05.09.2013 Views

Collega's: - OK Nieuws

Collega's: - OK Nieuws

Collega's: - OK Nieuws

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6 e JAARGANG, NR. 2, ApRil 2011<br />

Liesbreuk<br />

Chronische pijn<br />

na liesbreukchirurgie<br />

Nieuwe dvd<br />

instructiefilm over<br />

infectiepreventie<br />

Boek:<br />

de dienstpieper<br />

Arts­assistent<br />

open over<br />

belevenissen<br />

Stand van zaken<br />

Schildwachtklier<br />

bij mamma ­<br />

carcinoom<br />

Collega’s:<br />

Myra Buth en Gea Willemsen hebben<br />

samen 60 drukke jaren ervaring<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 1


Een ander werkritme?<br />

Elke dag hoort anders te zijn, maar wat als je werk op woensdag niet meer te onderscheiden is van dat op vrijdag? Dan ben<br />

je helemaal toe aan TMI, dé detacheerder in de Zorg. Want daar is elke dag anders. Je bepaalt zelf hoeveel je wilt werken<br />

en dat steeds op projectbasis in interessante nieuwe omgevingen, maar wel mét een vast contract. Zo sta je elke dag weer<br />

voor nieuwe uitdagingen en dat is wel zo interessant. En TMI is altijd op zoek naar de meest gemotiveerde mensen in de zorg<br />

dus, meld je nu aan op www.tmi-interim.nl voor Eerste Hulp bij Overstappen. Je kunt ons ook mailen op info@tmi-interim.nl<br />

of bellen op 020 717 35 27.<br />

Eerste Hulp Bij Overstappen?<br />

Ga dan snel naar www.tmi-interim.nl<br />

TMI_Ad_210x148,5_monitor.indd 1 23-04-2010 16:27:38<br />

Zorg dat je erbij komt!<br />

Operatie assistenten en Anesthesie medewerkers<br />

Waarbij?<br />

De HNG Groep is een jong bureau waar ervaren en enthousiaste<br />

mensen werken die zich inzetten om het jou naar je zin te maken!<br />

Waarom?<br />

• Persoonlijke benadering, jij staat centraal bij HNG;<br />

• Uitstekende arbeidsvoorwaarden;<br />

• Verbreden van je horizon, je gaat bij meerdere opdrachtgevers<br />

aan de slag;<br />

• HNG is een betrouwbare werkgever, afspraak is afspraak.<br />

Wat?<br />

Werving & Selectie, detacheren,<br />

uitzenden en ZZP.<br />

Hoe?<br />

Neem contact op met Dorette Middelburg:<br />

010 - 202 25 97<br />

info@hnggroep.nl<br />

Wordt lid van onze<br />

Linkedln groep:<br />

Zorg dat je<br />

erbij komt<br />

Rivium Quadrant 163<br />

2909 LC Capelle a/d IJssel<br />

tel. (010) 202 25 97<br />

fax (010) 202 30 97<br />

www.hnggroep.nl<br />

info@hnggroep.nl


HighCare<br />

Interim & Advies<br />

Pragmatische oplossingen en spraakmakende resultaten<br />

De focus<br />

HighCare Interim & Advies is uw partner voor het op projectbasis inzetten van interim-leidinggevenden<br />

ten behoeve van:<br />

• Operatieafdelingen en Centrale Sterilisatie afdelingen<br />

• Intensive Care, Medium Care en Cardiac Care afdelingen<br />

• Spoedeisende Hulp afdelingen<br />

De inzet van onze interim-leidinggevenden biedt u de volgende garanties<br />

• 2-10% efficiënter <strong>OK</strong> gebruik<br />

• 10-15% kostenreductie verbruiksartikelen<br />

• Binnen 3 maanden ziekenhuisbreed voldoen aan de richtlijnen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg<br />

• Binnen een jaar van level 1 naar level 2 IC<br />

• Binnen een half jaar een maximale reductie van wachttijden binnen een Spoedeisende Hulp afdeling<br />

De aanpak<br />

Interim-leidinggevenden van HighCare Interim & Advies vertalen uw strategische doelstelling naar<br />

behapbare operationele acties. Onze missie; de overbrugging van de hiaat tussen ‘strategie’ en<br />

‘operatie’. Interim-leidinggevenden van HighCare Interim & Advies weten wat voor (medische)<br />

professionals van belang is. Begrip en commitment als randvoorwaarden voor een soepel verloop<br />

van veranderingstrajecten. Interim-leidinggevenden van HighCare Interim & Advies kennen de<br />

ziekenhuissector van binnenuit. Snelle analyses en een voortvarende aanpak.<br />

Meer weten? Kijk op www.highcareinterim.nl of neem contact op met Kars Tolsma, directeur<br />

HighCare Interim & Advies. Dit kan via info@highcareinterim.nl of door een telefoontje te richten<br />

aan 010 225 11 13 of 06 122 42 655.<br />

Hoofdkantoor Rotterdam I Postbus 25011 I 3001 HA Rotterdam I Westersingel 103 I 3015 LD Rotterdam<br />

Tevens vestigingen in Amsterdam, Eindhoven en Zwolle.


Arts­assistent versus operatieassistent<br />

In elk ziekenhuis kom je ze tegen: arts-assistenten (afgestudeerde artsen<br />

die in het ziekenhuis worden opgeleid tot specialist). Marten van<br />

Olst werkt als arts-assistent chirurgie in een niet nader te noemen ziekenhuis.<br />

In het boek De dienstpieper geeft hij de lezers een kijkje achter<br />

de schermen in een persoonlijk verhaal. Sommige collega’s geven hem<br />

alle support en steun, maar anderen maken het hem behoorlijk lastig.<br />

Dat geldt ook voor de operatieassistenten. ‘In het begin voelde ik mij<br />

niet thuis op de <strong>OK</strong>. Als ik werd afgezeken door een baas, stond hij een<br />

minuut later grapjes te maken met de operatieassistenten die hij al<br />

jaren kende. Ik voelde me daar ongemakkelijk bij. Daarnaast had ik het<br />

gevoel dat er tegengestelde belangen waren. De operatieassistenten<br />

leken liever te willen dat de baas zelf opereert, want dan schiet het<br />

tenminste op en kan iedereen op tijd naar huis.’ In dit nummer van <strong>OK</strong><br />

Operationeel lees je een voorpublicatie van De dienstpieper en een interview<br />

met de schrijver.<br />

In dit nummer uiteraard ook medische artikelen: Chronische pijn na<br />

liesbreukchirurgie komt frequent voor en kan geclassificeerd worden<br />

als neuropathisch, niet-neuropathisch en funiculodynie. Therapeutische<br />

opties omvatten pijnmedicatie, plaatselijke injecties of neurectomie van<br />

de inguïnale zenuwen. In het artikel Schildwachtklierprocedure bij mammacarcinoom<br />

wordt de stand van zaken van deze operatie behandeld.<br />

Een complete okselklierdissectie veroorzaakt veel klachten. Om te voorkomen<br />

dat patiënten met mammacarcinoom deze ingreep onnodig ondergaan,<br />

wordt eerst de schildwachtklier opgespoord en onderzocht op<br />

metastasen. Hoe is deze klier te traceren, welke valkuilen zijn er daarbij,<br />

voor wie is de procedure geschikt en hoe ver moeten we eigenlijk gaan<br />

met het zoeken naar metastasen?<br />

Verder een artikel over de dvd Infectiepreventie in het operatiekamercomplex.<br />

Het UMC Utrecht heeft deze in samenwerking met Instructiefilm.nl<br />

gemaakt. Aanleiding voor het maken van deze film zijn de rapporten van<br />

de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) die de situatie in de Nederlandse<br />

operatiekamers heeft onderzocht. De film benadrukt een groot<br />

aantal aspecten die in het rapport van de IGZ worden benoemd en geeft<br />

aan wat de juiste procedure is. De film is bedoeld voor alle ziekenhuizen<br />

in Nederland ter ondersteuning bij het onderwijs<br />

aan operatieassistenten, anesthesiemedewerkers<br />

en chirurgen.<br />

4 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

Ik wens je veel leesplezier!<br />

Menno Goosen<br />

Bladmanager <strong>OK</strong> Operationeel<br />

okoperationeel@y-publicaties.nl<br />

020-520 60 77<br />

Chronische pijn na<br />

liesbreukchirurgie<br />

Opties bij pijn na liesbreukchirurgie zijn<br />

pijnmedicatie, plaatselijke injecties of<br />

neurectomie van de inguïnale zenuwen.<br />

14<br />

26<br />

Schildwachtklier bij<br />

mammacarcinoom<br />

Welke valkuilen kent de schildwachtklierprocedure<br />

bij mammacarcinoom en voor welke<br />

patiënten is zij precies geschikt?<br />

<strong>OK</strong> Operationeel wordt mede


Instructiefilm over<br />

infectiepreventie<br />

Weet jij waarom je precies een muts draagt op<br />

de operatiekamer? Een nieuwe dvd toont de<br />

achtergronden bij hygiënemaatregelen.<br />

mogelijk gemaakt door:<br />

High Care<br />

18<br />

Arts-assistent open<br />

over belevenissen<br />

De dienstpieper is het persoonlijke verhaal van<br />

een arts-assistent, die het boek schreef onder<br />

pseudoniem. Een voorpublicatie.<br />

22<br />

verder in dit nummer:<br />

4 Redactioneel<br />

6 <strong>Nieuws</strong><br />

10 LVO-nieuws<br />

12 Collega’s<br />

36 Boeken<br />

38 Column Ed Schoemaker<br />

39 Agenda en colofon<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 5


Tekst: Menno Goosen<br />

Onderzoek naar endeldarmsparende operatie<br />

Patiënten met een tumor in het einde<br />

van de endeldarm vragen vaak of er<br />

andere behandelingen mogelijk zijn<br />

dan de huidige standaardoperatie.<br />

Hans de Wilt, hoogleraar oncologische<br />

chirurgie in het UMC St Radboud, gaat<br />

nu onderzoeken of endeldarmsparende<br />

operaties mogelijk zijn na een voorbehandeling<br />

met chemo- en radiotherapie.<br />

Patiënten met een tumor in het eind<br />

van hun endeldarm krijgen na een<br />

operatie vrijwel altijd een tijdelijk of<br />

definitief stoma. Bovendien is een oncologische<br />

operatie aan de endeldarm<br />

een forse ingreep, die in veel gevallen<br />

Onderzoek naar de chirurgische en endoscopische<br />

behandeling van morbide obesitas<br />

Ruben Schouten van de Universiteit<br />

Maastricht is gepromoveerd op een onderzoek<br />

naar de chirurgische en endoscopische<br />

behandeling van morbide obesitas.<br />

Ernstig overgewicht is een wereldwijd en<br />

snelgroeiend gezondheidsprobleem. Dieet,<br />

beweging en gedragstherapie blijken<br />

op de lange termijn niet succesvol. Chirurgische<br />

ingrepen, zoals de laparoscopisch<br />

aanpasbare maagband en de verticale<br />

maagverkleining, zijn dat wel.<br />

Het percentage noodzakelijke reoperaties<br />

na de verticale maagverkleining loopt<br />

6 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

gepaard gaat met complicaties en blijvende<br />

ziektelasten zoals incontinentie<br />

van urine of ontlasting en seksuele<br />

functiestoornissen.<br />

Hans de Wilt gaat met collega’s in enkele<br />

Nederlandse ziekenhuizen onderzoeken<br />

of er een behandeling mogelijk<br />

is waarmee de endeldarm wel kan worden<br />

gespaard. Dan is in principe ook<br />

geen stoma nodig. De patiënten in dit<br />

onderzoek krijgen een voorbehandeling<br />

van vijf weken en worden acht<br />

weken daarna geopereerd. Is de tumor<br />

op dat moment voldoende gekrompen,<br />

dan wordt die via een buis in de anus<br />

endoscopisch verwijderd. Dit in tegen-<br />

echter op tot 65 procent na zeven jaar; na<br />

een laparoscopisch aanpasbare maagband<br />

tot 44 procent.<br />

De beste optie na een mislukte maagverkleining<br />

is een omzetting naar een Rouxen-Y-maagomleiding.<br />

Dit geeft goede<br />

resultaten op de lange termijn wat betreft<br />

gewichtsverlies en verbetering van<br />

gastro-intestinale klachten en heeft een<br />

laag aantal reoperaties. Ook de duodenaljejunal<br />

bypass sleeve, een endoscopisch<br />

geplaatste plastic sleeve in de twaalfvingerige<br />

darm, laat hoopvolle resultaten<br />

stelling tot de standaardoperatie,<br />

waarbij de gehele endeldarm via de<br />

buik wordt verwijderd. Zitten er geen<br />

of vrijwel geen tumorcellen meer in<br />

het uitgenomen tumor- of littekenweefsel,<br />

dan is de patiënt genezen en<br />

krijgt hij de gebruikelijke nacontroles.<br />

Bevat het uitgenomen weefsel echter<br />

nog te veel tumorcellen, dan volgt<br />

alsnog de grote standaardoperatie. Het<br />

is ook mogelijk dat de tumor niet voldoende<br />

is gekrompen door de voorbehandeling.<br />

In dat geval is geen endeldarmsparende<br />

operatie mogelijk.<br />

Deze patiënten krijgen uitsluitend de<br />

standaardbehandeling.<br />

Tijdens het onderzoek wordt ook onderzocht<br />

of er factoren zijn die voorspellen<br />

waarom de ene tumor wel<br />

krimpt en een andere juist niet of te<br />

weinig. Met die gegevens zijn op termijn<br />

misschien patiënten te selecteren<br />

die goed op de behandeling zullen<br />

reageren. Daardoor kan dan voor de<br />

individuele patiënt een op maat gesneden<br />

therapie worden ontwikkeld.<br />

zien: 19 procent verlies van overgewicht<br />

na drie maanden zonder ernstige bijwerkingen.<br />

Tevens heeft de bypass van<br />

de twaalfvingerige darm een zeer gunstig<br />

effect op diabetes mellitus type 2.<br />

In de toekomst zal dit verder moeten<br />

worden onderzocht.


