104 gebruik, e<strong>en</strong> lage consumptie van kalium, e<strong>en</strong> lage consumptie van visvet- zur<strong>en</strong> <strong>en</strong> lichamelijke <strong>in</strong>activiteit. 8 De bloeddruk is <strong>in</strong> deze studie protocollair tweemaal gemet<strong>en</strong>. Als er tuss<strong>en</strong> deze twee met<strong>in</strong>g<strong>en</strong> e<strong>en</strong> drukverschil was van meer dan 10 mmHg systolisch <strong>en</strong>/of 5 mmHg diastolisch, werd er e<strong>en</strong> derde keer gemet<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s werd voor zowel de systolische als de diastolische bloeddruk het gemiddelde van de laatste twee met<strong>in</strong>g<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d. De gemiddelde diastolische bloeddruk van de deelnemers aan deze studie was 84,4 ± 10,7 mmHg bij mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 80,84 ± 10,7 mmHg bij vrouw<strong>en</strong> (figuur 6.1), <strong>en</strong> de gemiddelde systolische bloeddruk was 135,4 ± 15,8 mmHg bij mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 124,2 ± 16,4 mmHg bij vrouw<strong>en</strong> (figuur 6.2). In totaal hadd<strong>en</strong> 3.507 deelnemers (33,1%) e<strong>en</strong> verhoogde bloeddruk (hoger of gelijk aan 140 mmHg systolisch <strong>en</strong>/of 90 mmHg diastolisch), waarvan 2.532 (40,1%) mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 975 (22,7%) vrouw<strong>en</strong>. Het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verhoogde bloeddruk neemt sterk toe bij hogere leeftijd<strong>en</strong> (tabel 6.13). Het perc<strong>en</strong>tage hypert<strong>en</strong>siev<strong>en</strong> ligt aanzi<strong>en</strong>lijk hoger bij laag opgeleid<strong>en</strong> (tabel 6.14). Tabel 6.13 Preval<strong>en</strong>tie van verhoogde bloeddruk (hoger of gelijk aan 140 mmHg systolisch <strong>en</strong>/of 90 mmHg diastolisch), per leeftijdscategorie <strong>en</strong> uitgesplitst voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> (n = 10.608). Verhoogde bloeddruk Leeftijdscategorie Mann<strong>en</strong> Vrouw<strong>en</strong> Totaal tot <strong>en</strong> met 29 jaar 58 24,0% 30 9,5% 88 15,8% 30-39 jaar 340 25,4% 144 10,7% 484 18,0% 40-49 jaar 756 35,7% 399 23,8% 1.155 30,4% 50-59 jaar 1.170 53,6% 362 42,3% 1.532 50,5% 60-64 jaar * 208 48,0% 40 40,0% 248 46,6% Totaal 2.532 40,1% 984 22,7% 3.507 33,1% * Voor person<strong>en</strong> van 60 jaar <strong>en</strong> ouder, zonder diabetes mellitus, familiaire hypercholesterolemie of hart- <strong>en</strong> vaatziekt<strong>en</strong>, geldt 160/90 mmHg als gr<strong>en</strong>s voor verhoogde bloeddruk. <strong>Nederland</strong>se <strong>Hart</strong>sticht<strong>in</strong>g / Preval<strong>en</strong>tie van leefstijl- <strong>en</strong> risicofactor<strong>en</strong> voor hart- <strong>en</strong> vaatziekt<strong>en</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> onder <strong>Nederland</strong>se werknemers
mmHg mmHg 105 Figuur 6.1 Gemiddelde diastolische bloeddruk, per leeftijdscategorie <strong>en</strong> uitgesplitst voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> (n = 10.608). 90 88 86 84 82 80 78 76 74 72 70 20-29 30-39 40-49 50-59 60-64 160 150 140 130 120 110 Figuur 6.2 Leeftijd (jaar) Man Vrouw Gemiddelde systolische bloeddruk, per leeftijdscategorie <strong>en</strong> uitgesplitst voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> (n = 10.608). 100 20-29 30-39 40-49 50-59 60-64 Leeftijd (jaar) Man Vrouw <strong>Nederland</strong>se <strong>Hart</strong>sticht<strong>in</strong>g / Preval<strong>en</strong>tie van leefstijl- <strong>en</strong> risicofactor<strong>en</strong> voor hart- <strong>en</strong> vaatziekt<strong>en</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> onder <strong>Nederland</strong>se werknemers
Change language