Collega's: - OK Nieuws
Collega's: - OK Nieuws
Collega's: - OK Nieuws
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6 e JAARGANG, NR. 2, ApRil 2011<br />
Liesbreuk<br />
Chronische pijn<br />
na liesbreukchirurgie<br />
Nieuwe dvd<br />
instructiefilm over<br />
infectiepreventie<br />
Boek:<br />
de dienstpieper<br />
Artsassistent<br />
open over<br />
belevenissen<br />
Stand van zaken<br />
Schildwachtklier<br />
bij mamma <br />
carcinoom<br />
Collega’s:<br />
Myra Buth en Gea Willemsen hebben<br />
samen 60 drukke jaren ervaring<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 1
Een ander werkritme?<br />
Elke dag hoort anders te zijn, maar wat als je werk op woensdag niet meer te onderscheiden is van dat op vrijdag? Dan ben<br />
je helemaal toe aan TMI, dé detacheerder in de Zorg. Want daar is elke dag anders. Je bepaalt zelf hoeveel je wilt werken<br />
en dat steeds op projectbasis in interessante nieuwe omgevingen, maar wel mét een vast contract. Zo sta je elke dag weer<br />
voor nieuwe uitdagingen en dat is wel zo interessant. En TMI is altijd op zoek naar de meest gemotiveerde mensen in de zorg<br />
dus, meld je nu aan op www.tmi-interim.nl voor Eerste Hulp bij Overstappen. Je kunt ons ook mailen op info@tmi-interim.nl<br />
of bellen op 020 717 35 27.<br />
Eerste Hulp Bij Overstappen?<br />
Ga dan snel naar www.tmi-interim.nl<br />
TMI_Ad_210x148,5_monitor.indd 1 23-04-2010 16:27:38<br />
Zorg dat je erbij komt!<br />
Operatie assistenten en Anesthesie medewerkers<br />
Waarbij?<br />
De HNG Groep is een jong bureau waar ervaren en enthousiaste<br />
mensen werken die zich inzetten om het jou naar je zin te maken!<br />
Waarom?<br />
• Persoonlijke benadering, jij staat centraal bij HNG;<br />
• Uitstekende arbeidsvoorwaarden;<br />
• Verbreden van je horizon, je gaat bij meerdere opdrachtgevers<br />
aan de slag;<br />
• HNG is een betrouwbare werkgever, afspraak is afspraak.<br />
Wat?<br />
Werving & Selectie, detacheren,<br />
uitzenden en ZZP.<br />
Hoe?<br />
Neem contact op met Dorette Middelburg:<br />
010 - 202 25 97<br />
info@hnggroep.nl<br />
Wordt lid van onze<br />
Linkedln groep:<br />
Zorg dat je<br />
erbij komt<br />
Rivium Quadrant 163<br />
2909 LC Capelle a/d IJssel<br />
tel. (010) 202 25 97<br />
fax (010) 202 30 97<br />
www.hnggroep.nl<br />
info@hnggroep.nl
HighCare<br />
Interim & Advies<br />
Pragmatische oplossingen en spraakmakende resultaten<br />
De focus<br />
HighCare Interim & Advies is uw partner voor het op projectbasis inzetten van interim-leidinggevenden<br />
ten behoeve van:<br />
• Operatieafdelingen en Centrale Sterilisatie afdelingen<br />
• Intensive Care, Medium Care en Cardiac Care afdelingen<br />
• Spoedeisende Hulp afdelingen<br />
De inzet van onze interim-leidinggevenden biedt u de volgende garanties<br />
• 2-10% efficiënter <strong>OK</strong> gebruik<br />
• 10-15% kostenreductie verbruiksartikelen<br />
• Binnen 3 maanden ziekenhuisbreed voldoen aan de richtlijnen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg<br />
• Binnen een jaar van level 1 naar level 2 IC<br />
• Binnen een half jaar een maximale reductie van wachttijden binnen een Spoedeisende Hulp afdeling<br />
De aanpak<br />
Interim-leidinggevenden van HighCare Interim & Advies vertalen uw strategische doelstelling naar<br />
behapbare operationele acties. Onze missie; de overbrugging van de hiaat tussen ‘strategie’ en<br />
‘operatie’. Interim-leidinggevenden van HighCare Interim & Advies weten wat voor (medische)<br />
professionals van belang is. Begrip en commitment als randvoorwaarden voor een soepel verloop<br />
van veranderingstrajecten. Interim-leidinggevenden van HighCare Interim & Advies kennen de<br />
ziekenhuissector van binnenuit. Snelle analyses en een voortvarende aanpak.<br />
Meer weten? Kijk op www.highcareinterim.nl of neem contact op met Kars Tolsma, directeur<br />
HighCare Interim & Advies. Dit kan via info@highcareinterim.nl of door een telefoontje te richten<br />
aan 010 225 11 13 of 06 122 42 655.<br />
Hoofdkantoor Rotterdam I Postbus 25011 I 3001 HA Rotterdam I Westersingel 103 I 3015 LD Rotterdam<br />
Tevens vestigingen in Amsterdam, Eindhoven en Zwolle.
Artsassistent versus operatieassistent<br />
In elk ziekenhuis kom je ze tegen: arts-assistenten (afgestudeerde artsen<br />
die in het ziekenhuis worden opgeleid tot specialist). Marten van<br />
Olst werkt als arts-assistent chirurgie in een niet nader te noemen ziekenhuis.<br />
In het boek De dienstpieper geeft hij de lezers een kijkje achter<br />
de schermen in een persoonlijk verhaal. Sommige collega’s geven hem<br />
alle support en steun, maar anderen maken het hem behoorlijk lastig.<br />
Dat geldt ook voor de operatieassistenten. ‘In het begin voelde ik mij<br />
niet thuis op de <strong>OK</strong>. Als ik werd afgezeken door een baas, stond hij een<br />
minuut later grapjes te maken met de operatieassistenten die hij al<br />
jaren kende. Ik voelde me daar ongemakkelijk bij. Daarnaast had ik het<br />
gevoel dat er tegengestelde belangen waren. De operatieassistenten<br />
leken liever te willen dat de baas zelf opereert, want dan schiet het<br />
tenminste op en kan iedereen op tijd naar huis.’ In dit nummer van <strong>OK</strong><br />
Operationeel lees je een voorpublicatie van De dienstpieper en een interview<br />
met de schrijver.<br />
In dit nummer uiteraard ook medische artikelen: Chronische pijn na<br />
liesbreukchirurgie komt frequent voor en kan geclassificeerd worden<br />
als neuropathisch, niet-neuropathisch en funiculodynie. Therapeutische<br />
opties omvatten pijnmedicatie, plaatselijke injecties of neurectomie van<br />
de inguïnale zenuwen. In het artikel Schildwachtklierprocedure bij mammacarcinoom<br />
wordt de stand van zaken van deze operatie behandeld.<br />
Een complete okselklierdissectie veroorzaakt veel klachten. Om te voorkomen<br />
dat patiënten met mammacarcinoom deze ingreep onnodig ondergaan,<br />
wordt eerst de schildwachtklier opgespoord en onderzocht op<br />
metastasen. Hoe is deze klier te traceren, welke valkuilen zijn er daarbij,<br />
voor wie is de procedure geschikt en hoe ver moeten we eigenlijk gaan<br />
met het zoeken naar metastasen?<br />
Verder een artikel over de dvd Infectiepreventie in het operatiekamercomplex.<br />
Het UMC Utrecht heeft deze in samenwerking met Instructiefilm.nl<br />
gemaakt. Aanleiding voor het maken van deze film zijn de rapporten van<br />
de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) die de situatie in de Nederlandse<br />
operatiekamers heeft onderzocht. De film benadrukt een groot<br />
aantal aspecten die in het rapport van de IGZ worden benoemd en geeft<br />
aan wat de juiste procedure is. De film is bedoeld voor alle ziekenhuizen<br />
in Nederland ter ondersteuning bij het onderwijs<br />
aan operatieassistenten, anesthesiemedewerkers<br />
en chirurgen.<br />
4 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
Ik wens je veel leesplezier!<br />
Menno Goosen<br />
Bladmanager <strong>OK</strong> Operationeel<br />
okoperationeel@y-publicaties.nl<br />
020-520 60 77<br />
Chronische pijn na<br />
liesbreukchirurgie<br />
Opties bij pijn na liesbreukchirurgie zijn<br />
pijnmedicatie, plaatselijke injecties of<br />
neurectomie van de inguïnale zenuwen.<br />
14<br />
26<br />
Schildwachtklier bij<br />
mammacarcinoom<br />
Welke valkuilen kent de schildwachtklierprocedure<br />
bij mammacarcinoom en voor welke<br />
patiënten is zij precies geschikt?<br />
<strong>OK</strong> Operationeel wordt mede
Instructiefilm over<br />
infectiepreventie<br />
Weet jij waarom je precies een muts draagt op<br />
de operatiekamer? Een nieuwe dvd toont de<br />
achtergronden bij hygiënemaatregelen.<br />
mogelijk gemaakt door:<br />
High Care<br />
18<br />
Arts-assistent open<br />
over belevenissen<br />
De dienstpieper is het persoonlijke verhaal van<br />
een arts-assistent, die het boek schreef onder<br />
pseudoniem. Een voorpublicatie.<br />
22<br />
verder in dit nummer:<br />
4 Redactioneel<br />
6 <strong>Nieuws</strong><br />
10 LVO-nieuws<br />
12 Collega’s<br />
36 Boeken<br />
38 Column Ed Schoemaker<br />
39 Agenda en colofon<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 5
Tekst: Menno Goosen<br />
Onderzoek naar endeldarmsparende operatie<br />
Patiënten met een tumor in het einde<br />
van de endeldarm vragen vaak of er<br />
andere behandelingen mogelijk zijn<br />
dan de huidige standaardoperatie.<br />
Hans de Wilt, hoogleraar oncologische<br />
chirurgie in het UMC St Radboud, gaat<br />
nu onderzoeken of endeldarmsparende<br />
operaties mogelijk zijn na een voorbehandeling<br />
met chemo- en radiotherapie.<br />
Patiënten met een tumor in het eind<br />
van hun endeldarm krijgen na een<br />
operatie vrijwel altijd een tijdelijk of<br />
definitief stoma. Bovendien is een oncologische<br />
operatie aan de endeldarm<br />
een forse ingreep, die in veel gevallen<br />
Onderzoek naar de chirurgische en endoscopische<br />
behandeling van morbide obesitas<br />
Ruben Schouten van de Universiteit<br />
Maastricht is gepromoveerd op een onderzoek<br />
naar de chirurgische en endoscopische<br />
behandeling van morbide obesitas.<br />
Ernstig overgewicht is een wereldwijd en<br />
snelgroeiend gezondheidsprobleem. Dieet,<br />
beweging en gedragstherapie blijken<br />
op de lange termijn niet succesvol. Chirurgische<br />
ingrepen, zoals de laparoscopisch<br />
aanpasbare maagband en de verticale<br />
maagverkleining, zijn dat wel.<br />
Het percentage noodzakelijke reoperaties<br />
na de verticale maagverkleining loopt<br />
6 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
gepaard gaat met complicaties en blijvende<br />
ziektelasten zoals incontinentie<br />
van urine of ontlasting en seksuele<br />
functiestoornissen.<br />
Hans de Wilt gaat met collega’s in enkele<br />
Nederlandse ziekenhuizen onderzoeken<br />
of er een behandeling mogelijk<br />
is waarmee de endeldarm wel kan worden<br />
gespaard. Dan is in principe ook<br />
geen stoma nodig. De patiënten in dit<br />
onderzoek krijgen een voorbehandeling<br />
van vijf weken en worden acht<br />
weken daarna geopereerd. Is de tumor<br />
op dat moment voldoende gekrompen,<br />
dan wordt die via een buis in de anus<br />
endoscopisch verwijderd. Dit in tegen-<br />
echter op tot 65 procent na zeven jaar; na<br />
een laparoscopisch aanpasbare maagband<br />
tot 44 procent.<br />
De beste optie na een mislukte maagverkleining<br />
is een omzetting naar een Rouxen-Y-maagomleiding.<br />
Dit geeft goede<br />
resultaten op de lange termijn wat betreft<br />
gewichtsverlies en verbetering van<br />
gastro-intestinale klachten en heeft een<br />
laag aantal reoperaties. Ook de duodenaljejunal<br />
bypass sleeve, een endoscopisch<br />
geplaatste plastic sleeve in de twaalfvingerige<br />
darm, laat hoopvolle resultaten<br />
stelling tot de standaardoperatie,<br />
waarbij de gehele endeldarm via de<br />
buik wordt verwijderd. Zitten er geen<br />
of vrijwel geen tumorcellen meer in<br />
het uitgenomen tumor- of littekenweefsel,<br />
dan is de patiënt genezen en<br />
krijgt hij de gebruikelijke nacontroles.<br />
Bevat het uitgenomen weefsel echter<br />
nog te veel tumorcellen, dan volgt<br />
alsnog de grote standaardoperatie. Het<br />
is ook mogelijk dat de tumor niet voldoende<br />
is gekrompen door de voorbehandeling.<br />
In dat geval is geen endeldarmsparende<br />
operatie mogelijk.<br />
Deze patiënten krijgen uitsluitend de<br />
standaardbehandeling.<br />
Tijdens het onderzoek wordt ook onderzocht<br />
of er factoren zijn die voorspellen<br />
waarom de ene tumor wel<br />
krimpt en een andere juist niet of te<br />
weinig. Met die gegevens zijn op termijn<br />
misschien patiënten te selecteren<br />
die goed op de behandeling zullen<br />
reageren. Daardoor kan dan voor de<br />
individuele patiënt een op maat gesneden<br />
therapie worden ontwikkeld.<br />
zien: 19 procent verlies van overgewicht<br />
na drie maanden zonder ernstige bijwerkingen.<br />
Tevens heeft de bypass van<br />
de twaalfvingerige darm een zeer gunstig<br />
effect op diabetes mellitus type 2.<br />
In de toekomst zal dit verder moeten<br />
worden onderzocht.
Virtuele tour aan<br />
boord van Mercy<br />
Ships<br />
Hulpverlenings- en ontwikkelingsorganisatie<br />
Mercy Ships heeft een virtuele<br />
tour gelanceerd over haar werk<br />
in West-Afrika. Deze tour – te vinden<br />
op de website www.mercyships.nl –<br />
biedt de mogelijkheid 360 graden rond<br />
te kijken op de Africa Mercy, bij onder<br />
andere de operatiezalen, de brug, de<br />
eetzaal, de machinekamer en de projecten<br />
die door Mercy Ships in het binnenland<br />
worden opgezet.<br />
De Africa Mercy is het vlaggenschip van<br />
Mercy Ships waar gratis operaties aan<br />
de allerarmsten worden aangeboden.<br />
Voorlopig zal elke week een nieuwe<br />
serie foto’s worden toegevoegd. De organisatie<br />
is sinds 1978 actief in het<br />
verlenen van medische en tandheelkundige<br />
hulp, het opzetten van (land)bouwprojecten<br />
en het geven van training in<br />
gezondheidskunde en landbouw.<br />
Nieuw type hoorimplantaat succesvol<br />
toegepast<br />
In het UMC St Radboud is bij een patiënt<br />
met ernstig gehoorverlies een nieuw type<br />
hoorimplantaat met succes toegepast. Het<br />
deels implanteerbare hoortoestel, C-DACS<br />
genaamd, verbetert de hoorkwaliteit aanzienlijk.<br />
Vooralsnog is het UMC St Radboud<br />
het enige Nederlandse ziekenhuis<br />
waar deze techniek, ontwikkeld door<br />
Cochlear, toegepast wordt. De operatie<br />
maakt deel uit van een Europese studie.<br />
Bij mensen zonder hoorproblemen wordt<br />
geluid via het trommelvlies en de hoorbeentjes<br />
(hamer, aambeeld en stijgbeugel)<br />
overgebracht naar het slakkenhuis. Patiënten<br />
met otosclerose hebben een vastgegroeide<br />
stijgbeugel, met gehoorverlies als<br />
gevolg. Een hoortoestel kan het gehoorverlies<br />
(deels) verhelpen. Ook is een operatie<br />
mogelijk waarbij de stijgbeugel vervangen<br />
wordt door een kleine prothese. Bij patiënten<br />
met ernstige otosclerose wordt hierbij<br />
maar een deel van het gehoorverlies verholpen.<br />
Na de operatie moeten ze nog<br />
steeds een hoortoestel dragen. Zowel met<br />
een hoortoestel als na een operatie hebben<br />
mensen nog steeds moeite met het<br />
waarnemen van vooral hoge tonen en het<br />
horen in een rumoerige omgeving.<br />
Bij een aantal otosclerosepatiënten is ook<br />
een deel van het slakkenhuis aangedaan.<br />
Voor hen kan het nieuwe C-DACS een belangrijk<br />
verschil maken. ‘Het hoorimplantaat<br />
bestaat uit twee delen’, vertelt KNOarts<br />
Emmanuel Mylanus, die de operatie<br />
verrichtte. ‘Eén deel implanteren we in<br />
het middenoor en onder de huid achter de<br />
oorschelp. Het andere deel is een klein<br />
uitwendig hoortoestel dat via een magneet<br />
aan de hoofdhuid hangt. C-DACS<br />
omzeilt de normale route van het geluid<br />
via trommelvlies en gehoorbeentjes en<br />
brengt het slakkenhuis rechtstreeks in<br />
trilling. Hierdoor kan geluid met voldoende<br />
volume worden aangeboden en verbetert<br />
de hoorkwaliteit aanzienlijk. Uit de<br />
eerste metingen bij de patiënt blijkt een<br />
sterke verbetering van het spraakverstaan.’<br />
Heeft u NIeuwS?<br />
Mail naar oko pera tioneel<br />
@ypublicaties.nl<br />
<strong>OK</strong> NIeuwS<br />
Het actueelste<br />
<strong>OK</strong>nieuws vindt u op<br />
www.oknieuws.nl<br />
‘Veel prothesen<br />
niet wetenschappelijk<br />
getest’<br />
Orthopedisch chirurgen luiden de noodklok<br />
over gebrek aan keuring van nieuwe<br />
prothesen en implantaten. Zes van<br />
de elf orthopedische bedrijven publiceren<br />
zelfs geen wetenschappelijk onderzoek<br />
over hun product. KRO Reporter<br />
belichtte onlangs recente problemen<br />
met een nieuwe kunstheup. Deze prothese<br />
geeft bij gebruik ijzerslijpsel af,<br />
waardoor sommige patiënten tumoren<br />
ontwikkelen. Inmiddels lopen duizend<br />
Nederlanders met de kunstheup.<br />
Dat de meeste prothesen niet wetenschappelijk<br />
getest zijn, vindt orthopedisch<br />
chirurg Rudolf Poolman van het<br />
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam<br />
‘een heel vreemde zaak’. Zijn website<br />
www.prothesevergelijker.nl toont<br />
binnenkort welke prothesen ziekenhuizen<br />
gebruiken en of ze getest zijn. Poolmans<br />
collega, hoogleraar Cumhur Öner<br />
van het UMC Utrecht, wijst erop dat<br />
nieuwe prothesen niet gecontroleerd<br />
worden op bijwerkingen. De uitzending<br />
is te bekijken op http://reporter.kro.nl/<br />
uitzendingenreporter/_2011/20110129_<br />
pijn.aspx.<br />
(Bron: KRO Reporter + Artsennet)<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 7
Nieuwe website Vaatcentrum Amsterdam<br />
Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG)<br />
en het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis<br />
(SLAZ) werken al enige tijd samen in het<br />
Vaatcentrum Amsterdam. Nu hebben ze<br />
ook een gezamenlijke website: www.vaatcentrum-amsterdam.nl.<br />
Hierop staat veel<br />
informatie over het pakket aan behan-<br />
Van de volwassen patiënten die een<br />
operatie ondergaan, heeft ongeveer 40<br />
procent twee of meer leefstijlrisicofactoren.<br />
Daaronder vallen bijvoorbeeld<br />
overgewicht, roken of overmatig alcoholgebruik;<br />
factoren die kunnen leiden<br />
tot complicaties tijdens de ingreep<br />
en tot vertraagd herstel. Deze<br />
patiënten vallen tussen de wal en het<br />
schip, volgens onderzoekers Christa<br />
Boer en Willie Scharwächter, beiden<br />
8 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
delingen die zij bieden, zoals spataderen<br />
aneurysmaoperaties, en over de specialisten<br />
van het Vaatcentrum.<br />
Binnen het Vaatcentrum Amsterdam<br />
werken de vaatchirurgen van beide topklinische<br />
ziekenhuizen intensief met<br />
elkaar samen en bieden ze 24 uur per dag,<br />
Bijna helft patiënten gaat ongezond operatie in<br />
Correctie<br />
In Ok Operationeel 1-2011 wordt<br />
in het artikel ‘Een ecobewust ziekenhuis<br />
begint bij jezelf’, wordt<br />
verwezen naar een artikel in<br />
<strong>OK</strong> Magazine. Dit moet het tijdschrift<br />
<strong>OK</strong> Management zijn.<br />
van het VU medisch centrum.<br />
Uit hun onderzoek blijkt dat een groot<br />
deel van de patiënten geen weet heeft<br />
van het eigen overgewicht en de te<br />
hoge bloeddruk. Door gebrek aan tijd<br />
en geld bestaan echter nauwelijks<br />
mogelijkheden om de patiënt te ondersteunen<br />
bij het verbeteren van de<br />
gezondheid voor de operatie. De onderzoekers<br />
pleiten daarom voor meer<br />
begeleiding en preventie. Zorgverzekeraars<br />
zouden hiervoor budget beschikbaar<br />
moeten stellen.<br />
Bij 1228 volwassen patiënten die de<br />
anesthesioloog voor een preoperatieve<br />
risicoscreening bezochten, is onderzocht<br />
of zij last hebben van overgewicht,<br />
hoge bloeddruk en/of diabetes,<br />
en of zij roken en overmatig alcohol<br />
Anna prijs 2011<br />
Tijdens het Jaarcongres van de Nederland-<br />
se Orthopedische Vereniging is de Anna<br />
Prijs 2011 uitgereikt. Dr. ir. Edward Valstar<br />
uit Leiden/Delft van de Biomechanics and<br />
Imaging Group (BIG) ontving de penning,<br />
de oorkonde en het vrij te besteden bedrag<br />
van 10.000 euro wegens prominent onderzoek<br />
naar gewrichtsprotheses.<br />
Binnen de afdeling Orthopedie van het<br />
Leids Universitair Medisch Centrum houden<br />
de onderzoekers van de BIG zich<br />
bezig met het ontwikkelen van technologie<br />
voor het voorkómen, detecteren en<br />
zeven dagen per week vaatchirurgische<br />
zorg. Deze samenwerking past in de trend<br />
om bepaalde specialistische verrichtingen<br />
te concentreren. De twee ziekenhuizen<br />
kunnen zo de continuïteit en de kwaliteit<br />
van de vaatchirurgische zorg op hoog<br />
niveau houden en verder verbeteren.<br />
en/of drugs gebruiken. Daarnaast<br />
werd geëvalueerd of patiënten voldoende<br />
lichamelijk actief zijn.<br />
Scharwächter: ‘Een operatieve ingreep<br />
kan een belangrijke motivator zijn<br />
voor het starten met een gezonde leefstijl.<br />
Het terugdringen van de risico’s<br />
kan tevens gunstige gevolgen hebben<br />
voor het beloop van de operatie en de<br />
gezondheid van de patiënt op langere<br />
termijn. Zo kan het stoppen met roken<br />
een paar weken voor de ingreep de<br />
conditie al aanmerkelijk verbeteren.<br />
Het mes snijdt zo aan twee kanten:<br />
enerzijds kunnen de operatierisico’s<br />
en de opnameduur worden teruggebracht<br />
en anderzijds biedt het de patiënt<br />
kans op gezondheidswinst op<br />
langere termijn.’<br />
repareren van protheseloslating. Ze hebben<br />
bijvoorbeeld een zeer nauwkeurige<br />
röntgentechniek ontwikkeld waarmee<br />
protheseloslating in een zeer vroeg stadium<br />
gedetecteerd kan worden. Deze röntgenstereofotogrammetrische<br />
analyse<br />
wordt gebruikt om het loslatingsprofiel<br />
van nieuwe protheseontwerpen in kaart<br />
te brengen in kleine klinische studies nog<br />
voordat ze op de markt worden geïntroduceerd.<br />
Hiermee kan een loslatingsprofiel<br />
worden gemaakt, waarmee bedrijven<br />
hun voordeel kunnen doen.
