06.09.2013 Views

Wat is nou het Evangelie van ons Bijbelgedeelte? … Hoeveel studie ...

Wat is nou het Evangelie van ons Bijbelgedeelte? … Hoeveel studie ...

Wat is nou het Evangelie van ons Bijbelgedeelte? … Hoeveel studie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Preek over Openbaring 20,1-10, gehouden in de middagdienst <strong>van</strong> 16 november 2008. Dit <strong>is</strong> de eerste <strong>van</strong> twee preken<br />

over dit <strong>Bijbelgedeelte</strong>.<br />

Gemeente <strong>van</strong> Jezus Chr<strong>is</strong>tus,<br />

<strong>Wat</strong> <strong>is</strong> <strong>nou</strong> <strong>het</strong> <strong>E<strong>van</strong>gelie</strong> <strong>van</strong> <strong>ons</strong> <strong>Bijbelgedeelte</strong>? <strong>…</strong> <strong>Hoeveel</strong> <strong>studie</strong> er naar mijn inzicht ook<br />

achter een preek moet zitten, de preek zelf wil toch vooral verkondiging zijn, en geen college of zo.<br />

Maar dan loop je wel tegen die vraag op, wat <strong>nou</strong> <strong>het</strong> goede nieuws hier <strong>is</strong>. En <strong>het</strong> zal al wel wat<br />

duidelijk zijn: niet voor niets heb ik ervoor gekozen om <strong>ons</strong> een drietal middagdiensten te laten<br />

aanspreken door Openbaring 20 en om dat niet te laten doen in de ochtenddiensten. En dat heeft<br />

met name hiermee te maken. Ik vind <strong>het</strong> een <strong>van</strong> de meest ingewikkelde, een <strong>van</strong> de meest<br />

moeilijke en moeilijk uit te leggen gedeeltes uit heel de Bijbel. En ik loop er niet voor weg –dat<br />

merkt u. Maar ik heb bepaald niet de pretentie dat ik u precies zal verkondigen en uitleggen wat er<br />

hier geopenbaard wordt. Toch een poging –en ook wel meer dan dat. Voort-bouwend op heel wat<br />

<strong>studie</strong>, maar <strong>het</strong> gaat mij om <strong>het</strong> <strong>E<strong>van</strong>gelie</strong>. <strong>Wat</strong> <strong>is</strong> <strong>nou</strong> de boodschap, <strong>het</strong> goede nieuws <strong>van</strong> Jezus<br />

in dit gedeelte? <strong>Wat</strong> was <strong>het</strong> goede nieuws voor die chr<strong>is</strong>telijke kerkjes in Klein-Azië aan wie<br />

Johannes schreef? En wat <strong>is</strong> <strong>het</strong> voor <strong>ons</strong> in deze tijd?<br />

U zult weten dat <strong>ons</strong> hoofdstuk vooral bekend staat als <strong>het</strong> deel in de Bijbel dat gaat over <strong>het</strong><br />

zoge<strong>het</strong>en ‘duizendjarig-rijk’. Nogal wat mensen menen dat er, voordat <strong>het</strong> definitieve einde <strong>van</strong> de<br />

geschieden<strong>is</strong> hier aanbreekt, een duizendjarig vrederijk aanbreekt. Sommigen geloven dat Jezus net<br />

daarvoor terugkeert en dat dan dat rijk aanbreekt; anderen denken ju<strong>is</strong>t dat hij daarna terugkeert. In<br />

dat rijk zou dan een belangrijke plaats zijn weggelegd voor <strong>het</strong> volk Israël. Dan zijn er ook nog<br />

groepen die menen dat wanneer de duivel na de duizend jaar wordt losgelaten uit zijn ge<strong>van</strong>gen<strong>is</strong>,<br />

dat de gelovigen dat niet zullen meemaken. Die zijn dan al opgenomen <strong>van</strong> de aarde, de zoge<strong>het</strong>en<br />

