05.09.2013 Views

H. DEKKING.

H. DEKKING.

H. DEKKING.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

52 DE JOURNALIST<br />

BINNENLAND.<br />

R. K. Journalistenvereeniging.<br />

In een vergadering van de Ned. R.K. Journalistenvereeniging<br />

te Utrecht heeft de voorzitter, de heer G.<br />

P. Bon, in verband met zijn vertrek naar Brazilië, afscheid<br />

genomen.<br />

Mr. H. F. A. Geise te Leiden werd in zijn plaats tot<br />

voorzitter gekozen. Tot redacteur van het orgaan werd<br />

de heer F. Schneiders benoemd.<br />

Dr. Henri Polak 70 jaar.<br />

Ons geacht buitengewoon lid Dr. Henri Polak vierde<br />

zijn zeventigsten verjaardag. Het Kringbestuur heeft<br />

hem een gelukwensch gezonden.<br />

Henri Polaks carrière is „self made" als die van<br />

weinig anderen. Zijn wilskracht — hij begon Latijn te<br />

leeren toen hij 60 was! — is spreekwoordelijk, zoo lezen<br />

we met instemming in Hollandsch Weekbl. Lid van den<br />

Gemeenteraad van Amsterdam van 1902—1906, kreeg<br />

hij later vele jaren zitting in die van Laren, waar hij tot<br />

nog toe woont. Met korte onderbrekingen had hij zitting<br />

in de Eerste Kamer van 1913—1937, na een Tweede<br />

Kamer-debuut in eerstgenoemd jaar en behalve zijn leidende<br />

functies in de socialistische beweging, hebben wij<br />

Henri Polak leeren kennen als verdediger van natuuren<br />

stedenschoon, dierenbescherming en taalzuivering.<br />

Menige verandering die een verminking van het Gooi<br />

beteekende .trachtte hij tegen te gaan. Dikwijls met succes,<br />

(wij denken aan zijn geslaagden strijd tegen den aanleg<br />

van een electrischen spoor- en tramweg door de mooiste<br />

gedeelten van het Gooi), dikwijls niet. En, zooals hij<br />

zelf typisch eens opmerkte: ,,ik vecht wel voor windmolens,<br />

maar niet er tegen!" Talrijk zijn de publicaties<br />

die van zijn hand verschenen en waarvan wij willen<br />

herinneren aan: „Tusschen Vecht, Eem en Zee", „Amsterdam,<br />

die groote stad...", „De zoom van het Gooi",<br />

„De vakvereeniging". Een veelzijdige figuur, deze<br />

zeventig-jarige, een „steen met tal van brillante facetten",<br />

zooals hij ze een halve eeuw geleden zoo vele in<br />

handen had<br />

Bladen bijeengevoegd.<br />

Dezer dagen zijn de aloude bladen Provinciale<br />

NoordhoUandsche Courant en Schuitemaker's Purmerender<br />

Courant (dateerend van 1845) in het nieuwsblad<br />

De Waterlander, uitgave van de fa. Siezen en Smit te<br />

Buiksloot, gem. Amsterdam, opgenomen.<br />

Op 1 April a.s. zal de naam van de uitgave veranderd<br />

worden in Provinciale NoordhoUandsche Courant<br />

met bijnaam De Waterlander. Het gebied midden-<br />

Noordholland wordt door deze krant, waarvan ons lid<br />

C. Meyer redacteur is, bestreken.<br />

In de aankondiging van deze voornemens lezen we:<br />

„Reeds lang rijpte dan ook bij ons het plan ons blad<br />

een anderen, meer passenden naam te geven. De moeilijkheid<br />

is thans bij de overname van de twee hierboven<br />

genoemde bladen eensklaps van het tooneel verdwenen.<br />

Want welke naam zou beter bij de beteekenis en<br />

het karakter van onze courant passen dan die der<br />

Provinciale NoordhoUandsche Courant"? Een krant, die<br />

tot de oudste bladen van ons land gerekend mag worden,<br />

die van generatie op generatie is overgegaan en die<br />

het lief en leed van bijna een eeuw in haar kolommen<br />

heeft opgeteekend. Zoo'n naam te doen verdwijnen zou<br />

ongetwijfeld beteekenen het vernietigen van een historisch<br />

monument van Midden Noord-Holland.<br />

De Minister van Justitie over het<br />

ver schoonin gs recht.<br />

De in elk opzicht voortreffelijke rede van collega<br />

Wiardi Beekman in de Eerste Kamer, te uitvoerig om<br />

hier in haar geheel af te drukken en te doorwerkt om<br />

te exerpeeren (we moeten dus naar de Handelingen<br />

verwijzen) werd door den Minister van Justitie, mr.<br />

Goseling, als volgt beantwoord:<br />

„Ten slotte, Mijnheer de Voorzitter, zijn er nog twee<br />

onderwerpen, die ik, met uw welmeenen, nog even wil<br />

bespreken, nl. het verschooningsrecht van den journalist<br />

