in de laatste helft van<br />

de vorige eeuw met de geboorte van<br />

Annelie en eindigend met haar dood, in<br />

dezen tijd, als zeventigjarige. Het is dus<br />

- zuiver het verhaal van een menschen-<br />

leven, dat, dank zij de mogelijkheden,<br />

die de film biedt, in een interessante<br />

beeldenreeks is vastgelegd. Juist door<br />

het niet gebonden zijn aan tijd en plaats<br />

en nriede doordat de epische verbinding<br />

tusschen de gebeurtenissen en belang-<br />

rijke perioden in dit vrouwenleven niet<br />

ondergeschikt behoeft te zijn aan de<br />

technische moeilijkheden van het too-<br />

neel, belooft „Die Geschichte eines<br />

Lebens" een interessante rolprent te<br />

worden.<br />

Men komt snel in de verleiding om,<br />

bij een nadere beschouwing van Luise<br />

Ullrichs rol in deze film, speciaal den<br />

nadruk te leggen op de uiterlijke trans-<br />

formatie, die in het leven van één per-<br />

soon, van jonge tot oude vrouw plaats<br />

grijpt, maar Luise Ullrich vindt dat niet<br />

het belangrijkste. Zij zegt hierover: „De<br />

uiterlijkheden van deze rol zijn natuur-<br />

lijk heel gewichtig, maar toch komt het<br />

daarop niet in de allereerste plaats aan.<br />

Ik heb in mijn leven al zooveel vrou-<br />

wen, ook leelijke en oude, gespeeld, dat<br />

deze metamorphose geen speciaal pro-<br />

bleem is. Veel meer wil ik probeeren<br />

deze figuur van binnen uit te laten leven<br />

en speciaal in de latere levensjaren van<br />

Annelie de levenswijsheid, het hart en<br />

de harmonie van den ouderdom zóó<br />

laten spreken, dat men misschien den<br />

LUISE ULLRICH<br />

(foto Tobls)<br />

stok en het brilletje niet mist. Het be-<br />

langrijke in deze film zijn ook niet de<br />

sensationeele gebeurtenissen, die men<br />

zoo vaak in de draaiboeken opgestapeld<br />

vindt. Uitzonderlijke dingen zal men<br />

vergeefs in deze levensgeschiedenis<br />

zoeken. Annelie beleeft, wat iederen<br />

dag honderdduizenden vrouwen en<br />

moeders beleven, niets meer, maar ook<br />

niets minder. Zij heeft lief, zij trouwt,<br />

krijgt kinderen, verliest haar man, zorgt<br />

voor haar zoons, werkt, is gelukkig en<br />

vaak diep-bedroefd, wordt bemind,<br />

; '>-,V/'-«'J<br />

-<br />

wordt ouder en sluit als grootmoeder<br />

haar oogen. In een film als deze, die<br />

een soort cavalcade van een vrouwen-<br />

leven is, passen ook geen ongewone<br />

sensaties."<br />

De overige rollerf in deze film wor-<br />

den gespeeld door Werner Krauss. Kate<br />

Haack, Carl Ludwig Diehl, Albert Hehn<br />

en Axel von Ambesser. Aan de camera<br />

staan Werner Krien en Hanns König,<br />

terwijl Georg Haentzschel de muziek<br />

componeert. De opnamen zijn in Babels-<br />

berg in vollen gang.<br />


DE TRAGEDIE OP „HET KASTEEL"<br />

(Verfo/s)<br />

„En zei mijnheer Weiten misschien, wat er<br />

was gebeurd?" vroeg de inspecteur.<br />

„Neen, mijnheer. Hij staarde als verdwaasd<br />

om zich heen. Ik nam hem het wapen af, en<br />

toen zei hij nog niets. Ik vroeg hem, waarom<br />

hij dat had gedaan, maar hij gaf heele'maal<br />

geen antwoord!"<br />

Hetzelfde getuigenis, of ongeveer hetzelfde,<br />

werd afgelegd door andere bedienden, door den<br />

veldwachter, die het eerst ter plaatse was, en<br />

die Weiten had gearresteerd. Weiten had tegen<br />

niemand ook maar een woord gesproken. Ook<br />

Kallenbeek kon niets anders verklaren.<br />

Hoewel ook hij er bij Weiten op had aange-<br />

drongen om toch iets te zeggen, was deze<br />

b I ij v e n zwijgen I<br />

Kallenbeek vertelde nog, hoe hij met zijn<br />

vriend Bartels vroeger uit de stad was terugge-<br />

keerd dan zij hadden gedacht. „Om volledig te<br />

zijn," voegde hij er aan toe, „moet ik zeggen,<br />

dat wij op mijn aandringen vroeger zijn terug-<br />

gekomen. Ik wist reeds, dat er een verhouding<br />

bestond tusschen Weiten en de vrouw van mijn<br />

vriend. Ik beschouwde het als mijn plicht om<br />

Steve te waarschuwen, daar het duidelijk was,<br />

dat hij absoluut niets vermoedde. . ."<br />

Het was toen, dat er opeens leven in Lea<br />

scheen te komen, en dat zij op hartstochtelijken<br />

toon riep: „U bent de laagste man, dien ik ooit<br />

heb leeren kennen, mijnheer Kalienbeek! Er<br />

bestond geen verhouding tusschen ons. . . dat<br />

zou niet mogelijk zijn geweest, zoo lang mijn<br />

man nog leefde. U. . . en niemand anders, hebt<br />

Steve gedood. . . u, door uw kwaadsprekerij. . ."<br />

„Mevrouw," zei de inspecteur, ,,wij kunnen<br />

ons uw gevoelens zeer goed indenken. We<br />

moeten echter zien uit te vinden, hoe uw man<br />

werd gedood door een kogel uit deze revolver.<br />

U was er niet bij, geloof ik?"<br />

„Neen."<br />

„Ik neem aan, dat uw man, toen hij u en<br />

mijnheer Weiten samen in den tuin ontdekte,<br />

woedend was?"<br />

„Zeker! Verschrikkelijk woedend. Indien er<br />

iemand op dat oogenblik gedood was, dan zou<br />

het Ivor . . . eh . . . mijnheer Welten geweest<br />

zijn. . ."<br />

„Wilt u vertellen, wat er gebeurde tusschen<br />

uw man en u beiden?"<br />

„Hij zei, dat wij van elkaar hielden, en. . ."<br />

„Was dif öïfluist?"<br />

„Neenl" Lea hief trotsch haar hoofd op. „Ik<br />

zou liegen als ik zei, dat het niet waar wasl<br />

Wij hielden van elkaar. Maar wij waren het er<br />

over eens geworden, dat ik loyaal tegenover<br />

mijn man moest blijven, en dat Ivor... eh... mijn-<br />

Verleden week heeft de Nederlandsche S.S. een marsch door Leeuwarden gehouden, bij welke<br />

gelegenheid deze opname gemaakt werd. {Foto Schimmelpemingh)<br />

heer Welten Het Kasteel moest verlaten. We „Waar bewaarde hij dien?"<br />

hadden dit juist afgesproken, toen mijn man „In zijn safe." Weiten wees met zijn hoofd<br />

