meer - Certis Europe

Glashelder
Nieuwsmagazine van Certis Europe B.V. voor ondernemers in de glastuinbouw Jaargang 8 - Nr. 19 - Mei 2010
GOED UIT DE
STARTBLOKKEN
Na een koude en donkere winter begint het
weer te kriebelen. Het is voorjaar! 2009 was
voor velen een moeilijk jaar. Het is te hopen
dat 2010 betere prijzen brengt voor tuinbouwproducten.
Certis helpt u om goed uit de startblokken te
komen met een hernieuwde toelating voor
Scomrid tegen stambotrytis in tomaat en met
de introductie van BotaniGard WP spuitpoeder
tegen trips en wittevlieg in tomaat en gevoelige
siergewassen. Goed nieuws is er eveneens van
het biologische front: sinds 1 januari zijn de
biologische bestrijders van Certis BCP namelijk
ook verkrijgbaar bij Horticoop. Hierdoor
kunnen meer telers ervaring opdoen met ons
groeiende assortiment natuurlijke vijanden.
Met de komst van Bas van Diemen zijn wij
daar goed op voorbereid. Al onze producten
en adviezen dragen bij aan een gezondere
teelt. Dat is en blijft onze drijfveer, want alleen
tuinbouwproducten die vrij zijn van ziekten en
plagen kunnen renderen.
Dennis Eekhoff, Product manager glastuinbouw
ER II maakt
wittevlieg vleugellam
(pagina 2)
De nieuwe Scomrid heeft één werkzame stof
minder, waardoor het niet langer effectief is
tegen vruchtboomkanker. Om die reden is het
niet teruggekeerd in de fruitteelt en boomkwekerij.
De resterende stof imazalil is echter
onverminderd werkzaam tegen Botrytis. Pas
Scomrid toe zodra u een aantasting waarneemt
op wonden of kwetsbare plekken op de stam.
De handige spuitbus geeft een mooi en
gericht spuitbeeld, waardoor bestrijdingsrondes
snel en effectief verlopen.
Het bespaart tijd en werkt perfect
Tomatenteler Paul van Paassen in Bleiswijk
heeft Scomrid de afgelopen jaren node
gemist. “We hebben er doorgaans weinig
last van, maar bij een zware plantbelasting
kan stambotrytis problemen geven. In het
Frupica scoort
tegen Meeldauw
en Botrytis
(pagina 4-5)
SCOMRID TERUG TEGEN
STAMBOTRYTIS IN TOMAAT
Paul van Paassen: “Bij een zware plantbelasting kan stambotrytis problemen geven.”
Rozen tripsvrij met
BotaniGard WP
(pagina 8)
Drie jaar geleden verloor Scomrid zijn toelating, maar sinds dit voorjaar is deze aerosol weer
inzetbaar als wondafdekmiddel in de tomatenteelt. Veel tomatentelers hebben deze snelle
en effectieve bestrijder van stambotrytis alweer in huis.
voorjaar doen we eens per drie weken een
bestrijdingsronde. Met Scomrid is dat altijd
snel gebeurd en het werkt perfect.”
Van Paassen gebruikte de afgelopen jaren
verschillende alternatieven, maar die waren
volgens hem minder effectief. “Bovendien
kostte de behandelingen meer tijd, omdat je
de plekken moest uitschrapen. Bij Scomrid
volstaat een druk op de knop van de spuitbus.
Het is veilig voor het gewas, maar je moet
niet op de vruchten richten. Bij een ernstige
aantasting die de stam helemaal omringt, spuit
ik het op een kwastje en smeer ik de plek in.
Spuiten brengt de vloeistof er vrij dik op en
de plant verdraagt dat dan minder goed. Als
je toch spuit, loop je het risico dat de plant
boven de aantasting verwelkt en afsterft. Zo’n
aantasting komt hier echter zelden voor.” n
Glashelder 1

Gerberateler Simon Zwarts over ER II tegen wittevlieg:
AL NA DE EERSTE BESPUITING WAS IK ENTHOUSIAST
Toen gerberateler Simon Zwarts in januari
de eerste wittevlieg zag, raadde adviseur
Tom Konijn van Horticoop hem ER II
aan. Twee proefbespuitingen overtuigden
Zwarts van de werking. Hij gebruikt het in
de winter, wanneer de biologische bestrijders
weinig actief zijn.