Virtuele tour aan<br />

boord van Mercy<br />

Ships<br />

Hulpverlenings- en ontwikkelingsorganisatie<br />

Mercy Ships heeft een virtuele<br />

tour gelanceerd over haar werk<br />

in West-Afrika. Deze tour – te vinden<br />

op de website www.mercyships.nl –<br />

biedt de mogelijkheid 360 graden rond<br />

te kijken op de Africa Mercy, bij onder<br />

andere de operatiezalen, de brug, de<br />

eetzaal, de machinekamer en de projecten<br />

die door Mercy Ships in het binnenland<br />

worden opgezet.<br />

De Africa Mercy is het vlaggenschip van<br />

Mercy Ships waar gratis operaties aan<br />

de allerarmsten worden aangeboden.<br />

Voorlopig zal elke week een nieuwe<br />

serie foto’s worden toegevoegd. De organisatie<br />

is sinds 1978 actief in het<br />

verlenen van medische en tandheelkundige<br />

hulp, het opzetten van (land)bouwprojecten<br />

en het geven van training in<br />

gezondheidskunde en landbouw.<br />

Nieuw type hoorimplantaat succesvol<br />

toegepast<br />

In het UMC St Radboud is bij een patiënt<br />

met ernstig gehoorverlies een nieuw type<br />

hoorimplantaat met succes toegepast. Het<br />

deels implanteerbare hoortoestel, C-DACS<br />

genaamd, verbetert de hoorkwaliteit aanzienlijk.<br />

Vooralsnog is het UMC St Radboud<br />

het enige Nederlandse ziekenhuis<br />

waar deze techniek, ontwikkeld door<br />

Cochlear, toegepast wordt. De operatie<br />

maakt deel uit van een Europese studie.<br />

Bij mensen zonder hoorproblemen wordt<br />

geluid via het trommelvlies en de hoorbeentjes<br />

(hamer, aambeeld en stijgbeugel)<br />

overgebracht naar het slakkenhuis. Patiënten<br />

met otosclerose hebben een vastgegroeide<br />

stijgbeugel, met gehoorverlies als<br />

gevolg. Een hoortoestel kan het gehoorverlies<br />

(deels) verhelpen. Ook is een operatie<br />

mogelijk waarbij de stijgbeugel vervangen<br />

wordt door een kleine prothese. Bij patiënten<br />

met ernstige otosclerose wordt hierbij<br />

maar een deel van het gehoorverlies verholpen.<br />

Na de operatie moeten ze nog<br />

steeds een hoortoestel dragen. Zowel met<br />

een hoortoestel als na een operatie hebben<br />

mensen nog steeds moeite met het<br />

waarnemen van vooral hoge tonen en het<br />

horen in een rumoerige omgeving.<br />

Bij een aantal otosclerosepatiënten is ook<br />

een deel van het slakkenhuis aangedaan.<br />

Voor hen kan het nieuwe C-DACS een belangrijk<br />

verschil maken. ‘Het hoorimplantaat<br />

bestaat uit twee delen’, vertelt KNOarts<br />

Emmanuel Mylanus, die de operatie<br />

verrichtte. ‘Eén deel implanteren we in<br />

het middenoor en onder de huid achter de<br />

oorschelp. Het andere deel is een klein<br />

uitwendig hoortoestel dat via een magneet<br />

aan de hoofdhuid hangt. C-DACS<br />

omzeilt de normale route van het geluid<br />

via trommelvlies en gehoorbeentjes en<br />

brengt het slakkenhuis rechtstreeks in<br />

trilling. Hierdoor kan geluid met voldoende<br />

volume worden aangeboden en verbetert<br />

de hoorkwaliteit aanzienlijk. Uit de<br />

eerste metingen bij de patiënt blijkt een<br />

sterke verbetering van het spraakverstaan.’<br />

Heeft u NIeuwS?<br />

Mail naar oko pera tioneel<br />

@y­publicaties.nl<br />

<strong>OK</strong> NIeuwS<br />

Het actueelste<br />

<strong>OK</strong>­nieuws vindt u op<br />

www.oknieuws.nl<br />

‘Veel prothesen<br />

niet wetenschappelijk<br />

getest’<br />

Orthopedisch chirurgen luiden de noodklok<br />

over gebrek aan keuring van nieuwe<br />

prothesen en implantaten. Zes van<br />

de elf orthopedische bedrijven publiceren<br />

zelfs geen wetenschappelijk onderzoek<br />

over hun product. KRO Reporter<br />

belichtte onlangs recente problemen<br />

met een nieuwe kunstheup. Deze prothese<br />

geeft bij gebruik ijzerslijpsel af,<br />

waardoor sommige patiënten tumoren<br />

ontwikkelen. Inmiddels lopen duizend<br />

Nederlanders met de kunstheup.<br />

Dat de meeste prothesen niet wetenschappelijk<br />

getest zijn, vindt orthopedisch<br />

chirurg Rudolf Poolman van het<br />

Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam<br />

‘een heel vreemde zaak’. Zijn website<br />

www.prothesevergelijker.nl toont<br />

binnenkort welke prothesen ziekenhuizen<br />

gebruiken en of ze getest zijn. Poolmans<br />

collega, hoogleraar Cumhur Öner<br />

van het UMC Utrecht, wijst erop dat<br />

nieuwe prothesen niet gecontroleerd<br />

worden op bijwerkingen. De uitzending<br />

is te bekijken op http://reporter.kro.nl/<br />

uitzendingenreporter/_2011/20110129_<br />

pijn.aspx.<br />

(Bron: KRO Reporter + Artsennet)<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 7


Nieuwe website Vaatcentrum Amsterdam<br />

Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG)<br />

en het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis<br />

(SLAZ) werken al enige tijd samen in het<br />

Vaatcentrum Amsterdam. Nu hebben ze<br />

ook een gezamenlijke website: www.vaatcentrum-amsterdam.nl.<br />

Hierop staat veel<br />

informatie over het pakket aan behan-<br />

Van de volwassen patiënten die een<br />

operatie ondergaan, heeft ongeveer 40<br />

procent twee of meer leefstijlrisicofactoren.<br />

Daaronder vallen bijvoorbeeld<br />

overgewicht, roken of overmatig alcoholgebruik;<br />

factoren die kunnen leiden<br />

tot complicaties tijdens de ingreep<br />

en tot vertraagd herstel. Deze<br />

patiënten vallen tussen de wal en het<br />

schip, volgens onderzoekers Christa<br />

Boer en Willie Scharwächter, beiden<br />

8 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

delingen die zij bieden, zoals spataderen<br />

aneurysmaoperaties, en over de specialisten<br />

van het Vaatcentrum.<br />

Binnen het Vaatcentrum Amsterdam<br />

werken de vaatchirurgen van beide topklinische<br />

ziekenhuizen intensief met<br />

elkaar samen en bieden ze 24 uur per dag,<br />

Bijna helft patiënten gaat ongezond operatie in<br />

Correctie<br />

In Ok Operationeel 1-2011 wordt<br />

in het artikel ‘Een ecobewust ziekenhuis<br />

begint bij jezelf’, wordt<br />

verwezen naar een artikel in<br />

<strong>OK</strong> Magazine. Dit moet het tijdschrift<br />

<strong>OK</strong> Management zijn.<br />

van het VU medisch centrum.<br />

Uit hun onderzoek blijkt dat een groot<br />

deel van de patiënten geen weet heeft<br />

van het eigen overgewicht en de te<br />

hoge bloeddruk. Door gebrek aan tijd<br />

en geld bestaan echter nauwelijks<br />

mogelijkheden om de patiënt te ondersteunen<br />

bij het verbeteren van de<br />

gezondheid voor de operatie. De onderzoekers<br />

pleiten daarom voor meer<br />

begeleiding en preventie. Zorgverzekeraars<br />

zouden hiervoor budget beschikbaar<br />

moeten stellen.<br />

Bij 1228 volwassen patiënten die de<br />

anesthesioloog voor een preoperatieve<br />

risicoscreening bezochten, is onderzocht<br />

of zij last hebben van overgewicht,<br />

hoge bloeddruk en/of diabetes,<br />

en of zij roken en overmatig alcohol<br />

Anna prijs 2011<br />

Tijdens het Jaarcongres van de Nederland-<br />

se Orthopedische Vereniging is de Anna<br />

Prijs 2011 uitgereikt. Dr. ir. Edward Valstar<br />

uit Leiden/Delft van de Biomechanics and<br />

Imaging Group (BIG) ontving de penning,<br />

de oorkonde en het vrij te besteden bedrag<br />

van 10.000 euro wegens prominent onderzoek<br />

naar gewrichtsprotheses.<br />

Binnen de afdeling Orthopedie van het<br />

Leids Universitair Medisch Centrum houden<br />

de onderzoekers van de BIG zich<br />

bezig met het ontwikkelen van technologie<br />

voor het voorkómen, detecteren en<br />

zeven dagen per week vaatchirurgische<br />

zorg. Deze samenwerking past in de trend<br />

om bepaalde specialistische verrichtingen<br />

te concentreren. De twee ziekenhuizen<br />

kunnen zo de continuïteit en de kwaliteit<br />

van de vaatchirurgische zorg op hoog<br />

niveau houden en verder verbeteren.<br />

en/of drugs gebruiken. Daarnaast<br />

werd geëvalueerd of patiënten voldoende<br />

lichamelijk actief zijn.<br />

Scharwächter: ‘Een operatieve ingreep<br />

kan een belangrijke motivator zijn<br />

voor het starten met een gezonde leefstijl.<br />

Het terugdringen van de risico’s<br />

kan tevens gunstige gevolgen hebben<br />

voor het beloop van de operatie en de<br />

gezondheid van de patiënt op langere<br />

termijn. Zo kan het stoppen met roken<br />

een paar weken voor de ingreep de<br />

conditie al aanmerkelijk verbeteren.<br />

Het mes snijdt zo aan twee kanten:<br />

enerzijds kunnen de operatierisico’s<br />

en de opnameduur worden teruggebracht<br />

en anderzijds biedt het de patiënt<br />

kans op gezondheidswinst op<br />

langere termijn.’<br />

repareren van protheseloslating. Ze hebben<br />

bijvoorbeeld een zeer nauwkeurige<br />

röntgentechniek ontwikkeld waarmee<br />

protheseloslating in een zeer vroeg stadium<br />

gedetecteerd kan worden. Deze röntgenstereofotogrammetrische<br />

analyse<br />

wordt gebruikt om het loslatingsprofiel<br />

van nieuwe protheseontwerpen in kaart<br />

te brengen in kleine klinische studies nog<br />

voordat ze op de markt worden geïntroduceerd.<br />

Hiermee kan een loslatingsprofiel<br />

worden gemaakt, waarmee bedrijven<br />

hun voordeel kunnen doen.


Stimulatie van tongzenuw<br />

bij slaapapneu<br />

In het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis<br />

is onlangs een ‘tongstimulatiesysteem’<br />

geïmplanteerd. Dit is de allernieuwste<br />

behandeling voor mensen met slaapapneu<br />

bij wie de standaardbehandeling<br />

met overdrukmasker niet werkt of<br />

niet wordt verdragen.<br />

KNO-arts Nico de Vries heeft de eerste<br />

operatie in Nederland uitgevoerd. Het<br />

nieuwe systeem, genaamd Inspire Upper<br />

Airway Stimulation System, is onlangs<br />

geïmplanteerd als onderdeel van<br />

een wereldwijd onderzoek dat het effect<br />

en de veiligheid van deze nieuwe<br />

techniek bestudeert.<br />

De eerste resultaten zijn zeer bemoedigend.<br />

Het Inspire System voorkomt dat<br />

de tong tijdens de slaap naar achter in<br />

de keelholte zakt en de luchtweg blokkeert.<br />

Als het Inspire Systeem een<br />

ademhalingspoging waarneemt, wordt<br />

een zachte prikkel toegediend aan de<br />

tongzenuw. Deze prikkel herstelt de<br />

iGZ blij met kwaliteitsnormen NVvH<br />

De Nederlandse Vereniging voor Heel-<br />

kunde (NVvH) heeft het initiatief geno-<br />

men om voor chirurgische behandelin-<br />

gen duidelijke kwaliteitsvoorwaarden te<br />

formuleren. Ook heeft de NVvH voor een<br />

aantal ingrepen minimum volumenormen<br />

geformuleerd. De Inspectie voor de<br />

Gezondheidszorg (IGZ) is verheugd over<br />

dit initiatief en zal vanaf 2012 controleren<br />

of ziekenhuizen hieraan voldoen.<br />

Volumenormen leggen vast hoe vaak per<br />

jaar een chirurg en een behandelteam<br />

een bepaalde ingreep minimaal moeten<br />

verrichten om die verantwoord te kunnen<br />

blijven doen. Ze maken de kwaliteit<br />

van chirurgische zorg inzichtelijk en<br />

daarmee toetsbaar voor de beroepsgroep,<br />

het bestuur van het ziekenhuis en de<br />

spierspanning in de tong, de tong beweegt<br />

iets naar voren en de blokkade<br />

achter in de keel wordt opgeheven.<br />

Na de implantatie van het systeem<br />

krijgt de patiënt een afstandsbediening<br />

waarmee hij/zij het systeem voor<br />

het slapengaan kan aanzetten en na<br />

het slapen weer uitschakelen. De<br />

prikkel, die individueel is in te stellen,<br />

is sterk genoeg om de tongzenuw<br />

te stimuleren en zwak genoeg om de<br />

slaap niet te verstoren.<br />

inspectie. Zorgverzekeraars kunnen de<br />

kwaliteitsvoorwaarden en volumenormen<br />

gebruiken bij het contracteren van<br />

zorg met ziekenhuizen.<br />

De chirurgen moeten nu nagaan of ze<br />

aan de normen kunnen voldoen. Kunnen<br />

ze dat niet, dan moeten zij de patiënten<br />

doorverwijzen naar ziekenhuizen<br />

waar die ingreep wel vaak genoeg<br />

wordt uitgevoerd. Dit betekent dat ziekenhuizen<br />

moeten bepalen welke behandelingen<br />

zij verantwoord kunnen<br />

(blijven) uitvoeren en welke behandelingen<br />

beter in een ander ziekenhuis kunnen<br />

plaatsvinden. Hierover zullen ziekenhuizen<br />

onderling afspraken moeten<br />

gaan maken.<br />

(Bron IGZ en NVvH)<br />

paul van Zuijlen<br />

benoemd tot<br />

bijzonder hoogleraarbrandwondengeneeskunde<br />

De Nederlandse Brandwonden Stichting<br />

heeft dr. Paul van Zuijlen, plastisch chirurg<br />

in het Rode Kruis Ziekenhuis in<br />

Beverwijk, benoemd tot bijzonder hoogleraar<br />

brandwondengeneeskunde aan<br />

de Vrije Universiteit/VU medisch centrum.<br />

Als bijzonder hoogleraar zal Van Zuijlen<br />

zich de komende vijf jaar inzetten voor<br />

een betere behandeling van brandwonden<br />

en betere zorg voor de patiënten.<br />

Functionele en cosmetische verbetering<br />

van littekens vormt zijn belangrijkste<br />

speerpunt. Hij zal daartoe onderzoeken<br />

initiëren naar acute wondbehandeling<br />

en reconstructieve technieken. Hierdoor<br />

kan bijvoorbeeld de revalidatieperiode<br />

worden verkort en littekenvorming<br />

worden verminderd.<br />

Paul van Zuijlen bekwaamde zich de<br />

afgelopen jaren in gelaats-, hand- en<br />

littekenreconstructies. Zijn promotieonderzoek<br />

betekende een doorbraak in<br />

de plastische chirurgie. Hij ontdekte dat<br />

toepassing van kunsthuid een soepeler<br />

en gladder litteken kan geven.<br />

Winnaars<br />

Grey's Anatomy<br />

prijsvraag<br />

<strong>OK</strong> Operationeel heeft maar liefst<br />

43 inzendingen binnengekregen.<br />

Helaas kunnen we maar twee lezers<br />

blij maken met de DVD Box. Dat<br />

zijn Marjorie Hunnekink (Deventer<br />

Ziekenhuis) en Marika Rietberg<br />

(Gelderse Vallei) geworden.<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 9