plotseling verscheen. . ."<br />

naar de deur, die in den wand was aangebracht.<br />

„En vertélde u hem, wat u was overeen- „Indien u het goed vindt, zal


N een, wij kunnen u bij deze stellig<br />

interessante serie foto's geen uitleg of<br />

verklaring geven. Wij erkennen dit uitdrukkelijk!<br />

Wat u hier ziet, is het geheim<br />

van Marvelli, den blanken toovenaar,<br />

die tijdens het congres van<br />

goochelaars uit alle landen der wereld,<br />

kort .voor het uitbreken van den oorlog<br />

te Parijs gehouden, met algemeene<br />

stemmen den titel „Wereldkampioen<br />

der Magiërs" kreeg!<br />

Wij stellen u hier dezen meester,der<br />

zwarte kunst voor, terwijl hij een van<br />

zijn schitterendste, maar ook tevens<br />

een van zijn onbegrijpelijkste trucs uitvoert:<br />

de truc van den zwevenden staf.<br />

Hoè hij hét doet - wij zeiden het<br />

u reeds — dat weten wij niet. Dat is<br />

en blijft zijn geheim. Nu eens schijnt<br />

de staf aan zijn pink, dan weer aan<br />

yeUi l« * en<br />

.kterlsf.eke P«*-<br />

zijn duim te „kleven"; nu eens zweeft<br />

hij vrij tusschen zijn handen en een<br />

anderen keer schijnen zijn handen in<br />

het bezit van een magnetische kracht,<br />

waardoor het is, als vermochten zij<br />

den staf aan te trekken. Het is alsof hij<br />

de staf bezweert, alsof deze alleen aan<br />

de macht van zijn wil gehoorzaamt,<br />

daarbij alle wetten der zwaartekracht<br />

opzij schuivend. ..<br />

Wie Marvelli op het tooneel hebben<br />

zien „werken", kwamen allen onder<br />

den invloed van zijn „kunst" en wij<br />

twijfelen niet of u, die hem hier slechts<br />

„in reproductie" aan den gang ziet,<br />

zult eveneens moeten erkennen, dat u<br />

er niets van begrijpt!<br />

Waarvoor u zich niet behoeft te ge-<br />

neeren, want het was de conclusie van<br />

allen, die hem hebben gezien...<br />

En hier zweeft hij ten<br />

slotte geheel vrij onder<br />

zijn handen, al« bezaten<br />

deie de magnetiic e<br />

kracht om den Maaf aan<br />

te trekken!<br />

op deze foto af-<br />

gebeeld !<br />

*-<br />

Hier rust de staf<br />

tegen den onder-<br />

kant van de muis<br />

zijner handen.<br />

(Foto's IP. & R.S. I Holland)