‘opname’ <strong>van</strong> de gemeente. U kent m<strong>is</strong>schien wel de film ‘Left behind’, ‘Achtergelaten’. In één<br />

ogen-blik zijn tal <strong>van</strong> mensen hier op aarde verdwenen. Dat kan je man zijn, je kind, de piloot <strong>van</strong><br />

je vliegtuig, de cassière, de buschauffeur, iedereen maar die in Jezus gelooft. En bij welke opvatting<br />

ook maar, er valt ge-noeg tegen in te brengen. Omdat <strong>het</strong> geen verkondiging <strong>is</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> E<strong>van</strong>-gelie<br />

doe ik dat allemaal niet en bespaar ik u en mezelf meer <strong>van</strong> dit. Ik noem u alleen mijn<br />

hoofdbezwaar tegen deze manier <strong>van</strong> uitleggen. Die <strong>is</strong> nog niet eens dat je er wel heel veel zelf<br />

moet inleggen, moet invullen, om de zaak min of meer kloppend te krijgen. En dat gebeurt dan<br />

deels met andere <strong>Bijbelgedeelte</strong>s en teksten en vooral met conclusies die men daaruit trekt. Mijn<br />

hoofdbezwaar <strong>is</strong> dat je op deze manier geen recht doet aan de sfeer <strong>van</strong> de Openbaring, aan <strong>het</strong><br />

eigen karakter <strong>van</strong> dit boek.<br />

Johannes begint zijn schrijven met ‘Openbaring <strong>van</strong> Jezus Chr<strong>is</strong>-tus’, ‘apokalyps’. Het heeft<br />

dus te maken met apocalyptiek. In <strong>het</strong> joden-dom zijn heel wat apocalypt<strong>is</strong>che boeken verschenen.<br />

Het gaat dan vrij-wel altijd over dingen die te maken hebben met <strong>het</strong> laatste der tijden, de zoge<strong>het</strong>en<br />

‘eindtijd’. En dat geldt in <strong>ons</strong> Bijbelboek ook. Alleen<strong>…</strong> en dat <strong>is</strong> belangrijk om te blijven<br />

onthouden: de bijbelse apocalyptiek beperkt zich niet tot <strong>het</strong> laatste stukje <strong>van</strong> de geschieden<strong>is</strong>, de<br />

tijd die ooit zal aanbreken. Bij de uitstorting <strong>van</strong> de Heilige Geest zegt Petrus al dat nu de laatste


dagen begonnen zijn, <strong>het</strong> einde der tijden. Als je <strong>het</strong> hebt over de ‘eindtijd’, dan heb je <strong>het</strong> over<br />

onze tijd, nu.<br />

Verder noemt Johannes wat hij schrijft een ‘profetie’. En profetie gaat wel eens over de<br />

toekomst, dat <strong>is</strong> zo. Maar veel vaker gaat profetie –denk alleen maar aan de profet<strong>is</strong>che boeken <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> eerste deel <strong>van</strong> de Bijbel-, veel vaker gaat profetie over <strong>het</strong> concrete leven <strong>van</strong> mensen in de tijd<br />

<strong>van</strong> de profetie. Profeten laten Gods licht schijnen op wat mensen doen en niet doen, over wat er<br />

gebeurt, over <strong>het</strong> goede en <strong>het</strong> slechte, over verval op geloofsgebied en over maatschappelijk<br />

onrecht. Kortom: over alles en allen. En profetie spreekt je vooral aan op je verhouding tot God, in<br />

je eigen tijd, in uw concrete situatie. En een blik op de toekomst kan mooi zijn, kan een stimulans<br />

zijn, zeker. Maar <strong>het</strong> gaat in de profetie om je leven hier en nu.<br />

En <strong>het</strong> derde karakter <strong>van</strong> de Openbaring <strong>is</strong> dat <strong>het</strong> een brief <strong>is</strong>. Johannes schrijft aan<br />

concrete mensen, concrete kerken, in zijn tijd. Op-nieuw dus: niet een brief aan mensen veel en veel<br />

later. Niet een brief die eigenlijk wat los staat <strong>van</strong> <strong>het</strong> gewone leven en <strong>van</strong> de omstandighe-den<br />

waarin de eerste lezers, de direct geadresseerden zich bevonden.<br />

En deze drie dingen met elkaar verbonden, die hebben <strong>ons</strong> <strong>het</strong> een en ander te zeggen. Dat<br />

gold voor <strong>het</strong> hele boek tot nu toe. Het geldt ook nu, bij Openbaring 20. Johannes schrijft aan<br />

concrete mensen, ge-meentes die <strong>het</strong> moeilijk hadden onder <strong>het</strong> gezag <strong>van</strong> de keizer <strong>van</strong> Ro-me, die<br />

deed alsof hij God zelf was. Die mensen werden niet geholpen met een blik op de verre toekomst.<br />