en de echtscheiding. Wat het eerste betreft, wil ik<br />

erkennen, dat ik het betoog van den heer Wiardi Beekman,<br />

ook door de wijze, waarop hij het voordroeg, met<br />

genoegen heb gehoord. Zijn inleiding deed mij al aanstonds<br />

sympathiek aan, waar hij erkende, dat hij deskundige<br />

was, en dus ook potentieel belanghebbende. De<br />

heer Wiardi Beekman ging uit van den stelregel: een<br />

behoorlijk journalist noemt zijn zegsman niet; en hij<br />

voegde daaraan toe: dat moet gij maar aanvaarden, want<br />

daar kunt gij toch niet aan komen. Maar dat is als norm<br />

toch niet voldoende. Dan had de heer Wiardi Beekman<br />

moeten stellen: een behoorlijk journalist behoort onder<br />

geen omstandigheden zijn zegsman te noemen. Pas als<br />

men dat, met keur van redenen omkleed, - waar kan<br />

maken, heeft men een uitgangspunt, dat als norm kan<br />

dienen. Het andere is alleen een feitelijkheid, waaruit<br />

men, dat geef ik toe, tot op zekere hoogte kan afleiden<br />

hetgeen men in die kringen als behoorlijk beschouwt,<br />

maar hetgeen te weinig is om te worden aanvaard als<br />

grondslag voor een regeling. De omschrijving zou dus<br />

moeten zijn: een behoorlijk journalist behoort onder alle<br />

omstandigheden den naam van zijn zegsman te verzwijgen.<br />

Ik leg den nadruk op „onder alle omstandigheden",<br />

ook b.v. als hij die inlichtingen kennelijk gekregen<br />

heeft door bemiddeling van iemand, die. die<br />

inlichtingen gevende, een strafbaar feit pleegt? Dat is<br />

de kwestie, waarom 't gaat. Daarom geloof ik, hoe strak<br />

en duidelijk het betoog van den geachten afgevaardigde<br />

ook was, dat men zonder meer zijn uitgangspunt niet<br />

als norm kan aanvaarden. De heer Wiardi Beekman<br />

heeft ons ook iets medegedeeld omtrent moeilijkheden,<br />

die hij op dit gebied tweemaal in zijn eigen loopbaan<br />

heeft gehad. Indien hij te mijner voorlichting — hij kon<br />

dat hier moeilijk doen — eens rustig bij mij wil komen<br />

opbiechten, dan zal hij mij welkom zijn! Een beoordeeling<br />

door een eereraad voel ik eenigszins aan als een<br />

Ersatz voor een regeling van den beroepsstand, die niet<br />

streng genoeg is. Had men, zooals bij de advocatuur, een<br />

raad van toezicht en discipline, en dezen opgebouwd op<br />

een wettelijken grondslag, dan zou men waarschijnlijk<br />

niet grijpen naar een eereraad. Daarom schreef ik reeds,<br />

dat mede veel afhangt van den graad van rijpheid van<br />

organisatie van een bepaalden beroepsstand, en dan<br />

geloof ik, dat ik niemand uit de journalistieke wereld<br />

te kort doe wanneer ik zeg, dat ik niet zie, hoe men<br />

iemand kan beletten, zich „journalist" te noemen. Ook<br />

daar ligt de zaak anders dan bij de andere beroepen.<br />

Ten slotte heb ik in de Memorie van Antwoord niet<br />

anders gedaan dan enkele factoren ter overweging geven,<br />

om te toonen, ook uit deferentie tegenover de Kamer, en<br />

omdat de zaak mij inderdaad interesseert, dat ik daaraan<br />

mijn aandacht heb gewijd. Nu heeft de heer Wiardi<br />

Beekman gezegd: aan die rechterlijke uitspraak, die<br />

komen gaat, moet u niet te veel waarde hechten voor<br />

een principieele beslissing, want daarin zitten zooveel<br />

andere factoren, die u op een dwaalspoor kunnen<br />

brengen. Ik ben natuurlijk dankbaar voor deze waarschuwing.<br />

Ik zal — en de heer Wiardi Beekman zal dit<br />

wel willen aannemen, dat ik het gedaan zou hebben ook<br />

zonder deze waarschuwing — met oordeel des onderscheids<br />

en critisch die beslissing bekijken, en daaruit<br />

trachten te puren, welke meer algemeene waarheden zij<br />

inhoudt. Maar juist uit deze waarschuwing, dat hier<br />

zooveel factoren liggen, die de beoordeeling niet zuiver<br />

maken, blijkt, dat mijn norm-stelling niet zoo fout was<br />

toen ik zeide: alleen de feitelijkheid kan ik niet aanvaarden.<br />

Ten slotte is juist de indruk van den heer Wiardi<br />

Beekman, dat ik mij blijkbaar bevind in termen van<br />

afwachtend beraad of beradende afwachting."

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!