(Advertorial)<br />

Hersenen voor hersenen<br />

Bijna alles wat ons mens maakt begint of eindigt met onze hersenen.<br />

Elke gedachte, elk idee, elke beweging, elk gevoel, onze hersenen<br />

maken dat we het beleven en dat we het kunnen. Dat we in staat zijn<br />

tot kleine en grootse dingen, bewust en onbewust. Diezelfde hersenen<br />

maken ons kwetsbaar. De kleinste afwijking kan levensbedreigend zijn.<br />

Kun je nagaan hoe verwoestend een hersentumor is. Een indringer die<br />

zich nestelt op de meest cruciale plek in ons lichaam. Je moet er niet<br />

aan denken.<br />

Jaarlijks komen er circa 1500 patiënten<br />

met een kwaadaardige hersentumor<br />

bij. Voor veel patiënten die een<br />

hersentumor krijgen is dit vroeger of<br />

later een ramp, onder andere omdat<br />

(anders dan bij veel andere tumoren)<br />

er maar weinig speelruimte is bij het<br />

chirurgisch of radiotherapeutisch<br />

behandelen van de tumoren en er nog<br />

weinig kruit tegen deze gezwellen<br />

gewassen is. Hierdoor, en omdat<br />

hersentumoren ook vaak al op<br />

kinderleeftijd voorkomen, geldt dat<br />

het aantal levensjaren dat een patiënt<br />

met een hersentumor ‘inlevert’<br />

gemiddeld het hoogst is van alle<br />

kwaadaardige tumoren. Het sterftecijfer<br />

van de vaakst voorkomende<br />

kwaadaardige hersentumor is 99,7%<br />

waarbij de hersentumorpatiënt een<br />

gemiddelde levensduur na diagnose<br />

heeft van slechts vijftien maanden.<br />

Dat mogen we niet accepteren.<br />

De Stichting STOP hersentumoren.nl<br />

wil zorgen voor een betere kans op<br />

genezing. Ze zamelt daarom geld in<br />

voor onderzoek naar iedere vorm van<br />

een primaire hersentumor bij kinderen<br />

en volwassenen. Hiermee kunnen<br />

meer mensen en middelen worden<br />

ingezet voor dit onderzoek. Wij als<br />

wetenschappers zien het als een<br />

grote uitdaging om de zoektocht naar<br />

betere behandeling en genezing van<br />

hersentumoren aan te gaan.<br />

De Stichting wil de knapste koppen<br />

aan het werk zetten. Met hun hersenen<br />

kunnen we levens redden en<br />

hoeven we het niet bij hoop te laten.<br />

Prof. dr. Pieter Wesseling, neuropatholoog<br />

UMC St Radboud Nijmegen &<br />

VUmc Amsterdam;<br />

Lid Wetenschappelijke Advies Raad,<br />

Stichting STOPhersentumoren.nl<br />

RideforHope<br />

Langste fi etstocht van Nederland<br />

in strijd tegen kanker.<br />

Tijdens het komend Hemelvaartweekend<br />

van 2, 3 en 4 juni gaan vele betrokken<br />

helden een unieke prestatie leveren: in drie<br />

dagen tijd fi etsen zij ruim 750 kilometer<br />

door alle provinciën van Nederland.<br />

Zij doen dit om geld in te zamelen voor de<br />

strijd tegen hersentumoren. De wiel renners<br />

brengen hiermee letterlijk hoop tot leven<br />

voor de jaarlijks 1.500 slachtoffers in<br />

Nederland, waaronder veel kinderen en<br />

jongvolwassenen voor wie deze vorm van<br />

kanker de meest frequente doodsoorzaak<br />

is. De tocht wordt symbolisch gereden in<br />

de vorm van het internationale teken van<br />

hoop, de ‘ribbon’. Op 2 juni a.s. zal Teun<br />

van Vliet, voormalig wereldkampioen<br />

wielrennen, nu hersen tumorpatiënt en<br />

ambassadeur van de stichting STOPhersentumoren.nl,<br />

het startschot geven op<br />

Neeltje Jans in Zeeland. De wielrenners<br />

fi etsen tijdens de RideforHope onder<br />

andere door de Veluwe, langs Drentse<br />

hunebedden, over de Afsluitdijk, door<br />

Volendam, langs de Vecht, en bereiken via<br />

het Land van Maas en Waal op 4 juni het<br />

eindpunt: de befaamde Cauberg in<br />

Limburg. Doe mee aan deze intense, unieke<br />

wielerronde door Nederland. Deelname in<br />

teamverband kan al vanaf 125 km per<br />

persoon. Je kunt je inschrijven via:<br />

www.rideforhope.nl.


Ledenadministratie<br />

1 januari 2011 heeft secretariaatsservice Ruychaver de LVOledenadministratie<br />

overgenomen. Het LVO-bestuur heeft<br />

deze beslissing genomen om de service en de continuïteit<br />

voor de toekomst te waarborgen. De ledenadministratie<br />

is complex, en de vele mutaties van leden zijn niet langer<br />

door vrijwilligers in de avonduren te verrichten.<br />

Van leden blijven we vragen om de juiste gegevens aan<br />

ons door te geven. Veranderingen die niet bij ons worden<br />

gemeld, zijn vaak aanleiding tot vervelende misverstanden.<br />

Geef veranderingen van banknummer, e-mailadres, naam<br />

bij trouwen, verhuizing et cetera dus tijdig aan ons door.<br />

Betaal ook je contributie op tijd. Volgens de geldende<br />

statuten en het huishoudelijk reglement is de LVO aan<br />

alle leden verplicht een incassobureau in te zetten bij<br />

wanbetaling.<br />

Het doorgeven van veranderingen is eenvoudig: stuur<br />

een e-mail aan penningmeester@lvo.nl of gebruik<br />

het wijzigingsformulier op www.lvo.nl. Mochten er<br />

onduidelijkheden bestaan, schroom dan niet om een e-mail<br />

te sturen. Dan krijg je zo spoedig mogelijk antwoord.<br />

Hennie Mulder<br />

penningmeester LVO<br />

penningmeester@lvo.nl<br />

Bestuurslid gezocht<br />

(M/M)<br />

De LVO is op zoek naar een mannelijk bestuurslid om het<br />

bestuur te versterken.<br />

Reageren?: voorzitter@lvo.nl.<br />

Onbekend adres<br />

De adresgegevens van onderstaande LVO-leden zijn<br />

niet bekend bij de administratie. Staat jouw naam in<br />

het rijtje? Stuur dan zo snel mogelijk een mail met je<br />

gegevens naar penningmeester@lvo.nl? Het gaat om:<br />

• N. Bos, lidnummer 1072380;<br />

• G.H.L. den Hartog, lidnummer 1072063;<br />

• C.A. Rijker-Baker, lidnummer 1071449;<br />

• S.A. Visser, lidnummer 1073351.<br />

LvO-informatie<br />

Charmaine Betzema, voorzitter<br />

en bestuurslid PR&V,<br />

voorzitter@lvo.nl<br />

Hennie Mulder, penningmeester<br />

en bestuurslid Media<br />

Tel.: 040-253 89 21,<br />

operationeel@lvo.nl<br />

Jeanine Stuart, secretaris en<br />

bestuurslid Onderwijs ai.<br />

secretaris@lvo.nl<br />

Nicole Dreessen, bestuurslid<br />

Beroepsbelangen<br />

beroepsbelang@lvo.nl<br />

Monique de Kort, bestuurslid<br />

Congres, congres@lvo.nl<br />

lVO TElEFOONNUMMER:<br />

024-645 47 71 van maandag t/m<br />

zaterdag<br />

van 9.00 tot 17.00 uur<br />

Adres: LVO, Postbus 9058<br />

1006 AB Amsterdam<br />

lid worden van de lVO?<br />

Surf naar www.lvo.nl of bel met<br />

024-645 47 71.<br />

Opzegging van lidmaatschap<br />

dient voor 1 oktober schriftelijk te<br />

gebeuren – het lidmaatschap<br />

wordt dan per 1 januari van het<br />

jaar daarop beëindigd.<br />

E-mailadressen<br />

prvoorlichting@lvo.nl<br />

penningmeester@lvo.nl<br />

webmaster@lvo.nl<br />

Internet: www.lvo.nl<br />

Lidmaatschap opzeggen:<br />

Secretariaat LVO<br />

Postbus 9058, 1006 AB Amsterdam<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 11


12 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011


Myra Buth en Gea Willemsen<br />

Samen zestig drukke jaren in het vak<br />

Myra, om maar met jou te beginnen, wat is<br />

er zoal veranderd in de veertig jaar dat jij als<br />

operatieassistent werkt?<br />

‘Apparatuur, instrumentarium, automatisering<br />

en operatietechnieken. De ontwikkelingen<br />

gaan – zeker tegenwoordig<br />

– razendsnel. Ik vind ook dat de mentaliteit<br />

op de <strong>OK</strong> anders is. Tegenwoordig is<br />

het een stuk individueler, net als in de<br />

maatschappij. Dat is logisch: juist door<br />

die ontwikkelingen is het bijna niet<br />

meer te doen voor een operatieassistent<br />

om allround te blijven. Mensen specialiseren<br />

zich en trekken zich terug in hun<br />

eigen vakgebied.’<br />

Je werkt nog steeds fulltime als operatieassistent,<br />

inmiddels zo’n tien jaar gedetacheerd.<br />

Het laatste halfjaar werkte je bij NedSpine in<br />

Ede. Je hebt de afgelopen jaren als alleenstaande<br />

moeder drie kinderen grootgebracht,<br />

je hebt naast je fulltimebaan talloze cursussen<br />

en opleidingen gedaan, je runt nu een eigen<br />

detacheringsbedrijfje, je sport én je<br />

maakt met regelmaat in opdracht catermaaltijden.<br />

Waar haal jij je energie vandaan?<br />

‘Op de eerste plaats uit mijn ongebreidelde<br />

nieuwsgierigheid. Door die nieuwsgierigheid<br />

ben ik ook operatieassistent geworden.<br />

Ik bracht op mijn twintigste<br />

eens iemand naar het ziekenhuis en liep<br />

toen langs het <strong>OK</strong>-complex. Op de deur<br />

hing een bordje: verboden voor onbevoegden.<br />

Dat intrigeerde me zo, ik moest<br />

Genieten van het leven én jezelf blijven ontwikkelen, op zoek blijven naar de<br />

uitdaging. Dat zijn de levensmotto’s van Myra Buth (59) en Gea Willemsen<br />

(41). De twee collega’s en vriendinnen hebben samen zestig jaar ervaring als<br />

operatieassistent. En ze vinden hun werk nog steeds een feestje.<br />

en zou erachter komen wat daar gebeurde.<br />

Verder wil ik niet stil blijven staan, ik<br />

wil me blijven ontwikkelen. Dat houdt je<br />

jong.’<br />

Operatieassistent is niet alleen mentaal een<br />

zwaar beroep, ook fysiek wordt er nogal wat<br />

van jullie gevraagd. Trek je het na veertig jaar<br />

nog wel?<br />

‘Sporten is ontzettend belangrijk om de<br />

fysieke belasting van ons werk aan te<br />

blijven kunnen, heb ik gemerkt. Als je fit<br />

en sterk bent, houd je het vol.’<br />

Gea, de klik tussen jou en Myra is niet<br />

vreemd. Jij bent ook altijd bezig jezelf te ontwikkelen.<br />

‘Ik houd zo van mijn vak dat ik daar veel<br />

tijd en energie in wil steken. Zo mocht<br />

ik bij de Isala klinieken in Zwolle mijn<br />

overuren opnemen zodat ik in die tijd<br />

kon bijspringen in ziekenhuizen waar<br />

op dat moment krapte was, bijvoorbeeld<br />

in het UMC St Radboud. In de Isala klinieken<br />

heb ik in 2003 enorm gevochten<br />

voor de introductie van operatieassistenten<br />

met chirurgische vaardigheden. Ik<br />

had me inmiddels gespecialiseerd in thoraxchirurgie.<br />

Er werkten geen AIOS bij<br />

ons, dus de specialist moest zelf de venes<br />

doen. Uiteindelijk kregen we toestemming<br />

en heb ik met een aantal collega’s<br />

de opleiding voor chirurgische vaardigheden<br />

gedaan. Ik heb 700 venes en 70<br />

TEKST: MARIEKE LOS | FOTO'S (INCLUSIEF COVER): JOS HEIJNEN<br />

keer een arteria radialis gehaald.’<br />

Je bent ook nog voor Defensie naar Bosnië<br />

geweest.<br />

‘Ja, ik was het eerste burgerlid van een<br />

medisch team dat door Defensie werd<br />

uitgezonden. Dat was indrukwekkend.<br />

We werkten voor SFOR, dus we mochten<br />

geen burgers behandelen, alleen “onze”<br />

jongens. Maar het was een enorme uitdaging.’<br />

Inmiddels werk je nog één dag per week als<br />

operatieassistent, ook bij NedSpine. Wat doe<br />

je de rest van de week?<br />

‘Ik wil per se affiniteit en feeling houden<br />

met het werk waar mijn hart ligt, vandaar<br />

dat ik nog één dag per week op de<br />

<strong>OK</strong> sta. Verder doe ik voor mijn eigen bedrijf<br />

consultancy en verkoop op medisch<br />

gebied.’<br />

Naast de liefde voor het vak en jullie enthousiasme,<br />

hebben jullie nog iets gemeen: genieten<br />

van het leven.<br />

Myra: ‘We maken er graag een feestje<br />

van. Zo hebben we geregeld dat de leden<br />

van het <strong>OK</strong>-team die op woensdag werken<br />

om de beurt iets lekkers klaarmaken.<br />

Ook de specialisten doen mee. Dus<br />

we zitten met z’n allen op woensdag aan<br />

de erwtensoep, tiramisu, quiches of Indonesisch.<br />

Je moet er wat van maken. En<br />

dat lukt ons aardig.’<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 13


Chronische pijn na<br />

Chronische pijn na liesbreukchirurgie komt frequent voor en kan geclassificeerd worden als<br />

neuropathisch, niet-neuropathisch en funiculodynie. Therapeutische opties omvatten pijnmedicatie,<br />

plaatselijke injecties of neurectomie van de inguïnale zenuwen.<br />

TEKST: M.J.A. LOOS, AIOS HEELKUNDE; M.R.M. SCHELTINGA, CHIRURG; R.M.H. ROUMEN, CHIRURG; ALLEN AFDELING ALGEMENE HEELKUNDE, MáxIMA MEDISCH<br />

