25 september 2008 - Gemeente Oisterwijk

165
NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE
OISTERWIJK, GEHOUDEN OP DONDERDAG 25 SEPTEMBER 2008 IN HET RAADHUIS
TE OISTERWIJK, AANVANG 20.00 UUR.
Voorzitter: de heer Y.C.Th.J. Kortmann, burgemeester
Griffier: mevrouw P.G. van Wijk
Namens het college: de heer H.J.P.M. van Hezik en
Aanwezig: PrO
de heer J.C.A.M. Wagenmakers
mevrouw M. Bastiaan, de heer C.J. Denissen,
de heer H.A.M. van Duijnhoven, de heer R.H. Heijstee,
de heer W.P.B.M. Oerlemans, mevrouw I.P.J. Ogier en
de heer A.T.W. van den Oord
CDA
de heer C.W.A.M. van Beckhoven,
de heer A.E.G.M. Mutsaers en de heer C.P.J.M. van de
Ven
Algemeen Belang
de heer A.J.J. van Beckhoven, de heer M.F.J.M.
Mathijssen, mevrouw E. Roborgh-Jansen en de heer
R.C.M. van de Ven
Gemeente Belangen
de heer P.F.C.M. Meeuwis en de heer C.J.J. Rijnen
VVD
Afwezig: --
mevrouw J. Oldenhof-Schiereck, de heer G.M. Pijpers en
de heer M.A.L.M. Schoenmakers
Notulen: mevrouw L. Plaum (Notuleerservice Nederland)
De voorzitter opent om 20.00 uur de vergadering en verzoekt een moment van stilte zodat
eenieder de vergadering op eigen wijze kan aanvangen.
De voorzitter heet allen hartelijk welkom en deelt mee dat er geen berichten van verhindering
zijn. Er zijn vier officiële gasten namelijk jongeren/leerlingen van het 2 College Durendael te
weten Koen van de Besselaar, Ties de Kok, Marc van der Bijl (een bekende naam op
Durendael) en Henk Potters. Zij nemen plaats achter de oppositie. Rond half tien zullen zij
weggeleid worden met de mededeling aan de voorzitter dat zij het anders helemaal niet
zouden uithouden zegt de voorzitter lachend. Hij wenst hen wijsheid en sterkte toe.
0. Spreekrecht
Voor het spreekrecht heeft de heer Bernard Bekkers zich aangemeld die het 100 jarig
bestaan van het VVV nader wenst toe te lichten. De voorzitter wijst er op dat de spreektijd
vijf minuten bedraagt en dat hij zal manen als die tijd overschreden wordt. Op 22 juni 1908
werd een vergadering belegd ter oprichting van een vereniging die zich ten doel stelde het
vreemdelingenverkeer van Oisterwijk te bevorderen, aldus de heer Bekkers. Staande deze
vergadering melden zich eenhonderd leden aan en startte de vereniging direct met een aantal
eminente pioniers zoals George Perk en de heer Rijpperda. Dat was in juni 2008 dus honderd

166
jaar geleden. Omdat niemand actie heeft ondernomen om dit feit luister bij te zetten is door
de vrijwilligers binnen het VVV vrij laat een werkgroep VVV100 gevormd om dit jubileum toch
enigszins te vieren en onder de aandacht van de Oisterwijkers te brengen. Bij de Regio VVV
Meijerij en Noordoost Brabant, waar het VVV Oisterwijk onder valt, is een budget
aangevraagd. 500 euro was beschikbaar voor gadgets en 300 euro voor een receptie. De
werkgroep vatte het plan op om vrijdag 24 oktober een bescheiden feestje/receptie te houden
in cultuurcentrum Tiliander, de VVV winkel en een deel van de foyer en daarbij een historisch
overzicht nader gestalte te geven. Voor deze feestelijke gebeurtenis wilde het VVV naast de
direct betrokkenen ook beleidsmaker uitnodigen en iedereen die binnen die honderd jaar een
functie bij het VVV heeft gehad. Diezelfde week was een winkelactie gepland waarbij
fietszadeldekjes met de opdruk VVV Oisterwijk 100 jaar ‘gratis’ te verkrijgen zouden zijn.
Hiervoor is het door de Regio VVV beschikbare bedrag van 500 euro gebruikt. Tijdens de
bespreking met Tiliander bleek dat de beschikbare 300 euro voor de receptie niet toereikend
waren. Daarom is tijdens het spreekuur op 19 augustus jongstleden, namens de vrijwilligers,
bij wethouder Wagenmakers een schriftelijk verzoek ingediend voor een eenmalige subsidie
van 3.000 euro. Op 21 augustus deelde de verantwoordelijke ambtenaar mee dat het verzoek
afgewezen zou worden omdat het om een verenigingsfeestje zou gaan en verzocht hij het
verzoek om subsidie in te trekken. Daarop heeft het VVV nogmaals duidelijk gemaakt dat het
om een verzoek van de vrijwilligers ging (niet van de vereniging) en dat voor deze
bijzondere en zwaarwegende aangelegenheid een uitzondering gemaakt kon worden. Het
ingediende verzoek werd daarom gehandhaafd. Maandag 22 september jongstleden verzocht
het Brabants Dagblad het VVV een reactie te geven op de besluitenlijst van het college van 16
september 2008 waarin vermeld staat dat de eenmalige subsidie-aanvraag van het VVV was
afgewezen. Het VVV was toen nog niet op de hoogte van deze beslissing. Vandaar dat
dinsdagochtend weer een gesprek met wethouder Wagenmakers heeft plaatsgevonden die,
met pijn in het hart, meedeelde dat de huidige subsidieregeling verstrekking niet toeliet. Het
college was wel bereid een materieel geschenk aan te bieden in overleg met het VVV. De
burgemeester lichtte tijdens dit gesprek de beslissing nog nader toe. De heer Bekkers zegt
dat hij niet is gekomen om alsnog een eenmalige subsidie aan te vragen, alhoewel de raad
wel de mogelijkheid heeft die alsnog toe te kennen, maar om de raad op de hoogte te
brengen van de gang van zaken en de frustraties van het VVV enigszins te uiten. Toen het
VVV deze week de informatie bereikte dat het “Bourgondisch Weekend’ wel een subsidie
kreeg toegewezen van 2.500 euro, groeide de frustratie nog meer. Alsof het ‘Bourgondisch
Weekend’ geen feestje is! De heer Bekkers wijst op de cruciale rol van de vrijwilligers voor
het VVV. Voor twintig uur per week is een vaste kracht in dienst, die bijgestaan wordt door
vrijwilligers. Gedurende tien jaar werken deze vrijwilligers met veel motivatie en
enthousiasme zo’n 4.000 uur op jaarbasis. Het betreft hier niet alleen werkzaamheden voor
het VVV maar ook deelname aan werkgroepen, regio-overleg, beurzen enzovoorts.
Omgerekend zijn dit twee fulltime banen en dragen de vrijwilligers tussen de 60 en 70.000
euro per jaar bij aan het functioneren van het VVV. De heer Bekkers geeft aan dat het
jubileum nu op zeer bescheiden wijze gevierd moet worden wellicht met plastic bekertjes,
zelfgemaakte wijn en eigengemaakte hapjes. De bekende bronnen zoals de horeca hadden
aangeboord kunnen worden maar dat bracht het navolgende Oud Brabantse liedje weer in
herinnering:
Ik zé Wieske Snuf, ik zé Wieske Snuf
En schôojen is men vak
Ik heb ‘t altij gèère gedaon
En ik doe ’t op men gemak
Dees deur wir in dees deur wir uit
En overal krèèg ik wèt

Ik krijg men schôojerszèkske deze keer nie vol
Want bij de geminte is het altijd wè
167
De heer Bekkers bedankt de raad voor de aandacht.
De voorzitter heeft hieraan niets toe te voegen. De raad kan desgewenst iets van de inbreng
meenemen en wellicht is er een mogelijkheid voor een portefeuillehouder of de burgemeester
om op het betoog van de heer Bekkers te reageren.
1. Trekking stemmingsnummer
Getrokken wordt nummer 3, de heer C.J. Denissen.
2. Vaststelling raadsagenda
A. Hamerstukken
3. Raadsvoorstel 08/48
Voorstel tot instellen en opdrachtverlening aan de raadswerkgroep Planning
& Control en aan de klankbordgroep Raadscommunicatie.
De voorzitter concludeert dat dit hamerstuk is vastgesteld.
4. Raadsvoorstel 08/53
Voorstel tot het voor kennisgeving aan nemen van het jaarverslag 2007,
begroting 2009 en meerjarenbegroting 2010 t/m 2012 van de WSD groep te
Boxtel.
De voorzitter concludeert dat dit hamerstuk is vastgesteld.
5. Raadsvoorstel 08/58
Voorstel tot vaststelling verordening WMO Raad.
De voorzitter concludeert dat dit hamerstuk is vastgesteld.
6. Raadsvoorstel 08/59
Voorstel tot vaststellen van de Startnotitie Ruim baan voor iedereen.
De voorzitter concludeert dat dit hamerstuk is vastgesteld.
7. Raadsvoorstel 08/49
Voorstel tot vaststellen van de verordening VROM Starterslening.
De voorzitter concludeert dat dit hamerstuk is vastgesteld.
B. Bespreekstukken
8. Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering van 26 juni 2008.
Onder dankzegging aan degenen die de notulen hebben samengesteld worden deze
ongewijzigd vastgesteld.
9. Raadsvoorstel 08/51
Ingekomen stukken en mededelingen.
Met betrekking tot de raadsinformatiebrief nr. 18 over de evaluatie van de pilot constateert de
heer Heijstee een ommissie in het schema waar het gaat om de locatie Scheerman, beter
bekend als de Stem in Moergestel. Er zijn 12 middeldure koopwoningen vermeld maar de raad

168
heeft juist als differentiatie 10 goedkope en 10 middeldure woningen gesteld. Aanvullend wil
PrO de wethouder in herinnering brengen dat dit nu juist een locatie is waar de gemeente wel
invloed kan hebben.
Op de vraag van de voorzitter of een reactie van de portefeuillehouder wordt gevraagd
reageert de raad negatief.
De voorzitter deelt mee dat dinsdag a.s. weer een raadsinformatiebrief over de evaluatie van
de pilot in het college dient en gecontroleerd wordt dit dan hersteld is.
Namens GB verzoekt de heer Brands de raadsinformatiebrieven 28 en 51, die gaan over het
cultureel erfgoed in de Schoolstraat, door te leiden naar de commissie Ruimtelijke Zaken ter
bespreking.
Aldus geschiedt.
De voorzitter constateert dat er geen behoefte is aan stemming, zodat aldus is besloten.
10. Raadsvoorstel 08/61
Voorstel tot instemmen met in de Kadernota Gemeentelijk Verkeer en
Vervoerplan Oisterwijk geformuleerde accenten (A t/m N) en de invulling per
thema om te komen tot knelpunten en maatregelen.
De raad in eerste termijn.
De kadernota moet er toe leiden dat er een nieuw verkeer- en vervoerplan komt waarin de
kaders ‘SMART’ vermeld moeten worden, zegt de heer Rijnen. Hij pleit er voor de zuidelijke
randweg in deze nota op te nemen. De Tilburgseweg is niet geschikt voor het vele verkeer dat
van deze weg gebruik maakt. Het is volgens hem de meeste Oisterwijkers een doorn in het
oog dat het parkeerterrein aan de Spoorstraat leegstaat. In de commissie is aangegeven dat
overleg zou plaatsvinden met Q-park, waarbij gesproken zou worden over het gehele
parkeerterrein. GB vindt dat het deel dat Q-park nu in opdracht van de gemeente exploiteert
een ‘lang parkeren zone’ moet worden. Dit onderdeel moet meegenomen worden in het
overleg dat met Q-park gevoerd wordt. Bovendien wil GB weten wanneer hiervan resultaten
zichtbaar zijn. De afsluiting van de Dorpsstraat moet in het plan worden meegenomen. GB
ziet graag dat, uitgaande van een positief resultaat van de proef, tevens gedacht wordt over
de definitieve afsluiting van de Dorpsstraat. Ontsluiting van de kern van Moergestel moet
nadrukkelijker in de nota naar voren komen.
De heer Van Tuyl meldt dat in het advies Ruimtelijke Zaken de weergave van het CDA niet
juist is vermeld.
De voorzitter vindt het goed dat dit gemeld wordt en adviseert een en ander op te nemen
met de commissie Ruimtelijke Zaken.
Wethouder Wagenmakers begint met het laatste punt en zegt dat eerst een proef wordt
gedaan met afsluiting van de Dorpsraad, daarna volgt een evaluatie en pas dan wordt
beoordeeld hoe verder te gaan. Deze volgorde wil hij aanhouden. Over het parkeerterrein aan
de Spoorlaan zegt hij dat de ondergrond eigendom is van Prorail. Q-park exploiteert één
gedeelte, het andere gedeelte is van de gemeente en is voorzien van gemeentelijke

