06.09.2013 Views

2004-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2004-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2004-1 - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Den Haag, staat dat van het overige geld ‘eenige<br />

van de verstandigste, schranderste en<br />

bekwaamste jongens’ uit drie weeshuizen<br />

moesten worden opgeleid in ‘mathesis, teekenen<br />

of schilderkonst, beeldhouwen of<br />

beeldsnijden, oeffeningen in sware dijkagien<br />

tot behoudinge van ons landt of dergelijke<br />

libre consten’. Pas in een later reglement,<br />

opgesteld door de regenten van de<br />

Fundatie, zijn die beroepen nader uitgewerkt<br />

tot waterbouwkundig ingenieur, architect,<br />

waterbouwkundige, landmeter,<br />

scheepstimmerman, instrumentenmaker<br />

en nog enkele andere beroepen die vooral te<br />

maken hadden met het beheersen van het<br />

water. De jongens konden daarnaast ook<br />

worden opgeleid tot tekenaar, graveur of<br />

beeldhouwer.<br />

Zelf gaf de vrijvrouwe als belangrijk motief<br />

voor haar opmerkelijke testament dat zij een<br />

bijdrage wilde leveren aan het behoud van het<br />

land in de strijd tegen het water. Het vaderland<br />

was tijdens het leven van de vrijvrouwe een paar<br />

keer ernstig bedreigd geweest door dijkdoorbraken<br />

en overstromingen.<br />

Haar contacten met Anthonie van Leeuwenhoek,<br />

de Delftse natuuronderzoeker, hebben<br />

vermoedelijk een rol gespeeld in het uitwerken<br />

van haar plannen om een bijdrage te<br />

leveren aan het versterken van het land. Baron<br />

van Reede ging gemakkelijk om met<br />

interessante personen van zijn tijd. Zo kwam<br />

Anthonie van Leeuwenhoek wel eens op bezoek<br />

in kasteel Renswoude. Maria hield<br />

schriftelijk contact met hem over natuurwetenschappelijke<br />

onderwerpen. In de 17de en<br />

18de eeuw bestond daar bij de hogere klassen<br />

een levendige belangstelling voor.<br />

Het bijzondere van het testament van de<br />

vrijvrouwe van Renswoude lag in de investering<br />

die zij wilde doen in het onderwijs van<br />

weesjongens. Beurzen bestonden er vóór<br />

1750 ook al, maar waren vooral bedoeld voor<br />

het ondersteunen van de eigen familie of bij-<br />

De knappe jongens van Maria Duijst 49<br />

voorbeeld alleen bestemd voor een opleiding<br />

tot priester. De Fundatie van de vrijvrouwe<br />

van Renswoude bestemde de ondersteuning<br />

uitdrukkelijk voor slimme en handige<br />

weesjongens. In die tijd kregen wezen<br />

tot de leeftijd van tien jaar slechts les in<br />

godsdienst, lezen, schrijven en rekenen,<br />

waarna ze aan het werk gingen bij een ambachtsbaas.<br />

Daar leerden zij veelal een traditioneel<br />

vak als schoenmaken, timmeren of<br />

kleermaken. Men vond het in de regel ongepast<br />

om kinderen een hogere opleiding te<br />

geven dan bij hun achtergrond paste. Door<br />

de Fundatie werden weeskinderen in staat<br />

gesteld een opleiding te volgen die paste bij<br />

hun talent en capaciteit.<br />

Legaten van rijke weduwen waren niet<br />

zeldzaam, maar werden in de regel aan de<br />

kerk vermaakt. Het geld werd dan besteed<br />

aan een directe verbetering van de leefsituatie<br />

van de armsten: nieuwe schoenen, kleren<br />

of extra dekens. De vrijvrouwe bestemde<br />

haar geld voor de scholing van wezen, die<br />

Afb. 2. Anthonie van Leeuwenhoek (1632-<br />

1723), Natuurkundige te Delft, Jan Verkolje (I),<br />

olieverf op doek, 56 x 47,5 cm., SK-A-957,<br />

Rijksmuseum Amsterdam.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!