CENTRUM, EINDHOVEN/VELDHOVEN.<br />

Per jaar wordt in Nederland de diag-<br />

nose ‘liesbreuk’ ongeveer 31.000<br />

keer gesteld. Bij 28.000 mensen<br />

vindt correctie plaats, 1 waarbij de huidige<br />

standaard in 1984 door Lichtenstein is<br />

geïntroduceerd. Met deze zogenaamde<br />

tension-free mesh technique zijn recidiefpercentages<br />

teruggebracht tot minder dan 2<br />

procent. 2 Omdat hiermee het belangrijkste<br />

probleem, de recidiefbreuk, naar de achtergrond<br />

is verdrongen, is meer aandacht<br />

ontstaan voor de rol van chronische postoperatieve<br />

pijn. Dit komt in 14 tot 54 procent<br />

van de gevallen voor en kan gepaard<br />

gaan met ernstige functionele beperkingen<br />

tijdens werk en sportbeoefening. 3-5<br />

Maar liefst 2 procent van de patiënten<br />

voelt zich ernstig beperkt in het dagelijks<br />

functioneren 3,4,14 en uiteindelijk wordt de<br />

helft naar een gespecialiseerde pijnkliniek<br />

verwezen. 15 Het probleem betreft dus in<br />

absolute zin een aanzienlijk aantal patiënten.<br />

Risicofactoren voor persisterende pijn<br />

zijn: jonge leeftijd (< 65 jaar), sensibiliteitsstoornissen<br />

en recidief-liesbreukchirurgie. 3<br />

Hoewel een laparoscopische techniek de<br />

periode van direct postoperatief herstel<br />

verkort, wordt zo geen significante pijnreductie<br />

op lange termijn bereikt. 3,6<br />

14 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

Erectie- en ejaculatiegerelateerde<br />

pijnklachten zijn onderbelichte<br />

complicaties na liesbreukchirurgie.<br />

Uit recent<br />

onderzoek onder jonge mannen<br />

bleek 3 procent pijn te<br />

ervaren gedurende seksuele<br />

activiteiten. 16 Data bij<br />

vrouwen in dezen zijn<br />

niet voorhanden. Uit<br />

eigen cohortonderzoek<br />

blijkt dat één op de vijf<br />

mannen met matige tot<br />

ernstige pijnklachten na<br />

liesbreukchirurgie tevensdysejaculatieklachten<br />

heeft. 17<br />

Enquêtestudies met<br />

beschrijvingen van<br />

neuropathische en nociceptieve<br />

pijn wijzen<br />

uit dat neuropathische<br />

oftewel zenuwgerelateerde<br />

pijn op de voorgrond<br />

staat. 3-5 Figuur 1 Anatomie van het zenuwverloop<br />

in het rechter liesgebied.<br />

Legenda<br />

Dit is<br />

QLM = m. quadratus lumborum, Ilioh = n. iliohypo-<br />

van belang aangezien<br />

gastricus, Ilioi = n. ilioinguinalis, Gf = n. genitofemo-<br />

het diagnostische traralis, GB/ ES = genitale tak van de n. genitofemoralis,<br />

ject hoofdzakelijk be- FB = femorale tak van de n. genitofemoralis, LFC = n.<br />

rust op het onderschei- cutaneus femoris lateralis. 19


liesbreukchirurgie<br />

Figuur 2 Peroperatieve foto van een liesexploratie rechts,<br />

waarop een inguïnale zenuw (vermoedelijk de n.<br />

iliohypogastricus) zichtbaar is ‘gepakt’ door een<br />

niet-oplosbare hechting (zicht vanaf mediocraniaal).<br />

den van beide pijntypen. Er bestaan<br />

enkele pijnclassificaties na liesbreuk-<br />

chirurgie. 17-19 Recentelijk introduceer-<br />

den wij een classificatie (tabel 1), waar-<br />

in drie verschillende pijngroepen on-<br />

derscheiden worden: neuropathisch,<br />

niet-neuropathisch en funiculodynie.<br />

Pathogenese<br />

Anatomische kennis van het lieskanaal<br />

is natuurlijk essentieel om postoperatieve<br />

pijn na liesbreukchirurgie te kunnen<br />

begrijpen (figuur 1). De sensibele innervatie<br />

van het operatiegebied wordt verzorgd<br />

door de n. ilio-hypogastricus, de n.<br />

ilio-inguinalis en de genitale tak van de<br />

n. genito-femoralis, die gemakkelijk<br />

gelaedeerd kunnen worden, met bijvoorbeeld<br />

neuroomvorming tot gevolg. 17,19<br />

Ook kan een zenuw door hechtingen,<br />

nietjes of tackers ‘gepakt’ worden (figuren<br />

2 en 3). Na maanden tot zelfs jaren<br />

kan de fibroblastische reactie van het<br />

lichaam op het ingebrachte mesh perineurale<br />

fibrose induceren en leiden tot<br />

beklemming (entrapment) van zenuwweefsel.<br />

Uit proefdieronderzoek blijkt<br />

dat direct contact tussen polypropyleenprothesemateriaal<br />

en zenuwweefsel<br />

fibroblastische en inflammatoire veranderingen<br />

teweegbrengt. 21 Meer lateraal<br />

in het operatiegebied loopt de n.<br />

cutaneus lateralis femoris. Deze wordt<br />

sporadisch beschadigd door laterale<br />

Figuur 3 Peroperatieve foto van liesexploratie rechts (zicht<br />

vanaf lateraal). Met een anterieure benadering wordt de<br />

bovenrand van een preperitoneaal geplaatste Marlex-mat<br />

verwijderd. De n. ilio-hypogastricus komt vanaf lateraal en<br />

loopt vast in het geëxcideerde matdeel. De steeldepper bevindt<br />

zich in de geopende peritoneaalholte.<br />

uitbreiding van de incisie of trocartplaatsing<br />

tijdens laparoscopische liesbreukchirurgie<br />

met een karakteristieke<br />

meralgia paresthetica tot gevolg. 22<br />

Niet-neuropathische postoperatieve pijn<br />

wordt veroorzaakt door kwetsing van<br />

niet-zenuwgerelateerde weefsels. Tot<br />

deze groep behoren periostitis van het<br />

tuberculum pubicum, een beschadigde<br />

funiculus spermaticus, musculotendinogene<br />

schade of gewoonweg recidief liesbreuk.<br />

Een beruchte pijnbron vormt<br />

periostitis van het tuberculum pubicum,<br />

die kan ontstaan na een te diep<br />

geplaatste hechting. 17,18,23 Een derde van<br />

de patiënten met matige tot ernstige<br />

pijnklachten heeft een diffuus gevoelige<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 15


funiculus spermaticus, funiculodynie,<br />

zonder aanwijzingen voor een neuropathische<br />

oorzaak. 17 De onderliggende<br />

oorzaak is onduidelijk, maar het is mogelijk<br />

dat chronische inflammatie met<br />

zwelling van funiculaire weefsels als<br />

reactie op het prothesemateriaal een<br />

rol speelt. Het pathomechanisme van<br />

pijn samenhangend met de ejaculatie is<br />

nog grotendeels onopgehelderd. Mechanische<br />

obstructie en zenuwirritatie behoren<br />

tot de mogelijke oorzaken. 24<br />

Hoewel operatietechnieken waarbij<br />

lichaamseigen weefsel wordt gebruikt<br />

mogelijk tot meer (postoperatieve) pijnklachten<br />

leiden, kan een ingebrachte<br />

Marlex-mat zelf ook klachten veroorzaken.<br />

2 Doordat dit materiaal na enige<br />

tijd tot meer dan 30 procent kan krimpen,<br />

kan dit ‘opkrullen’ en leiden tot<br />

een harde fibrotische rol, het zogenaamde<br />

meshoma. 17,19,25 Met het plaatsen van<br />

een plug in het lieskanaal als alternatieve<br />

correctietechniek wordt een dergelijke<br />

situatie mogelijk al op voorhand<br />

gecreëerd, met soms chronische pijnklachten<br />

tot gevolg. 26 Los van de eerder<br />

vermelde zenuw-entrapment kan een<br />

meshoma ook op andere naburige structuren<br />

zoals een funiculus drukken. Ten<br />

slotte kan na verloop van tijd een pijnontlastend<br />

bewegingspatroon op secundaire<br />

wijze surmenageklachten veroorzaken,<br />

waaronder bursitis iliopectinea,<br />

adductorentendinitis en lagerug-<br />

klachten. 17,27,28<br />

diagnostiek<br />

Een uitvoerige pijnanamnese is essentieel<br />

bij een patiënt met liespijnklachten.<br />

Het lichamelijk onderzoek wordt bij de<br />

liggende en staande patiënt verricht,<br />

waarbij door middel van de Valsalvamanoeuvre<br />

een recidiefbreuk uitgesloten<br />

wordt. Neurofysiologisch onderzoek<br />

spoort hypo-esthesie, hyper esthesie of<br />

allodynie op. Hypo-esthesie caudaal van<br />

het litteken komt tot 30 procent voor<br />

16 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

na liesbreukherstel. Hyperesthesie, dysesthesie<br />

en allodynie daarentegen zijn<br />

zeldzamer en wijzen op pathologische<br />

zenuwprikkeling. Hoewel theoretisch<br />

alle drie de lieszenuwen hun eigen verzorgingsgebied<br />

hebben, is het door<br />

overlap lastig te duiden welke zenuw<br />

aangedaan is. Neuropathische entrapment<br />

leidt in onze ervaring vaak tot<br />

een uitgebreide irradiatie van pijn naar<br />

de medioventrale regio van het bovenbeen.<br />

Bij neuropathische pijn identificeert<br />

palpatie veelal een circumscript<br />

pijnpunt in of nabij het litteken (figuur<br />

4a/b). Drukpijn op het tuberculum pubicum<br />

past bij periostitis. Het bewegingsapparaat<br />

moet zorgvuldig onderzocht<br />

worden. De differentiaaldiagnose van<br />

liespijn is immers uitgebreid. 26 Bij een<br />

pijnlijke abductie-extensie-exorotatiebeweging<br />

van de heup moet aan een bursitis<br />

iliopectinea worden gedacht. 28<br />

Drukpijn op de aanhechting van de<br />

adductorenloge nabij het schaambeen,<br />

alsmede pijnprovocatie bij adductie<br />

tegen weerstand in, kan duiden op tendinitis.<br />

Oriënterend onderzoek van buik<br />

(retroperitoneum), inclusief rectaal toucher,<br />

en wervelkolom sluit het lichamelijk<br />

onderzoek af.<br />

Aanvullend onderzoek<br />

Wanneer anamnese en lichamelijk onderzoek<br />

wijzen op een neuropathische<br />

oorzaak, kan een diagnostische zenuwblokkade<br />

met een snel werkzaam anestheticum<br />

(10 ml lidocaïne 1 procent)<br />

worden overwogen. Plaats van toediening<br />

is bij voorkeur direct nabij het<br />

maximale pijnpunt, eventueel opgezocht<br />

met een neurostimulator. Indien<br />

na tien minuten significante pijnreductie<br />

is bereikt, kan van een positief testresultaat<br />

gesproken worden.<br />

Langdurige therapeutische effecten van<br />

een als diagnostische blokkade bedoelde<br />

lidocaïne-injectie zijn beschreven,<br />

met als mogelijke verklaring het door-<br />

breken van de pijncyclus met terugkeren<br />

van de pijndrempel tot normaal<br />

niveau. 17,29,30 Omgekeerd komt het soms<br />

voor dat een diagnostische injectie met<br />

lidocaïne bij neuropathische pijn ineffectief<br />

blijkt, wellicht omdat het anestheticum<br />

als gevolg van dik fibrotisch<br />

weefsel het zenuwweefsel niet<br />

kan infiltreren. Ook kan sprake zijn<br />

van hardnekkige ‘deafferentatiepijn’<br />

die perifeer imponeert, maar die niet<br />

reageert op perifere zenuwblokkades.<br />

Beeldvorming met behulp van CT of<br />

MRI sluit abdominale of retroperitoneale<br />

pathologie uit. Echter, meestal<br />

voldoet een diagnostische zenuwblokkade<br />

en kan beeldvorming achterwege<br />

blijven. Beeldvorming kan zelfs verwarring<br />

geven, zoals het echografisch<br />

aangetoonde ‘kleine recidief’. Alvorens<br />

nodeloos tot exploratie en ‘correctie’<br />

over te gaan, moet de chirurg zich afvragen<br />

of zo’n echografische bevinding<br />

wel het klachtenpatroon kan verklaren<br />

en chirurgie voldoende legitimeert.<br />

therapeutische mogelijkheden<br />

Het therapeutisch beleid is sterk afhankelijk<br />

van het oorzakelijk mechanisme.<br />

Indien een neuropathische etiologie is<br />

bevestigd, is er een aantal therapeutische<br />

opties. 30 Perifere injecties die eerder<br />

effectief bleken, kunnen in eerste<br />

instantie met toevoeging van corticosteroïden<br />

worden herhaald.<br />

Bij onvoldoende resultaat kan een chirurgische<br />

exploratie plaatsvinden,<br />

waarbij een neurectomie wordt uitgevoerd.<br />

Hierbij wordt het proximale zenuwuiteinde<br />

in spier begraven om recidiefpijnklachten<br />

te voorkomen. Door<br />

Amid werd de triple neurectomie geïntroduceerd,<br />

ingegeven door het feit dat<br />

de drie lieszenuwen een variabel verloop<br />

kennen met uitgebreide onderlinge<br />

communicatie. 19 Via één inguïnale<br />

incisie worden alle drie de sensibele<br />

lieszenuwen verwijderd. Meestal


Figuur 4 (a) Voorbeeld van bij lichamelijk onderzoek preoperatief vastgesteld pijnpunt. (b) Bij exploratie wordt exact ter<br />