„De kleur van de lippenstift 1« goed, nu<br />

moet jij nog even probeeren o* ze Ja smaakt.<br />

Jan.<br />

„Dokter, er ligt iemand onder mijn bed,<br />

die den ganschen nacht gesteund heeft. ^Ik<br />

denk, dat hij van mij griep gekregen heeft."<br />

f „Kijk eens, Luusje, ik geloof,<br />

dat ze de Jurken weer korter<br />

dragen dit voorjaarl"<br />

Tmakm fnlngan: H\mmmmi, Dm* III. BlaU; I<br />

Bar/. . ///. Z.i MmrcAurmllo: Nmutl.Z. 1<br />

„... en dat hebt u mij ver-<br />

leden week verkocht voor een<br />

dwergkeesje."<br />

„O, Dick, zou je ook niet<br />

willen kunnen vliegen als een<br />

meeuw?"<br />

„Hik... ben Ik hl«r. . . hik.. . aan den ov«rkant?"<br />

„Neen, daar aan den anderen kan»."<br />

„Maar aan den anderen kant... hik... hebben ze<br />

me gezegd, dat het hier was..."<br />

„Je kunt niet begrijpen. Oskar, hoe ik aan je<br />

hang!<br />

VOOR ZUS<br />

il©ER<br />

1751—18<br />

1781—24. De rok van dezen<br />

overgooler met bretels heeft<br />

aan den voorkant een gedeel-<br />

telijk ingeslikte plooi. De<br />

blouse sluit met knoopen. Be-<br />

noodlgd : voor den overgooler<br />

1.50 M. stof. voor de bloifse<br />

1.25 M. stof, belde van 90 cM.<br />

breedte. Patroon rerkrijgbaar<br />

»oor den leeftijd van 4 tol t,<br />

6 to< 8 en 8 to< 10 jaar.<br />

1731—19<br />

«f K l'.T 16 - Feestel| J'< Jurkje van waschzllde<br />

of batist, gegarneerd met smalle ruches van<br />

hetzelfde materiaal. Benoodlgd : 1.80 M<br />

stof van 80 CM breedte. PatroZ*verkriiabwr<br />

voor den leeftijd van \ tot 2. 2 tot i en 4 tot 6<br />

Jaar.<br />

176—18. BIJ dit manteltje, dat<br />

een glad, recht bovenstukje heeft<br />

ÜWM e . e 1 lj. a P^ Sedragen van de-<br />

zelfde stof. Benoodlgd : 1.50 M. stof<br />

1*1 J 30 cM - bree dte- Patroon ver-<br />

icrilgbaar voor den leeftijd van I


IN<br />

's LEVENS<br />

HERFST<br />

EEN COMPLEET VERHAAL<br />

Het Is met het leven ais met de<br />

natuur: het heeft zijn lente, zijn<br />

zomer en zijn herfst...<br />

Daisy* voelde zich, alsof zij in dit<br />

laatste seizoen was gekomen. Ze zat<br />

voor het raam van haar huisje, en de<br />

courant waarin ze had zitten lezen,<br />

lag op haar schoot. Ze dacht na; ver-<br />

diepte zich In haar leven. Eerst In<br />

haar „lente", toen zij het eenlge ver-<br />

wende kind was van ouders, die haar<br />

aanbaden. Die lente was veel mooier<br />

geweest dan de werkelijkheid, want ze<br />

was steeds even mooi geweest en<br />

nimmer had een wolk haar glans ver-<br />

duisterd. .. Aanbidders waren geko-<br />

- men, maar geen van hen was knap,<br />

rijk of aanzienlijk genoeg voor haar<br />

geweest... „Ik heb nog tijd genoeg,"<br />

zei ze tot zichzelf. „Later zal ik mijn<br />

keus wel bepalen." En ze waren weg-<br />

gegaan. ..<br />

Toen was de zomer gekomen. De<br />

bloemen geurden en de vogels zon-<br />

gen. Er waren ook toen andere aan-<br />

bidders gekomen. In den zomer van<br />

haar leven was Daisy een mooi, hèè!<br />

mooi meisje geweest, met haar, blond<br />

als het koren, en oogen zoo blauw<br />

als de hemel. Van haar aanbidders<br />

was er nóg geen goed genoeg voor<br />

haar; ze had steeds te veel gewild en nooit had<br />

ze er aan gedacht, dat er onvermijdelijk een<br />

dag komt, waarop dé schoonheid van den zomer<br />

gaat verwelken.. .<br />

Haar ouders waren gestorven en ze was al-<br />

leen achtergebleven. Tegen zichzelf redeneerde<br />

ze, dat ze niet lang alleen zou blijven. Maar ze<br />

had het bij het verkeerde eind gehad.. .<br />

Nu was ze zeven en dertig. Dat is een fatale<br />

leeftijd voor een vrouw, omdat de schaduw van<br />

de veertig er reeds op valt. Zeven en dertig,<br />

dat beteekent onvoorwaardelijk de herfst...<br />

Wanneer zij In den spiegel keek, zag ze, dat<br />

heur haar nog blond was als het koren en dat<br />

haar oogen nog blauw waren als de hemel,<br />

maar öm haar oogen liepen dunne, fijne streep-<br />

AHon, nemm »oc/. nM (e/t.n. xu/fce/«ng« nb«;,; Ik mo»i<br />

Hmren dmg een gaf ;„ ;, broek Koppen." (Münchn. /UZ.)<br />

EN TOCH GAAN WIJ<br />

WIJ HEBBEN IMMER8<br />

De practische Hollandsche huis-<br />

vrouwen hebben reeds lang ont-<br />

dekt, dat schoonmaken toch ook wel<br />

mogelijk is,alsermaar weinig zeep be-<br />

schikbaar is. Zij hebben immers Vim!<br />

En Vim helpt haar overal in huis door<br />

den schoonmaak heen. Hiernaast<br />

ziet U hiervan enkele voorbeelden.<br />

Dü alles maakt Vim prachtig<br />

schoon, zonder dat de huisvrouwen<br />

haar zeepbonnen behoeven aan te<br />

spreken. Deze schoonmaak wordt<br />

natuurlijk een VIM-schoonmaak.<br />

Vim kan zeep uitstekend ver-<br />

vangen, o.a. bij het reinigen van:<br />

babybox<br />

beenen voorwerpen<br />

drinkbakjes<br />

duiventillen<br />

eterniet<br />

gereedschap<br />

gordijnlatten<br />

hakbord<br />

komkommerschaaf<br />

kleerhangers<br />

kuipen<br />

kranen<br />

kruiwagens<br />

ladders<br />

ligstoelen<br />

linoleum<br />

mandenwerk<br />

marmer<br />

spiegeliijsten<br />

tobben enz.<br />

Heeft U al eens geprobeerd, hoe<br />

uitstekend Vim is voor het wassehen<br />

van vuile handen ?<br />

1, reinirf" udd .<br />

RADION N.V. ROTTERDAM.VLAARDINGEN<br />

jes, die als met potlood leken getrokken. Er<br />

waren oogenblikken, dat zij zich vermoeid voel-<br />

de, dat de oude veerkracht uit haar léven<br />

scheen geweken...<br />

De jeugd sterft, wanneer de zin voor het<br />

avontuurlijke verdwijnt, wanneer de vlam van<br />

het enthousiasme uitdooft In het hart. De jeugd<br />

leeft niet langer dan de lente; ze kan niet<br />

samengaan met de rijpheid van den zomer, en<br />

voordat de herfst komt, is ze reeds geheel ver-<br />

welkt.<br />

Vóór haar lag... wit? Ze wilde er niet aan<br />

denken; ze durfde er' niet aan denken...<br />

In de courant, die op haar schoot lag, stond<br />

een advertentie van een schoonheidscréme, met<br />

er bij een portret van een meisje, dat er een<br />

aanbeveling voor gaf, omdat zij het zélf ge-<br />

bruikte. Het was ontegenzeglijk een lief meis-<br />

je, met amandelvormlge oogen, die frank en vrij<br />

de wereld inkeken. Peinzend staarde Daisy er<br />

naar; toen, opeens, begon er een glimlach om<br />

haar lippen te spelen. Als zij eens... Ze ge-<br />

bruikte de creme zelf óók... Al jaren lang...<br />

Het zou een eigenaardig« sensatie zijn, wan-<br />

neer de fabrikant er toe overging ook hier foto<br />

te plaatsen. En ze was er van overtuigd: het<br />

meisje, dat nu stond afgebeeld, bezat lang niet<br />

de bijzondere charme, die haar eigen was.. .<br />

gewééstl<br />

Ze stond op en ging naar het ouderwetsche,<br />

mahoniehouten schrijfbureau, waaruit zij uit een<br />

der laden 'n foto van zichzelf haalde, die reeds<br />

ettelijke jaren geleden was genomen. Het was<br />

het portret van een meisje als een bloem... Zóó<br />

had zij er dus uitgezien...<br />

Ze had gehoord, dat men vaak betaalde voor<br />

het recht, om een foto bij een dergelijke re-<br />

clame te mogen afdrukken, en Daisy was niet<br />

rijk. Integendeel... Het was niet noodlg, dat<br />

het portret van den laatsten tijd was. Ze had<br />

de crème reeds van af haar achttiende jaar ge-<br />

bruikt en de foto was genomen, toen zij twintig<br />

was. Wat dit betrof, was er dus niets oneer-<br />

lijks aan...<br />

Gevolg gevend aan een Ietwat dwazen impuls,<br />

zette ze haar naam en adres achter op de foto<br />

en stuurde ze In, met een kort briefje er bij...<br />

Toen zij den brief gepost had, had zij er spijt<br />

van, zooals de menschen gewoonlijk de brieven<br />

