Energie: wat heeft jouw kat nodig? - Hogeschool Van Hall Larenstein.
Energie: wat heeft jouw kat nodig? - Hogeschool Van Hall Larenstein.
Energie: wat heeft jouw kat nodig? - Hogeschool Van Hall Larenstein.
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Energie</strong>: <strong>wat</strong> <strong>heeft</strong> <strong>jouw</strong> <strong>kat</strong> <strong>nodig</strong>?<br />
De belangrijkste functie van voedsel is het voorzien in energie en nutriënten<br />
(voedingsstoffen, zoals eiwit, mineralen en vitaminen). Wanneer via de voeding minder<br />
energie wordt geleverd dan het dier verbruikt, zal de <strong>kat</strong> energie uit eigen<br />
lichaamsweefsels (vet, spieren, organen) vrijmaken en dus afnemen in gewicht. Wanneer<br />
de voeding meer energie levert dan direct <strong>nodig</strong> om de energievraag te dekken, zal deze<br />
extra energie in het lichaam worden opgeslagen. Dit leidt tot gewichtstoename, meestal<br />
in de vorm van vet.<br />
Goede voeding voor de <strong>kat</strong> betekent dat energiebehoefte en energieaanbod met elkaar in<br />
evenwicht zijn. De totale energiebehoefte wordt bepaald door vier algemene factoren.<br />
1. Onderhoud van het lichaam<br />
Alle processen die te maken hebben met het laten functioneren van de <strong>kat</strong> kosten<br />
energie. Bij de <strong>kat</strong> als warmbloedig dier moeten we ook niet vergeten dat het in stand<br />
houden van een constante lichaamstemperatuur ook een energievretend proces is. De<br />
energiebehoefte om deze processen te laten plaatsvinden, bepaalt de<br />
basisenergiebehoefte.<br />
2. Weefselgroei en andere ‘productie’<br />
Zoals alle dieren groeien <strong>kat</strong>ten totdat ze hun volwassen eindgewicht hebben bereikt.<br />
Groei kun je omschrijven als een toename van eiwitweefsel (zoals organen en spieren),<br />
vetweefsel en overig weefsel (b.v. botweefsel). Vet en eiwit zijn allebei energierijke<br />
verbindingen. Dit betekent dus dat groei te omschrijven is als het vastleggen van<br />
energie. <strong>Energie</strong> onstaat niet vanzelf en moet toegevoerd worden via de voeding. Of het<br />
nu haargroei, spiergroei, groei van jongen in de baarmoeder of melkvorming in<br />
melkklieren is, wanneer energie moet worden vastgelegd, zal dit via de voeding geleverd<br />
moeten worden.<br />
3. <strong>Energie</strong> voor ‘productieprocessen’<br />
De vorming van spieren en organen en producten zoals melk zijn biochemische<br />
processen. Een proces op gang brengen en in stand houden kost ook energie. De energie<br />
die bijvoorbeeld <strong>nodig</strong> is voor het maken van een hoeveelheid melk wordt daarom niet<br />
alleen bepaald door de hoeveelheid energie <strong>nodig</strong> om energierijke verbindingen in melk<br />
te vormen, maar ook door de hoeveelheid energie <strong>nodig</strong> om het melkvormingsproces te<br />
laten plaatsvinden.<br />
4. <strong>Energie</strong> voor beweging<br />
Of het nu wandelen, achter een muis aan zitten of oorkrabben is, iedere beweging kost<br />
energie. De hoeveelheid energie voor beweging wordt uiteraard bepaald door het gewicht<br />
van de <strong>kat</strong> en daarnaast onder meer de snelheid, tijdsduur en soort beweging.<br />
Wat <strong>heeft</strong> een <strong>kat</strong> nu <strong>nodig</strong> aan energie?<br />
Algemeen wordt de behoefte voor onderhoud (vaak aangeduid met de ‘M’ van het<br />
Engelse woord Maintenance) gebruikt als basis voor berekeningen. Onderhoud wordt<br />
gedefinieerd als de hoeveelheid energie die een uitgegroeide <strong>kat</strong>, niet drachtig of<br />
melkgevend, met normale activiteit en normale temperaturen <strong>nodig</strong> <strong>heeft</strong> om het<br />
lichaamsgewicht gelijk te houden.<br />
Als rekenformule om de onderhoudsbehoefte te berekenen, nemen we deze opgestelde<br />
onderhoudsnorm van de National Research Council (NRC). Met behulp van onderstaande<br />
formule kun je energiebehoefte van een volwassen <strong>kat</strong> berekenen met als uitgangspunt<br />
zijn gewicht. De uitkomst is het dagelijkse verbruik aan metaboliseerbare energie (zeg<br />
maar energie die beschikbaar is voor lichaamsprocessen en dus niet verloren gaat met<br />
uitwerpselen en urine) uitgedrukt in kilojoules (kJ).