169
parkeermeters. Lang parkeren op dat terrein is mogelijk waarbij dan wel het dagtarief word
gehanteerd. Het gesprek met Q-park heeft plaatsgevonden. Daarbij is afgesproken extra
aandacht te schenken aan informatie over dit parkeerterrein. Over de zuidwestelijke randweg
wordt een voorschot op de vaststelling van de kadernota genomen die vanavond plaatsvindt.
In deze kadernota staan de uitgangspunten die vandaag aangenomen kunnen worden. Als de
raad deze nota aanneemt dan zegt de wethouder toe dat zaken als verkeerscirculatie,
verkeersdrukte en parkeerdruk worden meegenomen en maatregelen, waar nodig, worden
genomen. Als in de knelpuntenanalyse geconstateerd wordt dat er alsnog meer infrastructuur
moet komen wordt dit zeker aan de raad voorgelegd.
In tweede instantie:
De heer Rijnen geeft aan dat het goed is dat de zuidwestelijke randweg wordt meegenomen.
Hij was bang dat die uitgesloten zou worden net als de noordelijke randweg. Hij is blij met de
toezegging hierover en wil deze randweg weer graag op het netvlies hebben. De opmerking
over de afsluiting van de Dorpsstraat is niet goed overgekomen. GB vraagt de proef van de
tijdelijke afsluiting zo spoedig mogelijk uit te laten voeren, de evaluatie hierop aan te sluiten
om nog in deze periode tot een definitieve afsluiting te komen.
Mevrouw Roborgh vraagt zich af hoe het staat met het parkeren voor ambtenaren. Zij was in
de veronderstelling dat een deel van het parkeerterrein aan de Spoorlaan bestemd zou als
parkeerruimte voor ambtenaren zodat deze niet meer elders hoeven te parkeren.
De wethouder antwoordt dat de proef om de Dorpsstraat af te sluiten past binnen de
inventarisatie van de knelpunten in het kader van GVVP, waarbinnen ook de evaluatie
plaatsvindt. Daarna wordt de definitieve afsluiting beoordeeld, maar zover is het nog niet. Hij
stelt voor eerst de knelpunten in kaart te brengen en dan pas te bepalen welke maatregelen
getroffen moeten worden. Hij wil geen misverstand laten bestaan noch over de zuidwestelijke
randweg noch over de noordwestelijke randweg. Knelpunten zoals bereikbaarheid en
duurzaamheid worden bekeken en als blijkt dat er knelpunten zijn waar andere
infrastructurele maatregelen voor nodig zijn dan legt hij dat aan de raad voor.
Op de vraag van mevrouw Roborgh antwoordt burgemeester Kortmann dat in onderzoeken
rond het gemeentekantoor is aangegeven dat parkeren aan de Spoorlaan een mogelijkheid
zou kunnen zijn. Het parkeerterrein achter de notaris is bij de bouw van het gemeentekantoor
aangelegd als hét parkeerterrein voor de medewerkers van de gemeente. Op verzoek van de
raad is dat een openbaar parkeerterrein geworden waarvan alle burgers gebruik kunnen
maken. Dit betekent dat er niet alleen geparkeerd wordt door medewerkers van de gemeente
maar dat ook anderen die een vaste baan hebben en werken in het centrum van Oisterwijk op
dit terrein parkeren. Als een deel van het parkeerterrein aan de Spoorlaan voor de gemeente
wordt bestemd moet daarvoor ook betaald worden. “Wie gaat dat gelag betalen”, vraagt de
burgemeester.
Mevrouw Roborgh antwoordt dat zij vindt dat de gemeente moet betalen.
Burgemeester Kortmann stelt voor dat AB met een begrotingsvoorstel komt waarin de
dekking van deze kosten is aangegeven. Wellicht dat dit een goede oplossing voor het
probleem is.
De voorzitter constateert dat er geen behoefte is aan stemming, zodat aldus is besloten.

11. Raadsvoorstel 08/57
170
Voorstel voor aanvullende subsidieverlening aan de Exploitatie Tiliander-Den
Boogaard BV.
De heer Oerlemans wil aan de burgemeester in functie een aantal vragen stellen en stelt
voor dit agendapunt af te laten handelen door de waarnemend voorzitter. Zo geschiedt.
De heer Oerlemans bedankt de voorzitter en zegt dat nu weer over de Tiliander en de
aanpassing van de subsidie wordt gesproken. Zoals in de commissie aangegeven lijkt het te
vroeg nu al te beslissen over een structurele subsidieverhoging maar alles bekijkend zijn er
toch een aantal argumenten die het rechtvaardigen de helpende hand toe te steken. In het
eerdere gesprek met de directeur van de Tiliander is duidelijk geworden met welke problemen
hij te maken heeft en op welke termijn de directeur orde op zaken denkt te stellen. Juist dat
laatste, de tijdslimiet waarbinnen de directeur van Tiliander denkt het bedrijf met zijn beleid
financieel gezond te maken, spreekt PrO aan. Synergievoordelen zullen zich pas na twee of
drie jaar van intensieve samenwerking voordoen. Den Boogaard is nog niet zo lang geleden
gestart en moet zich nog settelen. Juist op het moment dat de Tiliander wat beter leek te
gaan draaien werden zij geconfronteerd met een bouwput voor de deur waardoor de toegang
duidelijk verminderd wordt. Een aantal andere oorzaken zijn reeds genoemd in de commissie
en hoeven niet herhaald te worden. De heer Oerlemans brengt onder de aandacht dat alleen
gesproken wordt over de uitgaven en nooit over de huuropbrengsten die terugvloeien. PrO
heeft in de commissie voorgesteld de subsidie toe te kennen voor de komende drie jaar,
waarop een akkoord is gegeven. De in het commissieadvies vermelde beperking wil PrO
vooralsnog aanscherpen. Toekenning loopt tot 2010, waarna de subsidieverstrekking stopt.
Blijkt dan dat de Tiliander/Den Boogaard zaken nog niet op orde heeft dan moet opnieuw een
verzoek ingediend worden. Dat is toch anders dan het geschreven advies aangeeft. De heer
Oerlemans vraagt aan de VVD, die een onderscheid wenst in gebouwengebonden onderhoud-
en welzijnsvoorzieningen, wat het doel hiervan is. Splitsing levert een vertekend beeld op
omdat de wijze waarop de cijfers worden aangeleverd en de onderverdeling van invloed zijn.
PrO vindt dat een risico.
De heer Van Elderen wil dat één ding duidelijk is namelijk dat GB de cultuur in Oisterwijk
een warm hart toedraagt en hiervoor geld en middelen overheeft. De raad wordt nu
geconfronteerd met het voorstel voor het vaststellen van een aanvullende subsidie zonder dat
daar dekking in de lopende begroting voor is aangegeven. Hij vraagt de portefeuillehouder te
verklaren waarom de benodigde middelen niet elders binnen de begroting gegenereerd
kunnen worden. In het voorstel wordt ook een voorschot genomen op de begroting 2009
zonder daar dekking aan te geven. GB vindt dit voorstel prematuur en overbodig omdat er
slechts een aanvulling door de BV wordt gevraagd voor 2007 en 2008. Met de punten 2 en 3
van het voorstel stemt GB op voorhand al niet in. Over punt 1 van het raadsvoorstel: de
onderbouwing van de financiële prognose en de prestatiegegevens van de BV door de
accountant, zegt de heer Oerlemans dat blijkt dat de prestaties vooralsnog achterblijven bij
de plannen. Bij navraag bleek dat de jaarcijfers niet of nauwelijks door de gemeente
inhoudelijk zijn gecontroleerd en voor zoete koek zijn aangenomen. Wat de jaarcijfers
betekenen voor het resultaat is de vraag. Er staat een managementfee vermeld van 78.000
euro, sterk gestegen personeelskosten, advieskosten, een reservering voor dubieuze
debiteuren et cetera. GB wil weten of deze kosten eenmalig of structureel zijn of dat er sprake
is van een incidentele afvloeiing van personeel. GB meent dat een scherpe analyse echt nodig
is om de subsidieaanvraag en de cijfers goed te kunnen beoordelen. Een degelijke analyse is