Dát zou geen profetie zijn geweest. En ook geen openbaring, onthulling. Het sterke <strong>van</strong> dit boek <strong>is</strong><br />

dat <strong>het</strong> niet zozeer gaat over de toekomst –al dan niet een verre toekomst. Het sterke, <strong>het</strong> meest<br />

eigenlijke <strong>van</strong> dit boek <strong>is</strong> dat <strong>het</strong> een doorlichting geeft <strong>van</strong> de geschieden<strong>is</strong>. En <strong>het</strong> doet dat op tal<br />

<strong>van</strong> manieren. Ik heb u eerder ook al gezegd dat <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de geschieden<strong>is</strong> een aantal keren<br />

wordt genoemd. Log<strong>is</strong>ch kan dat niet. Dat haalt trouwens al direct <strong>het</strong> idee on-deruit dat je hier een<br />

soort chronologie krijgt <strong>van</strong> wat <strong>is</strong> er gebeurd of zal gebeuren. Het gaat niet om een tijds-volgorde.<br />

Dezelfde dingen worden <strong>van</strong> verschillende kanten beschreven. Of beter nog: verbeeld. Openba-ring<br />

<strong>is</strong> een beeld-boek. Hoezeer ik ook de verleiding proef om veel <strong>van</strong> <strong>ons</strong> hoofdstuk naar de toekomst<br />

te verplaatsen, te zien als beeld <strong>van</strong> een latere tijd, met een eerlijke, laat ik zeggen ‘onbe<strong>van</strong>gen’<br />

uitleg, lukt dat niet, lukt mij dat niet. Hiervoor hoor je bijvoorbeeld dat ergens prachtige èn<br />

afschuwelijke, over de vernietiging <strong>van</strong> de Jezus-vijandige volken, de opstandige natiën. Het klinkt<br />

werkelijk als de finale <strong>van</strong> de geschieden<strong>is</strong>, een apotheose. En dan zou er daarna nog iets zijn? <strong>…</strong><br />

Dat kun je je m<strong>is</strong>-schien nog voorstellen ten aanzien <strong>van</strong> de duivel, de ‘baas’ <strong>van</strong> alle vij-anden <strong>van</strong><br />

Jezus. Die moet nog worden gestraft of hoe je <strong>het</strong> ook maar wilt noemen. Maar je hoort in vers 8<br />

over de volken aan de vier hoeken <strong>van</strong> de aarde, Gog en Magog, terwijl die volken dus al vernietigd<br />

zijn. Hoe zit dat dan? <strong>…</strong><br />

Maar weet u, ik blijf erbij dat Openbaring nauwelijks een tijds-volgorde heeft. Toch zit er<br />

wel een verschil tussen <strong>het</strong> grootste deel <strong>van</strong> dit boek en <strong>het</strong> slot. In <strong>het</strong> gedeelte waarover <strong>het</strong><br />

onlangs ging, hoofd-stuk 19, lees je in vers 11: ‘Ik zag dat de hemel geopend was.’ Dat <strong>is</strong> iets<br />

nieuws in dit boek, de hemel open. En <strong>van</strong>af hier hoor je zeven keer (!) redelijk kort achter elkaar<br />

dat ‘ik zag’. Een aanwijzing dat we hier in een nieuw deel <strong>van</strong> de Openbaring zitten. Tot nu toe


ging <strong>het</strong> werkelijk om een doorlichting, een röntgenfoto als <strong>het</strong> ware <strong>van</strong> <strong>ons</strong> mensen en onze<br />

geschieden<strong>is</strong>. Van allerlei kanten belicht. Hier wordt de blik meer naar voren gericht. Niet alleen,<br />

<strong>het</strong> heeft ook de eerste lezers en ook <strong>ons</strong> heel wat te zeggen voor je leven hier en nu, maar toch <strong>is</strong> de<br />

blik meer vooruit. Je kunt <strong>het</strong> volgens mij zo zien. Waar <strong>het</strong> hele Bijbelboek met name dus een<br />

doorlichting geeft <strong>van</strong> de geschieden<strong>is</strong>, met als <strong>het</strong> ware op de ach-tergrond de blik op de toekomst,<br />

de gevolgen <strong>van</strong> je keuzes nu ten op-zichte <strong>van</strong> Jezus, daar <strong>is</strong> hier <strong>het</strong> accent precies omgekeerd:<br />

hier gaat <strong>het</strong> met name over de toekomst, met op de achtergrond de reden <strong>van</strong> wat er gebeurt, de<br />

keuzes die je nu maakt. Nog wat anders gezegd: tot en met halverwege hoofdstuk 19 wordt de<br />

doorlichting <strong>van</strong> <strong>ons</strong> mensen en <strong>het</strong> reilen en zeilen hier gegeven en je proeft tussendoor waarop <strong>het</strong><br />

uit-loopt. Vanaf daar wordt er ju<strong>is</strong>t uitgebeeld en gesproken <strong>van</strong>uit waarop <strong>het</strong> <strong>is</strong> uitgelopen en je<br />

proeft tussendoor waardoor <strong>het</strong> zover gekomen <strong>is</strong>.<br />