betreuren, die zij In een opwelling verzenden;<br />

maar toen had het geen zin meer...<br />

De volgende dagen dacht zij eigenlijk niet<br />

meer aan den brief. Tot zij plotseling, op een<br />

ochtend, antwoord kreeg van de firma. Men<br />

zou gaarne gebruik maken van haar aanbod, en<br />

stuurde tegelijkertijd het gebruikelijk honora-<br />

rium af...<br />

Twee dagen later ontving zij de courant,<br />

waarin haar portret stond afgedrukt. Ze kon<br />

haast niet gefooven, dat zij het was, staarde er<br />

naar alsof het van een ander was.<br />

En toen kwamen de brieven.<br />

Menschen, die door haar schoonheid getroffen<br />

waren, schreven haar In enthousiaste<br />

termen; artisten schreven haar om te<br />

vragen of zij voor hen wilde poseeren.<br />

Ze keek In den spiegel en lachte<br />

bitter. „Als ze het eens wisten," dacht<br />

ze. „Als ze het eens wisten..."<br />

Ze kreeg ook andere brieven. De<br />

wereld scheen opeens vol te zijn met<br />

menschen, die zelfs de kleinste ge-<br />

legenheid aangrepen om haar te<br />

schrijven. Ze kreeg bedelbrieven, on-<br />

beschaamde brieven, brieven die over-<br />

vloeiden van bewondering en brieven<br />

van avonturiers, die verlangden kennis<br />

met haar te maken...<br />

Zonder er verder bij te denken,<br />

wierp zij ze allemaal in de papier-<br />

mand; behalve één: die had haar Iets<br />

gezegd. De brief was van een man,<br />

die zichzelf teekende Dick Nagtegaai.<br />

Hij schreef, omdat hij iets hid te<br />

schrijven, beweerde hij, en hij begreep<br />

heel goed, dat het eigenlijk heel stout-<br />

moedig van hem was. Hij vertelde<br />

haar eerlijk, dat hij nog nimmer zoo'n<br />

knap gezichtje had gezien, maar dat<br />

haar jeugd hem bang had gemaakt.<br />

Jeugd, schreef hij. Is zoo ontzettend<br />

wreed, terwijl de ouderdom goed en<br />

mild isl De jeugd wilde in haar en-<br />

thousiasme slechts vooruit, ten koste<br />

van alles, als het moest, en miste daar-<br />

door dikwijls haar doel: geluk om zich<br />

heen te verspreiden I Hij smeekte haar<br />

bijna, haar leven goed te leven, om<br />

verstandig te kiezen en het beste van<br />

haar omstandigheden te maken wat er<br />

van te maken viel.<br />

Terwijl ze den brief las en herlas,<br />

voelde Daisy diep de groote waar-<br />

heid, die er in was uitgedrukt. Die<br />

man kende het leven.<br />

Zijn brief was de eenlge, waarop ze ant-<br />

woordde. Ze schreef hem als het jonge meisje<br />

van de foto, dat nog op den drempel van het<br />

leven staat; ze vroeg zijn raad over alle kleine<br />

problemen, die zich vroeger in haar leven had-<br />

den voorgedaan: de aanbidders die niet rijk ge-<br />

noeg waren, of niet verstandig genoeg, of niet<br />

knap genoeg en ook: haar ouders, die haar<br />

verafgoodden.. .<br />

Hij antwoordde haar en gaf den verstandig-<br />

sten raad, dien Iemand ooit in zijn leven krijgen<br />

kan. Hij schreef haar tweemaal, soms driemaal<br />

per week en zijn brieven waren de lichtpunten<br />

in haar glansloos bestaan. Want het leven had<br />

haar Immers niets meer te gevenl Ze was bang<br />

om het leven in te gaan, om binnen te dringen<br />

..Meer ie heni loch blind? En loch ,1e Ie, del Ik Ie ieti<br />

w// geven..." '<br />

„In vertrouwen gezegd, mevrouw, ben it eigenlijk ilom..."<br />

(Mare Aurelia)<br />

■<br />

..-.— _•:..- 1<br />

„, .■-■'•<br />

-■<br />

I ^<br />

- \ i<br />

^ h ic r^ ^1<br />

„Wij zullen trachten een waschmiddel voor de vaat<br />

samen te stellen, dat geen zeep bevat en toch goed is",<br />

zeiden de scheikundigen van de Sunlight-fabrieken!<br />

Maandenlang namen zij alle mogelijke proeven en wasch-<br />

ten vaatwerk op alle mogelijke manieren. Eindelijk werd<br />

hun arbeid met succes bekroond. Zij ontdekten Vet-Ex,<br />

het moderne product, dat de vaten sneller en beter<br />

wascht dan welke zeep ook. En veel goedkooper. Juist<br />

iets voor den modernen tijdt Potten, pannen, lepels,<br />

vorken, glaswerk, ja zelfs het fijnste kristal. Zie eens<br />

hoe prachtig blinkend alles uit de omwaschieil met<br />

Vet-Ex komtl Voorts geeft Vet-Ex geen reuk of smaak<br />

aan glas of porcelein, zooals sommige andere wasch-<br />

middelen doen. Voor het ver wij der en van vet is<br />

Vet-Ex absoluut onovertrefbaar. Spaar dus voortaan<br />

Uw zeep voor de behandeling van Uw linnen-<br />

goed en neem uitsluitend Vet-Ex voor de vaat<br />

GEEN ZEEP MEER VOOR DE VAAT<br />

NEEM VET-EX THANS TE BAAT<br />

f en nieuw proäuet der Suni<br />

in zijn intieme diepten; ze voelde zich alleen...<br />

Toen, op een avond in October, kwam zijn<br />

telegram: „Vanavond kom ik u bezoeken. Dick<br />

Nagtegaai."<br />

Ze zat weer voor het raam, het telegram in<br />

haar hand en dacht opnieuw na. Hij mocht haar<br />

niet zien. Ze was immers niet meer het meisje,<br />

dat hij bewonderde; ze was nu oud. Ze kon<br />

zich niet herinneren, dat ze zich ooit zóó oud<br />

had gevoeld. En toch wilde ze hem zoo graag<br />

zien. .. den man, die haar zooveel vreugde had<br />

gegeven, den man, met zooveel levenskennis en<br />

levensbegrip. Ze kóq hem niet laten weggaan,<br />

zonder hem te hebben gesproken.<br />

Tegen de schemering kwam hij. Groot en<br />

rechtop trad hij de kamer binnen, waar in vazen<br />

herfstast^rs stonden en in de hoeken schemer-<br />

lampen brandden. Zijn haar was door den tijd<br />

gegrijsd en boven zijn helderblauwe oogen<br />

waren rimpels getrokken. Ze beefde, toen ze<br />

opstond van haar stoei en ze deed moeite, haar<br />

gezicht wat In de schaduw te houden. Hij mocht<br />

haar niet goed zien.<br />

„Waar..." begon hij en hield toen op.<br />

„Daisy is uit," fluisterde ze flauwtjes. „Ik ben<br />

haar tante. Het spijt me, dat u vergeefs Is ge-<br />

komen."<br />

Het licht van de lampen tooverde een gouden<br />

gloed op haar korenblond haar en ze kwam<br />

hem slank en teeder voor als een bloem. Hij<br />

trad op haar toe en reikte haar de hand.<br />

..Is u er zeker van, dat u... dat u Daisy niet<br />

•<br />

DE IDEALE<br />

<strong>MET</strong>HODE VAN<br />

VATENWASSCHEN<br />

VOOR ONZE<br />

HUISVROUWEN<br />

^r T abrieken<br />

is?" vroeg hij, haar onderzoekertd aanziend.<br />

Ze gingen zitten.<br />

„Het portret was van een meisje," vervolgde<br />

hij, „maar In de brieven vond ik een teederheld,<br />

een gematigdheid, die vreemd is aan de jeugd.<br />

Ze waren vol goedheid en levenswijsheid. Daar-<br />

om ben ik gekomen!" besloot hij.<br />

Ze knikte.<br />

„Uw brieven hebben heel veel voor mij be-<br />

teekend," zei ze ten slotte. „Ik wilde u niet be-<br />

driegen; ik wilde u alleen maar niet teleur-<br />

stellen."<br />

„Hoe zoudt u mij hebben kunnen teleur-<br />

stellen? Waardoor dan?"<br />

„Door u te vertellen hoe oud ik was."<br />

Hij lachte. „Ik ben zelf vijf en veertig," zei<br />

hij toen, „en ik ben er trolsch op. De jeugd<br />

verdraagt zoo weinig; ze is zoo onbarmhartig,<br />

zoo wreed; ze begrijpt niet. . . Maar u en ik. . .<br />

wij beginnen te begrijpenl Wij hebben geleerd<br />

toe te geven. . ."<br />

Hij leunde voorover en nam haar handen in<br />

de zijne. Buiten was het herfst, heerschte de<br />

duisternis, maar binnen was het lente en heersch-<br />

ten het licht en de liefde. ..<br />

„Ik ben oud," zei ze na een poos met een<br />

zucht. „Kijk maar naar mijn gezicht. . . Ziel u<br />

de rimpels niet?"<br />

„Het Is het liefste, het mooiste gezicht, dat<br />

ik ken," zei hij gelukkig, „omdat de milde glans<br />

van 's levens ernst er over gespreid ligt."<br />

En hij kuste haar plechtig...


OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND<br />

9 APRIL 1941<br />

OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL<br />

H S A p<br />

L- E L 5 l [T A L<br />

L A R A J^ n E R 0<br />

L A Tfir E LMK 0 P<br />

B n A M e M<br />

^'- r<br />

L" A ^ 1 1 n E L]<br />

*k L E E 0 E JK<br />

A D A«n E EMK A P<br />

Ti A s 0 ^«r L £ M A<br />

OPLOSSING<br />

PUNTENRAADSEL<br />

K A R AT<br />

A 0 . T U<br />

A o ' E £<br />

5 T I L L E M<br />

L < | B A<br />

A - E N E . A<br />

OPLOSSING<br />

FILMSTER-<br />

KAM-<br />

RAADSEL<br />

E 0 }} 1 K A R<br />

M E n M<br />

OPLOSSING<br />

RUITEN-<br />

RAADSEL<br />

OPLOSSING<br />

INVULRAADSEL<br />

n E M E M<br />

B A 0 A K<br />

6 E M D E<br />

D A J A K<br />

M E & £ M<br />

OPLOSSING<br />

[<br />

LEEKEDICHT-<br />

GETALLEN-RAADSEL<br />

starten - feest -<br />

lachen - luwte<br />

gracht - modder<br />

■ zingen -<br />

koren - lood - vinger<br />

- kot - tik<br />

't Geloof van de<br />

Eeuw, in 't kort<br />

gezegd,<br />

Is dit: Och, alles<br />

komt terecht.<br />

T<br />

G E L<br />

EL 0 0 F V<br />

A M D E E<br />

E U V\ ' 1 . n T<br />

K 0 R T 6 E z<br />

E 6 0 1 S 0 1 T<br />

0 C H A L L E 5 K<br />

0 M T T E R E C M T<br />

GISELA UH1EN<br />

G 1 i t L A u H L E n<br />

R P E 1 1 0<br />

0 1 E T D 0<br />

E K R 6 M R<br />

1<br />

t<br />

K<br />

E<br />

A<br />

n L R. F T fl<br />

A<br />

A<br />

A<br />

0<br />

E<br />

Horizontaal<br />

1. naam van een rivier<br />

4. wisselvalligheid<br />

Horizontaal<br />

1. potsenmaker (mv.)<br />

Verticaal<br />

1. kloppen met een hamer<br />

2. zilverwitte metaalstof<br />

3. arbeidsduur<br />

4. helmstok<br />

5. overmaat<br />

6. opslaan, opzoeken<br />

De te gebruiken letters:<br />

a, a, a, a, a, a, d, e, e, e,<br />

e, e, e, e, f, g, h, i, i, k, 1,<br />

m, m, n, n, n, n, n, o, o,<br />

o, p, r, r, r, r, r, s, s, s,<br />

t, t, t, t, u, w, ij.<br />

KRUISWOORDRAADSEL<br />

7, helder klinkena<br />

9. meisjesnaam (afk.)<br />

11. van binnen ledig<br />

(A—b—c) + ( d — e ) + (f—8) "f<br />

+ (j—k—1) + (m—n—o) = P.<br />

KAMRAADSEL<br />

12. voorzetsel<br />

13, schaapskameel<br />

15. massa<br />

17. vochtig<br />

18. achting<br />

19. nap<br />

20. smalle strook<br />

22. voegwoord<br />

23. weefsel<br />

25. namelijk (afkorting)<br />

26. plaats gouv. Suma-<br />

tra's O.-kust<br />

28. ontkenning<br />

29. bijwoord (<br />

Verticaal<br />

1. graanproduct<br />

2. spil<br />

3. luidkeels lachen<br />

4. luchtvensteropening<br />

in een kelder<br />

5. reeds<br />

6. orgaan<br />

8. uitroep<br />

10. aansporen<br />

12. uitsteeksel boven<br />

gebouwen<br />

14. vermoeid<br />

16. hert<br />

19. lichaamsdeel<br />

21. voornemen<br />

24, in het jaar onzes<br />

Heeren (Lat. afk.)<br />

26. persoonlijk voornaam-<br />

woord<br />

27. afkorting van den<br />

naam van een wind-<br />

streek<br />

r" 2 5 " 't 5 S""<br />

VERGELIJKINGSRAADSEL<br />

(h—i)<br />

De beteekenis der letters is als volgt:<br />

A = kwaadspreken<br />

b = hemellichaam<br />

c = voegwoord<br />

d = kwynen<br />

e = voegwoord ''<br />

f = vrucht<br />

g = muzieknoot<br />

h = pit van een oliestel<br />

i = te dien tyde<br />

j •= dichterby komen<br />

k = lidwoord<br />

1 = dierenverblijf<br />

m = volledig<br />

n = persoonlyk voornaamwoord<br />

o = ongeschonden<br />

Wat is P ?<br />

•<br />

VERBINDINGSRAADSEL<br />

Door toevoeging van één verbindingsletter kunnen de woorden uit de eerste ry<br />

met die van de tweede één woord vormen.<br />

De gebruikte verbindingsletters vormen een woord dat beteekent: stuurmanskunst<br />

