CHUCK CLOSE - Tableau
CHUCK CLOSE - Tableau CHUCK CLOSE - Tableau
hockney van pop art naar ipad niet poetsen! de lotgevallen van een restaurator chuck close het portret als hoofdzaak AP tefaf 2012 kiezen met kenners cardin kunst & couture 34ste Jaargang nr. 1 maart/april 2012 Adviesprijs: € 9,95
- Page 3 and 4: ChuCk Close ‘Wat ik nu maak, is h
- Page 5: ErWIn OLAF fotograaf TEFAF is voor
- Page 8 and 9: van pop art tot ipad David Hockney,
- Page 10 and 11: David Hockney ‘het gevoel van ech
- Page 12 and 13: ‘Je reste un artiste’ Couturier
- Page 14 and 15: Pierre Cardin 22 | Tableau Fine arT
- Page 17 and 18: Dromen en visioenen gaan voor de zi
- Page 19: calders grote ontdekking Nederland
hockney<br />
van pop art<br />
naar ipad<br />
niet poetsen!<br />
de lotgevallen van<br />
een restaurator<br />
chuck close<br />
het portret als hoofdzaak<br />
AP<br />
tefaf<br />
2012<br />
kiezen met<br />
kenners<br />
cardin<br />
kunst &<br />
couture<br />
34ste Jaargang nr. 1<br />
maart/april 2012<br />
Adviesprijs: € 9,95
ChuCk Close<br />
‘Wat ik nu maak, is het beste’<br />
de amerikaanse kunstenaar chuck close staat al bijna veertig jaar aan<br />
de top van de kunstwereld. wars van modes, en dwars tegen de<br />
heersende tijdgeest in, volgt hij gestaag zijn eigen weg: ‘als je gewoon<br />
door blijft gaan met waar je goed in bent, komt het vanzelf.’<br />
een exclusief interview in zijn atelier in new York.<br />
tekst: koos de wilt atelierfotografie: renÉ clement
TEFAF<br />
eerste keus<br />
TEFAF Maastricht is dé belangrijkste kunstbeurs ter<br />
wereld. Voor deze preview vroeg <strong>Tableau</strong> tien professionele<br />
liefhebbers alvast een keuze te maken uit het<br />
aanbod van de feestelijke 25ste TEFAF Maastricht, die<br />
plaatsvindt van 16 t/m 25 maart.<br />
Duane Hanson, Young Shopper, 1973,<br />
polyesterhars en fiberglas, beschilderd<br />
met olieverf, gemengde techniek en<br />
accessoires, levensgroot, Van de Weghe<br />
Fine Art, stand 522<br />
> Portret van Erwin Olaf door Feriet Tunc<br />
> Henri de Toulouse-Lautrec (1864-1901),<br />
La Clownesse Assise, 1896, kleurenlitho,<br />
52 x 40 cm, David Tunick, Inc., stand 371
ErWIn OLAF<br />
fotograaf<br />
TEFAF is voor mij een groot visueel<br />
feest, de kwaliteit van het gebodene<br />
is adembenemend en ik loop<br />
in bewondering rond. Iets wat ik<br />
niet kan zeggen van sommige moderne<br />
kunstbeurzen, waar ik wel<br />
eens kom. Ik moet bekennen dat ik<br />
het geweldig vind om te informe-<br />
ren naar prijzen van werken. Niks<br />
leukers dan een galeriehouder die<br />
langs zijn neus weg zegt dat een<br />
piepklein schilderijtje ‘één-punt-vijf’<br />
kost. En zelfs als ik dan in tonnen<br />
denk, zit ik er nog ver naast!<br />
Uit het aanbod van TEFAF 2012 gaat<br />
mijn voorkeur uit naar drie kunstwerken<br />
uit verschillende perioden:<br />
een beeld van Duane Hanson uit<br />
‘Getekend door het leven’<br />
1973, een aquarel van George Grosz<br />
uit 1922 en een kleurenlitho uit<br />
1896 van Henri de Toulouse-Lautrec.<br />
Verschillende werken, maar met de<br />
overeenkomst dat het figuratief is<br />
en het de door het leven getekende<br />
mens als onderwerp heeft. Terwijl<br />
ik in de moderne documentairefotografie<br />
met dit onderwerp steeds<br />
meer moeite heb, omdat er zoveel<br />
TEFAF Maastricht 2012<br />
aanbod is, dat het langzamerhand<br />
verdacht veel op ‘het huilende zigeunerjongetje’<br />
begint te lijken, kan<br />
het me in andere uitingsvormen<br />
van beeldende kunst juist erg raken.<br />
De uitgeputte clowns van Lautrec<br />
ontroert me door de ongegeneerde<br />
houding van de vrouw. De grauwe<br />
verwrongen en agressieve gezichten<br />
in het kleurige straattafereel<br />
van Grosz, beangstigen me. En het<br />
beeld van Hanson benauwt me,<br />
omdat het de ontsporing van de<br />
moderne mens laat zien. Emoties,<br />
die ik vreemd genoeg zelden bij<br />
het zien van foto’s heb, afgezien van<br />
sommige harde nieuwsfotografie.<br />
Mijn eigen kunstcollectie is buitengewoon<br />
bescheiden en ik heb er<br />
voor gekozen om alleen fotografie<br />
aan te schaffen. Iedere dag kijk ik<br />
nog met groot genoegen naar het<br />