171
niet gemaakt maar wel relevant omdat de voorlopige cijfers van 2008 weer forse afwijkingen
laten zien ten opzichte van de beleidsplannen. Hij vraagt de portefeuillehouder aan te geven
waarom een diepgaande financiële analyse achterwege is gebleven en verzoekt hem die
alsnog toe te zeggen. Wat opvalt is dat bij de opbrengsten geen sponsoringgelden zijn
vermeld, wat vreemd is omdat onlangs in aanwezigheid van de burgemeester het
sponsorcontract met de Rabobank is verlengd, dat dus ook voor 2007 zou moeten gelden.
Vreemd was ook dat uit de cijfers bleek dat de BV eind 2007 85.000 euro schuldig was aan
sponsorgelden, althans zo heeft GB het gelezen. Dat roept de vraag op of de Tiliander/Den
Boogaard BV andere instanties zou moeten sponsoren. Bij navraag bleek een heel andere
situatie aan de orde namelijk dat er bewust een schuld is opgenomen omdat de
sponsorgelden niet in de exploitatie zijn/worden meegenomen. Sponsorgelden worden op een
afzonderlijke rekening gestort die niet expliciet zichtbaar is in de jaarcijfers. Deze werkwijze
vindt GB niet erg transparant. Er is gebleken dat deze rekening wordt beheerd door de
voorzitter van de Stichting KOM samen met de burgemeester. Alleen met de expliciete
toestemming van beide kan de directeur van de Tiliander over de betreffende middelen
beschikken en dan nog alleen voor de bekostiging van speciale doelen, aldus zou
afgesproken zijn in de sponsorcontracten. In de jaarrekening lijkt een bedrag van tenminste
85.000 niet ten gunste van de exploitatie te zijn geboekt. Het lijkt erop dat de BV nu een
papieren tekort presenteert waarvoor zij een aanvullende subsidie van de gemeente vraagt.
Het bestaan van een dergelijk subsidiepotje is wat GB betreft zeer relevante en politiek
gevoelige informatie, waarop naar haar mening de informatieplicht van toepassing is. GB wil
van de burgemeester weten of de geschetste gang van zaken omtrent sponsorgelden klopt en
of hij ook de mening deelt dat dit expliciet aan de raad had moeten worden gemeld. Een
nadere toelichting op de betrokkenheid en rol van de burgemeester is gewenst. Het is
duidelijk dat GB zonder nadere uitleg het voorstel niet kan steunen en opteert voor een nieuw
voorstel. Tot zover de heer Van Elderen in eerste termijn.
Mevrouw Oldenhof zegt dat de woorden van de heer Van Elderen nieuw zijn voor haar. In de
commissie heeft zij hier niets over gehoord. Zij wil enkel toelichten wat in de commissie is
afgesproken. De nieuwe directeur van de Tiliander heeft ingrijpende veranderingen
aangebracht en nieuwe plannen opgesteld. Hij moest nogal wat puin ruimen dat ontstaan is
door de complexe situatie. De financiële situatie is zeker niet rooskleurig te noemen. Om met
de woorden van de heer De Bruin te spreken: “Er is geen vlees op het bot”. Onderhoud kan
nauwelijks gepleegd worden, wat ernstige vormen aanneemt. Met de aanvulling waar nu over
beslist wordt is onderhoud wel mogelijk. Vandaar dat de VVD in de toekomst twee budgetten
wil hanteren: één voor gebouwgebonden onderhoud, waarop minder makkelijk gestuurd kan
worden en één voor welzijnsvoorzieningen voor met name organisatorische zaken. Het gevaar
is groot dat gelden van het ene potje naar het andere doorvloeien waardoor er voor
onderhoud vaak niets meer beschikbaar is. De VVD is voorstander van het transparant maken
van de budgetten. Gedegen onderhoud is belangrijk. Mevrouw Oldenhof is het eens met de
heer Oerlemans en PrO de subsidieverstrekking te beperken tot 2010. Dan moeten de
synergie-effecten zichtbaar zijn. Misschien dat na een evaluatie blijkt dat een aanvulling dan
niet meer nodig is. De VVD wil de directeur ruimte geven aan de inkomstenkant en hem niet
de kans ontnemen commerciële activiteiten binnen te halen. Zij wil graag ‘spek’ in plaats van
‘vlees op de botten’ zien omdat de BV in 2010 haar eigen broek moet ophouden. De directeur
is goed doordrongen van de taak die de raad hem gegeven heeft. De verenigingen komen op
de eerste plaats, daar gaat hij voor, maar hij moet wel zien dat het allemaal betaald wordt.
Vandaar dat de commerciële activiteiten van groot belang zijn. Het voorstel van de directeur
de raad jaarlijks bij te praten wordt ondersteund. Op die manier weet de raad wat er speelt

172
en kan zij de vinger aan de pols houden. Mevrouw Oldenhof is benieuwd naar de antwoorden
van de portefeuillehouders voor een reactie in tweede instantie.
De heer C. van Beckhoven geeft aan dat de heer De Bruin heeft toegezegd de raad bij te
praten. Hij heeft geen zin de commissie nog eens over te doen en onderschrijft de woorden
van de heer Oerlemans. Het CDA staat achter het standpunt van het college zoals verwoord in
het advies en heeft hieraan niets toe te voegen. Hij wil een eerste reactie geven op de
woorden van de heer Van Elderen zonder daarover diepgaand met de fractie gesproken te
hebben. Het feit dat de directie van Tiliander actief zoekt naar sponsorgelden moet
gestimuleerd worden en niet gestraft worden door nu de aanvullende subsidie niet toe te
kennen. Overigens zegt hij dat als hij sponsor was en te horen zou krijgen dat het
sponsorgeld gebruikt werd voor onderhoud hij direct met de sponsoring zou stoppen.
Vooralsnog wil hij de aanvullende subsidie los zien van de sponsorgelden zoals geformuleerd
door de heer Van Elderen.
Mevrouw Roborgh is verbaasd over de houding van GB omdat GB altijd voorstander was van
bestuur op afstand. Toen AB een aantal jaren geleden vroeg om meer transparantie van de
financiële situatie, kwam hiervoor geen steun van de andere partijen omdat was afgesproken
dat de raad op afstand zou blijven. GB denkt daar nu anders over. Vanavond wordt de raad
weer gevraagd extra geld te steken in cultuurcentra waarbij het gaat om aanzienlijke
bedragen. Voor AB komt dit niet als een verrassing want bij de opgelegde bezuiniging van
42.000 euro vanwege verwachte synergievoordelen, heeft zij altijd al grote vraagtekens
gezet. AB is niet verbaasd dat die bezuiniging niet gerealiseerd is. Zij spreekt het vertrouwen
in de nieuwe directeur uit, die al veel verbeteringen heeft bereikt en is niet bang dat het geld
over de balk wordt gesmeten. Met de aanvaarding van dit raadsvoorstel wordt, naar de
mening van AB, alleen de subsidie voor 2008 goedgekeurd. De subsidie voor 2009 en later
komt bij de behandeling van de begroting aan de orde. Of dan het gevraagde bedrag van
80.000 euro wordt toegekend is nu nog niet zeker. Dat hangt er ondermeer van af of er
dekking voor gevonden kan worden. AB vindt het een goed idee dat aan de
subsidieverstrekking de voorwaarde wordt verbonden dat er een onderhoudsreserve wordt
gevormd. De suggestie van de VVD om de subsidie te splitsen kan besproken worden
wanneer de herijking en het accommodatiebeleid aan de orde zijn.
De portefeuillehouder Cultuur zegt dat het college met instemming constateert dat het
voorstel steun vindt bij enkele fracties. De opmerking van de heer Oerlemans over
verwijdering van het woord vooralsnog is terecht. Het college kan zich vinden in het voorstel
de subsidie te verstrekken tot 2010 en dan opnieuw de balans op te maken en te bepalen of
voortzetting van de subsidie nog noodzakelijk is. Hij gaat in op het betoog van de heer Van
Elderen die een voorstel van de portefeuillehouder mist voor dekking van de kosten binnen de
begroting. Er is wel degelijk gekeken maar mogelijkheden binnen de begroting. Helaas zijn
die niet gevonden. Was dat wel het geval geweest dan waren die uiteraard aan de raad
voorgelegd. Vandaar dat de tekst zo luidt en weergeeft hoe de financiële situatie ervoor staat.
Over de gevraagde noodzakelijke, scherpe analyse zegt hij dat bij elke subsidiebeschikking
boven 35.000 euro van de instelling een beoordelingsverklaring van een bevoegd accountant
wordt verlangd. Dit staat expliciet vermeld in het subsidiebesluit voor de budgetsubsidie. Dat
de inkomsten van sponsoring inderdaad gecamoufleerd staan vermeld was de behandelende
ambtenaren al opgevallen. De wethouder licht toe hoe dat komt. Sponsoren zijn
aangetrokken. Zij storten een bedrag op een aparte rekening die beheerd wordt door de
directeur. Besteding van het bedrag op die aparte rekening vindt plaats op voordracht van de
directeur en wordt gefiatteerd door een tweehoofdig bestuur, die dat op persoonlijke titel

173
doet, voor zover de portefeuillehouder bekend is. De sponsorgelden worden met name
gebruikt voor speciale doelen zodat een extra bedrag gebruikt kan worden voor extra
podiumactiviteiten. Als een bekende artiest aangetrokken moet worden is daar een ander
kostenplaatje aan verbonden. Bij muziekensembles, artiesten en zangers wordt er een
schepje erboven op gedaan om de aantrekkingskracht en de bekendheid van Tiliander te
vergroten. Dat is ook het doel van de sponsorgelden. Het college heeft ook geconstateerd dat
de verantwoording van deze gelden niet transparant is. Boekhoudkundig klopt het wel want
op de balans staat een schuld vermeld van 84.000 euro als zijnde vreemd vermogen.
Daartegenover staat aan de kant van de liquide middelen eenzelfde bedrag dat uitstaat bij de
Rabobank. Uiteindelijk zit het bedrag in de knip maar het mag niet besteedt worden want het
maakt geen deel uit van het vermogen van de BV Tiliander. Het vreemde is alleen dat het
bedrag op een aparte rekening komt en beheert wordt door de directeur. Het college vindt
ook dat er strikt onderscheid gemaakt moet worden tussen enerzijds sponsorgelden en giften
en anderzijds exploitatiekosten. Dat het college dit al onderkend had wil de portefeuillehouder
aantonen aan de hand van het verslag van het bestuurlijk overleg dat op 22 augustus 2008
heeft plaatsgevonden. In verband met vakantie was de portefeuillehouder verhinderd. De
burgemeester heeft tijdens dit overleg kenbaar gemaakt dat de financiële tussenrapportage
over het sponsorbeleid steeds minder transparant werd en heeft gezegd dat daarin
verandering moet komen. Er zijn twee mogelijkheden: of er komt een aparte bankrekening op
naam van een nieuwe rechtspersoon of binnen de balans van de BV vindt verantwoording
plaats waarbij uitdrukkelijk wordt aangegeven dat het om sponsorgelden gaat waarover men
geen beschikking heeft. Hierbij aansluitend reageert hij op de opmerking van de heer Van
Beckhoven die bekendmaking van de sponsoren vraagt. Bekendmaking of inzage in de lijst
van sponsoren brengt het gevaar met zich mee dat sponsoren afhaken. Sponsorbedragen
kunnen niet als gift worden aangemerkt omdat daar een specifiek doel voor benoemd wordt.
Als giften of donaties binnenkomen, kan bekeken worden of dit inkomsten zijn of niet, maar
zij hebben geen structureel karakter. Sponsorgelden als gift aanmerken en in mindering
brengen op de subsidie betekent vaak beëindiging van de sponsoring en het doel wat je
daarmee beoogt. De portefeuillehouder spreekt namens het college het vertrouwen in de
directeur en zijn visie op de beide centra uit. Deze timmert goed aan de weg door het
opstellen van het beleidsplan, het personeelbeleid, interne onderhoudsplannen,
marketingstrategie en het gebruikersoverleg, dat is ingesteld. Daarnaast heeft hij kans gezien
o.a. gastheren van de KBO in huis te halen om de personeelskosten zoveel mogelijk te
drukken, om gratis te parkeren bij een theaterentree, om sponsoring te verwerven en om de
tariefstructuur van de consumpties te verbeteren. Hij heeft ook tekst en uitleg aan de fracties
gegeven over de stand van zaken van beide centra. Afsluitend zegt hij dat het vertrouwen
uitgesproken moet worden richting bestuur en directie en dat hij hoopt dat zij er in slagen
met de opstart van de exploitatie van Den Boogaard en de te verwachten synergie-effecten
om vanaf 2010 met minder subsidie dan nu wordt voorgesteld de beide centra te runnen.
Burgemeester Kortmann zegt dat hij geen portefeuillehouder is en dat dit ook maar goed is
in het licht van de ietwat suggestieve vragen van de heer Van Elderen. “Ja, zo voel ik het
wel”, zegt de burgemeester. Hij wil de totstandkoming nog eens toelichten. In 2004, in het
openingsjaar van de Tiliander, is op voorstel van de toen bestaande stuurgroep een extern
bedrijf uit Amsterdam aangezocht om een sponsoropzet te maken. Al snel bleek dat een erg
kostbaar project te zijn waarbij het bedrijf ca. 80.000 in rekening bracht. Op verzoek van het
college en de stuurgroep is de burgemeester gevraagd om, uitgaande van het netwerk dat hij
als burgemeester had, te komen met sponsoren voor het podium van Tiliander. Hij geeft aan
dat er nu zelfs mensen aan deze tafel zitten die tot de sponsoren behoren of behoorden, die
hij één voor één benadert en in zijn kamer ontvangen heeft. Daarbij zijn zij uitvoerig geïnformeerd

