Download - VOTB
Download - VOTB
Download - VOTB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
9 LABORATORIUM-<br />
ONDERZOEK<br />
Sonderingen en boringen zijn niet zonder meer geschikt voor het berekenen van<br />
de draagkracht, de sterkte-eigenschappen, de samendrukbaarheid of de verwerkbaarheid<br />
van de bodem. Uit de sondeergrafieken worden weliswaar vaak rekengrootheden<br />
afgeleid (correlaties), maar de waarde die hieraan wordt gehecht loopt<br />
sterk uiteen. Daarom zijn ze in eerste instantie vooral geschikt om een grove prognose<br />
te maken. Als nauwkeurigere berekeningen nodig zijn, moet de grond in het<br />
laboratorium worden onderzocht.<br />
Monsters nemen<br />
Allereerst moeten grondmonsters van de bodem op de projectlocatie genomen<br />
worden. Daarvoor moeten boringen worden uitgevoerd, waaruit geroerde en ongeroerde<br />
monsters zijn betrokken. Hoe dit gaat, is in hoofdstuk 5 beschreven. Van<br />
het boorgoed dat tijdens de uitvoering van de boring vrijkomt, trekt men regelmatig<br />
een (uiteraard geroerd) grondmonster. Dit gebeurt zeker elke keer als de<br />
grondsoort verandert. Het geroerde monster wordt in een plastic zakje gedaan en<br />
van een label voorzien. Op het label noteert men het boringnummer en de diepte<br />
van de laag waarvoor het monster representatief wordt geacht (bovenkant en<br />
onderkant van de laag). De boormeester benoemt de grondsoort en schrijft dit op<br />
in zijn boorboekje. Tijdens het boren worden op vooraf aangegeven diepten ook<br />
ongeroerde monsters gestoken.<br />
Laboratoriumproeven<br />
In het laboratorium aangekomen, worden de geroerde monsters opnieuw beoordeeld,<br />
waarbij de boorbeschrijving wordt vergeleken met de beschrijving van de<br />
boormeester. Aan de hand van deze beschrijving wordt een boorprofiel getekend.<br />
Hierin zijn ook de diepte van de ongeroerde monsters en eventuele peilbuisgegevens<br />
aangegeven. Dit boorprofiel gaat naar de geotechnisch adviseur, die dan<br />
de benodigde proeven op kan geven. Laboratoriumproeven worden meestal op<br />
ongeroerde monsters uitgevoerd.<br />
LABORATORIUMONDERZOEK<br />
95