portret dat Anton Corbijn van Miles<br />
Davis heeft gemaakt, de punkers<br />
van Max Natkiel, de zelfportretten<br />
van Levi van Veluw en David de la<br />
Chapelle’s interpretatie van Andy<br />
Warhol’s Marilyn.<br />
Een van mijn favoriete fotografen is<br />
Robert Mapplethorpe. De aandacht<br />
voor zijn werk is de laatste tien jaar<br />
wat weggezakt, maar gelukkig start<br />
er in Milaan bij Forma binnenkort<br />
een overzichtstentoonstelling van<br />
zijn werk. Ik heb ontzettend veel<br />
van zijn fotografie geleerd. ››<br />
maart/april 2012 tableau Fine arts magazine | 49
tekst: Rainne van Dijck<br />
Buitenland<br />
HigHligHts<br />
weerzien &<br />
kennismaken<br />
Kort voor zijn overlijden stelde Lucian Freud een overzichtstentoonstelling samen van<br />
zijn eigen werk. Dat is nu te bewonderen in Londen. Musée d’Orsay in Parijs biedt een<br />
onbekende Finse schilder de ruimte. Kallen-Gallela leidde een dramatisch leven, maar<br />
stond met Sibelius aan de basis van de moderne Finse identiteit.<br />
De rol van CinDy Sherman<br />
Het record voor de allerduurste foto ooit werd november<br />
vorig jaar weer verbroken. Op een veiling bij christie’s in<br />
new York ging Rhein ii van de Duitser andreas Gursky<br />
voor €3,15 miljoen onder de hamer. De landschapsfoto<br />
is daarmee nóg duurder dan het zelfportret Untitled #96<br />
van cindy sherman, dat in mei 2011 €2,85 miljoen opbracht.<br />
toch hoeft sherman zich niet echt zorgen te maken<br />
over haar positie. ArtReview, dat elk jaar de ArtReview<br />
Power 100 publiceert - de lijst van meest succesvolle en<br />
invloedrijke mensen uit de kunstwereld - plaatste haar<br />
in 2011 op de zevende plaats. Daarmee staat ze onder<br />
galerist Larry Gagosian (4) en MoMa-directeur Glenn D.<br />
Lowry (3), maar boven galerist David Zwirner (9) en kunstenaar<br />
Gerhard Richter (11). ai WeiWei veroverde de eerste<br />
plaats; hij en sherman zijn de enige twee kunstenaars<br />
in de toptien van deze prestigieuze lijst. in het MoMa is<br />
tot juni een groot retrospectief te zien van het werk van<br />
cindy sherman; haar beroemde Untitled Film Stills’ 1977-<br />
1980), History Portraits/Old Masters (1989-1990), de Society<br />
Portraits (2008) en de amerikaanse première van de<br />
recente serie The Untitled (2010).<br />
cindy sherman (1954) wordt wel de koningin van het<br />
zelfportret genoemd. Maar dan altijd zelfportretten<br />
waarin ze een rol speelt: die van bedeesde huisvrouw,<br />
supervamp, popster, diva op leeftijd. als kind verkleedde<br />
ze zich graag, zei ze in een van de weinige interviews die<br />
ze geeft. Maar zij trok daarbij geen roze jurk aan en liep<br />
niet rond op de pumps van haar moeder, zoals de meeste<br />
meisjes doen. sherman wilde zich niet mooi maken, ze<br />
wilde juist lelijk zijn: ‘ik wilde er eng en oud uitzien en op<br />
een monster lijken.’ nou valt het met dat monster later<br />
wel mee: De serie Untitled Film Stills toont sherman als<br />
huisvrouw, een vrouw in tranen, een prostituee of femme<br />
fatale. elke foto lijkt uit een film te komen; van Hitchcock,<br />
of uit een neo-realistische italiaanse film uit de jaren vijftig.<br />
soms lijkt sherman op sophia Loren, dan weer op<br />
Brigitte Bardot. en in History Portraits/ Old Masters speelt<br />
ze een spel met beroemde schilderijen. Zo creëert ze opnieuw<br />
foto’s van de werken van Botticelli of caravaggio,<br />
maar drijft er vervolgens de spot mee door rare pruiken<br />
of nepborsten te gebruiken.<br />
Dat ‘er eng en oud uitzien’ lukt wel in de serie Society Portraits<br />
uit 2008, waarin sherman zich opdoft als rijke dames,<br />
zwaar in de make-up, met net iets te veel rimpels<br />
die vergeefs worden bedekt met dikke lagen foundation.<br />
Deze society-dames hebben hun beste tijd gehad, maar<br />
willen daar zelf nog niet aan. Foto’s maken van zichzelf als<br />
iemand anders, dat is wat cindy sherman nu al dertig jaar<br />
doet - systematisch en consequent. Het heeft haar gemaakt<br />
tot wat ze is: een van de beroemdste kunstenaars<br />
van haar tijd.<br />
< Cindy Sherman, Untitled<br />
#193, kleurenfoto, 139,7 x<br />
123,2 cm, 1989<br />
Untitled Film Stills #21,<br />
1978<br />