174
over het feit dat het sponsorgeld nooit en te nimmer ten gunste van de exploitatie van de
Tiliander zou komen maar enkel en alleen gebruikt zou worden voor het podium van de
Tiliander. Het eerste jaar is op deze manier 130.000 euro binnengehaald. Dat bedrag is in een
aparte pot gestopt. De burgemeester heeft toen gevraagd hoe deze pot beheerd moest
worden. De heer Leo Pot was toen de directeur van de Tilburgse cultuurcentra én adviseur
van de Tiliander en stelde voor het Tilburgse model te hanteren. Het Tilburgse model was de
aparte pot te laten beheren door de directeur die toestemming nodig had van de
burgemeester van Tilburg en de voorzitter van de stichting Cultuurcentra Tilburg. Het model
is overgenomen en aldus is geschiedt. De gelden zijn steeds naar verenigingen of speciale
doelen gegaan. Als bijvoorbeeld Youp van ‘t Hek zou optreden waardoor een kaartje 40 euro
zou moeten kosten dan is dat voor Oisterwijkse begrippen een te hoog bedrag en wordt er
een bijdrage uit de pot gehaald zodat de kosten gehalveerd kunnen worden. De bedoeling
hiervan was om het podium te bevoordelen en de gang van de bezoeker naar de Tiliander
natuurlijker te maken. In het eerste jaar is hiervan afgeweken door toekenning van een
eenmalige donatie tussen de 30 en 40.000 euro die verspreid is over alle podium-
voorstellingen en niet is gebruikt voor de exploitatie. De sponsorpot wordt verder nog gespekt
door 15% van de jaarlijkse contributie (2.250 euro) van de leden van Tibis, die op deze wijze
ook bijdragen aan de podiumkunsten van Den Boogaard en Tiliander. Afgelopen jaar is een
nieuwe ronde begonnen specifiek in Moergestel om ook daar sponsoren te werven omdat de
sponsorpot ook geldt voor het podium Den Boogaard. Mochten er verenigingen in Moergestel
zijn die daarvan willen profiteren dan kan en mag dat. Het harmonieorkest Oisterwijk heeft
hiervan gebruik gemaakt. De directeur van de Tiliander heeft alles goed geregeld en heeft
toestemming nodig van de heer Mertens en ondergetekende. Zeg maar van de burgemeester
en de voorzitter van de Stichting COM, zonder dat er op enigerlei wijze bemoeienis is met de
exploitatie van de Tiliander of Den Boogaard.
In tweede termijn:
De heer Oerlemans reageert op de opmerking van de heer Van Elderen waarbij een
ondertoon merkbaar is dat er iets onoorbaars gebeurd. Als hij uitleg had gevraagd aan de
directeur van de Tiliander had hij ook, net als de heer Oerlemans, een transparante uitleg
gekregen. Alleen de manier van verantwoording kan beter zoals de wethouder zojuist ook
heeft uitgelegd en waarvan is toegezegd dat dit daadwerkelijk verbeterd wordt. Hij vraagt
zich af waar bij GB ‘het zure’ vandaan komt als het om de Tiliander en Den Boogaard gaat. De
fractie GB heeft steeds aangegeven dat de programmering beter, uitgebreider en
aansprekender moest worden, fondsen geworven moesten worden en er niet zelf geïnvesteerd
moest worden zodat het niveau van de omliggende cultuurcentra zou worden benaderd. Nu zit
er een directeur die aan de weg timmert, die de programmering aanpast, die fondsen weet te
werven en die krijgt alsnog de zwarte piet toegespeeld van GB. Het is duidelijk dat de heer
Oerlemans hier niet achter staat maar wel achter de directeur van de Tiliander en Den
Boogaard, in ieder geval nog met de subsidie tot 2010. Hij heeft er alle vertrouwen in dat
beide centra in de toekomst op eigen benen kunnen staan.
De heer Van Elderen merkt op dat hij toch wel wat losmaakt in de raadszaal. Met zijn betoog
heeft hij in ieder geval bereikt dat er plotseling meer transparantie is gekomen. Dat doet hem
deugd. Hij wordt geïnterrumpeerd door één van de raadsleden die zegt dat voor de anderen
de transparantie er al was. De heer Van Elderen vraagt zich af of die transparantie er
inderdaad wel was. Hij spreekt waardering uit voor de inspanningen die zowel het team als de
burgemeester voor de sponsoring hebben verricht, daar is geen discussie over. Twee dingen
zijn belangrijk: dat is de transparantie en de wijze waarop het college haar rol als
gesprekspartner naar de Tiliander toe op een adequate en verantwoorde manier uitvoert en

175
een analyse daaraan ten grondslag legt. De heer Van Elderen neemt aan dat er
sponsorcontracten worden afgesloten. De wethouder heeft eerder gezegd dat een deel van de
vermogen opgesplitst kan worden en buiten de Tiliander geplaatst kan worden. GB vindt dat
geen goede ontwikkeling omdat de Tiliander ook zelf sponsoringcontracten afsluit die in de
financiële administratie moeten worden verwoord. Hij wil graag alsnog van de wethouder
horen of hij er van uitgaat dat de formele invalshoek van alleen een accountantsverklaring
voldoende is om de cijfers te controleren en een subsidieverhoging toe te kennen.
Mevrouw Oldenhof heeft na het betoog van de burgemeester en de wethouder weinig toe te
voegen. Het is allemaal heel duidelijk. De VVD vindt ook dat sponsorgelden niet voor
exploitatie aangewend moeten worden. Er is vertrouwen in de directeur, in de wijze waarop
hij met zijn medewerkers twee centra in Oisterwijk runt. De VVD wenst hen veel succes en
gaat akkoord met het voorstel.
De heer Van Beckhoven sluit zich aan bij mevrouw Oldenhof en dankt de portefeuillehouder
en burgemeester voor de beantwoording. Voor de tweede keer sluit hij zich aan bij de
woorden van de heer Oerlemans.
Ook mevrouw Roborgh sluit zich volledig aan bij de woorden van de heer Oerlemans, wiens
dag niet meer stuk kan, zegt de portefeuillehouder.
De heer Van den Bosch volstaat met alleen nog een reactie te geven op de opmerking van
de heer Van Elderen over de plotseling transparantie. In de eerste termijn heeft hij al
duidelijk gemaakt dat al op 22 augustus 2008 in het bestuurlijk overleg het bestuur van de
Stichting COM er op gewezen is dat de verantwoording van de sponsorgelden geen juiste
gang van zaken was en dat verantwoording in de toekomst op een andere, meer
transparante, wijze moet plaatsvinden. Dus transparantie kwam niet plotseling maar was al
op 22 augustus een agendapunt van het overleg. Als zodanig heeft het college dus als
gesprekspartner haar taak vervult en heeft daarmee ook aangegeven dat de
akkoordverklaring van de accountant niet voor kennisgeving wordt aangenomen maar wel
degelijk ambtelijk wordt beoordeeld. Want juist van ambtelijke kant is het college erop
geattendeerd dat de sponsorgelden in de stukken wat verdekt stonden opgesteld. De
wethouder laat het graag aan de burgemeester over of de sponsorcontracten door hem of
door de Tiliander zelf worden opgesteld. Hij weet namelijk niet met wie de sponsor het
contract sluit, dat is hem niet bekend. Een deel van het vermogen afsplitsen is niet aan de
orde. Nee, het gehele vermogen afsplitsen is wat hij bedoeld. Het moet volledig afgesplitst
worden van de exploitatie op een transparante manier zoals genoemd. De genoemde speciale
doelen hebben alleen betrekking op podiumactiviteiten die tot doel hebben niet alleen
bekende zangers en artiesten maar ook lokale clubs de gelegenheid te geven gebruik te
maken van de sponsorpot, na goedkeuring door de burgemeester en voorzitter. Tot zover de
wethouder in tweede termijn.
Burgemeester Kortmann zegt dat hij en de heer Mertens de sponsorgelden helemaal buiten
de boekhouding van de Tiliander willen houden. Het enige dat de Tiliander verbindt is dat de
directeur de sponsorpot beheert en toestemming vraagt om aan bepaalde doelen sponsorgeld
uit te geven. De activiteit moet enig verband houden met het podium van de Tiliander. Een
voorbeeld van zo’n doel is “Oisterwijk Swingt”, waarbij een verbinding gelegd werd met het
podium van Tiliander. Met “Oisterwijkse Cultuur” is jarenlang een contract afgesloten om
rondleidingen vanuit de Tiliander te organiseren om de gang naar de Tiliander te bevorderen
in combinatie met het podium van de Tiliander. Als er een opvoering in de Petruskerk zou zijn

176
en na de uitvoering zouden de gasten opgevangen worden in de Tiliander voor een kopje
koffie dan zou theoretisch ook een bijdrage aan zo’n uitvoering gegeven kunnen worden. Dat
moet buiten de exploitatie blijven. Verantwoording wordt afgelegd aan de sponsoren. In die
zin klopt het dat de directeur van de Tiliander de sponsorcontracten afsluit. De burgemeester
fungeerde alleen als de Traite d’Union tussen sponsor en de Tiliander om het sponsorgeld
binnen te halen, niet meer en niet minder.
De heer C. v.d. Ven zegt dat het bijna een inkopper is en ziet hier een kans om tegemoet te
komen aan de wens van de heer Bekkers. Het feestje van het VVV is op een creatieve manier
hier de mogelijkheid voor. Hij zegt overigens dat er met zelfgemaakte hapjes niets mis is, dat
geldt ook voor plastic bekers, het wordt anders als het op zelfgemaakte wijn aankomt. Dat
zou hij bij zo’n feestje niet adviseren. Hij denkt dat een paar mensen maar eens bij elkaar
moeten komen omdat er mogelijk een aardig perspectief geboden kan worden voor het 100-
jarige VVV.
De burgemeester neemt de handschoen op en zal met de medebestuurder van de
sponsorpot overleggen of er iets gedaan kan worden voor het VVV. Hij zegt hiermee niet dat
het lukt omdat hij niet alleen zeggenschap heeft. Als er iets over in de krant wordt gezet zou
wel eens kunnen helpen.
De voorzitter zegt dat de journalistieke vrijheid in Oisterwijk gegarandeerd blijft.
Omdat het einde van de beraadslagingen is bereikt legt de voorzitter de vraag voor of
iemand stemming wenst, met de aantekening van GB, die heeft aangegeven niet akkoord te
kunnen gaan met het voorstel en met de toezeggingen van de portefeuillehouder.
De heer Van Elderen wenst stemming door handopsteking.
Het voorstel wordt aangenomen met alleen stemmen tegen van GB.
GB legt alsnog een stemverklaring af en zegt tegen gestemd te hebben omdat zij niet met de
punten 2 en 3 van het voorstel kunnen instemmen en omdat voor punt 1 van het voorstel
onvoldoende dekking is aangegeven. GB is van mening dat er te weinig analyse is aan de
onderbouwing is voorafgegaan.
Burgemeester Kortmann bedankt de heer Van de Oord voor zijn waarneming en de heer Van
den Bosch voor zijn inbreng.
12. Raadsvoorstel 08/47
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het bouw- en
woonrijpmaken van het plan Pannenschuur IV
De heer Denissen vindt dat de schriftelijke beantwoording van de technische vragen vooraf
en de behandeling van de vragen tijdens de commissie reden geven tot tevredenheid. Prima
dat er weer eens sturing kan worden gegeven. Duurzame energie krijgt bij dit plan een goede
kans en PrO is daar ook een warm voorstander van. Hij wijst er nog eens op dat het
Pannenschuurplein niet als bovenwijkse voorziening vergeten mag worden en wenst deze
toezegging vanavond nog te krijgen. De fractie wil dit raadsvoorstel plaatsen onder het kopje
”vooruit met de geit”, snel aan de gang dus. Het college krijgt steun haar ambities te
verwezenlijken. ”Vooruit met de geit” is niet zomaar gekozen als slogan. Geiten blaten en zijn

