OER opleiding Onderwijsassistent - Hoornbeeck College

Onderwijs- en examenregeling
Onderwijsassistent
Crebonummer 93500; Niveau 4; Beroepsopleidend
Cohort 2010-2013

Inhoudsopgave
Voorwoord ................................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1: Wat moet ik weten als ik een mbo-studie doe?..................................................................... 4
1.1 Hoe moet ik me inschrijven? ............................................................................................................. 4
1.2 Als ik vrijstellingen wil…? ................................................................................................................... 4
1.3 Wat als ik een handicap of beperking heb? ....................................................................................... 4
1.4 Wat moet ik weten over studiefinanciering?..................................................................................... 4
1.5 Kan school een financiële bijdrage leveren?...................................................................................... 4
1.6 Welke officiële documenten ontvang ik tijdens de opleiding? .......................................................... 5
1.7 Hoe gaat het met uitschrijven? .......................................................................................................... 5
Hoofdstuk 2: Wat wordt op school en in mijn toekomstig beroep van mij verwacht? ............................... 7
2.1 Wanneer kan ik geplaatst worden bij de opleiding? ......................................................................... 7
2.2 Wat betekent identiteit voor het Hoornbeeck College en voor mij? ................................................ 7
2.3 Wat houdt mijn toekomstig beroep in? ............................................................................................. 7
2.4 Waar kan ik straks gaan werken? ...................................................................................................... 8
2.5 Kan ik ook doorstuderen? .................................................................................................................. 8
Hoofdstuk 3: Hoe ziet mijn opleiding eruit? ................................................................................................ 8
3.1 Welke onderdelen komen aan bod? .................................................................................................. 8
3.2 Hoe ziet het opleidingsmodel er uit? ................................................................................................. 9
3.3 Wanneer krijg ik wat? ........................................................................................................................ 9
3.4 Kan ik een individueel traject volgen? ............................................................................................... 9
3.5 Zijn er uitstroommogelijkheden? ....................................................................................................... 9
3.6 Hoe zit het met deelname aan onderwijsactiviteiten? ...................................................................... 9
3.7 Hoe word ik begeleid? ..................................................................................................................... 10
3.8 Hoe ziet mijn beroepspraktijkvorming (bpv) er uit? ........................................................................ 10
3.8.1 Wat is het doel van de bpv? ...................................................................................................... 10
3.8.2 Wat is de inhoud van de bpv? ................................................................................................... 10
3.8.3 Hoe kom ik aan een bpv-plaats? ............................................................................................... 10
3.8.4 Hoe word ik begeleid tijdens de bpv? ....................................................................................... 10
3.8.5 Hoe wordt de bpv beoordeeld? ................................................................................................ 11
3.8.6 Hoeveel uur tijdens de bpv? ..................................................................................................... 11
3.8.7 Wat houdt de praktijkovereenkomst in? .................................................................................. 11
3.8.8 Welke regels gelden op het bpv-adres?.................................................................................... 11
Hoofdstuk 4: Hoe loopt de weg naar mijn diploma? ................................................................................. 12
4.1 Wat voor toetsen krijg ik? ................................................................................................................ 12
4.2 Hoe wordt de kwaliteit van de toetsen (examinering) gewaarborgd? ............................................ 12
4.3 Hoe vindt beoordeling van mijn toetsen plaats? ............................................................................. 12
4.4 Krijg ik een resultatenoverzicht? ..................................................................................................... 13
4.5 Toetsingsregeling ............................................................................................................................. 13
4.5.4 Hoe is de herkansingsregeling bij onwettige afwezigheid? .......................................................... 14
4.6 Wat als ik onvoldoende sta voor een kwalificerende toets na benutting van mijn
toetsmogelijkheden? ............................................................................................................................. 14
4.7 Wat als ik na afloop van mijn onderwijsovereenkomst nog geen diploma heb behaald? .............. 15
4.8 Wat moet ik weten over studieadvies en studiebesluit? ................................................................. 15
Hoofdstuk 5: Hoe ziet het toetsplan van mijn opleiding er uit? ................................................................ 16
5.1 Wat moet ik weten voor ik het toetsplan lees? ............................................................................... 16
5.2 Het toetsplan van mijn opleiding ................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
5.2.1 Toetsplan behorend bij het kwalificatiedossier ................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
5.3 Heb ik mijn diploma behaald? ......................................................................................................... 23
5.3.1 Kwalificatiedossier ............................................................................................................. 23
5.3.2 Loopbaan en burgerschap ................................................................................................. 23
5.3.3 Nederlands ......................................................................................................................... 23
5.3.4 Engels ................................................................................................................................. 23
5.4 Heb ik een certificeerbare eenheid behaald? ....................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 1: Programmering onderwijstijd .................................................................................................... 24
Bijlage 2: Urentabellen .............................................................................................................................. 25
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 1 cohort 2010-2013

Bijlage 3: Samenvatting inhoud kwalificatiedossier .................................................................................. 26
Bijlage 4: Beheersingsniveau Nederlands, Moderne Vreemde Talen en rekenen .................................... 27
Bijlage 5: Certificeerbare eenheden .......................................................................................................... 27
Digitale bijlagen op intranet (?) Hoornbeeck College
1. Examenreglement
2. Kwalificatieprofiel
3. Vrijstellingenprocedure
4. Verzuimprocedure
5. Procedure time-out, schorsing en verwijdering
6. Exitprocedure
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 2 cohort 2010-2013

Voorwoord
Beste student,
Dit document is de onderwijs- en examenregeling van de opleiding die je volgt. Meestal kortweg ‘de
OER’ genoemd. Hierin staat alle informatie die je tijdens je opleiding nodig hebt. Het is dus van belang
dit document steeds bij je hebben.
Wanneer er tijdens je opleiding informatie wijzigt, ontvang je deze als bijlage (erratum) bij deze
onderwijs- en examenregeling.
Voor vragen over de onderwijs- en examenregeling kun je terecht bij je slb-er of opleidingsmanager.
We wensen je een prettige studietijd op het Hoornbeeck College toe!
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 3 cohort 2010-2013

