05.09.2013 Views

ON VAN HEENVLIET - De Hoge Heerlijkheid Heenvliet - Nieuwesluis

ON VAN HEENVLIET - De Hoge Heerlijkheid Heenvliet - Nieuwesluis

ON VAN HEENVLIET - De Hoge Heerlijkheid Heenvliet - Nieuwesluis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

verre van mij dat ik 's Konings magt eeniger mate aan grenzen zou<br />

willen beperken; ook zelfs bij de in dezen niet bestaande bevoegdheid<br />

daartoe, zou de eerbied voor Zijne Majesteit mij het stilzwijgen opleggen."<br />

,.Het oordeel van de gemeenteraad als ongevraagd en ook niet voor~<br />

geschreven mag niet benadelen het recht der Ambachtsheren. Geen :1<br />

ingezetene kan de geschiktheid beoordelen van mijn zoon, die alleen \1<br />

in zijn kind5che jaren <strong>Heenvliet</strong> heeft bewoond." ','<br />

Hij schreef voorts, dat de adressen van sommige ingezetenen aan<br />

de Gouverneur een uitvloeisel waren van opruiing en tegenwerking en<br />

dat hij er niet aan dacht aan de ingezetenen om medewerking te vragen<br />

door adressen ten gunste van zijn voordracht te verzenden. Tevens gaf<br />

hij kennis van de verzending van zijn request. Baron de Vos van<br />

Steenwijk als Vrijheer van Abbenbroek schreef in dezelfde geest.<br />

Intussen verzonden enige ingezetenen van <strong>Heenvliet</strong> op 20 November<br />

toch een adre5 aan de Koning ten gunste van Lamaison. Baron George<br />

August Tindal. de schoonzoon van Johannes LamaisGn en toen reeds<br />

adjudant des Konings. heeft zeer waarschijnlijk de requesten bij de<br />

Koning toegelicht ten gunste van zijn zwager, want Mr. J. L. M. C.<br />

Lamaison van <strong>Heenvliet</strong> werd op 11 Januari 1844 bij K.B. benoemd<br />

tot Burgemeester en Secretaris van <strong>Heenvliet</strong> en Abbenbroek op voor~<br />

waarde. dat hij ontslag zou vragen als Griffier bij de rechtbank te<br />

Brielle. welk ontslag hij op 20 Februari 1844 ontving. Uit deze kwestie<br />

blijkt. dat de Heren van <strong>Heenvliet</strong> en Abbenbroek niet zozeer door<br />

hun beroep op het heerlijk recht van voordracht van een hogere<br />

gemeentefunctionari5 de overwinning hebben behaald op de Gouver~<br />

neur der Provincie, maar dat zij zo hardnekkig bij hun voordracht<br />

persisteerden, omdat zij bijna zeker waren van de Koninklijke steun,<br />

welke veeleer gebaseerd was op sympathie dan op zakelijke over~<br />

wegingen.<br />

Toen nu Johannes Lamaison van <strong>Heenvliet</strong> in 1849 overleed. ware<br />

de toestand ontstaan die art. 13 van het reglement voor het bestuur<br />

ten platten lande bedoelde te voorkomen, n.l. dat de Ambachtsheer<br />

tevens Burgemeester was, en had ook Mr. J. L. M. C. Lamaison van<br />

<strong>Heenvliet</strong> tussen beide functie5 moeten kiezen. indien niet de Grond~<br />

wet van 1848 bij art. 4 der Additionele Bepalingen alle ..heerlijke<br />

rechten betreffende voordracht of aanstelling van peronen tot open~<br />

bare betrekkingen" had afgeschaft. <strong>De</strong> Heer Lamaison van <strong>Heenvliet</strong><br />

kon dus ongestoord het ambt van Burgemeester van <strong>Heenvliet</strong> blijven<br />

waarnemen. <strong>De</strong> <strong>Heerlijkheid</strong> behoorde rechtens tot het verleden.<br />

Richten wij thans het oog op <strong>Heenvliet</strong> en zijn bewoners tijdens de<br />

1ge eeuw. Het aantal inwoners had in de Middeleeuwen zeker de 500<br />

niet overschreden. want ondanks de betrekkelijke bloei na het diepte~<br />

251<br />

I

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!