Simon Zwarts plant op grond van een exclusieve
samenwerking met Florist iedere zomer
nieuwe rassen aan, die hun waarde nog moeten
bewijzen. Collegatelers uit het hele land komen
regelmatig kijken wat het nieuwe assortiment te
bieden heeft. “Na één jaar worden alle planten
gerooid, hoewel ze zonder problemen langer
mee kunnen”, zegt de Mijdrechtenaar.
Bij Zwarts staan Phytoseiulus tegen spint en
Diglyphus tegen mineervlieg aan de basis van
een gezond gewas. Dat beperkt hem in de
middelenkeuze.
Eén bespuiting doodde ruim 80% van de wittevlieg
Op advies van Tom Konijn (l) zette Simon Zwarts ER II in.
Proefbespuiting
Begin augustus werden de voorgekweekte gerbera’s
met bloemknoppen geplant. In september
druppelde Zwarts een insecticide tegen
wittevlieg en werd Phytoseiulus uitgezet. “In
januari zag ik de eerste wittevliegjes”, vertelt
Zwarts. “Voor druppelen was het nog te vroeg.
Vanwege Phytoseiulus en de beperkte werking
van veel middelen adviseerde Tom ER II. Ik
voerde eerst een proefbespuiting uit.”
Lage dosering
De teler gebruikte een lage dosering van
1 liter per 100 liter water, aangevuld met
Admiral tegen de eieren en larven. “Al na de
eerste bespuiting was ik enthousiast”, zegt de
sierteler. “Minstens 80% van de vliegen lag
dood op de bladeren en in de paden. Van
eventuele nadelen voor Phytoseiulus heb ik
niets gemerkt, waarschijnlijk omdat ze weinig
actief waren vanwege de lage spintdruk. In heb
het hele gewas nu drie keer op rij onderlangs
gespoten. Zo raak je de meeste vliegjes. Nu
neemt de wittevliegpopulatie weer iets toe,
maar binnenkort kan ik weer druppelen.”
Toepassen in de winter
Zwarts, Tom Konijn en technisch adviseur Bas
van Diemen van Certis bespreken de mogelijke
rol van ER II in de gerberateelt. “Het streven
is om schoon de winter in te gaan”, zegt
Konijn. “Daarvoor kun je vanaf eind november
een onderhoudsschema hanteren met drie ER
II-bepuitingen om de drie tot vier weken.”
Zwarts: “Ik spuit sowieso door met Trigard
tegen mineervlieg. In februari neemt Diglyphus
die rol over. Je moet tijdig een populatie
opbouwen om de teelt vrij van mineervlieg
te kunnen eindigen. Anders zitten er overal
poppen en begin je de nieuwe teelt direct met
een hoge mineervliegdruk. Om de biologie te
ontzien zet ik na januari liever geen ER II in.
“De meeste gerberatelers zetten vanaf het
voorjaar ook swirskii in”, zegt Konijn tot besluit.
“In de winter kun je met ER II echter goed uit de
voeten. Spuiten bij sterk drogend weer werkt
het beste.”
Na drie bespuitingen met ER II zag Zwarts wel
roetdauw op de bladeren; blijkbaar gedijt dat
op het zetmeel. Hij vindt dat geen groot probleem,
omdat er bij hogere plaagdruk zonder
inzet van ER II ook roetdauw ontstaat.
Bas van Diemen: “Ook ER II moet je na enige
tijd afwisselen, zodat het gewas schoon kan
worden. Omdat je in gerbera altijd het hele
gewas raakt, heeft de lage dosering de voorkeur.”
n
ER II NU IN
NIEUWE VERPAKKING
Glashelder 2

ROEP OM ROCKET EC IN
KOMKOMMER STEEDS LUIDER
In 2008 werd bekend dat Rocket door een Europese cut-off zijn toelating zou kwijtraken.
Komkommer- en gerberatelers verloren daarmee hun basismiddel tegen echte meeldauw.