177
soms niet vooruit te krijgen en dat werkt vertragend als je ambities hebt. Verbijsterend is het
dan ook om te aanschouwen wat zich gisterenavond afspeelde in Den Boogaard en wat ook
weer te lezen was in het Nieuwsklokje. “En is het dan niet juist de afkorting GB: geiten die
blaten!” zegt de heer Denissen.
De heer Pijpers deelt het enthousiasme over de verantwoording in de commissie niet maar is
blij dat de echte portefeuille voorligt, want het is een complexe materie. De VVD gaat akkoord
met het krediet voor het bouwrijp maken, dat is onoverkoombaar en gewenst. Met het krediet
voor het Van der Aa park wordt ook ingestemd. Maar waar de VVD altijd al veel bezwaren
tegen heeft gemaakt is dat er nu een directe koppeling komt waardoor het Van der Aa park in
de exploitatie van Pannenschuur IV wordt opgenomen. Dat heeft geen enkele zin. Dit soort
zaken behoort op een apart krediet gezet te worden. De resultaten van het grondbedrijf gaan
naar de Algemene Middelen, van daaruit worden dit soort kredieten bekostigd. Hij weet dat
het op korte termijn begrotingtechnisch wel iets anders is maar transparantie is vereist. De
VVD gaat akkoord onder die voorwaarde. Hij vindt het begrijpelijk dat het krediet in de
commissie en ABZ is besproken maar het omvat veel meer dan het bouw- en woonrijp
maken. Hij vindt het verstandig dat zowel de voorzitter van de commissie als het college deze
inhoudelijke zaak eens goed aan de orde stellen zonder daarvan de goedkeuring van het
krediet afhankelijk te maken. De VVD vond het buitengewoon vervelend te lezen dat de
jaarrekening 2003 is opgepoetst met een resultaatneming van het eerste deel. Dat versterkt
de achterdocht die hij heeft als het gaat om het grondbedrijf. De commissie heeft op vragen
geantwoord dat de accountant met de werkwijze akkoord is gegaan. Een consequente lijn was
zichtbaar. Hij hoopt dat de rekenkamercommissie met een onderzoek het college een
handreiking kan geven.
De heer Van Elderen zegt dat GB zich aansluit bij de VVD omtrent de presentatie van het
voorstel. Hij gaat akkoord met voorstel in totaliteit. Inmiddels is duidelijk geworden dat in de
Perspectiefnota 2008 de eerdere opbrengst van circa 3,1 miljoen daadwerkelijk is
opgenomen. De VVD is blij met de toezegging van het college aan de begroting 2009 een
volledig actueel overzicht toe te voegen over de winstprognose van het grondbedrijf. PrO doet
haar imago als groene partij eer aan want zij hebben verstand van dieren, sluit de heer Van
Elderen af.
De heer Van Beckhoven heeft reeds ingestemd met het bouwrijp maken van de tweede fase.
De commissie heeft dat nog niet afgerond. Hij wil weten of dat nog voor de aanbesteding
gebeurd.
Wethouder Wagenmakers antwoordt op de opmerking van PrO over het Pannenschuurplein,
dat alle ontwikkelingen daar gezien kunnen worden als bovenwijkse voorzieningen. Voordat
gekeken wordt hoe een en ander gefinancierd moet worden is het belangrijk dat helder is wat
het college met het plein wil doen, daarna volgt het financiële plaatje en daarna de dekking.
Het genoemde bedrag voor bovenwijkse voorzieningen is gekoppeld aan de woningen ter
plaatse. Het heeft alle aandacht. Nadere informatie volgt. Bij dit voorstel wordt als het ware
een fonds bovenwijkse voorzieningen gevormd dat al in de grondprijs is meegenomen. Het
ontrekken van gelden/kredieten uit het fonds moet steeds aan de raad worden voorgelegd.
De heer Pijpers vindt dat het systeem van bovenwijkse voorzieningen op deze manier moet
vervallen. De wethouder wil daar over nadenken en het voorstel meenemen naar het college.
Het is een goede zaak als de Rekenkamer daar een visie op geeft. Bij de opstelling van de
nieuwe Grondnota en de actualisering aan de hand van de nieuwe wet Ruimtelijke Ordening
moet alles in kaart gebracht worden. De provincie heeft het bouwrijp maken van de tweede

178
fase goedgekeurd. Vanuit de kostenoverweging is het goed dit in een keer te doen. De
garantie is nog niet gegeven, maar het is wel te verwachten dat de tweede fase op termijn
ook bebouwd zal gaan worden. Harde toezeggingen daarover heeft de provincie niet gegeven.
Burgemeester Kortmann vult aan dat volgend jaar de pilot afloopt en Oisterwijk weer
gewoon onder het planologisch regime van de provincie valt. Omdat een en ander
planologisch al bestemd is, kan het hooguit gebeuren dat Oisterwijk een contingent van nul
krijgt, maar dat verwacht hij niet.
In tweede instantie:
De heer Pijpers zegt dat hij niet goed heeft begrepen wat de wethouder meeneemt naar het
college. Zijn bezwaar is de uiterst arbitraire keuze die men bovenwijkse voorzieningen noemt.
Hij wil een scheiding van de inkomsten van het grondbedrijf en een duidelijk prioriteitstelling
en besteding van de gelden, omdat veel zaken vanuit de opbrengsten van het grondbedrijf
gefinancierd worden. Dat is zijn zorg voor de toekomst. Het zijn twee verschillende
beslissingen die niet gekoppeld kunnen worden. Het maakt het grondbedrijf nodeloos complex
en ondoorzichtig. Hij ziet graag een splitsing. Als het begrip bovenwijkse voorzieningen
daarmee verdwijnt heeft hij daar geen moeite mee omdat het een soort vangnet is om allerlei
dingen onder te brengen.
De heer Van Elderen neemt aan dat als de wethouder over bovenwijkse voorzieningen praat
hij daarin ook het Groenfonds meeneemt.
Wethouder Wagenmakers zegt dat het een probleem is dat het beleid, dat jarenlang
gevoerd is, wordt voortgezet. Uit de totale exploitatie wordt een deel gehaald dat bestemd is
en dus ook het maximaal beschikbare bedrag is, voor groen. Als er een nieuw systeem moet
komen dient er uitvoerig over gesproken te worden. Op dit moment kan hij er weinig mee en
stelt hij daarom voor deze materie bij de opstelling van het Grondbeleid nader te bekijken.
De heer Pijpers zegt dat de wethouder niet heel verbaasd kan zijn over zijn reactie want er
wordt al jaren gezegd dat splitsing, zeker bij het Grondbedrijf, wordt aangebracht.
De wethouder antwoordt niet helemaal verbaasd te zijn maar wel enigszins.
Burgemeester Kortmann sluit de beraadslaging af.
De voorzitter constateert dat er geen behoefte is aan stemming, zodat aldus is besloten.
De burgemeester bedankt de heer Wagenmakers voor zijn inbreng.
13. Raadsvoorstel 08/56
Voorstel tot het vaststellen van de opzet programmabegroting 2009.
De heer C. van de Ven wil het kort houden. Het CDA was de enige die hiervan een
bespreekpunt wilde maken in de commissie anders was het een hamerstuk geworden en dat
vonden zij te weinig eer en recht doen aan het voorstel. Juist omdat dit voorstel een
belangrijke stap is in de financiële verantwoording en in het transparant maken van de inzet
van financiële middelen. Als een belangrijke stap gezet wordt naar de burger toe is het niet
gepast dat te doen door middel van een hamerslag. Hij laat het bij de constatering dat het
CDA het voorstel steunt, waarvan akte.

179
De heer Pijpers zegt dat de werkgroep heel nauw betrokken is geweest bij het hele proces.
De werkgroep heeft geen advies gegeven, wat trouwens ook niet gevraagd was. Hij snapt wat
er gebeurd en waarom, maar hij heeft eerlijk gezegd zorgen over het resultaat. De zorg is dat
de overzichtelijke omvang van de gemeente Oisterwijk in de begroting heel complex gemaakt
wordt en dat er een ‘overshoot’ aan systemen komt. Het systeem zit niet slecht in elkaar
maar of sturing vanuit de raad echt brengt wat men hoopt heeft hij grote twijfels. De VVD
zegt “doe het toch maar” omdat er al jaren over gesproken en aan gesleuteld. Het wordt een
soort Echternach-situatie die doorschiet en waarbij later geconstateerd wordt dat er weer
dingen veranderd moeten worden. Hij ziet dat hier ook gebeuren. Toch moet je soms het lef
hebben de stap te nemen, vindt hij. Over een of twee jaar moet er waarschijnlijk veel aan de
begroting gereviseerd worden. Uiteindelijk zegt hij: “Prima, doe maar”.
De heer R. van de Ven van AB sluit zich in grote lijnen aan bij de woorden van de heer
Pijpers en wil zijn zorg uitspreken over de begrijpbaarheid van de cijfers ten opzichte van
voorgaande jaren. Sturing vanuit de raad is belangrijk. AB stemt voor het voorstel.
De heer Denissen denkt dat het een keuze wordt tussen de plussen en minnen. Het traject
loopt al enkele jaren. Er zitten wat onzekerheden aan het voorstel maar de toezegging is
gedaan dat een vergelijking van de cijfers wordt gegeven waar de raad goed mee uit te
voeten moet kunnen. Dat zal op termijn moeten blijken. PrO stemt in met het voorstel.
De wethouder geeft aan dat deze nieuwe opzet van programmabegroting een gevolg is van
de nieuwe productstructuur, die beter aansluit bij de feitelijke organisatie en bij de producten
die de gemeente maakt. Hij begrijpt dat de raad voorzichtig is als het om wijziging van cijfers
gaat en dat het een lastige stap geweest is. Hij is van mening dat het een stap is die gezet
moest worden om tot een versobering en een duidelijkere jaarrekening te komen. De oude
en nieuwe structuur is doorgerekend en sluiten precies op elkaar aan. Het is belangrijk dat dit
jaar de begroting 2008 is omgerekend naar de nieuwe structuur maar er zijn wel een paar
jaar nodig om in het nieuwe ritme te komen. De wethouder is ervan overtuigd dat er dan een
financiële verslaglegging ligt die helemaal bij de tijd is. In de rapportages wordt zoveel
mogelijk getracht tegemoet te komen aan de zorg over de vergelijkbaarheid. In de commissie
heeft het CDA gevraagd de bevolking zo goed mogelijk te informeren. Bij de communicatie
volstaat het een totaaloverzicht te geven waarin is aangegeven waar het geld van de
gemeente naar toe gaat en waar het vandaan komt. In het verleden is gesproken over een
overzicht in één oogopslag, straks bij de presentatie van de begroting zal hiernaar gestreefd
worden.
De voorzitter constateert dat er geen behoefte is aan stemming, zodat aldus is besloten.
14. Raadsvoorstel 08/46
Voorstel tot het vaststellen van de Legesverordening 2008, 1 e herziening.
Naar aanleiding van de discussie die hierover in de commissie is gevoerd heeft de heer
Pijpers twee opmerkingen. Hij kan zich voorstellen dat niet duidelijk is met welke bedragen
gerekend moet worden. Daarover moet eerlijk gecommuniceerd worden. Hij gaat ervan uit
dat het een redelijk verantwoorde gissing is. Dat betekent wel dat alles strikt gevolgd moet
worden. Als er voldoende ervaring mee is opgedaan kan een redelijke kostprijsbasis worden
gegeven. Wrang aan het verhaal is dat de hele procedure simpeler zou worden en vervolgens