Untitled #466, kleurenfoto,<br />
246,7 x 162,4 cm, 2008,<br />
col. MoMA<br />
MoMA • New York<br />
t/m 11 juni<br />
››<br />
www.moma.org<br />
maart/april 2012 tableau Fine arts magazine | 71
van<br />
pop art<br />
tot<br />
ipad<br />
David Hockney, Britain’s<br />
greatest living artist, heeft<br />
zichzelf opnieuw uitgevonden<br />
en verrast met een spectaculaire<br />
tentoonstelling van<br />
megagrote landschappen en<br />
hightech kunst. Met iPhone<br />
en iPad maakte hij inmiddels<br />
honderden kunstwerken;<br />
verbluffend gevarieerd,<br />
kleurrijk, en aansprekend.<br />
tekst: anja frenkel
Hockney<br />
is een hype. De talrijke bezoekers aan de tentoonstelling<br />
A Bigger Picture zijn dolenthousiast. De een zegt:<br />
‘De kracht zit hem in de overdrijving, de rijkdom van<br />
de kleuren.’ Een ander: ‘Het maakt je blij en opgewekt.<br />
Iedereen is overweldigd.’ In de museumwinkel is het afgeladen<br />
vol. Ansichtkaarten met vooral het werk dat<br />
Hockney op zijn iPad en iPhone maakte, vliegen over de<br />
toonbank en ook boeken over de kunstenaar zijn niet aan<br />
te dragen. Voor kinderen is er een painting-by-numberssetje;<br />
een twaalfjarig jongetje kan niet wachten tot hij ermee<br />
aan de slag kan. Hij vond de schilderijen ‘good, really<br />
good’. Zijn moeder: ‘Iedereen komt met een glimlach naar<br />
buiten. Yorkshire kan rekenen op een hoop toeristen.’<br />
Hockney zette met zijn schilderijen de heuvels van zijn<br />
geboortegrond, de Yorkshire Wolds, internationaal op de<br />
kaart. Er wordt al gesproken van Hockney Country. De<br />
kunstenaar heeft de lokale tourist-office zijn medewerking<br />
toegezegd een toeristische route uit te zetten. Om<br />
Hockney-hunters te ontmoedigen, blijft het Yorkshirekustplaatsje<br />
Bridlington, waar hij woont en werkt, buiten<br />
die route.<br />
En plein air<br />
De zuster van Hockney, Margaret, woonde in Bridlington<br />
en toen zijn moeder vanuit Bradford daarheen wilde verhuizen<br />
kocht Hockney in 1989 een groot huis voor haar<br />
< David Hockney voor ‘The Arrival<br />
of Spring in Woldgate, East Yorkshire<br />
in 2011, olie op 32 doeken<br />
(van ieder 91,4 x 121,9 cm), 365,8 x<br />
975,4 cm, onderdeel van een totaal<br />
52-delig werk.<br />
> Bigger Trees near Warter 2007,<br />
olie op 50 doeken, 460 x 1220 cm,<br />
het grootste schilderij dat ooit gemaakt<br />
werd en plein air. Tentoongesteld<br />
in the Summer Exhibition<br />
2007 in de Royal Academy (l.o. met<br />
pet en wandelstok Hockney). In<br />
2008 heeft de kunstenaar het aan<br />
de Tate Gallery geschonken.<br />
David Hockney<br />
aan de boulevard en werd een regelmatige bezoeker. ‘Ik<br />
was de enige ongehuwde zoon, en die brengt altijd Kerst<br />
bij zijn moeder door,’ legt hij uit. David Hockney (Bradford,<br />
1937) kwam van ver: van de rand van het zwembad<br />
in zonnig Californië, waar hij al vanaf de jaren ’60<br />
woonde.<br />
Hij bracht in 1997 meer tijd door in Yorkshire, toen een<br />
oude vriend, de verzamelaar Jonathan Silver, op sterven<br />
lag. Al heen en weer rijdend om hem te bezoeken<br />
merkte Hockney dat hij het landschap met andere ogen<br />
ging bekijken. De jaren daarna reisde hij veel op en neer,<br />
om zijn moeder te bezoeken, die in 1999 stierf. Terug in<br />
Los Angeles begon hij Yorkshire vanuit zijn geheugen te<br />
schilderen. Maar hij kwam in een creatieve impasse en<br />
besloot voor langere tijd naar zijn geboortegrond terug te<br />
keren om zichzelf als kunstenaar opnieuw uit te vinden.<br />
Sinds 2005 leeft Hockney in het huis van zijn moeder,<br />
samen met zijn partner John Fitzherbert en Jean-Pierre<br />
Gonçalves de Lima, een voormalig accordeonist die nu<br />
zijn ‘schildersknecht’ is. Landinwaars van zijn woonplaats,<br />
in het per seizoen veranderende landschap met de<br />
glooiende heuvels, heggen, bomenrijen, valleien en akkers,<br />
staat hij nu met wonderbaarlijk veel energie elke<br />
dag en plein air te schilderen,volgens de traditie van de<br />
impressionisten. Maar ook maakt hij vanuit zijn auto<br />
schetsen op zijn iPhone of iPad, en rijdt hij met een busje<br />
met negen videocamera’s op het dak al filmend door datzelfde<br />