De eerste ry woorden staat in de juiste volgorde.<br />

blad el vent — erf bes — eer<br />

k ° ren el ^ys ar ster - erf<br />

olle f,er spat ren koest — ej<br />

4<br />

5<br />

6<br />

3<br />

/<br />

2<br />

6<br />

N-PUZZLE<br />

1<br />

n<br />

IS<br />

N<br />

N<br />

M<br />

M<br />

N<br />

M<br />

9 N<br />

De m te vullen letters vormen horizon-<br />

taal woorden van de volgende betee-<br />

kenis:<br />

1. boomtak<br />

2. aansporen<br />

3. een klank geven<br />

4. knypend ledigen<br />

5. aan stukken snyden<br />

6. knagende stukmaken<br />

7. in den grond zetten<br />

8. zijn glans verliezen<br />

0. gewicht<br />

De te gebruiken letters: a, a, a, a, d, e<br />

e, e, e, e, e, e, e, e, e, g, i, i, k, k, k, k,<br />

1, 1, m, n n, n, n, n, n, n, n, n, n, n, n,<br />

n, n, n, n, o, p, p, r, r, s, s, t, t, t, t, u,<br />

v . v, y, y.<br />

E AM ATILV<br />

fm hebban er 100'n vermoeden ven, dal de opgave die wij<br />

hierboven plaatlen, dit keer niet zoo gemakkelijk It, maar<br />

omdat wij weten, dat onze speurders voor geen kleintje vervaard<br />

zijn, hebben wij hal er tóch maar op gewaagd . . .<br />

Wij zullan weer een prijs v,n f. 2.50 benevent twee Iroott-<br />

prljzan verdeelen onder hen, die om een goed antwoord zenden.<br />

De verdeeling der prijzen geschiedt op een manier, waarbij alle<br />

Inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op hel<br />

verkrijgen van een der prijien. U gelieve Uw antwoord In Ie zenden<br />

vóór 30 April aen MV. Detective, Noordeinde 8, Lelden. Op briel-<br />

kaart of enveloppe vermelden: Amitear-Delective 30 April.<br />

FILMSTER-VERANDERRAADSEL<br />

VlADV I<br />

RAHL 3<br />

Het woord Alady moet door vijf veran-<br />

deringen, door lederen keer één letter<br />

door een andere te vervangen, veran-<br />

derd worden in Rahl.<br />

Wij stellen een hoofdprijs van f 2.50<br />

en tien filmfoto's beschikbaar om te<br />

verdeelen onder de goede oplossers.<br />

Antwoorden in te zenden vóór 30 April<br />

aan Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Lei-<br />

den. Op enveloppe of briefkaart a. u. b.<br />

duidelijk vermelden: Filmpuzzle 30<br />

April. Deze puzzle kan tegelyk met de<br />

andere ingezonden worden, doch liefst<br />

op een apart velletje papier.<br />

ETECTIVE<br />

De oplossing van het<br />

voorlaatste foto-probleem.<br />

De hoofdprijs van f. 2.50 w«rd deze<br />

week verworven door: mejuffr.W. Luxem-<br />

bourg, 'i-Gravenhege.<br />

De troostprijzen vielen ten deel aan:<br />

den heer J. M. Rosmeier, Leidschendam ;<br />

den heer H. ter Helde, Amsterdam.<br />

DE PRIJSWINNAARS<br />

De hoofdprijzen werden deze week verwor-<br />

ven door:<br />

mevrouw H. Ververs, RoHerdam;<br />

mejuffrouw A. de Zeeuw, Amsterdam;<br />

mejuffrouw K. Smith, Rotterdam;<br />

den heer H. J. Lekx, Koudekerk a/d Rijn;<br />

den heer J. Jobs«;, Utrecht.<br />

De troostprijzen konden worden toegekend<br />

aan:<br />

mevrouw J. Soot, Amsterdam;<br />

mevrouw A. v. d. Hengel, Amsterdam;<br />

mevrouw A. C. Ras, RoHerdam;<br />

mejuffrouw M. Nat, Alkmaar;<br />

mejuffrouw H. v. d. Westen, Haarlem;<br />

den heer J. van Kuyk, 's-Gravenhage;<br />

den heer W. H. Vermeulen, Alkmaar;<br />

mejuffrouw N. A. Zomerhuis, Deventer;<br />

den heer H. Sieffers, Haarlem;<br />

den heer W. v. d. Boogaard, Amsterdam;<br />

den heer H. H. Didden, Koudekerk a/d Rijn;<br />

den heer S. Halbesma, Leeuwarden;<br />

den heer G. Maas, Amsterdam;<br />

den heer H. de Priester, Borssele;<br />

den heer J. Hansma, Groningen;<br />

mejuffrouw V. Buurman, Z. O. Beemster;<br />

den heer A. Kempers, Rotterdam;<br />

den heer H. C. Briedée, Amsterdam;<br />

den heer B. J. Boerma, Amsterdam;<br />

den heer J. Pennings, Tilburg.<br />

Den hoofdprijs van de filmpuzzle verwierf:<br />

mejuffrouw E. C. de Boer, Hilversum.<br />

De troostprijzen vielen ten deel aan:<br />

mejuffrouw J. Hagendijk, RoHerdam;<br />

mejuffrouw G. Richter, RoHerdam;<br />

mejuffrouw M. Baudoin, Breda;<br />

den heer J. Burggraaf, RoHerdam;<br />

den heer D. C. Tuyl, Schiedam;<br />

den heer H. Wolf, RoHerdam;<br />

den heer A. Moorman, RoHerdam;<br />

den heer G. H. ▼. Beusichem, Haarlem;<br />

den heer A. Lauwrier, RoHerdam;<br />

den heer F. C. Thomson; 's-Gravenhage.<br />

ONZE PRIJZEN.<br />

Voor goede oplossingen van iedere<br />

puzzle, stellen wij een prijs van<br />

ƒ2.50 benevens vier troostprijzen<br />

beschikbaar. In totaal dus deze week<br />

7 prijzen van ƒ2.50 elk,<br />

22 troostprijzen en<br />

10 filmfoto's.<br />

DE OPLOSSINGEN<br />

op de in dit nummer voorkomende<br />

puzzles, enzoovoort, gelieve men<br />

vóór 30 April 1941 in te zenden aan<br />

Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden.<br />

Op enveloppe of briefkaart vermelde<br />

men duidelijk:<br />

Oplossingen Zoek en Vind<br />

30 April 1941


Veivolé van : De roman v&n Thomas Hoik<br />

fuga en canon hem diep bewogen, omdat hij in de heldere, krachtice<br />

buna rekenkundig gebouwde structuur de onrustige spankracht van<br />

den geest voelde, maar tegelykertüd den kalmen slafvan het ge"<br />

dTwIjding ' de . dlepten en de bre ^te er van, en de waarheid en<br />

Hen T ^l- e i S ! 0r ^'" neen l t - U In f ni ^ kwal « k . aar u houdt me voor<br />

