HET DIFFERENTIEEL - ECMD
HET DIFFERENTIEEL - ECMD
HET DIFFERENTIEEL - ECMD
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het Torsen-differentieel biedt een hoog bedieningscomfort omdat het automatisch<br />
werkt. Bedieningsfouten bij het inschakelen van een differentieelsper komen niet<br />
voor. Het rijgedrag in bochten is, doordat alle vier de wielen in aandrijving blijven,<br />
verbeterd. Het differentieel kan probleemloos in combinatie met een anti-blokkeersysteem<br />
worden ingebouwd.<br />
Het Torsen-differentieel 'spert in procenten', hetgeen betekent dat als één of meer<br />
wielen geen contact hebben met het wegdek er ook geen aandrijving mogelijk is.<br />
7.5 STORINGEN EN ONDERHOUD<br />
De tijd gedurende welke een differentieel in werking is (of dit nu een dwarsdifferentieel<br />
of een langsdifferentieel betreft) is in vergelijking met de totale levensduur van<br />
de auto heel kort. De storingen zijn dan ook bij een normaal gebruik van de auto<br />
beperkt. Storingen aan het differentieel zijn vaak het gevolg van defecten in de eindreductie<br />
of treden in combinatie hiermee op, omdat de eindreductie en het differen-<br />
'\ tieel één geheel vormen en in dezelfde ruimte zijn ondergebracht.<br />
Bij het wrijvingsdifferentieel met hoge sperwaarde kan onder extreme belastingen<br />
(veel bochtenwerk op normale wegen) de temperatuur van het smeermiddel hoog<br />
} oplopen. Het gevolg is een zeer dunvloeiend smeermiddel met gebrekkige smering,<br />
het uitlopen van de lagers, een overmatige slijtage van de tandwielen en uiteindelijk<br />
ook van het differentieel. Om een te hoge temperatuur van het smeermiddel in de<br />
eindaandrijving met zelfsperrend differentieel te voorkomen, wordt bij rally-auto's<br />
soms een warmtewisselaar gemonteerd.<br />
Volgens ZF zijn de lamellenkoppeling en de Lok-O-Matic door een molybdeen behandeling<br />
praktisch vrij van slijtage. Smering en onderhoud van differ'entieels ~den<br />
steeds plaats in combinatie met de eindreductie.<br />
Slepen<br />
Het slepen van een auto met permanente vierwielaandrijving (na een ongeval of bij<br />
pech en met gelichte voor- of achteras) kan problemen opleveren, zeker als een differentieel<br />
met verhoogde inwendige wrijving is ingebouwd, zoals een viscosperdifferentieel<br />
of een Torsen-differentieel. De reden daarvan is de door de wrijving teweeg<br />
gebrachte temperatuurverhoging van de smeerolie en de overige wisselbak- of verdeelbakcomponenten<br />
.<br />
Daarom zijn zowel de sleepsnelheid als de sleepweg beperkt tot respectievelijk 50<br />
km/h en 50 km. Het is dan niet nodig dat de wielen van de gelichte as kunnen meedraaien.<br />
Vermogens- en remtest<br />
Wanneer in een auto met permanente vierwielaandrijving een langsdifferentieel met<br />
verhoogde inwendige wrijving is opgenomen, is een vermogenstest op een tweewielrollenbank<br />
(zie hoofdstuk 8) niet mogelijk, omdat de auto van de rollen wordt afgetrokken<br />
door de wielen die op de vloer staan; de test moet dan op een vierwielrollenbank<br />
worden uitgevoerd.<br />
Een remtest is veelal op een langzaamlopende remtestbank (zie deel 4 van de Steinbuch-serie)<br />
met een maximale snelheid van 6 km/h mogelijk. De wielen moeten dan<br />
door de testbank worden aangedreven, terwijl er geen overbrengingstrappen in de<br />
wisselbak of asdifferentieelsperren ingeschakeld mogen zijn.<br />
428