Stimulatie van tongzenuw<br />
bij slaapapneu<br />
In het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis<br />
is onlangs een ‘tongstimulatiesysteem’<br />
geïmplanteerd. Dit is de allernieuwste<br />
behandeling voor mensen met slaapapneu<br />
bij wie de standaardbehandeling<br />
met overdrukmasker niet werkt of<br />
niet wordt verdragen.<br />
KNO-arts Nico de Vries heeft de eerste<br />
operatie in Nederland uitgevoerd. Het<br />
nieuwe systeem, genaamd Inspire Upper<br />
Airway Stimulation System, is onlangs<br />
geïmplanteerd als onderdeel van<br />
een wereldwijd onderzoek dat het effect<br />
en de veiligheid van deze nieuwe<br />
techniek bestudeert.<br />
De eerste resultaten zijn zeer bemoedigend.<br />
Het Inspire System voorkomt dat<br />
de tong tijdens de slaap naar achter in<br />
de keelholte zakt en de luchtweg blokkeert.<br />
Als het Inspire Systeem een<br />
ademhalingspoging waarneemt, wordt<br />
een zachte prikkel toegediend aan de<br />
tongzenuw. Deze prikkel herstelt de<br />
iGZ blij met kwaliteitsnormen NVvH<br />
De Nederlandse Vereniging voor Heel-<br />
kunde (NVvH) heeft het initiatief geno-<br />
men om voor chirurgische behandelin-<br />
gen duidelijke kwaliteitsvoorwaarden te<br />
formuleren. Ook heeft de NVvH voor een<br />
aantal ingrepen minimum volumenormen<br />
geformuleerd. De Inspectie voor de<br />
Gezondheidszorg (IGZ) is verheugd over<br />
dit initiatief en zal vanaf 2012 controleren<br />
of ziekenhuizen hieraan voldoen.<br />
Volumenormen leggen vast hoe vaak per<br />
jaar een chirurg en een behandelteam<br />
een bepaalde ingreep minimaal moeten<br />
verrichten om die verantwoord te kunnen<br />
blijven doen. Ze maken de kwaliteit<br />
van chirurgische zorg inzichtelijk en<br />
daarmee toetsbaar voor de beroepsgroep,<br />
het bestuur van het ziekenhuis en de<br />
spierspanning in de tong, de tong beweegt<br />
iets naar voren en de blokkade<br />
achter in de keel wordt opgeheven.<br />
Na de implantatie van het systeem<br />
krijgt de patiënt een afstandsbediening<br />
waarmee hij/zij het systeem voor<br />
het slapengaan kan aanzetten en na<br />
het slapen weer uitschakelen. De<br />
prikkel, die individueel is in te stellen,<br />
is sterk genoeg om de tongzenuw<br />
te stimuleren en zwak genoeg om de<br />
slaap niet te verstoren.<br />
inspectie. Zorgverzekeraars kunnen de<br />
kwaliteitsvoorwaarden en volumenormen<br />
gebruiken bij het contracteren van<br />
zorg met ziekenhuizen.<br />
De chirurgen moeten nu nagaan of ze<br />
aan de normen kunnen voldoen. Kunnen<br />
ze dat niet, dan moeten zij de patiënten<br />
doorverwijzen naar ziekenhuizen<br />
waar die ingreep wel vaak genoeg<br />
wordt uitgevoerd. Dit betekent dat ziekenhuizen<br />
moeten bepalen welke behandelingen<br />
zij verantwoord kunnen<br />
(blijven) uitvoeren en welke behandelingen<br />
beter in een ander ziekenhuis kunnen<br />
plaatsvinden. Hierover zullen ziekenhuizen<br />
onderling afspraken moeten<br />
gaan maken.<br />
(Bron IGZ en NVvH)<br />
paul van Zuijlen<br />
benoemd tot<br />
bijzonder hoogleraarbrandwondengeneeskunde<br />
De Nederlandse Brandwonden Stichting<br />
heeft dr. Paul van Zuijlen, plastisch chirurg<br />
in het Rode Kruis Ziekenhuis in<br />
Beverwijk, benoemd tot bijzonder hoogleraar<br />
brandwondengeneeskunde aan<br />
de Vrije Universiteit/VU medisch centrum.<br />
Als bijzonder hoogleraar zal Van Zuijlen<br />
zich de komende vijf jaar inzetten voor<br />
een betere behandeling van brandwonden<br />
en betere zorg voor de patiënten.<br />
Functionele en cosmetische verbetering<br />
van littekens vormt zijn belangrijkste<br />
speerpunt. Hij zal daartoe onderzoeken<br />
initiëren naar acute wondbehandeling<br />
en reconstructieve technieken. Hierdoor<br />
kan bijvoorbeeld de revalidatieperiode<br />
worden verkort en littekenvorming<br />
worden verminderd.<br />
Paul van Zuijlen bekwaamde zich de<br />
afgelopen jaren in gelaats-, hand- en<br />
littekenreconstructies. Zijn promotieonderzoek<br />
betekende een doorbraak in<br />
de plastische chirurgie. Hij ontdekte dat<br />
toepassing van kunsthuid een soepeler<br />
en gladder litteken kan geven.<br />
Winnaars<br />
Grey's Anatomy<br />
prijsvraag<br />
<strong>OK</strong> Operationeel heeft maar liefst<br />
43 inzendingen binnengekregen.<br />
Helaas kunnen we maar twee lezers<br />
blij maken met de DVD Box. Dat<br />
zijn Marjorie Hunnekink (Deventer<br />
Ziekenhuis) en Marika Rietberg<br />
(Gelderse Vallei) geworden.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 9
(Advertorial)<br />
Hersenen voor hersenen<br />
Bijna alles wat ons mens maakt begint of eindigt met onze hersenen.<br />
Elke gedachte, elk idee, elke beweging, elk gevoel, onze hersenen<br />
maken dat we het beleven en dat we het kunnen. Dat we in staat zijn<br />
tot kleine en grootse dingen, bewust en onbewust. Diezelfde hersenen<br />
maken ons kwetsbaar. De kleinste afwijking kan levensbedreigend zijn.<br />
Kun je nagaan hoe verwoestend een hersentumor is. Een indringer die<br />
zich nestelt op de meest cruciale plek in ons lichaam. Je moet er niet<br />
aan denken.<br />
Jaarlijks komen er circa 1500 patiënten<br />
met een kwaadaardige hersentumor<br />
bij. Voor veel patiënten die een<br />
hersentumor krijgen is dit vroeger of<br />
later een ramp, onder andere omdat<br />
(anders dan bij veel andere tumoren)<br />
er maar weinig speelruimte is bij het<br />
chirurgisch of radiotherapeutisch<br />
behandelen van de tumoren en er nog<br />
weinig kruit tegen deze gezwellen<br />
gewassen is. Hierdoor, en omdat<br />
hersentumoren ook vaak al op<br />
kinderleeftijd voorkomen, geldt dat<br />
het aantal levensjaren dat een patiënt<br />
met een hersentumor ‘inlevert’<br />
gemiddeld het hoogst is van alle<br />
kwaadaardige tumoren. Het sterftecijfer<br />
van de vaakst voorkomende<br />
kwaadaardige hersentumor is 99,7%<br />
waarbij de hersentumorpatiënt een<br />
gemiddelde levensduur na diagnose<br />
heeft van slechts vijftien maanden.<br />
Dat mogen we niet accepteren.<br />
De Stichting STOP hersentumoren.nl<br />
wil zorgen voor een betere kans op<br />
genezing. Ze zamelt daarom geld in<br />
voor onderzoek naar iedere vorm van<br />
een primaire hersentumor bij kinderen<br />
en volwassenen. Hiermee kunnen<br />
meer mensen en middelen worden<br />
ingezet voor dit onderzoek. Wij als<br />
wetenschappers zien het als een<br />
grote uitdaging om de zoektocht naar<br />
betere behandeling en genezing van<br />
hersentumoren aan te gaan.<br />
De Stichting wil de knapste koppen<br />
aan het werk zetten. Met hun hersenen<br />
kunnen we levens redden en<br />
hoeven we het niet bij hoop te laten.<br />
Prof. dr. Pieter Wesseling, neuropatholoog<br />
UMC St Radboud Nijmegen &<br />
VUmc Amsterdam;<br />
Lid Wetenschappelijke Advies Raad,<br />
Stichting STOPhersentumoren.nl<br />
RideforHope<br />
Langste fi etstocht van Nederland<br />
in strijd tegen kanker.<br />
Tijdens het komend Hemelvaartweekend<br />
van 2, 3 en 4 juni gaan vele betrokken<br />
helden een unieke prestatie leveren: in drie<br />
dagen tijd fi etsen zij ruim 750 kilometer<br />
door alle provinciën van Nederland.<br />
Zij doen dit om geld in te zamelen voor de<br />
strijd tegen hersentumoren. De wiel renners<br />
brengen hiermee letterlijk hoop tot leven<br />
voor de jaarlijks 1.500 slachtoffers in<br />
Nederland, waaronder veel kinderen en<br />
jongvolwassenen voor wie deze vorm van<br />
kanker de meest frequente doodsoorzaak<br />
is. De tocht wordt symbolisch gereden in<br />
de vorm van het internationale teken van<br />
hoop, de ‘ribbon’. Op 2 juni a.s. zal Teun<br />
van Vliet, voormalig wereldkampioen<br />
wielrennen, nu hersen tumorpatiënt en<br />
ambassadeur van de stichting STOPhersentumoren.nl,<br />
het startschot geven op<br />
Neeltje Jans in Zeeland. De wielrenners<br />
fi etsen tijdens de RideforHope onder<br />
andere door de Veluwe, langs Drentse<br />
hunebedden, over de Afsluitdijk, door<br />
Volendam, langs de Vecht, en bereiken via<br />
het Land van Maas en Waal op 4 juni het<br />
eindpunt: de befaamde Cauberg in<br />
Limburg. Doe mee aan deze intense, unieke<br />
wielerronde door Nederland. Deelname in<br />
teamverband kan al vanaf 125 km per<br />
persoon. Je kunt je inschrijven via:<br />
www.rideforhope.nl.
Ledenadministratie<br />
1 januari 2011 heeft secretariaatsservice Ruychaver de LVOledenadministratie<br />
overgenomen. Het LVO-bestuur heeft<br />
deze beslissing genomen om de service en de continuïteit<br />
voor de toekomst te waarborgen. De ledenadministratie<br />
is complex, en de vele mutaties van leden zijn niet langer<br />
door vrijwilligers in de avonduren te verrichten.<br />
Van leden blijven we vragen om de juiste gegevens aan<br />
ons door te geven. Veranderingen die niet bij ons worden<br />
gemeld, zijn vaak aanleiding tot vervelende misverstanden.<br />
Geef veranderingen van banknummer, e-mailadres, naam<br />
bij trouwen, verhuizing et cetera dus tijdig aan ons door.<br />
Betaal ook je contributie op tijd. Volgens de geldende<br />
statuten en het huishoudelijk reglement is de LVO aan<br />
alle leden verplicht een incassobureau in te zetten bij<br />
wanbetaling.<br />
Het doorgeven van veranderingen is eenvoudig: stuur<br />
een e-mail aan penningmeester@lvo.nl of gebruik<br />
het wijzigingsformulier op www.lvo.nl. Mochten er<br />
onduidelijkheden bestaan, schroom dan niet om een e-mail<br />
te sturen. Dan krijg je zo spoedig mogelijk antwoord.<br />
Hennie Mulder<br />
penningmeester LVO<br />
penningmeester@lvo.nl<br />
Bestuurslid gezocht<br />
(M/M)<br />
De LVO is op zoek naar een mannelijk bestuurslid om het<br />
bestuur te versterken.<br />
Reageren?: voorzitter@lvo.nl.<br />
Onbekend adres<br />
De adresgegevens van onderstaande LVO-leden zijn<br />
niet bekend bij de administratie. Staat jouw naam in<br />
het rijtje? Stuur dan zo snel mogelijk een mail met je<br />
gegevens naar penningmeester@lvo.nl? Het gaat om:<br />
• N. Bos, lidnummer 1072380;<br />
• G.H.L. den Hartog, lidnummer 1072063;<br />
• C.A. Rijker-Baker, lidnummer 1071449;<br />
• S.A. Visser, lidnummer 1073351.<br />
LvO-informatie<br />
Charmaine Betzema, voorzitter<br />
en bestuurslid PR&V,<br />
voorzitter@lvo.nl<br />
Hennie Mulder, penningmeester<br />
en bestuurslid Media<br />
Tel.: 040-253 89 21,<br />
operationeel@lvo.nl<br />
Jeanine Stuart, secretaris en<br />
bestuurslid Onderwijs ai.<br />
secretaris@lvo.nl<br />
Nicole Dreessen, bestuurslid<br />
Beroepsbelangen<br />
beroepsbelang@lvo.nl<br />
Monique de Kort, bestuurslid<br />
Congres, congres@lvo.nl<br />
lVO TElEFOONNUMMER:<br />
024-645 47 71 van maandag t/m<br />
zaterdag<br />
van 9.00 tot 17.00 uur<br />
Adres: LVO, Postbus 9058<br />
1006 AB Amsterdam<br />
lid worden van de lVO?<br />
Surf naar www.lvo.nl of bel met<br />
024-645 47 71.<br />
Opzegging van lidmaatschap<br />
dient voor 1 oktober schriftelijk te<br />
gebeuren – het lidmaatschap<br />
wordt dan per 1 januari van het<br />
jaar daarop beëindigd.<br />
E-mailadressen<br />
prvoorlichting@lvo.nl<br />
penningmeester@lvo.nl<br />
webmaster@lvo.nl<br />
Internet: www.lvo.nl<br />
Lidmaatschap opzeggen:<br />
Secretariaat LVO<br />
Postbus 9058, 1006 AB Amsterdam<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 11
12 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011
Myra Buth en Gea Willemsen<br />
Samen zestig drukke jaren in het vak<br />
Myra, om maar met jou te beginnen, wat is<br />
er zoal veranderd in de veertig jaar dat jij als<br />
operatieassistent werkt?<br />
‘Apparatuur, instrumentarium, automatisering<br />
en operatietechnieken. De ontwikkelingen<br />
gaan – zeker tegenwoordig<br />
– razendsnel. Ik vind ook dat de mentaliteit<br />
op de <strong>OK</strong> anders is. Tegenwoordig is<br />
het een stuk individueler, net als in de<br />
maatschappij. Dat is logisch: juist door<br />
die ontwikkelingen is het bijna niet<br />
meer te doen voor een operatieassistent<br />
om allround te blijven. Mensen specialiseren<br />
zich en trekken zich terug in hun<br />
eigen vakgebied.’<br />
Je werkt nog steeds fulltime als operatieassistent,<br />
inmiddels zo’n tien jaar gedetacheerd.<br />
Het laatste halfjaar werkte je bij NedSpine in<br />
Ede. Je hebt de afgelopen jaren als alleenstaande<br />
moeder drie kinderen grootgebracht,<br />
je hebt naast je fulltimebaan talloze cursussen<br />
en opleidingen gedaan, je runt nu een eigen<br />
detacheringsbedrijfje, je sport én je<br />
maakt met regelmaat in opdracht catermaaltijden.<br />
Waar haal jij je energie vandaan?<br />
‘Op de eerste plaats uit mijn ongebreidelde<br />
nieuwsgierigheid. Door die nieuwsgierigheid<br />
ben ik ook operatieassistent geworden.<br />
Ik bracht op mijn twintigste<br />
eens iemand naar het ziekenhuis en liep<br />
toen langs het <strong>OK</strong>-complex. Op de deur<br />
hing een bordje: verboden voor onbevoegden.<br />
Dat intrigeerde me zo, ik moest<br />
Genieten van het leven én jezelf blijven ontwikkelen, op zoek blijven naar de<br />
uitdaging. Dat zijn de levensmotto’s van Myra Buth (59) en Gea Willemsen<br />
(41). De twee collega’s en vriendinnen hebben samen zestig jaar ervaring als<br />
operatieassistent. En ze vinden hun werk nog steeds een feestje.<br />
en zou erachter komen wat daar gebeurde.<br />
Verder wil ik niet stil blijven staan, ik<br />
wil me blijven ontwikkelen. Dat houdt je<br />
jong.’<br />
Operatieassistent is niet alleen mentaal een<br />
zwaar beroep, ook fysiek wordt er nogal wat<br />
van jullie gevraagd. Trek je het na veertig jaar<br />
nog wel?<br />
‘Sporten is ontzettend belangrijk om de<br />
fysieke belasting van ons werk aan te<br />
blijven kunnen, heb ik gemerkt. Als je fit<br />
en sterk bent, houd je het vol.’<br />
Gea, de klik tussen jou en Myra is niet<br />
vreemd. Jij bent ook altijd bezig jezelf te ontwikkelen.<br />
‘Ik houd zo van mijn vak dat ik daar veel<br />
tijd en energie in wil steken. Zo mocht<br />
ik bij de Isala klinieken in Zwolle mijn<br />
overuren opnemen zodat ik in die tijd<br />
kon bijspringen in ziekenhuizen waar<br />
op dat moment krapte was, bijvoorbeeld<br />
in het UMC St Radboud. In de Isala klinieken<br />
heb ik in 2003 enorm gevochten<br />
voor de introductie van operatieassistenten<br />
met chirurgische vaardigheden. Ik<br />
had me inmiddels gespecialiseerd in thoraxchirurgie.<br />
Er werkten geen AIOS bij<br />
ons, dus de specialist moest zelf de venes<br />
doen. Uiteindelijk kregen we toestemming<br />
en heb ik met een aantal collega’s<br />
de opleiding voor chirurgische vaardigheden<br />
gedaan. Ik heb 700 venes en 70<br />
TEKST: MARIEKE LOS | FOTO'S (INCLUSIEF COVER): JOS HEIJNEN<br />
keer een arteria radialis gehaald.’<br />
Je bent ook nog voor Defensie naar Bosnië<br />
geweest.<br />
‘Ja, ik was het eerste burgerlid van een<br />
medisch team dat door Defensie werd<br />
uitgezonden. Dat was indrukwekkend.<br />
We werkten voor SFOR, dus we mochten<br />
geen burgers behandelen, alleen “onze”<br />
jongens. Maar het was een enorme uitdaging.’<br />
Inmiddels werk je nog één dag per week als<br />
operatieassistent, ook bij NedSpine. Wat doe<br />
je de rest van de week?<br />
‘Ik wil per se affiniteit en feeling houden<br />
met het werk waar mijn hart ligt, vandaar<br />
dat ik nog één dag per week op de<br />
<strong>OK</strong> sta. Verder doe ik voor mijn eigen bedrijf<br />
consultancy en verkoop op medisch<br />
gebied.’<br />
Naast de liefde voor het vak en jullie enthousiasme,<br />
hebben jullie nog iets gemeen: genieten<br />
van het leven.<br />
Myra: ‘We maken er graag een feestje<br />
van. Zo hebben we geregeld dat de leden<br />
van het <strong>OK</strong>-team die op woensdag werken<br />
om de beurt iets lekkers klaarmaken.<br />
Ook de specialisten doen mee. Dus<br />
we zitten met z’n allen op woensdag aan<br />
de erwtensoep, tiramisu, quiches of Indonesisch.<br />
Je moet er wat van maken. En<br />
dat lukt ons aardig.’<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 13
Chronische pijn na<br />
Chronische pijn na liesbreukchirurgie komt frequent voor en kan geclassificeerd worden als<br />
