2004-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2004-1 - Holland Historisch Tijdschrift 2004-1 - Holland Historisch Tijdschrift

tijdschriftholland.nl
from tijdschriftholland.nl More from this publisher
06.09.2013 Views

48 Hollands Spoor royale levenswijze moest hij lenen bij zijn echtgenote. Het huwelijk was zeer tegen de zin van Maria’s grootmoeder. Misschien werd er in Maria’s familie aanstoot genomen aan het feit dat er wel erg snel na de huwelijkssluiting een kindje kwam. Een reden kan ook zijn dat de Baron van Reede actief orangist was, terwijl de familie van Maria staatsgezind was. Het is van alle tijden dat geprobeerd wordt om het familiebezit uit handen van de schoonfamilie te houden en Geertruijd van de Burgh slaagde daar opmerkelijk goed in. Bij haar overlijden bepaalde zij dat Maria pas bij haar erfenis kon, als baron Van Reede was overleden. In een veelheid van clausules die rekening hielden met alle mogelijke scenario’s verhinderde grootmoeder Van de Burgh dat hij ook maar een cent van haar geld zou zien. Hiermee blokkeerde zij, zonder het op dat moment te weten, 52 jaar lang de erfenis voor Maria, misschien ook wel om haar op die manier te beschermen tegen de spilzucht van haar man. Na 45 jaar huwelijk, in 1730, liepen de schulden van Frederik Adriaan baron van Reede bij Maria zó hoog op, dat hij zijn echtgenote tot enige erfgename moest maken. In datzelfde jaar werd de bon vivant in verband gebracht met een verboden circuit van ‘sodomisten’ waarbij enkele regenten uit Delft en Haarlem betrokken waren. Van Reede trok zich terug uit de landspolitiek en nam de wijk naar Duitsland. Dat was maar goed ook, want het kwam bij het proces dat volgde daadwerkelijk tot executies van mannen die verdacht werden van homoseksuele handelingen. Hoewel de gebeurtenissen ongetwijfeld hun weerslag zullen hebben gehad op het huwelijk bleef Maria haar man trouw. Acht jaar na het incident, in 1738, stierf Frederik Adriaan baron van Reede. Maria erfde niet alleen zijn titel en bezittingen, maar eindelijk ook de erfenis van haar grootmoeder. Maria Duijst van Voorhout, vrijvrouwe van Renswoude was toen 76 jaar oud. Vijf jaar voor haar dood stelde zij haar testament op en liet het door de notaris verzegelen. Er is wel eens gesuggereerd dat de vrijvrouwe niet meer goed bij de tijd was. Maar omdat de vrijvrouwe van Renswoude tot het einde van haar leven een goede huishoudelijke administratie voerde en nauwgezet haar kasboek bijhield is het aannemelijk dat ze tot op hoge leeftijd haar geestelijke vermogens behouden heeft. Het testament Toen het testament een paar dagen na de dood van Maria werd geopend, was geen van de betrokkenen precies op de hoogte van de inhoud. Zelfs de notaris niet. Het testament werd niet in zijn geheel voorgelezen, maar steeds aan kleine groepjes voor wie de inhoud bestemd was. Toen de familieleden hoorden dat de vrijvrouwe van Renswoude het grootste deel van haar vermogen niet aan hen, maar aan drie weeshuizen naliet, was iedereen verbijsterd. Het was duidelijk dat de vrijvrouwe ervoor gevreesd had dat haar laatste wil zou worden aangevochten. Zij had een aantal clausules in het testament aangebracht die haar verwanten automatisch onterfden, zodra zij het testament zouden aanvechten. Dat gebeurde ondanks alles toch, en met succes. Een gedeelte van het erfdeel van haar grootmoeder kwam terecht bij de nazaten van haar zuster Geertruijd. Het testament voorzag voor een bescheiden deel wel in schenkingen aan verwanten. Het kasteel van Renswoude met alle bijbehorende percelen en goederen werd door de vrijvrouwe van Renswoude nagelaten aan Jacoba Pijnssen van der A, weduwe Taets van Amerongen, zoals de wens van haar man bij diens overlijden was geweest. In het testament, waarvan een afschrift wordt bewaard in het Gemeentearchief van