hoogte van dit pijnpunt een beknelde penetrerende zenuwtak gevonden.<br />

is het eveneens nodig om het prothe-<br />

semateriaal (deels) te verwijderen, wat<br />

volgens retrospectief onderzoek in 70<br />

tot 90 procent van de gevallen tot<br />

langdurige totale pijnreductie leidt. 31-34<br />

Een vervelende (zeldzame) complicatie<br />

na neurectomie is het ontstaan van<br />

eerdergenoemde deafferentatiepijn.<br />

Behandeling met middelen als amitriptyline,<br />

carbamazepine en gabapentine<br />

zijn dan te overwegen. 35 Echter, deze<br />

middelen hebben vaak slaperigheid,<br />

duizeligheid, beïnvloeding van rijvaardigheid<br />

en concentratie als vervelende<br />

bijwerkingen. Andere therapeutische<br />

opties zijn ondersteuning door fysiotherapie,<br />

transcutane elektrische zenuwstimulatie<br />

of acupunctuur.<br />

Nociceptieve oorzaken van liespijn vergen<br />

een andere aanpak. Behandeling van<br />

periostitis omvat in eerste instantie een<br />

injectie met lidocaïne en een corticosteroïd<br />

in het periosteum. Ook hier valt een<br />

exploratie te overwegen met verwijdering<br />

van de hechting, zeker indien er<br />

sprake is van een intens pijnpatroon<br />

direct volgend op liesbreukherstel. 17,19<br />

Surmenageklachten van het bewegingsapparaat<br />

zijn goed te behandelen door<br />

het wegnemen van de primaire pijnbron<br />

(bijvoorbeeld met manuele therapie), al<br />

of niet in combinatie met lokale injectietherapie.<br />

Helaas bestaat voor patiënten<br />

met een diffuus gevoelige funiculus spermaticus<br />

(funiculodynie) nog geen afdoende<br />

behandeling. 17 Mogelijk dat in<br />

ernstige gevallen meshverwijdering de<br />

pijnklachten gunstig kan beïnvloeden. 36<br />

Over de behandeling van dysejaculatieklachten<br />

na liesbreukchirurgie is weinig<br />

bekend. In één case report leidde funiculolysis<br />

(verwijdering van fibrose rondom<br />

de funiculus) in combinatie met een<br />

neurectomie van de n. ilio-inguinalis tot<br />

een goed resultaat. 24<br />

tot slot<br />

Over de correcte behandeling van chronische<br />

pijn na liesbreukchirurgie bestaat<br />

nog maar weinig evidence. 37 Daarom<br />

wordt op dit moment in ons ziekenhuis<br />

met een gerandomiseerd onderzoek het<br />

pijnreductieve effect van een neurectomie<br />

vergeleken met dat van een injectieregime<br />

met lidocaïne, corticosteroïden en<br />

hyaluronidase. 38<br />

Wij concluderen dat een ‘simpele liesbreukcorrectie’<br />

helaas met enige regelmaat<br />

tot chronische pijnklachten leidt.<br />

Beschadiging dan wel compressie van<br />

zenuwweefsel kan resulteren in<br />

dergelijke pijnsyndromen. Evaluatie<br />

van het pijnmechanisme door een<br />

gedegen pijnanamnese, lichamelijk<br />

onderzoek en diagnostische<br />

zenuwblokkades levert meestal de<br />

juiste diagnose op. Chirurgische<br />

exploratie behoort dan tot de<br />

therapeutische mogelijkheden.<br />

voetnoten<br />

De literatuurlijst bij dit artikel is te<br />

vinden op www.oknieuws.nl of op te<br />

vragen door te mailen naar<br />

okoperationeel@y-publicaties.nl.<br />

▼<br />

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Nederlands<br />

Tijdschrift voor Heelkunde 2008; 5:196-199.<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 17


dvd toont waarom<br />

in januari verscheen de instructiefilm Infectiepreventie<br />

in het operatiekamercomplex. Deze<br />

recapituleert gestructureerd de maatregelen die<br />

elke <strong>OK</strong>-medewerker zou moeten nemen en legt<br />

uit waarom ze zo essentieel zijn. De dvd is namens<br />

het UMCU kosteloos aan alle afdelingen infectiepreventie<br />

en <strong>OK</strong>'s van de Nederlandse ziekenhuizen<br />

aangeboden.<br />

TEKST: ASTRID VAN PELT<br />

lig hier nu al honderd dagen’,<br />

zegt een oudere patiënt vanuit ‘Ik<br />

zijn ziekenhuisbed. Hij is geteisterd<br />

door een postoperatieve wondinfectie.<br />

Aan de matte blik in zijn ogen valt af<br />

te leiden dat hij geen hoop heeft snel het<br />

ziekenhuis te kunnen verlaten. ‘Het is<br />

een ellende’, zegt hij geëmotioneerd.<br />

‘We vonden het belangrijk om een echte<br />

patiënt te tonen’, zegt Ada Gigengack-<br />

Baars (48), unithoofd afdeling Ziekenhuishygiëne<br />

en infectiepreventie van het<br />

UMC Utrecht en initiatiefnemer van de<br />

film Infectiepreventie in het operatiekamercomplex.<br />

‘Dat spreekt tot de verbeelding,<br />

omdat de meeste mensen op de <strong>OK</strong> niet<br />

meteen de dramatische gevolgen zien<br />

van een postoperatieve wondinfectie.<br />

Maar wanneer je met je neus op de feiten<br />

wordt gedrukt en kijkt naar een huilende<br />

patiënt die zich realiseert dat hij<br />

misschien wel nooit meer kan lopen,<br />

dan zie je de menselijke kant van het<br />

verhaal.’<br />

De instructiefilm, verschenen in januari,<br />

trekt ten strijde tegen tekortschietende<br />

hygiëne tijdens een operatieve ingreep.<br />

18 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

De onderwerpen die behandeld<br />

worden zijn divers: er<br />

wordt uitgelegd hoe je het<br />

mond-neusmasker correct<br />

draagt, hoe je je handen grondig<br />

wast en desinfecteert en hoe je de<br />

luchtstroom van buiten zo veel mogelijk<br />

beperkt.<br />

Hoewel deze essentiële zaken niet vaak<br />

genoeg benadrukt kunnen worden, zijn<br />

niet nieuw. Gigengack-Baars: ‘Alle topics


van hygiëneprotocol<br />

die in deze film aan bod komen, zouden<br />

bij elke <strong>OK</strong>-gebruiker bekend moeten<br />

zijn. Helaas is de praktijk anders. Uit de<br />

rapporten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg<br />

blijkt dat het naleven van<br />

de hygiënerichtlijnen nogal eens te wensen<br />

overlaat. Dat heeft ten dele te maken<br />

met tijdsdruk, maar ook met het ontbreken<br />

van kennis bij <strong>OK</strong>-medewerkers. Wij<br />

wilden met deze film laten zien hoe groot<br />

de gevolgen kunnen zijn als de hygiënerichtlijnen<br />

niet worden nageleefd.’<br />

Onder de blacklight<br />

Veel <strong>OK</strong>-medewerkers houden zich keurig<br />

aan de hygiënevoorschriften. Toch<br />

kunnen sommigen van hen niet exact<br />

vertellen waarom het essentieel is het<br />

protocol nauwkeurig na te leven. Deze<br />

film legt uit waarom dat noodzakelijk is.<br />

Zo komt bijvoorbeeld het handenwasritueel<br />

aan de orde. We zien twee <strong>OK</strong>-gebruikers<br />

die met handzeep en daarna<br />

met handenalcohol hun onderarmen<br />

ontdoen van bacteriën. Omdat bacteriën<br />

met het blote oog niet te detecteren zijn,<br />

kan een twee minuten durende wassessie<br />

soms wat excessief lijken.<br />

Dat het grondig reinigen van de handen<br />

wel degelijk heel belangrijk is, wordt in<br />

de film duidelijk aangetoond. Aan de<br />

handen alcohol is een fluorescerende stof<br />

toegevoegd, die wit oplicht als hij onder<br />

blacklight wordt gehouden. De persoon<br />

die zijn handen slechts vluchtig heeft<br />

gedesinfecteerd, houdt zijn handen onder<br />

de blacklight en ziet dat grote oppervlakken<br />

huid niet goed zijn bereikt en<br />

dus nog bacteriën kunnen bevatten.<br />

Een ander voorbeeld: veel <strong>OK</strong>-gebruikers<br />

zetten voorafgaand aan de operatie braaf<br />

een muts op. Een grote groep denkt dat<br />

dit is om huidschilfertjes tegen te houden.<br />

Maar de echte reden is dat juist de<br />

haren een enorme hoeveelheid bacteriën<br />

herbergen, die gemakkelijk in de wond<br />

terecht kunnen komen.<br />

Iedereen wil wel<br />

Ada Gigengack-Baars is ervan overtuigd<br />

dat mensen veel meer begrip zouden<br />

hebben voor alle regels op de <strong>OK</strong> als ze<br />

de achterliggende redenen zouden kennen.<br />

‘Niemand staat onwelwillend tegenover<br />

de hygiënemaatregelen in het protocol.<br />

Maar wanneer je het nut er niet<br />

van inziet, laat je ze makkelijker achterwege.’<br />

Het maken van de film heeft haar<br />

opnieuw duidelijk gemaakt dat niemand<br />

fouten wil maken. ‘Sterker nog: iedereen<br />

is ontzettend "eager" om zichzelf te verbeteren.’<br />

‘De première van de film was een groot<br />

succes’, vertelt ze. ‘De zaal zat overvol en<br />

mensen moesten zelfs op de trappen<br />

gaan zitten. Omdat we zo tevreden zijn<br />

over de film, hebben we op de dag van<br />

de première tweehonderd enveloppen<br />

de deur uit gedaan en de dvd aangeboden<br />

aan alle afdelingen Infectiepreventie<br />

en alle hoofden <strong>OK</strong>’s van de Nederlandse<br />

ziekenhuizen.’<br />

‘We moeten allemaal proberen te zorgen<br />

voor patiënten alsof ze onze moeder<br />

zijn’, besluit Ada Gigengack-Baars, ‘want<br />

een patiënt is geen object. Zo krijgen we<br />

de kwaliteit op een hoger niveau.’<br />

Zie ook www.instructiefilm.nl.<br />

▼<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 19


Nationale Leerlingendag 2011<br />

Dinsdag 19 april 2011<br />

Laparoscopische technieken<br />

Locatie:<br />

Meander Medisch Centrum<br />

loc Amersfoort Lichtenberg<br />

Utrechtseweg 160<br />

3818 ES Amersfoort<br />

Inschrijven via de website:<br />

www.lvo.nl<br />

Leden € 30,-<br />

Niet leden € 60,-


Presenteren<br />

of presteren?<br />

Datum : Dinsdag 24 mei 2011<br />

Tijd : 09.30 uur - 16.00 uur<br />

Locatie : MCL te Leeuwarden<br />

Aanmelden : Via de website www.lvo.nl<br />

Workshop : Presenteren en presteren!<br />

Entree : Gratis voor LVO vertegenwoordigers en<br />

VOOR MEER INFORMATIE:<br />

één LVO lid als introducé<br />

WWW.LVO.NL<br />

2011<br />

Vertegenwoordigersdag


Openhartig verhaal van een arts-assistent chirurgie<br />

de dienstpieper<br />

Marten van Olst werkt als arts-assistent chirurgie in het ziekenhuis. in De dienstpieper,<br />

uitgekomen bij uitgeverij The House of Books, geeft hij de lezers een kijkje achter de schermen<br />

in een heel persoonlijk verhaal. Dat laatste is ook de reden dat de auteur voor een pseudoniem<br />

koos. De naam van het ziekenhuis wordt evenmin genoemd. Ester van lierop, hoofd pers en<br />

publiciteit van The House of Books: ‘De wereld van de chirurgie is natuurlijk erg klein. Omdat<br />

het verhaal zo persoonlijk is, wil de auteur anoniem blijven. Maar we garanderen absoluut dat<br />

hij arts-assistent chirurgie is.’ in <strong>OK</strong> Operationeel een exclusieve voorpublicatie.<br />

TEKST: MARTEN VAN OLST | FOTO: ISTOCKPHOTO<br />

22 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

(DE pErSOON Op DE FOTO iS EEN MODEl.)