Voor beide teelten diende LTO Groeiservice in oktober 2009 een verzoek in om Rocket EC
als Dringend Vereist Gewasbeschermingsmiddel beschikbaar te krijgen. De PD erkende alleen
een knelpunt in de komkommerteelt vanaf 15 juni. De verwachting is dus dat Rocket EC vanaf
15 juni in deze teelt weer inzetbaar is.
Volgens Jeannette Vriend van LTO
Groeiservice neemt het CTGB hierover binnenkort
een besluit. “We rekenen op groen
licht, maar 100% zekerheid is er niet”, licht zij
toe. “15 juni is al laat genoeg, want vanaf half
maart hebben komkommertelers met meeldauw
te kampen.” Volgens Vriend staat of valt
de komkommerteelt met de beschikbaarheid
van Rocket EC. “Zo simpel is het gewoon. Dat
telers nu afhankelijk zijn van een vrijstelling is
TUREX MAAKT TUTA ABSOLUTA BETER BEHEERSBAAR
Amper vier jaar na zijn introductie vanuit
Zuid-Amerika vormt de minuscule mineermot
Tuta absoluta de grootste bedreiging voor de
tomatenteelt in Europa. Effectieve bestrijding
vergt naast strikte bedrijfshygiëne een afgewogen
strategie met inzet van feromoonvallen,
natuurlijke vijanden en – in uiterste nood
– chemie. Turex, het biologische preparaat
met Bacillus thuringiensis, ondersteunt de
bestrijding van larven.
Preventie
Beheersing van Tuta absoluta begint met
strikte bedrijfshygiëne en het voorkomen of
vertragen van de populatieopbouw. Delta
feromoonvallen zijn daarbij onmisbaar. Zodra
3
Na het (tijdelijk) wegvallen van Rocket zoeken vooral komkommer- en gerberatelers
geschikte vervangers. Fungaflor – waarmee al regelmatig werd afgewisseld – is eveneens
een zachte en effectieve bestrijder van meeldauw in diverse vruchtgroenten en
siergewassen.
Fungaflor’s actieve stof imazalil werkt langdurig
preventief tegen echte meeldauw.
Het is zachter dan andere middelen, waardoor
het zich bij uitstek leent voor meeldauwbestrijding
in jonge gewassen en
onder minder gunstige groeiomstandig-
ronduit beangstigend, vooral onder de huidige
marktomstandigheden.”
Weer op Annex 1
Inmiddels staat Rocket weer op de Annex
1 lijst, zodat de oorspronkelijke toelating
kan terugkomen. Certis heeft de procedure
daarvoor direct in gang gezet, maar
die kost veel tijd. Hernieuwde toelating in
2010 is daarom niet aan de orde. Dit jaar
FUNGAFLOR EEN GOED ALTERNATIEF IN HET VOORJAAR
heden. Dat maakt Fungaflor tot een goed
alternatief in het voorjaar.
Toepassing via LVM of foggen werkt alleen
preventief. Bij bestaande meeldauw heeft
spuiten de voorkeur.
er binnen een week drie of meer motten per
hectare worden waargenomen, dienen er
20 deltavallen per ha te worden geplaatst.
Daarmee is meer dan 50% van de mannelijke
motjes weg te vangen, wat de populatieopbouw
aanzienlijk vertraagt.
kan Rocket EC alleen als Dringend Vereist
Gewasbeschermingsmiddel voor de komkommerteelt
beschikbaar komen.
n
Roofwantsen en Turex
Verschillende roofwantsen predateren op eieren
en larven van Tuta absoluta. Voor West-
Europa is Macrolophus de meest geschikte
kandidaat. Ook Turex (Bacillus thuringiensis)
is effectief tegen larven die net uit het ei zijn
gekropen en zich nog niet in het gewas hebben
gevreten. Omdat Turex ingrijpt in een
zeer specifieke levensfase van de mot, wordt
een wekelijkse bespuiting aanbevolen.
In Spanje is ook de massale inzet van de sluipwesp
Trichogramma aecheae naast roofwantsen
succesvol. Hoewel hiermee in Nederland
nog geen ervaring is opgedaan, is deze aanvullende
maatregel bij verhoogde plaagdruk
het overwegen waard.
n
Glashelder

FRUPICA HOUDT ROZENSTRUIKEN BINNEN EN BUITEN SCHOON
Frank Coenders uit Grubbenvorst kweekt
rozenonderstammen en een keur aan
rozenstruiken op pot. Dit gebeurt zowel in
de kas als buiten. Vanwege de grote diversiteit
aan cultivars en het niet geringe areaal
zijn de ondernemer en adviseur Dirand
van Wijk zeer alert op schimmelbestrijding.
