Apeldoorn - #1 (16.46 MB) - Educom Communicatie
Apeldoorn - #1 (16.46 MB) - Educom Communicatie
Apeldoorn - #1 (16.46 MB) - Educom Communicatie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
50<br />
Rein Geurtsen<br />
Behoud en verandering zijn geen vijanden<br />
Door Jos van der Burg<br />
het had weinig gescheeld of het apeldoorns Kanaal was<br />
een paar decennia geleden gedempt, want de industrie<br />
maakte geen gebruik meer van de binnenvaart. gelukkig<br />
heeft apeldoorn zich deze cultuurhistorische schande<br />
weten te besparen. het industriegebied van weleer ver-<br />
andert in een aantrekkelijk binnenstedelijk woongebied<br />
met het kanaal als centrale openbare ruimte. onder de<br />
bezielende leiding van huub selen is rein geurtsen met<br />
paul achterberg de man achter de herontwikkeling van<br />
de kanaaloevers. geurtsen: “het kanaal is geen obstakel,<br />
maar een slagader.”<br />
Praten met Rein Geurtsen is college krijgen van een bevlogen man. Niet met dorre<br />
traktaken, maar met uit de praktijk gegrepen voorbeelden, want Geurtsen heeft op het<br />
gebied van stedelijke herontwikkeling alles meegemaakt. Hij kent het klappen van de<br />
zweep. Zijn loopbaan begon met de keuze voor de studie architectuur. Erna doceerde<br />
hij vijftien jaar het vakgebied Stadsontwerp aan de faculteit Bouwkunde van de Tech-<br />
Voormalige industriële complexen in het gebied Kanaaloevers.<br />
Voormalige Industriële complexen in het gebied Kanaaloevers<br />
Stadsmagazine <strong>Apeldoorn</strong> | maart 2006<br />
Beeld van de toekomstige Kayersbeek in deelgebied Haven Centrum.<br />
nische Universiteit Delft. Het is niet geheel onopgemerkt gebleven, zegt hij in alle<br />
bescheidenheid. “Samen met een groep anderen, als Palmboom, Gall en Bijhouwer,<br />
de compagnons van Paul Achterberg, reken ik mezelf tot een nieuwe generatie stedebouwkundigen.<br />
In de na-oorlogse decennia nam het vakgebied steeds meer afstand<br />
van één van haar oorsprongen, de ‘stadsesthetiek’. Mijn vakgenoten lieten zich steeds<br />
meer preoccuperen door sociologische, technologische en bestuurlijke vraagstukken.<br />
Ook erg belangrijk, maar de stadsculturele belangen van stadsontwikkeling werden<br />
zo door niemand meer behartigd. Bovendien wisten veel stedebouwers tot ver in de<br />
jaren tachtig geen raad met het ruimtelijk erfgoed van de Hollandse Stad, toch echt<br />
niet het minste in zijn soort, als je het beschouwt op de schaal van het Werelderfgoed.<br />
Onze hoogleraren waren vervuld van een heilig geloof in het einde van de historische<br />
stad. Grote verkeersdoorbraken waren het mooiste dat er bestond, en hele stukken<br />
binnenstad moesten tegen de vlakte. Hier en daar een beschermd monument, of een<br />
beschermd stukje binnenstad, als echte Anton Pieck-enclaves, en de rest was vogelvrij.”<br />
“In de jaren tachtig kwamen, mede beïnvloed door Italiaanse, Franse en Spaanse<br />
stromingen vanuit diverse windrichtingen nieuwe denkrichtingen naar voren. Jo<br />
Coenen, met zijn plannen voor de binnenstad van Heerlen, en snel daarna zijn plan<br />
voor Céramique in Maastricht. Dat zorgde voor flink wat beroering in de gelederen<br />
van de vakbroeders. En dan had je natuurlijk Rem Koolhaas, die opnieuw de aandacht<br />
vestigde op de culturele roots van het vooroorlogse modernisme, en een sterk accent<br />
legde op de dynamische factor in de historische stad. Levende historische steden zijn<br />
steden waarin steeds, laag over laag, stadsculturele interventies hebben plaatsgevonden<br />
en plaats vinden. Koolhaas wordt vaak geëtiketteerd als de man van ‘fuck the context’.<br />
Maar hij was toch een van de eersten die wisten hoe je de historische context van<br />
Beeld van de toekomstig