Den Haag, staat dat van het overige geld ‘eenige van de verstandigste, schranderste en bekwaamste jongens’ uit drie weeshuizen moesten worden opgeleid in ‘mathesis, teekenen of schilderkonst, beeldhouwen of beeldsnijden, oeffeningen in sware dijkagien tot behoudinge van ons landt of dergelijke libre consten’. Pas in een later reglement, opgesteld door de regenten van de Fundatie, zijn die beroepen nader uitgewerkt tot waterbouwkundig ingenieur, architect, waterbouwkundige, landmeter, scheepstimmerman, instrumentenmaker en nog enkele andere beroepen die vooral te maken hadden met het beheersen van het water. De jongens konden daarnaast ook worden opgeleid tot tekenaar, graveur of beeldhouwer. Zelf gaf de vrijvrouwe als belangrijk motief voor haar opmerkelijke testament dat zij een bijdrage wilde leveren aan het behoud van het land in de strijd tegen het water. Het vaderland was tijdens het leven van de vrijvrouwe een paar keer ernstig bedreigd geweest door dijkdoorbraken en overstromingen. Haar contacten met Anthonie van Leeuwenhoek, de Delftse natuuronderzoeker, hebben vermoedelijk een rol gespeeld in het uitwerken van haar plannen om een bijdrage te leveren aan het versterken van het land. Baron van Reede ging gemakkelijk om met interessante personen van zijn tijd. Zo kwam Anthonie van Leeuwenhoek wel eens op bezoek in kasteel Renswoude. Maria hield schriftelijk contact met hem over natuurwetenschappelijke onderwerpen. In de 17de en 18de eeuw bestond daar bij de hogere klassen een levendige belangstelling voor. Het bijzondere van het testament van de vrijvrouwe van Renswoude lag in de investering die zij wilde doen in het onderwijs van weesjongens. Beurzen bestonden er vóór 1750 ook al, maar waren vooral bedoeld voor het ondersteunen van de eigen familie of bij- De knappe jongens van Maria Duijst 49 voorbeeld alleen bestemd voor een opleiding tot priester. De Fundatie van de vrijvrouwe van Renswoude bestemde de ondersteuning uitdrukkelijk voor slimme en handige weesjongens. In die tijd kregen wezen tot de leeftijd van tien jaar slechts les in godsdienst, lezen, schrijven en rekenen, waarna ze aan het werk gingen bij een ambachtsbaas. Daar leerden zij veelal een traditioneel vak als schoenmaken, timmeren of kleermaken. Men vond het in de regel ongepast om kinderen een hogere opleiding te geven dan bij hun achtergrond paste. Door de Fundatie werden weeskinderen in staat gesteld een opleiding te volgen die paste bij hun talent en capaciteit. Legaten van rijke weduwen waren niet zeldzaam, maar werden in de regel aan de kerk vermaakt. Het geld werd dan besteed aan een directe verbetering van de leefsituatie van de armsten: nieuwe schoenen, kleren of extra dekens. De vrijvrouwe bestemde haar geld voor de scholing van wezen, die Afb. 2. Anthonie van Leeuwenhoek (1632- 1723), Natuurkundige te Delft, Jan Verkolje (I), olieverf op doek, 56 x 47,5 cm., SK-A-957, Rijksmuseum Amsterdam.

