Spilliaert - Extra-edu.be

Spilliaert - Extra-edu.be Spilliaert - Extra-edu.be

2 0<br />

1 0<br />

1 0<br />

1<br />

b e e l d e n<br />

t e k s t e n<br />

g e d i c h t e n<br />

l e v e n<br />

koninklijke musea voor schone kunsten van <strong>be</strong>lgie


Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België<br />

Regentschapsstraat 3<br />

1000 Brussel<br />

www.expo-spilliaert.<strong>be</strong><br />

22.09.2006 - 04.02.2007<br />

© 2006<br />

Niets uit deze uigave mag worden verveelvoudigd zonder voorafgaandelijke toestemming van de uitgever en de samenstellers.<br />

Illustraties: SABAM, Bruxelles, 2006. Gedicht Maeterlinck: Van Goitsen Hoven - Maeterlinck L.M.<br />

Wetenschappelijke leiding: Anne Adriaens-Pannier<br />

Samenstelling: Raffaela Palanga<br />

Vormgeving: Piet Bodyn<br />

Publicatie van de Educatieve Dienst en Service éducatif et culturel van de KMSKB, onder leiding van Jan Florizoone en<br />

Brigitte de Patoul. Gedichten: Marianne Knop (M.K.). Teksten: Rosemarie Albrecht-Michel (R.A.M.), Géraldine Bar<strong>be</strong>ry (G.B.),<br />

Emmanuelle Chantraine (E.C.), Serge Núñez Tolin (S.N.T.), Isa<strong>be</strong>lle Rom<strong>be</strong>au (I.R.), Jean-Philippe Theyskens (J.P.T.), Veronique<br />

Vandamme (V.V.). Vertaling teksten naar het Nederlands door Irène Smets.<br />

Deze publicatie is er gekomen dankzij de steun van Bridgestone.<br />

Druk: Sint Joris, Merendree. Cover en back zijn gedrukt op Furioso, het binnenwerk op CyclusOffset (100% gerecycleerd papier).<br />

Verantwoordelijk uitgever: Michel Draguet, Museumstraat 9, 1 000 Brussel.<br />

de ontdekking van boeiende en verbaZingWekkende<br />

kunstWerken, de ontmoeting met een intrigerende<br />

en ongrijPbare Persoonlijkheid, een <strong>be</strong>tovering<br />

door het eigen <strong>be</strong>eldvocabularium en de uiterst<br />

so<strong>be</strong>re technieken... dit alles maakt deel uit van<br />

de <strong>be</strong>levenis die Wij jullie Willen aanreiken.<br />

maar eerst en vooral is er jullie nieuWsgierigheid,<br />

jullie WeerZin en aantrekking, jullie blik die Zich<br />

laat vangen en meevoeren door de emotionele<br />

deining die de comPosities van de kunstenaar lÉon<br />

sPilliaert oProePen.<br />

hij heeFt Zijn Weg niet gekoZen. Zijn Werken<br />

Zijn het antWoord oP de Wil het alledaagse te<br />

ontvluchten, Zijn dromen te vertolken en Zijn<br />

mislukkingen te overWinnen. indien hij er door Zijn<br />

eigenZinnige creaties in slaagt jullie gedachten<br />

even te <strong>be</strong>roeren, dan Zal hij de uitdaging van Zijn<br />

kunstenaarschaP Waar gemaakt heb<strong>be</strong>n.<br />

ANNE ADRIAENS-PANNIER, COMMISSARIS VAN DE TENTOONSTELLING


contemPlatie<br />

1900<br />

In een vlak Vlaams landschap staat een rij indrukwekkende, kale en knoestige boomstam-<br />

men aan de verlaten, dorre <strong>be</strong>rmen van een kanaal, met daarboven een immense lucht. De<br />

stronken, die versteende menselijke vormen of reusachtige <strong>be</strong>enderen lijken, roepen louter<br />

droefheid, weemoed en doodsgedachten op.<br />

'' v i s i o e n ''<br />

Léon <strong>Spilliaert</strong> was amper negentien jaar oud toen hij deze tekening maakte. Hij <strong>be</strong>woog zich<br />

in literaire kringen en verdiepte zich in de filosofie van Friedrich Nietzsche en het zielenleed<br />

van de mysterieuze helden van Maurice Maeterlinck.<br />

Als tekenaar en illustrator werkte hij met penseel in Oost-Indische inkt en lavis (met water<br />

verdunde verf of inkt), in nuances van grijs met soms een <strong>be</strong>etje blauwe aquarelverf. Zo ver-<br />

<strong>be</strong>eldde hij een ongrijpbare werkelijkheid, het onzichtbare achter de zichtbare wereld.<br />

Enkele grote thema’s van <strong>Spilliaert</strong> zijn hier al herkenbaar: de breuk met de klassieke ruimte,<br />

de geometrische synthese, de gemetamorfoseerde boom. (R.A.M.)<br />

de Windstoot<br />

1904<br />

het meisje laat de wind verschijnen<br />

want links wordt ze groter<br />

haren en jurk zoeken de horizon<br />

maar wat de wind bovenal meedraagt<br />

zien we niet<br />

weg van het meisje waait haar stem<br />

die zich mengt met het universum<br />

en daardoor alles vertelt<br />

wat er over zo’n mensje te vertellen valt<br />

(M.K.)


