Les 7 Toeristische landschappen Toeristische ... - aardrijkskunde

3. Toerisme 21 2e jaar aardrijkskunde
DOELSTELLINGEN THEMA TOERISME
Les 7 Toeristische landschappen
KENNEN KUNNEN
- Verschillende types toerisme kunnen omschrijven. - Toeristische landschappen kunnen typeren en de
- Onderscheid tussen hard- en zacht toerisme. typische aantrekkingsfactoren herkennen.
Les 8 Toeristisch landschappen in België
KENNEN KUNNEN
- De aanpassing van het natuurlijke landschap door de - Kaart met toeristische streken van België aanvullen
mens beschrijven.
met behulp van de atlas.
- Het verband tussen het toerisme in de kuststreek en - Lengte van de Belgische kustlijn berekenen.
het klimaat en milieu omschrijven.
- Belgische Kuststeden op een blinde kaart aanvullen.
- Menselijke aantrekkingsfactoren van de kuststreek - Kustlandschappen kunnen typeren en de typische
opsommen (verblijfsmogelijkheden, attracties,
aantrekkingsfactoren herkennen.
bereikbaarheid).
- Slikke, schorre, lagune en schoorwal op tekening
- begrippen: duinen en duinvorming, eb, vloed, kribbe, kunnen aanduiden.
golfbreker, springtij, lagune, slikke, schorre, schoorwal, - Verschil tussen eb/laagwater + vloed/hoogwater
- De ontwikkeling en de elementen van de T-structuur kunnen verklaren.
van onze Belgische kust omschrijven.
- T-structuur van de Belgische kust herkennen op
luchtfoto + topografische kaart.
- Bereikbaarheid van onze kust opzoeken met behulp
van de atlas (snelwegen, spoorwegen).
Les 9 Toeristische landschappen in Europa
KENNEN KUNNEN
- vegetatietypes van vegetatie in de Alpen opsommen - Toeristische regio’s onderscheiden op de Europese
en herkennen op schets/foto.
kaart.
- typische toeritische activiteiten van het Alpentoerisme - Toeristische eilanden en steden opzoeken in de atlas.
opsommen.
- Alpen, bergtoppen, landen, steden, ... situeren op
- natuurlijke + menselijke aantrekkingsfactoren kaart.
opsommen.
- herkennen van specifieke alpeninfrastructuur.
- Ontstaan van de Alpen verklaren.
- van een plaats bepalen of zomer- of wintertoerisme
- Begrippen: föhn, stau, mistral .
overheerst.
- Nadelen van het toerisme opsommen en verklaren. - reisroute naar de Alpen uitstippelen (met atlas).
- Toeristische gegevens lezen op grafieken en kaarten.