Hoofdstuk 1: Wat moet ik weten als ik een mbo-studie doe?
1.1 Hoe moet ik me inschrijven?
Inschrijven kan via het invullen en opsturen van het aanmeldingsformulier naar de Centrale
Administratie van het Hoornbeeck College. Wanneer je aansluitend aan je huidige opleiding een tweede
opleiding aan het Hoornbeeck College wilt gaan doen, heb je een doorstroomformulier nodig. Dit kun je
ophalen bij de administratie.
1.2 Als ik vrijstellingen wil…?
Als je in aanmerking denkt te komen voor (een) vrijstelling(en) kun je contact opnemen met de
opleidingsmanager. Deze zal je informeren over de wijze waarop je (een) vrijstelling(en) kunt verkrijgen.
1.3 Wat als ik een handicap of beperking heb?
Zowel op het aanmeldingsformulier als op het intakevragenformulier heb je kunnen aangeven of je een
handicap of chronische ziekte hebt. Ook heb je hierop kunnen aangeven of je wilt dat het Hoornbeeck
College hier mee rekening houdt. Als je dit met ‘ja’ beantwoord hebt, dan word je in contact gebracht
met iemand van het Steunpunt Studie en Handicap (SSH). Het SSH kan jou adviseren en ondersteunen.
Eén van de zaken die het SSH regelt is het uitvoeren van examenaanpassingen. Voor bijvoorbeeld een
slechtziende student kan geregeld worden dat de schriftelijke toets op A3-formaat afgedrukt wordt.
Voor bijvoorbeeld een student met dyslexie kan extra tijd voor het maken van een toets, een goede
regeling zijn.
Ook als een beperking of handicap tijdens je opleiding ontstaat zijn examenaanpassingen mogelijk.
Vraag dan aan je opleidingsmanager wie dat voor jou kan regelen.
1.4 Wat moet ik weten over studiefinanciering?
Nog geen 18 jaar?
Zolang je nog geen achttien jaar bent, heb je geen recht op studiefinanciering.
18 jaar of ouder?
Dat verandert als je achttien jaar wordt. Dan vervalt voor je ouder(s)/verzorger(s) het recht op
kinderbijslag en krijg jij zelf recht op studiefinanciering als je een opleiding volgt op het Hoornbeeck
College.
Je krijgt dan een basisbeurs plus een studenten OV-chipkaart. Je moet wel zelf een aanvraag doen bij de
Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dit doe je door minimaal drie maanden voor je achttiende
verjaardag je gegevens aan DUO door te geven. Maak hiervoor gebruik van het formulier Aanvraag
Studiefinanciering beroepsonderwijs. Op de administratie van de school is dit formulier verkrijgbaar. Hier
kun je ook de bijbehorende brochure krijgen over studiefinanciering in het beroepsonderwijs. Alle
informatie over studiefinanciering kun je vinden op de internetsite www.duo.nl.
1.5 Kan school een financiële bijdrage leveren?
Het kan zijn dat jullie gezin moet rondkomen met een beperkt inkomen. Het is dan mogelijk om een
tegemoetkoming te krijgen in de studiekosten. Wel moet aangetoond kunnen worden dat er echt sprake
is van een laag inkomen.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 4 cohort 2010-2013

Als je hoge reiskosten hebt, kom je ook in aanmerking voor een tegemoetkoming. In de informatiegids
staat wat je moet doen om een aanvraag voor een tegemoetkoming in te dienen.
Het komt voor dat studenten en hun ouders hoge extra kosten moeten maken om de
beroepspraktijkvorming die bij de opleiding hoort te realiseren. Hiervoor is een bpv-fonds ingesteld. Als
je voor een bijdrage uit dit fonds in aanmerking denkt te komen, kun je contact opnemen met je bpvcoördinator.
1.6 Welke officiële documenten ontvang ik tijdens de opleiding?
In de loop van de opleiding ontvang je de volgende officiële documenten:
Een onderwijsovereenkomst (OOK):
In deze overeenkomst staat aangegeven wat wij van jou als student verwachten en wat jij van ons
mag verwachten. Deze overeenkomst heb je getekend voor aanvang van je opleiding. Wanneer je
nog geen achttien jaar bent, hebben ook je ouder(s)/verzorger(s) deze overeenkomst getekend.
Bij deze onderwijsovereenkomst hoort ook het zogenaamde deelnemersstatuut. In dit document
staan de schoolregels over gedrag en levensstijl.
Een onderwijs- en examenregeling (OER):
Dit document heb je nu in handen. Je hebt deze onderwijs- en examenregeling bij de start van je
opleiding ontvangen. In dit oer staat alle praktische informatie over je opleiding. Denk aan
informatie over beroepspraktijkvorming en examinering.
Informatiegids:
Ook deze gids heb je bij de start van je opleiding ontvangen. Hierin staat informatie over het
Hoornbeeck College in het algemeen. Denk aan informatie over de organisatie, het beleid, de
klachtenregeling en medezeggenschap. Ook informatie over de docenten die lessen verzorgen bij
jouw opleiding is opgenomen in de informatiegids.
Locatie-informatiegids:
Bij de start van je opleiding ontvang je ook een locatie-informatiegids. Hierin staan de spelregels
van de locatie van het Hoornbeeck College waar jij je opleiding doet.
BPV-gids:
Voordat je op beroepspraktijkvorming (stage) gaat, ontvang je als bijlage bij de onderwijs- en
examenregeling de zogenaamde BPV-gids. In deze gids staat alle informatie die je nodig hebt voor je
beroepspraktijkvorming.
Praktijkovereenkomst (POK):
Voordat je op beroepspraktijkvorming gaat, onderteken je een praktijkovereenkomst. In deze
overeenkomst staat onder andere aangegeven waar en wanneer je beroepspraktijkvorming plaats
vindt en hoeveel uren je op beroepspraktijkvorming gaat. Deze overeenkomst wordt ook door de
instelling/het bedrijf waar je op beroepspraktijkvorming gaat ondertekend. Wanneer je nog geen
achttien bent, tekenen ook je ouder(s)/verzorger(s).
1.7 Hoe gaat het met uitschrijven?
Als je je opleiding met goed gevolg hebt afgerond, word je na de uitreiking van je diploma automatisch
uitgeschreven. Je moet zelf aan DUO doorgeven dat je opleiding is afgerond.
Wanneer je hebt voldaan aan de leerplicht én de kwalificatieplicht kun je je uitschrijven zonder dat er
sprake is van voortijdig schoolverlaten.
Leerplicht betekent dat je tot en met het jaar waarin je 16 wordt voltijd onderwijs moet volgen.
Kwalificatieplicht wil zeggen dat je in elk geval tot je 18 e verjaardag een (mbo) opleiding moet volgen.
Wanneer je 18 jaar bent of ouder en je wilt uitgeschreven worden zonder dat je diploma hebt behaald,
dan moet je je studiefinanciering en de kosten voor de studenten OV-chipkaart terugbetalen, Zie voor
verdere informatie www.duo.nl.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 5 cohort 2010-2013

Wanneer voortijdig uitschrijven voor jou aan de orde is, neem dan contact op met je opleidingsmanager.
Deze bespreekt met jou en alle betrokkenen de consequenties.
Verdere informatie over terugbetaling van bepaalde bedragen, studiefinanciering en uitschrijving bij
DUO kun je opvragen bij de Centrale Administratie (telefoonnummer 033-4680808).
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 6 cohort 2010-2013

