Determinanten huishoudelijk energiegebruik - Instituut Samenleving ...
Determinanten huishoudelijk energiegebruik - Instituut Samenleving ... Determinanten huishoudelijk energiegebruik - Instituut Samenleving ...
Universiteit Antwerpen, STEM Determinanten huishoudelijk energiegebruik zal de effectieve energiebesparing – omwille van het rebound effect – slechts 90 % x 20 % = 18 % i.p.v. 20 % bedragen. Klassieke voorbeelden van het rebound effect bij huishoudens zijn het uitgespaarde geld gebruiken voor een (energieverslindend) vliegtuigreisje, of het geld dat men bespaart door alle gloeilampen te vervangen door spaarlampen in tuinverlichting te steken, zodat men uiteindelijk misschien nog meer energie gebruikt (rebound effect > 100 %) dan voorheen. Er zijn (in het buitenland) heel wat empirische studies verricht om dit rebound effect bij huishoudens te kwantificeren. Deze studies richten zich vooral op ruimteverwarming, waarvoor het rebound effect 10 à 30 % zou bedragen. Voor deze en andere toepassingen verwijzen we naar een literatuuroverzicht van Greening, Green en Difiglio (2000). Er zijn geen specifieke gegevens voor Vlaanderen. Het rebound effect, of meer algemeen de relatie tussen gedragsverandering en technologische innovatie, is zonder meer belangrijk. Het gebrek aan (empirische) studies betreffende het rebound effect specifiek voor Vlaanderen, samen met de vaststelling dat we nog maar heel weinig inzicht hebben in het feitelijk energiegedrag van de huishoudens – laat staan wat de specifieke relatie is tussen gedragsverandering en verandering van het technologieaanbod – was aanleiding om in dit project vooral aandacht te besteden aan de afwegingen die mensen maken omtrent energiebesparing. De analyse van de drijfveren achter het rebound effect verdient o.i. een afzonderlijke studie. Groene energie In een discussienota voorgelegd aan de begeleidingscommissie was het peilen naar de rol van “groene energie” één van de vijf voorgestelde thema’s voor de focusgroepen (zie hoofdstuk 4 | Naar een werkbaar draaiboek voor de focusgroepen). Door het ruime aanbod aan thema’s moest de commissie hoe dan ook een keuze maken. De begeleidingscommissie gaf er de voorkeur aan het accent vooral te leggen op een bredere verkenning van het begrip comfort bij de deelnemers van de focusgroepen, en op het peilen naar hun kennisniveau omtrent energiegebruik en -besparing. Het niet weerhouden van groene energie werd mede ingegeven door de vaststelling dat nog maar een zeer beperkt deel van de elektriciteitsleveringen in Vlaanderen uit groene stroom bestaan – minder dan 0,6 % in 2003, of net niet de helft van wat in dat jaar wettelijk 41
Determinanten huishoudelijk energiegebruik Universiteit Antwerpen, STEM vereist was (MIRA-T 2004). De meeste energieleveranciers mikken bovendien vooral op goedkopere energie en niet zozeer op groene energie. 3 Motivatie indeling focusgroepen Doel van het focusgroepenonderzoek is te achterhalen welke factoren een bepalende invloed hebben op het huishoudelijk energiegebruik. We gaan op zoek naar een breed palet van zowel meer voordehandliggende elementen, zoals prijs- en comfortoverwegingen, als naar dieperliggende argumenten en motivaties. Rekening houdend met deze doelstelling kiezen we voor homogeen samengestelde focusgroepen. Wanneer de deelnemers van een focusgroep immers betekenisvolle raakpunten hebben en het besproken thema vanuit dezelfde achtergrond benaderen, is het meer waarschijnlijk dat ook in de argumenten van de deelnemers belangrijke raakpunten te vinden zijn. Dit laat toe steeds verder te graven en dieperliggende motivaties bloot te leggen. In het geval van heterogeen samengestelde focusgroepen daarentegen, verwachten we dat de onderwerpen vanuit erg verschillende invalshoeken besproken worden, wat voldoende diepgang in de discussie kan verhinderen en participanten zelfs kan doen ‘stilvallen’. Door voldoende diversiteit aan te brengen tussen de verschillende groepen trachten we een zo groot mogelijk scala aan determinaten op te sporen. Voor een goede samenstelling van de focusgroepen is het dus belangrijk op zoek te gaan naar factoren die een bepalende invloed hebben op energiegerelateerde gedragingen. Deze worden dan constant gehouden binnen elke groep, en gevarieerd tussen de verschillende groepen. In elk van de homogene focusgroepen onderzoeken we dezelfde cluster aan vragen, maar leggen we vanwege de diversiteit tussen de groepen telkens een ander accent. Een belangrijke bron van inspiratie voor onze indeling was Weber en Perrels (2000, p. 550): “Contrary to approaches often found in marketing research, no lifestyle groups or types have been identified since earlier studies in this direction provided no satisfactory results”. Rather, households have been differentiated by household types according to their position in the lifecycle (young singles, young couples, middle-aged families, etc.)” Weber en Perrels onderscheiden 11 groepen, maar zoveel focusgroepen was binnen onze studie niet haalbaar. In overleg met viWTA en leden van het beleidingscomité legden we de definitieve opdeling voor de vijf focusgroepen als volgt vast (cfr verslag vergadering begeleidingscommissie 5 maart 2004). 42
- Page 1 and 2: viWTA Determinanten Huishoudelijk E
- Page 3 and 4: Determinanten Huishoudelijk Energie
- Page 5 and 6: Universiteit Antwerpen, STEM Determ
