- Page 1 and 2:
MONUMENTA LITERARIA NEERLANDICA II,
- Page 4 and 5:
J.H. LEOPOLD / GEDICHTEN I
- Page 6:
KONINKLIJKE NEDERLANDSE AKADEMIE VA
- Page 10:
3 ZES CHRISTUS - VERZEN
- Page 13 and 14:
[z] 6 Er is in donkerte een flauw a
- Page 15 and 16:
[4] 8 O, wat in loten van welig bli
- Page 17 and 18:
[6] IS HET WAAR, DAT GIJ HET WAART?
- Page 20 and 21:
[7] 5 10 15 20 25 30 13 Dit is van
- Page 22 and 23:
[8] 15 Dit denken aan U wil zuiver
- Page 24 and 25:
[10] Laat de luiken geloken zijn wi
- Page 26:
19 VERZEN 1895
- Page 29 and 30:
waarin des aangezichts eenlingsbloe
- Page 31 and 32:
van liefde, van smart en ongeduld 1
- Page 33 and 34:
[13] Hoe ver, hoe ver ik dit alles
- Page 35 and 36:
5 Die nacht van zelfvernedering van
- Page 37 and 38:
[17] Laat ik nu leggen lichte dinge
- Page 40:
33 PAUL VERLAINE t
- Page 43 and 44: [ZO] II Hoe zoet gesloten, toegeslo
- Page 46 and 47: [21] In droomomhelzingen gezocht, v
- Page 48 and 49: [23] Uw handen zij verwijlen mogen
- Page 50 and 51: [25] Hoe duizendvoudig lief en zach
- Page 52: 45 ALBUMBLAD
- Page 56: 49 VERZEN 1897
- Page 59 and 60: [29] Schepen liggen er; waarom zoo
- Page 61 and 62: [31] Panisch Een oogenblik en een g
- Page 63 and 64: 40 een wroegende onrust gevoelden e
- Page 65 and 66: [34] Staren door het raam Er is een
- Page 67 and 68: [36] 5 KERSTLIEDJE Zij waren den da
- Page 70 and 71: (37] Ik zie den morgen als een goud
- Page 72 and 73: de deiningen, de grijze rivieren di
- Page 74 and 75: en zoo dan zonder groot misbaar 110
- Page 76 and 77: [40] Nu dat wij naar buiten treden
- Page 78: [42l Ik voel haar bevende tegen mij
- Page 82 and 83: [43] ALBUMBLAD 5 10 15 20 25 30 75
- Page 84 and 85: [43a] HERINNERING 5 10 15 20 25 30
- Page 86 and 87: [44] RONDELS I 't Getij liet uit de
- Page 88 and 89: [46] 5 III Verlaat mij en gaat heen
- Page 90 and 91: [48] DE MOLEN 5 10 15 20 25 30 35 8
- Page 92 and 93: elk vlokje, iedere zwerveling gezog
- Page 96 and 97: [so] 5 10 15 20 25 30 89 Dit wilde
- Page 98 and 99: [51] 5 10 15 20 25 30 91 Dit dan he
- Page 100 and 101: 65 het neerzag op d' ontroering mij
- Page 102 and 103: 40 en anders zijn: de ledigheid van
- Page 104 and 105: 115 zocht, de argelooze, nauwelijks
- Page 106 and 107: 190 neerzat, geknotwiekt in zijn ra
- Page 108: 35 zooals het viel in teergerezen v
- Page 112 and 113: [54] Danst, danst tesamen een ronde
- Page 114 and 115: dat zij den gang weerom inging, 75
- Page 116 and 117: totdat het zweeft weer in de kringe
- Page 118 and 119: [54a] KINDERPARTIJ 5 10 15 20 25 30
- Page 120 and 121: 70 haar oogen en haar onzekere mond
- Page 122 and 123: doorklinken liet en niet verloor 14
- Page 124: 117 CLAGHEN
- Page 127 and 128: [56] 5 10 15 20 25 120 II 0 pijn om
- Page 129 and 130: En voelt zich vrij en zuiver bloot
- Page 131 and 132: [59] III In claghen, claghen Vergae
- Page 134 and 135: [60] Waar op de plecht, gekarteld u
- Page 136: 75 der onbewustheid en waar rijk on
- Page 140 and 141: Onze gedachten waren wel bijeen en
- Page 142 and 143: [63] EMIR KHOSRAU De "zanger zonder
- Page 144 and 145:
[65] 5 10 15 20 25 137 0 nachten va
- Page 146 and 147:
[71] v [72] vI [73] VII [74] VIII [
- Page 148 and 149:
[ó3] XVII [$4] XVIII 141 Daarom, l
- Page 150:
[91] xxv [92] xxvi [93] Die het gei
- Page 153 and 154:
146 ... et inexpugnabile .reclum
- Page 155 and 156:
onder één hooge koepeling, een da
- Page 157 and 158:
waar het gekaatst als op een strak
- Page 159 and 160:
dralende grooten van het hof, een h
- Page 162 and 163:
[97 ] 5 10 15 20 25 30 155 ALBUMBLA
- Page 164 and 165:
70 aanschouwde, altijd toebeloofde,
- Page 166 and 167:
een duisterenden klem verbreken, ee
- Page 168 and 169:
en de gezonde meidoorn, blank en br
- Page 170 and 171:
[97a] ALBUMBLAD 5 "Ik ben de perken
- Page 172 and 173:
gekaatst op rusting en het wit 65 w
- Page 174 and 175:
Als laatsten, ietwat afgezonderd in
- Page 176 and 177:
en tot zich zelve ingekeerd; heliot
- Page 178 and 179:
Het glorievolle openkomen, dat vers
- Page 180 and 181:
en van mijn eigen donker wezen; en
- Page 182 and 183:
175 0 ostersch VERZEN NAAR PERZISCH
- Page 184 and 185:
X991 De dauw hangt parelen aan takk
- Page 186 and 187:
Zij heeft een gouden mond en toch,
- Page 188 and 189:
[104] God heeft een huis gebouwd en
- Page 190 and 191:
[106] I Wat brengt gij mede uit de
- Page 192 and 193:
5 10 15 20 25 185 Jezus, die door d
- Page 194 and 195:
[113] DUIZEND EN ÉÉN NACHT 5 10 1
- Page 196 and 197:
[119] v [121] VII [1i2] VIII 189 Ov
- Page 198 and 199:
[129] xv [130] xvi [131] [132] [133
- Page 200 and 201:
[139] xxv [140] xxvi [141] XXVII [1
- Page 202:
195 Bijlage
- Page 206 and 207:
[146] TAVONT SULLEN WI VROLIC SIJN
- Page 208:
201 UIT DEN TUIN VAN EPICURUS
- Page 211 and 212:
40 Onder het lommer aan een waterbe
- Page 213 and 214:
Een Acherousisch l rijk, en toch de
- Page 215:
Wanneer de wijgeloften aan de kuisc