180
worden de leges verhoogd omdat het zo complex geworden is. Naar de burger toe doet dat
wrang aan. Het is hem niet helemaal duidelijk waarom het zoveel hoger moet worden. Hij
geeft het voorstel de ‘benefit of the doubt’ en zegt dat over een jaar alles geëvalueerd wordt.
De heer Van Elderen sluit zich aan bij de woorden van de VVD als het gaat om eerlijk zijn.
GB heeft geconstateerd dat de uitwerking van de verordeningen bij de referentiegemeenten
Hilvarenbeek en Oirschot nog niet zover zijn gevorderd. Dat zet hem toch een beetje op het
verkeerde been. Inhoudelijk kan GB leven met de huidige voorstellen ondanks dat een goede
onderbouwing ontbreekt. Hij kan zich voorstellen dat de komende jaren ervaring wordt
opgedaan waarna de daadwerkelijke onderbouwing en evaluatie van de huidige tarieven kan
plaatsvinden. Daar gaat GB vooralsnog van uit.
De heer C. van de Ven van het CDA sluit zich volledig aan bij zijn voorganger. Het college
krijgt het voordeel van de twijfel al is de onderbouwing een beetje koffiedik kijken. Het CDA
komt er over een jaar op terug.
De heer Van Beckhoven zegt dat AB ook kan instemmen met het voorstel alhoewel de
onderbouwing aan de magere kant is. Hij heeft vastgesteld dat leges zijn vergeleken met
leges die gelden voor de huidige vergelijkbare leges bij andere gemeenten. “Maar Oisterwijk
had toch als eerste aansluiting gevonden bij de nieuwe wetgeving”, vraagt hij.
Wethouder Wagenmakers zegt dat sommige dingen niet juist verwoord zijn. Hij wil hierin
helderheid scheppen. In de oude situatie liepen de gehanteerde tarieven van de gemeente
Oisterwijk goed in de pas met die van andere gemeenten. Nu is de nieuwe situatie van
toepassing. Het is de wethouder gebleken dat de gemeenten waarmee vergeleken wordt de
nieuwe verordening al wel hebben. Daarbij is gekeken welke tarieven deze gemeenten
hanteren. Om een start te maken wil Oisterwijk met die nieuwe tarieven aan de slag gaan. Er
is nog geen ervaring mee, dus vandaar dat over reen jaar tot een verbetering van de tarieven
gekomen moet worden en gekeken moet worden wat de kosten van de inspanningen zijn
geweest en welke baten daar tegenover dienen te staan.
In tweede instantie
De heer Van Elderen constateert dat uit dezelfde bronnen uit Oirschot en Hilvarenbeek
verschillende informatie wordt gegeven over het feit of de leges al dan niet zijn aangepast.
De wethouder zegt dat hij en de heer Van Elderen blijkbaar over verschillende informatie
beschikken.
De voorzitter stelt dat dit een constatering is en sluit de discussie af.
De voorzitter constateert dat er geen behoefte is aan stemming, zodat aldus is besloten.
15. Raadsvoorstel 08/54
Voorstel tot gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied
Oliviersweg en omgeving.
De heer Rijnen geeft aan dat de wethouder in de commissie heeft aangegeven dat er fouten
zijn gemaakt waarvoor hij politiek verantwoordelijk is. Het was sportief van de wethouder dit
toe te geven. Op de vraag hoe fouten in de toekomst verkomen kunnen worden heeft de
wethouder gezegd dat hij er zelf op zaken zal toezien. GB vraagt zich af waar de wethouder

181
dan op moet toezien en wat er wel of niet goed gaat. Er zijn enkele fouten gemaakt die een
behoorlijke impact gehad hebben. Het is nu ook steeds aanmodderen met het Lindenplein.
Het aantal gegrond verklaarde bezwaarschriften bij RO is heel erg hoog. Om nou niet te
mekkeren, “want geiten mekkeren en blaten niet” zegt hij, vraagt GB hoe de wethouder het
voor elkaar krijgt hierop toe te zien en fouten te voorkomen.
De heer Van Tuyl vermeldt dat het CDA van mening is dat het leidinggeven meegenomen
kan worden in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied en voor de rest is dit raadsvoorstel
een reparatie van in het verleden gemaakte fouten. Het voorliggende voorstel wordt volledig
gesteund.
Mevrouw Bastiaan zegt dat er een lange weg aan vooraf is gegaan, dat PrO zorgen heeft
over de toekomst en wil weten of kassenbouw in de toekomst nog mogelijk is. Het antwoord
van de wethouder was duidelijk nee, alleen daar waar het gaat om hulpkassen mag het wel.
Van de inspreker heeft zij begrepen dat hij niet goed geciteerd was in zijn zienswijze. Het is
een complexe materie mede doordat bepaald moet worden wanneer en wie op welk moment
advies gaat geven over bijvoorbeeld de leidingen die in de grond liggen. Als PrO het voorstel
goed heeft begrepen is dat onderdeel (wie doet wat wanneer) eruit gehaald en gaat dit
voorstel slechts over de reparatie van de bestemming. Daarover wordt duidelijkheid aan de
portefeuillehouder gevraagd.
Wethouder Van den Bosch bevestigt dat alleen reparatie van het bestemmingsplan de
bedoeling is. De heer Schoenmakers heeft dit in de commissie voorgesteld. In de reactie aan
het college is voorgesteld onder het commissieadvies artikel 21.5.3 sub b. “een advies bij de
Inspectie voor de Volksgezondheid moet worden ingewonnen” te veranderen omdat de
inspectie heeft laten weten dit soort werkzaamheden niet meer te verrichten. De Milieudienst
van de gemeente of het Samenwerkingsverband waarbij de gemeente is aangesloten, moet
een advies uitbrengen. Op dat punt wil de wethouder te tekst veranderen. Voor het overige is
het voorstel enkel een reparatie en wordt niet ingegaan op de ingebrachte zienswijzen. Het
hoofdgebouw kan alleen een onderkomen zijn voor machines en agrarische voertuigen, niet
meer en niet minder. Kassenbouw is uitgesloten omdat de bouwblokmethode nu van
toepassing is. Bij de bouwblokmethode zijn geen mogelijkheden voor kassenbouw. De
wethouder gaat niet overal persoonlijk op toezien maar controleert wel de stukken. Het is een
gegeven dat men vergeten had het vastgestelde bestemmingsplan te publiceren in de
Staatscourant, waardoor je door een formele fout onderuitgaat, zegt hij. De zaak moet dan
opnieuw in procedure gebracht worden. Hiervan heeft de wethouder gezegd “Ja, het is heel
vervelend, maar ik ben er wel verantwoordelijk voor”. Het Lindenplein is een heel andere
casus. Hij wil best nog eens met de raad discussiëren over wat er in die hele procedure is
gebeurd. De wethouder heeft er een analyse op losgelaten en hij komt tot de conclusie dat
ook de rechtbank in Breda heeft aangegeven dat zij in een eerdere uitspraak fouten heeft
gemaakt. Het klinkt heel aanmatigend maar hij komt niet tot een andere conclusie dan de
juristen binnen de eigen gemeente. Hij heeft geen behoefte om hierop nog verder in te gaan.
In tweede instantie:
De heer Rijnen heeft niet gezegd dat de wethouder mekkert, het was meer een reactie op een
opmerking eerder gemaakt door de heer Oerlemans. Hij begrijpt dat de boodschap voor de
wethouder duidelijk is. GB maakt zich zorgen omdat er nogal wat fout gaat. In de commissie
heeft de wethouder gezegd zich hiervoor in te zetten. Over een half jaar wil GB nog eens
bekijken hoe het gaat en of de fouten beperkt zijn.

182
De wethouder spreekt af dit onderwerp over een half jaar nog eens te bespreken. Hij geeft
wel degelijk de woorden ‘mekkeren’ en ‘aanmodderen’ genoteerd als zijnde uitspraken van de
heer Rijnen.
De heer Rijnen biedt hiervoor zijn excuses aan, het was absoluut niet de bedoeling deze
woorden in de richting van de wethouder te uiten.
De voorzitter constateert dat er geen behoefte is aan stemming, zodat aldus is besloten.
16. Raadsvoorstel 08/62
Voorstel tot het vaststellen van de beleidsuitgangspunten voor het
Gemeentelijk Rioleringsplan en het maatregelenplan Kaderrichtlijn Water.
Het CDA is in de commissievergadering heel duidelijk geweest zegt de heer Van Tuyl. Zij
gaan geen blanco cheque tekenen door het aannemen van het voorliggende voorstel. Er is
duidelijk een totale financiële onderbouwing gevraagd. Het CDA is van mening dat die totale
onderbouwing nu nog niet compleet is. Bij de nieuwe plannen wordt voor punt LE15:
cultuurhistorisch versterken en stellingwerken terugbrengen in het landschap geen
kostenindicatie gegeven. Ook voor onderdeel RE14: benutten van de ligging dorp aan de beek
wordt geen kostenindicatie gegeven. Om de kosten in de hand te houden wil het CDA
vooralsnog een inspanningsverplichting in plaats van een resultaatsverplichting. Dit ook om
boetes te voorkomen die kunnen worden opgelegd bij het niet tijdig uitvoeren van de plannen
omdat de financiën ontbreken.
Mevrouw Bastiaan maakt zich ook zorgen over het afgeven van een blanco cheque want wat
zijn de risico’s hiervan? Met interesse zijn de antwoorden, die naar de commissieleden zijn
gestuurd op de technische vragen van het CDA, gelezen. Die antwoorden komen al in de
goede richting omdat er duidelijke bedragen zijn weergegeven. Zoals eerder aangegeven zit
de zorg met name in de chemische onkruidbestrijding. De onkruidbestrijding wordt onduidelijk
in de stukken geformuleerd. Eerder is in de raad afgesproken dat de sportvelden éénmalig
chemische behandeld zouden worden. Gelijktijdig zou er een onderzoek worden verricht naar
de wijze waarop andere gemeenten dit aanpakken. Nu is aangegeven dat vooralsnog
chemische onkruidbestrijding wordt verricht op de sportvelden voor de periode 2007-2009.
Dit vindt de fractie geen bevredigend antwoord en vraagt een reactie van de wethouder.
De heer Schoenmakers heeft in de commissie gevraagd de financiële consequenties
inzichtelijker te maken. Daartoe is een poging gedaan maar er is nog steeds onduidelijkheid
of de financiële consequenties vanuit de Algemene Middelen komen of dat het Verbreed
Rioolrecht wordt. Het zou dan weleens over het hoofd kunnen worden gezien waardoor de
burgers er later mee geconfronteerd worden. Een blanco cheque afgeven is volgens de heer
Schoenmakers nog niet aan de orde. Wat nu van toepassing is hoeft nog niet gedaan te
worden, zo staat ook in het stuk te lezen. De overstorten en het afkoppelen zijn maatregelen
die op termijn alleen maar geld opleveren voor de gemeente, ook in het gemeentelijke
rioleringsplan. Een grotere valkuil vindt hij de opname van de ecologische verbindingszone.
Het is nieuw beleid waar de effecten nog niet van bekend zijn. Er kan een situatie ontstaan
waarbij de gemeente verplicht is ecologische verbindingszones te maken waarvan het effect
twijfelachtig is. Van processen en fouten moet geleerd worden. Hij vindt dat het een beetje
tricky in het verhaal staat omdat het wel een resultaatverplichting wordt. Hij wil daar wat
beduchter op zijn.