Ik zie dromen in mijn ogen<br />

En mijn ziel onder glas <strong>be</strong>sloten<br />

Die haar rusteloze serre verlicht<br />

En met blauw haar ruiten kleurt<br />

Maurice Maeterlinck, Serres chaudes, 1889<br />

(Vrije vertaling KMSKB)<br />

serres chaudes i<br />

1917<br />

De titel van deze tekening verwijst naar een dicht-<br />

bundel van Maurice Maeterlinck en getuigt van<br />

de nauwe banden tussen Léon <strong>Spilliaert</strong> en de<br />

literaire wereld. Vanaf zijn eerste werken liet de<br />

kunstenaar zich inspireren door de melancholi-<br />

sche visie van François-René de Chateaubriand,<br />

de hallucinante wereld van Lautréamont en de<br />

afgrondelijke diepte van Nietzsche, zonder naar<br />

een expliciete illustratie van hun teksten te stre-<br />

ven. Hij verluchtte daarentegen wel dichtbundels<br />

en toneelstukken van de Belgische Franstalige<br />

schrijvers Maeterlinck en Verhaeren, in opdracht<br />

van uitgever Edmond Deman, voor wie hij van 1903<br />

tot 1904 werkte.<br />

De kunstenaar verzaakte al snel aan dit soort<br />

werk: “Ik <strong>be</strong>n een slecht vertolker van andermans<br />

dromen, want ik heb er zelf te veel”. Toch knoopte<br />

hij in 1917 nogmaals aan bij de symbolistische we-<br />

reld van Maeterlinck, maar nu met een zelfstandig<br />

werk.<br />

Hij evoceerde de poëzie van Serres chaudes door<br />

een motief te kiezen dat doet denken aan het kruid<br />

‘paardenstaart’. In de <strong>be</strong>sloten ruimte van een ser-<br />

re woekeren de planten met hun tentakelachtige<br />

<strong>be</strong>wegingen in soepele meanders van zwarte inkt.<br />

De ronde uitsparing van de maan laat het licht-<br />

bruine papier zichtbaar. Door het irreële schijnsel<br />

van het maanlicht verandert het banale onkruid in<br />

een onrustwekkende exotische vegetatie.<br />

De strakke kadrering, de perspectivische vervor-<br />

ming van de glaspanelen, de spookachtige plan-<br />

tensilhouetten die op grote zwarte spinnen lijken,<br />

heb<strong>be</strong>n meer met <strong>Spilliaert</strong>s eigen fantasmago-<br />

rische wereld te maken dan met de suggestieve<br />

sfeer van Maeterlincks werk. (G.B.)<br />

'' m a e t e r l i n c k ''<br />

maeterlinck theatre<br />

1902 - 1903<br />

een zwart landschap is zwaar<br />

ondanks de leegte en enkele openingen<br />

er is veel bodem en weinig lucht<br />

in het eerste loop je verloren<br />

het tweede kan je niet redden<br />

het theater van de angst<br />

een leven dat je liever niet leefde<br />

of enkel voor even<br />

de tijd van de opvoering<br />

(M.K.)


