Richtlijn Niet-maligne pleuravocht Richtlijn Niet ... - Kwaliteitskoepel
Richtlijn Niet-maligne pleuravocht Richtlijn Niet ... - Kwaliteitskoepel
Richtlijn Niet-maligne pleuravocht Richtlijn Niet ... - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.1.3 etiologie<br />
De micro-organismen die worden geïsoleerd bij een infectie van de pleuraholte zijn gerelateerd<br />
aan de oorzaak van het empyeem. Bij een thoraxtrauma of een oesophagusruptuur worden<br />
andere pathogenen gevonden dan bij CAP.<br />
De verwekkers die het meest frequent worden geïsoleerd zijn Staphylococcus aureus, Streptococcus<br />
pneumoniae, Gram-negatieve darmbacteriën en anaërobe bacteriën. In vier onderzoeken bleek<br />
dat bij 30-43% van de patiënten met zowel pneumoniegerelateerd als niet-pneumoniegerelateerd<br />
empyeem diverse bacteriën worden gekweekt. 10-13 Bij immuungecompromitteerde patiënten<br />
kunnen ook andere pathogenen zoals Pneumocystis jiroveci, Nocardia asteroides, Cryptococcus<br />
neoformans en mycobacteriën worden aangetoond.<br />
Empyeem veroorzaakt door S. aureus wordt frequent gezien in combinatie met een nosocomiale<br />
pneumonie en tijdens een influenzaepidemie. Bij volwassenen wordt de stafylokokkenpneumonie<br />
bij 10-24% van de gevallen gecompliceerd door een empyeem en bij 16-70% door abcessen. 14<br />
De prognose van deze infectie is slecht vergeleken met CAP; de mortaliteit is 30%. 15<br />
Bij 50-60% van de patiënten met een pneumokokkenpneumonie is <strong>pleuravocht</strong> zichtbaar. 5,16<br />
Slechts bij 1-2% van de ziektegevallen wordt het ziektebeeld gecompliceerd door een empyeem. 5<br />
Een andere streptokok die met enige regelmaat een pleurale infectie verooraakt is Streptococcus<br />
milleri. Deze infectie wordt vooral gezien bij patiënten met gastro-intestinale pathologie.<br />
Eenderde van alle gevallen van empyeem wordt veroorzaakt door anaërobe bacteriën. De infectie<br />
is meestal geassocieerd met aspiratie (bijvoorbeeld alcoholisme, tandheelkundige ingrepen) of<br />
endobronchiale obstructie (corpus alienum, tumor). De meest voorkomende anaërobe bacteriën<br />
zijn Fusobacterium nucleatum, Prevotella spp., Peptostreptococcus spp. en Bacteroides fragilis. De<br />
prognose wordt meestal bepaald door de onderliggende comorbiditeit. Haemophilus influenzae,<br />
Klebsiella pneumoniae en Pseudomonas aeruginosa zijn de meest voorkomende Gram-negatieve<br />
bacteriën die pleurale infecties veroorzaken. Patiënten met een pneumonie veroorzaakt door<br />
deze bacteriën hebben een grote kans op een gecompliceerde PPE. 17<br />
ConCluSie<br />
Niveau 2<br />
S. pneumoniae voorzaakt bij CAP het meest frequent een PPE.<br />
B Light 1980 6 , Macfarlane 1984 16<br />
C Taryle 1978 5<br />
2