183
De heer Mathijssen zegt dat iedereen in de zaal wel weet hoe hij denkt over chemische
onkruidbestrijding. Tegenover hem zit de grootste fractie van deze raad. Hij wil hen adviseren
al wiedend de fractie- en commissievergaderingen te houden, dan weten zij ook hoe dat
werkt.
De heer Rijnen heeft in de commissievergadering zijn zorg uitgesproken over de kosten. De
wethouder heeft nadere informatie toegezegd. Ook de nadere informatie is lang niet altijd
helder. Hij vraagt de wethouder op de vragen antwoord te geven. Straks worden er
onderdelen uit de Algemene Middelen betaald waardoor iedereen zich zorgen maakt over een
mogelijke stijging van het rioolrecht. Hij vraagt de wethouder toe te zeggen of zich hard te
maken dat de OZB verlaagd kan worden op het moment dat de rioolbelasting stijgt want dan
hoeven minder kosten uit de Algemene Middelen te komen.
Wethouder Wagenmakers zegt dat het rioolrecht en straks ook de brede rioolheffing
bestemd is om kosten die gemaakt worden vanuit de zorgplichten, zoals in de kaderrichtlijn
genoemd, te dekken. Dat is gewoon een gegeven. Als de heer Rijnen hem nu vraagt een
toezegging over verlaging van de OZB te doen vraagt hij hem een voorschot te nemen op
allerlei vormen van beleid die de raad dan waarschijnlijk niet meer wil uitvoeren. Die
toezegging kan hij absoluut niet doen. Waar allen over spreken zijn de financiën. De
ambtenaar heeft geprobeerd dat wat helder is alvast in kaart te brengen, maar er blijven
altijd zaken die op dit moment nog niet zichtbaar zijn omdat het GRP nog tot ontwikkeling
gebracht wordt. Er zal zeer omzichtig worden omgaan met de constatering of het gaat om een
inspanningsverplichting of een resultaatverplichting. Als we een resultaatverplichting kunnen
aangaan zullen wij dat doen, zegt de wethouder. Daar waar dat nog niet hoeft wordt
getemporiseerd totdat er duidelijkheid is over de financiën. De wethouder zit met een
duurzaamheiddilemma met betrekking tot chemische onkruidbestrijding. Hij moet jongleren
met drie ballen: de economische, de ecologische en de sociaal culturele (sport). Het knelpunt
is de vraag of op de sportvelden absoluut zonder chemische onkruidbestrijding kan worden
gewerkt. Hier is onderzoek naar gedaan en er zijn nauwelijks gemeenten die geen chemische
onkruidbestrijding toepassen bij sportvelden. Dat brengt een kostenplaatje met zich mee. De
wethouder stelt voor dat aspect nadrukkelijk te laten terugkomen bij behandeling van de
sportnota. Als gekozen wordt voor onkruidvrije sportvelden moet er dan gekozen worden voor
een kunstgrasveld, is de vraag. Hij wil benadrukken dat de chemische onkruidbestrijding zeer
selectief is toegepast. Eerst zijn andere middelen en methoden toegepast zoals varkensgras
en weegbree. Niet de hele velden zijn platgespoten en niet alle velden zijn gespoten. Het
gaat in dit geval om vier velden waarvan 15 tot 20% bespoten is. Er zijn toegestane middelen
gebruikt die geen sporen achterlaten in het grondwater. Jongleren vindt de wethouder heel
moeilijk maar hij hoopt dat hij dat kunstje nog een keer mag laten zien bij de behandeling
van de sportnota.
In tweede instantie:
De heer Van Tuyl vindt dat de wethouder zich iets te gemakkelijk afmaakt van de
inspanning- of resultaatsverplichting. In het raadsvoorstel op pagina 3 wordt aan de raad
gevraagd om de code ‘niet van toepassing’ te veranderen in ‘ja’. Vervolgens wordt dat
opgenomen in het SGBP, waarna het een keiharde maatregel wordt. Met een inspannings-
verplichting kunnen onderdelen aangepakt worden waar financiën beschikbaar voor zijn. Als
er een resultaatverplichting wordt aangegaan is het een must en dat gaat het CDA te ver.
Mevrouw Bastiaan zegt tegen de heer Mathijssen: ”Als je met velen bent, kunt je ook met
velen wieden en dat zijn wij als PrO gelukkig ook én blijven wij ook”. PrO is ongetwijfeld een

184
keer bereid te wieden als dat gevraagd wordt, dat beloven zij. Mevrouw Bastiaan zegt dat de
kunst van het jongleren het loslaten is. Wat haar dwars zit is dat vorig jaar het besluit is
genomen een experiment uit te voeren, het uit te proberen. De wethouder zegt dat er
onderzoek is gedaan. Helaas is hiervan niets te lezen, dat is jammer. Zij vraagt de wethouder
de informatie naar de commissie en de raadsleden te sturen omdat die behoefte er is. Het
besluit om met chemische onkruidbestrijding door te gaan kan pas genomen worden als een
evaluatie heeft plaatsgevonden. Dat laatste mist zij. Mevrouw Bastiaan heeft de neiging de
wethouder een lichtgele kaart te geven op dat sportveld, omdat zij vindt dat het niet helemaal
netjes is gegaan. Er zijn afspraken gemaakt die de wethouder niet helemaal nakomt als het
gaat om de evaluatie van het onderzoek. Dat vindt zij spijtig. PrO vindt dat die onderdelen,
waarvoor gevraagd ‘carte blanche’ te geven als ze opgenomen worden in het SGBP, niet meer
dan een inspanningsverplichting mogen zijn.
De heer Schoenmakers geeft aan in te stemmen met de onderdelen waar nu ‘ja’ aangevinkt
staat. Zij zijn zeer terughoudend om de onderdelen waar staat ‘niet van toepassing’ in de
plannen op te nemen. Hij vindt dat als onkruidbestrijding met verstand wordt toegepast men
het verste komt. Dat laatste moet je dan wel uitstralen en juist deze uitstraling mist hij. In de
stukken heeft hij dat verstand van zaken niet kunnen vinden. Hij heeft geconstateerd dat in
een kunstgrasveld meer onkruid groeit dan in een gewoon grasveld. Hij vindt dat met de
alternatieve bestrijdingsmethoden van branden en weefborstelen geen verstand van zaken
wordt uitgedrukt omdat je door die methoden naar zijn mening geen veld meer overhoudt,
ook geen kunstgrasveld. Met goed beleid en verstand van chemische onkruidbestrijding, op
die plekken waar het niet anders kan, vindt hij een goede zaak . Maar de wethouder moet wel
uitstralen dat hij er verstand van heeft en dat mist hij nog een beetje.
De heer Rijnen vindt dat de wethouder prima kan jongleren en complimenteert de wethouder
met de balans die hij gevonden heeft tussen de drie componenten. De toezegging van de
wethouder omtrent de OZB had hij niet verwacht. Hij proefde wel de intentie van de
wethouder hier een balans in te vinden. Over het afgeven van een blanco cheque op
genoemde onderdelen maakt GB zich ook wel een beetje zorgen. Hij hoopt dat de wethouder
die zorg kan wegnemen.
De heer Mathijssen kan zich volledig vinden in de woorden van de VVD. Men kan veel
bereiken door selectief goed met zaken om te gaan.
Wethouder Wagenmakers zegt toe dat het volledige collegevoorstel met onderliggende
notities over de chemische onkruidbestrijding aan de raad wordt toegestuurd. Hij wil dit
onderwerp graag uitgebreid bespreken in combinatie met de behandeling van de Sportnota,
want hij voelt zich echt een jongleur die in een spagaat zit. De wethouder kan op de vragen
over de financiën niet direct antwoorden. Er lopen namelijk twee trajecten te weten de
ontwikkeling van het GRP en de informatie die naar het SGBP moet. Hij zal nader aangeven
waar inspanningsverplichtingen liggen en waar resultaatverplichtingen liggen.
Burgemeester Kortmann zegt dat de wethouder vraagt om met de kaders die nu aangegeven
zijn de beleiduitgangspunten vast te stellen, waarbij de toezegging is gedaan meer helderheid
in de financiën te geven. In een aparte bijeenkomst kan hierover met deskundigen nog
gefilosofeerd worden.
Mevrouw Bastiaan vindt dat er op een aantal punten een blanco cheque wordt afgegeven als
dit raadsvoorstel wordt aangenomen

185
De burgemeester geeft nogmaals aan dat een nadere toelichting aan de raad zal worden
gegeven. Mocht dat aanleiding geven tot aanpassing van de budgetten dan wordt dat
uiteraard aan de raad voorgelegd. Dat kan niet anders want de raad moet verder met de
vaststelling van de beleiduitgangspunten.
De wethouder zegt dat het om een totaaltraject gaat van 2007 tot en met 2015 waarin nog
een onderscheid gemaakt wordt tussen de perioden 2007 tot 2009 en 2010 tot 2015. Hij weet
niet of dat uitgesplitst kan worden.
De heer Rijnen zegt dat hetzelfde resultaat bereikt wordt met de inspanningsverplichting.
Wethouder Wagenmakers antwoordt niet zeker te weten of er wettelijke bepalingen zijn die
aangeven dat een resultaatverplichting gedaan moet worden of dat er volstaan kan worden
met een inspanningsverplichting voor die zaken die nog niet duidelijk bepaald zijn.
De heer Rijnen vindt dat het voorstel dan niet aangenomen moet worden.
Burgemeester Kortmann zegt dat in het raadsvoorstel staat dat het SGBP in oktober
definitief wordt vastgesteld. Hij vraagt door wie dat wordt vastgesteld.
De wethouder antwoordt dat het SGBP het stroomgebiedbeheerplan is van alle gemeenten
die aan een bepaald stroomgebied liggen. Oisterwijk valt onder het stroomgebied van de
Dommel. Alle SGBP’s worden omgevormd tot een SGBP voor het stroomgebied van de Maas.
Dat plan gaat vervolgens naar de Tweede Kamer en daarna naar de Europese Unie.
De burgemeester wil weten of de financiële vragen van de heer Van Tuyl het rioleringsplan
behelzen of het maatregelenplan Kaderrichtlijn Water. Het betreft het maatregelenplan
Kaderrichtlijn Water wordt geantwoord.
Dat maakt het lastig zegt de burgemeester. Het SGBP wordt in oktober gezamenlijk
vastgesteld en daarnaast moet de raad nu aangeven wat zij wil. De raad bepaalt wat er met
het voorstel gebeurd.
Het doet mevrouw Bastiaan goed te zien dat de burgemeester en wethouder ook worstelen
met deze materie. Zij vraagt wat er op tegen is een principe uitspraak te doen om alles als
inspanningsverplichting te zien met uitzondering van datgene waarvoor concrete bedragen
bepaald zijn. Als in oktober blijkt dat er toch een resultaatverplichting is dan kan dat alsnog in
de raad worden besproken.
De burgemeester stelt voor inderdaad het besluit in zijn geheel als inspanningsverplichting
vast te stellen. In de commissievergadering van oktober moet de wethouder dan nader
toelichten wat kan en wat niet, zonder daar financiële consequenties aan te koppelen.
Na vastlegging van die aantekening constateert de voorzitter dat er geen behoefte is aan
stemming, zodat aldus is besloten.