neuropathisch, niet-neuropathisch en funiculodynie. Therapeutische opties omvatten pijnmedicatie,<br />
plaatselijke injecties of neurectomie van de inguïnale zenuwen.<br />
TEKST: M.J.A. LOOS, AIOS HEELKUNDE; M.R.M. SCHELTINGA, CHIRURG; R.M.H. ROUMEN, CHIRURG; ALLEN AFDELING ALGEMENE HEELKUNDE, MáxIMA MEDISCH<br />
CENTRUM, EINDHOVEN/VELDHOVEN.<br />
Per jaar wordt in Nederland de diag-<br />
nose ‘liesbreuk’ ongeveer 31.000<br />
keer gesteld. Bij 28.000 mensen<br />
vindt correctie plaats, 1 waarbij de huidige<br />
standaard in 1984 door Lichtenstein is<br />
geïntroduceerd. Met deze zogenaamde<br />
tension-free mesh technique zijn recidiefpercentages<br />
teruggebracht tot minder dan 2<br />
procent. 2 Omdat hiermee het belangrijkste<br />
probleem, de recidiefbreuk, naar de achtergrond<br />
is verdrongen, is meer aandacht<br />
ontstaan voor de rol van chronische postoperatieve<br />
pijn. Dit komt in 14 tot 54 procent<br />
van de gevallen voor en kan gepaard<br />
gaan met ernstige functionele beperkingen<br />
tijdens werk en sportbeoefening. 3-5<br />
Maar liefst 2 procent van de patiënten<br />
voelt zich ernstig beperkt in het dagelijks<br />
functioneren 3,4,14 en uiteindelijk wordt de<br />
helft naar een gespecialiseerde pijnkliniek<br />
verwezen. 15 Het probleem betreft dus in<br />
absolute zin een aanzienlijk aantal patiënten.<br />
Risicofactoren voor persisterende pijn<br />
zijn: jonge leeftijd (< 65 jaar), sensibiliteitsstoornissen<br />
en recidief-liesbreukchirurgie. 3<br />
Hoewel een laparoscopische techniek de<br />
periode van direct postoperatief herstel<br />
verkort, wordt zo geen significante pijnreductie<br />
op lange termijn bereikt. 3,6<br />
14 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
Erectie- en ejaculatiegerelateerde<br />
pijnklachten zijn onderbelichte<br />
complicaties na liesbreukchirurgie.<br />
Uit recent<br />
onderzoek onder jonge mannen<br />
bleek 3 procent pijn te<br />
ervaren gedurende seksuele<br />
activiteiten. 16 Data bij<br />
vrouwen in dezen zijn<br />
niet voorhanden. Uit<br />
eigen cohortonderzoek<br />
blijkt dat één op de vijf<br />
mannen met matige tot<br />
ernstige pijnklachten na<br />
liesbreukchirurgie tevensdysejaculatieklachten<br />
heeft. 17<br />
Enquêtestudies met<br />
beschrijvingen van<br />
neuropathische en nociceptieve<br />
pijn wijzen<br />
uit dat neuropathische<br />
oftewel zenuwgerelateerde<br />
pijn op de voorgrond<br />
staat. 3-5 Figuur 1 Anatomie van het zenuwverloop<br />
in het rechter liesgebied.<br />
Legenda<br />
Dit is<br />
QLM = m. quadratus lumborum, Ilioh = n. iliohypo-<br />
van belang aangezien<br />
gastricus, Ilioi = n. ilioinguinalis, Gf = n. genitofemo-<br />
het diagnostische traralis, GB/ ES = genitale tak van de n. genitofemoralis,<br />
ject hoofdzakelijk be- FB = femorale tak van de n. genitofemoralis, LFC = n.<br />
rust op het onderschei- cutaneus femoris lateralis. 19
liesbreukchirurgie<br />
Figuur 2 Peroperatieve foto van een liesexploratie rechts,<br />
waarop een inguïnale zenuw (vermoedelijk de n.<br />
iliohypogastricus) zichtbaar is ‘gepakt’ door een<br />
niet-oplosbare hechting (zicht vanaf mediocraniaal).<br />
den van beide pijntypen. Er bestaan<br />
enkele pijnclassificaties na liesbreuk-<br />
chirurgie. 17-19 Recentelijk introduceer-<br />
den wij een classificatie (tabel 1), waar-<br />
in drie verschillende pijngroepen on-<br />
derscheiden worden: neuropathisch,<br />
niet-neuropathisch en funiculodynie.<br />
Pathogenese<br />
Anatomische kennis van het lieskanaal<br />
is natuurlijk essentieel om postoperatieve<br />
pijn na liesbreukchirurgie te kunnen<br />
begrijpen (figuur 1). De sensibele innervatie<br />
van het operatiegebied wordt verzorgd<br />
door de n. ilio-hypogastricus, de n.<br />
ilio-inguinalis en de genitale tak van de<br />
n. genito-femoralis, die gemakkelijk<br />
gelaedeerd kunnen worden, met bijvoorbeeld<br />
neuroomvorming tot gevolg. 17,19<br />
Ook kan een zenuw door hechtingen,<br />
nietjes of tackers ‘gepakt’ worden (figuren<br />
2 en 3). Na maanden tot zelfs jaren<br />
kan de fibroblastische reactie van het<br />
lichaam op het ingebrachte mesh perineurale<br />
fibrose induceren en leiden tot<br />
beklemming (entrapment) van zenuwweefsel.<br />
Uit proefdieronderzoek blijkt<br />
dat direct contact tussen polypropyleenprothesemateriaal<br />
en zenuwweefsel<br />
fibroblastische en inflammatoire veranderingen<br />
teweegbrengt. 21 Meer lateraal<br />
in het operatiegebied loopt de n.<br />
cutaneus lateralis femoris. Deze wordt<br />
sporadisch beschadigd door laterale<br />
Figuur 3 Peroperatieve foto van liesexploratie rechts (zicht<br />
vanaf lateraal). Met een anterieure benadering wordt de<br />
bovenrand van een preperitoneaal geplaatste Marlex-mat<br />
verwijderd. De n. ilio-hypogastricus komt vanaf lateraal en<br />
loopt vast in het geëxcideerde matdeel. De steeldepper bevindt<br />
zich in de geopende peritoneaalholte.<br />
uitbreiding van de incisie of trocartplaatsing<br />
tijdens laparoscopische liesbreukchirurgie<br />
met een karakteristieke<br />
meralgia paresthetica tot gevolg. 22<br />
Niet-neuropathische postoperatieve pijn<br />
wordt veroorzaakt door kwetsing van<br />
niet-zenuwgerelateerde weefsels. Tot<br />
deze groep behoren periostitis van het<br />
tuberculum pubicum, een beschadigde<br />
funiculus spermaticus, musculotendinogene<br />
schade of gewoonweg recidief liesbreuk.<br />
Een beruchte pijnbron vormt<br />
periostitis van het tuberculum pubicum,<br />
die kan ontstaan na een te diep<br />
geplaatste hechting. 17,18,23 Een derde van<br />
de patiënten met matige tot ernstige<br />
pijnklachten heeft een diffuus gevoelige<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 15
funiculus spermaticus, funiculodynie,<br />
zonder aanwijzingen voor een neuropathische<br />
oorzaak. 17 De onderliggende<br />
oorzaak is onduidelijk, maar het is mogelijk<br />
dat chronische inflammatie met<br />
zwelling van funiculaire weefsels als<br />
reactie op het prothesemateriaal een<br />
rol speelt. Het pathomechanisme van<br />
pijn samenhangend met de ejaculatie is<br />
nog grotendeels onopgehelderd. Mechanische<br />
obstructie en zenuwirritatie behoren<br />
tot de mogelijke oorzaken. 24<br />
Hoewel operatietechnieken waarbij<br />
lichaamseigen weefsel wordt gebruikt<br />
mogelijk tot meer (postoperatieve) pijnklachten<br />
leiden, kan een ingebrachte<br />
Marlex-mat zelf ook klachten veroorzaken.<br />
2 Doordat dit materiaal na enige<br />
tijd tot meer dan 30 procent kan krimpen,<br />
kan dit ‘opkrullen’ en leiden tot<br />
een harde fibrotische rol, het zogenaamde<br />
meshoma. 17,19,25 Met het plaatsen van<br />
een plug in het lieskanaal als alternatieve<br />
correctietechniek wordt een dergelijke<br />
situatie mogelijk al op voorhand<br />
gecreëerd, met soms chronische pijnklachten<br />
tot gevolg. 26 Los van de eerder<br />
vermelde zenuw-entrapment kan een<br />
meshoma ook op andere naburige structuren<br />
zoals een funiculus drukken. Ten<br />
slotte kan na verloop van tijd een pijnontlastend<br />
bewegingspatroon op secundaire<br />
wijze surmenageklachten veroorzaken,<br />
waaronder bursitis iliopectinea,<br />
adductorentendinitis en lagerug-<br />
klachten. 17,27,28<br />
diagnostiek<br />
Een uitvoerige pijnanamnese is essentieel<br />
bij een patiënt met liespijnklachten.<br />
Het lichamelijk onderzoek wordt bij de<br />
liggende en staande patiënt verricht,<br />
waarbij door middel van de Valsalvamanoeuvre<br />
een recidiefbreuk uitgesloten<br />
wordt. Neurofysiologisch onderzoek<br />
spoort hypo-esthesie, hyper esthesie of<br />
allodynie op. Hypo-esthesie caudaal van<br />
het litteken komt tot 30 procent voor<br />
16 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
na liesbreukherstel. Hyperesthesie, dysesthesie<br />
en allodynie daarentegen zijn<br />
zeldzamer en wijzen op pathologische<br />
zenuwprikkeling. Hoewel theoretisch<br />
alle drie de lieszenuwen hun eigen verzorgingsgebied<br />
hebben, is het door<br />
overlap lastig te duiden welke zenuw<br />
aangedaan is. Neuropathische entrapment<br />
leidt in onze ervaring vaak tot<br />
een uitgebreide irradiatie van pijn naar<br />
de medioventrale regio van het bovenbeen.<br />
Bij neuropathische pijn identificeert<br />
palpatie veelal een circumscript<br />
pijnpunt in of nabij het litteken (figuur<br />
4a/b). Drukpijn op het tuberculum pubicum<br />
past bij periostitis. Het bewegingsapparaat<br />
moet zorgvuldig onderzocht<br />
worden. De differentiaaldiagnose van<br />
liespijn is immers uitgebreid. 26 Bij een<br />
pijnlijke abductie-extensie-exorotatiebeweging<br />
van de heup moet aan een bursitis<br />
iliopectinea worden gedacht. 28<br />
Drukpijn op de aanhechting van de<br />
adductorenloge nabij het schaambeen,<br />
alsmede pijnprovocatie bij adductie<br />
tegen weerstand in, kan duiden op tendinitis.<br />
Oriënterend onderzoek van buik<br />
(retroperitoneum), inclusief rectaal toucher,<br />
en wervelkolom sluit het lichamelijk<br />
onderzoek af.<br />
Aanvullend onderzoek<br />
Wanneer anamnese en lichamelijk onderzoek<br />
wijzen op een neuropathische<br />
oorzaak, kan een diagnostische zenuwblokkade<br />
met een snel werkzaam anestheticum<br />
(10 ml lidocaïne 1 procent)<br />
worden overwogen. Plaats van toediening<br />
is bij voorkeur direct nabij het<br />
maximale pijnpunt, eventueel opgezocht<br />
met een neurostimulator. Indien<br />
na tien minuten significante pijnreductie<br />
is bereikt, kan van een positief testresultaat<br />
gesproken worden.<br />
Langdurige therapeutische effecten van<br />
een als diagnostische blokkade bedoelde<br />
lidocaïne-injectie zijn beschreven,<br />
met als mogelijke verklaring het door-<br />
breken van de pijncyclus met terugkeren<br />
van de pijndrempel tot normaal<br />
niveau. 17,29,30 Omgekeerd komt het soms<br />
voor dat een diagnostische injectie met<br />
lidocaïne bij neuropathische pijn ineffectief<br />
blijkt, wellicht omdat het anestheticum<br />
als gevolg van dik fibrotisch<br />
weefsel het zenuwweefsel niet<br />
kan infiltreren. Ook kan sprake zijn<br />
van hardnekkige ‘deafferentatiepijn’<br />
die perifeer imponeert, maar die niet<br />
reageert op perifere zenuwblokkades.<br />
Beeldvorming met behulp van CT of<br />
MRI sluit abdominale of retroperitoneale<br />
pathologie uit. Echter, meestal<br />
voldoet een diagnostische zenuwblokkade<br />
en kan beeldvorming achterwege<br />
blijven. Beeldvorming kan zelfs verwarring<br />
geven, zoals het echografisch<br />
aangetoonde ‘kleine recidief’. Alvorens<br />
nodeloos tot exploratie en ‘correctie’<br />
over te gaan, moet de chirurg zich afvragen<br />
of zo’n echografische bevinding<br />
wel het klachtenpatroon kan verklaren<br />
en chirurgie voldoende legitimeert.<br />
therapeutische mogelijkheden<br />
Het therapeutisch beleid is sterk afhankelijk<br />
van het oorzakelijk mechanisme.<br />
Indien een neuropathische etiologie is<br />
bevestigd, is er een aantal therapeutische<br />
opties. 30 Perifere injecties die eerder<br />
effectief bleken, kunnen in eerste<br />
instantie met toevoeging van corticosteroïden<br />
worden herhaald.<br />
Bij onvoldoende resultaat kan een chirurgische<br />
exploratie plaatsvinden,<br />
waarbij een neurectomie wordt uitgevoerd.<br />
Hierbij wordt het proximale zenuwuiteinde<br />
in spier begraven om recidiefpijnklachten<br />
te voorkomen. Door<br />
Amid werd de triple neurectomie geïntroduceerd,<br />
ingegeven door het feit dat<br />
de drie lieszenuwen een variabel verloop<br />
kennen met uitgebreide onderlinge<br />
communicatie. 19 Via één inguïnale<br />
incisie worden alle drie de sensibele<br />
lieszenuwen verwijderd. Meestal
Figuur 4 (a) Voorbeeld van bij lichamelijk onderzoek preoperatief vastgesteld pijnpunt. (b) Bij exploratie wordt exact ter<br />
hoogte van dit pijnpunt een beknelde penetrerende zenuwtak gevonden.<br />
is het eveneens nodig om het prothe-<br />
semateriaal (deels) te verwijderen, wat<br />
volgens retrospectief onderzoek in 70<br />
tot 90 procent van de gevallen tot<br />
langdurige totale pijnreductie leidt. 31-34<br />
Een vervelende (zeldzame) complicatie<br />
na neurectomie is het ontstaan van<br />
eerdergenoemde deafferentatiepijn.<br />
Behandeling met middelen als amitriptyline,<br />
carbamazepine en gabapentine<br />
zijn dan te overwegen. 35 Echter, deze<br />
middelen hebben vaak slaperigheid,<br />
duizeligheid, beïnvloeding van rijvaardigheid<br />
en concentratie als vervelende<br />
bijwerkingen. Andere therapeutische<br />
opties zijn ondersteuning door fysiotherapie,<br />
transcutane elektrische zenuwstimulatie<br />
of acupunctuur.<br />
Nociceptieve oorzaken van liespijn vergen<br />
een andere aanpak. Behandeling van<br />
periostitis omvat in eerste instantie een<br />
injectie met lidocaïne en een corticosteroïd<br />
in het periosteum. Ook hier valt een<br />
exploratie te overwegen met verwijdering<br />
van de hechting, zeker indien er<br />
sprake is van een intens pijnpatroon<br />
direct volgend op liesbreukherstel. 17,19<br />
Surmenageklachten van het bewegingsapparaat<br />
zijn goed te behandelen door<br />
het wegnemen van de primaire pijnbron<br />
(bijvoorbeeld met manuele therapie), al<br />
of niet in combinatie met lokale injectietherapie.<br />
Helaas bestaat voor patiënten<br />
met een diffuus gevoelige funiculus spermaticus<br />
(funiculodynie) nog geen afdoende<br />
behandeling. 17 Mogelijk dat in<br />
ernstige gevallen meshverwijdering de<br />
pijnklachten gunstig kan beïnvloeden. 36<br />
Over de behandeling van dysejaculatieklachten<br />
na liesbreukchirurgie is weinig<br />
bekend. In één case report leidde funiculolysis<br />
(verwijdering van fibrose rondom<br />
de funiculus) in combinatie met een<br />
neurectomie van de n. ilio-inguinalis tot<br />
een goed resultaat. 24<br />
tot slot<br />
Over de correcte behandeling van chronische<br />
pijn na liesbreukchirurgie bestaat<br />
nog maar weinig evidence. 37 Daarom<br />
wordt op dit moment in ons ziekenhuis<br />
met een gerandomiseerd onderzoek het<br />
pijnreductieve effect van een neurectomie<br />
vergeleken met dat van een injectieregime<br />
met lidocaïne, corticosteroïden en<br />
hyaluronidase. 38<br />
Wij concluderen dat een ‘simpele liesbreukcorrectie’<br />
helaas met enige regelmaat<br />
tot chronische pijnklachten leidt.<br />
Beschadiging dan wel compressie van<br />
zenuwweefsel kan resulteren in<br />
dergelijke pijnsyndromen. Evaluatie<br />
van het pijnmechanisme door een<br />
gedegen pijnanamnese, lichamelijk<br />
onderzoek en diagnostische<br />
zenuwblokkades levert meestal de<br />
juiste diagnose op. Chirurgische<br />
exploratie behoort dan tot de<br />
therapeutische mogelijkheden.<br />
voetnoten<br />
De literatuurlijst bij dit artikel is te<br />
vinden op www.oknieuws.nl of op te<br />
vragen door te mailen naar<br />
okoperationeel@y-publicaties.nl.<br />
▼<br />
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Nederlands<br />
Tijdschrift voor Heelkunde 2008; 5:196-199.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 17
dvd toont waarom<br />
in januari verscheen de instructiefilm Infectiepreventie<br />
in het operatiekamercomplex. Deze<br />
recapituleert gestructureerd de maatregelen die<br />
elke <strong>OK</strong>-medewerker zou moeten nemen en legt<br />
uit waarom ze zo essentieel zijn. De dvd is namens<br />
het UMCU kosteloos aan alle afdelingen infectiepreventie<br />
en <strong>OK</strong>'s van de Nederlandse ziekenhuizen<br />
aangeboden.<br />
TEKST: ASTRID VAN PELT<br />
lig hier nu al honderd dagen’,<br />
zegt een oudere patiënt vanuit ‘Ik<br />
zijn ziekenhuisbed. Hij is geteisterd<br />
door een postoperatieve wondinfectie.<br />
Aan de matte blik in zijn ogen valt af<br />
te leiden dat hij geen hoop heeft snel het<br />
ziekenhuis te kunnen verlaten. ‘Het is<br />
een ellende’, zegt hij geëmotioneerd.<br />
‘We vonden het belangrijk om een echte<br />
patiënt te tonen’, zegt Ada Gigengack-<br />
Baars (48), unithoofd afdeling Ziekenhuishygiëne<br />
en infectiepreventie van het<br />
UMC Utrecht en initiatiefnemer van de<br />