En met dat ik dit zeg, voelt u wel dat er ergens een soort heen-en-weer-beweging <strong>is</strong> tussen<br />

onze tijd en de tijd hierna. En <strong>het</strong> een heeft ef-fect op <strong>het</strong> ander en <strong>het</strong> ander op <strong>het</strong> een. Het leven<br />

hierna staat bepaald niet los <strong>van</strong> je leven hier en nu. En je leven hier en nu heeft gevolgen voor dat<br />

<strong>van</strong> hierna.<br />

Goed, en dan nu naar de tekst zelf; die ergens zo intrigerende woorden ondermeer over de<br />

draak, de slang <strong>van</strong> weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, die voor duizend jaren<br />

geketend wordt. <strong>Wat</strong> betekent dat? <strong>…</strong> Om <strong>het</strong> een beetje overzichtelijk te houden, zeg ik al-leen dit.<br />

De een zegt: dit gaat duidelijk over de tijd <strong>van</strong> hierna. Want je kunt moeilijk met droge ogen<br />

beweren dat de duivel nu gebonden <strong>is</strong>. Kijk maar eens wat een kwaad en wat een verleidingen er<br />

zijn, wereld-wijd. Dat gold toen. Het geldt nu. En Petrus roept <strong>ons</strong> op en dat geldt toch nog steeds:<br />

‘Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende<br />

leeuw, op zoek naar een prooi. Stel u tegen hem teweer, gesterkt door uw geloof.’ Er zijn in<br />

hoofdstuk 19 en 20 nogal wat overeenkomsten met <strong>het</strong> bekende hoofdstuk 12. En ik zal me<br />

beperken. Ook daar gaat <strong>het</strong> over de draak. Daar staat: ‘De grote draak werd op de aarde gegooid.<br />

Hij <strong>is</strong> de slang <strong>van</strong> weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld m<strong>is</strong>leidt.’ Je<br />

hoort dus letterlijk dezelfde termen voor deze unheim<strong>is</strong>che figuur. Dat geeft al wat aan. Hiervoor<br />

trouwens hoor je dat <strong>het</strong> beest en de koningen op aar-de zich met hun troepen verzamelen om<br />

oorlog te voeren met de ruiter op <strong>het</strong> paard, Chr<strong>is</strong>tus <strong>is</strong> dat, en met zijn legermacht. Precies<br />

datzelfde hoor je ook in hoofdstuk 12. Daar lees je: ‘Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël<br />

en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand maar<br />

werden verslagen; sinds-dien <strong>is</strong> er voor hen in de hemel geen plaats meer. De grote draak werd op<br />

de aarde gegooid. <strong>…</strong> Samen met zijn engelen werd hij op de aarde ge-gooid.’ En dan <strong>is</strong> er gejuich<br />

in en voor de hemel en je hoort: ‘Maar wee de aarde en de zee: de duivel <strong>is</strong> naar jullie afgedaald!<br />

Hij <strong>is</strong> woedend, want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft.’ Nou, dat <strong>is</strong> helder, dat gaat over<br />

hier en nu. De duivel heeft een hele hoop macht en hij gaat enorm te keer. M<strong>is</strong>schien wel meer, veel<br />

meer, dan wij beseffen<strong>…</strong> Maar weet je, er staat in dat hoofdstuk 12 nog iets: ‘Zij –dat zijn de<br />

gelovigen- hebben de draak dankzij <strong>het</strong> bloed <strong>van</strong> <strong>het</strong> Lam en dankzij hun getuige-n<strong>is</strong> overwonnen.’<br />