Dagelijkse behoefte in kJ ME = 418 kJ ME x kg gewicht 0,67<br />
Er staat dus dat je het aantal kilogrammen gewicht van de <strong>kat</strong> moet verheffen tot de<br />
macht 0,67 en de uitkomst hiervan vervolgens vermenigvuldigt met 418 kJ om de<br />
dagelijkse energiebehoefte te berekenen.<br />
Waarom moet dit gewicht eerst zo ingewikkeld bewerkt worden voordat je het<br />
kunt gebruiken voor de berekening?<br />
Warmbloedig dieren, zoals de <strong>kat</strong>, moeten veel energie steken in het op peil houden van<br />
hun lichaamstemperatuur. De omgevingstemperatuur waarin de <strong>kat</strong> verkeert, is<br />
(gelukkig) meestal veel lager dan de eigen temperatuur, waardoor veel warmteverlies<br />
optreedt. Dit warmteverlies (= energieverlies!) moet gecompenseerd worden. Een klein<br />
lichaam <strong>heeft</strong> per inhoudseenheid meer oppervlakte dan een qua vorm vergelijkbaar<br />
groter lichaam en verliest hierdoor relatief meer warmte. Vergelijk het maar met een pan<br />
kokendhete soep. Schep hier een kop uit en laat de pan een uur op tafel staan, evenals<br />
de kom soep. Als je na dat uur je vinger in de pan soep steekt, is de kans groot dat je<br />
nog steeds je vinger brandt, terwijl de soep in de kom waarschijnlijk al kouder is dan<br />
smakelijk wordt geacht. Net zoals een kleinere hoeveelheid soep sneller afkoelt, zal een<br />
kleinere <strong>kat</strong> ook sneller afkoelen en dus harder moeten “bijstoken”.<br />
De omzetting van gewicht naar gewicht 0.67 zorgt bij energiebehoefteberekeningen voor<br />
een correctie voor het verschijnsel dat grotere dieren relatief minder energie hoeven te<br />
steken in op temperatuur blijven.<br />
Neem in acht dat het bij de berekening van de dagelijkse energiebehoefte gaat om een<br />
richtlijn, die je gebruikt als basis voor een voedingsadvies. Het is goed om je te blijven<br />
realiseren dat richtlijnen uitgaan van gemiddelde <strong>kat</strong>ten onder gemiddelde<br />
omstandigheden. Het voedingsadvies op basis van een richtlijn is een goed uitgangspunt,<br />
maar mag nooit het eindpunt zijn. Elke richtlijn zal bijgesteld moeten worden op basis<br />
van waarnemingen door de eigenaar. Een constant gewicht en een goede gezondheid van<br />
de <strong>kat</strong> zijn hierbij voor de hand liggende criteria.<br />
Quiz: Ken je <strong>kat</strong>!<br />
Bij de quiz zijn we uitgegaan van een volwassen <strong>kat</strong> van drie kilo. Dit betekent dat de <strong>kat</strong><br />
een dagelijkse behoefte <strong>heeft</strong> van 873 kJ ME.<br />
Dagelijkse behoefte in kJ ME = 418 kJ ME x 3 0,67 = 873 kJ ME per dag<br />
Droogvoer<br />
Een gemiddeld droogvoer voor <strong>kat</strong>ten bevat ongeveer 1600 kJ per 100 gram (en bestaat<br />
voor maar 10% uit <strong>wat</strong>er). Dit betekent dus dat een <strong>kat</strong> ongeveer 55 gram van het voer<br />