landschap. Weer of geen weer; vaak gaat hij er al<br />
bij zonsopgang op uit om het vroege zonlicht te vangen,<br />
of de mist die zich uitspreidt over de landerijen en het<br />
kreupelhout. De pet steevast op het hoofd, de even onafscheidelijke<br />
sigaret in zijn hand. We zien het in de gelauwerde<br />
BBC-documentaire A Bigger Picture, die regisseur<br />
Bruno Wollheim over Hockney maakte. Wollheim volgde<br />
Hockney gedurende een periode van drie jaar - vanaf<br />
het moment dat hij Californië verlaat en terugkeert naar<br />
Yorkshire. De documentaire onderzoekt Hockney’s haatliefdesrelatie<br />
met de fotografie; een medium dat tot dan<br />
toe zijn steun en toeverlaat was, maar waar hij nu ››<br />
maart/april 2012 tableau Fine arts magazine | 21
David Hockney<br />
‘het gevoel<br />
van echte<br />
aanwezigheid,<br />
being there’<br />
24 | <strong>Tableau</strong> Fine arTs magazine maarT/april 2012<br />
wijze waarop Hockney de nieuwe techniek van het digitale<br />
schilderen met de iPhone of iPad weet te hanteren.<br />
In 2008 kocht hij zijn eerste iPhone en maakte aanvankelijk,<br />
met zijn duim, schilderijtjes als amusement - hij<br />
gaf het apparaat voor de grap zijn eigen mini-ezeltje. Bijna<br />
dagelijks verzond hij een bloemstilleventje naar een<br />
groepje vrienden en familie. In toenemende mate kreeg<br />
de zonsopgang, die boven de baai te zien is vanuit zijn<br />
slaapkamerraam, Hockney’s aandacht. ‘Ik heb altijd al de<br />
dageraad willen schilderen. Vroeger had dat niet gekund,<br />
omdat het natuurlijk dan nog te donker is om het palet<br />
te zien, en als je een licht zou aandoen, zou je de subtiele<br />
verzameling tonen missen. Met een iPhone hoef ik niet<br />
eens uit bed te komen.’ Met de grotere iPad werden zijn<br />
creaties steeds verfijnder en groeiden uit tot echte kunstwerken.<br />
Inmiddels produceerde Hockney duizend-en-één werken<br />
met deze nieuwe technologie. Ze zijn waanzinnig populair<br />
bij het publiek, en ook musea zijn geïnteresseerd. De<br />
vraag waarom iemand van zijn leeftijd de eerste is die<br />
uitgenodigd wordt zijn iPad-tekeningen te exposeren,<br />
beantwoordde Hockney met: ‘Simpel: omdat niemand<br />
van de jongeren meer kan tekenen.’ Een groot deel van<br />
Hockney’s digitale tekenwerk was de afgelopen maanden<br />
al te zien in de tentoonstelling Me draw on iPad in Ko-
Winter Timber, 2009, olie<br />
op 15 doeken, 274,3 x<br />
609,6 cm, privécollectie.<br />
< Hockney maakt studies<br />
van het landschap in zijn<br />
auto.<br />
< The Arrival of Spring in<br />
Woldgate, East Yorkshire<br />
in 2011 (twenty eleven) - 2<br />
January, iPad-tekening<br />
geprint op papier, 144,1<br />
x 108 cm, onderdeel van<br />
52-delig kunstwerk.<br />
penhagen, in Fleurs Fraiches in Parijs en in het Ontario<br />
Royal Art Museum. Met David Hockney lijkt een revolutionaire<br />
nieuwe weg te worden ingeslagen.<br />
Hockney heeft inmiddels extra zakken in zijn Savile-<br />
Rowpakken laten naaien, speciaal voor zijn iPhone en<br />
iPad. In het dorp maken ze grapjes omdat hij tekent op<br />
zijn telefoon. ‘Nee, hoor’, zegt hij dan, ‘ik telefoneer af en<br />
toe met mijn schetsblok’.<br />
Eigen weg<br />
Hockney heeft nooit enige aarzeling getoond zijn eigen<br />
weg te gaan en daarmee op te vallen. Toen hij in 1959<br />
op de Royal College of Art kwam, was de trend abstract.<br />
Hij ging er figuratief tegenin, vaak in felle kleuren en een<br />
primitieve stijl. Hij kreeg snel naam met werk dat openlijk<br />
aan zijn homoseksualiteit refereerde in een tijd dat<br />
dat in Engeland nog steeds verboden was. Ook vergreep<br />
hij zich aan de zo hooggewaardeerde Britse portretkunst<br />
en choqueerde door die te erotiseren. De excentrieke, rebelse,<br />
erudiete en ook nog eens geestige Hockney werd<br />
een belangrijk cultureel symbool in het Londen van de<br />
Swinging Sixties en van een generatie die alles op zijn kop<br />
zette. Nog voordat hij was afgestudeerd aan de academie,<br />
verkocht hij al werk bij de galerie van John Kasmin.<br />
Dat hij even hard werkte als dat hij een bohemien was, is<br />
David Hockney<br />
te lezen in het net verschenen eerste deel van de biografie<br />