Ik duw een karretje met dossiers door<br />

een lange gang op de derde verdieping<br />

van het ziekenhuis. Bij de eerste<br />

zaal stop ik en daar liggen acht patiënten<br />

geduldig op mij te wachten. Zo<br />

meteen ga ik mijn debuut maken als<br />

arts en dat is doodeng. ‘De dokter<br />

komt zo bij u’, hoor ik een verpleegkundige<br />

op de eerste zaal zeggen. Degene<br />

tegen wie ze het heeft is een man<br />

die, met een zuurstofmasker op, hijgend<br />

en piepend uit zijn bed hangt. Er<br />

bungelen een stuk of vijf slangetjes<br />

aan hem en hij kijkt me hulpeloos aan.<br />

Ik kijk nog hulpelozer terug. Nadat ik<br />

mij heb voorgesteld aan de verpleging,<br />

begin ik met mijn ronde. Een oudere<br />

verpleegkundige verzucht: ‘Geen dag<br />

ervaring, moet mij weer overkomen.’<br />

Ik negeer het en besluit vriendelijk<br />

lachend de zaal in te stappen. De man<br />

met het zuurstofmasker ligt helemaal<br />

achterin en ik voel hoe zijn ogen op<br />

mij zijn gericht. Op het eerste bed ligt<br />

een dame van ongeveer tweehonderd<br />

kilo die mij onderzoekend aankijkt.<br />

‘Hoe gaat het met u?’, vraag ik beleefd<br />

nadat ik mij heb voorgesteld als de<br />

zaalarts.<br />

‘Nou, moet u weten dokter, ik heb zo’n<br />

last van mijn buik.’ Ze trekt haar shirt<br />

omhoog en er komt een enorme buik<br />

tevoorschijn. Ik kijk er aandachtig naar<br />

en bedenk dat ik haar nu zal moeten<br />

onderzoeken. De verpleegkundige trekt<br />

een gordijn om het bed van de patiënte<br />

heen en ik luister, klop en voel als een<br />

echte dokter aan de buik. Ik eindig met<br />

een rectaal toucher en stel voldaan vast<br />

dat er op het ‘extra laagje’ na weinig<br />

aan te merken is op de buik. Zelfverzekerd<br />

wil ik de patiënt gedag wuiven<br />

als de verpleegkundige zegt: ‘Wilt u de<br />

controles nog weten?’<br />

‘Natuurlijk, de controles’, antwoord ik<br />

vlug. ‘De bloeddruk is 170 over 80 en de<br />

pols is 80, temperatuur 38,3,’ dreunt ze<br />

routinematig op. De bloeddruk is wat<br />

hoog, de pols rustig en de temperatuur<br />

is verhoogd; ze heeft koorts! Ik bedenk<br />

dat een chirurg een keer tijdens mijn<br />

coschappen heeft gezegd dat patiënten<br />

best een temperatuursverhoging kunnen<br />

hebben als reactie van het lichaam<br />

op een operatie. Tot twee dagen na de<br />

operatie is dat niets alarmerends. ‘Wanneer<br />

was de operatie ook al weer precies?’,<br />

vraag ik. Ze kijken me niet-begrijpend<br />

aan. Ik voel het bloed naar<br />

mijn hoofd stijgen. Ai, ze is vast nog<br />

niet geopereerd. Wat heeft deze patiente<br />

eigenlijk? Waarom ligt ze eigenlijk<br />

in het ziekenhuis? Hoe kom ik<br />

daarachter? Wat moet ik nu doen? Dit<br />

is mijn allereerste patiënt in mijn functie<br />

als dokter en ik voel paniek opkomen.<br />

‘Ze heeft een tweeliterinfuus',<br />

maar drinkt eigenlijk heel goed,’ zegt<br />

de verpleegkundige na een pijnlijk<br />

lange stilte. Ik kijk een tijdje naar de<br />

infuuspaal. Er druppelt vocht vanuit<br />

een zakje in een slangetje en het slangetje<br />

loopt richting de hand van mijn<br />

patiënte. Ik denk lang na en vraag vervolgens:<br />

‘Drinkt u goed?’ ‘Ja, maar ik<br />

heb zo’n last van mijn buik’, antwoordt<br />

ze.<br />

Knipoog<br />

Ik zit vast en ben kwaad op de universiteit.<br />

Zonder hakkelen kan ik de citroenzuurcyclus<br />

opdreunen en ook de pathofysiologie<br />

van het coloncarcinoom, zelfs de<br />

farmacokinetiek van lisdiuretica ken ik uit<br />

mijn hoofd, maar nergens in mijn boeken<br />

staat: dikke patiënte met infuus heeft<br />

buikpijn ... Ze heeft een infuus en drinkt<br />

goed, maar die buikpijn? Wat moet ik<br />

daarmee en wat moet ik met die dikke<br />

buik? Het blijft akelig stil en ik merk dat<br />

ik begin te blozen. Er liggen nog zeven<br />

andere patiënten op deze zaal en ik hoor<br />

de man met het zuurstofmasker piepen:<br />

‘Dokter, dokter.’<br />

Net als ik de buik nog eens wil gaan onderzoeken,<br />

klinkt het achter me: ‘Zo, hoe gaat<br />

het, Marten?’ Het is chirurg Van Plagge die<br />

opgewekt achter mij staat. ‘Was je al begonnen?<br />

Hoe is het met de voet van mevrouw<br />

Wessels?’, vraagt hij, terwijl hij de<br />

de dienstpieper<br />

auteur: Marten van Olst<br />

Uitgeverij: The House of Books<br />

iSBN: 9789044330250<br />

prijs: € 16,95<br />

dekens van mijn zwaarlijvige patiënt omhoogtrekt.<br />

Hij knipt een verband van haar<br />

voet en we kijken samen naar haar grote<br />

teen, die zwart is. Niet rood, roze of wit,<br />

maar zwart. ‘Nou, we zullen u hier netjes<br />

van verlossen en zorgen dat u snel weer<br />

naar huis kunt’, zegt hij. Mevrouw Wessels<br />

knikt vriendelijk en wij lopen door<br />

naar de volgende patiënt. Ik houd van<br />

deze man. ‘En het infuus?’, vraagt de verpleegkundige.<br />

Van Plagge draait zich om<br />

en zegt: ‘Ze drinkt toch goed en plast<br />

goed? Dat heeft ze dus nergens voor nodig,<br />

haal er maar uit!’ Hij schudt zijn<br />

hoofd naar mij en geeft me een knipoog<br />

alsof hij wil zeggen: ‘Ze leren het ook<br />

nooit.’<br />

Ik knik ijverig en huppel vlug achter<br />

hem aan. Achttien minuten later hebben<br />

we alle patiënten gezien en lopen we samen<br />

naar de artsenkamer. Van Plagge<br />

haalt twee koppen koffie, schuift een stoel<br />

naar me toe en kijkt me vriendelijk aan.<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 23


‘Marten, chirurgie is een simpel vak’,<br />

zegt hij rustig. Ik ben op mijn hoede en<br />

kijk hem vragend aan. ‘Patiënten hebben<br />

ergens last van, vervolgens moeten<br />

ze wel of niet geopereerd worden. Als ze<br />

niet geopereerd hoeven te worden, moeten<br />

ze bij een andere dokter zijn, die<br />

met ze gaat praten en die ze pilletjes<br />

geeft. Als ze een probleem hebben waar<br />

vijf vragen aan Marten van Olst<br />

1) Hoe ben je ertoe gekomen om je ervaringen als arts-assistent<br />

chirurgie op te schrijven?<br />

‘ik heb het altijd al prettig gevonden om dingen “van mij af te<br />

schrijven”. als ik me ergens druk over maak, dan schrijf ik het<br />

op. Het probleem waarover ik me op dat moment druk maak,<br />

lijkt tastbaarder te worden als het op papier staat. Toen ik net<br />

begon met werken als arts-assistent had ik deze uitlaatklep<br />

echt nodig. ik begon mijn ervaringen op te schrijven, in eerste<br />

instantie voor mijzelf. Na een tijdje had ik zo veel intense,<br />

moeilijke en ook grappige ervaringen opgeschreven dat het<br />

plan in mij opkwam om er een boek van te maken.’<br />

2) Waarom heb je gekozen voor een pseudoniem?<br />

‘Uit voorzichtigheid, en omdat ik een zo eerlijk mogelijk beeld<br />

wilde geven. Mocht ik iemand of een groep mensen per<br />

ongeluk op hun tenen hebben getrapt, hoewel dat niet de<br />

bedoeling was, dan is mijn echte naam – en daarmee mijn<br />

carrière – daar niet eeuwig mee verbonden.’<br />

3) ‘<strong>OK</strong> Operationeel’ is hét vakblad voor operatieassistenten.<br />

Wat is je beeld van deze beroepsgroep?<br />

‘in het begin voelde ik mij niet thuis op de <strong>OK</strong>. als ik werd<br />

afgezeken door een baas, stond hij een minuut later grapjes<br />

te maken met de operatieassistenten die hij al jaren kende. ik<br />

voelde me daar ongemakkelijk bij. Daarnaast had ik het<br />

gevoel dat er tegengestelde belangen waren. De operatieassistenten<br />

leken liever te willen dat de baas zelf opereert,<br />

want dan schiet het tenminste op en kan iedereen op tijd<br />

naar huis. Terwijl het, als ik liep te klungelen, allemaal langer<br />

duurde en de stemming daalde. inmiddels kan ik het<br />

eigenlijk met iedereen wel goed vinden. Dat heeft waarschijnlijk<br />

het meest te maken met mijn afgenomen onzekerheid.<br />

Daardoor ben ik zelf opener en eerlijker, ook als ik het<br />

moeilijk heb, en is men ook opener en eerlijker tegen mij.’<br />

24 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

ze wel aan geopereerd moeten worden,<br />

dan doe ik dat graag. Na de operatie<br />

komen ze hier op de zaal terecht bij<br />

jou. In principe moet het dan steeds<br />

beter met ze gaan en als het goed genoeg<br />

gaat, stuur jij ze naar huis. Zo<br />

hoort het te gaan en voor deze patiënten<br />

hoef je mij niet te bellen. Als ze<br />

geopereerd worden en het gaat vervol-<br />

gens niet beter met ze, dan is er iets<br />

aan de hand. Die mensen moet jij goed<br />

in de gaten houden en als je er niet uit<br />

komt, kun je me altijd bellen!’ Hij<br />

geeft me een schouderklop en loopt<br />

weg. Ik heb goed geluisterd en kan er<br />

geen speld tussen krijgen. Mijn taak<br />

hier lijkt inderdaad overzichtelijk en<br />

eenvoudig.<br />

4) Je vertelt uitgebreid over je ervaringen met de chirurgen die je<br />

begeleiden. Hoe zou je zelf een arts-assistent onder je hoede<br />

nemen?<br />

‘ik weet heel duidelijk wat ik niet wil; ik heb mensen zien flippen<br />

als ze het juiste tangetje niet kregen of niet op tijd kregen. Er is<br />

een type mens dat zichzelf als middelpunt van het universum<br />

ziet. De wereld moet doen wat zij willen. als de wereld dat niet<br />

doet, raken ze boos en gefrustreerd. Zelf denk ik dat het de<br />

wereld eigenlijk weinig kan schelen wat ik exact wil en ze toch<br />

wel doet wat ze doet. als ik een arts-assistent onder mijn hoede<br />

zou hebben, zou ik proberen hem zo veel mogelijk positief te<br />

stimuleren en niet constant te wijzen op wat niet goed gaat. Van<br />

plagge, een van de sleutelfiguren uit mijn boek, is een voorbeeld<br />

van een chirurg die ervoor zorgt dat de assistent zich geweldig<br />

voelt door hem vrijwel alles te laten doen en er tegelijkertijd<br />

bovenop te zitten, op een prettige mens-tot-mensmanier.’<br />

5) Inmiddels ben je begonnen<br />

als assistent-chirurg<br />

in opleiding. Ga je over<br />

deze ervaringen ook<br />

een boek schrijven?<br />

‘ik blijf mij verbazen<br />

over wat ik<br />

allemaal dagelijks<br />

meemaak in het<br />

ziekenhuis. Dus wie<br />

weet …’<br />

(DE pErSOON Op DE FOTO iS EEN MODEl.)


even overleggen<br />

Een verpleegkundige klopt op de deur<br />

van de artsenkamer en zegt: ‘Het gaat<br />

niet goed met mevrouw Mensink!’<br />

Over een aantal weken zal ik eerst<br />

vragen wát er niet goed gaat. Nu sta ik<br />

haastig op en loop met haar mee. Ik<br />

ben helaas vergeten wie mevrouw<br />

Mensink is en waarom ze in het ziekenhuis<br />

ligt. We zijn vanochtend langs<br />

vijfentwintig patiënten gelopen en ik<br />

kan ze niet uit elkaar houden. Mevrouw<br />

Mensink ligt naast de zware<br />

dame met de zwarte teen en ze zit met<br />

een kartonnen bakje op schoot te kokhalzen.<br />

De verpleegkundige kijkt me<br />

vragend aan. Ik kijk op mijn beurt<br />

mevrouw Mensink vragend aan, waarop<br />

zij begint te braken. ‘Bent u misselijk?’<br />

Mijn god, wat klinkt dat dom.<br />

Ze knikt en braakt verder. Ik onderzoek<br />

haar hart, longen en buik. Ze<br />

heeft een groot operatielitteken op<br />

haar buik met een verse pleister erop.<br />

De buik is wat bol, maar wel soepel. Ik<br />

word niet veel wijzer. ‘Ik zal even overleggen<br />

wat we gaan doen’, zeg ik en ik<br />

bedenk direct dat ik dat zinnetje nog<br />

heel vaak ga gebruiken. Als ik wegloop<br />

zegt haar buurvrouw, mevrouw Wessels,<br />

dat ze pijn in haar buik heeft,<br />

trekt haar shirt omhoog en wijst naar<br />

haar omvangrijke buik. Ik zeg dat ik er<br />

straks naar zal kijken en bel ondertussen<br />

een oudere collega op: ‘Hallo, met<br />

Marten, mevrouw Mensink is aan het<br />

braken …’ Het blijft stil aan de andere<br />

kant van de lijn. Na een lange stilte<br />

zegt hij: ‘Ja …’ Het blijft ongemakkelijk<br />

stil. ‘Wat is je vraag?’, zegt hij.<br />

Mijn vraag is kort en krachtig: ‘Help!’<br />

Maar dat kan ik natuurlijk niet zo zeggen.<br />

‘Zou je even mee willen kijken?’<br />

Ik voel me een debiel. Terwijl ik wacht<br />

tot hij komt verman ik me en bedenk<br />

dat hij me vast gaat vragen waarom ze<br />

eigenlijk in het ziekenhuis ligt en wat<br />

er aan de hand is. Ik pak haar medische<br />

dossier en begin te lezen. Het<br />

staat er allemaal. Ze is twee dagen<br />

Samen zorgen voor de natuur<br />

De natuur staat steeds meer onder druk. Natuurmonumenten stelt de<br />

natuur veilig. Uw steun is hard nodig. Word lid, dat kan al vanaf € 2,–<br />

per maand. Kijk voor meer informatie op www.natuurmonumenten.nl<br />

Natuurmonumenten. Als je van Nederland houdt.<br />

doe mee & win!<br />

Uitgeverij The House of Books stelt<br />

aan de lezers van <strong>OK</strong> Operationeel vijf<br />

exemplaren van De dienstpieper<br />

beschikbaar. Mail ons waarom je kans<br />

wilt maken op dit boek, en vergeet je<br />

adresgegevens niet:<br />

okoperationeel@y-publicaties.nl.<br />

tevoren geopereerd aan haar dikke<br />

darm wegens darmkanker. Er staat als<br />

kanttekening bij de visite een dag eerder:<br />

De buik is nog niet op gang en<br />

patiënte is misselijk en moet braken.<br />

Beleid: neus-maagsonde en eventueel<br />

medicatie tegen de misselijkheid, verder<br />

afwachten! Ik haal opgelucht<br />

adem. De oudere collega komt binnen,<br />

kijkt me met een minachtende blik<br />

aan en geeft mij vervolgens een knipoog.<br />

‘Hé, een nepdokter! Eerste dag?’,<br />

vraagt hij vrolijk …<br />

▼<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 25


De stand van zaken<br />

Schildwachtklierprocedure<br />

Een complete okselklierdissectie veroorzaakt veel klachten. Om te voorkomen dat patiënten<br />

met mammacarcinoom deze ingreep onnodig ondergaan, wordt eerst de schildwachtklier<br />

opgespoord en onderzocht op metastasen. Hoe is deze klier te traceren, welke valkuilen zijn<br />

er daarbij, voor wie is de procedure geschikt en hoe ver moeten we eigenlijk gaan met het<br />