Met Frupica hebben zij goede ervaringen
opgedaan tegen meeldauw.
“Frupica is een relatief zacht middel en werkt
goed tegen echte meeldauw”, zegt teeltadviseur
Dirand van Wijk van Cultus Agro Advies.
“Bovendien komt de werkzame stof uit een
nieuwe chemische groep. De toelating heeft
het beschikbare pakket fungiciden tegen
echte meeldauw werkelijk verbreed.”
Binnen vroeg, buiten laat
Op aanraden van Van Wijk heeft rozenteler
Frank Coenders het middel vorig jaar direct
na toelating toegepast in de kasteelt. “Daar
gebruik ik Frupica bij voorkeur in het begin
van het seizoen, omdat jong gewas het middel
goed verdraagt”, verklaart Coenders. “In de
buitenteelt zet ik het juist later in het seizoen
in, omdat het middel ook effectief is tegen
Botrytis en sterroetdauw.”
“Tot de komst van Frupica was dithianon het
enige middel dat tegen sterroetdauw werd
ingezet”, vult Van Wijk aan. “Nu zijn er twee
effectieve middelen beschikbaar, zodat telers
kunnen afwisselen.”
Alleen preventief
Hoewel Coenders Frupica pas later inzette,
startte hij al vroeg met een preventief
schema tegen meeldauw. “Het is een noodzakelijk
kwaad”, merkt hij op. “Zodra er
een aantasting van echte meeldauw in het
gewas zit, ben je feitelijk te laat. Je kunt
Frank Coenders (l) en Dirand van Wijk zijn blij met de effectiviteit en zachtheid van Frupica.
Frupica dan eigenlijk niet meer toepassen,
omdat het vooral preventief werkt.
Het grootste deel van de teelt is gelukkig
schoon gebleven, zodat het middel zijn
werk heeft kunnen doen.”
VELDPROEF IN AARDBEI: MIDDELEN NOG
STEEDS EFFECTIEF TEGEN MEELDAUW
Ook sterk tegen Botrytis
Lianne van Wijk: “Frupica heeft zich al volop
bewezen als botrytisbestrijder. Ook bij rozen
die in het najaar worden gerooid voor opslag
tot het voorjaar biedt Frupica het plantgoed
een goede bescherming tegen Botrytis.” n
In 2009 was de meeldauwdruk in aardbeiden
erg hoog. In het najaar voerde Certis een meeldauwbestrijdingsproef
uit in een wachtbeddenteelt
met Frupica en andere veelgebruikte
meeldauwmiddelen.
Frupica + ER II
Frupica is gespoten in een dosering van 0,9
l/ha. In één object gebeurde in combinatie
met 5 l/ha ER II, dat actieve meeldauwvlekken
onderdrukt. ER II zorgt ook voor een betere
uitvloeiing en bladbedekking. Deze combinatie
liet het beste resultaat zien.
Glashelder 4

Peter Zwinkels, KZ Flowers:
FRUPICA VOORKOMT SMET EN IS GEBRUIKSVRIENDELIJK
In de chrysantenteelt is Frupica inmiddels
een gevestigde naam tegen Botrytis.
Afhankelijk van de rasgevoeligheid past
Peter Zwinkels van KZ Flowers het middel
één of twee keer toe in de kortcyclische
teelt. “Wat me zeer aanspreekt is de
gebruiksvriendelijkheid van Frupica”, zegt
hij.
Gewasbespuitingen vinden bij KZ Flowers
plaats via een mechanische spuitboom met
Dosatron doseerunit. In een kleine tank op de
boom bevindt zich een zeer geconcentreerde
spuitoplossing. Met een doseerpompje wordt
de oplossing meegegeven aan het water, dat
via een uitrolbare slang vanuit de kraan wordt
aangevoerd.