Hoofdstuk 2: Wat wordt op school en in mijn toekomstig beroep van mij verwacht?
2.1 Wanneer kan ik geplaatst worden bij de opleiding?
Om geplaatst te worden tot de opleiding Onderwijs Assistent moet je aan een aantal voorwaarden
voldoen.
In de eerste plaats moet je de juiste vooropleiding hebben:
een diploma vmbo in de kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg.
een overgangsbewijs van Havo-3 naar Havo-4 of van Vwo-3 naar Vwo-4;
een MBO-diploma niveau 2 of niveau 3.
Ook worden er eisen gesteld aan je houding en motivatie ten opzichte van de opleiding: tijdens een
intakegesprek laat je zien dat je een positieve motivatie hebt voor het werken in het onderwijs.
Verder gelden er eisen op het gebied van de identiteit. Daar wordt bij de aanmelding naar gekeken maar
ook tijdens het volgen van de opleiding. In de volgende paragraaf kun je meer lezen over de identiteit.
2.2 Wat betekent identiteit voor het Hoornbeeck College en voor mij?
De grondslag van het Hoornbeeck College is de Bijbel en de daarop gebaseerde reformatorische
belijdenisgeschriften. De Bijbel is dan ook in en buiten de school de enige norm voor ons doen en laten.
In de klas wordt de dag begonnen met het lezen van een gedeelte uit de Bijbel, het zingen van een
psalmvers en met gebed. Hierin wordt van jou een actieve
houding verwacht. Alle studenten hebben in principe twee
lesuren per week godsdienstonderwijs.
Verder dient iedereen zich te houden aan de gedragsregels die
door de school zijn opgesteld. Deze gedragsregels zijn deels
verbonden met de identiteit van de school en deels algemeen
geldende regels.
Bij de door jou te ondertekenen onderwijsovereenkomst hoort een studentenstatuut en een
identiteitsverklaring. In deze documenten staan jouw rechten en de plichten nauwkeurig omschreven,
ook op het gebied van gedrag en leefwijze. Zorg dat je kennis hebt genomen van deze documenten
zodat je weet wat wij van je verwachten.
2.3 Wat houdt mijn toekomstig beroep in?
Als onderwijsassistent maak je deel uit van een team. Je richt je vooral op het ondersteunen van de
bevoegde leraar of het team. Je werkt onder verantwoordelijkheid van een leraar of een teamleider. Je
bent natuurlijk verantwoordelijk voor de taken die je zelf uitvoert.
In het basisonderwijs en speciaal onderwijs kun je ook ingezet worden bij de voor- en naschoolse
opvang en kun je verzorgende taken krijgen.
Je assisteert bij onderwijstaken.
Je hebt een opvoedkundige taak en ondersteunt leerlingen bij hun leertaken.
Je hebt inhoudelijke kennis van de leergebieden.
Je observeert leerlingen die bijvoorbeeld zelfstandig aan het werk zijn en rapporteer je wat
daarbij opvalt.
Je onderhoudt contacten met leerlingen en kunt zelfstandig vragen afhandelen of
doorverwijzen.
Je voert eenvoudige administratieve werkzaamheden uit
Je voert in de klas allerlei taken uit onder begeleiding van de bevoegde leraar.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 7 cohort 2010-2013

Je helpt bijvoorbeeld een excursie te organiseren, lesmateriaal te verzamelen en klaar te
leggen.
Je legt een opdracht nog eens extra uit aan een groepje leerlingen.
Je ondersteunt kinderen bij het leren lezen of helpt leerlingen bijvoorbeeld tijdens het
zelfstandig werken.
Je bent mensgericht, flexibel, sociaal vaardig, integer, communiceert goed,
Je toont initiatief
Je kunt zelfstandig werken.
Je loopt niet weg voor je verantwoordelijkheden.
Je straalt plezier en begrip uit
Je weet je staande weet te houden in het werk met leerlingen.
Je vindt het leuk om met andere mensen te werken
Je schrikt niet van onverwachte situaties.
2.4 Waar kan ik straks gaan werken?
Je kunt op verschillende plekken in het onderwijs ingezet worden, bijvoorbeeld in het basisonderwijs,
voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs of beroepsonderwijs en volwassenen educatie. Je kunt met
mensen van allerlei verschillende leeftijden en opleidingsniveaus werken en met verschillende groepen,
maar ook met leerlingen en deelnemers individueel of als vaste assistent van één klas.
2.5 Kan ik ook doorstuderen?
Er zijn goede mogelijkheden om door scholing door te groeien naar andere beroepen binnen het
onderwijs. Een gediplomeerd onderwijsassistent kan bijvoorbeeld doorstromen naar de PABO of
lerarenopleiding, maar ook naar een andere hbo-opleiding, bijvoorbeeld SPH.
Hoofdstuk 3: Hoe ziet mijn opleiding eruit?
3.1 Welke onderdelen komen aan bod?
Je opleiding bestaat uit de volgende onderdelen:
Kwalificatiedossier (het beroepsgerichte gedeelte van je opleiding)
Leren en loopbaan,
Burgerschap en godsdienst
Nederlands
Rekenen
Het Hoornbeeck College wil je op basis van deze opleidingsonderdelen zo goed mogelijk vormen en
toerusten voor je toekomstig functioneren in beroep, gezin, kerk en maatschappij. Hierbij wordt
aandacht besteed aan kennis, vaardigheden en beroepshouding.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 8 cohort 2010-2013

3.2 Hoe ziet het opleidingsmodel er uit?
Een schooljaar is verdeeld in perioden van tien weken. In onderstaand model kun je zien wanneer je op
school bent en wanneer op bpv.
OA periode 1 periode 2 periode 3 periode 4
1e leerjaar
2e leerjaar
3e leerjaar
3.3 Wanneer krijg ik wat?
school school
school school
BPV1-basisonderwijs
school school school school
BPV2- BO of SO BPV3- BO of SO
School: 3 dagen School: 3 dagen
Keuzevakken
1 dag
BPV4- BO / SO / VO / MBO (overige dagen)
afronding
In bijlage 2 vind je de urentabellen. Deze geven aan welke onderdelen in welke periode aan de orde
komen. Je rooster wordt voorafgaand aan een nieuwe periode bekendgemaakt.
3.4 Kan ik een individueel traject volgen?
Wanneer je een andere route wilt of moet volgen, worden er samen met jou afspraken gemaakt over
het volgen van de lessen op school en het op beroepspraktijkvorming gaan.
3.5 Zijn er uitstroommogelijkheden?
Binnen de opleiding Onderwijs Assistent heb je geen uitstroommogelijkheden. Je volgt namelijk een
algemene opleiding en wordt breed opgeleid.
3.6 Hoe zit het met deelname aan onderwijsactiviteiten?
In artikel 11 ‘Inspanningsverplichting student’ uit het Reglement Onderwijsovereenkomst staat: “De
student is gehouden zich naar beste vermogen in te spannen de opleiding binnen de gestelde termijn
met succes af te ronden.
In het bijzonder is de student gehouden daadwerkelijk aan de opleidingsactiviteiten deel te nemen,
tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem/haar gevergd kan worden.”
Ook is volgens het Examenreglement deelname aan de toetsen verplicht.
Als je dan ook bepaalde onderwijsactiviteiten niet kunt bijwonen, moet je verlof vragen. Als school
houden we bij wanneer en waarom er onderwijsactiviteiten verzuimd zijn en zo nodig nemen we
maatregelen.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 9 cohort 2010-2013