film Infectiepreventie in het operatiekamercomplex.<br />
‘Dat spreekt tot de verbeelding,<br />
omdat de meeste mensen op de <strong>OK</strong> niet<br />
meteen de dramatische gevolgen zien<br />
van een postoperatieve wondinfectie.<br />
Maar wanneer je met je neus op de feiten<br />
wordt gedrukt en kijkt naar een huilende<br />
patiënt die zich realiseert dat hij<br />
misschien wel nooit meer kan lopen,<br />
dan zie je de menselijke kant van het<br />
verhaal.’<br />
De instructiefilm, verschenen in januari,<br />
trekt ten strijde tegen tekortschietende<br />
hygiëne tijdens een operatieve ingreep.<br />
18 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
De onderwerpen die behandeld<br />
worden zijn divers: er<br />
wordt uitgelegd hoe je het<br />
mond-neusmasker correct<br />
draagt, hoe je je handen grondig<br />
wast en desinfecteert en hoe je de<br />
luchtstroom van buiten zo veel mogelijk<br />
beperkt.<br />
Hoewel deze essentiële zaken niet vaak<br />
genoeg benadrukt kunnen worden, zijn<br />
niet nieuw. Gigengack-Baars: ‘Alle topics
van hygiëneprotocol<br />
die in deze film aan bod komen, zouden<br />
bij elke <strong>OK</strong>-gebruiker bekend moeten<br />
zijn. Helaas is de praktijk anders. Uit de<br />
rapporten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg<br />
blijkt dat het naleven van<br />
de hygiënerichtlijnen nogal eens te wensen<br />
overlaat. Dat heeft ten dele te maken<br />
met tijdsdruk, maar ook met het ontbreken<br />
van kennis bij <strong>OK</strong>-medewerkers. Wij<br />
wilden met deze film laten zien hoe groot<br />
de gevolgen kunnen zijn als de hygiënerichtlijnen<br />
niet worden nageleefd.’<br />
Onder de blacklight<br />
Veel <strong>OK</strong>-medewerkers houden zich keurig<br />
aan de hygiënevoorschriften. Toch<br />
kunnen sommigen van hen niet exact<br />
vertellen waarom het essentieel is het<br />
protocol nauwkeurig na te leven. Deze<br />
film legt uit waarom dat noodzakelijk is.<br />
Zo komt bijvoorbeeld het handenwasritueel<br />
aan de orde. We zien twee <strong>OK</strong>-gebruikers<br />
die met handzeep en daarna<br />
met handenalcohol hun onderarmen<br />
ontdoen van bacteriën. Omdat bacteriën<br />
met het blote oog niet te detecteren zijn,<br />
kan een twee minuten durende wassessie<br />
soms wat excessief lijken.<br />
Dat het grondig reinigen van de handen<br />
wel degelijk heel belangrijk is, wordt in<br />
de film duidelijk aangetoond. Aan de<br />
handen alcohol is een fluorescerende stof<br />
toegevoegd, die wit oplicht als hij onder<br />
blacklight wordt gehouden. De persoon<br />
die zijn handen slechts vluchtig heeft<br />
gedesinfecteerd, houdt zijn handen onder<br />
de blacklight en ziet dat grote oppervlakken<br />
huid niet goed zijn bereikt en<br />
dus nog bacteriën kunnen bevatten.<br />
Een ander voorbeeld: veel <strong>OK</strong>-gebruikers<br />
zetten voorafgaand aan de operatie braaf<br />
een muts op. Een grote groep denkt dat<br />
dit is om huidschilfertjes tegen te houden.<br />
Maar de echte reden is dat juist de<br />
haren een enorme hoeveelheid bacteriën<br />
herbergen, die gemakkelijk in de wond<br />
terecht kunnen komen.<br />
Iedereen wil wel<br />
Ada Gigengack-Baars is ervan overtuigd<br />
dat mensen veel meer begrip zouden<br />
hebben voor alle regels op de <strong>OK</strong> als ze<br />
de achterliggende redenen zouden kennen.<br />
‘Niemand staat onwelwillend tegenover<br />
de hygiënemaatregelen in het protocol.<br />
Maar wanneer je het nut er niet<br />
van inziet, laat je ze makkelijker achterwege.’<br />
Het maken van de film heeft haar<br />
opnieuw duidelijk gemaakt dat niemand<br />
fouten wil maken. ‘Sterker nog: iedereen<br />
is ontzettend "eager" om zichzelf te verbeteren.’<br />
‘De première van de film was een groot<br />
succes’, vertelt ze. ‘De zaal zat overvol en<br />
mensen moesten zelfs op de trappen<br />
gaan zitten. Omdat we zo tevreden zijn<br />
over de film, hebben we op de dag van<br />
de première tweehonderd enveloppen<br />
de deur uit gedaan en de dvd aangeboden<br />
aan alle afdelingen Infectiepreventie<br />
en alle hoofden <strong>OK</strong>’s van de Nederlandse<br />
ziekenhuizen.’<br />
‘We moeten allemaal proberen te zorgen<br />
voor patiënten alsof ze onze moeder<br />
zijn’, besluit Ada Gigengack-Baars, ‘want<br />
een patiënt is geen object. Zo krijgen we<br />
de kwaliteit op een hoger niveau.’<br />
Zie ook www.instructiefilm.nl.<br />
▼<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 19
Nationale Leerlingendag 2011<br />
Dinsdag 19 april 2011<br />
Laparoscopische technieken<br />
Locatie:<br />
Meander Medisch Centrum<br />
loc Amersfoort Lichtenberg<br />
Utrechtseweg 160<br />
3818 ES Amersfoort<br />
Inschrijven via de website:<br />
www.lvo.nl<br />
Leden € 30,-<br />
Niet leden € 60,-
Presenteren<br />
of presteren?<br />
Datum : Dinsdag 24 mei 2011<br />
Tijd : 09.30 uur - 16.00 uur<br />
Locatie : MCL te Leeuwarden<br />
Aanmelden : Via de website www.lvo.nl<br />
Workshop : Presenteren en presteren!<br />
Entree : Gratis voor LVO vertegenwoordigers en<br />
VOOR MEER INFORMATIE:<br />
één LVO lid als introducé<br />
WWW.LVO.NL<br />
2011<br />
Vertegenwoordigersdag
Openhartig verhaal van een arts-assistent chirurgie<br />
de dienstpieper<br />
Marten van Olst werkt als arts-assistent chirurgie in het ziekenhuis. in De dienstpieper,<br />
uitgekomen bij uitgeverij The House of Books, geeft hij de lezers een kijkje achter de schermen<br />
in een heel persoonlijk verhaal. Dat laatste is ook de reden dat de auteur voor een pseudoniem<br />
koos. De naam van het ziekenhuis wordt evenmin genoemd. Ester van lierop, hoofd pers en<br />
publiciteit van The House of Books: ‘De wereld van de chirurgie is natuurlijk erg klein. Omdat<br />
het verhaal zo persoonlijk is, wil de auteur anoniem blijven. Maar we garanderen absoluut dat<br />
hij arts-assistent chirurgie is.’ in <strong>OK</strong> Operationeel een exclusieve voorpublicatie.<br />
TEKST: MARTEN VAN OLST | FOTO: ISTOCKPHOTO<br />
22 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
(DE pErSOON Op DE FOTO iS EEN MODEl.)
Ik duw een karretje met dossiers door<br />
een lange gang op de derde verdieping<br />
van het ziekenhuis. Bij de eerste<br />
zaal stop ik en daar liggen acht patiënten<br />
geduldig op mij te wachten. Zo<br />
meteen ga ik mijn debuut maken als<br />
arts en dat is doodeng. ‘De dokter<br />
komt zo bij u’, hoor ik een verpleegkundige<br />
op de eerste zaal zeggen. Degene<br />
tegen wie ze het heeft is een man<br />
die, met een zuurstofmasker op, hijgend<br />
en piepend uit zijn bed hangt. Er<br />
bungelen een stuk of vijf slangetjes<br />
aan hem en hij kijkt me hulpeloos aan.<br />
Ik kijk nog hulpelozer terug. Nadat ik<br />
mij heb voorgesteld aan de verpleging,<br />
begin ik met mijn ronde. Een oudere<br />
verpleegkundige verzucht: ‘Geen dag<br />
ervaring, moet mij weer overkomen.’<br />
Ik negeer het en besluit vriendelijk<br />
lachend de zaal in te stappen. De man<br />
met het zuurstofmasker ligt helemaal<br />
achterin en ik voel hoe zijn ogen op<br />
mij zijn gericht. Op het eerste bed ligt<br />
een dame van ongeveer tweehonderd<br />
kilo die mij onderzoekend aankijkt.<br />
‘Hoe gaat het met u?’, vraag ik beleefd<br />
nadat ik mij heb voorgesteld als de<br />
zaalarts.<br />
‘Nou, moet u weten dokter, ik heb zo’n<br />
last van mijn buik.’ Ze trekt haar shirt<br />
omhoog en er komt een enorme buik<br />
tevoorschijn. Ik kijk er aandachtig naar<br />
en bedenk dat ik haar nu zal moeten<br />
onderzoeken. De verpleegkundige trekt<br />
een gordijn om het bed van de patiënte<br />
heen en ik luister, klop en voel als een<br />
echte dokter aan de buik. Ik eindig met<br />
een rectaal toucher en stel voldaan vast<br />
dat er op het ‘extra laagje’ na weinig<br />
aan te merken is op de buik. Zelfverzekerd<br />
wil ik de patiënt gedag wuiven<br />
als de verpleegkundige zegt: ‘Wilt u de<br />
controles nog weten?’<br />
‘Natuurlijk, de controles’, antwoord ik<br />
vlug. ‘De bloeddruk is 170 over 80 en de<br />
pols is 80, temperatuur 38,3,’ dreunt ze<br />
routinematig op. De bloeddruk is wat<br />
hoog, de pols rustig en de temperatuur<br />
is verhoogd; ze heeft koorts! Ik bedenk<br />
dat een chirurg een keer tijdens mijn<br />
coschappen heeft gezegd dat patiënten<br />
best een temperatuursverhoging kunnen<br />
hebben als reactie van het lichaam<br />
op een operatie. Tot twee dagen na de<br />
operatie is dat niets alarmerends. ‘Wanneer<br />
was de operatie ook al weer precies?’,<br />
vraag ik. Ze kijken me niet-begrijpend<br />
aan. Ik voel het bloed naar<br />
mijn hoofd stijgen. Ai, ze is vast nog<br />
niet geopereerd. Wat heeft deze patiente<br />
eigenlijk? Waarom ligt ze eigenlijk<br />
in het ziekenhuis? Hoe kom ik<br />
daarachter? Wat moet ik nu doen? Dit<br />
is mijn allereerste patiënt in mijn functie<br />
als dokter en ik voel paniek opkomen.<br />
‘Ze heeft een tweeliterinfuus',<br />
maar drinkt eigenlijk heel goed,’ zegt<br />
de verpleegkundige na een pijnlijk<br />
lange stilte. Ik kijk een tijdje naar de<br />
infuuspaal. Er druppelt vocht vanuit<br />
een zakje in een slangetje en het slangetje<br />
loopt richting de hand van mijn<br />
patiënte. Ik denk lang na en vraag vervolgens:<br />
‘Drinkt u goed?’ ‘Ja, maar ik<br />
heb zo’n last van mijn buik’, antwoordt<br />
ze.<br />
Knipoog<br />
Ik zit vast en ben kwaad op de universiteit.<br />
Zonder hakkelen kan ik de citroenzuurcyclus<br />
opdreunen en ook de pathofysiologie<br />
van het coloncarcinoom, zelfs de<br />
farmacokinetiek van lisdiuretica ken ik uit<br />
mijn hoofd, maar nergens in mijn boeken<br />
staat: dikke patiënte met infuus heeft<br />
buikpijn ... Ze heeft een infuus en drinkt<br />
goed, maar die buikpijn? Wat moet ik<br />
daarmee en wat moet ik met die dikke<br />
buik? Het blijft akelig stil en ik merk dat<br />
ik begin te blozen. Er liggen nog zeven<br />
andere patiënten op deze zaal en ik hoor<br />
de man met het zuurstofmasker piepen:<br />
‘Dokter, dokter.’<br />
Net als ik de buik nog eens wil gaan onderzoeken,<br />
klinkt het achter me: ‘Zo, hoe gaat<br />
het, Marten?’ Het is chirurg Van Plagge die<br />
opgewekt achter mij staat. ‘Was je al begonnen?<br />
Hoe is het met de voet van mevrouw<br />
Wessels?’, vraagt hij, terwijl hij de<br />
de dienstpieper<br />
auteur: Marten van Olst<br />
Uitgeverij: The House of Books<br />
iSBN: 9789044330250<br />
prijs: € 16,95<br />
dekens van mijn zwaarlijvige patiënt omhoogtrekt.<br />
Hij knipt een verband van haar<br />
voet en we kijken samen naar haar grote<br />
teen, die zwart is. Niet rood, roze of wit,<br />
maar zwart. ‘Nou, we zullen u hier netjes<br />
van verlossen en zorgen dat u snel weer<br />
naar huis kunt’, zegt hij. Mevrouw Wessels<br />
knikt vriendelijk en wij lopen door<br />
naar de volgende patiënt. Ik houd van<br />
deze man. ‘En het infuus?’, vraagt de verpleegkundige.<br />
Van Plagge draait zich om<br />
en zegt: ‘Ze drinkt toch goed en plast<br />
goed? Dat heeft ze dus nergens voor nodig,<br />
haal er maar uit!’ Hij schudt zijn<br />
hoofd naar mij en geeft me een knipoog<br />
alsof hij wil zeggen: ‘Ze leren het ook<br />
nooit.’<br />
Ik knik ijverig en huppel vlug achter<br />
hem aan. Achttien minuten later hebben<br />
we alle patiënten gezien en lopen we samen<br />
naar de artsenkamer. Van Plagge<br />
haalt twee koppen koffie, schuift een stoel<br />
naar me toe en kijkt me vriendelijk aan.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 23
‘Marten, chirurgie is een simpel vak’,<br />
zegt hij rustig. Ik ben op mijn hoede en<br />
kijk hem vragend aan. ‘Patiënten hebben<br />
ergens last van, vervolgens moeten<br />
ze wel of niet geopereerd worden. Als ze<br />
niet geopereerd hoeven te worden, moeten<br />
ze bij een andere dokter zijn, die<br />
met ze gaat praten en die ze pilletjes<br />
geeft. Als ze een probleem hebben waar<br />
vijf vragen aan Marten van Olst<br />
1) Hoe ben je ertoe gekomen om je ervaringen als arts-assistent<br />
chirurgie op te schrijven?<br />
‘ik heb het altijd al prettig gevonden om dingen “van mij af te<br />
schrijven”. als ik me ergens druk over maak, dan schrijf ik het<br />
op. Het probleem waarover ik me op dat moment druk maak,<br />
lijkt tastbaarder te worden als het op papier staat. Toen ik net<br />
begon met werken als arts-assistent had ik deze uitlaatklep<br />
echt nodig. ik begon mijn ervaringen op te schrijven, in eerste<br />
instantie voor mijzelf. Na een tijdje had ik zo veel intense,<br />
moeilijke en ook grappige ervaringen opgeschreven dat het<br />
plan in mij opkwam om er een boek van te maken.’<br />
2) Waarom heb je gekozen voor een pseudoniem?<br />
‘Uit voorzichtigheid, en omdat ik een zo eerlijk mogelijk beeld<br />
wilde geven. Mocht ik iemand of een groep mensen per<br />
ongeluk op hun tenen hebben getrapt, hoewel dat niet de<br />
bedoeling was, dan is mijn echte naam – en daarmee mijn<br />
carrière – daar niet eeuwig mee verbonden.’<br />
3) ‘<strong>OK</strong> Operationeel’ is hét vakblad voor operatieassistenten.<br />
Wat is je beeld van deze beroepsgroep?<br />
‘in het begin voelde ik mij niet thuis op de <strong>OK</strong>. als ik werd<br />
afgezeken door een baas, stond hij een minuut later grapjes<br />
te maken met de operatieassistenten die hij al jaren kende. ik<br />
voelde me daar ongemakkelijk bij. Daarnaast had ik het<br />
gevoel dat er tegengestelde belangen waren. De operatieassistenten<br />
leken liever te willen dat de baas zelf opereert,<br />
want dan schiet het tenminste op en kan iedereen op tijd<br />
naar huis. Terwijl het, als ik liep te klungelen, allemaal langer<br />
duurde en de stemming daalde. inmiddels kan ik het<br />
eigenlijk met iedereen wel goed vinden. Dat heeft waarschijnlijk<br />
het meest te maken met mijn afgenomen onzekerheid.<br />
Daardoor ben ik zelf opener en eerlijker, ook als ik het<br />
moeilijk heb, en is men ook opener en eerlijker tegen mij.’<br />
24 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
ze wel aan geopereerd moeten worden,<br />
dan doe ik dat graag. Na de operatie<br />
komen ze hier op de zaal terecht bij<br />
jou. In principe moet het dan steeds<br />
beter met ze gaan en als het goed genoeg<br />
gaat, stuur jij ze naar huis. Zo<br />
hoort het te gaan en voor deze patiënten<br />
hoef je mij niet te bellen. Als ze<br />
geopereerd worden en het gaat vervol-<br />
gens niet beter met ze, dan is er iets<br />
aan de hand. Die mensen moet jij goed<br />
in de gaten houden en als je er niet uit<br />
komt, kun je me altijd bellen!’ Hij<br />
geeft me een schouderklop en loopt<br />
weg. Ik heb goed geluisterd en kan er<br />
geen speld tussen krijgen. Mijn taak<br />
hier lijkt inderdaad overzichtelijk en<br />
eenvoudig.<br />
4) Je vertelt uitgebreid over je ervaringen met de chirurgen die je<br />
begeleiden. Hoe zou je zelf een arts-assistent onder je hoede<br />
nemen?<br />
‘ik weet heel duidelijk wat ik niet wil; ik heb mensen zien flippen<br />
als ze het juiste tangetje niet kregen of niet op tijd kregen. Er is<br />
een type mens dat zichzelf als middelpunt van het universum<br />
ziet. De wereld moet doen wat zij willen. als de wereld dat niet<br />
doet, raken ze boos en gefrustreerd. Zelf denk ik dat het de<br />
wereld eigenlijk weinig kan schelen wat ik exact wil en ze toch<br />
wel doet wat ze doet. als ik een arts-assistent onder mijn hoede<br />
zou hebben, zou ik proberen hem zo veel mogelijk positief te<br />
stimuleren en niet constant te wijzen op wat niet goed gaat. Van<br />
plagge, een van de sleutelfiguren uit mijn boek, is een voorbeeld<br />
van een chirurg die ervoor zorgt dat de assistent zich geweldig<br />
voelt door hem vrijwel alles te laten doen en er tegelijkertijd<br />
bovenop te zitten, op een prettige mens-tot-mensmanier.’<br />
5) Inmiddels ben je begonnen<br />
als assistent-chirurg<br />
in opleiding. Ga je over<br />
deze ervaringen ook<br />
een boek schrijven?<br />
‘ik blijf mij verbazen<br />
over wat ik<br />
allemaal dagelijks<br />
meemaak in het<br />
ziekenhuis. Dus wie<br />
weet …’<br />
(DE pErSOON Op DE FOTO iS EEN MODEl.)