Het <strong>is</strong> <strong>het</strong> dubbele, dat je zo vaak proeft in de Bijbel en zo vaak merkt in je eigen leven: de


aanvechtingen èn de overwinning, de zonde èn de genade, de macht <strong>van</strong> <strong>het</strong> kwaad èn de kracht <strong>van</strong><br />

de Geest, de moeiten in je leven èn de rust <strong>van</strong> <strong>het</strong> geloof. Toen <strong>het</strong> over dat deel <strong>van</strong> hoofdstuk 12<br />

ging, toen heb ik gezegd: ‘Je kunt somber worden <strong>van</strong> jezelf, <strong>van</strong> eigen gedachten, <strong>van</strong> zicht op<br />

jezelf. Je kunt twijfelen aan je heil. En <strong>van</strong>uit <strong>ons</strong>zelf gezien <strong>is</strong> er vaak inderdaad alle reden toe.<br />

Maar <strong>het</strong> <strong>is</strong> niet voor niets dat er <strong>…</strong> wat God en wat Chr<strong>is</strong>tus betreft zo’n ju-belsfeer <strong>is</strong>. Niet<br />

oppervlakkig, bepaald niet. Ju<strong>is</strong>t omdat de moeite <strong>van</strong> <strong>het</strong> leven op aarde serieus wordt genomen,<br />

ju<strong>is</strong>t omdat de duivel serieus genomen wordt, ju<strong>is</strong>t omdat Jezus hem als lam (!) heeft overwonnen,<br />

ju<strong>is</strong>t daarom <strong>is</strong> de toon zo diep en zo blij, diep-blij.’ En ik zal niet zeg-gen dat <strong>het</strong> werpen <strong>van</strong> de<br />

oude slang uit de hemel op de aarde <strong>het</strong>zelfde <strong>is</strong> als dat hij hier geketend en in de diepte geworpen<br />

wordt voor duizend jaren. Maar je moet ook niet doen alsof <strong>het</strong> twee totaal verschillende sce-nes in<br />

de v<strong>is</strong>ioenen zijn.<br />

En dan zit je precies bij die tricky vraag: wanneer zijn die dui-zend jaren? De een zegt: dat<br />

komt allemaal bij Jezus’ terugkeer, daar di-rect voor of direct aansluitend. Sinds Augustinus <strong>is</strong> de<br />

hoofdlijn in de chr<strong>is</strong>telijke traditie dat <strong>het</strong> de tijd <strong>is</strong> tussen Jezus’ hemelvaart –toen de duivel uit de<br />

hemel gesmeten werd- en zijn terugkeer. Maar ik noemde al de terechte vraag: <strong>is</strong> de duivel dan nu<br />

gebonden? <strong>…</strong> Er wordt dan wel gezegd: je moet letten op wat erbij staat. Hij <strong>is</strong> gebonden, ‘opdat de<br />

vol-ken niet meer door hem m<strong>is</strong>leid zouden worden tot de duizend jaren voorbij waren.’ En zo zegt<br />

men dan, de volken heeft hij niet meer kun-nen m<strong>is</strong>leiden, want de verkondiging <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>E<strong>van</strong>gelie</strong><br />

<strong>is</strong> overal doorge-drongen. Dat heeft hij niet kunnen tegenhouden. En <strong>het</strong> <strong>is</strong> zo, dat <strong>is</strong> waar. Toch<br />

klinkt voor mij wat Johannes hier zegt te stevig, te massief, te ‘opgesloten’ om de gevolgen <strong>van</strong> de<br />

ge<strong>van</strong>genneming zo min of meer wat te nuanceren. Oftewel: <strong>het</strong> begin al <strong>van</strong> <strong>ons</strong> hoofdstuk <strong>is</strong><br />

moeilijk uit te leggen. Ik ben geneigd om hieraan te denken. In onze beleving, in de werkelijkheid<br />

<strong>van</strong> <strong>ons</strong> uit gezien, heeft <strong>het</strong> kwade heel veel macht. Dat gold zeker voor die kleine chr<strong>is</strong>telijke<br />

onderdrukte kerkjes aan wie Jo-hannes schrijft, met <strong>het</strong> Romeinse rijk als Opperbaas. En ook wij,<br />

we merken allen op eigen wijs dat <strong>het</strong> kwaad een sterke macht <strong>is</strong>. Zoals een <strong>van</strong> de catech<strong>is</strong>anten<br />

onlangs zei: vergeleken bij Jezus moet je zeggen dat wij haast <strong>van</strong> nature slecht zijn. En <strong>het</strong> <strong>is</strong> een<br />

kant, absoluut. De dui-vel gaat flink tekeer. Toch <strong>is</strong> er ook een andere kant. Vanuit Jezus ge-zien,<br />