3.7 Hoe word ik begeleid?
Tijdens je schoolloopbaan op het Hoornbeeck College word je door diverse personen binnen de school
begeleid.
Allereerst is er het opleidingsteam dat zich richt op de opleiding. De docenten uit het opleidingsteam
dragen zorg voor de onderwijsactiviteiten.
Daarnaast heb je een studieloopbaanbegeleider. Hij/zij begeleidt je bij het leren. Bij hem/haar kun je
terecht met vragen en problemen op het gebied van de studie in het algemeen of sociale vaardigheden.
Hij/zij is het aanspreekpunt voor jou, onderhoudt de contacten met de ouders en verwijst eventueel
door naar andere personen, zoals bijvoorbeeld iemand van het Studentenzorgteam (SZT).
Tot slot noemen we de opleidingsmanager. Hij/zij bewaakt de goede gang van zaken binnen de
opleiding.
3.8 Hoe ziet mijn beroepspraktijkvorming (bpv) er uit?
3.8.1 Wat is het doel van de bpv?
Omdat je een beroepsopleiding volgt, ben je een belangrijk deel van je opleiding in de beroepspraktijk
bezig. Hiervoor ga je regelmatig op beroepspraktijkvorming (bpv). De kerntaken die bij het beroep horen
kun je hier meemaken en oefenen. Ook kun je dan laten zien of je deze kerntaken beheerst.
3.8.2 Wat is de inhoud van de bpv?
Tijdens de bpv neem je deel aan de dagelijkse werkzaamheden in de bpv-instelling en werk je aan bpvopdrachten.
Wat er precies van je wordt verwacht tijdens de bpv staat in de bpv-gids. Deze gids is een
onderdeel van de OER. Je ontvangt de bpv-gids voordat je op bpv gaat. Op school wordt deze gids
uitgebreid besproken, zodat je goed voorbereid je bpv in gaat.
3.8.3 Hoe kom ik aan een bpv-plaats?
Het Hoornbeeck College onderhoudt contacten met bpv-instellingen. Elke school moet een erkend
leerbedrijf zijn. De bpv-coördinator van jouw opleiding zorgt ervoor dat iedere student een bpv-plaats
toegewezen wordt. Over het algemeen wordt voorafgaand aan de plaatsing jouw motivatie voor een
bepaalde bpv-plaats gevraagd.
Als student neem je nooit zelf contact op met een instelling om te vragen of zij een bpv-plaats voor je
hebben. Wanneer je een idee hebt over een bpv-plaats en je weet niet of de bpv-coördinator dit adres
ook kent, neem je hierover met hem/haar contact op.
3.8.4 Hoe word ik begeleid tijdens de bpv?
Tijdens je bpv krijg je begeleiding van het Hoornbeeck College door een praktijkdocent en vanuit de
instelling van een praktijkbegeleider.
Begeleiding vanuit het Hoornbeeck College
Tijdens je bpv heb je regelmatig een aantal lesuren methodische werkbegeleiding op school. Tijdens je
bpv-periode komt je praktijkdocent op bezoek in de instelling. Je hebt dan een gesprek met je
praktijkbegeleider en je praktijkdocent van school, waarbij wordt gekeken hoe het gaat met je bpv en
hoe je werkt aan je leerdoelen uit je persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en aan je opdrachten. Ook
worden er afspraken gemaakt over hoe je verder gaat met je bpv.
Aan het einde van je bpv is er de afronding door middel van een proeve van bekwaamheid en
aansluitend een eindgesprek. Hierover vind je meer informatie in de BPV 4 gids.
Als je naast deze momenten je praktijkdocent nog wil spreken, kun je een afspraak met hem maken of je
vragen naar de praktijkdocent mailen.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 10 cohort 2010-2013

Begeleiding vanuit de bpv-Instelling
Hieronder lees je de algemene regels die belangrijk zijn voor de begeleiding vanuit de instelling:
Als stagiaire word je begeleid door een collega van de school.
Je hebt tweewekelijks een gesprek met je begeleidster over hoe het gaat op school
Je hebt een tussen- en eindevaluatie met je begeleider en één keer ook vanuit de instelling en de
praktijkdocent vanuit het Hoornbeeck College
Je bespreekt je leerdoelen (POP) en opdrachten en je hebt tijd om hier aan te werken.
3.8.5 Hoe wordt de bpv beoordeeld?
De school heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling van de bpv. De wijze van beoordeling
staat in de bpv-gids beschreven.
3.8.6 Hoeveel uur tijdens de bpv?
In de BPV gids en op de praktijkovereenkomst staat hoeveel uur je moet maken tijdens je stage.
3.8.7 Wat houdt de praktijkovereenkomst in?
Voordat je op bpv gaat wordt er een praktijkovereenkomst (POK) gesloten tussen het Hoornbeeck
College, de bpv-instelling en jou als student. De POK is een contract waarin verschillende afspraken
vastgelegd zijn die gelden tijdens je bpv-periode. Onderdeel van de POK is het Reglement
Praktijkovereenkomst. In dit reglement staan de rechten en plichten van zowel de school, de bpvinstelling
als van de student.
De POK wordt door school, de instelling en door jou ondertekend en ieder krijgt hiervan een exemplaar.
Wanneer de afspraken die in de POK staan niet worden nagekomen, kan de bpv worden gestopt.
3.8.8 Welke regels gelden op het bpv-adres?
Tijdens je bpv houd je rekening met het volgende:
1. De instelling kan jou vragen om een geldige verklaring van gedrag, maar dat is momenteel in de
scholen nog niet nodig.
2. Als je tegen regels handelt, kan de instelling in overleg met de bpv-coördinator je bpv-periode
afbreken. Ook om andere zwaarwegende redenen kan de bpv-periode na overleg worden
afgebroken.
3. De instelling verstrekt geen gegevens over jou aan anderen zoals familie van de student.
4. Bij ziekte stel je de school en/of de praktijkbegeleider vóór werktijd op de hoogte.
5. Als student heb je recht op schoolvakantie. In overleg met de school en/of de praktijkbegeleider kan
deze periode worden verschoven.
6. Is tijdens de bpv-periode schade geleden of toegebracht door jouw toedoen, dan meld je dit zo snel
mogelijk aan de bpv-coördinator. Vanuit het Hoornbeeck college is een WA-verzekering afgesloten.
Deze aansprakelijkheidsverzekering dekt je (binnen de grenzen van de polisvoorwaarden) tegen de
gevolgen van aansprakelijkheid voor anderen, wanneer je aansprakelijkheid niet ergens anders
verzekerd is.
Als stagiaire van het Hoornbeeck college ben je verzekerd tegen het risico van aanspraken die door
derden tegen jou worden ingesteld ter zake van schade:
a. door jou toegebracht bij het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het bpvadres;
b. voor zover niet vallend onder a. door jou toegebracht vanaf het moment dat jij voor het
verrichten van werkzaamheden aan het bpv-adres bent gearriveerd, tot op het ogenblik
dat jij na het beëindigen van jouw dagtaak dit adres verlaat.
7. Als student houd je je aan het beroepsgeheim.
8. Communicatie met het bpv-adres verloopt via de praktijkbegeleider van school.
9. Tijdens de bpv gelden de arbo-protocollen van de bpv-instelling (zie bpv-gids).
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 11 cohort 2010-2013

