Determinanten huishoudelijk energiegebruik - Instituut Samenleving ...

Determinanten huishoudelijk energiegebruik - Instituut Samenleving ... Determinanten huishoudelijk energiegebruik - Instituut Samenleving ...

samenlevingentechnologie.be
from samenlevingentechnologie.be More from this publisher
07.09.2013 Views

Universiteit Antwerpen, STEM Determinanten huishoudelijk energiegebruik Ook meer relationele factoren spelen een rol. Zo was het opvallend hoe verschillende deelnemers naar het voorbeeldgedrag van significante anderen verwezen (ouders, leerkrachten, mediafiguren etc.). Ook het samen doen en spreken over energiezuinig gedrag werkt stimulerend. • “Dat komt van mijn ouders. Vroeger had ik daar weerstand tegen. Ik vond dat allemaal zever maar ik heb dat wel in mijzelf nu.” en “Ja maar ik denk dat dat iets is dat in mijn leven gegroeid is, in de lagere school het vak milieu en later aardijkskunde. Je wordt daarmee opgevoed.” en “Ik ben niet met energie bezig, maar wel met de media, TV. Al die dingen van spaarlampen en zo. Automatisch doe ik daar aan mee. Ik heb spaarlampen, en ik let op een aantal dingen. Niet om financiële redenen, want daar kijk ik niet naar.” en “Mag ik eens een vraagje stellen. Denk je niet dat iedereen hier, na deze avond, toch wat meer rekening zal houden met energie. Zo het samen spreken erover maak je toch wat bewuster, of niet soms. Ik zal er toch alvast meer op letten.” Interesse in techniek werkt stimulerend om de daad bij het woord te zetten en ook aanpassingen te doen aan de woning. 3: • “Ik denk erover om zonnepanelen te steken. Dat boeit mij. Het technische ook. Ik ben op alle gebied vrij technisch. Die boekjes ik lees dat van A tot Z. Welke stimulerende maatregelen een overheid kan treffen, zijn niet éénduidig voor alle Vlaamse huishoudens te bepalen. Een meer gedifferentieerde beleid, ook naar huishoudens, blijkt meer en meer noodzakelijk te zijn. In het kader van dit onderzoek maakten we een indeling in vijf groepen. Het zijn mogelijk vijf verschillende doelgroepen die op een specifieke manier gestimuleerd kunnen worden. Een algemene conclusie is toch dat op de ‘overtuigden’ en ‘jonge bouwers’ na, alle andere huishoudens best met andere argumenten dan het ‘louter energieverhaal’ worden aangesproken. ‘Jonge bouwers’ en ‘Overtuigden’ hebben nood aan toegankelijke en correcte informatie. Premies zijn een belangrijke stimulans om te kiezen voor een energiezuinige woning en de hiermee verbonden initiële meerkost. Voor ‘huurders van een sociale woning’ moet energie in de eerste plaats betaalbaar blijven. Deze groep kan zelf geen aanpassingen doen aan de woning. Beheerders/bouwers van sociale woningen zullen dit in hun plaats moeten doen. Deelnemers van deze groep spraken met enige ergenis over de plaatsing van de lichtschakelaars en de keuze van de fittings in hun sociale 81

Determinanten huishoudelijk energiegebruik Universiteit Antwerpen, STEM woning. “De architect heeft de woning zo gemaakt dat wij de lampen niet kunnen kiezen. Bij mij in de gang, daar branden twee lichten beneden en twee lichten boven. Waarom hebben zij geen twee schakelaars gezet? Als ik beneden licht wil, dan branden op alle verdiepingen de lichten. Ik ben verplicht om die lampen te gebruiken. Ik kan geen spaarlampen zetten omdat de fitting niet past.” Ook de beperkte inval van zonlicht in de woning werkt energiegebruik in de hand. De groep ’55 plussers’, die we in het kader van dit onderzoek spraken, waren het minst met energie bezig. Tien van de veertien deelnemers gaf aan daar ‘niet wakker van te liggen’. Het is de generatie die de welvaart en het comfort heeft zien stijgen en daar geen stap achteruit in wil zetten. Deze groep vindt trouwens van zichzelf dat ze in het algemeen veel zuiniger door het leven gaat dan de generatie na hen. Ouderen die ervoor kiezen in de eigen woning te blijven, zijn nog weinig gemotiveerd om oude electriciteitskasten te vervangen en noodzakelijke dakisolatie aan te leggen. Ze willen niet meer de drukte en het stof van een karwei. Ze zijn ook weinig op de hoogte van mogelijke premies. De informatie hierover ervaren ze als weinig toegankelijk (“bij wie kan ik hiervoor bij terecht”). Volgens sommigen verschilt de hoogte van deze premies bovendien per gemeente. In de groep ‘gesettelden’ kregen we het breedste gamma aan suggesties. Het was een groep waar het energiebesef evenredig was verdeeld tussen ‘er bewust mee bezig zijn’ en ‘er niet wakker van liggen’. Eén deelnemer doet het voorstel om “op elektriciteit een gemiddelde te zetten per aantal personen en dan een belasting te heffen, zoals met het snel rijden”. Voor een andere deelneemster is echter “het financiële geen reden meer”: “Wat ik belangrijk vind, mag ook veel kosten.” De huidige brochures en informatie over energie trekken niet de aandacht van deze laatste vrouw. “Al die dingen worden ook zo gekoppeld aan techniek en ik lees dat niet. Dat interesseert mij niet. ... Ik zie dat ik heel gedreven ben door alles wat met milieu en gezondheid te maken heeft maar dan zonder altijd die techniek.” Uit de discussie leiden we ook een zekere moeheid af omtrent grote informatiecampagnes, het opgeheven wijsvingertje en een algmeen doemdenken omtrent de verloedering van het milieu. Via allerlei subsidies moet de overheid mensen vooral stimuleren in het oppakken van de problemen. Concrete tips binnen de daarbij passende context treffen, volgens deze groep, beter hun doel dan algemene folders. “In een kookboek staan tips over hoe we aardappelen energiezuinig kunnen koken.” 6 ⏐ Besluit Centraal in de focusgroepen staat de vraag welke soorten afwegingen pro en contra energiebesparing er worden gemaakt. Door te werken met vijf types van homogeen samengestelde focusgroepen is getracht om determinanten 82