17. Raadsvoorstel 08/60
186
Voorstel tot vaststellen welstandsnota 2008.
Wat de heer Heijstee betreft bevat de Welstandsnota twee zaken: een evaluatie van de
afgelopen drie jaar en het voorstel de welstandsnota op een aantal punten aan te passen. Hij
constateert dat door een aantal wijzigingen en de vastgestelde Welstandsnota 2004 in een
paar jaar verbetering van de dienstverlening is bereikt. Drie jaar geleden moesten bijna alle
bouwvergunningen door Welstand getoetst worden, wat een langere en moeizame procedure
was. In drie jaar is dit met vijftig procent verminderd. Hij vindt dat er een behoorlijke slag
gemaakt is in de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Er worden voorstellen gedaan om
de nota aan te passen. Een daarvan komt voort uit de motie die eerder in de raad is
aangenomen. Het college stelt een ‘Mars’route voor die PrO wel aanspreekt maar op die route
ziet PrO wel een aliën/vreemd wezen te voorschijn komen te weten: een stedenbouwkundige
supervisor. Dat klinkt wel een beetje aliën, vindt hij. Het college stelt voor de Welstandstoets
niet meer door de commissie te laten doen maar door deze stedenbouwkundige supervisor.
Hij citeert de uitspraak die de VVD bij de commissie heeft gedaan en zegt dat PrO vindt dat
het moet gaan om de smaak van meerdere mensen, die met elkaar tot overeenstemming
moeten komen en dat de raad niet afhankelijk moet zijn van de smaak van één persoon. In
de Welstandsnota 2004 is voor het centrum een gebied aangewezen als zijnde beschermd
stad- en dorpsgezicht. Om de ruimtelijke en cultuurhistorisch kwaliteit te handhaven en waar
mogelijk te verbeteren, is hieraan het hoogste welstandniveau 1 gekoppeld. Nu wordt de raad
voorgelegd het kader voor een deel van dat gebied aan te passen. PrO onderkent dat de
aanleiding daarvoor de tachtig zorgwoningen op het kloostercomplex Catharinaberg zijn,
waarmee een maatschappelijk belang is gediend. Maar het aspect van transparantie en gelijke
behandeling weegt voor PrO ook zeer zwaar. Alle initiatiefnemers hebben zich aan de kaders
van de Welstandnota 2004 moeten houden. Nu er een plan ligt van de woningstichting, met
nauwe betrokkenheid van de gemeente, dat niet voldoet aan deze Welstandsnota vraagt het
college de kaders en richtlijnen van de nota achteraf aan te passen. Achteraf repareren is dat,
vindt de heer Heijstee. Uit de brief die de monumentencommissie als reactie op dit voorstel
heeft ingediend leidt Pro af dat, anders dan het college in de nota schrijft, het wel degelijk
mogelijk is woningbouw te realiseren op het complex Catharinaberg zonder daarvoor de nota
aan te passen. PrO maakt zich ernstig zorgen over de precedentwerking die dit besluit voor de
toekomst kan hebben. Hij vraagt het college uit te leggen dat hiervan geen sprake is.
De burgemeester geeft aan dat het goed is als de wethouder eerst antwoord geeft het op
laatste aspect van welstandniveau 1 en 2, omdat hij denkt dat als het antwoord gegeven is er
een hele grote angel uit de discussie wordt gehaald.
De wethouder zegt dat de brief van de monumentencommissie aanleiding is geweest om nog
eens kritisch te kijken naar het welstandsniveau. Op basis van ambtelijke beoordeling stelt hij
het college voor aan het bezwaar van de monumentencommissie tegemoet te komen en
welstandsniveau 2 aan te passen naar niveau 1.
Burgemeester Kortmann vult aan dat dit al is kortgesloten met die monumentencommissie
en dat die alsnog met het voorstel akkoord zijn gegaan.
De wethouder weet niet of dat al gebeurd is, zo niet dan wordt dat morgen alsnog gedaan.
De heer Schoenmakers vond wat hij in de commissie had meegemaakt wel een beetje een
klucht. Hij vindt het te belachelijk voor woorden dat een welstandsnota wordt vastgesteld, die

187
achteraf ten faveure van de overheid zelf, wordt aangepast. Naar zijn mening teken je
daarmee het faillissement van zo’n nota en is afschaffing dan een betere oplossing. Hij vindt
het een rare gang van zaken. Hij stelt voor een goede discussie te voeren wat de raad met de
welstandsnota wil. Hij vindt dat één loket, één toets voor de burger veel duidelijker is. De
VVD roept dat al jaren. De heer Schoenmakers vindt dat daar onderhand eens werk van
gemaakt moet worden.
De heer Rijnen is blij dat de wethouder niveau 1 handhaaft, anders had GB een amendement
ingediend. Het is onacceptabel tijdens de wedstrijd de regels te veranderen. Dat kan niet.
De heer Mathijssen kan leven met de woorden van de wethouder.
De heer Van Tuyl verwacht een toezegging van de wethouder dat dit najaar nog over de
welstandsnota gesproken wordt.
Wethouder Van den Bosch voelt zich aangesproken door de opmerking van de heer Rijnen
dat het onacceptabel is tijdens de wedstrijd de speelregels aan te passen. Hij wil de feiten op
een rij zetten. In 2004 is Woningstichting Stromenland gestart met een plan voor de realisatie
van tachtig zorgwoningen in het gebied ten westen van Catharinaberg, ofwel de stroken
terrein langs de Moergestelseweg en de Poirtstraat, waar vroeger de gebouwen stonden van
de dependance van Durendael thans 2 College. Op dat moment was dat terrein niet gelegen
in het beschermd stads- en dorpsgezicht en stond dat terrein ook niet op de plankaart van
het bestemmingsplan Centrum met een stip aangeduid als toekomstig terrein binnen het uit
te breiden beschermd stads- en dorpsgezicht. Bij de planopstelling is de architect dan ook
uitgegaan van hetgeen in het bestemmingsplan stond: uit te werken woondoeleinden artikel
24. Gedurende de vergevorderde ontwerpfase werd de uitbreiding van het beschermd stads-
en dorpsgezicht een feit en bleek dat bij de uitbreiding ook het westelijk gebiedsdeel onder de
bescherming kwam te vallen. Het college heeft vervolgens deze uitbreiding planologisch
verankerd met uitzondering van dit westelijk gebiedsdeel vanwege het simpele feit dat de
uitbreidingsbevoegdheid was beperkt tot de op de plankaart aangegeven stippellijn. Het
ontwerp van de zorgwoningen is in de loop der tijd enkele malen aangepast en was voorzien
van onder andere een plat dak. Het ontwerp is vervolgens voorgelegd aan de welstand- en
monumentencommissie. Toetsing vond plaats aan de hand van de huidige gebiedscriteria.
Voor de Catharinaberg geldt momenteel Welstandscriterium T wat betekent: bijzonder
bebouwingsthema met welstandsniveau 1. De monumentencommissie stelde zich op het
standpunt dat hier ook het gebiedscriterium H1 toegepast moest worden waaronder wordt
verstaan historische dorpsgebieden. Bij dit criterium is een kapvorm voor woongebouwen
voorgeschreven. Nogmaals wordt gesteld dat de Catharinaberg en het westelijk gebiedsdeel
valt onder het gebiedscriterium T en niet onder gebiedscriterium H1. Zoals tot nu toe
gebruikelijk is wordt jaarlijks bekeken of er ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente
zijn die vragen om aanpassing van de Welstandnota in het algemeen en de
gebiedscriteria en het welstandsniveau in het bijzonder. Daarom wordt in het
raadsvoorstel nu een aanpassing voorgesteld voor de locaties schoolgebouw Mozaïek, die in
een bijzonder bebouwingsthema zit, de locatie Hoogheukelom, die in het gebiedscriteria
agrarisch gebied zit, Panneschuur IV die ook in het gebiedscriteria agrarisch gebied zit en het
westelijk gebiedsdeel van de Catharinaberg. Voor het westelijk gebiedsdeel wordt voorgesteld
het te splitsen in bijzonder bebouwingsthema voor wat betreft het kloostercomplex en in
verzorgd wonen voor wat betreft de geplande tachtig woningen aan de Moergestelseweg.
Omdat het college werd geconfronteerd met negatieve adviezen van genoemde commissies is
een second opinion aangevraagd bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. De

188
rijksconsulent kwam tot de conclusie dat het ontwerp zeer wel acceptabel is met dien
verstande dat de blok woningen aan de zuidzijde van het hoofdgebouw moet worden
afgescheiden om de historische lijn van de laan in dat gebied visueel door te trekken.
De architect heeft het plan inmiddels hierop aangepast en het aangepaste plan ligt bij de
Rijksdienst ter verdere goedkeuring. De wethouder zegt dat er nog drie brieven zijn
binnengekomen: één van de Heemkundekring, één van de Monumentencommissie en één van
de Welstandscommissie. De Heemkundekring is bezorgd dat de wijziging een negatieve
doorwerking heeft voor andere plannen. Het antwoord hierop is nee, daarover hoeven zij zich
geen zorgen te maken. De welstandscommissie kan zich vinden in de wijzigingen teneinde
ook woningbouw op de betreffende locatie mogelijk te maken. De monumentencommissie
maakt met name bezwaar tegen degradatie van het westelijke gebied van welstandsniveau 1
naar 2. Voor het gehele beschermde stads- en dorpsgezicht zou het hoogste beschermings-
niveau moeten blijven gelden, aldus deze commissie. Na een nieuwe beoordeling van de
wijziging is het college bereid aan het bezwaar tegemoet te komen en stelt de raad voor het
gebiedscriterium verzorgd wonen niet welstandsniveau 2 maar welstandsniveau 1 ’van
toepassing’ te verklaren. Het steekt hem dat gezegd wordt dat de spelregels tijdens de
wedstrijd zijn aangepast want het was net andersom. Het voorstel om voor Pannenschuur IV
de toets te laten verrichten door een stedenbouwkundige supervisor is ingegeven door de
wens vanuit de raad de welstandscommissie eens aan de zijlijn te zetten en te volstaan met
de beoordeling door één stedenbouwkundige, om daarmee snelheid te kunnen maken met de
afhandeling van de verzoeken. Als de raad van oordeel is dat de welstandscommissie zich
toch over die plannen voor Pannenschuur IV moet buigen dan wil het college aan die wens
tegemoet komen. Een toezegging, zoals door de heer Van Tuyl gevraagd, heeft de wethouder
al gedaan, een voorzet is gegeven aan de griffie en hij verzekert de raad dat zijn voorstel
voor de nodige spanning zal zorgen bij de discussie die hierover gevoerd gaat worden. De
griffie komt hier ongetwijfeld op terug.
De heer Schoenmakers vindt het een mooi betoog en geeft aan er bijna niets meer van te
snappen. Hij blijft bij zijn standpunt dat een eenduidig beleid opgesteld moet worden en pleit
voor een nadere discussie hierover.
Stemming vindt plaats met inachtneming van het feit dat het welstandsniveau teruggaat naar
niveau 1. Met die aantekening, die uitdrukkelijk in het besluit dient te worden opgenomen,
constateert de voorzitter dat er geen behoefte is aan stemming, zodat aldus is besloten.
Hierna verzoekt de voorzitter eenieder te gaan staan en een moment van stilte in acht te
nemen zodat iedereen de vergadering op eigen wijze kan afsluiten (22.25 uur).
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk,
op 6 november 2008
De griffier De voorzitter
Mevrouw P.G. van Wijk De heer Y.C.Th.J. Kortmann