per dag hoort te krijgen om in zijn energiebehoefte te voorzien.<br />
Namelijk 873 kJ / 1600 kJ x 100 = 55 gram.<br />
Natvoer<br />
Een gemiddeld natvoer voor <strong>kat</strong>ten bevat slechts 350 kJ per 100 gram (en bestaat voor<br />
80% uit <strong>wat</strong>er). Dit betekent dus dat een <strong>kat</strong> ongeveer 250 gram van het voer per dag<br />
hoort te krijgen om in zijn energiebehoefte te voorzien.<br />
Namelijk 873 kJ / 350 kJ x 100 = 250 gram.<br />
Muis<br />
Een gemiddelde muis (met deze grootte) is ongeveer 20 gram. Een muis bevat ongeveer<br />
4,4 kJ ME per gram (en bestaat voor 70% uit <strong>wat</strong>er), dus 88 kJ per 20 gram, dus per
muis. Dit betekent dat een <strong>kat</strong> ongeveer 10 muizen per dag hoort te eten om in zijn<br />
energiebehoefte te voorzien.<br />
Namelijk 873 kJ / 88 kJ = 10.<br />
Vlees<br />
Gemengd gehakt bevat ongeveer 345 kcal per 100 gram (en bestaat voor gemiddeld<br />
50% uit <strong>wat</strong>er en voor 35% uit vet!), ofwel 1450 kJ per 100 gram. Dit betekent dus dat<br />
een <strong>kat</strong> ongeveer 60 gram van het gehakt per dag hoort te krijgen om in zijn<br />
energiebehoefte te voorzien.<br />
Namelijk 873 kJ / 1450 kJ x 100 = 60 gram.<br />
LET OP!<br />
Het gaat hier puur en alleen maar om de energiebehoefte van een <strong>kat</strong>. Het is echter niet<br />
geschikt om bovenstaande hoeveelheden en voedingsmiddelen zo te voeren. Het is<br />
namelijk belangrijk dat een <strong>kat</strong> voldoende voedingsstoffen en vitaminen en mineralen<br />
binnenkrijgt. Vlees is bijvoorbeeld erg arm aan calcium.<br />
Waarom die grote verschillen?<br />
Droogvoer bestaat voor maar 10% uit <strong>wat</strong>er. Dat betekent dat 90% van het product uit<br />
voedingsstoffen bestaat, die energie leveren (koolhydraten, eiwitten en vetten). Natvoer<br />
bestaat voor maarliefst 80% uit <strong>wat</strong>er. Dan houd je nog 20% over voor energieleverende<br />
voedingsstoffen.<br />
Vergelijk het maar met een chocoladereep en een appel. De chocoladereep bevat veel<br />
meer calorieën dan een appel van hetzelfde gewicht. Dat komt omdat een chocoladereep<br />
gemiddeld maar 10% <strong>wat</strong>er bevat. De appel bevat maarliefst 85% <strong>wat</strong>er.<br />
Bovendien bevat vet ruim twee keer zoveel energie als koolhydraten en eiwitten. Dat is<br />
dus de reden waarom gehakt nog zo rijk is aan energie, ondanks dat het 50% <strong>wat</strong>er<br />
bevat.<br />
Antwoorden<br />
Op bordje 1 lag 55 gram, dus het antwoord moet zijn: voldoende.<br />
Op bordje 2 lag 250 gram, dus het antwoord moet zijn: voldoende.<br />
Op bordje 3 lag 60 gram, dus het antwoord moet zijn: voldoende.<br />
Op bordje 4 lagen 10 muizen, dus het antwoord moet zijn: voldoende.<br />
Winnaars<br />
De winnaars worden na 25 april 2009 bekend gemaakt.