even overleggen<br />
Een verpleegkundige klopt op de deur<br />
van de artsenkamer en zegt: ‘Het gaat<br />
niet goed met mevrouw Mensink!’<br />
Over een aantal weken zal ik eerst<br />
vragen wát er niet goed gaat. Nu sta ik<br />
haastig op en loop met haar mee. Ik<br />
ben helaas vergeten wie mevrouw<br />
Mensink is en waarom ze in het ziekenhuis<br />
ligt. We zijn vanochtend langs<br />
vijfentwintig patiënten gelopen en ik<br />
kan ze niet uit elkaar houden. Mevrouw<br />
Mensink ligt naast de zware<br />
dame met de zwarte teen en ze zit met<br />
een kartonnen bakje op schoot te kokhalzen.<br />
De verpleegkundige kijkt me<br />
vragend aan. Ik kijk op mijn beurt<br />
mevrouw Mensink vragend aan, waarop<br />
zij begint te braken. ‘Bent u misselijk?’<br />
Mijn god, wat klinkt dat dom.<br />
Ze knikt en braakt verder. Ik onderzoek<br />
haar hart, longen en buik. Ze<br />
heeft een groot operatielitteken op<br />
haar buik met een verse pleister erop.<br />
De buik is wat bol, maar wel soepel. Ik<br />
word niet veel wijzer. ‘Ik zal even overleggen<br />
wat we gaan doen’, zeg ik en ik<br />
bedenk direct dat ik dat zinnetje nog<br />
heel vaak ga gebruiken. Als ik wegloop<br />
zegt haar buurvrouw, mevrouw Wessels,<br />
dat ze pijn in haar buik heeft,<br />
trekt haar shirt omhoog en wijst naar<br />
haar omvangrijke buik. Ik zeg dat ik er<br />
straks naar zal kijken en bel ondertussen<br />
een oudere collega op: ‘Hallo, met<br />
Marten, mevrouw Mensink is aan het<br />
braken …’ Het blijft stil aan de andere<br />
kant van de lijn. Na een lange stilte<br />
zegt hij: ‘Ja …’ Het blijft ongemakkelijk<br />
stil. ‘Wat is je vraag?’, zegt hij.<br />
Mijn vraag is kort en krachtig: ‘Help!’<br />
Maar dat kan ik natuurlijk niet zo zeggen.<br />
‘Zou je even mee willen kijken?’<br />
Ik voel me een debiel. Terwijl ik wacht<br />
tot hij komt verman ik me en bedenk<br />
dat hij me vast gaat vragen waarom ze<br />
eigenlijk in het ziekenhuis ligt en wat<br />
er aan de hand is. Ik pak haar medische<br />
dossier en begin te lezen. Het<br />
staat er allemaal. Ze is twee dagen<br />
Samen zorgen voor de natuur<br />
De natuur staat steeds meer onder druk. Natuurmonumenten stelt de<br />
natuur veilig. Uw steun is hard nodig. Word lid, dat kan al vanaf € 2,–<br />
per maand. Kijk voor meer informatie op www.natuurmonumenten.nl<br />
Natuurmonumenten. Als je van Nederland houdt.<br />
doe mee & win!<br />
Uitgeverij The House of Books stelt<br />
aan de lezers van <strong>OK</strong> Operationeel vijf<br />
exemplaren van De dienstpieper<br />
beschikbaar. Mail ons waarom je kans<br />
wilt maken op dit boek, en vergeet je<br />
adresgegevens niet:<br />
okoperationeel@y-publicaties.nl.<br />
tevoren geopereerd aan haar dikke<br />
darm wegens darmkanker. Er staat als<br />
kanttekening bij de visite een dag eerder:<br />
De buik is nog niet op gang en<br />
patiënte is misselijk en moet braken.<br />
Beleid: neus-maagsonde en eventueel<br />
medicatie tegen de misselijkheid, verder<br />
afwachten! Ik haal opgelucht<br />
adem. De oudere collega komt binnen,<br />
kijkt me met een minachtende blik<br />
aan en geeft mij vervolgens een knipoog.<br />
‘Hé, een nepdokter! Eerste dag?’,<br />
vraagt hij vrolijk …<br />
▼<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 25
De stand van zaken<br />
Schildwachtklierprocedure<br />
Een complete okselklierdissectie veroorzaakt veel klachten. Om te voorkomen dat patiënten<br />
met mammacarcinoom deze ingreep onnodig ondergaan, wordt eerst de schildwachtklier<br />
opgespoord en onderzocht op metastasen. Hoe is deze klier te traceren, welke valkuilen zijn<br />
er daarbij, voor wie is de procedure geschikt en hoe ver moeten we eigenlijk gaan met het<br />
zoeken naar metastasen?<br />
TEKST: DR. R.M.H. ROUMEN, CHIRURG-ONCOLOOG, MáxIMA MEDISCH CENTRUM, VELDHOVEN/EINDHOVEN.<br />
Naast tumorgrootte en differenti-<br />
atiegraad is lymfklierstatus de<br />
belangrijkste prognostische indicator<br />
voor patiënten met een mammacarcinoom.<br />
In de interpretatie van Fisher,<br />
die het mammacarcinoom beschouwde<br />
als een systeemziekte, zou<br />
lymfkliermetastasering alleen een belangrijke<br />
biologische rol hebben als indicator<br />
van agressiever tumorgedrag.<br />
Het concept van de schildwachtklier of<br />
sentinel node grijpt terug op een interpretatie<br />
van Halsted. Hij beschouwt het<br />
mammacarcinoom als een progressieve<br />
ziekte, waarbij tumorgroei leidt tot invasie<br />
en sequentiële lymfogene en hematogene<br />
metastasering.<br />
De schildwachtklier is per definitie de<br />
eerste klier waarop de tumor zijn lymfafvloed<br />
heeft.<br />
In 1977 gebruikte Cabanas de term ‘sentinel<br />
node’ in dit verband voor het eerst.<br />
Hij beschreef deze klier uitgebreid bij<br />
patiënten in Zuid-Amerika, waar het peniscarcinoom<br />
veel voorkomt. Dat presenteerde<br />
zich frequent met een typische inguïnale<br />
metastase. Later is het concept<br />
door Morton nader uitgewerkt bij pati-<br />
26 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
enten met een melanoom, waarna hij de<br />
overstap maakte naar het gebruik van<br />
dit concept bij de behandeling van patienten<br />
met borstkanker.<br />
Complete okselklierdissectie<br />
Vanaf het begin is het verwijderen van<br />
de okselklieren een integraal onderdeel<br />
geweest van de chirurgische behandeling<br />
van het mammacarcinoom. De oksel<br />
werd daartoe arbitrair verdeeld in<br />
drie niveaus: de klieren onder (lateraal<br />
van) de pectoralis minor (level I), de klieren<br />
achter de pectoralis minor (level II)<br />
en de hoger gelegen klieren in de zogeheten<br />
mediale okseltop, infraclaviculair<br />
en dus mediaal gelegen van de pectoralis<br />
minor (level III). Een complete en block<br />
resectie van de okselklieren omvat minimaal<br />
de niveaus I en II. Het is daarbij gewenst<br />
om de patholoog zo veel weefsel<br />
aan te bieden dat deze minimaal tien<br />
klieren kan beoordelen.<br />
In deze zin is de complete klierdissectie<br />
altijd een diagnostische ingreep geweest.<br />
Uiteraard is het zo dat, indien sprake is<br />
van aangetaste klieren, tegelijk een therapeutisch<br />
effect van deze ingreep uit-<br />
gaat. Op grond van met name Deense registratiedata<br />
lijkt er een direct verband<br />
te zijn tussen de overleving en de hoeveelheid<br />
verwijderde okselklieren. 1,2 Dit<br />
betekent dus dat het in situ blijven van<br />
okselklieren die metastasen bevatten een<br />
negatief effect moet hebben op de uiteindelijke<br />
overleving van de betrokkenen.<br />
Daar staat tegenover dat het voor de patiënten<br />
met een werkelijk negatieve oksel<br />
volstrekt zinloos is om deze ingreep<br />
te ondergaan. Deze kan dan per definitie<br />
geen enkel therapeutisch effect hebben<br />
op de lokale controle en de uiteindelijke<br />
overleving.<br />
In de huidige populatie patiënten met<br />
een mammacarcinoom is de a-priorikans<br />
op het vinden van een positieve oksel<br />
tussen de 30 en 40 procent. Dit betekent<br />
dus dat het uitvoeren van een complete<br />
okselklierdissectie in 60 tot 70 procent<br />
van de gevallen, achteraf bezien, onnodig<br />
is.<br />
De morbiditeit die met deze ingreep samenhangt,<br />
is aanzienlijk. Tot 40 procent<br />
van de patiënten heeft een of andere<br />
vorm van al of niet continue pijn in de<br />
oksel- of schouderregio, 70 procent van
ij mammacarcinoom<br />
de patiënten meldt al of niet hinderlijke<br />
sensibiliteitsstoornissen, 30 procent van<br />
de patiënten heeft schouderfunctieverlies<br />
en afhankelijk van de definitie en<br />
kwantificering heeft 10 tot 20 procent<br />
van de patiënten last van lymfoedeem.<br />
Daar komt bij dat eenmaal aanwezig<br />
lymfoedeem chronisch invaliderend is.<br />
Het lijkt dus zinvol om te proberen deze<br />
morbiditeit te vermijden. Dit is dan ook<br />
het primaire doel van een schildwachtklierprocedure<br />
bij patiënten met een<br />
mammacarcinoom: het achterwege kunnen<br />
laten van een onnodige complete okselklierdissectie<br />
en het voorkómen van<br />
de daarmee samenhangende morbiditeit.<br />
Bij de schildwachtklierprocedure wordt<br />
de sentinel node opgespoord met lymphatic<br />
mapping (figuur 1). Dit kan leiden tot<br />
een betere stagering van het mammacarcinoom.<br />
Voor velen is dat al een doel op<br />
zich, omdat het wellicht leidt tot een betere<br />
behandelingsstrategie en daarmee<br />
uiteindelijk tot een betere (ziektevrije)<br />
overleving.<br />
Selectie van patiënten<br />
Het hiervoor welomschreven doel van de<br />
schildwachtklierprocedure is de leidraad<br />
bij de patiëntenselectie. Patiënten met<br />
een op voorhand aangetoonde pathologische<br />
okselklierstatus komen uiteraard<br />
niet voor deze procedure in aanmerking.<br />
Het is daarom uitermate zinvol deze patiënten<br />
reeds van tevoren te proberen te<br />
selecteren met behulp van echografie<br />
van de oksel en cytologische punctie van<br />
aangetoonde okselklieren.<br />
Naarmate de primaire tumor groter is,<br />
stijgt ook de kans op een positieve okselklierstatus.<br />
Omdat het risico van een<br />
fout in deze groep het grootst is, wordt<br />
Figuur 1 Tijdens een schildwachtklierprocedure is de lymfklier die de blauwe<br />
kleurstof heeft opgenomen in de diepte zichtbaar.<br />
geadviseerd om patiënten met grotere<br />
tumoren van de procedure uit te sluiten.<br />
De grens is feitelijk arbitrair. Hetzelfde<br />
geldt voor de situatie met multipele tumoren<br />
in één mamma, omdat er in die<br />
situatie ook verschillende drainagetrajecten<br />
zouden kunnen zijn, waardoor<br />
verwarring kan ontstaan. Er zijn overigens<br />
diverse studies die aantonen dat<br />
deze aanname in de praktijk niet leidt<br />
tot een hoger aantal foute procedures. In<br />
Nederland loopt een studie die dit nader<br />
onderzoekt.<br />
Veel belangrijker is het om patiënten<br />
met palpabele, al of niet pathologisch<br />
aanvoelende okselklieren te excluderen.<br />
Ook recente ingrepen en handelingen<br />
aan de mamma of oksel die het correct<br />
uitvoeren van de schildwachtklierprocedure<br />
negatief beïnvloeden, dienen bij de<br />
exclusiecriteria overwogen te worden.<br />
Deze vergroten de kans op een negatieve<br />
biopsie bij een positieve okselstatus. 3<br />
Op grond van twee goed uitgevoerde studies<br />
uit Rotterdam kan met echografie<br />
en punctie 17 tot 26 procent van de patienten<br />
een schildwachtklierprocedure bespaard<br />
blijven. Zij kunnen direct opgezet<br />
worden voor een definitieve chirurgische<br />
operatie. In deze twee studies kon respectievelijk<br />
36 en 63 procent van de totale<br />
populatie met positieve oksels reeds<br />
met behulp van echografie en cytologie<br />
als positief worden geïdentificeerd. 4,5<br />
Echografie van de oksel bij iemand met<br />
een bewezen mammacarcinoom is inmiddels<br />
standaard.<br />
Lymfoscintigrafie<br />
Het scintigram als vastgelegde foto zelf<br />
(de hard copy) heeft voor de chirurg niet<br />
zo veel waarde. Van veel grotere waarde<br />
is de verslaglegging hiervan en de communicatie<br />
tussen de nucleair geneeskun-<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 27
dige en de chirurg. Zodoende kan de chi-<br />
rurg op de hoogte worden gebracht van<br />
de eventuele dynamische aspecten van<br />
de scanning: zijn er meerdere lymfbanen<br />
en derhalve mogelijk meerdere eerste<br />
sentinel nodes? Of is er sprake van visualisatie<br />
van tweede-echelonklieren? Is<br />
de klier op de gebruikelijke plaats in de<br />
oksel gelegen en is deze voldoende ‘heet’<br />
en dus gemakkelijk te lokaliseren met<br />
de gamma probe? Is er sprake van eventueel<br />
verstorende overprojectie van de injectieplaats?<br />
Of bevindt de klier zich op<br />
een ongebruikelijke plaats, bijvoorbeeld<br />
intramammair of parasternaal, waardoor<br />
de chirurg zijn operatieplan moet bijstellen?<br />
De waarde van de tevoren aangebrachte<br />
markeringen op de huid, met name in<br />
de regio van de oksel, is uitermate betrekkelijk.<br />
Die hangt onder andere samen<br />
met de positionering van patiënt en<br />
haar arm op de afdeling nucleaire geneeskunde.<br />
Die kan anders zijn dan die<br />
op de operatietafel. Verder wordt de dissectielijn<br />
in de oksel vrijwel altijd klassiek<br />
aan de onderrand van de haargrens<br />
gelegd. Dit gebeurt mede met het oog op<br />
een eventuele later uit te voeren complete<br />
okselklierdissectie, waarbij dit litteken<br />
omsneden dient te worden en de<br />
toegang tot de oksel gebruikelijk dient<br />
te zijn. De op de huid gemarkeerde stip<br />
is voor de chirurg veel meer het teken<br />
dat de nucleair geneeskundige een hotspot<br />
in de oksel heeft kunnen visualiseren<br />
en dat het dus ook mogelijk moet<br />
zijn met de gamma probe de sentinel<br />
node te vinden.<br />
Indien echter sprake is van bijzondere<br />
lokalisaties, is het preoperatief markeren<br />
hiervan natuurlijk uitermate handig.<br />
Direct overleg en goede communicatie<br />
tussen nucleair geneeskundige en chirurg<br />
is een voorwaarde voor het welslagen<br />
van de gehele procedure.<br />
drainagetraject<br />
Het succesvol vinden van de ware, bij de<br />
28 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
areolair plexus<br />
subareolair<br />
plexus (Sappey)<br />
spier<br />
tumor behorende sentinel node berust<br />
op een goede kennis van de lymfdrainage<br />
van de mamma. Daarnaast is het van<br />
belang voortdurend in te zien dat we op<br />
zoek zijn naar de eerste klier in het drainagetraject<br />
afkomstig van de tumor.<br />
Daarom is kennis van de juiste definitie<br />
van ‘sentinel node’ van belang. Het gaat<br />
om de klier(en) waarop de tumor rechtstreeks<br />
draineert. Dit is niet noodzakelijkerwijs<br />
de klier die het dichtst bij de tumor<br />
ligt. Ook is het niet per se de heetste<br />
(of meest radioactieve) klier. De echte<br />
sentinel node kan door allerlei factoren<br />
minder uptake van het Technetium-gelabelde<br />
humaan albumine (Nanocoll) tonen<br />
dan een ‘verderop’ gelegen klier.<br />
Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor<br />
de blauwste klier. Ook is de sentinel<br />
node niet altijd de klier die op een lymfoscintigrafie<br />
als eerste (in tijd) opkomt.<br />
De mamma is als klier aangelegd tussen<br />
de fascie en de huid. Omdat die beide<br />
hun lymfafvoer via cutane takken naar<br />
de oksel hebben, heeft de mamma logi-<br />
* zie tekst<br />
oppervlakkige<br />
lymfplexus<br />
van de huid<br />
subdermale<br />
lymfplexus<br />
lymfbanen<br />
mamma<br />
fascie plexus<br />
Figuur 2a/2b Lymfafvloed van de mamma volgens Sappey. Alle lymf van de<br />
mamma draineert naar de subareolaire plexus. Dit is het kritische punt van<br />
communicatie tussen de lymfafvloed van het mammaparenchym en de cutane<br />
en fascie lymfplexus.<br />
scherwijs haar lymfafvloed op dezelfde<br />
wijze. De lymf vanuit de mamma beweegt<br />
zich centripetaal naar de subareolaire<br />
plexus (van Sappey), alwaar een zekere<br />
pooling ontstaat, en afvloed via één<br />
of twee cutane takken naar de oksel. Ergens<br />
op deze route vindt men dan één of<br />
twee schildwachtklieren (figuur 2a en<br />
2b). Uiteraard bestaan er ook accessoire<br />
lymfafvloedsystemen die bijvoorbeeld<br />
via inframammaire takken door het diafragma<br />
naar de lever gaan. Ook is een<br />
parasternale routing mogelijk, dan wel<br />
een eventuele alternatieve afvloed naar<br />
de infra- of supraclaviculaire regio.<br />
visualisering<br />
Bij het vinden van de juiste klier tijdens<br />
de operatie wordt geadviseerd gebruik te<br />
maken van de combinatietechniek: het<br />
reeds door de nucleair geneeskundige ingespoten<br />
Nanocoll en het door de chirurg<br />
vlak vóór de operatie aan te brengen<br />
Patent Blue (niet te verwarren met<br />
Methyleen Blauw). De visualisatie met
cutane<br />
lymfebanen<br />
Figuur 2b<br />
Nanocoll berust op het gegeven dat dit –<br />
na fagocytose door de macrofagen – aanwezig<br />
blijft in de lymfklieren. Bij eenzelfde<br />
visualisatie door Patent Blue verdwijnt<br />
het blauw soms zienderogen uit<br />
de klieren, zeker als de aanvoerende<br />
baan doorgenomen is. Dit komt doordat<br />
Patent Blue slechts door de lymfbanen<br />
(en dus de lymfklieren) stroomt en niet<br />
echt stapelt.<br />
Er bestaat nog steeds controverse over<br />
de vraag welke injectieplaats de beste is:<br />
in de tumor, rond de tumor, intracutaan<br />
of subareolair. Wel is duidelijk, mede op<br />
grond van een door ons uitgevoerde studie,<br />
dat de drainage na intraparenchymateuze<br />
