Zo is het gekomen… - Robert Gesink

Zo is het gekomen… - Robert Gesink Zo is het gekomen… - Robert Gesink

robertgesink.nl
from robertgesink.nl More from this publisher
05.09.2013 Views

GESINK AND FRIENDS Zo is het gekomen… Vijf jaar geleden was de ploeg van het KNWU-disctrict Oost één van de sterkste teams in de categorie junioren. In die ploeg onderscheidde een lange spille- poot zich vanwege zijn enorme drive en bijzondere talent: Robert Gesink. Samen met de boerenzoon uit Varsseveld, zijn trainer René Gildhuis en zijn oude strijdmakkers Marc Reef en Bram Aalders haalden we in Aalten wat oude koeien uit de sloot. TEKST: MARCEL SLAGMAN, FOTO’S: MARCEL SLAGMAN, ARCHIEF RENÉ GILDHUIS In het midden van de jaren‘90 was de wielrenafdeling van De Peddelaars uit Aalten op sterven na dood. René Gildhuis, zelf ooit een blauwe maandag wielrenner en lid van de vereniging, besloot om met enkele clubgenoten de wedstrijdtak nieuw leven in te blazen. Robert Gesink, uit het 10 kilometer verderop gelegen Varsseveld, behoorde eind jaren’90 tot de nieuwe lichting jeugdleden van de Aaltense club. Ouders konden voor 90 euro per jaar een fiets huren, zodat ze niet gedwongen waren om voor hun opgroeiende kinderen jaarlijks een nieuw karretje aan te schaffen. De drempel om te gaan wielrennen was dus laag bij De Peddelaars. Aangezien veel verenigingen weinig nieuwelingen en junioren hadden, besloot men in de Achterhoek onder de naam Achterhoek 2000 een samenwerkingsverband aan te gaan. Zodoende trokken renners uit die categorieën vaak samen ten strijde, terwijl de top ook nog eens uitkwam voor het disctrict Oost. Marc Reef van OWC uit Oldenzaal, Bram Aalders van De Zwaluwen uit Doetinchem en Robert Gesink van De Peddelaars waren dus vaak ploeggenoten onder leiding van René Gildhuis, die zowel de renners van Achterhoek 2000 als van het district trainde. Aangezien ze vanaf de winter met elkaar trainden - en elkaar van haver tot gort kenden - ontstond er een hechte band. En dus overschreed de teamgeest de clubbelangen, wat tegenstanders wel eens tot wanhoop dreef. René Gildhuis herinnert zich nog een koers in het Duitse Wuppertal. ,,Die Duitsers stoorden zich aan het feit dat de Nederlanders ondanks hun verschillende clubkleuren toch samenwerkten. En het had resultaat, want Marc Reef won en Robert Gesink werd tweede.’’ TRAINER Aan de keukentafel bij René Gildhuis praten we met Marc Reef en Bram Aalders, terwijl Robert Gesink ook nog even langs wipt. ,,Je Robert Gesink, geflankeerd door Marc Reef (links), Bram Aalders (midden) en René Gildhuis (rechts). Linksboven: Robert Gesink en Bram Aalders in Sint Geertruid. Rechtsboven:Gesink met zijn trainer René Gildhuis (links) na het behalen van de nationale tijdrittitel bij de junioren. Linksonder: Robert Gesink wint de slotetappe van de Vredeskoers voor junioren. Rechtonder: Marc Reef klopte Robert Gesink in het Duitse Wuppertal. weet anders nooit wat ze over je vertellen’’, grapt de Rabo-renner, die net is teruggekeerd van een hoogtestage in de Sierra Nevada. Hij oogt ontspannen en voelt zich onmiddellijk op zijn gemak bij zijn oude makkers. Met trainer Gildhuis onderhoudt hij nog regelmatig contact. ,,Robert woont 500 meter verderop. Morgen zit hij nog twee uur achter mijn kont.’’ Waarop Gesink gevat inhaakt: ,,Zeg maar achter mijn brommer, anders komt het zo raar over.’’ De Tourdebutant, weer serieus: ,,René heeft veel voor me betekend. Ik heb een groot deel van mijn ontwikkeling aan hem te danken. Hij stond altijd klaar en ik reed vaak met hem mee naar de koers. Mijn ouders kwamen best vaak kijken, maar vanwege het werk op de boerderij waren ze ook veel verhinderd.’’ Gildhuis stond Gesink ook bij met trainingschema’s. ,,Het is in eerste instantie belangrijk dat je van huis uit alle medewerking krijgt’’, zegt Gesink. ,,Maar het is ook van belang dat iemand je goed traint. Ik stuurde altijd mijn hartslagfiles per mail naar René, die mijn trainingschema’s maakte. Ik vind dat belangrijk. Nu nog neem ik de opgestelde schema’s (van Louis Delahaye, MS) heel serieus. Ik maak exact de uren die zijn aangegeven. Dat was als junior ook zo, die drive had ik al vroeg. Aan de andere kant is het maar net hoe je in elkaar zit. Bram Tankink deed op die leeftijd heel andere dingen en toch is hij er ook gekomen. Ik denk dat jongens met ta- lent en een goede instelling altijd komen bovendrijven, al heb je ook wel wat geluk nodig. Er zullen destijds in Nederland nog wel 10 Michael Boogerds zijn geweest, maar die hebben de kans niet gekregen of ze zijn gewoon niet gaan fietsen. Daarom is het belangrijk dat je bij een wielervereniging in je omgeving de mogelijkheid krijgt om te gaan koersen.’’ Waar Robert Gesink als jeugdrenner al zijn wedstrijdjes reed, begonnen Marc Reef en Bram Aalders iets later met koersen. Reef had een buurman die bij de OWC reed. Op zijn 14e ,Robert was toen al de beste' kreeg hij zijn eerste racefiets en twee jaar later ging hij wedstrijden rijden. Aalders had een vader die MTB toertochten reed. Toen hij elf jaar oud was ging hij mee en bij de nieuwelingen kreeg Bram zijn eerste licentie. In 2004 maakten Marc, Bram en Robert deel uit van de disctrictsselectie Oost, waarbij ook de tegenwoordige Vacansoleil-prof Thijs van Amerongen zat. Het werd een jaar waarin de renners van René Gildhuis (en ploegleider Chris de Jonge) de successen aaneen regen. De basis daarvoor werd, zoals te doen gebruikelijk, gelegd in het prille voorseizoen. Gildhuis: ,,Een goed team vorm je door veel samen te trainen. Dat deden we toen en dat doen we nog steeds. Het was hier gewoon om wat jongens van verschillende clubs bij elkaar te zetten. We hebben ons echt als team voorbereid.’’ In het voorjaar stond er tevens een trainingskamp in Limburg op het programma. Reef: ,,En de eerste die de competitie opzocht was Robert. Dat jaar in Limburg was het helemaal erg. Hij hoefde maar een heuveltje te zien of hij was al vertrokken. Hoe meer hij eraf reed, hoe beter het was. Hij wilde constant tonen dat hij de beste was.’’ Gesink (lachend): ,,Dat zou best eens kunnen, ja. Ik ben iemand die van stevig doorrijden houdt. Ik kan niet fietsen met de handjes op het stuur. En ik kan niet rustig in een groep trainen. Nu nog niet. Ik heb het in de Sierra Nevada wel gedaan, maar daarna was ik steeds blij dat ik bergop weer flink mocht doortrekken.’’ Aalders, die Gesink vaak thuis oppikte, zegt: ,,Als ploeg hadden we niet een echte aanvoerder, maar Robert was toen al de beste. Je merkte dat hij een enorme drive had. Meer dan ik. Het is moeilijk uit te leggen: hij wilde nog meer trainen en er nog meer voor doen.’’ De successen in 2004 kwamen met de winst van Thijs van Amerongen in de Flevotour. ,,Daarna was het hek van de dam’’, zegt Reef, 16 WIELER MAGAZINE TOURGIDS - JUNI 2009 17