Hoofdstuk 4: Hoe loopt de weg naar mijn diploma?
4.1 Wat voor toetsen krijg ik?
Ontwikkelingsgerichte toetsen geven aan welke onderdelen je voldoende beheerst en aan welke
onderdelen je meer aandacht moet besteden. De uitkomst hiervan komt niet op je diploma te staan.
Kwalificerende toetsen zijn om aan te tonen dat je onderdelen van de opleiding beheerst. De resultaten
van deze toetsen komen op je diploma te staan. Voor alle kwalificerende toetsen is het
Examenreglement van toepassing. Je kunt dit vinden op de website van het Hoornbeeck College.
In het toetsplan kun je lezen welke toetsen er tijdens jouw opleiding afgenomen worden. Dit toetsplan is
achterin in deze OER opgenomen.
De toetsen worden meestal afgenomen in de toetsweek. Dit is de laatste week van een periode. Twee
weken voor een toetsweek ontvang je een toetsrooster. Hierin staat wanneer welke toets afgenomen
wordt, waar je moet zijn en hoeveel tijd je voor de toets krijgt.
Bij iedere opleiding hoort een examencommissie. Deze commissie is eindverantwoordelijke voor de
examinering. Wanneer je vragen over examens hebt kun je terecht bij de opleidingsmanager (voorzitter
van de teamexamencommissie) of de secretaris van de teamexamencommissie.
4.2 Hoe wordt de kwaliteit van de toetsen (examinering) gewaarborgd?
De kwaliteit van de opleiding wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van de
examinering. Het Hoornbeeck College streeft daarom naar een hoge kwaliteit van de examinering.
Naast het feit dat het Hoornbeeck College zelf de kwaliteit van de examinering bewaakt, wordt er ook
toezicht gehouden door de Inspectie van het Onderwijs. Zo wordt er van twee kanten gezorgd voor
voldoende kwaliteit van de examinering.
4.3 Hoe vindt beoordeling van mijn toetsen plaats?
Binnen vijftien schooldagen na het afnemen van de toets ontvang je de uitslag van de beoordeling. Dit
gebeurt meestal door de docent die jouw toets heeft beoordeeld.
Deze docent geeft je desgevraagd ook de gelegenheid om het beoordeelde werk in te zien.
Het kan dan voorkomen dat je het niet eens bent met de beoordeling. Dit bespreek je eerst met de
betreffende docent.
Wanneer er dan een verschil van mening over de beoordeling blijft bestaan, kun je een aanvraag doen
voor een tweede beoordeling. Een tweede beoordeling moet je schriftelijk aanvragen bij de
teamexamencommissie (via de opleidingsmanager) met de redenen erbij vermeld. Je krijgt dan binnen
twee weken van de teamexamencommissie hierover bericht.
Ben je het met de uitspraak van de teamexamencommissie niet eens, dan bestaat er nog een
mogelijkheid om hiertegen bezwaar aan te tekenen. Hoe dit in zijn werk gaat, kun je lezen in het
examenreglement dat je kunt vinden op de website van het Hoornbeeck College.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 12 cohort 2010-2013

4.4 Krijg ik een resultatenoverzicht?
Na iedere toetsperiode wordt er een resultatenvergadering gehouden. Na deze vergadering worden de
resultatenoverzichten gemaakt en uitgedeeld aan de studenten. Indien nodig wordt het
resultatenoverzicht opgestuurd. Als er aanleiding voor is, wordt het resultatenoverzicht door je
studieloopbaanbegeleider met jou doorgesproken. Eventueel wordt er contact met thuis opgenomen.
4.5 Toetsingsregeling
Om voor een diploma in aanmerking te komen dienen alle kwalificerende toetsen met een voldoende
beoordeling te worden afgesloten en alle ontwikkelingsgerichte toetsen gemaakt zijn.
Daarnaast worden zowel de kwalificerende toetsen als de ontwikkelingsgerichte toetsen meegenomen
bij het bepalen van een studieadvies of studiebesluit.
4.5.1.Afspraken m.b.t. het inhalen van toetsen en opdrachten:
Als je wettig afwezig bent tijdens een toets, stel je de examensecretaris hiervan op de hoogte.
Je kunt de toets dan op een later moment inhalen. Is het resultaat onvoldoende, dan krijg je
nog eenmaal de mogelijkheid tot herkansing.
Als je met een wettige reden een opdracht niet op tijd in kunt leveren, overleg je uiterlijk drie
dagen van te voren met de betreffende docent. Wanneer hij/zij van mening is dat er inderdaad
sprake is van een wettige reden, kan hij/zij een nieuwe deadline afspreken. Als je het werkstuk
voor de eerste deadline inlevert en de beoordeling is onvoldoende, dan heb je recht op één
herkansing.
De toetsingsregeling is als volgt:
4.5.2 Herkansing Ontwikkelingsgerichte toetsen
Onvoldoende ontwikkelingsgerichte toetsen/opdrachten mogen eenmaal herkanst worden.
Dit gebeurt alleen als een herkansing nodig is om een oranje advies ongedaan te maken of om een
tweede oranje advies te voorkomen.
De herkansing wordt georganiseerd na periode 2
Het hoogst behaalde resultaat geldt
Uitzondering hierbij is dat de herkansing van BPV1 praktijkopdrachten tot uiterlijk 1 december
van het lopende cursusjaar plaats mag hebben.
Elektronische toetsen waarvoor licenties zijn ingekocht kennen een eigen regeling die van het
bovenstaande kan afwijken.
Als een student na de herkansing nog steeds geen minimum van 75% van de ontwikkelingsgerichte
toetsen van leerjaar 3 voldoende heeft afgerond, wordt hij besproken in de docentenvergadering. De
docentenvergadering neemt een besluit over het al dan niet vervolgen van de opleiding en/ of een
maatwerktraject.
4.5.3 Herkansing Kwalificerende toetsen
Alle kwalificerende toetsen (ook in de BPV) moeten voldoende zijn. Een kwalificerende toets
waarvoor een onvoldoende is behaald, dient herkanst te worden.
Onvoldoende kwalificerende toetsen (met uitzondering van die uit de BPV) mogen tweemaal
herkanst worden.
Elektronische toetsen waarvoor licenties zijn ingekocht kennen een eigen regeling die van het
bovenstaande kan afwijken.
In geval van bijzondere omstandigheden kan de teamexamencommissie besluiten van deze
toetsingsregeling af te wijken ten gunste van de student.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 13 cohort 2010-2013