inspuiting en die na subcutane<br />
periareolaire inspuiting in een hoog percentage<br />
overeenstemming vertonen,<br />
doch soms ook complementair zijn<br />
(figuur 3). 6<br />
okselklieren<br />
lateraal<br />
Het is op grond van de data die ons tot<br />
op heden ter beschikking staan niet met<br />
zekerheid te zeggen welk van deze twee<br />
routes nu naar de ware sentinel node<br />
leidt. Het komt namelijk een enkele<br />
keer voor (in 4 tot 5 procent van de gevallen)<br />
dat het Patent Blue, ingespoten<br />
in de subareolaire plexus van Sappey, via<br />
craniaal<br />
klier ook daadwerkelijk de eerste is. Dit<br />
is namelijk niet noodzakelijkerwijs het<br />
geval (zie de eerdergenoemde definitie<br />
van ‘sentinel node’), wat een extra argument<br />
is om ook bij een zogeheten open<br />
oksel naar beide klieren te zoeken. Indien<br />
men echter in een situatie zoals<br />
hiervoor beschreven hete en blauwe<br />
mediaal<br />
klieren heeft verwijderd, is het niet nodig<br />
om de oksel nog verder door te scannen<br />
en op zoek te gaan naar klieren met<br />
een veel lager aantal counts. Deze voldoen<br />
per definitie niet aan het criterium<br />
van sentinel node en leiden alleen<br />
maar tot het overbodig uitruimen van<br />
caudaal<br />
meer klieren.<br />
Het wordt wel sterk geadviseerd om tijdens<br />
de operatie de open oksel met de<br />
vinger te palperen om op zoek te gaan<br />
naar die ene uitzonderingssituatie waar-<br />
de cutane takken een eerste okselklier bij een vaste of harde pathologische<br />
bereikt die uiteraard goed blauw aan- klier gebypassed is en die eventueel – na<br />
kleurt, maar niet heet is. Indien men de in situ laten – zou kunnen leiden tot een<br />
blauwe baan komend van deze klier ver- negatieve biopsie terwijl de okselstatus<br />
der volgt, komt men uit in een volgende<br />
klier die wel heet is en kennelijk via de<br />
positief is.<br />
intraparenchymateuze techniek kon valkuilen<br />
worden gelabeld. Het is in deze gevallen Het belangrijkste probleem van de<br />
verstandig om beide klieren als sentinel schildwachtklierprocedure is dat men<br />
node te bestempelen en voor diagnos- een klier als sentinel node kan beschoutiek<br />
te verwijderen.<br />
wen en verwijderen die bij histologisch<br />
In de meeste gevallen is de hete klier onderzoek negatief blijkt te zijn terwijl<br />
ook de klier die peroperatief blauw aan- de patiënt in werkelijkheid wel een posikleurt,<br />
zeker als deze in de oksel op het tieve okselstatus heeft. Deze situatie noe-<br />
scintigram is aangetoond. Indien op de men we een fout-negatieve procedure.<br />
lymfoscintigrafie twee hotspots in de ok- De meest klassieke valkuil in dit versel<br />
gevisualiseerd kunnen worden en in band is die situatie waarbij de ware sen-<br />
een dynamische setting de meest craniatinel node volledig ingenomen is door<br />
le kan worden geduid als een tweede- metastasen, waardoor het niet meer moechelonklier,<br />
is bij operatie evenwel niet gelijk is de macrofagen voldoende met<br />
altijd duidelijk welke van de twee hete radioactiviteit te labelen, en waarbij bo-<br />
klieren de eerste en echte sentinel node vendien obstructie van de lymfbanen<br />
is. In dergelijke gevallen verdient het heeft plaatsgevonden, waardoor ook de<br />
aanbeveling om beide te verwijderen, ze- blauwe kleurstof wordt omgeleid naar<br />
ker als ook de tweede klier blauw kleurt. een andere klier, die op dat moment<br />
Als de informatie van een dynamische wellicht negatief is. Deze wordt dan ten<br />
scan ontbreekt, kan men op grond van onrechte als sentinel node geïdentifi-<br />
statische gegevens al helemaal niet met ceerd en verwijderd. Het is natuurlijk<br />
zekerheid zeggen dat de meest caudale het best een dergelijke situatie te vermij-<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 29
AUT PUB PTN FU OR VWT<br />
Giuliano 11 2000 67 39 mnd 0 2<br />
Veronesi 12 2001 285 24 mnd 0 6<br />
Schrenk 13 2001 83 22 mnd 0 2<br />
roumen 10 2001 100 24 mnd 1 3<br />
Meijer 14 2002 100 47 mnd 1 3<br />
Totaal 635 2 16<br />
aUT auteur<br />
pUB publicatiejaar<br />
pTN aantal patiënten<br />
FU mediane follow-up<br />
Or okselresidu<br />
VWT verwacht aantal positieve klieren<br />
op basis van het 95%-criterium<br />
Tabel 1 Vijf publicaties waarin met een<br />
wisselende follow-up in totaal 635 patiënten<br />
beschreven worden bij wie een<br />
complete okselklierdissectie achterwege<br />
is gebleven na een eerdere negatieve<br />
schildwachtklierprocedure.<br />
den, onder andere door de patiëntense-<br />
lectie. Deze situatie is de reden dat<br />
wordt geadviseerd om bij een open oksel<br />
nog zorgvuldig te palperen om een eventueel<br />
volledig door metastasen ingenomen<br />
vaste klier alsnog te voelen en te<br />
kunnen verwijderen.<br />
Een vergelijkbare situatie kan zich voordoen<br />
indien de klieren diffuus zijn ingenomen<br />
met metastasen, waardoor een<br />
soort lokaal lymfangitisbeeld in de oksel<br />
is ontstaan met bijna volledige obstructie<br />
van de lymfafvloed naar die oksel.<br />
Daardoor treedt ombuiging of zelfs omkering<br />
van de lymfafvloed op, bijvoorbeeld<br />
naar parasternaal. Met de gebruikelijke<br />
lymfoscintigrafische procedure<br />
zou dan een parasternale klier als enige<br />
gevisualiseerd kunnen worden. Indien<br />
men vervolgens besluit om uitsluitend<br />
op deze klier af te gaan, zou men ten onrechte<br />
de positieve oksel in situ laten.<br />
Het niet opkomen van een okselscan is<br />
daarom suspect. Het doet zich een enkele<br />
keer voor, bijvoorbeeld in een situatie<br />
zoals hiervoor beschreven. Overigens<br />
wordt om deze reden geadviseerd om na<br />
inspuiting de mamma door de patiënt<br />
zelf regelmatig te laten masseren, waar-<br />
30 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
door een significant betere afvloed vanuit<br />
het parenchym ontstaat.<br />
Een andere situatie waarin uptake van<br />
Nanocoll niet meer mogelijk is, doet zich<br />
voor bij volledige, vettige degeneratie<br />
van de klieren. Ook kunnen andere lymfklierziekten,<br />
zoals chronische myeloïde<br />
leukemie, in dit verband storend werken.<br />
Een lymfangioom kan bij uitzondering<br />
op de lymfoscintigrafie worden geduid<br />
als een sentinel node en leiden tot een<br />
verwarrende peroperatieve procedure.<br />
Hoewel op theoretische gronden na een<br />
recente excisiebiopsie de procedure wellicht<br />
onnauwkeuriger zou kunnen zijn<br />
door verandering van de lymfafvloed,<br />
zijn de gegevens in de literatuur hierover<br />
niet eensluidend. In de praktijk<br />
wordt dit daarom niet als een absolute<br />
contra-indicatie gezien.<br />
Tumoren zeer lateraal hoog in de mamma<br />
gelegen, kunnen na een injectie van<br />
de depots rondom de tumor leiden tot<br />
een overprojectiebeeld, waardoor de hotspot<br />
in de oksel niet meer te zien is. Anderzijds<br />
zou een eventueel wel zichtbare<br />
spot bij operatie wel eens heel moeilijk<br />
gevonden kunnen worden met behulp<br />
van de gamma probe door de verstorende<br />
straling van het depot.<br />
Leercurve<br />
In dit verband is er zeker vóór de introductie<br />
van de schildwachtklierprocedure<br />
in verschillende ziekenhuizen veel geschreven<br />
over de rol van de leercurve ervan.<br />
Amerikaanse multicenter studies<br />
toonden dat de meeste fouten door chirurgen<br />
met name werden gemaakt binnen<br />
de eerste twintig ingrepen. Daarna<br />
steeg het succespercentage vrij snel, tot<br />
boven de 95 procent bij meer dan vijftig<br />
ingrepen. 7<br />
Van belang is het om zich te realiseren<br />
dat een leercurve vaak een weerspiegeling<br />
is van de gehele procedure en logistiek<br />
binnen één instituut en niet zozeer<br />
een afspiegeling van het kunnen of de<br />
handigheid van één chirurg.<br />
Om praktische redenen is in de Nederlandse<br />
richtlijn ‘Schildwachtklierbiopsie<br />
bij mammacarcinoom’ afgesproken om<br />
eerst dertig procedures met een zogeheten<br />
confirmatieve okselklierdissectie<br />
binnen één instituut te verrichten. Zo<br />
kan de chirurg voldoende feedback krijgen<br />
op het eigen handelen. 3<br />
Resultaten<br />
Bij de beoordeling van de resultaten van<br />
de gehele schildwachtklierprocedure<br />
dient men onderscheid te maken tussen<br />
de geslaagde visualisatieprocedures en<br />
de geslaagde percentages biopsieën. Vanuit<br />
chirurgisch oogpunt zijn het succespercentage<br />
en de sensitiviteit van de<br />
operatieve sentinel-nodebiopsieën van<br />
belang. In de literatuur wordt met de<br />
sensitiviteit van deze procedure bedoeld:<br />
het succespercentage geslaagde positieve<br />
schildwachtklierverwijderingen uit de<br />
totale populatie werkelijk okselpositieve<br />
mammacarcinoompatiënten. Idealiter is<br />
dit 100 procent. Dan zijn er geen fout-negatieve<br />
biopsieën; 100 procent minus<br />
het percentage fout-negatieven is de sensitiviteit<br />
van de gehele procedure. Men<br />
streeft ernaar om deze in ieder geval 95<br />
procent of hoger te laten zijn.<br />
In sommige publicaties wordt ten onrechte<br />
ook gesproken over de specificiteit<br />
van deze procedure. Dit is natuurlijk<br />
onzin, omdat deze altijd 100 procent is.<br />
Het behoeft geen betoog dat het niet zo<br />
knap is om uit een werkelijk negatieve<br />
oksel, na een of andere procedure, een<br />
klier te verwijderen die bij histologisch<br />
onderzoek ook negatief blijkt te zijn en<br />
om dan vervolgens vast te stellen dat dit<br />
in 100 procent van de gevallen lukt. Elke<br />
willekeurige klier uit een dergelijke oksel<br />
zou men dan het predicaat ‘negatieve<br />
schildwachtklier’ kunnen geven. In sommige<br />
publicaties wordt verder nog gesproken<br />
over accuracy, wat feitelijk het<br />
gemiddelde van de sensitiviteit en de<br />
specificiteit is. Omdat de specificiteit altijd<br />
100 procent is, wordt dit getal vals
hoog en doet het de gegevens fraaier<br />
overkomen dan ze in werkelijkheid zijn.<br />
Inmiddels zijn er vele fase II-studies verschenen<br />
waarbij de schildwachtklierbiopsie<br />
vergeleken is met de uiteindelijke<br />
confirmatieve okselklierdissectie. In een<br />
paar reviews worden de sensitiviteitsdata<br />
van deze studies op een rij gezet. Deze<br />
variëren van 84 tot 100 procent, met een<br />
gemiddelde van 91 procent (95 procent<br />
betrouwbaarheidsinterval van 89-93 pro-<br />
cent). 8,9<br />
follow-up<br />
Inmiddels is het al vele jaren in Nederland<br />
en wereldwijd gebruik om een complete<br />
okselklierdissectie achterwege te<br />
laten indien de schildwachtklierbiopsie<br />
een negatieve lymfklierstatus oplevert.<br />
Dit was ook het doel van de gehele procedure.<br />
Aangezien de sensitiviteit geen<br />
100 procent is, is het te verwachten dat<br />
vroeg of laat uit de groep vrouwen die<br />
als okselnegatief zijn bestempeld, gevallen<br />
tevoorschijn komen waarbij alsnog<br />
detectie plaatsvindt van een lymfkliermetastase<br />
die zich nader in de oksel<br />
heeft ontwikkeld. Dit zijn dan de patiënten<br />
bij wie in het verleden een fout-negatieve<br />
procedure heeft plaatsgevonden.<br />
Berekening leert dat indien de gehele<br />
procedure een sensitiviteit van 95 procent<br />
kent, bij drie van de honderd vrouwen<br />
die uitsluitend als sentinel-nodenegatief<br />
zijn bestempeld, een situatie te<br />
verwachten is waarin toch sprake was<br />
van een positieve okselstatus. 10 Het is de<br />
vraag of al deze drie situaties zich ook<br />
daadwerkelijk zullen ontwikkelen tot<br />
een klinisch positieve oksel.<br />
Dit kan betwijfeld worden, omdat de adjuvante<br />
radiotherapie, die toch ook een<br />
deel van de lage oksel in het bestralingsveld<br />
kan hebben, een effect kan hebben<br />
op de uitgroei van deze lymfogene metastasen.<br />
Hetzelfde geldt voor de rol van<br />
adjuvante chemo- of hormonale therapie,<br />
die mogelijk ook leidt tot tumor kill<br />
en dus uitgroei van lymfogene metasta-<br />
A<br />
PT<br />
sen in de oksel voorkomt. Indien de werkelijke<br />
sensitiviteit van de uitgevoerde<br />
procedure lager is dan de verwachte 95<br />
procent, is het aantal patiënten dat zich<br />
in de toekomst zal presenteren met een<br />
residuale lymfogene metastasering in de<br />
oksel navenant groter.<br />
Bij analyse in 2003 werden de gegevens<br />
gecombineerd van vijf studies met een<br />
wisselende follow-up van in totaal 635<br />
patiënten met een negatieve schildwachtklier<br />
zonder verdere okseldissectie.<br />
10-14 De gegevens zijn tegenwoordig uiteraard<br />
veel uitgebreider, maar niet wezenlijk<br />
anders. In deze totale groep van<br />
635 patiënten waren tot dan toe 2 patiënten<br />
beschreven met residuale okselziekte.<br />
Dit is dus een veel lager aantal dan<br />
men op grond van het 95 procentcriterium<br />
had verwacht, namelijk 16 patiënten<br />
(tabel 1). Wellicht is de follow-up nog wat<br />
kort, maar op grond van oudere gegevens<br />
mag men verwachten dat ongeveer<br />
twee derde tot driekwart van de patiënten<br />
met residuale ziekte zich binnen<br />
SA<br />
Figuur 3 Schildwachtkliervisualisatie na peritumorale injectie (PT) en subareolaire<br />
injectie (SA) leidt doorgaans tot het opkomen van dezelfde klier (A). In<br />
uitzonderingsgevallen wordt na subareolaire injectie eerst een klier gevisualiseerd<br />
die niet radioactief (heet) is, maar bijvoorbeeld wel blauw indien Patent<br />
Blue subareolair is gespoten. Vervolgens bevindt zich stroomafwaarts de hete<br />
klier gelabeld vanuit de peritumorale route (B).<br />
B<br />
PT<br />
SA<br />
twee jaar met een okselprobleem zal presenteren.<br />
15 In dit kader is het nuttig om<br />
zich te realiseren dat ook na een complete<br />
okselklierdissectie een zogeheten okselrecidief<br />
kan voorkomen. Dit gebeurt<br />
in 1,5 tot 2 procent van de gevallen. 16<br />
Men dient zich goed te realiseren dat<br />
een fout-negatieve biopsie veel consequenties<br />
voor de betrokken patiënt<br />
heeft. Zij wordt immers ten onrechte okselnegatief<br />
benoemd en krijgt daardoor<br />
geen therapeutische okselklierdissectie<br />
of andere behandelingsvorm van de oksel,<br />
zoals radiotherapie. Tevens kan het<br />
zijn dat deze patiënt een nuttige adjuvante<br />
behandeling wordt onthouden, zeker<br />
indien andere criteria om adjuvante<br />
therapie te geven ontbreken. Daardoor<br />
kunnen de overlevingskansen beduidend<br />
geringer zijn. 17<br />
In een eerdere publicatie berekenden wij<br />
dat 650 onnodige okseldissecties zouden<br />
moeten worden verricht om voor één patiënt<br />
een extra tienjaarsoverlevingsvoordeel<br />
te behalen. 18 In het licht van de<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 31
winstkansen en overwegingen ten aan-<br />
zien van de indicaties voor chemothera-<br />
pie, lijkt bovengenoemd risico alleszins<br />
redelijk.<br />
In 2007 publiceerde onze groep de resultaten<br />
van de follow-up van bijna 900 sentinel-nodenegatieve<br />
patiënten. Die werden<br />
vergeleken met ruim 2000 patiënten<br />
uit de IKZ-regio (IKZ = Integraal Kankercentrum<br />
Zuid) die in het verleden als okselnegatief<br />
(N0) waren aangeduid en bij<br />
wie meer dan 10 klieren waren verwijderd.<br />
19 De conclusie van deze studie was<br />
dat de langetermijnoverleving van de<br />
schildwachtkliernegatieve patiëntengroep<br />
minstens gelijk was aan die van de<br />
okselnegatieve patiëntengroep. Daarmee<br />
werd dus de veiligheid en betrouwbaarheid<br />
van deze procedure vastgesteld.<br />
de parasternale klier<br />
In de meeste series kan in 10 tot 15 procent<br />
van de gevallen een parasternale<br />
drainage worden gevisualiseerd na intraparenchymateuze<br />
injectie van radioactief<br />
gelabelde stoffen. Daarom wordt opnieuw<br />
de vraag gesteld wat de rol van<br />
eventuele metastasering in schildwachtklieren<br />
is.<br />
In dit verband is een fraaie studie verschenen<br />
uit Sittard. 20 In een serie van<br />
256 patiënten met mammacarcinoom<br />
werd in 25 procent van de gevallen een<br />
parasternale klier gevisualiseerd en lukte<br />
het in 63 procent van de situaties om<br />
deze klieren succesvol te samplen. Metastasen<br />
werden in 27 procent van de parasternale<br />
kliersamples aangetoond, waarbij<br />
het parasternale klierstation in 7 procent<br />
van de gevallen als enige positief<br />
was (de oksel was dus negatief). Deze bevinding<br />
leidde overigens bij slechts 11<br />
van de 256 patiënten (4,3 procent) tot<br />
verandering van het therapeutisch advies.<br />
Potentiële en niet onbelangrijke complicaties<br />
van een parasternale klierbiopsie<br />
zijn een pneumothorax, die eventuele<br />
