Download - VOTB
Download - VOTB
Download - VOTB
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
36<br />
Om te kunnen vaststellen of een bouwput met een bronbemaling moet worden<br />
droog gehouden, of dat met vuilwaterpompen (open bemaling) kan worden volstaan,<br />
moet de grondwaterstand bekend zijn. Bij diepe bouwputten moet ook de<br />
waterspanning in diepere lagen bekend zijn. Zo kan worden nagegaan of de bouwputbodem<br />
niet door de waterdruk wordt opgetild en openbarst. Deze metingen<br />
kunnen worden gedaan door peilbuizen te plaatsen en door informatie in te winnen<br />
bij het waterschap en de gemeente.<br />
Een drassig werkterrein is erg lastig tijdens de uitvoering. Hierdoor kan het terrein<br />
moeilijk begaanbaar zijn en kan de stabiliteit van graafmachines en hei- en<br />
hijskanen in gevaar komen. Ook daarom is het grondwaterpeil van belang. Uit het<br />
oogpunt van Arbo-wetgeving is inzicht hierin een vereiste. Tegenwoordig wordt<br />
ook in bestekken en overeenkomsten voor onderaanneming steeds meer geëist dat<br />
de begaanbaarheid van bouwplaatsen wordt onderzocht voordat de machines worden<br />
ingezet.<br />
• Laboratoriumonderzoek<br />
Om te kunnen berekenen welk damwandprofiel moet worden toegepast en hoe<br />
lang de planken moeten zijn, of in welke mate een terrein gaat zakken nadat het<br />
is opgehoogd, moet een laboratoriumonderzoek worden uitgevoerd op grondmonsters<br />
(zie ook hoofdstuk 9). Hiervoor moeten boringen worden gedaan, waarin<br />
‘ongeroerde monsters’ worden gestoken; dit zijn stalen bussen die binnen een<br />
boorbuis in de grond worden geslagen of gedrukt en vervolgens, gevuld met grond,<br />
omhoog worden gehaald. In het grondmechanisch laboratorium wordt de grond<br />
uit de bussen gedrukt, waarna er proeven op kunnen worden gedaan. In de boring<br />
kan ook meteen een peilbuis worden geplaatst, zodat ook de stijghoogte van het<br />
grondwater kan worden bepaald.<br />
De resultaten van het bodemonderzoek kunnen beter worden vergeleken als de<br />
plaats waar de sonderingen en boringen zijn gemaakt wordt ingemeten. Dit moet<br />
gebeuren ten opzichte van een duidelijk herkenbare lijn in het terrein, bijvoorbeeld<br />
het verlengde van een gevel van een gebouw of de as van een weg of, moderner,<br />
in rijkscoördinaten. Ook moet de maaiveldhoogte van het onderzochte punt<br />
worden gewaterpast ten opzichte van NAP.<br />
ONDERGROND