den gek, goeierd! zei hy op komisch afwerende wyze door de tele-<br />

foon om zeven uur des morgens, want tante von Estorff, zijn lieve<br />

vertrouwde in alle aangelegenheden van het leven die biüten z^n<br />

beroep omgingen, raadde hem ernstig aan, ter gelegenheid van den<br />

stapelloop volgens oervaderlyke zeden een plechtige gekleede jas<br />

dfe^ t .fh. trekken ■ Wa, ? tdat Was een eerbiedig overgenomen Si £<br />

die achting en navolging verdiende.<br />

„Goed tante Estorff, als u in grootmoeders crinoline met al die<br />

en'mf- dÄff ? ^"V? ^ k0m ik in een 8 ekleede >**' ^slist,<br />

en nu. dag beste tante, tot straks, a rivederci...." Hy legde lachend<br />

den hoorn op het toestel en liet zich toen met het gelukzllige gevoel<br />

nog een uurtje te kunnen luieren, in zyn kussens achterover vaUen!<br />

Holks slaapkamer was met dikke, opengewerkte gordynen ver-<br />

duisterd, en de kunstmatige schemering weefde nog sluiers om de<br />

voorwerpen in het vertrek. Zyn oogen zochten licht en vonden het<br />

in de opengewerkte versieringen der zwarte gordynen, waar door-<br />

heen overal stukken van den glanzenden hemel als schelven van een<br />

kapotgeslagen diadeem vielen. Het licht lokte<br />

Met een ruk kwam hy overeind en stootte, alsof hy aan het begin<br />

wnA" « elukkl «fV a g het omen van de gelukszwangere scherven<br />

wilde bezweren, de kleurige vaas met bloemen van zyn nachttafeltje,<br />

zoodat de bos seringen, die de huishoudster als morgengroet n e<br />

plechtige geheimzinnigheid in zyn kamer had neergezet; als een ver-<br />

warde massa op den grond viel. De brekende vaas en de verstrooide<br />

bloemen, die door den val opeens al hun geur schenen af te geven<br />

deden hein op jongensachtige manier in een lach schieten en opge-<br />

wekt bracht hy alles zoo goed hy het kon weec in orde<br />

In een kamerjas gehuld ging hy naar zyn zitkamer en zette d«ar<br />

de seringen neer in een andere vaas met dubbele oomi en allegori-<br />

sche versieringen die aangebracht waren in mangaan en diepblauw.<br />

Ihomas Holk hield van mooie dingen omdat hy er een goeden<br />

smaak op na hield, en niet om met hun bezit pocherig te kunnen<br />

•pronken. Hy was ook geen verwoed verzamelaar, maar een stille<br />

*<br />

- - I'<br />

w.!" d !?" iets moois -, hr was iets zwaarWichtigs in dit vertrek<br />

7*ï If- mor ^ nzon haar stralen vryelyk spelen liet, malr alles<br />

ademde hier een aangename harmonie en een lichte opgewekte<br />

de ThrifftS fS H- e SerieU i e heer Uit den renaissance-tyd, d^f boven<br />

de schryftafel hing en die een zwartzyden, met bont afgezetten<br />

"enfieschflde'rH h'H ^^ dii ? 0I l\ e ' ^ zoogenaamde Bass "nó<br />

tf^rf l" f h ? d ' schee11 in z ^ n blonden baard te glimlachen<br />

T.^ 1 ^ » eerkeek 0 P de parelmoerachtige majolica-borden en<br />

Turksch-groene fayenceborden, die de een of andere mijnheer Ho^k<br />

misschien wel een driehonderd jaar geleden een z«n Serkorene<br />

ter gelegenheid van hun verloving had geschonken uuverKorene<br />

vonH OUd ^ er, die met verbazin g de verhuizing der seringen<br />

2^1 e envoudige vaas naar het kostbare pronkstuk met de X"<br />

^onsche versieringen zag, en die van deze verwisseling als van een<br />

persoonlyke hulde genoot, bracht zyn post binnen.<br />

Holk glimlachte dankbaar om een groet van zijn «eesteliiken or.<br />

dfn superintendent Gmelin, onder wiens vro2 beschemfng S<br />

eerste opvoeding had plaatsgevonden; hy ergerde zich oveTde aan"<br />

ntïlZt 0 P drin « eri «. he !d van den wynhandelaar Munterfering, dL<br />

^.t Tu S t n rM We , vanat,es z « n dranken aanprees; hy begroette ver!<br />

rast de hartelyke kaart van zyn schoolvriend Julius Löpelmann dfen<br />

hy zeker in geen tien jaar of langer niet had gezien en Se nü me"<br />

een geheimzinnige toespeling op zyn muzikale zending een spoeT«<br />

bezoek in het vooruitzicht stelde; hy las misnoegd een met krul<br />

letters geschreven brief van Ada Rasmus, die met een domme maar<br />

shm bedoelde toespeling op Cremona haai^ verschy-ning op h"t ^nd-<br />

feestje ter ge egenheid van den stapelloop „levendig" - dat schreef<br />

zy inderdaad! - in twyfel moest trekken. senreef<br />

Hy rook zooals steeds lont en begon te fluiten. Hij floot een<br />

scherzo - thema van Haydn, dien hy den genialen om van alle<br />

vroegere musici noemde - en terwyl het fluiten hem weer<br />

snel in een goed humeur bracht, zette hfc op goed geluk, de ZZ<br />

......speelt nu de Zigeunerprimas Casca Föderzeg met zijn noesta-<br />

Z !?H een ei * en h compositie...." Hè. wat knetterdfn de wi|e pas-<br />

sages door de kamer; verduiveld, hoe schitterde het vuurwefk van<br />

flageoletten en tri Iers; verdraaid, wat een vonken sproeTden deze<br />

technische wonderknalbonbons van dit.... hoe heette het stuk toch<br />

Holk zette het toestel met een ruk af, zoodat het plotseling ver-<br />

stomde. Hy ging, terwyt hij xyn. schrik op dit vroege ochtenduur<br />

met een bevrydend lachje verdreef, aan zijn schAe^zS ^<br />

bekeek peinzend de kaart van. zyn schoolkameraad Julius Löpel<br />

mann. die zoo graag Turkschen honing at. by voorkeur groene das-<br />

sen droeg en zeven instrumenten „beheerschte". Ja. in dien Julfus<br />

ThL een H W ,t re n mUzik , ant! Zlin moeder was vroedvrouw dat w"st<br />

Thomas Holk allemaal nog heel goed.<br />

tt> H Jjfla g aan den V, uH g ^ zitten en speelde, om zyn evenwicht terug<br />

wal Mozart rVan ^ den Wild 8 ewor d en Zigeuner beroofd<br />

HOOFDSTUK III.<br />

De terreinen van de werf lagen te glanzen in het licht van de<br />

Meizon. die zich schitterend weerspiegelde in het gekabbel van den<br />

cn?i? I i Vier .Y.^nsde hier reeds als een vurige verloofde naar het<br />

snelle huwelyk met de zee! Zy verbreedde zich, werd ontevreden<br />

overmoedig, nerveus.... Zy huppelde af en toe van blydschap, en<br />

de scheepjes op haar rug huppelden in dezelfde maat mee. Hier<br />

zwoegde mylenver nvierop- en -afwaarts de wereld van stoom-<br />

booten, schuiten en barkassen. Kaden, kranen, schuren en bruggen,<br />

fluiten, huilen bellen en stampen, masten, ra's. touwwerk en teer.<br />

dat was de taal waarin hier gesproken werd. en de prachtige kerels<br />

met hun typische gezichten en gebaren waren de/werkzame acteurs<br />

van dit grootsch opgezette tooneel van den wec^ldhandel, waarvan<br />

de roem de wereld omspande. ' . ««" vuu<br />

R^t^lll 1 « 8 ' waa ^ 0 P reusachtig groot het stalen lichaam van de<br />

..Berthold Rasmus lag werd omstuwd door feestelyk gestemde<br />

menschen Sirenen huilden schril het voorspel en bedreigden met<br />

hun doordringend geluid den yver van een muziekkorps, maar toen<br />

het gehuil eenige octaven zonk en daarna ophield, kwamen de vroo-<br />

lyke wysjes des te beter tot hun recht.<br />

i^ P u de J me ^ wi , m P e,s ' blo emen en groen versierde doopkansel. die<br />

