Download - VOTB
Download - VOTB Download - VOTB
52 ‘Bodemonderzoek? Dat doe je toch pas als er iets is mis gegaan?’ Bij de aanleg van een weg dacht men te kunnen volstaan met een groot aantal korte elektrische sonderingen. Uit kostenoverwegingen werden geen grondboringen uitgevoerd. Uit de sondeergrafieken bleek dat het wrijvingsgetal in een overal aanwezige bodemlaag op een diepte van anderhalf tot vier meter beneden maaiveld altijd drie à vier procent bedroeg. Aangezien een conusweerstand van 0,7 à 1,0 MPa werd gemeten, is dit geïnterpreteerd als een stijf leempakket. Het ontwerp van de wegfundering werd gemaakt en de schop ging de grond in. Maar in plaats van een leemlaag vond men nu over de gehele lengte van het wegtracé een veenpakket. Dit had door een hoog percentage stuifzand een grotere vastheid gekregen. Hierdoor was het wrijvingsgetal teruggelopen tot drie à vier procent, wat voor veen een ongebruikelijk lage waarde is. De fysische eigenschappen van deze veenlagen, die direct onder de wegfundering kwamen te liggen, zijn sterk verschillend van stijve leemlagen. Het gevolg van de foutieve interpretatie en de ‘kostenbesparende’ beslissing om geen grondboringen uit te voeren, was dat de opbouw van de wegfundering en de ontgravingsdiepte aangepast moesten worden. Omdat al materialen waren besteld en de werkwijze moest worden aangepast, werd ook het werk vertraagd, waarmee een aanzienlijke som geld was gemoeid. Vaak worden ook vergissingen gemaakt tussen overgeconsolideerde kleilagen (pot-, Boomse- en Groenlose klei) en vaste veenlagen in bijvoorbeeld de Eemformatie. Beide grondsoorten hebben eenzelfde conusweerstand en wrijving. Ook ten aanzien van klei boven en klei onder de grondwaterspiegel worden vaak verkeerde inschattingen gemaakt. Het materiaal is in beide gevallen gelijk, de wrijving of het wrijvingsgetal is daarentegen een factor drie à vier verschillend. ONDERGROND
Interieur Sondeerwagen TERREINONDERZOEK: SONDEREN 53
- Page 1 and 2: Handboek geotechnisch bodemonderzoe
- Page 3 and 4: ONDERGROND Juni 2006 De Vereniging
- Page 5 and 6: 4 ONDERGROND
- Page 7 and 8: INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 11 2 DE B
- Page 10 and 11: 10 ONDERGROND
- Page 12 and 13: 12 historisch onderzoek (archief) k
- Page 14 and 15: 14 ONDERGROND
- Page 16 and 17: 16 Era Periode Tijdvak Ouderdom (Ma
- Page 18 and 19: 18 • Vulkanisch Tijdens de Jura (
- Page 20 and 21: 20 • Zeespiegel De periode van he
- Page 22 and 23: 22 Draagkracht In Nederland is een
- Page 24 and 25: 24 ONDERGROND Raadselachtige schade
- Page 26 and 27: 26 ONDERGROND
- Page 28 and 29: 28 woonhuis geeft doorgaans minder
- Page 30 and 31: 30 - kaarten van Alterra (www.alter
- Page 32 and 33: 32 bebouwing. Daarom verdient het a
- Page 34 and 35: 34 Het onderzoek (een bureaustudie)
- Page 36 and 37: 36 Om te kunnen vaststellen of een
- Page 38 and 39: 38 ONDERGROND
- Page 40 and 41: 40 Figuur 4.1 Conus van Huizinga de
- Page 42 and 43: 42 • Hydraulisch De handmatige aa
- Page 44 and 45: 44 figuur 4.5 Grafiek dissipatiepro
- Page 46 and 47: 46 ONDERGROND Op en onder water Al
- Page 48 and 49: 48 Figuur 4.6 Sondeergrafiek vertic
- Page 50 and 51: 50 Voor sondeerwerk op het water wo
