Richtlijn Niet-maligne pleuravocht Richtlijn Niet ... - Kwaliteitskoepel
Richtlijn Niet-maligne pleuravocht Richtlijn Niet ... - Kwaliteitskoepel
Richtlijn Niet-maligne pleuravocht Richtlijn Niet ... - Kwaliteitskoepel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2.2.1 onderzoek van <strong>pleuravocht</strong><br />
Een diagnostische pleurapunctie (thoracocentesis) is een eenvoudige ingreep die poliklinisch<br />
kan worden verricht. Voor een kleine effusie kan echografie van de thorax behulpzaam zijn.<br />
Het materiaal wordt direct gesplitst in steriele buisjes en/of potjes voor microbiologisch, cytolo-<br />
gisch en biochemisch onderzoek. Idealiter wordt serum simultaan met <strong>pleuravocht</strong> biochemisch<br />
onderzocht, 9 of uiterlijk binnen 24 uur na thoracocentesis. 10<br />
In prospectief onderzoek 11 bleek thoracocentesis, in combinatie met klinische gegevens, in 18%<br />
een zekere diagnose te geven en in 55% een waarschijnlijke diagnose. Soms is de waarde ervan<br />
gelegen in het uitsluiten van bepaalde aandoeningen zoals hematothorax of empyeem.<br />
beoordeling van <strong>pleuravocht</strong><br />
Beoordeling vindt plaats van:<br />
• aspect en geur;<br />
• biochemie;<br />
• microbiologie;<br />
• cytologie/hematologie.<br />
Aspect en geur<br />
Putlucht Anaërobe en Gram-negatieve bacteriën<br />
Voedseldelen Slokdarmruptuur<br />
Gal Bilio-/cholothorax<br />
Melkachtig Chylo-/pseudochylothorax<br />
Bloed Hematothorax<br />
Pus Empyeem<br />
Bruine kleur Ruptuur amoebenabces/lang bestaande hematothorax<br />
Ammoniakgeur Urinothorax<br />
Biochemie<br />
De meest gebruikte bepalingen in <strong>pleuravocht</strong> zijn: LDH, eiwit, pH, glucose, op indicatie<br />
albumine, amylase, creatinine, Hb, triglyceriden en cholesterol.<br />
• ldh en totaaleiwit<br />
De eenvoudigste manier om een transsudaat van een exsudaat te onderscheiden is door middel<br />
van bepaling van het serum- en pleura-LDH en -totaaleiwit. In 1972 zijn door Light drie<br />
criteria opgesteld. 9 Als ten minste één van de drie criteria aanwezig is dan betreft het vrijwel<br />
zeker een exsudaat:<br />
• Totaaleiwitratio <strong>pleuravocht</strong>/serum > 0,5;<br />
• LDH-ratio <strong>pleuravocht</strong>/serum > 0,6;<br />
• Pleuravocht-LDH > 2/3 bovengrens normale serum-LDH waarde.<br />
1