doZen voor een sPiegel<br />

1904<br />

Vader <strong>Spilliaert</strong>, een welgestelde Oostendse<br />

middenstander, <strong>be</strong>zat een parfumerie en een<br />

kapsalon. Tijdens de rustige winterperiode ontwierp<br />

hij dozen en flacons voor de schoonheidsproducten<br />

en parfums die hij soms ook zelf creeerde.<br />

Befaamd was onder andere het door hem<br />

samengestelde parfum ‘Brise d’Ostende’ dat in<br />

zijn winkel werd verkocht.<br />

Tussen 1904 en 1909 koos Léon <strong>Spilliaert</strong> dikwijls<br />

die luxueuze, glanzende objecten als model voor<br />

zijn werk. Hij zette de helder gekleurde dozen en<br />

donkere flessen op de schoorsteenmantel, voor<br />

een spiegel of tussen twee spiegels om de ruimte<br />

te vermenigvuldigen en een gezichts<strong>be</strong>drog<br />

te doen ontstaan. Werkelijkheid en weerkaatsing<br />

spelen op elkaar in en vermengen zich.<br />

In deze compositie uit 1904, één van de allermooiste,<br />

heeft de tekenaar ook een uurwerk<br />

'' r e F l e c t i e ''<br />

onder een stolp opgenomen. Dit object keert in<br />

verscheidene werken terug, onder meer in een<br />

zelfportret.<br />

Het mysterie van inhoud en vorm, de werkelijkheid<br />

en haar weerspiegeling, de on<strong>be</strong>weeglijkheid,<br />

de stilte en het <strong>be</strong>sef van tijd waren geliefkoosde<br />

thema’s van <strong>Spilliaert</strong>, waarmee hij<br />

aansloot bij een eeuwenoud genre in de schilderkunst:<br />

het stilleven. De zachte, nevelige textuur<br />

van het pastelkrijt doet denken aan de lichtheid<br />

en transparantie van het zijdepapier waarin<br />

de kostbare parfumflesjes en cosmeticadoosjes<br />

werden verpakt. (V.V.)<br />

de blauWe teil<br />

1907<br />

hoe vang je de maan<br />

misschien door zelf maan te zijn<br />

iets dat opdoemt in de duisternis<br />

en het licht verzamelt<br />

maar een teil is geen maan<br />

want ze kleurt haar rechterzijde zwart<br />

schaduw zet je met de voeten op de grond<br />

(M.K.)


ZelFPortret<br />

2 novem<strong>be</strong>r<br />

1908<br />

'' v e r s c h i j n e n ''<br />

ik zet mezelf tussen de dingen<br />

en pro<strong>be</strong>er even roerloos te zijn<br />

met ogen als kleine deksels<br />

afgekeken van de potjes voor mij<br />

met een kraag die me omsluit<br />

en haren die me ontvluchten<br />

zoals de tijd opgesloten in een getal<br />

maar steeds voortvluchtig<br />

hier zelfs verdwenen uit mijn blik<br />

(M.K.)<br />

ZelFPortret voor de sPiegel<br />

1908<br />

Tussen zijn zes- en zevenentwintigste maakte <strong>Spilliaert</strong> een reeks zelfportretten met het interieur<br />

van het ouderlijk huis als decor. De portretten ontstonden ’s nachts, onder het licht van een lamp of<br />

van de maan, wat een contrastrijk en vervormend spel van schaduwen en lichtvlekken teweegbracht.<br />

De kunstenaar gebruikte de spiegel, die hij vanzelfsprekend nodig had om zichzelf te observeren en<br />

af te <strong>be</strong>elden, ook om de ruimte te structureren en een oneindige diepte te creëren.<br />

Van alle zelfportretten is het raadselachtige Zelfportret voor de spiegel het meest fascinerende. Spil-<br />

liaert doemt onherkenbaar op, met zijn rug naar de spiegel gekeerd. Is dit nog wel een zelfportret?<br />

Zijn mond is een gapend gat, een zwarte inktvlek waarin een angstkreet gesmoord is. Zijn mis-<br />

vormde oog kondigt een naderend moment van ontbinding en metamorfose aan, het uurwerk onder<br />

de stolp telt de seconden af. De vertrouwde voorwerpen in de kamer veranderen tijdens die nacht in<br />

vreemde spookverschijningen.<br />

Dit werk zou een illustratie bij één of ander bovennatuurlijk verhaal kunnen zijn. Weliswaar zijn the-<br />

ma’s zoals het spiegel<strong>be</strong>eld, de nacht, de eenzaamheid, de ‘ziel der dingen’ typisch voor het sym-<br />

bolisme, maar de vervormingen, de kikvorsperspectief, de terugwijkende lijnen in de achtergrond<br />

die zich als een ravijn lijkt te openen en de hele sfeer van het werk wijzen al in de richting van het<br />

expressionisme. (G.B.)