David Hockney - A Rake’s Progress. Met commentaren van<br />
familie en vrienden en vol anekdotes. In 1964 vertrok<br />
Hockney, gelokt door een zonnig klimaat, schaars geklede<br />
mooie jongens en een glansrijk bestaan, naar Los Angeles.<br />
Daar bleekte hij zijn donkere haren blond en begon<br />
met het maken van sexy azuren ‘zwembadschilderijen’ in<br />
de rijke villawijken van Hollywood, zoals A Bigger Splash<br />
(1967), waarmee hij wereldberoemd werd.<br />
Intussen werd Hockney’s kleurgebruik feller en zijn stijl<br />
werd soberder realistisch, zoals in Beverly Hills Housewife<br />
(1966-1967), een twaalf meter breed acrylschilderij<br />
dat de verzamelaarster Betty Freeman in een lange roze<br />
jurk laat zien bij haar zwembad (in mei 2009 werd het<br />
schilderij voor 7,9 miljoen dollar bij Christie’s New York<br />
verkocht, een recordprijs voor een Hockney). Sindsdien<br />
heeft hij een groot aantal verschillende vormen van expressie<br />
onderzocht, zonder zich al teveel zorgen te maken<br />
wat de kunstwereld ervan vond. Hij had een happy life in<br />
LA, had liefdes en ontmoette famous people.<br />
Hockney belandde in de theaterwereld en wijdde zich jarenlang<br />
ook aan het ontwerpen van operadecors en -kostuums.<br />
In 1999 nam hij zijn meest verrassende stap: hij<br />
stopte twee jaar lang met schilderen, terwijl hij de controversiële<br />
theorie ontwikkelde dat vanaf de vijftiende ››<br />
maarT/april 2012 <strong>Tableau</strong> Fine arTs magazine | 25
‘Je<br />
reste<br />
un<br />
artiste’<br />
Couturier Pierre Cardin schiep een imperium dat veel meer behelst dan<br />
alleen mode. Hij ontwerpt gebouwen en meubels, geeft boeken uit en is<br />
eigenaar van een museum, een theater en restaurants. Onder andere. Zijn<br />
nieuwste project: een futuristische toren in Venetië. <strong>Tableau</strong> had een exclusief<br />
interview met deze 89-jarige legendarische alleskunner.<br />
TeksT: WalTer de Vries
maart/april 2012 tableau Fine arts magazine | 21
Pierre Cardin<br />
22 | <strong>Tableau</strong> Fine arTs magazine maarT/april 2012<br />
Op het moment dat iedereen denkt dat Pierre Cardin<br />
(1922) zijn carrière nu eindelijk aan het afronden is,<br />
komt hij weer volop in het nieuws. De man die de modewereld<br />
veranderde met zijn futuristische kleding, die<br />
evenzo fantastische meubels ontwierp en die op allerlei<br />
andere terreinen zijn creativiteit aanwendde, is nog<br />
steeds vol energie aan het werk. Zijn nieuwste project is<br />
het Palais Lumière, een groot glazen gebouw dat zal verrijzen<br />
in de buurt van Venetië en dat in 2015 klaar moet<br />
zijn. ‘De vergunningen zijn net rond. We kunnen in april<br />
beginnen met de bouw,’ zegt Cardin. Zijn ogen glinsteren<br />
achter de voor hem zo karakteristieke zwarte bril. De couturier<br />
toont de folder van de 245 meter hoge toren die op<br />
het vasteland van Venetië wordt gebouwd. Hierin komen<br />
appartementen, kantoren, een hotel en winkels. Cardin<br />
is niet alleen verantwoordelijk voor het spectaculaire architectuurontwerp,<br />
ook het meubeldesign neemt hij voor<br />
zijn rekening.<br />
Zo’n hypermodern bouwwerk, zo vlakbij het eeuwenoude<br />
Venetië? Is dat daar wel op z’n plaats? Cardin laat zich er<br />
niet over uit. ‘Ach, ik kom zo weer dicht bij mijn geboorteplaats,’<br />
zegt hij met een glimlach.<br />
Pierre Cardin werd in 1922 geboren in San Biagio di Callalta,<br />
even buiten Venetië. Zijn liefde voor architectuur<br />
dateert uit zijn vroege jeugd, wanneer hij tijdens zijn opleiding<br />
tot kostuummaker in aanraking komt met bouwkunst.<br />
Deze fascinatie wordt duidelijk zichtbaar met de<br />
bouw van zijn buitenhuis; het Palais Bulles in Théoulesur-Mer,<br />
een dorpje in de buurt van Cannes. Het surrealistische<br />
‘Bubbelpaleis’ uit 1989 werd in opdracht van<br />
Cardin ontworpen door de Hongaarse architect Antti Lovag.<br />
Het interieur staat vol kleurrijke meubels; allemaal<br />
kunstwerken op zich.<br />
Cardin is vooral gecharmeerd door het utiliteitsprincipe<br />
van dit object: ‘Mijn kleding, architectuur en design - het<br />
moet vooral functioneel zijn. Ook van het Palais Lumière<br />
wil ik een sculpture habitable maken. Net zoals je in<br />
