Download - VOTB

Download - VOTB Download - VOTB

05.09.2013 Views

104 figuur 9.6: doorlatendheidsproef op zand (constant head) belasting F aangebracht. Na ontluchting van het systeem wordt het begin waterhoogteverschil (h 0) afgelezen voor het tijdstip t = 0. Na een bepaalde tijd (t 1)wordt de nieuwe stijghoogte afgelezen. Uit het verschil en de hoeveelheid doorgestroomd water wordt de doorlatendheiscoëfficiënt berekend. • Triaxiaalproef Om grondkerende constructies, zoals wanden van tunnels, te kunnen berekenen, moet de hoek van inwendige wrijving (zie hoofdstuk 8) en de cohesie van de grond worden bepaald. Hieruit kan de verhouding tussen de verticale en de horizontale spanningen in de grond worden berekend. De triaxiaalproef is hiervoor de meest gebruikte proef. Hierbij wordt een, door een rubber membraan omhuld, monster in een perspex cilinder op een voetplaat geplaatst. De onder en bovenzijde worden met een rubberring afgesloten, zodat het monster volledig is geïsoleerd van de omgeving. De waterdruk in de cel en die in het monster kunnen dus beide worden gemeten. De opstelling van de proef is ONDERGROND

figuur 9.7: falling head apparaat schematisch aangegeven in figuur 9.8. In figuur 9.9 is de proefopstelling te zien in een laboratorium. Met deze proef kunnen alle spanningcondities worden aangebracht op een grondmonster. Niet alleen van boven kan de druk, via de plunjer, worden opgevoerd, maar ook de celdruk kan worden opgevoerd, waardoor de horizontale druk wordt beïnvloed. Triaxiaalonderzoek, en zeker speciaal onderzoek, is in de uitwerking complex. Daarom wordt hier volstaan met een globale beschrijving van de proef gebaseerd op de klassieke schuifweerstandrelatie, volgens Mohr-Coulomb. Deze wordt in de meeste berekeningen toegepast. De proef heeft het voordeel dat tijdens de uitvoering de drainagecondities kunnen worden gecontroleerd en gestuurd. Onder natuurlijke omstandigheden zal water dat onder druk staat immers ook willen wegstromen naar plaatsen met een lagere druk. Voor de proef wordt een cilindrisch grondmonster met een hoogte/diameterverhouding van 2 gebruikt. Het grondmonster wordt omgeven door een rubber membraan om contact te vermijden met het water in de cel. Tussen het monster LABORATORIUMONDERZOEK 105

104<br />

figuur 9.6: doorlatendheidsproef op zand (constant head)<br />

belasting F aangebracht. Na ontluchting van het systeem wordt het begin waterhoogteverschil<br />

(h 0) afgelezen voor het tijdstip t = 0. Na een bepaalde tijd (t 1)wordt<br />

de nieuwe stijghoogte afgelezen. Uit het verschil en de hoeveelheid doorgestroomd<br />

water wordt de doorlatendheiscoëfficiënt berekend.<br />

• Triaxiaalproef<br />

Om grondkerende constructies, zoals wanden van tunnels, te kunnen berekenen,<br />

moet de hoek van inwendige wrijving (zie hoofdstuk 8) en de cohesie van de grond<br />

worden bepaald. Hieruit kan de verhouding tussen de verticale en de horizontale<br />

spanningen in de grond worden berekend.<br />

De triaxiaalproef is hiervoor de meest gebruikte proef. Hierbij wordt een, door<br />

een rubber membraan omhuld, monster in een perspex cilinder op een voetplaat<br />

geplaatst. De onder en bovenzijde worden met een rubberring afgesloten, zodat<br />

het monster volledig is geïsoleerd van de omgeving. De waterdruk in de cel en die<br />

in het monster kunnen dus beide worden gemeten. De opstelling van de proef is<br />

ONDERGROND

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!