4.5.4 Hoe is de herkansingsregeling bij onwettige afwezigheid?
Er kunnen geldige redenen zijn waardoor je verhinderd bent een toets bij te wonen. Je krijgt de
gelegenheid om deze toets in te halen.
Wanneer je onwettig een toets niet maakt of een toets/opdracht niet tijdig inlevert, is sprake van een
niet-benutte toetsgelegenheid. Onwettig wil in dit verband zeggen: als je geen geldige reden hebt
waardoor je verhinderd was een toets te maken of wanneer je je niet correct hebt afgemeld voor een
toets.
Daarmee houd je minder mogelijkheden over om een bepaalde toets te maken.
De herkansingsregeling bij onwettige afwezigheid is als volgt:
Afspraken/procedures m.b.t. het herkansen van toetsen bij onwettige afwezigheid:
als je onwettig afwezig bent tijdens een toets voert de docent een N (bij O/V/G-toets) of 0,1 (bij
een cijfertoets) in.
als dit bij een eerste toets is, kun je nog eenmaal herkansen. Is het resultaat dan onvoldoende,
dan heb je geen recht meer op herkansing.
is dit bij een herkansing, dan kun je niet opnieuw meer herkansen en geldt het cijfer van de
eerste toets.
Afspraken m.b.t. het herkansing van opdrachten bij onwettige afwezigheid:
In overleg met de docent wordt een datum bepaald om de opdracht te herkansen.
Als je onwettig een opdracht te laat inlevert , voert de docent een N (bij O/V/G-toets) of 0,1 (bij
een cijfertoets) in.
als dit bij een eerste opdracht is, kun je nog eenmaal herkansen,
is dit bij een herkansingsopdracht , dan kun je niet opnieuw meer herkansen en geldt het
resultaat van de eerste opdracht
Als je met een wettige reden een opdracht niet op tijd in kunt leveren, overleg je uiterlijk drie
dagen van te voren met de betreffende docent. Wanneer hij/zij van mening is dat er inderdaad
sprake is van een wettige reden, kan hij/zij een nieuwe deadline afspreken. Als je het werkstuk
voor de eerste deadline inlevert en de beoordeling is onvoldoende, dan heb je recht op één
herkansing.
Nadat het laatste studieadvies van de opleiding is verstrekt, geldt het volgende voor herkansing:
Er vindt alleen herkansing plaats van kwalificerende toetsen, omdat voor deze toetsen een
voldoende nodig is om te kunnen diplomeren.
Per student wordt een herkansingstraject opgesteld, wat kan inhouden dat er sprake is van
uitgestelde diplomering.
4.6 Wat als ik onvoldoende sta voor een kwalificerende toets na benutting van mijn
toetsmogelijkheden?
Wanneer je voor een of meerdere kwalificerende toetsen na het benutten van de
herkansingsmogelijkheden nog onvoldoende staat, betekent dit dat je de opleiding niet binnen de
gestelde tijd kan behalen.
Om toch je diploma te kunnen behalen, moet je na afloop van de onderwijsovereenkomst je inschrijven
als examendeelnemer.
Als examendeelnemer kun je tegen betaling opnieuw je onvoldoende toetsen maken. In dat geval wordt
door de secretaris van de teamexamencommissie een individueel traject voor je samengesteld.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 14 cohort 2010-2013

4.7 Wat als ik na afloop van mijn onderwijsovereenkomst nog geen diploma heb behaald?
Wanneer je tijdens de duur van de onderwijsovereenkomst geen diploma hebt behaald, zijn er de
volgende mogelijkheden voor het vervolgen van je (studie)loopbaan:
1. Komen tot diplomering op dezelfde opleiding door verlenging van de onderwijsovereenkomst.
Dit is alleen van toepassing als aangetoond kan worden dat hiermee voldaan wordt aan de 850urennorm.
Concreet betekent dit dat verlenging van de onderwijsovereenkomst van toepassing is
als je nog beroepspraktijkvorming moet doen of nog een bij de opleiding behorend lesprogramma
moet volgen.
2. Uitschrijven als student voor betreffende opleiding.
In dit geval zijn er drie mogelijkheden voor het vervolgen van je (studie)loopbaan:
a. Komen tot diplomering op dezelfde opleiding door inschrijving voor een traject als
examendeelnemer, waarbij je tegen betaling in de gelegenheid wordt gesteld om bepaalde
toetsen voor een opleiding te doen;
b. Komen tot diplomering op een lager niveau door overstap naar een opleiding van een lager
niveau dan de huidige opleiding;
c. Niet vervolgen van de studieloopbaan (dit is alleen mogelijk indien voldaan is aan leer- en
kwalificatieplicht).
In situatie b en c zal worden bezien of je in aanmerking komt voor een of meerdere
certificeerbare eenheden.
4.8 Wat moet ik weten over studieadvies en studiebesluit?
4.8.1 Voortgangsrapportage en advisering
Na de eerste en tweede toetsperiode van het derde leerjaar wordt er een
resultatenvergadering gehouden. Na deze vergadering worden de rapporten gemaakt en
uitgedeeld aan de studenten. Indien nodig wordt het rapport opgestuurd.
Als er aanleiding voor is, wordt het rapport door je studieloopbaanbegeleider met jou
doorgesproken. Eventueel wordt er in overleg met jou contact met thuis opgenomen. Door middel van
het rapport (resultatenoverzicht) wordt voor jou duidelijk of je alle onderdelen uit het toetsplan hebt
behaald.
Om aan het eind van het derde leerjaar te kunnen diplomeren is het belangrijk, dat je leerjaar 1 en 2
met een groen studieadvies hebt afgesloten. Of dat je bij een oranje studieadvies in een later stadium
van de opleiding alsnog goede vorderingen laat zien.
Een overzicht van de kerntaken en werkprocessen vind je in bijlage 3.
4.8.2 Welke toetsen?
In het toetsplan voor leerjaar 3 vind je drie soorten toetsen.
Voor deze toetsen gelden de volgende exameneisen:
Ontwikkelingsgerichte toetsen (de ontwikkelingsgerichte kennis- en praktijktoetsen en
de beroepspraktijkopdrachten).
75% of meer van de ontwikkelingsgerichte toetsen moet voldoende zijn afgerond.
Vanaf cohort 2011 moet voor de Talen, Rekenen, Loopbaan en Burgerschap het aangegeven
minimum niveau behaald zijn. Voor het vak Nederlands moeten minimaal 3 van de 5
aandachtsgebieden op 3F niveau zijn afgerond.
Alle kwalificerende toetsen moeten voldoende afgerond zijn om uiteindelijk te kunnen
diplomeren. Je mag deze toetsen éénmaal herkansen als ze onvoldoende zijn.
Zie paragraaf 4.5.3 Herkansing Kwalificerende toetsen.
Voor een tijdige diplomering, moet je aan het einde van het derde cursusjaar alle toetsen gemaakt
hebben en alle werkstukken/opdrachten ingeleverd hebben.
Achterin deze Onderwijs- en examenregeling vind je het toetsplan voor het derde leerjaar.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 15 cohort 2010-2013