een jurk moet kunnen lópen, moet een gebouw vooral<br />
bewoonbaar zijn. Toch kunnen beide tegelijkertijd een<br />
kunstwerk zijn. Over de kleding die ik mijn beginjaren
In 1957 nam<br />
cardIn een<br />
gewaagde stap:<br />
prÊt-À-pOrter<br />
Commode Demi-lune,<br />
1978<br />
Lampe Planète van Serge<br />
Manzon voor Cardin, 1978<br />
< Cardin aan het zwembad<br />
van Palais Bulles,<br />
zijn ‘bubbelpaleis’ boven<br />
Cannes<br />
Meuble junior, 1979-1980<br />
ontwierp, werd gezegd dat het ondraagbaar was. Maar de<br />
tijd heeft het tegendeel bewezen.’ Cardin doelt op onder<br />
andere zijn sensationele bubbeljurk uit 1954, de maxijassen,<br />
de uniseks kleding en zijn kosmonautenlijn. Een<br />
visionair, zo werd hij wel genoemd. Zijn werkzaamheden<br />
leverden hem prestigieuze titels op, zoals lid van de Académie<br />
des Beaux-Arts, honorair ambassadeur van UNES-<br />
CO en Commandeur de la Légion d’Honneur.<br />
Vernieuwende materialen<br />
Pierre Cardin begon zijn carrière in 1946 als modeontwerper<br />
bij Christian Dior om vier jaar later voor zichzelf<br />
te beginnen. Zijn eerste collectie was een doorslaand succes.<br />
Kenmerkend voor zijn avant-gardistische ontwerpen<br />
waren de asymmetrische motieven, de enorme knopen<br />
en kragen, de ballonrokken en het gebruik van vernieuwende<br />
materialen zoals pvc, plastic, nylon, goud en zilver.<br />
In 1957 nam hij een gewaagde stap; als eerste maakte hij<br />
naast de haute couture ook een meer betaalbare modelijn:<br />
de prêt-à-porter. Cardin: ‘Mode moet niet alleen voor een<br />
kleine elite zijn.’<br />
Daarnaast creëerde Cardin ook als een van de eersten<br />
een mannenlijn en zette hij in op het licentiesysteem;<br />
bedrijven over heel de wereld konden tegen betaling van<br />
royalties producten uitbrengen onder zijn naam. Kleren,<br />
accessoires en parfums van Cardin, maar ook meubels,<br />
keukens en serviezen. Het merk werd bereikbaar voor een<br />
groot internationaal publiek. In 1951 bezocht hij voor de<br />
eerste keer Japan en opende er enkele jaren later een boetiek.<br />
En toen de markten van China en de Sovjet-Unie<br />
begin van de jaren ’90 voor het Westen toegankelijk werden,<br />
was hij een van de eerste modeontwerpers die er een<br />
winkel opende.<br />
Markies de Sade<br />
Ons gesprek vindt plaats in zijn kantoor in Parijs, gelegen<br />
aan ’s werelds beroemdste modestraat: de Faubourg St.<br />
Honoré. Zijn grote werktafel ligt vol papieren. Langs de<br />
wanden staan kasten vol boeken, catalogi en brochures<br />
die voornamelijk door Cardin zelf zijn uitgegeven of over<br />
hemzelf gaan. In een hoek een gerieflijke fauteuil met een<br />
leeslamp. Nergens design. Net als in de rest van het pand<br />
heerst er in deze kamer een aangename wanorde.<br />
Cardin staat er om bekend de verste uithoeken van de<br />
wereld te bereizen: ‘Ik bezoek het liefst archeologische<br />
vindplaatsen in Mexico, Griekenland, China en natuurlijk<br />
Italië. In die eeuwenoude ruïnes kun je de stenen zien<br />
leven’. Hij kijkt dromerig naar het plafond. ‘Op dit moment<br />
ben ik druk bezig met de restauratie van de ruïne<br />
van het voormalige kasteel van Markies de Sade, in het<br />
Franse dorpje Lacoste, waarbij mijn archeologische in- ››<br />
maarT/april 2012 <strong>Tableau</strong> Fine arTs magazine | 23
Dromen en visioenen gaan voor de zichtbare<br />
werkelijkheid bij de kunstenaars van<br />
het symbolisme, de stroming die eind<br />
negentiende eeuw voortkwam uit de filosofie,<br />
poëzie en muziek. Een reactie op de<br />
toenemende industrialisering en het materialisme<br />
in Europa. ‘Het is eigenlijk meer<br />
een geesteshouding, een attitude die niet<br />
strikt verbonden is aan allerlei stijlkenmerken.<br />
Kunstenaars uit uiteenlopende<br />
richtingen konden zich daardoor direct of<br />
indirect verbinden met het symbolisme’,<br />
vertelt Edwin Becker, hoofdconservator<br />
van het Van Gogh Museum. ‘In hun werken<br />
gaan gevoelens van angst en pessimisme<br />
samen met een verlangen naar spiritualiteit<br />
en mythologie.’<br />
Het symbolisme staat vooral bekend om<br />
de psychisch beladen voorstellingen van<br />