GESINK AND FRIENDS<br />

<strong>Zo</strong> <strong>is</strong> <strong>het</strong> <strong>gekomen…</strong><br />

Vijf jaar geleden was de ploeg van <strong>het</strong> KNWU-d<strong>is</strong>ctrict Oost één van de sterkste<br />

teams in de categorie junioren. In die ploeg onderscheidde een lange spille-<br />

poot zich vanwege zijn enorme drive en bijzondere talent: <strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong>.<br />

Samen met de boerenzoon uit Varsseveld, zijn trainer René Gildhu<strong>is</strong> en zijn<br />

oude strijdmakkers Marc Reef en Bram Aalders haalden we in Aalten wat oude<br />

koeien uit de sloot. TEKST: MARCEL SLAGMAN, FOTO’S: MARCEL SLAGMAN, ARCHIEF RENÉ GILDHUIS<br />

In <strong>het</strong> midden van de jaren‘90 was de wielrenafdeling<br />

van De Peddelaars uit Aalten op<br />

sterven na dood. René Gildhu<strong>is</strong>, zelf ooit een<br />

blauwe maandag wielrenner en lid van de<br />

vereniging, besloot om met enkele clubgenoten<br />

de wedstrijdtak nieuw leven in te blazen.<br />

<strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong>, uit <strong>het</strong> 10 kilometer verderop<br />

gelegen Varsseveld, behoorde eind jaren’90<br />

tot de nieuwe lichting jeugdleden van de Aaltense<br />

club. Ouders konden voor 90 euro per<br />

jaar een fiets huren, zodat ze niet gedwongen<br />

waren om voor hun opgroeiende kinderen<br />

jaarlijks een nieuw karretje aan te schaffen.<br />

De drempel om te gaan wielrennen was dus<br />

laag bij De Peddelaars. Aangezien veel verenigingen<br />

weinig nieuwelingen en junioren<br />

hadden, besloot men in de Achterhoek onder<br />

de naam Achterhoek 2000 een samenwerkingsverband<br />

aan te gaan. <strong>Zo</strong>doende trokken<br />

renners uit die categorieën vaak samen ten<br />

strijde, terwijl de top ook nog eens uitkwam<br />

voor <strong>het</strong> d<strong>is</strong>ctrict Oost. Marc Reef van OWC<br />

uit Oldenzaal, Bram Aalders van De Zwaluwen<br />

uit Doetinchem en <strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong> van De<br />

Peddelaars waren dus vaak ploeggenoten<br />

onder leiding van René Gildhu<strong>is</strong>, die zowel de<br />

renners van Achterhoek 2000 als van <strong>het</strong> d<strong>is</strong>trict<br />

trainde. Aangezien ze vanaf de winter<br />

met elkaar trainden - en elkaar van haver tot<br />

gort kenden - ontstond er een hechte band.<br />

En dus overschreed de teamgeest de clubbelangen,<br />

wat tegenstanders wel eens tot wanhoop<br />

dreef. René Gildhu<strong>is</strong> herinnert zich nog<br />

een koers in <strong>het</strong> Duitse Wuppertal. ,,Die Duitsers<br />

stoorden zich aan <strong>het</strong> feit dat de Nederlanders<br />

ondanks hun verschillende clubkleuren<br />

toch samenwerkten. En <strong>het</strong> had resultaat,<br />

want Marc Reef won en <strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong> werd<br />

tweede.’’<br />

TRAINER<br />

Aan de keukentafel bij René Gildhu<strong>is</strong> praten<br />

we met Marc Reef en Bram Aalders, terwijl<br />

<strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong> ook nog even langs wipt. ,,Je<br />

<strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong>, geflankeerd door Marc Reef (links),<br />

Bram Aalders (midden) en René Gildhu<strong>is</strong> (rechts).<br />

Linksboven: <strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong> en Bram Aalders in Sint Geertruid. Rechtsboven:<strong>Gesink</strong> met zijn trainer René Gildhu<strong>is</strong> (links) na <strong>het</strong> behalen van de nationale tijdrittitel bij de<br />

junioren. Linksonder: <strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong> wint de slotetappe van de Vredeskoers voor junioren. Rechtonder: Marc Reef klopte <strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong> in <strong>het</strong> Duitse Wuppertal.<br />

weet anders nooit wat ze over je vertellen’’,<br />

grapt de Rabo-renner, die net <strong>is</strong> teruggekeerd<br />

van een hoogtestage in de Sierra Nevada. Hij<br />

oogt ontspannen en voelt zich onmiddellijk<br />

op zijn gemak bij zijn oude makkers. Met trainer<br />

Gildhu<strong>is</strong> onderhoudt hij nog regelmatig<br />

contact. ,,<strong>Robert</strong> woont 500 meter verderop.<br />

Morgen zit hij nog twee uur achter mijn kont.’’<br />

Waarop <strong>Gesink</strong> gevat inhaakt: ,,Zeg maar<br />

achter mijn brommer, anders komt <strong>het</strong> zo raar<br />

over.’’ De Tourdebutant, weer serieus: ,,René<br />

heeft veel voor me betekend. Ik heb een groot<br />

deel van mijn ontwikkeling aan hem te danken.<br />

Hij stond altijd klaar en ik reed vaak met<br />

hem mee naar de koers. Mijn ouders kwamen<br />

best vaak kijken, maar vanwege <strong>het</strong> werk op<br />

de boerderij waren ze ook veel verhinderd.’’<br />

Gildhu<strong>is</strong> stond <strong>Gesink</strong> ook bij met trainingschema’s.<br />