Hoofdstuk 5: Hoe ziet het toetsplan van mijn opleiding er uit?
5.1 Wat moet ik weten voor ik het toetsplan lees?
In het toetsplan staan alle toetsen die je tijdens je opleiding maakt. In het schema van het toetsplan
kom je een aantal termen tegen, die hieronder worden toegelicht.
Gebruikte term Toelichting
Naam toets De naam van de toets zoals deze wordt afgenomen.
Naam cluster
van werkprocessen
De naam van het cluster van werkprocessen zoals dit is gevormd, bijvoorbeeld:
- de naam van een project
- de naam van een thema
Kerntaak De kerntaak waaronder de toets valt:
- Is het een kerntaak uit het kwalificatiedossier van je opleiding, dan begint
de code van deze kerntaak met KD.
- Is het een kerntaak uit het document ‘Leren, loopbaan en burgerschap’
dan begint de code van deze kerntaak met LLB.
Werkproces(sen)
Als in een toets meerdere (delen van) kerntaken beoordeeld worden, is bij
deze toets voor elke taak een aparte regel in het toetsplan ingevuld.
De werkprocessen die in de toets worden beoordeeld.
Toetsinhoud Kernwoorden die de in het kort weergeven waar de toets over gaat
Toetscode Hoe de code van een toets is opgebouwd vind je in het overzicht op de
volgende bladzijde
Beoordelingsvorm De vorm van de toets, bijvoorbeeld: - proeve van bekwaamheid
- portfolio-assessment
Context De omgeving waarin de toets plaatsvindt, bijvoorbeeld: - school
- bpv
- simulatie
Periode De periode waarin de toets over het algemeen wordt afgenomen (indien van
toepassing).
Duur De tijdsduur van de toets (indien van toepassing).
Kwalificerend of
Ontwikkelingsgericht
Een kwalificerende toets ((K) telt mee voor je diploma.
Een ontwikkelingsgerichte toets (O) telt niet mee voor je diploma.
In het toetsplan van Nederlands en Engels kom je in plaats van kerntaak, werkproces en competentie
enkele andere termen tegen:
Taal De taal die wordt getoetst. Bijvoorbeeld: Nederlands of Engels.
Aandachtsgebied Het onderdeel van Nederlands of Engels dat wordt beoordeeld, te weten:
luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven.
Beheersingsniveau Het niveau waarop Nederlands of Engels wordt getoetst. Hiervoor wordt een
landelijk opgestelde nummering gebruikt. Bijvoorbeeld: 3F.
De codering van de toetscodes voor de opleiding Onderwijsassistent is als volgt opgebouwd:
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 16 cohort 2010-2013

Positie Inhoud positie
1 Sectoraanduiding
W = Welzijn
2 Niveau aanduiding: niveau 4
3 Onderdeel van de opleiding:
O = Onderwijsassistent algemeen
L = kerntaak uit document Leren, loopbaan, burgerschap
N = Nederlands
E = Engels
R = rekenen/wiskunde
4,5 en 6 Nummer toets, gelinkt aan voorgaande combinatie van 3 letters/cijfers
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 17 cohort 2010-2013

Toetsplan van het 3 e leerjaar van de opleiding Onderwijsassistent
Naam kwalificatie : Onderwijsassistent
Crebocode kwalificatie : 93500
Opleidingsvariant : Beroepsopleidende leerweg
Toetsplan : 3 e leerjaar (cohort 2010 - 2013)
Naam toets Toetsinhoud Toetscode Werkproces Beoordelingsvorm Schaal Context Periode Duur K/O
Beroepsgerichte vakken Ontwikkelingsgericht
Pedagogiek
Pedagogiek
Diverse
pedagogische
thema’s
School en
gezinsproblemati
ek
W4O050 1.4 Schriftelijke toets cijfer Opleid. J3P1 50 O
W4O051 1.4 Schriftelijke toets cijfer Opleid. J3P2 50 O
Methodiek Zorgbreedte W4O052 1.3 Schriftelijke toets cijfer Opleid. J3P1 50 O
Zorgkunde
SAV
Beeldende Vorming
Lichamelijke
beperkingen
Gesprekstechn.
en coaching
Kunst en
schilderen
W4O053 2.5 Schriftelijke toets cijfer Opleid. J3P1 50 O
W4O054 3.3 en 3.4 Praktijk O / V / G Opleid. J3P2
W4O055 3.1 Praktijk O / V / G Opleid. J3P1
Muziek 1 W4O056 2.1 Praktijk O / V / G Opleid. J3P1
Sport en Spel 1 W4O057 2.2 Praktijk O / V / G Opleid. J3P2
ICT
Smartbord /
Administreren
W4O058 2.2 Praktijk O / V / G Opleid. J3P1
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 18 cohort 2010-2013
15
min
perio
de
perio
de
perio
de
perio
de
O
O
O
O
O

Naam toets Toetscode Vak
Aandachts
gebied
Beheersings-niveau
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 19 cohort 2010-2013
Beoordelingsv
orm
Context Periode Duur K/O
Ondersteunende vakgebieden / LB Ontwikkelingsgericht
Bijbelse thema’s W4L020 Godsdienst n.v.t. n.v.t. mondeling Opleid. J3P1
30
min.
O
Nederlands Lezen W4N009 Lezen Lezen 3F Schriftelijk Opleid. J3P1
50
min.
O
Rekenen W4R005 Rekenen Alle domeinen 3F CE Opleid. J3P2 Nvt O
Engels W4E005 Engels Alle domeinen 3F Digitaal Opleid. J3P1 Nvt O
Werknemerschap W4L021
Maatschappij
leer
n.v.t. n.v.t. Cijfer Opleid. J3P2 50 min O
Afronding SLB W4L022 SLB n.v.t. n.v.t. O / V / G Opleid. J3P3 50 O

Code: H4N1
Rekenregel: het cijfer van het centrale examen (=1 cijfer) en het cijfer van het gemiddelde van Gespreksvaardigheid, Spreekvaardigheid Schrijfvaardigheid (=1 cijfer) worden
gemiddeld tot één heel eindcijfer
Naam toets/ code
Lezen-Luisteren /
LELUVN
LELUEN
Vereist niveau Beoordelingsvorm/
schaal
Lezen-Luisteren 3F Centraal examen
LELUVN01
Gespreksvaardigheid /
GESPVN
GESPEN
Cijfer
Gespreksvaardigheid 3F Vaardigheden
GESPVN01
Spreekvaardigheid /
SPREVN
SPREEN
Tentamen O-V-G
Spreekvaardigheid 3F Vaardigheden
SPREVN01
Tentamen O-V-G
Schrijfvaardigheid (inclusief taalverzorging)
SCHRVN
SCHREN
Schrijfvaardigheid 3F 3F Schriftelijk tentamen
SCHRVN01
O-V-G
Leerjaar K/O
2 K
3 K
3 K
3 K
Slaag-/zakbeslissing De resultaten van Nederlands zijn niet van invloed op de zak/slaagbeslissing!
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 20 cohort 2010-2013

