Download deel 1 - Textualscholarship.nl

Download deel 1 - Textualscholarship.nl Download deel 1 - Textualscholarship.nl

textualscholarship.nl
from textualscholarship.nl More from this publisher
06.09.2013 Views

[129] xv [130] xvi [131] [132] [133] 19 1 0 wereld, die zoo zeer subtiel en fijn te duiden weet den uiterlijken schijn, houd u daaraan; hoe zou het vol doorgronden uw zelfgenoegzaamheid noodlottig zijn! Hoe kort ook, omgang is een fel venijn, één korrel opium vergalt den wijn, wij derven andren niet; ons is genoeg de eigen smart om ons verdorvenzijn. XVII Hij minacht mij, wiens eigen wezen min is en hij vindt goed, die zelve goed van zin is; wie anderen bespreekt, bespreekt zich zelf, er komt niet uit de kruik dan wat er in is. XVIII 0 heb den blik der armen niet gemeden, dat gij niet wordt geschuwd in hun gebeden; het split der tarwekorrel is een schrift: één helft voor u, voor anderen de tweede. xlx Een wenk en sierwilg noch cypres verpoost noch doornen noch der rozen oogentroost; met zon en maan als schepels meet de ploeger des hemelakkers zijnen levensoogst.

[134] xx [135] xxi [136] [137] Stil op mijn bed terneergeslagen schrei ik of opgeschrikt in wanhoopsvlagen schrei ik; een kind, dat jammert om zijn liefst verlies, zoo over mijn vervlogen dagen schrei ik. Zij leefden, stierven; waren jong onwijs en werden zat van zorg en kwalen grijs; in dezen stroom van hitte en van kou liepen ze als water, zijn gestold als ijs. xxii De tijd maakt vaal, onoogelijk en krom en breekt er alle kracht en brengt ze om; ik riep: is er iets triesters dan de dood? het klonk: de ouderdom, de ouderdom. XXIII [13ó] XXIV 192 0 tijd, waarin mijn smachten ligt, voorbij, toen nog mijn hart was zacht en licht, voorbij, lente des levens, lokkend spel en wuft als droomen, mijner nachten licht, voorbij. Uit kemeltenten, uit den koningszaal geordonneerd tot sterven allemaal; al wat er leeft onder dit luchtgewelf drinkt zijn bezwijmen uit de doodsbokaal.

[134]<br />

xx<br />

[135] xxi<br />

[136]<br />

[137]<br />

Stil op mijn bed terneergeslagen schrei ik<br />

of opgeschrikt in wanhoopsvlagen schrei ik;<br />

een kind, dat jammert om zijn liefst verlies,<br />

zoo over mijn vervlogen dagen schrei ik.<br />

Zij leefden, stierven; waren jong onwijs<br />

en werden zat van zorg en kwalen grijs;<br />

in dezen stroom van hitte en van kou<br />

liepen ze als water, zijn gestold als ijs.<br />

xxii<br />

De tijd maakt vaal, onoogelijk en krom<br />

en breekt er alle kracht en brengt ze om;<br />

ik riep: is er iets triesters dan de dood?<br />

het klonk: de ouderdom, de ouderdom.<br />

XXIII<br />

[13ó] XXIV<br />

192<br />

0 tijd, waarin mijn smachten ligt, voorbij,<br />

toen nog mijn hart was zacht en licht, voorbij,<br />

lente des levens, lokkend spel en wuft<br />

als droomen, mijner nachten licht, voorbij.<br />

Uit kemeltenten, uit den koningszaal<br />

geordonneerd tot sterven allemaal;<br />

al wat er leeft onder dit luchtgewelf<br />

drinkt zijn bezwijmen uit de doodsbokaal.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!