Determinanten huishoudelijk energiegebruik - Instituut Samenleving ...

Determinanten huishoudelijk energiegebruik - Instituut Samenleving ... Determinanten huishoudelijk energiegebruik - Instituut Samenleving ...

samenlevingentechnologie.be
from samenlevingentechnologie.be More from this publisher
07.09.2013 Views

Universiteit Antwerpen, STEM Determinanten huishoudelijk energiegebruik De cognitief-motivationele strategieën proberen met behulp van informatie invloed uit te oefenen op de perceptie van de voor- en nadelen van verschillende gedragsalternatieven. Hun grootste voordeel is meteen ook hun grootste nadeel: de gedragsveandering vindt vrijwillig plaats, via zelfregulering. Ze spreken de individuen aan op hun eigen specifieke verantwoordelijkheden. Ze zijn dan ook het meest effectief als het gewenste gedrag niet te veel extra moeite, tijd of geld kost, en men voldoende mogelijkheden heeft om het gedrag te vertonen. Men onderscheidt tradtioneel twee typen cognitief-motivationele strategieën: • Voorlichting, educatie en communicatie: deze instrumenten veronderstellen dat gedrag beredeneerd is en dat men daarom gedrag kan veranderen door het beïnvloeden van de perceptie van de kosten-batenafweging die eraan ten grondslag ligt. De gegeven informatie kan gericht zijn op het opheffen van kennisgebreken of mispercepties, op het veranderen van de preferenties van mensen, of kan als doel hebben mensen te overreden bepaald gedrag wel of niet te vertonen. Deze instrumenten op zich brengen zelden een gedragsverandering teweeg – zeker niet wanneer de informatie niet aansluit bij de opvattingen en achtergronden van de doelgroep, er geen concrete voorbeelden zijn en de gedragsverandering relatief veel moeite kost – maar ze kunnen wel energie- en klimaatproblemen op de publieke en politieke agenda plaatsen en een draagvlak creëren voor eventueel verdergaande structurele maatregelen. • Sociale modellering en ondersteuning: deze instrumenten veronderstellen dat mensen niet te veel willen afwijken van de sociale groep waartoe ze (willen) behoren, en richten zich daarom op het beïnvloeden van de sociale kosten en baten van een individu, welke samenhangen met de wijze waarop belangrijke anderen het gedrag beoordelen. Sociale ondersteuning zijn maatregelen gericht op het beïnvloeden van de ‘sociale norm’, i.e. de verwachtingen die men heeft over de sociale goed- of afkeuring van anderen van het betreffende gedrag; of ze maken zichtbaar welke mensen zich al energiezuinig gedragen. Sociale ondersteuning zet mensen ertoe aan het gewenste gedrag ‘eens uit te proberen’. Sociale modellering vestigt de aandacht van de mensen op ‘het goede voorbeeld geven’, bijvoorbeeld door de overheid, of door mensen naar wie men opkijkt zoals ‘Bekende Vlamingen’ (BVs). De cognitief-motivationele strategieën moeten we vooral bekijken in hun symbiotische relatie met de structurele strategieën. 3.2 ⏐ Brainstormen over vernieuwende beleidsmaatregelen Na de inleving in de vijf mogelijke doelgroepen, werden de deelnemers gestimuleerd om te brainstormen over ‘vernieuwende’ beleidsmaatregelingen’. We delen de beleidsvoorstellen in volgens de categorieën van het conceptueel model van het SCP. 95

Determinanten huishoudelijk energiegebruik Universiteit Antwerpen, STEM Suggesties i.v.m. structurele strategieën: fysieke instrumenten Er waren slechts 2 suggesties i.v.m. fysieke instrumenten, met name: 96 • de toelevering van energie per maand beperken, door middel van een soort budgetmeter voor iedereen. Deze suggestie kreeg een rode kaart, omdat ze ruikt naar indoctrinatie en collectivisme (“wij weten wat goed is voor u”); • het verplicht maken van warmteverdelers in appartementsgebouwen. De bewoners krijgen hierdoor een factuur op basis van hun effectief energiegebruik en niet op basis van een gemiddelde. Deze suggestie kreeg eveneens een rode kaart: dergelijke maatregel wordt al voor 85 % toegepast en heeft slechts een beperkt effect. Het gebruik van fysieke instrumenten om energiebesparing bij gezinnen aan te moedigen kreeg m.a.w. weinig bijval in het panel. Suggesties i.v.m. structurele strategieën: financiële instrumenten Het panel opperde de volgende suggesties i.v.m. financiële instrumenten: • het verhogen van de BTW op energieopslorpende toestellen en het verlagen van de BTW op energiezuinige toestellen. De BTW verlagen zal een groot energiebesparend effect hebben omdat mensen zeer gevoelig zijn voor financiële voordelen, maar de vraag is: “wie zal dat betalen?”. De BTW verhogen zal eveneens een groot energiebesparend effect hebben, omdat de duurdere (energie-onvriendelijke) toestellen zich uit de markt zullen prijzen; • energie duurder maken (de energieprijs verhogen) d.m.v. ‘taksen’, en iets nuttigs doen met deze taksen, bijvoorbeeld gebruiken voor premies om energiezuinig wonen aan te moedigen. Het verhogen van de energieprijs moet men maatschappelijk aanvaardbaar maken door de verkregen middelen goed aan te wenden. Deze suggestie kreeg één rode kaart: een deelnemer vreest voor het “Mattheus-effect” 21 : het zullen vooral de hoger opgeleiden, de mensen met tijd en kennis en met een hoger inkomen zijn die het meest energie zullen besparen en zo ook hogere kosten zullen vermijden; • men moet de rijkeren meer laten betalen, want zij zijn (waarschijnlijk) de grootste energiegebruikers; • het systeem van de ‘derde partij financiering’ (‘third party financing’) toepassen. De overheid schiet het geld voor om energiebesparende maatregelen door te voeren, en wordt terugbetaald op basis van de gerealiseerde kostenbesparingen. De motivatie is dat men op die manier vooral de jonge bouwers – al zijn zij niet de enige groep met budgetproblemen – zal aanmoedigen te investeren in energiebesparende maatregelen. Het bereiken van de jonge bouwers is belangrijk, omdat zij een belangrijke voorbeeldfunctie voor de toekomst hebben. Een andere motivatie is dat isolatie de meest kostenefficiënte maatregel is, en dat de financiering daarvan net de grootste hindernis is voor lage inkomens. 21 “Want wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloed hebben; maar wie niet heeft, hem zal ook ontnomen worden, wat hij bezit” Mattheus, Hoofstuk 13, vers 13.