Toetsplan Engels
Code: W4E101 (3 van de 5 dienen voldoende afgesloten te worden)
Naam toets/code Vereist Beoordelingsvorm/
Luisteren /
LUISVN
LUISEN
niveau schaal
Engels Examen B1 Vaardigheidstoets
Luisteren B1
LUISVN01
Lezen /
LEESVN
LEESEN
O-V-G
Engels Examen Lezen B1 Schriftelijke toets
B1
LEESVN01
Gesprekken voeren /
GESPVN
GESPEN
O-V-G
Engels Examen B1 Vaardigheidstoets
Gesprekken Voeren
B1
GESPVN01
Spreken /
SPREVN
SPREEN
O-V-G
Engels Examen B1 Vaardigheidstoets
Spreken B1
SPREVN01
Schrijven /
SCHRVN
SCHREN
O-V-G
Engels Examen B1 Schriftelijke toets
Schrijven B1
SCHRVN01
O-V-G
Leerjaar K/O
3 K
3 K
3 K
3 K
3 K
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 21 cohort 2010-2013

Naam toets Toetsinhoud Toetscode Werkproces Beoordelingsvorm Schaal Context Periode Duur K/O
Beroeps Praktijk Vorming Ontwikkelingsgericht
BPV4-dossier W4O060
1.1,1.2,1.3,2.1,
2.2,3.1,3.2,3.4
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 22 cohort 2010-2013
Praktijk O / V BPV J3P3 nvt O
BPV opdrachten Toetsinhoud Toetscode Werkproces Beoordelingsvorm Schaal Context Periode Duur K/O
Beroeps Praktijk Vorming Kwalificerend
BPV portfolio W4O072
1.1, 1.2, 1.4,
2.2, 2.3 en 3.1
t/m 3.4
Praktijk O / V BPV J3P3 Per. K

5.3 Heb ik mijn diploma behaald?
5.3.1 Kwalificatiedossier
Je hebt je diploma behaald als je alle kwalificerende toetsen hebt behaald.
5.3.2 Loopbaan en burgerschap
Je hebt het onderdeel leren, loopbaan en burgerschap behaald, indien je de toetsen hebt gemaakt.
5.3.3 Nederlands
Je hebt Nederlands behaald als je het vereiste niveau behaalt. Nederlands valt buiten de slaag /
zakregeling
5.3.4 Engels
Voor Engels worden instellingsexamens afgenomen. Je hebt Engels behaald als drie van de vijf
taalvaardigheden voldoende zijn afgesloten.
5.3.4 Rekenen
Je hebt Rekenen behaald als je het vereiste niveau behaalt. Rekenen valt buiten de slaag / zakregeling
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 23 cohort 2010-2013

Bijlage 1: Programmering onderwijstijd
Programmering Onderwijstijd Cursusjaar 2012-2013
Crebo : 93500 Cohort : 2010-2013
Naam opleiding : Onderwijsassistent Niveau : 4
Leerweg : BOL
Begindatum opleiding : 01-08-2010 Einddatum opleiding : 30 april 2013
Leerjaar 3
Geprogrammeerde begeleide
lestijd in lesuren per week (zie
lessentabel)
Geprogrammeerde begeleide
binnen- en buitenschoolse
onderwijsactiviteiten (naast
lessen) in klokuren
Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4
19 19 6
3 3 0
Geprogrammeerde
beroepspraktijkvorming in
klokuren 130 140 230
Subtotaal geprogrammeerde
klokuren
260 286 275 0
Totaal aantal
geprogrammeerde klokuren
(excl. voorziene uitval/extra's)
Periodisering
Periode 1
- locatie A’foort, A’doorn,
Kampen, R’dam
820
Begindatum: 27 augustus 2012 Einddatum: 9 november 2012
- locatie Goes Begindatum: 20 augustus 2012 Einddatum: 9 november 2012
Periode 2 Begindatum: 12 november 2012 Einddatum: 01 februari 2013
Periode 3
Periode 4
Begindatum: 04 februari 2013 Einddatum: 19 april 2013
- locatie A’foort, A’doorn,
R’dam
Begindatum: 22 april 2013 Einddatum: 12 juli 2013
- locatie Kampen en Goes Begindatum: 22 april 2013 Einddatum: 05 juli 2013
Beroepspraktijkvorming
Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Afwijkende
einddatum
BPV-4 x x x
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 24 cohort 2010-2013

Bijlage 2: Urentabellen
LESSENTABEL & CODERING
ONDERWIJSASSISTENT
(3 e leerjaar : 2012-2013)
Definitief
Omschrijving Roostercode Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4
Pedagogiek OA-PED 1 2
Methodiek – Didactiek OA-MDI 2
Zorgkunde OA-ZGK 1 -
Burgerschap OA-BUR 1(p)
Godsdienst OA-GDT 1 1
Nederlands OA-NED 2 (+1) 1(+1)
Rekenen OA-REK 1(+1) 1(+1)
Sociale vaardigheden OA-SAV 2
Beeldende Vorming OA-BVM 3 2 (p)
Voordrachtskunst / Audiovisueel OA-VAV 2 (p)
Muziek OA-MUZ 2 2 (p)
Informatica OA-ICT 2
Sport en Spel OA-S&S 2
Studieloopbaanbegeleiding OA-SLB 1+ (1) (1)
BPV-begeleiding OA-MWB 1 1
Engels OA-ENG 2(+1) 2(+1)
Tutoruur OA-TUT
BPV-begeleiding OA-MWB 4x1 uur
Keuzevakken OA-KEU 6
TOTAAL 19 19 6
(p) deze vakken participeren in het project
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 25 cohort 2010-2013

(1) dit is een RT-uur of gespreksuur
Bijlage 3: Samenvatting inhoud kwalificatiedossier
Kerntaken en Werkprocessen
Kerntaak 1: Assisteren bij het uitvoeren van onderdelen van het primaire proces
Werkprocessen:
1.1 Observeert de werkwijze van leerlingen/deelnemers en rapporteert de bevindingen
1.2 Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen voor
1.3 Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen
1.4 Begeleidt leerlingen/deelnemers bij de uitvoering van programmaonderdelen
Kerntaak 2: Uitvoeren van taken rondom het primaire proces
Werkprocessen
2.1 Voert werkzaamheden uit ten behoeve van het primaire proces
2.2 Assisteert bij het organiseren van activiteiten
2.3 Voert administratieve taken uit
2.4 Houdt toezicht en begeleidt buiten het primaire proces
2.5 Voert in PO en SO pedagogisch - verzorgende taken uit
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Werkprocessen
3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
3.3 Stemt de werkzaamheden af
3.4 Evalueert en rapporteert ervaringen en bevindingen
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 26 cohort 2010-2013

Bijlage 4: Beheersingsniveau Nederlands, Moderne Vreemde Talen en rekenen
Beheersingsniveau Nederlands:
Luisteren Lezen Schrijven Spreken Gesprekken
voeren
4F
3F X X X X X
2F X X X X X
1F X X X X X
Beheersingsniveau Moderne Vreemde Talen:
Luisteren Lezen Schrijven Spreken Gesprekken
voeren
B2
B1 X X
A2 X X X X X
A1 X X X X X
Beheersingsniveau Rekenen:
Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden
4F
3F X X X X
2F X X X X
1F X X X X
Bijlage 5: Certificeerbare eenheden
De opleiding Onderwijsassistent bevat geen certificeerbare onderdelen.
Niveau 4 93500 Onderwijs Assistent BOL 27 cohort 2010-2013