,,Het <strong>is</strong> in eerste instantie belangrijk<br />

dat je van hu<strong>is</strong> uit alle medewerking<br />

krijgt’’, zegt <strong>Gesink</strong>. ,,Maar <strong>het</strong> <strong>is</strong> ook van belang<br />

dat iemand je goed traint. Ik stuurde altijd<br />

mijn hartslagfiles per mail naar René, die<br />

mijn trainingschema’s maakte. Ik vind dat<br />

belangrijk. Nu nog neem ik de opgestelde<br />

schema’s (van Lou<strong>is</strong> Delahaye, MS) heel serieus.<br />

Ik maak exact de uren die zijn aangegeven.<br />

Dat was als junior ook zo, die drive had<br />

ik al vroeg. Aan de andere kant <strong>is</strong> <strong>het</strong> maar<br />

net hoe je in elkaar zit. Bram Tankink deed op<br />

die leeftijd heel andere dingen en toch <strong>is</strong> hij<br />

er ook gekomen. Ik denk dat jongens met ta-<br />

lent en een goede instelling altijd komen bovendrijven,<br />

al heb je ook wel wat geluk nodig.<br />

Er zullen destijds in Nederland nog wel 10<br />

Michael Boogerds zijn geweest, maar die<br />

hebben de kans niet gekregen of ze zijn gewoon<br />

niet gaan fietsen. Daarom <strong>is</strong> <strong>het</strong> belangrijk<br />

dat je bij een wielervereniging in je<br />

omgeving de mogelijkheid krijgt om te gaan<br />

koersen.’’<br />

Waar <strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong> als jeugdrenner al zijn<br />

wedstrijdjes reed, begonnen Marc Reef en<br />

Bram Aalders iets later met koersen. Reef had<br />

een buurman die bij de OWC reed. Op zijn 14e<br />

,<strong>Robert</strong> was toen<br />

al de beste'<br />

kreeg hij zijn eerste racefiets en twee jaar later<br />

ging hij wedstrijden rijden. Aalders had<br />

een vader die MTB toertochten reed. Toen hij<br />

elf jaar oud was ging hij mee en bij de nieuwelingen<br />

kreeg Bram zijn eerste licentie. In<br />

2004 maakten Marc, Bram en <strong>Robert</strong> deel uit<br />

van de d<strong>is</strong>ctrictsselectie Oost, waarbij ook de<br />

tegenwoordige Vacansoleil-prof Thijs van<br />

Amerongen zat. Het werd een jaar waarin de<br />

renners van René Gildhu<strong>is</strong> (en ploegleider<br />

Chr<strong>is</strong> de Jonge) de successen aaneen regen.<br />

De bas<strong>is</strong> daarvoor werd, zoals te doen gebruikelijk,<br />

gelegd in <strong>het</strong> prille voorseizoen. Gildhu<strong>is</strong>:<br />

,,Een goed team vorm je door veel samen<br />

te trainen. Dat deden we toen en dat<br />

doen we nog steeds. Het was hier gewoon<br />

om wat jongens van verschillende clubs bij<br />

elkaar te zetten. We hebben ons echt als team<br />

voorbereid.’’ In <strong>het</strong> voorjaar stond er tevens<br />

een trainingskamp in Limburg op <strong>het</strong> programma.<br />

Reef: ,,En de eerste die de competitie<br />

opzocht was <strong>Robert</strong>. Dat jaar in Limburg<br />

was <strong>het</strong> helemaal erg. Hij hoefde maar een<br />

heuveltje te zien of hij was al vertrokken. Hoe<br />

meer hij eraf reed, hoe beter <strong>het</strong> was. Hij<br />

wilde constant tonen dat hij de beste was.’’<br />

<strong>Gesink</strong> (lachend): ,,Dat zou best eens kunnen,<br />

ja. Ik ben iemand die van stevig doorrijden<br />

houdt. Ik kan niet fietsen met de handjes op<br />

<strong>het</strong> stuur. En ik kan niet rustig in een groep<br />

trainen. Nu nog niet. Ik heb <strong>het</strong> in de Sierra<br />

Nevada wel gedaan, maar daarna was ik<br />

steeds blij dat ik bergop weer flink mocht<br />

doortrekken.’’ Aalders, die <strong>Gesink</strong> vaak thu<strong>is</strong><br />

