Modificatie Flight Controls - Portfolio Matthijs van Essen
Modificatie Flight Controls - Portfolio Matthijs van Essen
Modificatie Flight Controls - Portfolio Matthijs van Essen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Modificatie</strong> flight controls 2a1ap Aviation Studies<br />
1.2.4b Gieren leidt tot rollen<br />
Omgekeerd leidt gieren tot rollen. Het principe hier<strong>van</strong> is hetzelfde; als een vliegtuig een gierende<br />
beweging maakt, zal de buitenvleugel een grotere afstand hebben, dus ook een hogere snelheid en<br />
meer weerstand ondervinden. Hierdoor ontstaat er een moment om de langs-as, dat een<br />
rolbeweging veroorzaakt.<br />
Een andere reden voor dit haakeffect is dat er een kracht zal optreden op de uitgeslagen rudder.<br />
Omdat het aangrijpingspunt <strong>van</strong> de totale kracht op de rudder zich boven het zwaartepunt <strong>van</strong> het<br />
vliegtuig bevindt, zal er een moment ontstaan. Dit moment werkt eveneens om de langs-as en<br />
veroorzaakt ook een rolbeweging.<br />
1.2.4c Dutch roll<br />
Zoals omschreven veroorzaakt een rollende beweging tot gieren en een gierende beweging tot<br />
rollen. Dit wilt zeggen dat als een vliegtuig een rollende beweging uitvoert, dat het gevolg hier<strong>van</strong><br />
een gierende beweging is. Echter is bekend dat een gierende beweging een rollende beweging als<br />
gevolg heeft, zodat de ontstane gierende beweging tot rollen leidt. Dit is een cyclus dat bij lichte<br />
vliegtuig drie tot twaalf seconden kan duren. Passagiersvliegtuigen hebben langer last <strong>van</strong> deze<br />
cyclus. Dit kan namelijk langer dan een minuut duren.<br />
1.2.4d De gevolgen en oplossingen<br />
Door de neveneffecten zal het vliegtuig zich niet evenwijdig met<br />
de luchtstroom voortbewegen. Dit leidt tot extra weerstand,<br />
snelheidsverlies en een hoger brandstofverbruik. Een bocht<br />
waarbij het vliegtuig evenwijdig met de luchtstroom vliegt wordt<br />
een gecoördineerde bocht genoemd. De piloot kan aan de<br />
inclinometer in de cockpit zien of er gecoördineerd wordt<br />
gevlogen. De inclinometer bevindt zich onder de turncoördinator.<br />
In figuur 1.10 is te zien dat het vliegtuig een bocht naar rechts<br />
met 360 graden per twee minuten maakt. Onder de<br />
turncoördinator is te zien dat het balletje in de inclinometer zich<br />
aan de linkerkant bevindt. Dat betekent dat het vliegtuig een<br />
schuivende bocht maakt en de waarde <strong>van</strong> de turncoördinator<br />
kan afwijken. De piloot kan dit opheffen door druk op het linker<br />
voetenpedaal uit te oefenen. Hierdoor veroorzaakt de rudder een<br />
beweging om de top-as waardoor er een gecoördineerde bocht<br />
kan worden gevlogen. In figuur 1.11 zijn verschillende bochten<br />
zichtbaar en hoe deze op de inclinometer te zien zijn.<br />
Figuur 1.10 Schuivende<br />
bocht op de inclinometer<br />
Figuur 1.11 Verschillende bochten<br />
1.3 Secondary flight controls<br />
Secondary flight controls zijn instrumenten die worden gebruikt om de effectiviteit <strong>van</strong> de primary<br />
flight controls te versterken. Ook helpen ze bij de controle over de snelheid <strong>van</strong> een vliegtuig.<br />
Secondary flight controls kunnen bestaan uit flaps (1.3.1), Slats (1.3.2), spoiler (1.3.3) en trim (1.3.4).<br />
1.3.1 Flaps<br />
De flaps worden gebruikt om de draagkracht <strong>van</strong> een vliegtuig te verhogen, zonder dat de snelheid<br />
<strong>van</strong> het vliegtuig vergroot hoeft te worden (1.3.1a). Er bestaan verschillende soorten flaps die elk hun<br />
eigen eigenschappen hebben om de draagkracht te verhogen (1.3.1b). De flaps bevinden zich aan de<br />
achterzijde <strong>van</strong> de vleugel, ter weerszijde <strong>van</strong> de romp.<br />
1.3.1a Werking<br />
De flaps in figuur 1.12 kunnen zowel mechanisch als elektronisch worden aangedreven. Flaps<br />
verhogen de draagkracht, indien ze <strong>van</strong>uit de horizontale stand gezien (1), een uitslag naar beneden<br />
krijgen (2). De weerstand wordt hiermee verhoogd. Aan de hand <strong>van</strong> de liftformule (formule 4)<br />
kunnen we uitrekenen hoe groot de lift en de weerstand zullen worden. De flaps kunnen in<br />
verschillende standen worden gebracht. Naarmate de standen groter worden, zal de uitslag naar<br />
13