<strong>van</strong>uit zijn overwinning, opgestaan uit de dood, met zijn dood de duivelse machten ontwapend, de<br />

angel uit hun verderf-zaaierij gehaald, <strong>is</strong> er eigenlijk niet zoveel aan de hand. Zijn overwinning <strong>is</strong><br />

en staat vast. En dus ook de overwinning voor al de zijnen, hoe terneergedrukt je ook bent, hoe<br />

geblutst en beschadigd door <strong>het</strong> leven, door <strong>het</strong> kwaad, door je eigen zonden. En dat mag werkelijk<br />

moed geven, vertrouwen, lof!<br />

Tot slot voor <strong>van</strong>middag kom ik nog eens terug bij die duizend jaren. Er zijn er dus die<br />

denken aan een periode <strong>van</strong> duizend jaar ergens aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> onze geschieden<strong>is</strong>. En zo lijkt <strong>het</strong><br />

ook, dat <strong>is</strong> zo. Toch doelt Johannes op iets anders, meen ik. In een eerder hoofdstuk hoor je over ‘de<br />

grote verdrukking’. (De NBV heeft dat vertaald met ‘de grote verschrikkingen’; 7,14.) Ik heb u toen<br />

gezegd dat dat niet een bepaalde periode <strong>is</strong> net vóór de terugkeer <strong>van</strong> Jezus op aarde. Het staat voor<br />

alle vormen <strong>van</strong> onderdrukking in alle tijden op alle plaatsen. En de ene peri-ode <strong>is</strong> wat betreft<br />

geloofsbloei of geloofsvervolging rustiger dan de an-dere periode. En in <strong>het</strong> ene gebied <strong>is</strong> <strong>het</strong> weer<br />

anders dan in <strong>het</strong> andere gebied. Die term ‘de grote verdrukking’ <strong>is</strong> een samen-vattende term voor


wat nu hier en dan daar gebeurt, in golven. En zo geldt dat ook voor de duizend jaar. Zowiezo zijn<br />

de getallen in dit Bijbelboek steeds symbo-l<strong>is</strong>ch, zoals we al veel vaker hebben gezien. Denk alleen<br />

nog maar aan de schare die niemand tellen kan en die tegelijk blijkt te bestaan uit 144.000 duizend<br />

mensen! Duizend jaar, <strong>het</strong> <strong>is</strong> tien keer tien keer tien. Tien tot de derde macht. Het staat voor: de<br />

tijden zijn in Gods hand, in de handen <strong>van</strong> hem die de boekrol <strong>van</strong> <strong>het</strong> begin wilde en durfde en kon<br />

en mocht aannemen. De boekrol die staat voor <strong>het</strong> boek dat gaat over <strong>het</strong> raadsel <strong>van</strong> de<br />

geschieden<strong>is</strong>, <strong>het</strong> raadsel <strong>van</strong> <strong>ons</strong> mensen. Deze geschie-den<strong>is</strong>, die vaak zo vol kwaad en slechtheid<br />

en verdriet <strong>is</strong>, zo beangsti-<br />

gend, ze staat niet los <strong>van</strong> de HERE God, niet los <strong>van</strong> <strong>het</strong> Lam dat ge-<br />

slacht <strong>is</strong>. Dat benadrukt dat ‘duizend’. Met dit bijzondere getal wordt echt samen-gevat, bij-elkaar-<br />

genomen wat in onze geschieden<strong>is</strong> ver-<br />

spreid <strong>is</strong>.<br />

Kortom, gemeente, als ik moet samenvatten wat <strong>het</strong> <strong>E<strong>van</strong>gelie</strong> in dit moeilijke hoofdstuk <strong>is</strong>,<br />

dan zeg ik: Chr<strong>is</strong>tus regeert, Chr<strong>is</strong>tus over-wint. Ook de macht <strong>van</strong> <strong>het</strong> kwaad, de personificatie<br />

daar<strong>van</strong>, de duivel, <strong>is</strong> aan hem onderworpen. Dat zien we lang niet altijd, dat merk je heel vaak niet.<br />

Het <strong>is</strong> een kwestie <strong>van</strong> geloof, en daarmee ook <strong>van</strong> de lange adem. Houd <strong>het</strong> vol om in geloof te<br />

leven, hoe veel macht <strong>het</strong> kwaad ook nog heeft. Weet dit: achter de schermen <strong>is</strong> <strong>het</strong> allang besl<strong>is</strong>t.<br />

Amen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!