Download - VOTB

Download - VOTB Download - VOTB

05.09.2013 Views

88 Op de tweede plaats mag de wand niet kantelen, dat wil zeggen dat alle drukken die damwand willen laten kantelen moeten worden gecompenseerd door de funderingsdruk tegen de onderkant van de bodemplaat. In mechanische termen: som M moet nul zijn (M = 0). Ten slotte moet er ook in verticale zin evenwicht zijn, omdat de wand anders in de grond zou zakken (V = 0) In figuur 8.7 is het krachtenspel uitgebeeld. • Damwanden Bij keerwanden en L-muren wordt het grondkerende vermogen geleverd door het eigen gewicht van de muur, het gewicht van de grond en de wrijving tussen de grond en het grondvlak. Damwanden worden diep onder het aanlegniveau van de muur in de grond gebracht. Om te bezwijken moet grond worden verplaatst (passieve weerstand). Als de stabiliteit van een damwand alleen aan de grondweerstand wordt ontleend, dan spreekt men van een vrijstaande damwand. Het is ook mogelijk een steunpunt aan te brengen, bijvoorbeeld een verankering of een stempeling. Dit figuur 8.8: grondwiggen voor een damwandconstructie ONDERGROND

geeft een kortere en lichtere damwand. In dat geval spreekt men van een enkelvoudig verankerde damwand. Bij grote kerende hoogte kan het nodig zijn om op meerdere niveaus een steunpunt aan te brengen. In dat geval wordt van een meervoudig gestempelde damwand gesproken. Vergeleken met een keermuur is een damwandconstructie vrij slap en geeft ook vaak een beetje mee. Zo’n verplaatsing heeft gevolgen voor de verdeling van de korreldruk. Vroeger werd in Nederland meestal de rekenmethode Blum gebruikt. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de korreldruk actief of passief is, al naar gelang de bewegingsrichting. Met deze methode kunnen echter geen verplaatsingen (uitbuiging) worden berekend. Van de actieve druk (tegen de damwand aan) naar de passieve druk (van de damwand af) volgt de horizontale gronddrukcoëfficiënt een overgangstraject. Voor het ontwikkelen van de actieve weerstand is weinig verplaatsing nodig. Voor het ontwikkelen van de passieve weerstand is ongeveer tien keer zoveel verplaatsing nodig. Het verloop van het overgangstraject wordt beschreven door middel van de beddingsconstante. Bij een hoge beddingsconstante, zoals bijvoorbeeld in zand, is weinig verplaatsing nodig, terwijl in slappe grond met een lage beddingsconstante, vrij veel verplaatsing nodig is. figuur 8.9: Geometrie van de vrijstaande damwand GRONDMECHANICA 89

88<br />

Op de tweede plaats mag de wand niet kantelen, dat wil zeggen dat alle drukken<br />

die damwand willen laten kantelen moeten worden gecompenseerd door de<br />

funderingsdruk tegen de onderkant van de bodemplaat. In mechanische termen:<br />

som M moet nul zijn (M = 0).<br />

Ten slotte moet er ook in verticale zin evenwicht zijn, omdat de wand anders<br />

in de grond zou zakken (V = 0)<br />

In figuur 8.7 is het krachtenspel uitgebeeld.<br />

• Damwanden<br />

Bij keerwanden en L-muren wordt het grondkerende vermogen geleverd door het<br />

eigen gewicht van de muur, het gewicht van de grond en de wrijving tussen de<br />

grond en het grondvlak. Damwanden worden diep onder het aanlegniveau van de<br />

muur in de grond gebracht. Om te bezwijken moet grond worden verplaatst (passieve<br />

weerstand).<br />

Als de stabiliteit van een damwand alleen aan de grondweerstand wordt ontleend,<br />

dan spreekt men van een vrijstaande damwand. Het is ook mogelijk een<br />

steunpunt aan te brengen, bijvoorbeeld een verankering of een stempeling. Dit<br />

figuur 8.8: grondwiggen voor een damwandconstructie<br />

ONDERGROND

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!