Download - VOTB
Download - VOTB
Download - VOTB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
7 OPZET VAN<br />
EEN BODEM-<br />
ONDERZOEK<br />
Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw was de grondboring de enige onderzoekstechniek.<br />
Hierbij werd gebruik gemaakt van de pulsboormethode. Zoals beschreven<br />
in hoofdstuk 4 wordt tegenwoordig in Nederland meestal eerst de sondeermethode<br />
gebruikt. Deze methode is veel sneller en goedkoper dan boren.<br />
Bovendien laat de grond het in Nederland gelukkig vrijwel altijd toe om met sonderen<br />
de gewenste diepte van twintig tot veertig meter (in uitzonderlijke gevallen<br />
zestig meter) te bereiken.<br />
Om meer gegevens over de grond te verkrijgen, kan het sondeeronderzoek worden<br />
aangevuld met verkenningsboringen. Andere onderzoekstechnieken, die vaak<br />
zijn gekoppeld aan verkenningsboringen worden in Nederland alleen voor bijzondere<br />
projecten toegepast.<br />
Onderzoek voor een funderingsadvies<br />
Of het nu gaat om een woning, een kantoor, een kunstwerk of om een brug, altijd<br />
zal een funderingsadvies nodig zijn. Hoe zorgt een bodemonderzoeker er nu voor<br />
dat men tijdens de bouw niet voor verrassingen komt te staan?<br />
Allereerst is het belangrijk om het gebouwoppervlak ‘in te sluiten’. Dit kan het<br />
best worden gedaan door sonderingen te plaatsen op de hoekpunten en vervolgens<br />
op de gebouwomtrek om de 25 m. Daarna wordt het hele gebouwoppervlak<br />
‘gevuld’ met sonderingen, zodanig dat de onderlinge afstanden in alle richtingen<br />
maximaal 25 m bedragen. Er zijn echter gebieden in Nederland waarvan bekend is<br />
dat de grondsamenstelling sterk wisselt. Daar is het dan gebruikelijk om sondeerafstanden<br />
van 15 of 20 m aan te houden. In alle gevallen kan het nodig zijn om<br />
bij gevonden grote verschillen tussen naburige sonderingen extra sonderingen te<br />
maken om het overgangsgebied te bepalen. Dit is echter meestal een constatering<br />
achteraf, na interpretatie van de eerste sondeerresultaten.<br />
De sondeerdiepte hangt af van de funderingswijze: op staal of op palen. Voor<br />
een fundering op staal kan met 10 à 15 m worden volstaan, voor een fundering op<br />
palen is een sondeerdiepte tot ten minste 5 m onder de paalpunt vereist.<br />
Om een beter inzicht te krijgen in de samenstelling van de diverse grondlagen,<br />
OPZET VAN EEN BODEMONDERZOEK<br />
73