vlak by den boek van het schip was opgericht, stonden achter con-<br />

sul Henri Rasmus den reeder, diens vrouw Johanna en, met Holk<br />

in gesprek, Ada. Holk wees met een gelukkig gezicht op het gewemel<br />

beneden zich en naar het schip, zijn schip. De procuratiehouder van<br />

de reedery, Sievers, een flinke man van het oude slag. schoof onge-<br />

geneerd een sappige tabakspruim achter zyn linkerkiezen en gaf te<br />

verstaan, dat men nu maar beginnen moest.<br />

„Dus je komt vanavond niet, Ada?" vroeg Holk volkomen onver-<br />

schillig.<br />

„Als je het graag hebt, dan natuurlyk wèl, Thomas," en Holk, die<br />

door de handige snelheid van het antwoord eenigszins verward<br />

raakte, glimlachte wat verlegen: „De meter is toch de hoofdper-<br />

Consul Rasmus ging naar de balustrade van den doopkansel en<br />

n, ,„ -.., t ^ stelde zich op vóór den mdcrophoon,<br />

n:/^r.7;r^„^:;*"0 n .'k ^ de mannen, die de technische'<br />

aan dan Beriijo.che dierentuin werkzaamheden van den stapelloop<br />

{Foto Tobh) voorbereidden, hadden het teeken ge-<br />

geven. De consul schraapte zyn keel,<br />

zette de sluizen van zyn welsprekend-<br />

heid open en genoot daar zélf zoozeer<br />

van. dat de vrouw van den reeder. wier<br />

lichaanj haar heel wat te dragen op-<br />

legde, zuchtend tegen de balustrade van<br />

den doopkansel leunde en zichzelf tot<br />

trooist toefluisterde „ in ieder ge-<br />

val is het nog een geluk, dat hy niet<br />

met de financiën begint "<br />

Holk vond het pathos, waarmede de<br />

consul sprak, nogal grappig, en terwyl<br />

deze in het licht van zyn rede de stoute<br />

plannen, de ontwikkeling van den<br />

bouw, het gedaver van de klinkhamers,<br />

het gesis van de laschmachines en het<br />

genie van den geachten en beminden<br />

Dr. Holk zichtbaar, hoorbaar en tast-<br />

baar probeerde te maken, stak Dr.<br />

Holk achter den breeden rug van den<br />

procuratiehouder der reedery een siga-<br />

ret op en blies de rook, als een school-<br />

jongen, heimelyk naar den grond.<br />

Ada zag het en geboeid staarde zy<br />

naar Holk, begeleidde elk van zyn be-<br />

wegingen met haar oogen en toen hy,<br />

omdat hy waarschynlyk haar belang-<br />

stelling vóélde, haar blik kort beant-<br />

woordde, glimlachte zy op een wyze,<br />

waaruit duidelyk bleek, dat zy verliefd<br />

op hem was....<br />

Er kwam wat wind opzetten.<br />

De toespraak van den reeder scheen<br />

spoedig afgeloopen te zyn, want de<br />

kernachtige bas van den zeeman raakte<br />

in stillere wateren, en deelde nu ont-<br />

roerd aan de verschillende adressen de<br />

verdiende betuigingen van dankbaar-<br />

heid uit<br />

Ada stond nog steeds geboeid naar<br />

Holk te kyken.<br />

De vrouw van den consul gaf haar<br />

een zacht duwtje met haar elleboog.<br />

„Nu gaat het gebeuren, kind."<br />

Vragend keek Ada haar aan.<br />

„Je oogèn toe. en de flesch met een<br />

vaart weggooien! Stel je maar voor, dat<br />

je de flesch naar iemands hoofd<br />

gooit " De vrouw van den consul<br />

was werkelyk zoo kernachtig als zy<br />

sprak. De consul zou dit hebben kunnen bevestigen.<br />

Wat was er met Ada? Haar gezicht zag Smal en bleek. De wind<br />

tloot opgewonden.<br />

De consul stuurde zyn rede nu kaarsrecht naar de pointe, men<br />

merkte het heel duidelyk en iedereen keek naar de meter.<br />

De meter keek naan Holk.<br />

„Ik verzoek nu mevrouw Ada Rasmus, de dochter van myn besten<br />

te vroeg gestorven broer en mede-eigenaar van onze reederij het<br />

schip met den naam van haar vader te doopen!"<br />

Ada trad langzaam op de balustrade toe en nam de flesch cham-<br />

pagne aan, die Henri Rasmus haar gaf.<br />

Zachtjes sprak zy het schip toe.<br />

„Ik doop je met den naam van myn vader Berthold Rasmus<br />

Een razende windstoot rukte aan de balustrade. Ada zweeg Ze<br />

beefde.<br />

Berthold Rasmus, en geef je over aan je element, waarin ik<br />

hoop dat je altyd gelukkig je weg zult kiezen "<br />

Ze trok het touw strak, waaraan de hals van de flesch gebonden<br />

was, en slingerde deze met plotselinge energie, waarin zy heel haar<br />

opwinding scheen te ontladen, tegen den yzeren boeg.<br />

Op den steiger brak het gejubel los.<br />

Ada zonk ineen, alsof zy door een slag ter aarde was geveld.<br />

Sirenen en fluiten voerden een duet uit.<br />

Het schip gleed trotsch in zyn ryk.<br />

Beneden, waar de menigte den rustig afgepasten weg van de<br />

„Berthold Rasmus" langs de helling met een oorverdoovend gejubel<br />

oegeleidde, kon men niet zien dat Ada ineengezonken was.<br />

Met groote oogen keek zij Holk aan.<br />

„Neem me niet kwalyk, kinderen." fluisterde zij. terwyl zy zich<br />

snel aan den arm van den consul ophief, „ik weet niet. wat het<br />

was...."<br />

De vrouw van den consul stak gerustgesteld het fleschje eau de<br />

^ologne weer in haar taschje. en van den boeg van het schip, welks<br />

Jichaam zich nu met zyn element verbond, gleden de resten cham-<br />

pagne als tranen naar beneden<br />

HOOFDSTUK IV.<br />

In het Bremer patriciërshuis vond men alles byeen wat goede<br />

mÊË<br />

■<br />

maat<br />

ZIJ VERZORGT ZE <strong>MET</strong> OI» l>E JUISTE WIJZEI<br />

Men kan tanden niet beoordeelen naar<br />

de voorzijde alleen. Want tandsteen,<br />

het groote gevaar voor het gebit, zit<br />

meestal verborgen achter de tanden.<br />

Langzaam maar zeker groeit het aan.<br />

wordt steenhard en dringt tgsschen<br />

tanden en tandvleesch. Terwijl zij aan<br />

de voorzijde nog mooi wit zijn. raken<br />

de tanden los en vallen uit.<br />

Bij goede tandverzorging op de moderne<br />

wijze wordt het tandsteen doelmatig<br />

bestreden! De moderne tandverzorging<br />

is... het regelmatig poetsen van de<br />

_^_ j.fc.f. ■";.:■ -■„ s. '.<br />

tanden met Solidox-tandpasta. het eenige<br />

Nederlandsche tandpasta, dat Sulforicin-<br />

oleaat bevat (Neder!. Octrooi 19178).<br />

hetgeen' volgens wetenschappelijke on-<br />

derzoekingen tandsteen verwijdert en<br />

voorkomt. Begin nog heden met de<br />

moderne tandverzorging. Ga Solidox<br />

gebruiken! Poets Uw tanden met Soüdox,<br />

aan de voorzijde en vooral ook aan de<br />

achterzijde. Tweemaal per dag poetsen<br />

met Solidox en tweemaal per jaar<br />

naar den tandarts! Dan bent U zeker<br />

van witte en tevens gezonde tanden.<br />

SOLIDOX<br />

tegen tandsteen<br />

smaak en zin voor bezit hadden weten te vergaren. Het beeld dat<br />

zich ook deze avond weer aan de gasten vertoonde, deed inderdaad<br />

ook thans weer denken aan een symbool van de traditie en het werk<br />

der zeer geachte familie Rasmus. In een kleinen salon, bij den<br />

schoorsteen waarop modellen van koggeschepen stonden en waar-<br />

boven een kleed van wol en zijde hing, waarop verschillende bloeien-<br />

de takken geborduurd waren, zaten drie beeren met perkament-<br />

achtige gezichten, die zich klaarblykelyk van het overige gezelschap<br />

hadden afgezonderd om belangryke zaken te bespreken.<br />

„Driehonderdduizend, zegt u. senator, onder bi«oers?"<br />

„Direct voorhanden; het geheel is meer."<br />

„Goed. maar Holk is favoriet!"<br />

„Misschien, maar zy is niet mijn favoriete. Daarop komt het aan<br />

myn waarde!<br />

De perkamenlachtige gezichten vertrokken zich' verheugd<br />

„Nou, Holk moest toch bly zyn zoo schitterend met zyn talent<br />

onder dak te komen!"<br />

„Hy is het echter niet."<br />

„Des te beter dus voor Janssen en Pleggüoom," meende mijnheer<br />

Pleggboom tevreden, de meest perkamentachtigc van de drie ijve-<br />

rige beheerders van ~— ———- .<br />

Ada's vermogen,<br />

wiens eenige zoon<br />

Hugo tot op zekere<br />

hoogte het begin en<br />

het einde van het ge-<br />

sprek was, want deze<br />

moest öm Janssen<br />

en Pleggboom op<br />

nette wyze te, .sa-<br />

neeren. Ada om haar<br />

geld trouwen. Dit<br />

werd althans bespro-<br />

ken.<br />

„Driehonderddui-<br />

zend, zegt u, senator,<br />

onder broers?'<br />

(Wordt vervolgd)<br />

Rood» tientallen van jaren werden miljoenen<br />

lijden aan<br />

Rheumatische pijnen<br />

over de heele wereld, door Keuschen van<br />

dit lijden verlost - Neem toch óók<br />

KRUSCHEN<br />

G. J. Logger<br />

>U .Pöth M 4t9t. 147, o.»6, 0.41


P. MAZUREL _ DE MOLEN<br />

.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!