“Het is een handig systeem, omdat je geen grote
volumes hoeft te verslepen”, merkt de chrysantenteler
op. “De geconcentreerde spuitoplossingen
kunnen echter beperkingen hebben.”
Spuittechniek
In de proef is meer water gebruikt (700 l/ha)
dan op het praktijkveld (350 l/ha met lucht
ondersteuning). Het weekschema werd ook
strakker gehandhaafd, wat resulteerde in
een extra bespuiting. “Het verschil tussen
beide velden op hetzelfde perceel was
opvallend”, zegt adviseur Nol Jochems van
Handelsonderneming C.J. Klep B.V. “De proefveldjes
waren veel schoner. Bij hoge meeldauwdruk
wordt er wel eens getwijfeld aan
de werking van meeldauwmiddelen. De proef
toont aan dat ze nog steeds effectief zijn. Naast
5
Mede-eigenaar Jack Kuyvenhoven van KZ Flowers (midden) leidt Lianne van Wijk en adviseur Richard van
Spronsen door het gewas. Bloemsmet is niet te bekennen.
De teler verwijst naar de spuitkorrel die hij in knopjes zich begonnen te openen. “Dat is
het verleden inzette tegen Botrytis. “In combi- een belangrijk moment voor tripsbestrijding”,
natie met andere middelen loste dat product verklaart hij. “Ik heb het gebruikt in combina-
moeilijk op. Dat is lastig wanneer je het gewas tie met Mesurol tegen trips. In smetgevoelige
met verschillende middelen wilt schoonspui- rassen pas ik Frupica een week voor de oogst
ten en het bemoeilijkt het reinigen van de
installatie na afloop.”
een tweede keer toe.”
Enthousiasme gerechtvaardigd
Eén of twee bespuitingen
Volgens adviseur Richard van Spronsen van Van
Met Frupica heeft de teler dergelijke proble- Iperen heeft het gros van de chrysantentelers
men niet ervaren. “Het lost perfect op en het Frupica inmiddels opgenomen in het bestrij-
middel werkt prima”, zegt hij. “Ik heb geen dingsschema. “Ik ken maar weinig telers die het
bloemsmet gezien. Het andere middel kreeg niet gebruiken en hun enthousiasme is tot nu
bloemsmet deze winter niet helemaal weg, toe gerechtvaardigd”, merkt hij op. “In potger-
maar dat was door het koude en donkere bera zijn er eveneens goede ervaringen mee
weer ook geen gemakkelijke opgave.”
opgedaan. De dubbele werking tegen meel-
De eerste bespuiting met Frupica vindt plaats wan- Zwinkels paste Frupica voor het eerst toe rond dauw en Botrytis is natuurlijk een sterk punt.
neer de prille bloemknopjes open gaan (‘breken’). 1 maart, op het moment dat de kleine bloem- Bovendien is het zacht voor het gewas.” n
afwisselen zijn een goede spuittechniek en de
juiste frequentie belangrijk voor het resultaat.”
Eén werkzame stof
Jochems vindt Frupica een goed en zacht
middel, dat bovendien vruchtrot voorkomt.
“Een mooi product om laat in het schema
in te zetten”, concludeert hij. “Bovendien
heeft Frupica slechts één werkzame stof. Dat
is gunstig, omdat er in het handelskanaal
maximaal vijf residuen mogen worden aangetroffen.
En geloof me, ze zijn bijna altijd
te traceren.”
n
mate van meeldauwaantasting
5
4,5
4
3,5
3
2,5
2
1,5
1
0,5
0
Onbehandeld
Frupica 0,9
l/ha
Frupica 0,9
l/ha + Silwet
Gold 0,2 l/ha
8-okt
14-okt
Frupica 0,9
l/ha + ER II
5 l/ha
Glashelder

BAS VAN DIEMEN
NIEUWE ADVISEUR
BIOLOGIE
Het areaal geïntegreerde en biologische
glasteelten groeit, evenals het assortiment
biologische bestrijders van Certis. Vanaf 1
april versterkt Bas van Diemen het team
als technisch adviseur glastuinbouw en biologie.