oppikte, zegt: ,,Als ploeg hadden we niet een<br />

echte aanvoerder, maar <strong>Robert</strong> was toen al de<br />

beste. Je merkte dat hij een enorme drive<br />

had. Meer dan ik. Het <strong>is</strong> moeilijk uit te leggen:<br />

hij wilde nog meer trainen en er nog meer<br />

voor doen.’’<br />

De successen in 2004 kwamen met de winst<br />

van Thijs van Amerongen in de Flevotour.<br />

,,Daarna was <strong>het</strong> hek van de dam’’, zegt Reef,<br />

16 WIELER MAGAZINE TOURGIDS - JUNI 2009 17


GESINK AND FRIENDS<br />

Wanne 2004: Marc Reef, Bram Aalders en <strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong> warmen zich op voor een tijdrit.<br />

terwijl Aalders toevoegt: ,,Vanaf de Flevotour<br />

reden we eigenlijk altijd voor elkaar, ook als<br />

we niet als één team stonden ingeschreven.’’<br />

Gildhu<strong>is</strong>: ,,De tactiek was duidelijk: aanvallen<br />

en meespringen. En als dat lukte dan stopte<br />

de rest af.’’ De d<strong>is</strong>ctrictsploeg re<strong>is</strong>de af naar<br />

Tsjechië om er deel te nemen aan de Vredeskoers.<br />

Gildhu<strong>is</strong>: ,,Maar eenmaal aangekomen,<br />

moesten we eerst met de KNWU bellen omdat<br />

ze waren vergeten ons in te schrijven.’’<br />

<strong>Gesink</strong>, Reef en Aalders kunnen zich <strong>het</strong> hotel<br />

nog goed herinneren. ,,Echt nog Oostblok.<br />

Scheuren in <strong>het</strong> dak, <strong>het</strong> eten werd met de<br />

hand opgeschept en we kregen chocolade<br />

over de pasta’’, lacht Aalders. Ondanks de internationale<br />

tegenstand ging <strong>het</strong> in de koers<br />

voorspoedig. De Oost-Nederlanders werden<br />

tussen de wereldelite derde in de ploegentijdrit.<br />

En alhoewel <strong>Gesink</strong> in de Flevotour op zijn<br />

knie was gevallen, schreef hij op de slotdag<br />

zowaar een zware rit op zijn naam. Hij bleef<br />

Edvald Boasson Hagen, Simon Spilak en Roman<br />

Kreuziger voor, stuk voor stuk jongens<br />

die nu bij de profs de aanval op de huidige<br />

top hebben geopend. In de juniorenklassieker<br />

in Sint-Geertruid toonde <strong>het</strong> team zijn kracht<br />

in de breedte. Thijs van Amerongen won,<br />

Marc Reef werd tweede, Bram Aalders werd<br />

derde en <strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong> fin<strong>is</strong>hte als vierde.<br />