de menselijke figuur, maar ook het landschap<br />
was een belangrijk onderwerp. Voor<br />
het eerst wordt nu een tentoonstelling gewijd<br />
aan het symbolistische landschap in<br />
Europa tussen 1880 en 1910. In de natuur<br />
verbeeldden de symbolisten hun visie<br />
op de dood, oneindigheid en de kosmos.<br />
Ook gevoelens van nationalisme of ideeën<br />
over de wetenschap en moderne tijd wer-<br />
Nederland<br />
HigHligHts<br />
visies op<br />
het land<br />
In musea kris kras door Nederland - van Sneek tot<br />
Den Haag en Rotterdam en van Groningen tot<br />
Laren en Amsterdam staat de komende weken<br />
het landschap centraal. Weiden, stad en wateren<br />
in talloze variaties en stijlen verbeeld.<br />
gedroomd landschap<br />
den uitgedrukt in hun ‘landschappen van<br />
de ziel’.<br />
De expositie Dreams of nature. Symbolisme<br />
van Van Gogh tot Kandinsky is opgebouwd<br />
rond zes thema’s. Om er een paar te noemen:<br />
onder Oude en nieuwe paradijzen<br />
zijn kunstenaars als Böcklin, Von Stuck en<br />
Puvis de Chavannes te vinden. Voorlopers<br />
die zich lieten inspireren door de klassieke<br />
oudheid en mythologie. Gallen-Kallela<br />
en Hodler - onder anderen - geven onder<br />
Natuur en suggesties een reflectie van de<br />
gevoelens die de natuur oproept. En in<br />
Dromen en visioenen proberen Gauguin,<br />
Munch en Malczewski de poort naar het<br />
onderbewuste te openen met hun weergave<br />
van de wereld achter de werkelijkheid.<br />
Ten slotte zijn onder Naar het mystieke<br />
veel kunstenaar gerangschikt die<br />
zochten naar een manier om het hogere<br />
en het spirituele uit te drukken, vaak in<br />
combinatie met muziek (Whistler, Signac)<br />
of in de richting van abstractie (Mondriaan<br />
en Kandinsky). Die link met de muziek is<br />
volgens Becker het meest fascinerende en<br />
verrassende onderdeel van de expositie.<br />
Componisten lieten zich inspireren door<br />
schilderijen, en omgekeerd. In de ten- ››<br />
Paul Gauguin (1848-1903), Het visioen van de preek (Jacob in gevecht met de engel), 1888, coll.<br />
National Gallery of Scotland, Edinburgh<br />
maart/april 2012 tableau Fine arts magazine | 29
32 | tableau Fine arts magazine maart/april 2012
calders grote<br />
ontdekking<br />
Nederland<br />
HigHligHts<br />
Met zijn magische handen maakte Alexander Calder (1898-<br />
Maarten van Heemskerck<br />
Zelfportret met Colosseum uit 1553 vormt<br />
het middelpunt van een expositie over de<br />
schilder Maarten van Heemskerck (1498-<br />
1574) en zijn klassieke inspiratiebronnen.<br />
Van Heemskerck reisde in de voetsporen<br />
1976) sierlijke, herkenbare figuren; mensen, dieren en portret-<br />
van leermeester Jan van Scorel naar Rome<br />
ten van ijzerdraad. Totdat hij in 1930 het atelier van Mondriaan<br />
om overblijfselen van de klassieke oudheid<br />
aan de Rue du Départ had bezocht, met wie hij de liefde voor<br />
en de meesters uit de Italiaanse renaissan-<br />
ritme en jazz deelde. Een keerpunt. Voor het eerst ervaarde<br />
ce te bestuderen. Zijn impressies zijn terug<br />
hij ‘hoe vrij kunst kan zijn zonder voorstelling, wanneer het<br />
te vinden in latere bijbelse en mythologi-<br />
zweeft en danst in de ruimte’. Dit radicaal nieuwe inzicht staat<br />
sche voorstellingen, allegorieën en por-<br />
centraal in de tentoonstelling Alexander Calder. De grote onttretten.<br />
De prenten van Van Heemskerck<br />
dekking; het eerste retrospectief van zijn werk in Nederland<br />
leverden een aanzienlijke bijdrage aan het<br />
sinds 1969. Als zoon van een beeldhouwer en een schilderes<br />
verspreiden van de Italiaanse renaissance<br />
stond Calder van jongs af aan midden in het creatieve leven.<br />
in de noordelijke Nederlanden.<br />
Toch volgde hij eerst een opleiding tot werktuigbouwkundig<br />
Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam,<br />
ingenieur, voordat hij in 1923 alsnog naar de kunstacademie<br />
ging. Zijn passie voor beweging en voor kunst wist hij samen<br />
t/m 3 juni, www.boijmans.nl<br />
te brengen in bewegende beelden. Tussen 1926 en 1933<br />
De weelde van de Gouden Eeuw<br />
woonde Calder in Parijs, het Mekka van de moderne kunst. Hij<br />
Michiel van Musscher (1645 -1705) was aan het eind van de 17de eeuw de<br />
