06.09.2013 Views

Skåder glasenom på bordenom i Krogenom ... - Muriel Norde

Skåder glasenom på bordenom i Krogenom ... - Muriel Norde

Skåder glasenom på bordenom i Krogenom ... - Muriel Norde

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Lättja-FEM is vroom-Ø and schrander-MASC.SG.NOM<br />

‘Lättja is vroom en schrander’<br />

b. Rank hon är som ungan lind Agne 13<br />

rank zij is als jong-MASC.SG.ACC linde-COMM(FEM)<br />

‘Zij is rank als een jonge linde’<br />

c. Om våra knep någon gång komme för ljusan dager? FörfOsk 16<br />

als onze truukjes een keer kwamen-SUBJ voor licht-MASC.SG.ACC dag-MASC.SG.NOM<br />

‘Stel dat ons bedrog op een dag aan het licht zou komen?’<br />

Naamvalsuitgangen, ook als deze foutief gebruikt werden, maakten een enigszins plechtige indruk.<br />

Waarom was dat? Waarschijnlijk hebben zij deze hoge status te danken aan de reformatorische<br />

Bijbelvertalingen, met name die uit 1541 (Gustav Vasas Bibel) die, net als overig “onze”<br />

Statenbijbel, gekenschetst wordt door archaïserend taalgebruik (Ståhle 1970:31ff.). In onderstaand<br />

fragment is een dergelijk staaltje van verbuiging te zien, dat vooral door de opsomming een statige<br />

en deftige indruk maakt:<br />

(4) Wij wete wel at Laghen är godh, tå man henne retteligha brukar, wetandes, at them<br />

retferdigha är ingen Lagh satt. Vthan oretferdighom och olydighom, ogudhachtighom och<br />

syndarom, ohelighom och oandelighom, fadhermördarom och modhermördarom,<br />

mandråperom, bolarom, drengiaskendarom, menniskiotiuffuom, liugharom, meenedharom,<br />

[…] (1Tim 1:8-10)<br />

‘Doch wij weten, dat de wet goed is, zo iemand die wettelijk gebruikt; En hij dit weet, dat<br />

den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den<br />

goddelozen en den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en<br />

den moedermoorders, den doodslagers, Den hoereerders, dien, die bij mannen liggen, den<br />

mensendieven, den leugenaars, den meinedigen […]’<br />

Deze kenmerkende stijl werd geparodieerd door Carl Michael Bellman (Larsson & Hellquist<br />

1967:18, 92), bijvoorbeeld in de proloog van Fredmans Epistel 1:<br />

(5) drick käre Bröder; <strong>Skåder</strong> <strong>glasenom</strong> <strong>på</strong> <strong>bordenom</strong> i <strong>Krogenom</strong>; betraktom Stopenom <strong>på</strong><br />

hyllomen inom Skåpdörrenom<br />

‘Drink, geliefde broeders! Aanschouw de glazen op de tafels in de kroeg; kijk naar de<br />

kannen op de planken achter de deuren van het buffet […]’<br />

Hier zien wij een opsomming van de datiefuitgangen –enom (oorspronkelijk<br />

MASC/NEUT.SG.DAT.DEF) en –omen (oorspronkelijk PL.DAT.DEF). Bellman maakt er een potje van,<br />

want <strong>glasenom</strong> en Stopenom zouden in de accusatief moeten staan omdat het directe objecten zijn,<br />

en omdat Bellman meerdere glazen en kannen bedoelt zou de vorm bovendien een meervoudsvorm<br />

moeten zijn. Bordenom en Skåpdörrenom staan wel in een positie (na een voorzetsel) waar de datief<br />

vereist is, maar ook dit zijn meervouden, en hebben dus de verkeerde uitgang. Alleen <strong>Krogenom</strong> en<br />

hyllomen zijn (toevallig?) historisch correct. Dat Bellman de Oudzweedse naamvallen niet meer<br />

actief beheerste blijkt overigens ook uit zijn brieven: daar treft men dergelijke vormen nooit aan<br />

(zie BellmSkr XVIII).<br />

3. Samenvatting<br />

In het hierbovenstaande heb ik laten zien dat naamvalsuitgangen op verschillende manieren als<br />

stijlmiddel konden worden gebruikt. In Oudzweedse poëzie vormden verbogen vormen een handig<br />

alternatief om aan de regels voor rijm en metrum te kunnen voldoen (voorbeelden in (2). Deze

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!