48 <strong>Holland</strong>s Spoor<br />

royale levenswijze moest hij lenen bij zijn<br />

echtgenote. Het huwelijk was zeer tegen de<br />

zin van Maria’s grootmoeder. Misschien<br />

werd er in Maria’s familie aanstoot genomen<br />

aan het feit dat er wel erg snel na de huwelijkssluiting<br />

een kindje kwam. Een reden<br />

kan ook zijn dat de Baron van Reede actief<br />

orangist was, terwijl de familie van Maria<br />

staatsgezind was.<br />

Het is van alle tijden dat geprobeerd<br />

wordt om het familiebezit uit handen van de<br />

schoonfamilie te houden en Geertruijd van<br />

de Burgh slaagde daar opmerkelijk goed in.<br />

Bij haar overlijden bepaalde zij dat Maria pas<br />

bij haar erfenis kon, als baron Van Reede<br />

was overleden. In een veelheid van clausules<br />

die rekening hielden met alle mogelijke scenario’s<br />

verhinderde grootmoeder Van de<br />

Burgh dat hij ook maar een cent van haar<br />

geld zou zien. Hiermee blokkeerde zij, zonder<br />

het op dat moment te weten, 52 jaar lang<br />

de erfenis voor Maria, misschien ook wel<br />

om haar op die manier te beschermen tegen<br />

de spilzucht van haar man.<br />

Na 45 jaar huwelijk, in 1730, liepen de<br />

schulden van Frederik Adriaan baron van<br />

Reede bij Maria zó hoog op, dat hij zijn echtgenote<br />

tot enige erfgename moest maken. In<br />

datzelfde jaar werd de bon vivant in verband<br />

gebracht met een verboden circuit van ‘sodomisten’<br />

waarbij enkele regenten uit Delft en<br />

Haarlem betrokken waren. Van Reede trok<br />

zich terug uit de landspolitiek en nam de<br />

wijk naar Duitsland. Dat was maar goed ook,<br />

want het kwam bij het proces dat volgde<br />

daadwerkelijk tot executies van mannen die<br />

verdacht werden van homoseksuele handelingen.<br />

Hoewel de gebeurtenissen ongetwijfeld<br />

hun weerslag zullen hebben gehad op<br />

het huwelijk bleef Maria haar man trouw.<br />

Acht jaar na het incident, in 1738, stierf Frederik<br />

Adriaan baron van Reede. Maria erfde<br />

niet alleen zijn titel en bezittingen, maar eindelijk<br />

ook de erfenis van haar grootmoeder.<br />

Maria Duijst van Voorhout, vrijvrouwe van<br />

Renswoude was toen 76 jaar oud.<br />

Vijf jaar voor haar dood stelde zij haar<br />

testament op en liet het door de notaris verzegelen.<br />

Er is wel eens gesuggereerd dat de<br />

vrijvrouwe niet meer goed bij de tijd was.<br />

Maar omdat de vrijvrouwe van Renswoude<br />

tot het einde van haar leven een goede huishoudelijke<br />

administratie voerde en nauwgezet<br />

haar kasboek bijhield is het aannemelijk<br />

dat ze tot op hoge leeftijd haar geestelijke<br />

vermogens behouden heeft.<br />

Het testament<br />

Toen het testament een paar dagen na de<br />

dood van Maria werd geopend, was geen van<br />

de betrokkenen precies op de hoogte van de<br />

inhoud. Zelfs de notaris niet. Het testament<br />

werd niet in zijn geheel voorgelezen, maar<br />

steeds aan kleine groepjes voor wie de inhoud<br />

bestemd was. Toen de familieleden<br />

hoorden dat de vrijvrouwe van Renswoude<br />

het grootste deel van haar vermogen niet aan<br />

hen, maar aan drie weeshuizen naliet, was<br />

iedereen verbijsterd. Het was duidelijk dat<br />

de vrijvrouwe ervoor gevreesd had dat haar<br />

laatste wil zou worden aangevochten. Zij<br />

had een aantal clausules in het testament<br />

aangebracht die haar verwanten automatisch<br />

onterfden, zodra zij het testament zouden<br />

aanvechten. Dat gebeurde ondanks alles<br />

toch, en met succes. Een gedeelte van het<br />

erfdeel van haar grootmoeder kwam terecht<br />

bij de nazaten van haar zuster Geertruijd.<br />

Het testament voorzag voor een bescheiden<br />

deel wel in schenkingen aan verwanten. Het<br />

kasteel van Renswoude met alle bijbehorende<br />

percelen en goederen werd door de vrijvrouwe<br />

van Renswoude nagelaten aan Jacoba<br />

Pijnssen van der A, weduwe Taets van<br />

Amerongen, zoals de wens van haar man bij<br />

diens overlijden was geweest.<br />

In het testament, waarvan een afschrift<br />

wordt bewaard in het Gemeentearchief van

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!