maakte toen speelse, lichte draadsculpturen die nauwelijks<br />
meest succesvolle portrettist in Amsterdam. Zijn leermeesters waren onder<br />
ruimte innemen. Bekend werd hij ook met zijn complete cir-<br />
meer Gabriel Metsu en Adriaen van Ostade. Naast portretten voor de Amstercus<br />
van alledaagse materialen als ijzerdraad, hout, leer, kurk<br />
damse regenten heeft Van Musscher ook opdrachten gekregen van buitenland-<br />
en stukjes stof. Regelmatig trad hij op met dit circus, waarbij<br />
se vorsten als Tsaar Peter de Grote. Zijn werk kenmerkt zich door een minuti-<br />
hij alle figuren kon laten bewegen. Door zijn materiaalkeuze<br />
euze, technisch hoogstaande stofuitdrukking.<br />
en werkmethode gold hij ook dan al als een vernieuwer. Na<br />
het atelierbezoek in 1930 veranderde Calder van een speelse<br />
Museum Van Loon, Amsterdam, t/m 10 juni, www.museumvanloon.nl<br />
beeldhouwer in een abstract, serieus kunstenaar. Rigoureus.<br />
Henk Visch solo<br />
Niet langer bestonden zijn sculpturen uit alleen ijzerdraad, in-<br />
Voor het eerst is een collectie beeldhouwwerken van Henk Visch (1950) uit alle<br />
eens verschenen ook rode, zwarte of witte bollen. Hij ontwik-<br />
perioden van zijn carrière van 35 jaar bijeengebracht. Zijn oeuvre gaat van heel<br />
kelde eerst kleine, maar later steeds groter wordende mobiles,<br />
figuratief naar heel abstract, van open en constructiegericht naar monolithisch<br />
waarin hij telkens op zoek was naar balans en beweging. De<br />
en compact. Toch is het werk heel homogeen. Het komt voort vanuit zijn artis-<br />
speelse, optimistische kunst van Calder wordt wel omschretieke<br />
attitude ten opzichte van ‘de werkelijkheid’. Zijn beelden - en de elemenven<br />
als ‘een soort balletkunst van gekleurd metaal waar een<br />
ten in zijn tekeningen - zijn als een echo van de werkelijkheid. Ze appelleren<br />
grote positieve kracht vanuit gaat.’ Middelpunt van de expo-<br />
aan de dingen zoals we die in de realiteit waarnemen, maar nooit precies...<br />
sitie vormt het compleet nagebouwde atelier van Mondriaan,<br />
dat de overgang in Calders werk van figuratie naar abstractie<br />
Kunsthal KAdE, Amersfoort, t/m 6 mei, www.kunsthalkade.nl<br />
markeert. Bijzonder is ook een film uit 1929, waarin filmmaker<br />
Vijftig jaar meneer Delta<br />
Hans Cürlis opnames van Alexander Calder maakte terwijl hij<br />
De Rotterdamse Galerie Delta bestaat<br />
met twee handen en een nijptang circusfiguren in ijzerdraad<br />
vijftig jaar. Museum Boijmans Van Beunin-<br />
maakt. Naast een catalogus (Ludion) is het kinderkunstboek<br />
gen besteedt aandacht aan de rol en de<br />
De draad van Alexander (Uitgeverij Leopold) van Sieb Posthu-<br />
betekenis van de markante galerie met een<br />
ma verschenen.<br />
expositie en een publicatie. ’Meneer Delta’<br />
Gemeentemuseum • Den Haag<br />
t/m 28 mei<br />
Hans Sonnenberg, oprichter, eigenaar<br />
en verzamelaar, schonk het museum in<br />
www.gemeentemuseum.nl<br />
2000 zestien ‘promised gifts’, waaronder<br />
schilderijen van Constant, objecten van<br />
< Zonder titel, 1930, 46 x 38,1 cm, Calder Foundation, New York.<br />
Piero Manzoni en werk van de Amerikaanse<br />
13 Spines, 1940, h. 195 cm, Museum Ludwig, Keulen<br />
popart-kunstenaar Jean-Michel Basquiat.<br />
Het atelier van Piet Mondriaan in Parijs.<br />
Messing collier, 1940, Ø 30 x 2,5 cm, SM ‘s-Hertogenbosch.<br />
Zonder titel, ca. 1960, 23,5 x 25,5 cm, particuliere collectie.<br />
In de expositie worden ze aangevuld met<br />
aankopen die het museum in de afgelopen<br />
Vache (Koe), ca.1926, 8,9 x 20,5 x 9,9 cm, MoMA, New York.<br />
vijftig jaar bij Delta deed en schilderijen uit<br />
Calder werkt aan de film Kiki de Montparnasse (1929), gelatine silver<br />
print, 20,3 x 25,4 cm, Calder Foundation, New York, in zijn hand Josephine<br />
Baker, circa 1927, 99 x 56,6 x 24,5 cm, # III thans in MoMA, New York.<br />
de privécollectie van Sonnenberg.<br />
Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam,<br />
Circusscène, 1929, 127 x 118,7 x 46 cm, Calder Foundation, New York. t/m 20 mei, www.boijmans.nl ››<br />
››<br />
maart/april 2012 tableau Fine arts magazine | 33