<strong>Determinanten</strong> <strong>huishoudelijk</strong> <strong>energiegebruik</strong> Universiteit Antwerpen, STEM<br />

Suggesties i.v.m. structurele strategieën: fysieke instrumenten<br />

Er waren slechts 2 suggesties i.v.m. fysieke instrumenten, met name:<br />

96<br />

• de toelevering van energie per maand beperken, door middel van een soort<br />

budgetmeter voor iedereen. Deze suggestie kreeg een rode kaart, omdat<br />

ze ruikt naar indoctrinatie en collectivisme (“wij weten wat goed is voor u”);<br />

• het verplicht maken van warmteverdelers in appartementsgebouwen. De<br />

bewoners krijgen hierdoor een factuur op basis van hun effectief<br />

<strong>energiegebruik</strong> en niet op basis van een gemiddelde. Deze suggestie kreeg<br />

eveneens een rode kaart: dergelijke maatregel wordt al voor 85 %<br />

toegepast en heeft slechts een beperkt effect.<br />

Het gebruik van fysieke instrumenten om energiebesparing bij gezinnen aan<br />

te moedigen kreeg m.a.w. weinig bijval in het panel.<br />

Suggesties i.v.m. structurele strategieën: financiële instrumenten<br />

Het panel opperde de volgende suggesties i.v.m. financiële instrumenten:<br />

• het verhogen van de BTW op energieopslorpende toestellen en het<br />

verlagen van de BTW op energiezuinige toestellen. De BTW verlagen zal<br />

een groot energiebesparend effect hebben omdat mensen zeer gevoelig<br />

zijn voor financiële voordelen, maar de vraag is: “wie zal dat betalen?”. De<br />

BTW verhogen zal eveneens een groot energiebesparend effect hebben,<br />

omdat de duurdere (energie-onvriendelijke) toestellen zich uit de markt<br />

zullen prijzen;<br />

• energie duurder maken (de energieprijs verhogen) d.m.v. ‘taksen’, en iets<br />

nuttigs doen met deze taksen, bijvoorbeeld gebruiken voor premies om<br />

energiezuinig wonen aan te moedigen. Het verhogen van de energieprijs<br />

moet men maatschappelijk aanvaardbaar maken door de verkregen<br />

middelen goed aan te wenden. Deze suggestie kreeg één rode kaart: een<br />

deelnemer vreest voor het “Mattheus-effect” 21 : het zullen vooral de hoger<br />

opgeleiden, de mensen met tijd en kennis en met een hoger inkomen zijn<br />

die het meest energie zullen besparen en zo ook hogere kosten zullen<br />

vermijden;<br />

• men moet de rijkeren meer laten betalen, want zij zijn (waarschijnlijk) de<br />

grootste <strong>energiegebruik</strong>ers;<br />

• het systeem van de ‘derde partij financiering’ (‘third party financing’)<br />

toepassen. De overheid schiet het geld voor om energiebesparende<br />

maatregelen door te voeren, en wordt terugbetaald op basis van de<br />

gerealiseerde kostenbesparingen. De motivatie is dat men op die manier<br />

vooral de jonge bouwers – al zijn zij niet de enige groep met<br />

budgetproblemen – zal aanmoedigen te investeren in energiebesparende<br />

maatregelen. Het bereiken van de jonge bouwers is belangrijk, omdat zij<br />

een belangrijke voorbeeldfunctie voor de toekomst hebben. Een andere<br />

motivatie is dat isolatie de meest kostenefficiënte maatregel is, en dat de<br />

financiering daarvan net de grootste hindernis is voor lage inkomens.<br />

21 “Want wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloed hebben; maar wie niet heeft,<br />

hem zal ook ontnomen worden, wat hij bezit” Mattheus, Hoofstuk 13, vers 13.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!