Aalders: ,,Hoe harder <strong>het</strong> heuvel op ging, hoe<br />

beter <strong>het</strong> voor ons was.’’ Een week later reden<br />

<strong>Gesink</strong> en Van Amerongen in <strong>het</strong> Waalse<br />

Sombreffe, ondanks krampaanvallen bij beide<br />

renners, de concurrentie op twee minuten.<br />

,,Een echt heel slimme tactiek hadden we<br />

niet’’, zegt <strong>Gesink</strong>. ,,Op de eerste klim ben ik<br />

volle bak gaan rijden. Later kwam Thijs bij me<br />

en zijn we gewoon doorgereden. Het sloeg<br />

eigenlijk nergens op. Maar dat kan bij de junioren,<br />

gewoon onbevangen de beuk erin.’’ Die<br />

manier van koersen kostte <strong>Gesink</strong> later in<br />

Heerlen de titel. ,,Ik was niet zo slim die dag.<br />

18 WIELER MAGAZINE<br />

Vanaf de eerste ronde heb ik daar elke ronde<br />

weer de aanval geopend. Er zat niet echt een<br />

plan achter. Later dacht ik dat ik een lekke<br />

band had, maar mijn bracket bleek te zijn gescheurd.’’<br />

Bram Aalders pakte <strong>het</strong> handiger<br />

aan. ,,Ik heb de hele dag bij de beste 20 gereden,<br />

maar ik ben nooit op kop gekomen. In de<br />

laatste ronde heb ik bovenop <strong>het</strong> klimmetje<br />

de aanval geopend. Ik sloeg een gat en pakte<br />

de titel.’’ Het <strong>is</strong> mooi om te zien hoe goed de<br />

renners van <strong>het</strong> team van 2004 met elkaar<br />

kunnen opschieten. Gildhu<strong>is</strong>: ,,Het klikte gewoon.<br />

Ik kan me ook geen ruzies herinneren.<br />

,Een echt heel<br />

slimme tactiek<br />

hadden we niet’<br />

Meestal werd er plezier gemaakt.’’ <strong>Gesink</strong><br />

zegt dat hij soms de pest in had als clubgenoot<br />

Frederik Bekkers, die ook deel uitmaakte<br />

van <strong>het</strong> team, dankzij zijn rappe benen de<br />

zege pakte. ,,Ik was van <strong>het</strong> harde trainen en<br />

ervoor leven. Frederik was van <strong>het</strong> uitgaan en<br />

lol trappen. Maar dan werd ik 5e of 6e, terwijl<br />

Frederik in de sprint gewoon de koers won. In<br />

dat seizoen 2004 kreeg hij echter de ziekte<br />

van Pfeiffer en reed hij geen koers meer.’’<br />

PROF WORDEN<br />

Hoewel de hele ploeg veel beloofde, slaagden<br />

alleen <strong>Robert</strong> <strong>Gesink</strong> en Thijs van Amerongen<br />

erin om beroepsrenner te worden. Aalders<br />

werkt momenteel als bodemonderzoeker<br />

en hij treedt in <strong>het</strong> najaar in dienst bij <strong>het</strong><br />

korps mariniers. Wedstrijden fietsen doet hij<br />

niet meer, na een omzwerving via AXA, Ub-<br />

bink-Syntec, een avontuur in België en De<br />

Jonge Renner. Reef, die in september bedrijfskunde<br />

gaat studeren, <strong>is</strong> nog actief bij<br />

Asito en werd begin juni nog 3e in de Parel<br />

van de Veluwe. ,,Ik vind <strong>het</strong> nog leuk om te<br />

doen’’, zegt hij. Dat <strong>Gesink</strong> <strong>het</strong> ver zou kunnen<br />

schoppen, had hij wel gedacht. ,,<strong>Robert</strong> was<br />

de beste van ons allemaal.’’ Gildhu<strong>is</strong> zegt dat<br />

<strong>Robert</strong> als kind al riep dat hij prof wilde worden.<br />

,,Maar dat zeiden ze toen allemaal.<br />

Slechts een enkeling redt <strong>het</strong>. <strong>Robert</strong> kon<br />

goed tijdrijden en klimmen, twee belangrijke<br />

elementen. Daarnaast zit <strong>het</strong> in zijn bovenkamer<br />

ook goed en was hij bereid om er alles<br />

voor te doen en te laten. En hij heeft altijd<br />

progressie geboekt, dat <strong>is</strong> nu nog <strong>het</strong> geval.’’<br />

<strong>Gesink</strong>: ,,Toen ik als tweedejaars belofte bij<br />

Rabo kwam, ging ik met grote stappen vooruit.<br />

Het voordeel <strong>is</strong> dat je een goed programma<br />

kunt rijden. Als je een grote motor hebt,<br />

kun je die bij Rabo verder ontwikkelen. Maar<br />

je moet ook snel kunnen doorgroeien. Er<br />

staan namelijk altijd weer nieuwe talenten<br />

op.’’ Reef en Aalders volgen de prestaties van<br />

<strong>Gesink</strong> op de voet. Reef: ,,Wat we nog herkennen<br />

van toen <strong>is</strong> de kleine versnelling die hij<br />

trapt. Dat <strong>is</strong> ons met de paplepel ingegoten.<br />

Ik denk dat niemand bij ons team met de<br />

grote plaat reed.’’ Gildhu<strong>is</strong>: ,,Een hoog beentempo<br />

<strong>is</strong> de bas<strong>is</strong>: bij <strong>het</strong> klimmen en op <strong>het</strong><br />

