16 Wandelroute in Olen gebaseerd op Brief aan Boudewijn: www.wandelpeters.be/Boudewijnpad
[fragment uit Brief aan Boudewijn] Is ons paradijs echt verloren? Of zullen wij straks, als de schijnwelvaart zichzelf heeft opgeheven, opnieuw het onderscheid tussen schijn en wezen leren zien? Het lot koestert zo zijn eigen ironie. Zo doet het soldaten sneuvelen op de laatste minuut van de oorlog. Zo doet het een trapperskindje aan hevige kolieken sterven, net voor de helikopter met het reddende antibiotikum op het plat voor de blokhut landt. Zo doet het de vorser, met onder de arm de geschreven neerslag van twintig jaar noest opzoekingswerk, op weg naar zijn uitgever een dakpan op het hoofd krijgen en de velletjes een na een in de rivier waaien. Zo doet het België uit elkaar spatten, uitgerekend in het jaar dat het zijn 150ste verjaardag viert. Zo vernietigt het een authentiek cité-wij door iedere bewoner een vals ik-je te geven, net als eindelijk de middelen voorhanden zijn om dat wij optimaal te doen funktioneren. En terwijl de laatste cité-bewoner naar de ongelijkheid grijpt door bezitter te worden, krijgt u, sire, van langsom meer een gelijkheid opgedrongen, die u tot bezitsloze dreigt te maken. Gauw, dacht ik, ik moet mij haasten, want ik wil dat hij weet voor hij zich genoodzaakt ziet het altoos klaarstaande vliegtuig te nemen en voor altijd uit zijn voormalig land en ons kommervol bestaan te verdwijnen. Gauw nog dit gedroomd afscheidsgeschenk. Door omstandigheden onafhankelijk van onze wil hebben noch u noch ik onze eed gestand kunnen doen, sire. Onzinnig is het de wetten van een land of een cité die niet meer bestaat na te willen leven, onmogelijk is het gebleken hun onafhankelijkheid te handhaven en hun grondgebied ongeschonden te bewaren. En terwijl het vliegtuig over de cité scheert en u van deze wat lang uitgevallen brief kennis neemt, bereikt ons de uitnodiging om ons naar het inmiddels reeds als museum ingerichte Paleis van Laken te begeven, alwaar men ons de kaarten wil ontvouwen waarmee uzelf al die jaren hebt gespeeld. U laat het artificiële Wij van Boudewijn, Koning der Belgen, achter en wij het authentieke wij van de cité. Daardoor wordt u aldoor minder voorstelling en verliezen wij van langsom meer onze werkelijkheid. Voorgoed ontheemd, zijn wij op weg – o, ironie! – naar dezelfde onzekere bestemming, naar het niemandsland Ik, ergens halfweg tussen wij en Wij, waar werkelijkheid en voorstelling zich tot een onontwarbaar kluwen zullen verstrengelen. Over Brief aan Boudewijn: ‘In de geschiedenis van de Vlaamse literatuur zal Brief aan Boudewijn een van de tien belangrijkste boeken blijken te zijn die deze literatuur in anderhalve eeuw heeft voortgebracht.’ Jeroen Brouwers ‘Nederland mag Mulisch hebben, maar de Belgen hebben Van den Broeck.’ Haagsche Courant ‘Het is de trefzekere verbinding van humor, tederheid en agressie die Walter van den Broeck maakt tot een waardig opvolger van een Vlaming die uitblonk op hetzelfde gebied, Louis Paul Boon.’ Jury Henriëtte Roland Holst Prijs, 1982 ‘Het België van nu lijkt soms nog opvallend veel op het Olen van toen. De wereld is een dorp geworden, maar voor menig Belg is zijn dorp de wereld. Dat voedt zowel de gemeenschapszin als de afzondering. Het is een even tedere als verontrustende boodschap die Walter van den Broeck brengt. Helaas moet koning Albert II het nog zonder literaire post stellen. Maar de brief aan zijn broer heeft nog altijd zeggingskracht, nu België verscheurd is door een diepe crisis.’ de Volkskrant, 2007 Brief aan Boudewijn werd door Het Parool opgenomen in de eregalerij van ‘De honderd mooiste boeken van de eeuw’ 17