meisje in het Wit<br />

1912<br />

de absintdrinkster<br />

1907<br />

Een vrouw met lange donkere haren die met<br />

het zwart van haar jurk versmelten, kijkt de toe-<br />

schouwer doordringend aan. Zij lijkt wel een<br />

zombie, met haar opengesperde ogen, holle<br />

wangen en bleke teint. Niets in de voorstelling<br />

verwijst naar haar identiteit, tenzij haar kleding.<br />

Tippelaarster, <strong>be</strong>droefde prostituee, nachtvlin-<br />

der, deze blauwe engel van Oostende verdrinkt<br />

als het ware in haar overdadige opsmuk: haar<br />

hoed, boa en halssnoeren.<br />

De stijve houding van de vrouw met haar magere<br />

vuist in een rechte hoek, verraadt haar wankele<br />

toestand. Met een laatste restje kracht pro<strong>be</strong>ert<br />

zij overeind te blijven in het leven. Zij verschijnt<br />

door haar broosheid, haar kleding en verwil-<br />

derde uitdrukking als het symbool bij uitstek<br />

van een door drank, ether snuiven en seksueel<br />

misbruik ondermijnde mens.<br />

Aan het einde van de 19de eeuw <strong>be</strong>handelden<br />

verscheidene dichters en <strong>be</strong>eldende kunste-<br />

naars, onder wie Félicien Rops, het thema van<br />

de absintdrinkster. In <strong>Spilliaert</strong>s werk wordt<br />

deze schadelijke likeur, die toen erg in trek was,<br />

niet expliciet afge<strong>be</strong>eld. De nadrukkelijke ver-<br />

ticaliteit, de smalle en hoekige vormen en de<br />

het meisje lacht<br />

want ze staat tussen de lijnen<br />

ze ontsnapt aan de loop der dingen<br />

wijd<strong>be</strong>ens en wit<br />

brengt ze het <strong>be</strong>eld tot rust<br />

en verslaat de verte met haar jurk<br />

zoals de roze strik de vluchtende kromme<br />

ver en dichtbij heel even samen<br />

(M.K.)<br />

'' l e v e n s l o o P ''<br />

gelaatsexpressie roepen het werk van Edvard<br />

Munch en Gustav Klimt voor de geest. (I.R.)


i o g r a F i e l É o n s P i l l i a e r t<br />

1881 › 1904 lÉon sPilliaert Wordt oP 28 juli 1881 geboren in oostende, Waar Zijn<br />

vader een <strong>be</strong>kende ParFumWinkel heeFt. na Zijn studietijd en een korte Periode van<br />

oPleiding aan de academie van brugge vindt hij als tWeeËntWintigjarige Zijn eerste<br />

baan: een <strong>be</strong>trekking bij de brusselse uitgever edmond deman. hij droomt echter<br />

van andere horiZonten… hij verlaat brussel en trekt naar Parijs Waar hij met het<br />

kunstenaarsmilieu kennis maakt. hij leest veel en deZe lectuur, van nietZsche tot<br />

maeterlinck en verhaeren, <strong>be</strong>Ïnvloedt Zijn Werken uit die tijd, Waarin grijstonen in<br />

oost-indische inkt domineren.<br />

1904 › 1909 sPilliaert Zegt over deZe Periode: “ik <strong>be</strong>n rusteloos en koortsachtig<br />

en voel een enorm geWicht oP mijn schouders. t-ot nog toe is mijn leven eenZaam<br />

en droevig voorbijgegaan met een immense kilte om mij heen”. tijdens Zijn vele<br />

nachtelijke Wandelingen in oostende laat hij Zich insPireren door de altijd<br />

aanWeZige Zee. hij evoceert Plekken en voorWerPen die doordrongen Zijn van de<br />

sFeer van het ouderlijk huis. in 1909, na tWee jaren van intense creativiteit, Waarin<br />

onder andere Zijn krachtigste ZelFPortretten tot stand kWamen, stelt sPilliaert<br />

voor het eerst tentoon oP het lentesalon van brussel.<br />

1909 › 1915 er verschijnen nieuWe onderWerPen die <strong>be</strong>antWoorden aan<br />

nieuWe ervaringen en ontmoetingen Zoals het leven van de vissers, van de<br />

vissersvrouWen en hun kinderen, de ProeFvlucht van een luchtschiP in oudergem,<br />

schoolmeisjes, baadsters en bij<strong>be</strong>lse thema’s.<br />

1915 › 1922 deZe <strong>be</strong>langrijke jaren in het Priveleven van sPilliaert brengen ook<br />

een ommekeer in Zijn Werk. in 1916 trouWt hij met rachel vergison en in 1917 Wordt<br />

Zijn dochter en enige kind madeleine geboren. het geZin vestigt Zich in brussel.<br />

van dan aF verandert sPilliaerts stijl. Zijn Palet Wordt kleuriger en hij Waagt<br />

Zich aan de olieverFschilderkunst. hij ontdekt andere thema’s Waarin hij uiting<br />

kan geven aan Zijn ver<strong>be</strong>elding: nu hij ver van oostende Woont, verWijdert hij Zich<br />

ook van het <strong>be</strong>eldrePertoire van ZeegeZichten.<br />

1922 › 1937 in 1922 keert sPilliaert met vrouW en kind terug naar oostende.<br />

de herstelde relatie met de Zee krijgt vorm in een reeks bijna abstracte<br />

marines in contrasterende kleuren en ook in geZichten oP de havendokken en<br />

scheePsWerven.<br />

1937 › 1946 sPilliaert Woont sinds 1935 Weer in brussel en ontdekt de Parken<br />

en bossen in de omgeving van de hooFdstad. hij maakt een reeks tekeningen rondom<br />

het thema van de boom: ragFijne <strong>be</strong>elden, Zorgvuldig uitgeWerkt met Pen en oostindische<br />

inkt oP een transParante achtergrond van aQuarelverF. het Zijn de laatste<br />

Werken van de oostendse kunstenaar die in 1946, oP vijFenZestigjarige leeFtijd,<br />

overlijdt. (G.B.)