- Page 7 and 8: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 9 and 10: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 12 and 13: Universiteit Antwerpen, STEM Determ
- Page 14: Universiteit Antwerpen, STEM Determ
- Page 20: Universiteit Antwerpen, STEM Determ
- Page 23 and 24: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 25 and 26: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 27 and 28: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 29 and 30: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 31 and 32: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 33 and 34: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 35 and 36: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 37 and 38: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 39 and 40: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 41 and 42: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 43 and 44: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 45 and 46: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 47: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 51 and 52: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 53 and 54: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 55 and 56: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 57 and 58: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 59 and 60: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 61 and 62: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 63 and 64: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 65 and 66: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 67 and 68: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 69 and 70: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 71 and 72: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 73 and 74: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 75 and 76: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 77 and 78: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 79 and 80: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 81 and 82: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 83 and 84: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 85 and 86: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 87 and 88: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 89 and 90: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 91 and 92: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 93 and 94: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 95 and 96: Determinanten huishoudelijk energie
- Page 97 and 98: Determinanten huishoudelijk energie
<strong>Determinanten</strong> <strong>huishoudelijk</strong> <strong>energiegebruik</strong> Universiteit Antwerpen, STEM<br />
vereist was (MIRA-T 2004). De meeste energieleveranciers mikken<br />
bovendien vooral op goedkopere energie en niet zozeer op groene energie.<br />
3 Motivatie indeling focusgroepen<br />
Doel van het focusgroepenonderzoek is te achterhalen welke factoren een<br />
bepalende invloed hebben op het <strong>huishoudelijk</strong> <strong>energiegebruik</strong>. We gaan op<br />
zoek naar een breed palet van zowel meer voordehandliggende elementen,<br />
zoals prijs- en comfortoverwegingen, als naar dieperliggende argumenten en<br />
motivaties. Rekening houdend met deze doelstelling kiezen we voor<br />
homogeen samengestelde focusgroepen. Wanneer de deelnemers van een<br />
focusgroep immers betekenisvolle raakpunten hebben en het besproken<br />
thema vanuit dezelfde achtergrond benaderen, is het meer waarschijnlijk dat<br />
ook in de argumenten van de deelnemers belangrijke raakpunten te vinden<br />
zijn. Dit laat toe steeds verder te graven en dieperliggende motivaties bloot<br />
te leggen. In het geval van heterogeen samengestelde focusgroepen<br />
daarentegen, verwachten we dat de onderwerpen vanuit erg verschillende<br />
invalshoeken besproken worden, wat voldoende diepgang in de discussie<br />
kan verhinderen en participanten zelfs kan doen ‘stilvallen’. Door voldoende<br />
diversiteit aan te brengen tussen de verschillende groepen trachten we een<br />
zo groot mogelijk scala aan determinaten op te sporen.<br />
Voor een goede samenstelling van de focusgroepen is het dus belangrijk op<br />
zoek te gaan naar factoren die een bepalende invloed hebben op<br />
energiegerelateerde gedragingen. Deze worden dan constant gehouden<br />
binnen elke groep, en gevarieerd tussen de verschillende groepen. In elk van<br />
de homogene focusgroepen onderzoeken we dezelfde cluster aan vragen,<br />
maar leggen we vanwege de diversiteit tussen de groepen telkens een ander<br />
accent.<br />
Een belangrijke bron van inspiratie voor onze indeling was Weber en Perrels<br />
(2000, p. 550): “Contrary to approaches often found in marketing research,<br />
no lifestyle groups or types have been identified since earlier studies in this<br />
direction provided no satisfactory results”. Rather, households have been<br />
differentiated by household types according to their position in the lifecycle<br />
(young singles, young couples, middle-aged families, etc.)” Weber en<br />
Perrels onderscheiden 11 groepen, maar zoveel focusgroepen was binnen<br />
onze studie niet haalbaar. In overleg met viWTA en leden van het<br />
beleidingscomité legden we de definitieve opdeling voor de vijf<br />
focusgroepen als volgt vast (cfr verslag vergadering begeleidingscommissie<br />
5 maart 2004).<br />
42