drainage behoeft, en een bloeding vanuit<br />
32 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
een van de takken van de arteria mammaria<br />
interna. Gerandomiseerde studies<br />
of zelfs niveau II evidence uit de literatuur<br />
ontbreken. Daarom is nog niet duidelijk<br />
wat men moet doen met de uitslag<br />
van een parasternale klierbiopsie. Het<br />
lijkt logisch om een positieve parasternale<br />
klier te behandelen als een positieve<br />
okselstatus. Over de locoregionale therapie<br />
kan al helemaal geen harde uitspraak<br />
worden gedaan. Het wachten is<br />
daarom op studies die een aantal belangrijke<br />
vragen over de rol van de parasternale<br />
klier bij het mammacarcinoom zullen<br />
beantwoorden.<br />
dCIS en de sentinel node<br />
De volgende kwestie die weer extra aandacht<br />
heeft gekregen door de sentinelnodestagering<br />
is de situatie rondom<br />
ductaal carcinoma in situ (DCIS). Per definitie<br />
metastaseert in-situcarcinoom<br />
niet. Dit zou betekenen dat bij pure DCIS<br />
ook geen okselkliermetastasen zouden<br />
kunnen worden gevonden.<br />
In een studie van Pendas et al. wordt<br />
evenwel toch in 6 procent van de gevallen<br />
van pure DCIS een positieve sentinel<br />
node in de oksel gevonden. 21 Bij deze patiënten<br />
werd vervolgens een complete<br />
confirmatieve okselklierdissectie uitgevoerd,<br />
waarna geen verdere positieve<br />
klieren konden worden aangetoond. Revisie<br />
van het in-situcarcinoom toonde<br />
dat nergens sprake zou zijn geweest van<br />
aantoonbare invasieve haarden. Uiteraard<br />
moeten die er wel geweest zijn.<br />
De onduidelijke rol van de sentinel-nodebiopsie<br />
bij patiënten met DCIS is eveneens<br />
besproken bij het samenstellen van<br />
de CBO-richtlijn ‘Behandeling van het<br />
mammacarcinoom in Nederland’. Omdat<br />
ook in deze situatie voldoende harde feiten<br />
ontbreken, is afgesproken dat het<br />
wellicht redelijk is om bij patiënten met<br />
uitgebreide DCIS en van jonge leeftijd<br />
een sentinel-nodebiopsie te overwegen,<br />
omdat het vinden van een positieve klier<br />
belangrijke aanvullende behandelings-<br />
opties zou kunnen inhouden. Dit is in<br />
overeenstemming met de stelling dat nadere<br />
stagering van de oksel achterwege<br />
mag blijven indien de kans op een okselkliermetastase<br />
kleiner dan 5 procent is.<br />
Stadiummigratie<br />
De histopathologische bewerking van de<br />
gevonden schildwachtklieren is efficiënter<br />
en nauwkeuriger geworden. Vroeger<br />
ondergingen alle klieren een hematoxyline-eosinekleuring<br />
(H&E). Tegenwoordig<br />
ondergaat één klier een stapseriebewerking<br />
en immunohistochemische kleuringsmethoden.<br />
Een patiënt bij wie vroeger<br />
met H&E-diagnostiek een positieve<br />
okselstatus is vastgesteld, is niet te vergelijken<br />
met iemand die nu een micrometastase<br />
blijkt te hebben. Daardoor<br />
zijn nieuwe gegevens niet te vergelijken<br />
met die uit het verleden.<br />
Dit fenomeen heeft geleid tot stadiummigratie.<br />
Patiënten met micrometastasen<br />
werden voorheen volgens de TNMclassificatie<br />
van maligne tumoren prognostisch<br />
als N0 beschouwd (‘geen lymfkliermetastasen’).<br />
Zij worden nu na opsporing<br />
gestopt in de groep met een positieve<br />
okselstatus (N+). Het gevolg hiervan<br />
is dat deze patiënten – die de slechtste<br />
zijn uit de N0-groep (zij hebben namelijk<br />
micrometastasen en de anderen<br />
hebben helemaal geen metastasen in de<br />
klieren) – uit de N0-groep verdwijnen.<br />
Die houdt daardoor prognostisch een<br />
gunstiger samenstelling over. Deze patienten<br />
met micrometastasen worden vervolgens<br />
gestopt in de groep met patiënten<br />
die voorheen duidelijke of zelfs<br />
meerdere metastasen in de okselklieren<br />
hadden, de N+-groep. Deze groep wordt<br />
dus verdund met relatief zeer gunstige<br />
patiënten (namelijk die met minimale<br />
micrometastasen in één klier), waardoor<br />
ook deze N+-groep in zijn totaliteit een<br />
prognostisch veel gunstiger profiel<br />
krijgt.<br />
Stadiummigratie leidt dus tot een verbetering<br />
van de prognose van beide groe-
pen, N0 en N+, zonder dat daadwerkelijk<br />
iets is veranderd in het beleid of in therapeutische<br />
zin. Dit leidt er vervolgens<br />
toe dat de data van nu uit het schildwachtkliertijdperk<br />
niet meer goed vergelijkbaar<br />
zijn met de historische data<br />
waarop de huidige beleidsadviezen zijn<br />
gebaseerd. 22 Dit probleem moet niet worden<br />
onderschat.<br />
Micrometastasen<br />
Het probleem van de stadiummigratie<br />
berust vooral op de toegenomen diagnostiek<br />
van micrometastasen. Zoals gesteld,<br />
is de lymfklierstatus de belangrijkste<br />
prognostische factor voor patiënten<br />
met een mammacarcinoom. Het is zelfs<br />
zo dat de prognose slechter wordt naarmate<br />
er meer positieve klieren worden<br />
gevonden. Omgekeerd betekent dit: hoe<br />
minder metastasen, hoe beter de prognose.<br />
Data verzameld uit het documentatieproject<br />
van het IKZ-regio Eindhoven<br />
laten zien dat de prognose van niet adjuvant<br />
systemisch behandelde patiënten<br />
met een in het verleden vastgestelde micrometastase<br />
(N1a) significant slechter is<br />
dan die van patiënten met een N0-status,<br />
en weer net iets beter dan die van patienten<br />
met een macrometastase in één<br />
klier.<br />
Soortgelijke data waren al eerder gepubliceerd,<br />
met name na revisie van de eertijds<br />
verwijderde lymfklieren uit de oksel.<br />
Hierbij bleek dat de patiënten bij<br />
wie na revisie micrometastasen konden<br />
worden aangetoond, zowel met behulp<br />
van H&E-coupes als met immunohistochemie,<br />
een significant slechtere overleving<br />
hadden. 23<br />
Her lijkt dus zinvol om op zoek te gaan<br />
naar steeds geavanceerder technieken<br />
om deze micrometastasen op te sporen.<br />
De vraag is echter waar de klinisch relevante<br />
grens ligt binnen deze glijdende<br />
schaal van lymfkliermetastasering. We<br />
dienen niet uit het oog te verliezen<br />
waarom we eigenlijk deze lymfklierdiagnostiek<br />
doen. Het gaat niet om het vin-<br />
den van de metastasen per se, maar om<br />
het verkrijgen van relevante klinische en<br />
prognostische informatie, zodat patiënten<br />
na classificatie wellicht zinvol adjuvant<br />
systemisch behandeld kunnen worden,<br />
zodat hun prognose verbetert.<br />
Een fraaie illustratie in dit verband is de<br />
studie van Dowlatshahi, waarbij sentinel<br />
nodes van patiënten met T1-tumoren<br />
histopathologisch werden onderzocht. 24<br />
Bij patiënten met tumoren kleiner dan 1<br />
centimeter werd met H&E-diagnostiek<br />
geen enkele maal een (micro)metastase<br />
gevonden. Indien de klier evenwel volledig<br />
opgesneden werd (om de 0,25 micron)<br />
en met immunohistochemische<br />
kleuringsmethoden werd onderzocht,<br />
werd in meer dan 50 procent van deze<br />
tumoren toch een micrometastase gevonden<br />
(soms uiteraard alleen enkele<br />
losse cellen).<br />
Wat moeten we met dergelijke informatie?<br />
We weten dat in de toekomst slechts<br />
om en nabij de 10 procent van deze patienten<br />
met tumortjes kleiner dan 1 centimeter<br />
te maken krijgt met metastatische<br />
ziekte. Het preventief en adjuvant behandelen<br />
van meer dan 50 procent van<br />
deze patiënten is dus een gigantische<br />
vorm van schadelijke overbehandeling<br />
bij ongeveer 40 procent van deze overige<br />
patiënten.<br />
Het is duidelijk dat dit nooit de bedoeling<br />
kan zijn. We moeten in de toekomst<br />
een klinisch relevante grens gaan definieren<br />
binnen de groep van de micrometastasen<br />
in de sentinel node. Deze grens<br />
komt hoogstwaarschijnlijk ergens te liggen<br />
tussen de 2 millimeter en de individuele<br />
losse tumorcellen in de randsinus<br />
van een lymfklier.<br />
Het vinden van het antwoord op deze<br />
vraag is momenteel een van de belangrijkste<br />
uitdagingen waarvoor de schildwachtklierprocedure<br />
ons stelt. Op zichzelf<br />
betekent de procedure een geweldige<br />
vooruitgang in de behandelingsmogelijkheden<br />
van patiënten met mammacarcinoom.<br />
Recidief mammacarcinoom<br />
Inmiddels is duidelijk dat de schildwachtklierprocedure<br />
momenteel de<br />
standaard is bij de diagnostiek en behandeling<br />
van het primaire mammacarcinoom.<br />
Door de implementatie hiervan<br />
is echter een groep ontstaan van patiënten<br />
die in geval van een negatieve<br />
schildwachtklier geen complete okselklierdissectie<br />
hebben gehad. Indien deze<br />
patiënten een lokaal recidief ontwikkelen,<br />
dringt zich de vraag op wat de lymfogene<br />
drainage van deze nieuwe tumor<br />
nu eigenlijk is. Dit geldt mutatis mutandis<br />
ook voor diegenen die eerdere mammasparende<br />
therapie voor DCIS ondergingen,<br />
alsmede voor patiënten na radicale<br />
ablatieve chirurgie of zelfs na eerdere<br />
benigne mamma- en/of okselchirurgie.<br />
De huidige literatuur (tot 2008) over een<br />
‘recidief of hernieuwde schildwachtklierprocedure<br />
is beperkt: slechts 10 artikelen,<br />
waarin in totaal 116 patiënten<br />
worden beschreven. Steeds wordt geconcludeerd<br />
dat een ‘recidief of hernieuwde<br />
schildwachtklierprocedure’ bij recidief<br />
mammacarcinoom goed uitvoerbaar is<br />
en dat mogelijk bijzondere of aberrante<br />
lymfklierstations kunnen worden geidentificeerd.<br />
Als biopsieën succesvol<br />
blijken, kan dit leiden tot een zinvolle<br />
aanpassing van het multidisciplinair gevormde<br />
beleid.<br />
Gezien het ontbreken van juiste richtlijnen<br />
voor deze indicatie, dient hierover<br />
op korte termijn consensus bereikt te<br />
worden. In dit verband loopt in Nederland<br />
een studie (de zogeheten SNARB =<br />
Sentinel Node And Recurrent Breast<br />
Cancer). Die registreert de consequenties<br />
van een schildwachtklierprocedure<br />
bij recidief mammacarcinoom nader en<br />
brengt in kaart wat de uitkomsten zijn,<br />
zodat een schildwachtklierprocedure in<br />
diverse hiervoor beschreven situaties<br />
ook bij deze categorie patiënten veilig<br />
en verantwoord zal kunnen worden uitgevoerd.<br />
▼<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 33
Literatuur:<br />
1. Grabau DA, Jensen MB, Blichert-Toft M,<br />
Andersen JA, Dyreborg U, Carstensen B,<br />
Al-Suliman NN, Graversen HP, Rose C. The<br />
importance of surgery and accurate axillary<br />
staging for survival in breast cancer.<br />
Eur J Surg Oncol 1998; 24: 499-507.<br />
2. Graversen HP, Blichert-Toft M, Andersen JA,<br />
Zedeler K. Breast cancer: risk of axillary<br />
recurrence in node-negative patients following<br />
partial dissection of the axilla. Eur J<br />
Surg Oncol 1988; 14: 407-12.<br />
3. Roumen RM, Pijpers HJ, Thunnissen FB,<br />
Ruers TJ. Samenvatting van de richtlijn<br />
‘Schildwachtklierbiopsie bij mammacarcinoom’.<br />
Dutch Work Group ‘Sentinel Node<br />
Biopsy for Breast Cancer’. Ned Tijdschr<br />
Geneeskd 2000; 144: 1864-7.<br />
4. Bonnema J, van Geel AN, van Ooijen B,<br />
Mali SP, Tjiam SL, Henzen-Logmans SC,<br />
Schmitz PI, Wiggers T. Ultrasound-guided<br />
aspiration biopsy for detection of nonpalpable<br />
axillary node metastases in breast<br />
cancer patients: new diagnostic method.<br />
World J Surg. 1997; 21:270-4.<br />
5. de Kanter AY, van Geel AN, Paul MA, van<br />
Eijck CH, Henzen-Logmans SC, Kruyt RH,<br />
Krenning EP, Eggermont AM, Wiggers T.<br />
Controlled introduction of the sentinel<br />
node biopsy in breast cancer in a multicentre<br />
setting: the role of a coordinator for<br />
quality control. Eur J Surg Oncol 2000; 26:<br />
652-6.<br />
6. Roumen RMH, Geuskens LM, Valkenburg<br />
JGH. In search of the true sentinel node by<br />
different injection techniques in breast<br />
cancer patients. Eus J Surg Oncol 1999; 25:<br />
347-51.<br />
7. Cox CE, Salud CJ, Cantor A, Bass SS, Peltz<br />
ES, Ebert MD, Nguyen K, Reintgen DS.<br />
Learning curves for breast cancer sentinel<br />
lymph node mapping based on surgical<br />
volume analysis. J Am Coll Surg 2001; 193:<br />
593-600.<br />
8. Fraile M, Rull M, Julian FJ, Fuste F, Barnadas<br />
A, Llatjos M, Castella E, Gonzalez JR,<br />
Vallejos V, Alastrue A, Broggi MA. Sentinel<br />
node biopsy as a practical alternative to<br />
axillary lymph node dissection in breast<br />
34 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
cancer patients: An approach to its validity.<br />
Ann Oncol 2000; 11: 701-5.<br />
9. Sandrucci S, Casalegno PS, Percivale P,<br />
Mistrangelo M, Bombardieri E, Bertoglio S.<br />
Sentinel lymph node mapping and biopsy<br />
for breast cancer: a review of the literature<br />
relative to 4791 procedures. Tumori 1999;<br />
85: 425-34.<br />
10. Roumen RMH, Kuijt GP, Liem IH, van<br />
Beek MWPM. Treatment of 100 patients<br />
with sentinel node-negative breast cancer<br />
without further axillary dissection. Br J<br />
Surg 2001; 88: 1639-43<br />
11. Giuliano AE, Haigh PI, Brennan MB, Hansen<br />
NM, Kelley MC, Wei Ye, Glass EC, Turner<br />
RR. Prospective observational study of<br />
sentinel lymphadenectomy without further<br />
axillary dissection in patients with sentinel<br />
node- negative breast cancer. J Clin Oncol<br />
2000; 18: 2553-2559.<br />
12. Veronesi U, Galimberti V, Zurrida S, Pigatto<br />
F, Veronesi P, Robertson C, Paganelli G,<br />
Sciascia V, Viale G. Sentinel lymph node<br />
biopsy as an indicator for axillary dissection<br />
in early breast cancer. Eur J 2001;<br />
Cancer 37: 454-458<br />
13. Schrenk P, Rieger R, Shamiyeh A, Wayand<br />
W. J Surg Oncol 2001; 77 165-170.<br />
14. Meijer S, Torrenga H, Sijp van der JRM.<br />
Negatieve schildwachtklier bij borstkankerpatienten<br />
goede indicator voor het uitblijven<br />
van okselmetastasen. Ned Tijdschr<br />
Geneeskd 2002; 146: 942-946.<br />
15. Fisher B, Redmond C, Fisher ER, Bauer M,<br />
Wolmark N, Wickerham DL, Deutsch M,<br />
Montague E, Margolese R, Foster R. Tenyear<br />
results of a randomized clinical trial<br />
comparing radical mastectomy and total<br />
mastectomy with or without radiation. N<br />
Engl J Med 1985; 312: 674-81.<br />
16. De Boer R, Hillen HFP, Roumen RMH,<br />
Rutten HJT, van der Sangen MJC, Voogd AC.<br />
Detection, treatment and outcome of axillary<br />
recurrence after axillary clearance for<br />
invasive breast cancer. Br J Surg 2001; 88:<br />
118-22.<br />
17. Bontenbal M, Nortier JWR, Beex LVAM,<br />
Bakker P, Hupperets PSGJ, Nooij MA, van<br />
Veelen H, Vreugdenhil G, Richel DJ, Blij-<br />
ham GH. Adjuvant systemic therapy for<br />
patients with resectable breast cancer:<br />
guideline from the Dutch National Breast<br />
Cancer Platform and the Dutch Society for<br />
Medical Oncology. Ned Tijdschr Geneeskd<br />
2000; 144: 984-989.<br />
18. Roumen RMH. Prognostische winst afgewogen:<br />
nieuwe richtlijn voor systemische<br />
adjuvante behandeling voor patienten met<br />
okselkliernegatief mammacarcinoom versus<br />
implementatie van de schildwachtklierprocedure.<br />
Ned Tijdschr Geneeskd 2000;<br />
144: 980-84.<br />
19. Kuijt GP, van de Poll-Franse LV, Voogd AC,<br />
Nieuwenhuijzen GA, Roumen RM. Survival<br />
after negative sentinel lymph node biopsy<br />
in breast cancer at least equivalent to after<br />
negative extensive axillary dissection. Eur J<br />
Surg Oncol 2007; 33: 832-7.<br />
20. van der Ent FW, Kengen RA, van der Pol<br />
HA, Povel JA, Stroeken HJ, Hoofwijk AG.<br />
Halsted revisited: internal mammary sentinel<br />
lymph node biopsy in breast cancer.<br />
Ann Surg. 2001; 234: 79-84.<br />
21. Pendas S, Dauway E, Giuliano R, Ku N,<br />
Cox CE, Reintgen DS. Sentinel node biopsy<br />
in ductal carcinoma in situ patients. Ann<br />
Surg Oncol. 2000; 7: 15-20.<br />
22. Giard RW, Coebergh JW. Steeds geavanceerder<br />
detectie van lymfkliermetastasen:<br />
de problemen van stadiummigratie. Ned<br />
Tijdschr Geneeskd 1999; 143): 1766-71.<br />
23. Cote RJ, Peterson HF, Chaiwun B, Gelber<br />
RD, Goldhirsch A, Castiglione-Gertsch M,<br />
Gusterson B, Neville AM. Role of immunohistochemical<br />
detection of lymph-node<br />
metastases in management of breast cancer.<br />
International Breast Cancer Study<br />
Group. Lancet 1999; 354: 896-900.<br />
24. Dowlatshahi K, Fan M, Bloom KJ, Spitz DJ,<br />
Patel S, Snider HC Jr. Occult metastases in<br />
the sentinel lymph nodes of patients with<br />
early stage breast carcinoma: A preliminary<br />
study. Cancer 1999; 86: 990-6.<br />
25. Roumen RMH, Kuijt GP, Liem IH. Schildwachtklierprocedure:<br />
ook een mogelijkheid<br />
bij patiënten met een recidief van een<br />
mammacarcinoom. Ned Tijdschr Geneeskd<br />
2008; 152: 13-19.