vlakke. Soms vallen er gaten in een peloton,<br />

omdat iemand een te laag beentempo heeft.<br />

Je moet met een frequentie van 120 kunnen<br />

rijden. Ook tegen de wind in.’’ <strong>Gesink</strong>: ,,We<br />

hebben altijd goed getraind, maar nooit teveel:<br />

5 of 6 dagen per week, maar nooit meer<br />

dan 3 of 4 uur.’’<br />

VERWACHTINGEN<br />

Op 5 juli maakt <strong>Gesink</strong> in Monaco zijn Tourdebuut.<br />

Reef denkt erover om ook naar <strong>het</strong> luxe<br />

min<strong>is</strong>taatje aan de Middellandse Zee af te<br />

reizen. Aalders gaat de verrichtingen van de<br />

Achterhoeker via de telev<strong>is</strong>ie volgen. Reef:<br />

,,Het <strong>is</strong> natuurlijk hartstikke mooi, we gunnen<br />

<strong>het</strong> hem van harte. Als ik hem nu op telev<strong>is</strong>ie<br />

zie rijden, zeg ik nog wel eens trots dat ik bij<br />

hem in de ploeg heb gereden. De eerste keer<br />

dat hij me echt verbaasde, was toen ik hoorde<br />

dat hij als tweedejaars belofte <strong>het</strong> Circuito<br />

Montañes had gewonnen. Het betekent echt<br />

iets als je die koers kan winnen. Piet Kuys<br />

was toen ploegleider en hij zei: <strong>Gesink</strong> wordt<br />

een hele grote.’’ Aalders was onlangs onder<br />

de indruk van <strong>Gesink</strong>s aanval in de Amstel<br />

Gold Race. ,,Het was genieten geblazen toen<br />

hij na de Keuteberg demarreerde. Maar <strong>het</strong><br />

was ook schitterend hoe hij vorig jaar in Parijs-Nice<br />

de Mont Ventoux opreed. Dat hadden<br />

we vroeger toch niet kunnen bedenken.<br />

Als <strong>Robert</strong> meerijdt, kijk je anders naar de<br />

koers. Ik ben hem altijd aan <strong>het</strong> zoeken.’’ Beide<br />

ploegmaten van toen denken dat <strong>Gesink</strong> in<br />

zijn eerste Tour al een goede uitslag kan rijden.<br />

Reef: ,,Ik denk toch wel aan een plaats bij<br />

de eerste tien in Parijs.’’ Aalders: ,,Een top 15<br />

of m<strong>is</strong>schien zelfs top 10. Het ligt eraan of hij<br />

voor zichzelf kan rijden of dat hij zich moet<br />

wegcijferen voor Menchov.’’ Waarna <strong>Gesink</strong><br />

nuchter besluit: ,,Als ik bij Menchov kan blijven,<br />

eindig ik vanzelf voorin.’’<br />

www.giant-bicycles.com<br />

NOG GEEN<br />

METER<br />

GEfi ETST<br />

EN NU AL EEN<br />

SPONSOR.<br />

GIANT SPONSORT<br />

U TIJDENS DE<br />

TOUR DE FRANCE<br />

MET EEN<br />

GRATIS<br />

GIANT<br />

ARES HELM<br />

Ter waarde van € 99,95<br />

We hebben er alle vertrouwen in: de Giant Defy brengt de ware renner in u<br />

boven. Kijk maar eens naar dat gestroomlijnde frame uit aluminium, composite<br />

of een combinatie (alliance) van beide. En naar de dynam<strong>is</strong>che geometrie<br />

die veel comfort belooft. We zien u helemaal zitten op zo’n fi ets en daarom<br />

sponsoren we u graag. Met een grat<strong>is</strong> Giant Ares helm t.w.v. h 99,95.<br />

Een mooi aanbod dat geldt voor de Defy 1 Team van h 1249,- en alleen<br />

tijdens de actieperiode*. Dus ga naar www.giant-bicycles.com voor de dealer<br />

bij u in de buurt. Daar staat uw Defy klaar voor een overtuigende proefrit.<br />

Er <strong>is</strong> al een Giant Defy vanaf h 699,-.<br />

*Aktieperiode: 1 juli t/m 31 juli 2009.<br />

RiDe life Ride giant<br />

Official Partner<br />

Rabobank Cycling Team

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!