Bas (36) kwam 15 jaar geleden in aanraking
met geïntegreerd telen. Hij bouwde ervaring
op bij een potplantenbedrijf dat deelnam aan
het project SIGNatuur. Tegelijkertijd volgde
hij de deeltijdopleiding Tuinbouw aan de HAS
in Delft. Na zijn studie werkte Bas 7 jaar als
adviseur gewasbescherming bij Horticoop. De
afgelopen 3,5 jaar was hij als redacteur gewasbescherming
verbonden aan het Vakblad voor
de Bloemisterij.
Nu stelt Bas zijn kennis en ervaring namens
Certis beschikbaar aan afnemers en eindgebruikers.
Als technisch adviseur vertegenwoordigt
hij het groeiende assortiment natuurlijke
vijanden van Certis BCP. Hij is verantwoordelijk
voor de technische informatievoorziening, verzorgt
presentaties en geeft adviezen op maat.
Bas is bereikbaar op 06 – 53 73 05 35 en
vandiemen@certiseurope.nl.
n
IN EEN STRAK SCHEMA HOUDT
CUCUMERIS TRIPS OP AFSTAND
Barry van Os van BN Roses uit de De
Lier heeft goede ervaringen met biologische
bestrijders in zijn gewas. “Phytoseiulus
houdt spint onder de duim, terwijl cucumeris
trips de kop in drukt. Cucumeris moet
je wel frequent blijven uitzetten, want hij
bouwt in rozen geen populatie op. We hebben
nog geen trips gezien. Voor cucumeris
is dat geen probleem, want die lust ook wel
een spintje.”
In augustus startte de biologische bestrijding
in een jong gewas. Vanwege de geringe meeldauwgevoeligheid
van het ras Red Naomi had
Barry van Os vertrouwen in een goed verloop.
“Onze vorige teelt was Grand Prix en daarin
konden we met geïntegreerde bestrijding niet
goed uit de voeten”, verklaart hij. “Om het wit
voor te blijven moesten we veel zwavelen en
spuiten, wat roofmijten niet erg waarderen.”
Cucumeris en Phytoseiulus
Voor Red Naomi is zwavelen niet nodig en
hoeft de teler ook minder te spuiten. “De
beestjes kunnen hun werk dus goed doen”,
concludeert hij.
In de vierde week na het planten werd er
cucumeris uitgezet in een dichtheid van één
zakje per strekkende meter bed. Met drie
weken interval gebeurde dit vervolgens nog
twee keer. Daarna verlaagde Van Os de
frequentie tot eens per vijf weken. Nu de
zomer nadert en de tripsdruk buiten de kas
weer oploopt, denkt de teler erover om de
frequentie weer op te voeren tot eens per vier
weken. “Cucumeris bouwt in roos geen populatie
op, dus je moet wel in een strak schema
blijven werken”, licht adviseur Pieter Bos van
Horticoop toe. “Meestal zijn de zakjes na vijf
tot zes weken leeg en moet je voor aanvulling
zorgen. Bij lage tripsdruk pakt cucumeris ook
een spintje mee, dus je doet het nooit voor
niets.”
Tegen spint zet Van Os primair Phytoseiulus
in. Zeven weken na het planten strooide hij
een hoge concentratie van 50 stuks per m2 ,
twee weken later gevolgd door nog eens 30
per m2 . “Er was een behoorlijke spintdruk,
maar met deze overkill was het probleem snel
onder controle. Het loopt nog steeds goed;
de spintdruk is laag en we hebben nog geen
tripsje gezien.”
Handige zakjes
Sinds 1 januari, toen leverancier Horticoop
het dealerschap verwierf voor de biologische
bestrijders van Certis BCP, gebruikt de rozenteler
de cucumeriszakjes van Certis. Hoe
bevallen ze?
Barry van Os: “De zakjes zijn aan de grote
kant, maar zijn ook slim ontworpen. Dankzij
de geïntegreerde clip hang je ze makkelijk in
het gewas. Bovendien hoef je de zakjes niet
van elkaar los te scheuren. Opengescheurde
zakjes behoren dus tot het verleden. En omdat
je er niet in hoeft te knijpen, komen de roofmijten
ook niet in de verdrukking. De kwaliteit
is prima, de zakjes zijn goed gevuld en erg
gebruiksvriendelijk. Afgezien van het formaat
valt er weinig op aan te merken.” n
Barry van Os en adviseur Pieter Bos inspecteren het gewas. “Ik zie hier en daar wel wat spinteieren”, merkt Bos
op. “Een aanvullende dosering Phytoseiulus zou geen kwaad kunnen.”