zoeken naar metastasen?<br />

TEKST: DR. R.M.H. ROUMEN, CHIRURG-ONCOLOOG, MáxIMA MEDISCH CENTRUM, VELDHOVEN/EINDHOVEN.<br />

Naast tumorgrootte en differenti-<br />

atiegraad is lymfklierstatus de<br />

belangrijkste prognostische indicator<br />

voor patiënten met een mammacarcinoom.<br />

In de interpretatie van Fisher,<br />

die het mammacarcinoom beschouwde<br />

als een systeemziekte, zou<br />

lymfkliermetastasering alleen een belangrijke<br />

biologische rol hebben als indicator<br />

van agressiever tumorgedrag.<br />

Het concept van de schildwachtklier of<br />

sentinel node grijpt terug op een interpretatie<br />

van Halsted. Hij beschouwt het<br />

mammacarcinoom als een progressieve<br />

ziekte, waarbij tumorgroei leidt tot invasie<br />

en sequentiële lymfogene en hematogene<br />

metastasering.<br />

De schildwachtklier is per definitie de<br />

eerste klier waarop de tumor zijn lymfafvloed<br />

heeft.<br />

In 1977 gebruikte Cabanas de term ‘sentinel<br />

node’ in dit verband voor het eerst.<br />

Hij beschreef deze klier uitgebreid bij<br />

patiënten in Zuid-Amerika, waar het peniscarcinoom<br />

veel voorkomt. Dat presenteerde<br />

zich frequent met een typische inguïnale<br />

metastase. Later is het concept<br />

door Morton nader uitgewerkt bij pati-<br />

26 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

enten met een melanoom, waarna hij de<br />

overstap maakte naar het gebruik van<br />

dit concept bij de behandeling van patienten<br />

met borstkanker.<br />

Complete okselklierdissectie<br />

Vanaf het begin is het verwijderen van<br />

de okselklieren een integraal onderdeel<br />

geweest van de chirurgische behandeling<br />

van het mammacarcinoom. De oksel<br />

werd daartoe arbitrair verdeeld in<br />

drie niveaus: de klieren onder (lateraal<br />

van) de pectoralis minor (level I), de klieren<br />

achter de pectoralis minor (level II)<br />

en de hoger gelegen klieren in de zogeheten<br />

mediale okseltop, infraclaviculair<br />

en dus mediaal gelegen van de pectoralis<br />

minor (level III). Een complete en block<br />

resectie van de okselklieren omvat minimaal<br />

de niveaus I en II. Het is daarbij gewenst<br />

om de patholoog zo veel weefsel<br />

aan te bieden dat deze minimaal tien<br />

klieren kan beoordelen.<br />

In deze zin is de complete klierdissectie<br />

altijd een diagnostische ingreep geweest.<br />

Uiteraard is het zo dat, indien sprake is<br />

van aangetaste klieren, tegelijk een therapeutisch<br />

effect van deze ingreep uit-<br />

gaat. Op grond van met name Deense registratiedata<br />

lijkt er een direct verband<br />

te zijn tussen de overleving en de hoeveelheid<br />

verwijderde okselklieren. 1,2 Dit<br />

betekent dus dat het in situ blijven van<br />

okselklieren die metastasen bevatten een<br />

negatief effect moet hebben op de uiteindelijke<br />

overleving van de betrokkenen.<br />

Daar staat tegenover dat het voor de patiënten<br />

met een werkelijk negatieve oksel<br />

volstrekt zinloos is om deze ingreep<br />

te ondergaan. Deze kan dan per definitie<br />

geen enkel therapeutisch effect hebben<br />

op de lokale controle en de uiteindelijke<br />

overleving.<br />

In de huidige populatie patiënten met<br />

een mammacarcinoom is de a-priorikans<br />

op het vinden van een positieve oksel<br />

tussen de 30 en 40 procent. Dit betekent<br />

dus dat het uitvoeren van een complete<br />

okselklierdissectie in 60 tot 70 procent<br />

van de gevallen, achteraf bezien, onnodig<br />

is.<br />

De morbiditeit die met deze ingreep samenhangt,<br />

is aanzienlijk. Tot 40 procent<br />

van de patiënten heeft een of andere<br />

vorm van al of niet continue pijn in de<br />

oksel- of schouderregio, 70 procent van


ij mammacarcinoom<br />

de patiënten meldt al of niet hinderlijke<br />

sensibiliteitsstoornissen, 30 procent van<br />

de patiënten heeft schouderfunctieverlies<br />

en afhankelijk van de definitie en<br />

kwantificering heeft 10 tot 20 procent<br />

van de patiënten last van lymfoedeem.<br />

Daar komt bij dat eenmaal aanwezig<br />

lymfoedeem chronisch invaliderend is.<br />

Het lijkt dus zinvol om te proberen deze<br />

morbiditeit te vermijden. Dit is dan ook<br />

het primaire doel van een schildwachtklierprocedure<br />

bij patiënten met een<br />

mammacarcinoom: het achterwege kunnen<br />

laten van een onnodige complete okselklierdissectie<br />

en het voorkómen van<br />

de daarmee samenhangende morbiditeit.<br />

Bij de schildwachtklierprocedure wordt<br />

de sentinel node opgespoord met lymphatic<br />

mapping (figuur 1). Dit kan leiden tot<br />

een betere stagering van het mammacarcinoom.<br />

Voor velen is dat al een doel op<br />

zich, omdat het wellicht leidt tot een betere<br />

behandelingsstrategie en daarmee<br />

uiteindelijk tot een betere (ziektevrije)<br />

overleving.<br />

Selectie van patiënten<br />

Het hiervoor welomschreven doel van de<br />

schildwachtklierprocedure is de leidraad<br />

bij de patiëntenselectie. Patiënten met<br />

een op voorhand aangetoonde pathologische<br />

okselklierstatus komen uiteraard<br />

niet voor deze procedure in aanmerking.<br />

Het is daarom uitermate zinvol deze patiënten<br />

reeds van tevoren te proberen te<br />

selecteren met behulp van echografie<br />

van de oksel en cytologische punctie van<br />

aangetoonde okselklieren.<br />

Naarmate de primaire tumor groter is,<br />

stijgt ook de kans op een positieve okselklierstatus.<br />

Omdat het risico van een<br />

fout in deze groep het grootst is, wordt<br />

Figuur 1 Tijdens een schildwachtklierprocedure is de lymfklier die de blauwe<br />

kleurstof heeft opgenomen in de diepte zichtbaar.<br />

geadviseerd om patiënten met grotere<br />

tumoren van de procedure uit te sluiten.<br />

De grens is feitelijk arbitrair. Hetzelfde<br />

geldt voor de situatie met multipele tumoren<br />

in één mamma, omdat er in die<br />

situatie ook verschillende drainagetrajecten<br />

zouden kunnen zijn, waardoor<br />

verwarring kan ontstaan. Er zijn overigens<br />

diverse studies die aantonen dat<br />

deze aanname in de praktijk niet leidt<br />

tot een hoger aantal foute procedures. In<br />

Nederland loopt een studie die dit nader<br />

onderzoekt.<br />

Veel belangrijker is het om patiënten<br />

met palpabele, al of niet pathologisch<br />

aanvoelende okselklieren te excluderen.<br />

Ook recente ingrepen en handelingen<br />

aan de mamma of oksel die het correct<br />

uitvoeren van de schildwachtklierprocedure<br />

negatief beïnvloeden, dienen bij de<br />

exclusiecriteria overwogen te worden.<br />

Deze vergroten de kans op een negatieve<br />

biopsie bij een positieve okselstatus. 3<br />

Op grond van twee goed uitgevoerde studies<br />

uit Rotterdam kan met echografie<br />

en punctie 17 tot 26 procent van de patienten<br />

een schildwachtklierprocedure bespaard<br />

blijven. Zij kunnen direct opgezet<br />

worden voor een definitieve chirurgische<br />

operatie. In deze twee studies kon respectievelijk<br />

36 en 63 procent van de totale<br />

populatie met positieve oksels reeds<br />

met behulp van echografie en cytologie<br />

als positief worden geïdentificeerd. 4,5<br />

Echografie van de oksel bij iemand met<br />

een bewezen mammacarcinoom is inmiddels<br />

standaard.<br />

Lymfoscintigrafie<br />

Het scintigram als vastgelegde foto zelf<br />

(de hard copy) heeft voor de chirurg niet<br />

zo veel waarde. Van veel grotere waarde<br />

is de verslaglegging hiervan en de communicatie<br />

tussen de nucleair geneeskun-<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 27


dige en de chirurg. Zodoende kan de chi-<br />

rurg op de hoogte worden gebracht van<br />

de eventuele dynamische aspecten van<br />

de scanning: zijn er meerdere lymfbanen<br />

en derhalve mogelijk meerdere eerste<br />

sentinel nodes? Of is er sprake van visualisatie<br />

van tweede-echelonklieren? Is<br />

de klier op de gebruikelijke plaats in de<br />

oksel gelegen en is deze voldoende ‘heet’<br />

en dus gemakkelijk te lokaliseren met<br />

de gamma probe? Is er sprake van eventueel<br />

verstorende overprojectie van de injectieplaats?<br />

Of bevindt de klier zich op<br />

een ongebruikelijke plaats, bijvoorbeeld<br />

intramammair of parasternaal, waardoor<br />

de chirurg zijn operatieplan moet bijstellen?<br />

De waarde van de tevoren aangebrachte<br />

markeringen op de huid, met name in<br />

de regio van de oksel, is uitermate betrekkelijk.<br />

Die hangt onder andere samen<br />

met de positionering van patiënt en<br />

haar arm op de afdeling nucleaire geneeskunde.<br />

Die kan anders zijn dan die<br />

op de operatietafel. Verder wordt de dissectielijn<br />

in de oksel vrijwel altijd klassiek<br />

aan de onderrand van de haargrens<br />

gelegd. Dit gebeurt mede met het oog op<br />

een eventuele later uit te voeren complete<br />

okselklierdissectie, waarbij dit litteken<br />

omsneden dient te worden en de<br />

toegang tot de oksel gebruikelijk dient<br />

te zijn. De op de huid gemarkeerde stip<br />

is voor de chirurg veel meer het teken<br />

dat de nucleair geneeskundige een hotspot<br />

in de oksel heeft kunnen visualiseren<br />

en dat het dus ook mogelijk moet<br />

zijn met de gamma probe de sentinel<br />

node te vinden.<br />

Indien echter sprake is van bijzondere<br />

lokalisaties, is het preoperatief markeren<br />

hiervan natuurlijk uitermate handig.<br />

Direct overleg en goede communicatie<br />

tussen nucleair geneeskundige en chirurg<br />

is een voorwaarde voor het welslagen<br />

van de gehele procedure.<br />

drainagetraject<br />

Het succesvol vinden van de ware, bij de<br />

28 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

areolair plexus<br />

subareolair<br />

plexus (Sappey)<br />

spier<br />

tumor behorende sentinel node berust<br />

op een goede kennis van de lymfdrainage<br />

van de mamma. Daarnaast is het van<br />

belang voortdurend in te zien dat we op<br />

zoek zijn naar de eerste klier in het drainagetraject<br />

afkomstig van de tumor.<br />

Daarom is kennis van de juiste definitie<br />

van ‘sentinel node’ van belang. Het gaat<br />

om de klier(en) waarop de tumor rechtstreeks<br />

draineert. Dit is niet noodzakelijkerwijs<br />

de klier die het dichtst bij de tumor<br />

ligt. Ook is het niet per se de heetste<br />

(of meest radioactieve) klier. De echte<br />

sentinel node kan door allerlei factoren<br />

minder uptake van het Technetium-gelabelde<br />

humaan albumine (Nanocoll) tonen<br />

dan een ‘verderop’ gelegen klier.<br />

Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor<br />

de blauwste klier. Ook is de sentinel<br />

node niet altijd de klier die op een lymfoscintigrafie<br />

als eerste (in tijd) opkomt.<br />

De mamma is als klier aangelegd tussen<br />

de fascie en de huid. Omdat die beide<br />

hun lymfafvoer via cutane takken naar<br />

de oksel hebben, heeft de mamma logi-<br />

* zie tekst<br />

oppervlakkige<br />

lymfplexus<br />

van de huid<br />

subdermale<br />

lymfplexus<br />

lymfbanen<br />

mamma<br />

fascie plexus<br />

Figuur 2a/2b Lymfafvloed van de mamma volgens Sappey. Alle lymf van de<br />

mamma draineert naar de subareolaire plexus. Dit is het kritische punt van<br />

communicatie tussen de lymfafvloed van het mammaparenchym en de cutane<br />

en fascie lymfplexus.<br />

scherwijs haar lymfafvloed op dezelfde<br />

wijze. De lymf vanuit de mamma beweegt<br />

zich centripetaal naar de subareolaire<br />

plexus (van Sappey), alwaar een zekere<br />

pooling ontstaat, en afvloed via één<br />

of twee cutane takken naar de oksel. Ergens<br />

op deze route vindt men dan één of<br />

twee schildwachtklieren (figuur 2a en<br />

2b). Uiteraard bestaan er ook accessoire<br />

lymfafvloedsystemen die bijvoorbeeld<br />

via inframammaire takken door het diafragma<br />

naar de lever gaan. Ook is een<br />

parasternale routing mogelijk, dan wel<br />

een eventuele alternatieve afvloed naar<br />

de infra- of supraclaviculaire regio.<br />

visualisering<br />

Bij het vinden van de juiste klier tijdens<br />

de operatie wordt geadviseerd gebruik te<br />

maken van de combinatietechniek: het<br />

reeds door de nucleair geneeskundige ingespoten<br />

Nanocoll en het door de chirurg<br />

vlak vóór de operatie aan te brengen<br />

Patent Blue (niet te verwarren met<br />

Methyleen Blauw). De visualisatie met


cutane<br />

lymfebanen<br />

Figuur 2b<br />

Nanocoll berust op het gegeven dat dit –<br />

na fagocytose door de macrofagen – aanwezig<br />

blijft in de lymfklieren. Bij eenzelfde<br />

visualisatie door Patent Blue verdwijnt<br />

het blauw soms zienderogen uit<br />

de klieren, zeker als de aanvoerende<br />

baan doorgenomen is. Dit komt doordat<br />

Patent Blue slechts door de lymfbanen<br />

(en dus de lymfklieren) stroomt en niet<br />

echt stapelt.<br />

Er bestaat nog steeds controverse over<br />

de vraag welke injectieplaats de beste is:<br />

in de tumor, rond de tumor, intracutaan<br />

of subareolair. Wel is duidelijk, mede op<br />

grond van een door ons uitgevoerde studie,<br />

dat de drainage na intraparenchymateuze<br />

inspuiting en die na subcutane<br />

periareolaire inspuiting in een hoog percentage<br />

overeenstemming vertonen,<br />

doch soms ook complementair zijn<br />

(figuur 3). 6<br />

okselklieren<br />

lateraal<br />

Het is op grond van de data die ons tot<br />

op heden ter beschikking staan niet met<br />

zekerheid te zeggen welk van deze twee<br />

routes nu naar de ware sentinel node<br />

leidt. Het komt namelijk een enkele<br />

keer voor (in 4 tot 5 procent van de gevallen)<br />

dat het Patent Blue, ingespoten<br />

in de subareolaire plexus van Sappey, via<br />

craniaal<br />

klier ook daadwerkelijk de eerste is. Dit<br />

is namelijk niet noodzakelijkerwijs het<br />

geval (zie de eerdergenoemde definitie<br />

van ‘sentinel node’), wat een extra argument<br />

is om ook bij een zogeheten open<br />

oksel naar beide klieren te zoeken. Indien<br />

men echter in een situatie zoals<br />

hiervoor beschreven hete en blauwe<br />

mediaal<br />

klieren heeft verwijderd, is het niet nodig<br />

om de oksel nog verder door te scannen<br />

en op zoek te gaan naar klieren met<br />

een veel lager aantal counts. Deze voldoen<br />

per definitie niet aan het criterium<br />

van sentinel node en leiden alleen<br />

maar tot het overbodig uitruimen van<br />

caudaal<br />

meer klieren.<br />

Het wordt wel sterk geadviseerd om tijdens<br />

de operatie de open oksel met de<br />

vinger te palperen om op zoek te gaan<br />

naar die ene uitzonderingssituatie waar-<br />

de cutane takken een eerste okselklier bij een vaste of harde pathologische<br />