'' e i n d e ''<br />

duiZeling<br />

1908<br />

de traP<br />

1909<br />

De kunst van <strong>Spilliaert</strong> “deelt voornamelijk de <strong>be</strong>dwelming van de oneindigheid mee”.<br />

Fr. Jollivet-Castelot, 1912<br />

Léon <strong>Spilliaert</strong> schildert de diepte van een duizelingwekkend, bodemloos<br />

ravijn. Het monumentale trapvormige bouwwerk heeft iets irreëels, het <strong>be</strong>eld<br />

is haast abstract. Door de nauw aansluitende kadrering en het vreemde<br />

perspectivische effect drukt het zowel de onweerstaanbare aantrekking van de<br />

diepte uit als een opwaarts stuwende kracht.<br />

Bovenaan staat een vrouw tussen de afgrond en de top. Zij heeft haar opgaande<br />

<strong>be</strong>weging even onderbroken en kijkt achterom in de leegte, alsof zij luistert. De<br />

treden van de steile trap zijn fel <strong>be</strong>licht maar de opstaande boorden zijn donker<br />

en brengen een sterk contrast in het <strong>be</strong>eld. Met haar wapperende halsdoek<br />

lijkt de in het zwart geklede figuur een evocatie van de wind, die bij valavond<br />

over een onwerkelijk landschap waait. De lange schaduwen van haar eenzaam<br />

silhouet versterken de monumentaliteit van dit grandioze visioen. (S.N.T.)<br />

ik sta <strong>be</strong>neden en zie twee keer het einde<br />

het witte verleidt me tot een horizontale wandeling<br />

een verte die doet glimlachen<br />

want het lijkt iets te <strong>be</strong>loven<br />

het zwarte einde lonkt me naar omhoog<br />

elke trede brengt me dichter bij waar ik niet wil zijn<br />

een afgrond in de linkerbovenhoek<br />

wit of zwart<br />

nooit was een dilemma zo tastbaar (M.K.)


de slaaPkamer<br />

1908<br />

'' n a c h t ''<br />

vier muren waarbinnen je de slaap zoekt<br />

je ogen sluiten zich<br />

je <strong>be</strong>nt enkel nog ademend lichaam<br />

een eiland van oplichtende warmte<br />

dat de nacht rondom zich verzamelt<br />

of is het de kamer die ademt<br />

en je toedekt met de zwaarte van een deken<br />

(M.K.)<br />

de nacht<br />

1908<br />

Omstreeks 1908 schilderde Léon <strong>Spilliaert</strong> verscheidene nachtgezichten van het strand en de dijk<br />

van Oostende. Hij verkende de plastische mogelijkheden van dit thema met steeds wisselende<br />

invalshoeken en <strong>be</strong>lichtingen. Niet de Koningin der Badsteden voerde hij ten tonele, maar een<br />

donker en verlaten Oostende. Omdat hij leed aan een maagzweer die hem het slapen <strong>be</strong>lette,<br />

maakte hij ’s nachts lange wandelingen waardoor hij zich wat <strong>be</strong>ter voelde. Zo ontdekte hij een<br />

ongewoon <strong>be</strong>eld van zijn geboortestad. <strong>Spilliaert</strong> raakte gefascineerd door het vreemde en<br />

mysterieuze voorkomen van de dingen in de nacht. Hij vond in de duisternis, hoe <strong>be</strong>angstigend zij<br />

ook was, een toevluchtsoord.<br />

Dit <strong>be</strong>eld met zijn romantische sfeer herinnert aan de Hymnen an die Nacht van de Duitse dichter<br />

Novalis. Midden in het landschap staat een figuur bij de colonnade van de Koninklijke Galerijen. Is<br />

hij een eenzame wandelaar die van de nacht geniet, of een lichtelijk aangeschoten voorbijganger die<br />

houvast zoekt? Zijn wat speelse- voorkomen verzacht het onrustwekkende van deze plek.<br />

Het subtiele gebruik van blauw pastel accentueert het tegenlicht rondom het silhouet. De lantaarns,<br />

die hun lichtschijnsels als witte strepen op de natte <strong>be</strong>strating werpen, vormen een echo van de<br />

zuilen. De erg donkere kleuren vergroten de zeggingskracht van deze tekening. (I.R.)