Glashelder 6

CERTIS BCP ONDERZOEKT
STRATEGIEËN VOOR TRIPSBESTRIJDING
Certis BCP, producent van biologische
bestrijders in Engeland, heeft vorige zomer
in komkommer verschillende bestrijdingsstrategieën
onderzocht met Amblyseius
cucumertis en A. swirskii. Er zijn twee
typen zakjes met cucumeris vergeleken,
die na respectievelijk zes (quick release)
en acht weken (slow release) zijn uitgewerkt.
Beide varianten zijn gecombineerd
met los gestrooide cucumeris (150/m2 ) en
swirskii (30/m2 ). Het doel was te bekijken
met welke strategie de aanwezige tripspopulatie
het snelste onder controle was
te krijgen.
Quick release zakjes (1 per plant) in combinatie
met 150 stuks losse cucumeris per m2 werkte het beste. Bij tellingen op verschillende
momenten leverde deze combinatie de
meeste roofmijten per blad op en de laagste
aantallen volwassen trips en tripslarven.
7
16
1 4
1 2
10
8
6
4
2
0
ABS Q + cucumeris
Figuur: Aantallen Amblyseius- en tripslarven
per blad twee weken na planten
Q
S
Amblyseius
Trips
= quick release
= slow release
ABS Q + swirskii ABS S + cucumeris ABS S + swirskii
CERTIS CHLOOR IPC NU FLEXIBELER TOEPASBAAR
De driftreducerende maatregelen voor toepassen
van Certis Chloor IPC 40% vloeibaar
zijn sterk vereenvoudigd. Het gebruik van
driftarme spuitdoppen of luchtondersteuning
is voortaan voldoende. Hierdoor is Certis
Chloor IPC 40% vloeibaar eenvoudig toe te
passen met de beschikbare apparatuur en
spuitdoppen. De vereenvoudigde beperkingen
zijn al van kracht, ook als deze nog niet
op het etiket staan.
Brede werking
Chloor IPC is belangrijk voor de bestrijding van
een breed scala onkruiden in vele gewassen in
o.a. de akkerbouw, vollegrondsgroenten, bloembollen,
bloemen, boomkwekerij en vaste planten.
De actieve stof chloorprofam werkt voornamelijk
systemisch na opname door de ondergrondse
delen van de onkruiden. Vanwege zijn brede
werking wordt Chloor-IPC in boomkwekerijgewassen
en vaste planten vooral in de winter en
het vroege voorjaar ingezet.
n
De onderzoekers concluderen dat deze strategie
van snelle overkill zich goed leent voor
de derde komkommerteelt, wanneer de aanvankelijk
hoge tripsdruk geleidelijk afneemt
door seizoensinvloeden. Zij adviseren om in
relevante teelten direct na het planten 100
tot 150 stuks cucumeris of 50 stuks swirskii
per m2 te strooien. Een week na het planten
kunnen de quick release zakjes met cucumeris
worden uitgehangen. Uiteraard dient
de teelt bij een zo laag mogelijk tripsdruk te
starten en moet het gebruik van chemische
middelen worden vermeden om de biologische
bestrijding snel te laten aanslaan.
Het onderzoek loopt door in verschillende
voorjaarsteelten. n
Glashelder

ROZEN GEDIJEN BETER MET BOTANIGARD ® WP
Op advies van Geert van Wijllick (links) beproefde Kick van der Voort met succes BotaniGard WP.
Rozen- en tomatenteler Kick van der Voort van Kick Roses in Belfeld deed als één van de eerste
ervaring op met BotaniGard WP. “De oude vloeibare formulering werkte perfect en ontzag
de biologie, maar gaf bladverbranding”, zegt hij. “De poederformulering is veel zachter voor
het gewas. Het bevalt prima.”
8
BotaniGard ® ES en WP tegen trips,
wittevlieg en wantsen
BotaniGard is een gewasbeschermingsmiddel
van natuurlijke oorsprong met
sporen van de parasitaire schimmel
Beauveria bassiana. De sporen kiemen
op insecten die met de vloeistof in contact
komen. De kiembuis boort zich in het
insect, waar de schimmel zich verder ontwikkelt.
