2004-1 - Holland Historisch Tijdschrift
2004-1 - Holland Historisch Tijdschrift
2004-1 - Holland Historisch Tijdschrift
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Boekbesprekingen<br />
Ignaz Matthey, Vincken moeten vincken locken. Vijf eeuwen<br />
vangst van zangvogels en kwartels in <strong>Holland</strong> (<strong>Holland</strong>se<br />
Studiën 39, Uitgave van de <strong>Historisch</strong>e Vereniging<br />
<strong>Holland</strong>, Hilversum: Verloren 2002) 356<br />
blz., isbn 90-70403-49-8.<br />
De Zuid-Europese gewoonte om met lijmstokken<br />
en andere hulpmiddelen vogels te vangen, vervult<br />
de meeste Nederlanders met afschuw. Toch is het<br />
vangen van vogels, niet alleen eenden en ganzen<br />
maar ook zangvogels, eeuwen lang heel gebruikelijk<br />
geweest in Nederland. Jacob van Maerlant gaf<br />
in zijn beschrijving van vogels in Der naturen bloeme<br />
(1265) al aan welke vogels wel en welke niet geschikt<br />
waren voor consumptie. Behalve voor de<br />
consumptie werden zangvogels ook voor de kooi<br />
gevangen. De vogelwet van 1912 maakte een eind<br />
aan het vangen van vogels voor consumptie en aan<br />
het begin van de Tweede Wereldoorlog werd ook<br />
het vangen van vogels voor de kooi verboden.<br />
In het boek Vincken moeten vincken locken beschrijft<br />
Ignaz Matthey de rol die de zangvogel- en<br />
kwartelvangst vanaf het eind van de 15de eeuw tot<br />
het eind van de 20ste eeuw in de <strong>Holland</strong>se samenleving<br />
heeft gespeeld. De auteur bespreekt heel<br />
veel aspecten van de vogelvangst en plaatst het<br />
onderwerp daarmee in een breed cultuurhistorisch<br />
perspectief. Zo beschrijft hij niet alleen alle<br />
soorten zangvogels, maar worden ook de verschillende<br />
vanghulpmiddelen (lijmstokken, lokfluitjes,<br />
netten, vogelpotten etc.), de vangstcijfers, de bestemming<br />
van de vangsten, de wetgeving met betrekking<br />
tot de vogelvangst en de beroepsgroep<br />
van de vogelvangers nauwkeurig behandeld. Ook<br />
de plaats van de vogelvangst in kunst en literatuur<br />
en een analyse van het vangen van vogels als volksen<br />
elitevermaak komen aan de orde. De auteur<br />
heeft zijn onderzoek beperkt tot de huidige provincies<br />
Noord- en Zuid-<strong>Holland</strong>.<br />
Rond 1500 kwam de vangst van zangvogels<br />
slechts op beperkte schaal voor en meestal alleen<br />
voor eigen gebruik. Aanwijzingen voor het bestaan<br />
van beroepsvinkers zijn er niet en ook uit receptenboeken<br />
uit die tijd blijkt geen grote interesse<br />
voor zangvogels. Wel werden door de adel grote<br />
(water)vogels gevangen zoals eenden, fazanten en<br />
zwanen. Halverwege de 16de eeuw nam de belangstelling<br />
voor het vangen van zangvogels toe. Dit<br />
zou verklaard kunnen worden door wettelijke beperkingen<br />
(plakkaat uit 1550) op het vangen van<br />
eenden. Verder zou de grotere belangstelling voor<br />
zangvogels gestimuleerd zijn door de verstedelij-<br />
king; het houden van vogels in kooien was gebruikelijker<br />
onder de stadsbevolking. De vangst van<br />
zangvogels nam vooral toe vanaf de tweede helft<br />
van de 18de eeuw, toen op buitenplaatsen in de<br />
binnenduinstreek, bewoond door de stedelijke elite,<br />
vinkenbanen werden aangelegd en vinkers in<br />
dienst werden genomen. De binnenduinstreek<br />
was uitermate geschikt voor het vangen van vogels<br />
en met name vinken. Bij de trek mijden vinken namelijk<br />
het oversteken van grote watervlakten (in<br />
die tijd het IJ en de Haarlemmermeer); daardoor<br />
trad ‘stuwing’ in de duinenrand op. Voor de stedelijke<br />
elite, die immers niet zoals de adel jachtrecht<br />
had, was het vangen van vogels een manier om<br />
zich te kunnen onderscheiden. Verder vervulde het<br />
vangen van vogels ook een sociale functie; de vinkenbaan<br />
fungeerde als ontmoetingsplaats van de<br />
elite. Tot slot werden de vinken gebruikt om het<br />
sociale netwerk te onderhouden, in het vinkenseizoen<br />
werden ritsen met vinken (dode vinken aan<br />
een stok) aan familie, vrienden en relaties weggegeven.<br />
Andere bevolkingsgroepen en ook kinderen<br />
hebben in de hele besproken periode op kleine<br />
schaal zangvogels gevangen.<br />
Terwijl voor de gewone man de vogelwet van<br />
1912 het einde van het vogels vangen betekende,<br />
raakte het vangen van vogels op de buitenplaatsen<br />
al eerder in onbruik. In de 19de eeuw hadden de