aadster<br />

1910<br />

baadster voor de Zee<br />

1910<br />

staan tussen twee werelden<br />

een vaste en een vloeibare<br />

<strong>be</strong>staan tussen gisteren en morgen<br />

en ‘nu’ is steeds die smalle strook<br />

waar je netjes je voeten op plaatst<br />

je hielen vinden nog even houvast in wat geweest is<br />

je tenen zoeken de weg naar wat voor je ligt<br />

magisch om even grens te zijn<br />

(M.K.)<br />

'' a l l e e n ''<br />

De obsessionele, bijna onheilspellende fascinatie<br />

die van de zee uitgaat, was omstreeks 1910 een van<br />

de geliefkoosde thema’s van de kunstenaar. Hier<br />

stelde hij een baadster voor, op de rug gezien, ter-<br />

wijl zij naar de sierlijke kronkelingen van de golven<br />

zit te kijken. De mysterieuze picturale ruimte heeft<br />

niets natuurlijks meer: het <strong>be</strong>eld van de werkelijk-<br />

heid is omgezet in een compositie met vreemd con-<br />

trasterende lijnen, vormen en kleuren. De massieve<br />

stenen trap vormt de laatste zekerheid tegenover<br />

de obsederende ara<strong>be</strong>sken van het altijd rusteloze<br />

water, een weerspiegeling van de kronkelige paden<br />

van de ziel.<br />

De golvende vormen van het vrouwenlichaam<br />

harmoniëren met het vloeibare natuurelement en<br />

lijken ermee te willen versmelten. Terwijl het waak-<br />

zame hondje een luchtig accent aan de compositie<br />

toevoegt, verhoogt het verfijnde kleurgebruik de<br />

<strong>be</strong>vreemdende sfeer van het werk.<br />

Om subtiele nuanceringen in het zwart te verkrij-<br />

gen, bracht de kunstenaar verschillende lagen over<br />

elkaar aan. Hij omzoomde de grillige lijnen van de<br />

golven met blauw en liet hier en daar de rozige kleur<br />

van het papier doorschemeren. (R.A.M.)


gele en Paarse marine<br />

1923<br />

Na zijn verblijf in Brussel werd <strong>Spilliaert</strong> enkel<br />

door de zee geboeid, zonder enige allusie op de<br />

stad Oostende. Hij koos voor een frontale compo-<br />

sitie, een gezichtspunt dat hij al sinds het <strong>be</strong>gin<br />

van de eeuw in zijn marines toepaste, maar toen<br />

in zwarte en gedempte kleuren. In dit werk uit 1923<br />

gebruikte hij een schitterend geel. Deze heldere<br />

kleur komt in verschillende zeegezichten uit die<br />

periode voor.<br />

De kunstenaar bracht op meesterlijke wijze twee<br />

felle, complementaire kleuren in een contrasteren-<br />

de combinatie samen. Waar het strand, het water<br />

en de lucht zich <strong>be</strong>vinden, blijft in het ongewisse.<br />

Deze vaagheid verleent aan de schijnbaar een-<br />

voudige marine een bijzondere rijkdom. Door de<br />

tegenstelling tussen de brede, horizontale banden<br />

boven- en onderaan en de fijne afwisseling van<br />

geel en blauw daartussenin – het oorspronkelijke<br />

paars heeft zich gewijzigd – krijgt het geheel een<br />

sterk ritme. De nuances en sporen van het penseel<br />

voegen daar nog een eigen expressiviteit aan toe.<br />

Als gevolg van het mysterieuze ineenvloeien van<br />

zand, zee en lucht zou het zonder <strong>Spilliaert</strong>s signa-<br />

tuur moeilijk zijn om dit abstract aandoende werk<br />

zijn juiste positie te geven. (E.C.)<br />

marine met WeersPiegeling<br />

1907<br />

'' h o r i Z o n ''<br />

het water neemt zijn taak ernstig<br />

en grijpt zoveel mogelijk maan<br />

het geeft daarvoor heel wat prijs<br />

donkerte bijvoor<strong>be</strong>eld die verbleekt<br />

en diepte die plots oppervlakte wordt<br />

als een laagje glazuur<br />

dat broos wacht op verdwijning<br />

(M.K.)


