06.09.2013 Views

5 ZAKENRECHT - Mens & Recht

5 ZAKENRECHT - Mens & Recht

5 ZAKENRECHT - Mens & Recht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

AFDELING II. - AFSTAND EN TUSSENWERKEN VEREIST BIJ BEPAALDE BOUWWERKEN.<br />

Art. 674. Hij die nabij een al dan niet gemene muur, een put of een gemakput laat graven.<br />

Hij die daartegen een schoorsteen of stookplaats, een smidse, oven of fornuis wil oprichten,<br />

Daartegen een stal wil aanbouwen,<br />

Of tegen die muur een bewaarplaats van zout of een opslag van bijtende stoffen wil aanleggen,<br />

is verplicht de afstand te laten die is voorgeschreven door de bijzondere verordeningen en gebruiken op dat stuk, of zodanige werken aan<br />

te leggen als deze verordeningen en gebruiken voorschrijven ten einde schade voor de nabuur te voorkomen.<br />

AFDELING III. – UITZICHTEN OP DE ERVEN VAN DE BUREN<br />

Art. 675. Geen van de naburen mag, zonder toestemming van de andere, in een gemene muur een venster of opening maken, hoe dan ook,<br />

zelf niet met vaststaand glasraam.<br />

Art. 676. De eigenaar van een niet gemene muur die onmiddellijk paalt aan het erf van een ander, mag in die muur lichtopeningen of<br />

vensters maken met ijzeren traliewerk en vaststaand glasraam.<br />

Deze vensters moeten voorzien zijn van een ijzeren traliewerk waarvan de maliën ten hoogste een decimeter (...) groot zijn, en van een<br />

vaststaand glasraam. <br />

Art. 677. Deze vensters of lichtopeningen mogen niet lager gemaakt worden dan zesentwintig decimeter (...) boven de vloer of grond van de<br />

kamer die men wil verlichten, indien deze met de straat gelijkvloers is, en niet lager dan negentien decimeter (...) boven de vloer, voor de<br />

hogere verdiepingen. .<br />

Art. 678. Men mag op het besloten of niet besloten erf van zijn nabuur geen rechtstreekse uitzichten of uitzicht gevende vensters, noch<br />

balkons of andere soortgelijke vooruitspringende werken hebben, tenzij er een afstand van negentien decimeter (...) is tussen de muur waar men die maakt,<br />

Art. 679. Men mag op datzelfde erf geen zijdelingse of schuine uitzichten hebben, tenzij er een afstand is van zes decimeter (...).<br />

<br />

Art. 680. De afstand waarvan sprake in de twee vorige artikelen, wordt gerekend van het buitenvlak van de muur waarin de opening<br />

gemaakt wordt, en, indien er balkons of andere soortgelijke vooruitspringende werken zijn, van hun buitenrand tot aan de scheidslijn<br />

van beide eigendommen.<br />

Art. 680bis. De wettelijke beperkingen die de huidige afdeling<br />

aan naburen oplegt zijn niet van toepassing op aangelanden van openbare wegen en spoorwegen die tot het openbaar domein behoren.<br />

AFDELING IV. - DAKDROP.<br />

Art. 681. Ieder eigenaar moet zijn daken zodanigaanleggen dat het regenwater op zijn grond of op de openbare weg afloopt; hij mag het<br />

niet doen neerkomen op het erf van zijn nabuur.<br />

AFDELING V. - RECHT VAN UITWEG.<br />

Art. 682. § 1. De eigenaar wiens erf ingesloten ligt omdat dit geen voldoende toegang heeft tot de openbare weg<br />

en deze toegang niet kan inrichten zonder overdreven onkosten of ongemakken, kan, voor het normale gebruik van zijn eigendom naar de<br />

bestemming ervan, een uitweg vorderen over de erven van zijn naburen, tegen betaling van een vergoeding in verhouding tot de schade die<br />

hij mocht veroorzaken.<br />

§ 2. De vordering tot toewijzing van een uitweg is onverjaarbaar.<br />

§ 3. Bij stilzitten van de eigenaar kan de gebruiker van het erf dat zich bevindt in de toestand beschreven in § 1, onder dezelfde voorwaarden<br />

een uitweg vorderen, mits hij de eigenaar in de zaak roept.<br />

Art. 683. De ligging van de uitweg wordt door de rechter bepaald op zulk een wijze dat hij het minst schadelijk is.<br />

Indien de ingeslotenheid evenwel het gevolg is van de splitsing van een erf na verkoop, ruiling, verdeling of enige andere omstandigheid,<br />

kan de uitweg slechts verleend worden over de percelen die voor de splitsing tot dat erf behoorden, tenzij de openbare weg op die wijze niet<br />

voldoende bereikbaar is. De rechter oordeelt naar billijkheid.<br />

Art. 684. De verleende uitweg houdt op, wanneer hij niet meer noodzakelijk is naar het voorschrift van artikel<br />

682, § 1, of wanneer hij kan genomen worden op een andere plaats, die minder schadelijk is geworden dan de aangewezen ligging.<br />

Men kan zich op geen verjaring beroepen, hoelang de uitweg ook moge bestaan.<br />

De vordering tot afschaffing of tot vetplaatsing van de uitweg kan worden ingesteld door de eigenaar of bij stilzitten van deze door de<br />

gebruiker van het heersend of het lijdend erf. De gebruiker dient de eigenaar in de zaak te roepen.<br />

Wanneer de uitweg wordt afgeschaft kan de rechter, in acht genomen de duur van het recht en de geleden schade, de volledige of<br />

gedeeltelijke terugbetaling van de ontvangen vergoeding bevelen.<br />

Art. 685. De vordering tot vergoeding, in het geval van artikel 682, is vatbaar voor verjaring en de uitweg moet<br />

blijven bestaan, hoewel de vordering tot vergoeding niet meer ontvankelijk is.<br />

225

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!