Geïnfecteerde insecten – vooral
larven, nimfen en poppen – sterven na 5
tot 7 dagen.
BotaniGard ® ES is een nieuwe formulering
op basis van plantaardige olie.
Deze is nog effectiever dan de oude
formulering, zakt minder snel uit en is
twee jaar houdbaar. BotaniGard ES kan
roofwantsen schaden, maar laat andere
biologische bestrijders, bijen en hommels
ongemoeid.
BotaniGard ® WP is een in water oplosbaar
spuitpoeder. Het is iets minder effectief
dan de vloeibare formulering, maar
veel zachter voor het gewas. BotaniGard
WP heeft nauwelijks effect op roofwantsen
en leent zich perfect voor tomaten en
gevoelige siergewassen.
Van der Voort teelt de rozen Tiara en Heaven
op twee bedrijven (biologisch en gangbaar).
Naast één van de kwekerijen staat een aangekocht
tomatenbedrijf. “Vanwege de slechte
marktsituatie heb ik opnieuw tomaten geplant,
die warmte krijgen vanuit de rozenkwekerij”,
vertelt de teler aan adviseur Geert van Wijllick
van Mertens en Lianne van Wijk. “Zodra de
tijd rijp is ga ik ook daar rozen telen. Ik ben nu
eenmaal een rozenman.”
Met succes getest
De teler gebruikte vorig jaar een keer
BotaniGard vloeibaar tegen trips in de rozen:
“Het werkte goed, maar gaf bladverbranding.
Geert vertelde me laatst dat er ook een poederformulering
is, die veel zachter is voor
het gewas. Ik heb het met succes getest op
het gangbare bedrijf. Inmiddels is BotaniGard
WP ook toegepast in de biologische teelt. We
spuiten drie keer om de vijf dagen, daarna
wekelijks. Omdat het vooral larven doodt,
moet je het meerdere keren inzetten. Met
Silwet Gold als uitvloeier krijg je geen zichtbaar
residu.”
Ook in gangbare teelt
Geert van Wijllick: “BotaniGard is ideaal voor
biologische bedrijven. Het doodt niet alles,
maar ondersteunt de natuurlijke vijanden op
piekmomenten. Bovendien is er geen gevaar
voor resistentie. Ook daarom is de poederformulering
een uitkomst voor gevoelige gewassen,
zoals roos.”
Lianne van Wijk zegt dat BotaniGard ook in
gangbare teelten wordt toegepast als afwisselmiddel
met chemische middelen tegen
volwassen insecten. “En in combinatie met
chemische middelen zijn zowel larven als volwassen
trips effectief te bestrijden.”
Van der Voort: “Op het gangbare bedrijf blijf ik
het ook gebruiken. Je moet regelmatig afwisselen
om resistentie. Ik ben zuinig op de paar
producten die nog zijn toegelaten. Wanneer
het nodig mocht zijn, zal ik het ook in de tomatenteelt
toepassen.”
n
C o l o f o n
Glashelder Nieuwsmagazine van Certis Europe B.V.
voor ondernemers in de glastuinbouw
Redactie: Dennis Eekhoff, Certis
Jan van Staalduinen, Rotterdam
Vormgeving: Comm Unity, Capelle a/d IJssel
Beeld: Certis-BCP/Ward Stepman,
Jan van Staalduinen
Certis Europe B.V. biedt systeemoplossingen voor
milieubewuste, geïntegreerde gewasbescherming.
Certis levert de kennis en producten, zoals biologische
en chemische middelen, natuurlijke vijanden, feromonen
en vangtechnieken. Certis ondersteunt hiermee
telers van specialistische, hoogwaardige gewassen bij
de ontwikkeling van een gezonde en duurzame teelt.
Postbus 1180 3600 BD Maarssen
Safariweg 55 3605 MA Maarssen
T +31(0)346 29 06 00
F +31(0)346 29 06 01
E info@certiseurope.nl
www.certiseurope.nl
Technisch adviseurs:
Lianne van Wijk: 06-516 057 79
Bas van Diemen: 06-537 305 35
Glashelder