'' a a n W e Z i g ''<br />

<strong>be</strong>ukenstammen<br />

1945<br />

Lange wandelingen in het Zoniënwoud en<br />

de Brusselse parken inspireren de laatste<br />

landschappen van de kunstenaar. Het thema<br />

van de boom gaat mettertijd alles overheer-<br />

sen, vaak in de gedaante van majestueuze<br />

boomstammen, die roerloos en vertrouwen-<br />

wekkend verschijnen als evocaties van het<br />

bos.<br />

Hun zware massa’s, soms zonder wortels,<br />

staan achter elkaar in de ruimte, als stille<br />

onwerkelijke wezens. Nu eens lijken de<br />

stronken <strong>be</strong>kleed met een soepel omhulsel<br />

vol scheuren en plooien, dan weer ver-<br />

schijnt in de barsten en knoesten van de<br />

schors een gedeukt gezicht. In de heldere<br />

ruimte tussen deze ‘zuilen’ is de lucht zicht-<br />

baar. <strong>Spilliaert</strong> verlevendigt die witte zones<br />

met de gebogen lijnen van fijn getekende<br />

jonge scheuten en hun iele gebladerte.<br />

In zijn laatste jaren maakte hij meer gebruik<br />

van de zachte schakeringen van aquarel-<br />

verf.<br />

Om de tekening reliëf te geven en te detail-<br />

leren – iets wat hij voordien nooit <strong>be</strong>langrijk<br />

vond – overdekte hij het oppervlak met een<br />

dicht netwerk van uiterst fijne, nauwkeurige<br />

lijntjes in inkt. Zo evoceert hij de ruwe bast<br />

van het hout, de fluwelige zachtheid van het<br />

mos, de malse grond die, onmerkbaar, door<br />

een lichte nevel in de lucht overgaat.<br />

‘Er is op aarde niets mooiers dan een grote<br />

boom,’ vond de kunstenaar. In dit zeer<br />

<strong>be</strong>heerste winterse <strong>be</strong>eld weerspiegelt zich<br />

een uitgepuurde contemplatie. <strong>Spilliaert</strong><br />

fluistert hier zijn laatste geheimen als een<br />

vanzelfsprekende waarheid. (J.P.T.)<br />

dikke boom<br />

1945<br />

zoveel takken die het blad verlaten<br />

alsof ze reiken naar meer<br />

toch pronken ze met minder<br />

want ze schuwen het eigen blad<br />

de bomen worden hun knoestige zelf<br />

iets dat eeuwig is<br />

en de sporen van de seizoenen wist<br />

(M.K.)


ibliograFie / over sPilliaert: LÉon SpiLLiaert, brussel,<br />

kmskb, ludion, 2006 • a. adriaens-Pannier, SpiLLiaert,<br />

de <strong>be</strong>zieLde bLik, ludion, 2006 • LÉon SpiLLiaert, kunstschriFt<br />

oPenbaar kunst<strong>be</strong>Zit, Februari-maart 2006,<br />

50ste jrg., nr 1; P. 2-46 • <strong>be</strong>rt PoPelier, SpiLLiaert, mijn<br />

vreemde naam, Pandora, 1996 • LÉon SpiLLiaert, tekst<br />

en scenario door johan boonen brussel: brtn-tv2, 1996<br />

1 videocassette, 45’ 58’’: kleuren, geluidsFilm over tekenkunst:<br />

s. van <strong>be</strong>llingen, meeSterwerken op papier:<br />

van romantiek tot abStractie, oPenbaar kunst<strong>be</strong>Zit in<br />

vlaanderen, okto<strong>be</strong>r-decem<strong>be</strong>r 1996, 34ste jrg., nr. 4; P.<br />

3-43 • j. camP, de kunSt van het tekenen, uitgeverij j.h.<br />

gottmer / h.j.W. <strong>be</strong>cht bv 1995 over FilosoFie: m. tanner,<br />

nietzSche, lemniscaat, 2000 over moderne kunst: m. gibson,<br />

SymboLiSme, taschen, 2006 • m. draguet, het SymboLiSme<br />

in <strong>be</strong>Lgië, mercatorFonds, 2004 • a. demPseY,<br />

encycLopedie van de moderne kunSt: StijLen, SchoLen,<br />

Stromingen, Waanders, 2002 • e. lucie – smith, <strong>be</strong>eLdende<br />

kunSt in de twintigSte eeuw, könemann, 1999 •<br />

van reaLiSme tot SymboLiSme: de <strong>be</strong>LgiSche avant-garde,<br />

de Facto, 1995 verhalen en PoeZie: o. Wilde, het portret<br />

van dorian gray, ooievaar, 1999 • e. a. Poe, verhaLen, Pandora,<br />

2003 • s. van den bremt (samenstelling, vertaling<br />

en inleiding), bLoemLezing uit de poëzie van maurice<br />

maeterLinck (reeks dichters van nu 15), PoËZiecentrum,<br />

2002 Film : vertigo, a. hitchcock, 1958, usa, dvd universal<br />

- collection hitchcock enkele titels Zijn te verkrijgen<br />

in de museumshoP van de kmskb<br />

CONTEMPLATIE<br />

1900<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, pen, aquarel op papier<br />

154 x 199 mm<br />

Koninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet, Brussel<br />

DE WINDSTOOT<br />

1904<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, aquarel, gouache op papier<br />