Stel niet uit tot morgen<br />
wat je nu nog kunt doen!<br />
High Care<br />
www.highcare.nu<br />
Lid worden,<br />
heeft vele voordelen!<br />
• Korting op registratie bij KABIZ.<br />
• <strong>OK</strong> Operationeel gratis thuisbezorgd.<br />
• Korting op scholingen en congressen.<br />
• Individuele belangenbehartiging bij problemen<br />
met je werkgever.<br />
• Voordelig duolidmaatschap van NU’91 (vakbond<br />
voor de verpleging en verzorging).<br />
• Naaldvoerder-sleutelhanger als welkomstgeschenk.<br />
Rotterdam | Amsterdam | Eindhoven | Zwolle<br />
• Word nú lid en krijg als<br />
welkomstgeschenk de serie Werken<br />
op de <strong>OK</strong>, welke normaal alleen bij<br />
LVO activiteiten worden uitgedeeld:<br />
- Deel 1 Veilig werken in de <strong>OK</strong><br />
- Deel 2 Veel voorkomende operaties<br />
- Deel 3 Traumachirurgie<br />
www.lvo.nl
36 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
Tekst: Menno Goosen<br />
Genderkinderen<br />
Geboren in het verkeerde lichaam<br />
Fotograaf: Sarah Wong<br />
Auteur: Ellen de Visser<br />
Uitgeverij: d’jonge Hond<br />
ISBN: 9789089102416<br />
Prijs: € 32,50<br />
In het VU medisch centrum in<br />
Amsterdam houdt een multidisciplinair<br />
team van artsen zich al jaren bezig met de<br />
behandeling van genderdysfore jongeren. Fotografe<br />
Sarah Wong en journaliste Ellen de Visser volgden<br />
jarenlang een grote groep jongeren op weg naar hun<br />
nieuwe identiteit. Genderkinderen is het verslag van de<br />
strijd die zij leveren om het geluk te vinden dat voor<br />
de meesten zo vanzelfsprekend is, maar waarvoor zij<br />
een onvoorstelbare beslissing moeten nemen. Ook de<br />
behandelaars in het ziekenhuis (chirurgen, psychologen<br />
et cetera) worden uitgebreid geïnterviewd. Zij<br />
vertellen waarom zij, dwars tegen de kritiek in, voor<br />
deze groeiende groep kinderen hun nek uitsteken en<br />
gaan eerlijk in op de dilemma’s die de behandeling<br />
met zich meebrengt. Hersenonderzoeker Dick Swaab<br />
schreef het voorwoord van dit bijzondere boek.<br />
Bekocht of behandeld?<br />
de feiten over alternatieve geneeswijzen<br />
Auteurs: Simon Singh en Edzard Ernst<br />
Uitgeverij: De Arbeiderspers<br />
ISBN: 9789029573139<br />
Prijs: € 25,00<br />
‘Onze missie is het onthullen van de<br />
waarheid over drankjes, zalfjes, pillen,<br />
naalden, kloppen en het werken<br />
met energieën’, stellen de auteurs<br />
van Bekocht of behandeld?. ‘Remedies<br />
die buiten het domein van de conventionele geneeskunde<br />
liggen en in toenemende mate worden gebruikt<br />
om patiënten te genezen.’ In dit boek gaan ze<br />
op zoek naar het antwoord op de volgende vragen:<br />
wat werkt er wel en wat niet; wat zijn de geheimen<br />
en wat de leugens; wie is betrouwbaar en wie is het<br />
alleen om het geld te doen; weten de artsen van tegenwoordig<br />
wat het best is, of zijn we meer gebaat<br />
bij bakerpraatjes die teruggrijpen op oude wijsheid?<br />
Hart gezocht<br />
de overlevingstocht van een man die<br />
wacht op een donor<br />
Auteur: Pieter van de Rest<br />
Uitgeverij: Kosmos<br />
ISBN: 9789021548630<br />
Prijs: € 19,95<br />
In 1997 krijgt Pieter van de<br />
Rest een zwaar hartinfarct.<br />
Na tien jaar ziekenhuisopnames<br />
en operaties is<br />
zijn hart op en begint het wachten op een donor.<br />
Pieter balanceert tussen hoop en vrees en heeft<br />
nog maar één wens: zijn kinderen zien opgroeien.<br />
Hart gezocht is een openhartig dagboek. Het laat<br />
zien wat jarenlang ziek zijn en wachten op een<br />
donorhart inhoudt voor een patiënt en voor zijn<br />
gezin. Ook is het een vurig pleidooi voor mensen<br />
om zich aan te melden als orgaandonor. Zie ook<br />
www.hartgezocht.nl.<br />
Is dat normaal, dokter?<br />
Auteur: Steven Vijver<br />
Uitgeverij: Nijgh & Van Ditmar<br />
ISBN: 9789038893969<br />
Prijs: € 15,00<br />
Welke problemen, angsten en zorgen<br />
houden mensen bezig? De huisarts<br />
weet het precies. Twee jaar lang<br />
tekende Steven van de Vijver de<br />
ervaringen op die hij beleefde in<br />
zijn huisartsenpraktijk, gelegen in een typisch multiculturele<br />
wijk. Op lichtvoetige en humoristische wijze<br />
beschrijft hij de gang van zaken in de spreekkamer of<br />
op visite; van aambeien tot depressies, van zwangerschapswens<br />
tot euthanasie. Het zijn situaties en problemen<br />
die in het dagelijks leven vaak binnenskamers<br />
worden gehouden, maar die bij de huisarts uitgebreid<br />
aan bod komen. Is dat normaal, dokter? biedt een inkijkje<br />
in de spreekkamer van de huisarts, en geeft daarmee<br />
een beeld van wat er onder de huid van de samenleving<br />
speelt.<br />
‘Boeken!’ besteedt aandacht aan uitgaven op het gebied van chirurgie en daarmee samenhangende vakgebieden<br />
en de gezondheidszorg in het algemeen. recensie-exemplaren kunt u samen met een persbericht sturen naar:<br />
<strong>OK</strong> Operationeel, postbus 10208, 1001 EE amsterdam.
Patiëntveiligheid, de rol van de<br />
bestuurder<br />
Auteur: Ian Leistikow<br />
Uitgeverij: Elsevier Gezondheidszorg<br />
ISBN: 9789035232273<br />
Prijs: € 39,50<br />
Hoewel de titel van dit boek<br />
anders doet vermoeden, is het<br />
interessant voor iedereen die de<br />
patiëntveiligheid wil verbeteren.<br />
En dat is nodig. Dagelijks<br />
lopen tientallen patiënten iatrogeen<br />
letsel op en komen potentieel<br />
vijf mensen te overlijden<br />
als gevolg van fouten in<br />
een zorgproces dat juist als doel<br />
had hen te helpen. Nederland staat hierin niet alleen. Onderzoek<br />
in diverse westerse landen heeft aangetoond dat 5<br />
tot 10 procent van de in ziekenhuizen opgenomen patiën-<br />
ten onbedoelde schade oploopt. Hoewel er veel aandacht is<br />
voor het belang van patiëntveiligheid, is de snelheid waarmee<br />
verbetermaatregelen worden ingevoerd teleurstellend.<br />
In dit proefschrift wordt een antwoord gegeven op de vraag<br />
hoe een bestuur effectief leiding kan geven aan het verbeteren<br />
van de patiëntveiligheid.<br />
Pinkhof<br />
Compact medisch woordenboek<br />
Auteur: J.J.E. van Everdingen<br />
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum<br />
ISBN: 9789031383009<br />
Prijs: € 32,50<br />
Pinkhof Geneeskundig woordenboek<br />
heeft nu een compacte editie. Deze<br />
uitgave telt 42.000 trefwoorden, 10<br />
procent minder dan de grote editie.<br />
Zo veel vakkennis op de vierkante<br />
decimeter is mogelijk door beknopte<br />
omschrijvingen, lexicografische aanpassingen<br />
en een nieuw ontwerp.<br />
Waar zinvol wordt bij kernbegrippen<br />
doorverwezen naar de grote editie voor kennisverdieping.<br />
De redactie werkt samen met tientallen specialisten in Nederland<br />
en heeft sinds 2006 duizenden begrippen geactualiseerd<br />
dan wel toegevoegd.<br />
Zonnen mag<br />
een nieuwe visie op zon en gezondheid<br />
Auteur: Han van der Rhee<br />
Uitgeverij: Nieuw Amsterdam<br />
ISBN: 9789046808214<br />
Prijs: € 14,95<br />
Dermatoloog Han van der Rhee heeft een onorthodoxe<br />
visie op de zon. In dit boek beschrijft<br />
hij alle effecten van de zon op de gezondheid,<br />
dus niet alleen de negatieve. Al vele jaren is<br />
bekend dat zonlicht ook veel gunstige effecten<br />
op de gezondheid heeft. Het laatste decennium is er veel interessant<br />
onderzoek gedaan dat aannemelijk maakt dat zonlicht nog veel<br />
meer positieve effecten heeft dan altijd werd gedacht.<br />
Van der Rhee staat uitgebreid stil bij de verschillende soorten huidkanker<br />
(melanoom, plaveiselcelcarcinoom en basaalcelcarcinoom)<br />
en relativeert deze enigszins. Het basaalcelcarcinoom is zo goed als<br />
onschuldig en komt heel veel voor. De andere twee zijn veel minder<br />
frequent. Het plaveiselcelcarcinoom zie je veel bij 65-plussers, is<br />
veelal een onderdeel van het huidverouderingsproces en geeft<br />
slechts in ongeveer 3 procent van de gevallen uitzaaiingen. De enige<br />
vorm van huidkanker waaraan mensen sterven, is het melanoom.<br />
Volgens Van der Rhee is het zeker mogelijk om gezond van de zon te<br />
genieten.<br />
Het zorgpadenboek<br />
voorbeelden van goede ziekenhuiszorg<br />
Auteurs: Nicolette Huiskes en Guus Schrijvers<br />
Uitgeverij: Thoeris<br />
ISBN: 9789072219633<br />
Prijs: € 29,95<br />
Zorgpaden hebben als doel om de zorg volgens<br />
de wetenschappelijke inzichten aan te<br />
bieden en die rondom de patiënt te organiseren.<br />
De patiënt en de verantwoorde zorg<br />
die hij nodig heeft, zijn het vertrekpunt. In<br />
Het zorgpadenboek zijn concrete voorbeelden<br />
van goede zorg in Nederlandse ziekenhuizen verzameld en<br />
beschreven: van een liesbreukoperatie en een gebroken heup<br />
tot de behandeling van darmkanker en een beroerte. Vijftien<br />
veelvoorkomende aandoeningen en hun behandeldoelen worden<br />
stap voor stap beschreven. Hoe zien een goede verwijzing<br />
en behandeling eruit? Hoe vindt de communicatie met de patiënt<br />
plaats en wat levert de verbeterde logistiek op in termen<br />
van gezondheidseffecten, kostenbesparingen, verkorting van<br />
wacht- en doorlooptijden en patiënttevredenheid?<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 37
Top Detachering Nederland is een organisatie die<br />
zich o.a. gespecialiseerd heeft in detachering van<br />
personeel in de acute gezondheidszorg.<br />
TDN zoekt op dit moment ervaren anesthesie<br />
en chirurgie medewerkers voor verschillende<br />
ziekenhuizen.<br />
Wij bieden:<br />
• aantrekkelijke baan met afwisseling en ruime<br />
opleidingsmogelijkheden<br />
• een vast dienstverband<br />
• een goed salaris<br />
• uitstekende pensioenregeling<br />
• aantrekkelijke overstappremie<br />
• een lease-auto<br />
38 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
<strong>OK</strong> medewerkers<br />
(minimaal 24 uur per week)<br />
Interesse?<br />
Kijk dan op www.topdetacheringnederland.nl of<br />
bel ons op 055-5818658 of 06-15037820.<br />
U, de patiëntenzorg<br />
en de inspectie<br />
Graag maak ik gebruik van de uitnodiging om met enige regelmaat een<br />
column in <strong>OK</strong> Operationeel te schrijven. U zult mijn naam of gezicht, of die<br />
van mijn collega’s, vaker zijn tegengekomen. Niet omdat we streven naar<br />
een positie als BN’er, maar omdat de Inspectie voor de Gezondheidszorg zich<br />
sinds 2006 actief bezighoudt met het toezicht op de kwaliteit van zorg voor<br />
operatiepatiënten; voor u misschien beter bekend onder de naam Toezicht<br />
Operatief Proces (TOP). In dat kader voeren we veel toezichtbezoeken uit, spreken<br />
we op symposia en congressen en schrijven we rapporten en artikelen in<br />
vakbladen. Dit alles met het doel om professionals te stimuleren om de zorg<br />
veiliger te maken.<br />
De reden voor onze nadrukkelijke bemoeienis met (ook) uw werk is dat er<br />
relatief veel onbedoelde schade en overlijden plaatsvindt in het operatieve<br />
proces. Niet alleen tijdens de operatie dus, maar ook ervoor en erna.<br />
Het operatieve proces is omvangrijk en complex. Er nemen veel zorgverleners<br />
aan deel, er worden talloze formulieren voor gebruikt en er zijn vele overdrachtsmomenten.<br />
Veel daarvan vindt plaats buiten uw blikveld. Bij een patiënt<br />
met een ‘eenvoudige’ liesbreuk zijn tussen de twintig en dertig zorgverleners<br />
betrokken van het moment van doorverwijzing door de huisarts tot het<br />
moment dat de patiënt uit het ziekenhuis wordt ontslagen. Bij een klinische,<br />
wat complexere ingreep zijn dat er al gauw vijftig.<br />
U zult begrijpen dat alle onderdelen van dit snelle en complexe zorgproces<br />
naadloos op elkaar moeten aansluiten om problemen te voorkomen. Er gaat<br />
dan ook nog wel eens wat mis in dit zorgpad: gegevens raken zoek, worden<br />
onvoldoende uitgevraagd of overgedragen, of er is een gebrek aan afstemming<br />
onderling. Zo kon het gebeuren dat een demente patiënt een laparotomie<br />
onderging terwijl hij juist een collumfractuur had, een cataractpatiënt<br />
door een retrobulbaire bloeding praktisch blind werd omdat de oogarts niet<br />
wist dat hij Plavix en Ascal gebruikte en een andere patiënt overleed aan een<br />
massale longembolie omdat de tromboseprofylaxe niet werd gegeven. Ook<br />
kon het gebeuren, om in uw werkgebied te blijven, dat een buikgaas achterbleef.<br />
U zult nu begrijpen waarom de inspectie veel belangstelling heeft voor het<br />
operatieve proces. We hebben al veel bezoeken uitgevoerd op operatieafdelingen<br />
en zullen dat de komende jaren blijven doen. We komen ook bij u langs,<br />
niet om de boeman te spelen, maar om de zorg te verbeteren. Daar is het u<br />
toch ook om te doen?<br />
Ed Schoemaker, senior inspecteur en projectleider Toezicht Operatief Proces
COlOFON<br />
<strong>OK</strong> Operationeel, Magazine voor operatieassistenten en<br />
anesthesiemedewerkers, is de gezamenlijke voortzetting<br />
van de vakbladen <strong>OK</strong> Magazine en Operationeel.<br />
Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij Y-Publicaties in<br />
samenwerking met de LVO. <strong>OK</strong> Operationeel verschijnt<br />
acht keer per jaar. De oplage is 7.000 exemplaren. Het<br />
blad wordt verspreid onder alle 2.000 LVO-leden, verdere<br />
verspreiding vindt plaats onder alle <strong>OK</strong>-afdelingen in<br />
Nederlandse ziekenhuizen en opleidingscentra.<br />
Redactiesecretariaat<br />
Redactiecoördinator lVO: Hennie Mulder.<br />
Telefoon: 040-253 89 21.<br />
E-mail: hmulder01@onsbrabantnet.nl<br />
okoperationeel@y-publicaties.nl<br />
Kopij voor <strong>OK</strong> Operationeel kunt u sturen naar beide<br />
e-mailadressen. Foto’s uitsluitend aanleveren in hoge<br />
resolutie (300 dpi). Neem bij vragen contact op met<br />
redactiecoördinator LVO Hennie Mulder of bladmanager<br />
Menno Goosen (Zie onder uitgeverij). Bij het gebruik van<br />
illustraties van derden is toestemming voor publicatie<br />
nodig en vermelding van de bron.<br />
Uitgeverij:<br />
Y-Publicaties, postbus 10208, 1001 EE Amsterdam<br />
Telefoon: 020-520 60 77.<br />
E-mail: <strong>OK</strong>Operationeel@y-publicaties.nl<br />
Uitgever: Ralf Beekveldt<br />
Bladmanager: Menno Goosen: m.goosen@y-publicaties.nl<br />
Medewerkers: Paul Meijsen, Cindy Lammers, Marieke<br />
Los, Astrid van Pelt, tLinda van Pelt.<br />
Eindredactie: Marloes van Hoorn<br />
Fotografen: Johannes Abeling, Valentijn Brandt, Jos<br />
Heijnen, Eric van Nieuwland, Edwin Wiekens, Ivonne Zijp.<br />
Tekstcorrectie: Marijn Mostart<br />
layout: Thomson Digital<br />
Traffic: Hans Jansens<br />
Druk: BalMedia<br />
Advertenties:<br />
Cross Advertising: Nick Konings & Arlan van der Velden<br />
Telefoon: 010- 742 10 20<br />
gezondheidszorg@crossadvertising.nl<br />
Abonnementen:<br />
Voor abonnementen, vragen over het abonnement<br />
of adreswijzigingen:<br />
SP Abonneeservice<br />
Postbus 105<br />
2400 AC Alphen a/d Rijn<br />
Telefoon: 0172-476085<br />
E-mail: info@spabonneeservice.nl<br />
Toezending van <strong>OK</strong> Operationeel is voor LVO-leden<br />
onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet leden gelden<br />
de volgende abonnementsprijzen per 2010:<br />
Jaarabonnement: € 59,50<br />
Losse nummers: € 8,50<br />
Abonnementen buiten Nederland: € 95<br />
Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten.<br />
Prijswijzigingen voorbehouden.<br />
Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk<br />
twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode.<br />
Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement<br />
automatisch met een jaar verlengd.<br />
© 2011 <strong>OK</strong> Operationeel<br />
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd<br />
zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de<br />
totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg<br />
besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of<br />
onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en<br />
uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele<br />
verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij<br />
zich aanbevolen.<br />
ISSN 1872-6712<br />
lVO<br />
19 april leerlingendag, laparoscopische<br />
technieken, Amersfoort<br />
24 mei lVOvertegenwoordigersdag<br />
11 oktober Algemene ledenvergadering<br />
17 november praktijkbegeleidersdag<br />
www.lvo.nl<br />
SynthesStudyStation Fractures around the knee<br />
7 april Den Haag<br />
12 mei Nijmegen<br />
9 juni Tilburg<br />
www.syntheseducatie.nl<br />
Covidien<br />
8/6, 21/9, 16/11 Stapling & laparoscopy<br />
24/3, 27/10 Energy Based Devices<br />
15/3, 16/6, 20/9, 8/12 Wound Closure<br />
Zaltbommel, infonl@covidien.com, tel.<br />
0418-576600<br />
Noordelijke Hogeschool leeuwarden i.s.m.<br />
NVAM<br />
20 mei Masterclass voor ane sthesiemedewerkers<br />
en<br />
recoveryverpleegkundigen<br />
Leeuwarden, hnorder1@home.nl<br />
Heraeus Medical palacedemy<br />
9 en 10 juni Cursus cement en<br />
cementeertechniek<br />
Wehrheim (Duitsland), tako.van-noord@<br />
heraeus.com, www.palacos.com<br />
limis<br />
13 + 14 mei Scholing endoscopische<br />
operaties<br />
MCL Leeuwarden, www.limis.org<br />
ATOS Medical<br />
20 mei Bijscholingsdag KNO<br />
Zoetermeer, iris.schaap@atosmedical.com<br />
AO Nederland<br />
12 en 13 september 2011 principes<br />
operatieve fractuurbehandeling voor<br />
operatieassistenten<br />
Oisterwijk, info@ao-nederland.nl<br />
Erasmus MC zorgacademie<br />
19 mei Symposium Navigatiechirurgie<br />
navigatiechirurgie@hotmail.nl<br />
Antoni van leeuwenhoek Ziekenhuis<br />
8 oktober Operatieve oncologie in<br />
ontwikkeling<br />
Amsterdam, www.nki.nl of symposium.<br />
ok@nki.nl<br />
interster Educatie voor <strong>OK</strong> en CSA<br />
21 april procescontrole op de CSA & Sterile<br />
Barrier Systeem<br />
19 mei Special vergelijking diergeneeskunde<br />
met humane geneeskunde<br />
20 mei Hoe werkt een autoclaaf? &<br />
infectiepreventie<br />
Wormerveer, l.soetendal@interster.nl,<br />
www.interster.nl<br />
Amstelacademie Bijscholing voor<br />
operatieassistenten<br />
9 mei (eerste dag) Bedienen<br />
doorlichtapparatuur (2daagse cursus)<br />
18 april Gynaecologie<br />
19 april Urologie<br />
Diverse data Neurochirurgie diverse<br />
onderwerpen<br />
Diverse data Cardiothoracale chirurgie<br />
(15daagse cursus)<br />
Traumadagen 2011<br />
3 en 4 november Congres NVT i.s.m. lVO<br />
Apart programma voor operatieassistenten<br />
locatie volgt, www.trauma.nl<br />
UMC St Radboud<br />
7 april perioperatieve zorg voor de oudere<br />
patiënt<br />
Nijmegen, www.paoheyendael.nl<br />
inspectie voor de Gezondheidszorg<br />
16 juni patiëntveiligheid in opleiding en<br />
onderwijs<br />
Rotterdam, Congres2011@igz.nl<br />
Activiteiten die u via deze rubriek wilt aankondigen, kunt u per e-mail sturen naar<br />
Paul Meijsen: p.meijsen1@chello.nl.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 39
<strong>OK</strong> nieuws.nl<br />
Ontwikkelingen in de wereld van de <strong>OK</strong> volgen elkaar in snel tempo op. <strong>OK</strong>nieuws.nl, de nieuwssite<br />
voor de <strong>OK</strong>, is per 1 november 2010 nóg informatiever en nóg leuker, met onder meer:<br />
• Het allerlaatste <strong>OK</strong>-nieuws<br />
• Leuke en leerzame fi lmpjes (nieuw!)<br />
• Loopbaannieuws en vacatures<br />
• Uitspraken van het tuchtcollege (nieuw!)<br />
<strong>OK</strong>nieuws.nl is dé nieuwssite voor dde<br />
<strong>OK</strong>: K: van van operatieassistent<br />
o ooperatieassistent t<br />
tot anesthesiemedewerker en van <strong>OK</strong>-manager tot chirurg.<br />
40 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />
VERNIEUWD!<br />
• Weblog en Mijn dag: collega’s<br />
over hun werk (nieuw!)<br />
• Agenda, vakevenementen<br />
(nu met foto’s!)<br />
Geef u op voor de<br />
gratis digitale<br />
nieuwsbrief en ontvang<br />
elke twee weken<br />
het laatste <strong>OK</strong>-nieuws<br />
in uw mailbox.