Universiteit Antwerpen, STEM <strong>Determinanten</strong> <strong>huishoudelijk</strong> <strong>energiegebruik</strong><br />

Ook meer relationele factoren spelen een rol. Zo was het opvallend hoe<br />

verschillende deelnemers naar het voorbeeldgedrag van significante anderen<br />

verwezen (ouders, leerkrachten, mediafiguren etc.). Ook het samen doen en<br />

spreken over energiezuinig gedrag werkt stimulerend.<br />

• “Dat komt van mijn ouders. Vroeger had ik daar weerstand tegen.<br />

Ik vond dat allemaal zever maar ik heb dat wel in mijzelf nu.” en<br />

“Ja maar ik denk dat dat iets is dat in mijn leven gegroeid is, in de<br />

lagere school het vak milieu en later aardijkskunde. Je wordt<br />

daarmee opgevoed.” en “Ik ben niet met energie bezig, maar wel<br />

met de media, TV. Al die dingen van spaarlampen en zo.<br />

Automatisch doe ik daar aan mee. Ik heb spaarlampen, en ik let op<br />

een aantal dingen. Niet om financiële redenen, want daar kijk ik niet<br />

naar.” en “Mag ik eens een vraagje stellen. Denk je niet dat<br />

iedereen hier, na deze avond, toch wat meer rekening zal houden<br />

met energie. Zo het samen spreken erover maak je toch wat<br />

bewuster, of niet soms. Ik zal er toch alvast meer op letten.”<br />

Interesse in techniek werkt stimulerend om de daad bij het woord te zetten<br />

en ook aanpassingen te doen aan de woning.<br />

3:<br />

• “Ik denk erover om zonnepanelen te steken. Dat boeit mij. Het<br />

technische ook. Ik ben op alle gebied vrij technisch. Die boekjes ik<br />

lees dat van A tot Z.<br />

Welke stimulerende maatregelen een overheid kan treffen, zijn niet<br />

éénduidig voor alle Vlaamse huishoudens te bepalen. Een meer<br />

gedifferentieerde beleid, ook naar huishoudens, blijkt meer en meer<br />

noodzakelijk te zijn. In het kader van dit onderzoek maakten we een indeling<br />

in vijf groepen. Het zijn mogelijk vijf verschillende doelgroepen die op een<br />

specifieke manier gestimuleerd kunnen worden. Een algemene conclusie is<br />

toch dat op de ‘overtuigden’ en ‘jonge bouwers’ na, alle andere huishoudens<br />

best met andere argumenten dan het ‘louter energieverhaal’ worden<br />

aangesproken.<br />

‘Jonge bouwers’ en ‘Overtuigden’ hebben nood aan toegankelijke en<br />

correcte informatie. Premies zijn een belangrijke stimulans om te kiezen<br />

voor een energiezuinige woning en de hiermee verbonden initiële meerkost.<br />

Voor ‘huurders van een sociale woning’ moet energie in de eerste plaats<br />

betaalbaar blijven. Deze groep kan zelf geen aanpassingen doen aan de<br />

woning. Beheerders/bouwers van sociale woningen zullen dit in hun plaats<br />

moeten doen. Deelnemers van deze groep spraken met enige ergenis over de<br />

plaatsing van de lichtschakelaars en de keuze van de fittings in hun sociale<br />

81

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!