510 x 410 mm (dag)<br />

Museum voor Schone Kunsten, Oostende<br />

SERRES CHAUDES I<br />

1917<br />

Contépotlood, Oost-Indische inkt, penseel, pen, kleurkrijt op<br />

lichtbruin papier<br />

661 x 498 mm (dag)<br />

Privéverzameling<br />

MAETERLINCK THEATRE<br />

1902-1903<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, pen, pastel op papier<br />

372 x 249 mm<br />

Koninklijke Bibliotheek van België, Prentenkabinet, Brussel<br />

DOZEN VOOR EEN SPIEGEL<br />

1904<br />

Pastel, houtskool op papier<br />

585 x 401 mm<br />

Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel<br />

DE BLAUWE TEIL<br />

1907<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, aquarel, kleurpotlood op<br />

papier<br />

485 x 635 mm (dag)<br />

Museum voor Schone Kunsten, Oostende<br />

ZELFPORTRET 2 NOVEMBER<br />

1908<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, kleurpotlood, pastel,<br />

gouache op papier<br />

490 x 638 mm (dag)<br />

Privéverzameling<br />

ZELFPORTRET VOOR DE SPIEGEL<br />

1908<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, aquarel, kleurpotlood op<br />

papier<br />

485 x 631 mm (dag)<br />

Museum voor Schone Kunsten, Oostende<br />

MEISJE IN HET WIT<br />

1912<br />

Oost-Indische inkt, penseel, pastel, gouache, kleurpotlood op<br />

karton<br />

895 x 705 mm (dag)<br />

Privéverzameling<br />

DE ABSINTDRINKSTER<br />

1907<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, gouache, aquarel, kleurkrijt<br />

op papier<br />

1050 x 770 mm (dag)<br />

Privéverzameling<br />

DUIZELING<br />

1908<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, kleurpotlood op papier<br />

637 x 476 mm (dag)<br />

Museum voor Schone Kunsten, Oostende<br />

DE TRAP<br />

1909<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, (witte) gouache, (blauw,<br />

rood) kleurpotlood op papier<br />

487 x 713 mm (dag)<br />

Privéverzameling<br />

DE SLAAPKAMER<br />

1908<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, aquarel, kleurpotlood op<br />

papier<br />

634 x 484 mm (dag)<br />

Museum voor Schone Kunsten, Elsene<br />

DE NACHT<br />

1908<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, pastel op papier<br />

480 x 630 mm<br />

Verzameling van de Belgische Staat, in tijdelijk depot, Museum<br />

voor Schone Kunsten, Elsene<br />

BAADSTER<br />

1910<br />

Oost-Indische inkt, penseel, pastel op papier<br />

649 x 504 mm<br />

Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, België<br />

BAADSTER VOOR DE ZEE<br />

1910<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, kleurpotlood op papier<br />

634 x 484 mm (dag)<br />

Privéverzameling<br />

GELE EN PAARSE MARINE<br />

1923<br />

Aquarel, gouache, pastel op papier<br />

535 x 616 mm<br />

Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel<br />

MARINE MET WEERSPIEGELING<br />

1907<br />

Oost-Indische inkt, gewassen, penseel, vetkrijt, kleurpotlood op<br />

papier<br />

533 x 688 mm (dag)<br />

Privéverzameling<br />

BEUKENSTAMMEN<br />

1945<br />

Aquarel, Oost-Indische inkt, pen op papier<br />

590 x 480 mm (dag)<br />

Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel<br />

DIKKE BOOM<br />

1945<br />

Aquarel, Oost-Indische inkt<br />

602 x 484 mm (dag)<br />

Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen


lÉon sPilliaert<br />

eXPo 22.09.2006 04.02.2007<br />

koninklijke musea voor schone kunsten van <strong>be</strong>lgie<br />

open<br />

gesloten<br />

tickets<br />

9 euro<br />

6,5 euro<br />

2,5 euro<br />

gratis<br />

rondleidingen<br />

Regentschapsstraat 3<br />

1000 Brussel<br />

T 02/508 33 33 F 02/508 32 32<br />

spilliaert@fine-arts-museum.<strong>be</strong><br />

www.expo-spilliaert.<strong>be</strong><br />

dinsdag – zondag, 10:00 – 17:00, nocturne: vrijdag tot 21:00<br />

01.11.2006, 11.11.2006, 11.01.2007, maandag<br />

volwassenen<br />

senioren, studenten, groepen ( >15 personen)<br />

schoolgroepen per leerling<br />

vrienden van de KMSKB en kinderen onder de 13 jaar <strong>be</strong>geleid door een ouder<br />

de tickets geven recht op het <strong>be</strong>zoek aan de Musea op dezelfde dag<br />

enkel door de Musea georganiseerd, T 02/508 34 50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!