- Page 54 and 55: 54 Meten is weten ONDERGROND Met so
- Page 56 and 57: 56 ONDERGROND
- Page 58 and 59: 58 De Nederlandse boormeester Acker
- Page 60 and 61: 60 Als onder de grondwaterspiegel i
- Page 62 and 63: 62 nes van zeer uiteenlopend formaa
- Page 64 and 65: 64 in de winter te kunnen gebruiken
- Page 66 and 67: 66 ONDERGROND
- Page 68 and 69: 68 te meten, zeker in slecht doorla
- Page 70 and 71: 70 Monitoring in een spoorwegtunnel
- Page 72 and 73: 72 ONDERGROND
- Page 74 and 75: 74 is het verstandig om bij alle so
- Page 76 and 77: 76 ONDERGROND
- Page 78 and 79: 78 Grondspanningen De verschillende
- Page 80 and 81: 80 • Waterspanning In het voorgaa
- Page 82 and 83: 82 Figuur 8.3: Schema grond-, korre
- Page 84 and 85: 84 samendrukbaar materiaal, zoals b
- Page 86 and 87: 86 Figuur 8.6: Krachten op een paal
- Page 88 and 89: 88 Op de tweede plaats mag de wand
- Page 90 and 91: 90 Om de verplaatsing te kunnen ber
- Page 92 and 93: 92 • Grondwaterstroming Omdat het
- Page 94 and 95: 94 ONDERGROND
- Page 96 and 97: 96 ONDERGROND De meest uitgevoerde
- Page 98 and 99: 98 De meest losse korrelstapeling (
- Page 100 and 101: 100 • Atterbergse consistentiegre
52<br />
‘Bodemonderzoek?<br />
Dat doe je toch pas<br />
als er iets is mis<br />
gegaan?’<br />
Bij de aanleg van een weg dacht men te kunnen volstaan met een groot<br />
aantal korte elektrische sonderingen. Uit kostenoverwegingen werden<br />
geen grondboringen uitgevoerd. Uit de sondeergrafieken bleek dat het<br />
wrijvingsgetal in een overal aanwezige bodemlaag op een diepte van<br />
anderhalf tot vier meter beneden maaiveld altijd drie à vier procent<br />
bedroeg. Aangezien een conusweerstand van 0,7 à 1,0 MPa werd gemeten,<br />
is dit geïnterpreteerd als een stijf leempakket. Het ontwerp van de<br />
wegfundering werd gemaakt en de schop ging de grond in.<br />
Maar in plaats van een leemlaag vond men nu over de gehele lengte van<br />
het wegtracé een veenpakket. Dit had door een hoog percentage stuifzand<br />
een grotere vastheid gekregen. Hierdoor was het wrijvingsgetal<br />
teruggelopen tot drie à vier procent, wat voor veen een ongebruikelijk<br />
lage waarde is. De fysische eigenschappen van deze veenlagen, die<br />
direct onder de wegfundering kwamen te liggen, zijn sterk verschillend<br />
van stijve leemlagen. Het gevolg van de foutieve interpretatie en de<br />
‘kostenbesparende’ beslissing om geen grondboringen uit te voeren,<br />
was dat de opbouw van de wegfundering en de ontgravingsdiepte aangepast<br />
moesten worden. Omdat al materialen waren besteld en de<br />
werkwijze moest worden aangepast, werd ook het werk vertraagd, waarmee<br />
een aanzienlijke som geld was gemoeid.<br />
Vaak worden ook vergissingen gemaakt tussen overgeconsolideerde<br />
kleilagen (pot-, Boomse- en Groenlose klei) en vaste veenlagen in<br />
bijvoorbeeld de Eemformatie. Beide grondsoorten hebben eenzelfde<br />
conusweerstand en wrijving. Ook ten aanzien van klei boven en klei<br />
onder de grondwaterspiegel worden vaak verkeerde inschattingen<br />
gemaakt. Het materiaal is in beide gevallen gelijk, de wrijving of het wrijvingsgetal<br />
is daarentegen een factor drie à vier verschillend.<br />
ONDERGROND