bereikt die uiteraard goed blauw aan- klier gebypassed is en die eventueel – na<br />

kleurt, maar niet heet is. Indien men de in situ laten – zou kunnen leiden tot een<br />

blauwe baan komend van deze klier ver- negatieve biopsie terwijl de okselstatus<br />

der volgt, komt men uit in een volgende<br />

klier die wel heet is en kennelijk via de<br />

positief is.<br />

intraparenchymateuze techniek kon valkuilen<br />

worden gelabeld. Het is in deze gevallen Het belangrijkste probleem van de<br />

verstandig om beide klieren als sentinel schildwachtklierprocedure is dat men<br />

node te bestempelen en voor diagnos- een klier als sentinel node kan beschoutiek<br />

te verwijderen.<br />

wen en verwijderen die bij histologisch<br />

In de meeste gevallen is de hete klier onderzoek negatief blijkt te zijn terwijl<br />

ook de klier die peroperatief blauw aan- de patiënt in werkelijkheid wel een posikleurt,<br />

zeker als deze in de oksel op het tieve okselstatus heeft. Deze situatie noe-<br />

scintigram is aangetoond. Indien op de men we een fout-negatieve procedure.<br />

lymfoscintigrafie twee hotspots in de ok- De meest klassieke valkuil in dit versel<br />

gevisualiseerd kunnen worden en in band is die situatie waarbij de ware sen-<br />

een dynamische setting de meest craniatinel node volledig ingenomen is door<br />

le kan worden geduid als een tweede- metastasen, waardoor het niet meer moechelonklier,<br />

is bij operatie evenwel niet gelijk is de macrofagen voldoende met<br />

altijd duidelijk welke van de twee hete radioactiviteit te labelen, en waarbij bo-<br />

klieren de eerste en echte sentinel node vendien obstructie van de lymfbanen<br />

is. In dergelijke gevallen verdient het heeft plaatsgevonden, waardoor ook de<br />

aanbeveling om beide te verwijderen, ze- blauwe kleurstof wordt omgeleid naar<br />

ker als ook de tweede klier blauw kleurt. een andere klier, die op dat moment<br />

Als de informatie van een dynamische wellicht negatief is. Deze wordt dan ten<br />

scan ontbreekt, kan men op grond van onrechte als sentinel node geïdentifi-<br />

statische gegevens al helemaal niet met ceerd en verwijderd. Het is natuurlijk<br />

zekerheid zeggen dat de meest caudale het best een dergelijke situatie te vermij-<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 29


AUT PUB PTN FU OR VWT<br />

Giuliano 11 2000 67 39 mnd 0 2<br />

Veronesi 12 2001 285 24 mnd 0 6<br />

Schrenk 13 2001 83 22 mnd 0 2<br />

roumen 10 2001 100 24 mnd 1 3<br />

Meijer 14 2002 100 47 mnd 1 3<br />

Totaal 635 2 16<br />

aUT auteur<br />

pUB publicatiejaar<br />

pTN aantal patiënten<br />

FU mediane follow-up<br />

Or okselresidu<br />

VWT verwacht aantal positieve klieren<br />

op basis van het 95%-criterium<br />

Tabel 1 Vijf publicaties waarin met een<br />

wisselende follow-up in totaal 635 patiënten<br />

beschreven worden bij wie een<br />

complete okselklierdissectie achterwege<br />

is gebleven na een eerdere negatieve<br />

schildwachtklierprocedure.<br />

den, onder andere door de patiëntense-<br />

lectie. Deze situatie is de reden dat<br />

wordt geadviseerd om bij een open oksel<br />

nog zorgvuldig te palperen om een eventueel<br />

volledig door metastasen ingenomen<br />

vaste klier alsnog te voelen en te<br />

kunnen verwijderen.<br />

Een vergelijkbare situatie kan zich voordoen<br />

indien de klieren diffuus zijn ingenomen<br />

met metastasen, waardoor een<br />

soort lokaal lymfangitisbeeld in de oksel<br />

is ontstaan met bijna volledige obstructie<br />

van de lymfafvloed naar die oksel.<br />

Daardoor treedt ombuiging of zelfs omkering<br />

van de lymfafvloed op, bijvoorbeeld<br />

naar parasternaal. Met de gebruikelijke<br />

lymfoscintigrafische procedure<br />

zou dan een parasternale klier als enige<br />

gevisualiseerd kunnen worden. Indien<br />

men vervolgens besluit om uitsluitend<br />

op deze klier af te gaan, zou men ten onrechte<br />

de positieve oksel in situ laten.<br />

Het niet opkomen van een okselscan is<br />

daarom suspect. Het doet zich een enkele<br />

keer voor, bijvoorbeeld in een situatie<br />

zoals hiervoor beschreven. Overigens<br />

wordt om deze reden geadviseerd om na<br />

inspuiting de mamma door de patiënt<br />

zelf regelmatig te laten masseren, waar-<br />

30 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

door een significant betere afvloed vanuit<br />

het parenchym ontstaat.<br />

Een andere situatie waarin uptake van<br />

Nanocoll niet meer mogelijk is, doet zich<br />

voor bij volledige, vettige degeneratie<br />

van de klieren. Ook kunnen andere lymfklierziekten,<br />

zoals chronische myeloïde<br />

leukemie, in dit verband storend werken.<br />

Een lymfangioom kan bij uitzondering<br />

op de lymfoscintigrafie worden geduid<br />

als een sentinel node en leiden tot een<br />

verwarrende peroperatieve procedure.<br />

Hoewel op theoretische gronden na een<br />

recente excisiebiopsie de procedure wellicht<br />

onnauwkeuriger zou kunnen zijn<br />

door verandering van de lymfafvloed,<br />

zijn de gegevens in de literatuur hierover<br />

niet eensluidend. In de praktijk<br />

wordt dit daarom niet als een absolute<br />

contra-indicatie gezien.<br />

Tumoren zeer lateraal hoog in de mamma<br />

gelegen, kunnen na een injectie van<br />

de depots rondom de tumor leiden tot<br />

een overprojectiebeeld, waardoor de hotspot<br />

in de oksel niet meer te zien is. Anderzijds<br />

zou een eventueel wel zichtbare<br />

spot bij operatie wel eens heel moeilijk<br />

gevonden kunnen worden met behulp<br />

van de gamma probe door de verstorende<br />

straling van het depot.<br />

Leercurve<br />

In dit verband is er zeker vóór de introductie<br />

van de schildwachtklierprocedure<br />

in verschillende ziekenhuizen veel geschreven<br />

over de rol van de leercurve ervan.<br />

Amerikaanse multicenter studies<br />

toonden dat de meeste fouten door chirurgen<br />

met name werden gemaakt binnen<br />

de eerste twintig ingrepen. Daarna<br />

steeg het succespercentage vrij snel, tot<br />

boven de 95 procent bij meer dan vijftig<br />

ingrepen. 7<br />

Van belang is het om zich te realiseren<br />

dat een leercurve vaak een weerspiegeling<br />

is van de gehele procedure en logistiek<br />

binnen één instituut en niet zozeer<br />

een afspiegeling van het kunnen of de<br />

handigheid van één chirurg.<br />

Om praktische redenen is in de Nederlandse<br />

richtlijn ‘Schildwachtklierbiopsie<br />

bij mammacarcinoom’ afgesproken om<br />

eerst dertig procedures met een zogeheten<br />

confirmatieve okselklierdissectie<br />

binnen één instituut te verrichten. Zo<br />

kan de chirurg voldoende feedback krijgen<br />

op het eigen handelen. 3<br />

Resultaten<br />

Bij de beoordeling van de resultaten van<br />

de gehele schildwachtklierprocedure<br />

dient men onderscheid te maken tussen<br />

de geslaagde visualisatieprocedures en<br />

de geslaagde percentages biopsieën. Vanuit<br />

chirurgisch oogpunt zijn het succespercentage<br />

en de sensitiviteit van de<br />

operatieve sentinel-nodebiopsieën van<br />

belang. In de literatuur wordt met de<br />

sensitiviteit van deze procedure bedoeld:<br />

het succespercentage geslaagde positieve<br />

schildwachtklierverwijderingen uit de<br />

totale populatie werkelijk okselpositieve<br />

mammacarcinoompatiënten. Idealiter is<br />

dit 100 procent. Dan zijn er geen fout-negatieve<br />

biopsieën; 100 procent minus<br />

het percentage fout-negatieven is de sensitiviteit<br />

van de gehele procedure. Men<br />

streeft ernaar om deze in ieder geval 95<br />

procent of hoger te laten zijn.<br />

In sommige publicaties wordt ten onrechte<br />

ook gesproken over de specificiteit<br />

van deze procedure. Dit is natuurlijk<br />

onzin, omdat deze altijd 100 procent is.<br />

Het behoeft geen betoog dat het niet zo<br />

knap is om uit een werkelijk negatieve<br />

oksel, na een of andere procedure, een<br />

klier te verwijderen die bij histologisch<br />

onderzoek ook negatief blijkt te zijn en<br />

om dan vervolgens vast te stellen dat dit<br />

in 100 procent van de gevallen lukt. Elke<br />

willekeurige klier uit een dergelijke oksel<br />

zou men dan het predicaat ‘negatieve<br />

schildwachtklier’ kunnen geven. In sommige<br />

publicaties wordt verder nog gesproken<br />

over accuracy, wat feitelijk het<br />

gemiddelde van de sensitiviteit en de<br />

specificiteit is. Omdat de specificiteit altijd<br />

100 procent is, wordt dit getal vals


hoog en doet het de gegevens fraaier<br />

overkomen dan ze in werkelijkheid zijn.<br />

Inmiddels zijn er vele fase II-studies verschenen<br />

waarbij de schildwachtklierbiopsie<br />

vergeleken is met de uiteindelijke<br />

confirmatieve okselklierdissectie. In een<br />

paar reviews worden de sensitiviteitsdata<br />

van deze studies op een rij gezet. Deze<br />

variëren van 84 tot 100 procent, met een<br />

gemiddelde van 91 procent (95 procent<br />

betrouwbaarheidsinterval van 89-93 pro-<br />

cent). 8,9<br />

follow-up<br />

Inmiddels is het al vele jaren in Nederland<br />

en wereldwijd gebruik om een complete<br />

okselklierdissectie achterwege te<br />

laten indien de schildwachtklierbiopsie<br />

een negatieve lymfklierstatus oplevert.<br />

Dit was ook het doel van de gehele procedure.<br />

Aangezien de sensitiviteit geen<br />

100 procent is, is het te verwachten dat<br />

vroeg of laat uit de groep vrouwen die<br />

als okselnegatief zijn bestempeld, gevallen<br />

tevoorschijn komen waarbij alsnog<br />

detectie plaatsvindt van een lymfkliermetastase<br />

die zich nader in de oksel<br />

heeft ontwikkeld. Dit zijn dan de patiënten<br />

bij wie in het verleden een fout-negatieve<br />

procedure heeft plaatsgevonden.<br />

Berekening leert dat indien de gehele<br />

procedure een sensitiviteit van 95 procent<br />

kent, bij drie van de honderd vrouwen<br />

die uitsluitend als sentinel-nodenegatief<br />

zijn bestempeld, een situatie te<br />

verwachten is waarin toch sprake was<br />

van een positieve okselstatus. 10 Het is de<br />

vraag of al deze drie situaties zich ook<br />

daadwerkelijk zullen ontwikkelen tot<br />

een klinisch positieve oksel.<br />

Dit kan betwijfeld worden, omdat de adjuvante<br />

radiotherapie, die toch ook een<br />

deel van de lage oksel in het bestralingsveld<br />

kan hebben, een effect kan hebben<br />

op de uitgroei van deze lymfogene metastasen.<br />

Hetzelfde geldt voor de rol van<br />

adjuvante chemo- of hormonale therapie,<br />

die mogelijk ook leidt tot tumor kill<br />

en dus uitgroei van lymfogene metasta-<br />

A<br />

PT<br />

sen in de oksel voorkomt. Indien de werkelijke<br />

sensitiviteit van de uitgevoerde<br />

procedure lager is dan de verwachte 95<br />

procent, is het aantal patiënten dat zich<br />

in de toekomst zal presenteren met een<br />

residuale lymfogene metastasering in de<br />

oksel navenant groter.<br />

Bij analyse in 2003 werden de gegevens<br />

gecombineerd van vijf studies met een<br />

wisselende follow-up van in totaal 635<br />

patiënten met een negatieve schildwachtklier<br />

zonder verdere okseldissectie.<br />

10-14 De gegevens zijn tegenwoordig uiteraard<br />

veel uitgebreider, maar niet wezenlijk<br />

anders. In deze totale groep van<br />

635 patiënten waren tot dan toe 2 patiënten<br />

beschreven met residuale okselziekte.<br />

Dit is dus een veel lager aantal dan<br />

men op grond van het 95 procentcriterium<br />

had verwacht, namelijk 16 patiënten<br />

(tabel 1). Wellicht is de follow-up nog wat<br />

kort, maar op grond van oudere gegevens<br />

mag men verwachten dat ongeveer<br />

twee derde tot driekwart van de patiënten<br />

met residuale ziekte zich binnen<br />

SA<br />

Figuur 3 Schildwachtkliervisualisatie na peritumorale injectie (PT) en subareolaire<br />

injectie (SA) leidt doorgaans tot het opkomen van dezelfde klier (A). In<br />

uitzonderingsgevallen wordt na subareolaire injectie eerst een klier gevisualiseerd<br />

die niet radioactief (heet) is, maar bijvoorbeeld wel blauw indien Patent<br />

Blue subareolair is gespoten. Vervolgens bevindt zich stroomafwaarts de hete<br />

klier gelabeld vanuit de peritumorale route (B).<br />

B<br />

PT<br />

SA<br />

twee jaar met een okselprobleem zal presenteren.<br />

15 In dit kader is het nuttig om<br />

zich te realiseren dat ook na een complete<br />

okselklierdissectie een zogeheten okselrecidief<br />

kan voorkomen. Dit gebeurt<br />

in 1,5 tot 2 procent van de gevallen. 16<br />

Men dient zich goed te realiseren dat<br />

een fout-negatieve biopsie veel consequenties<br />

voor de betrokken patiënt<br />

heeft. Zij wordt immers ten onrechte okselnegatief<br />

benoemd en krijgt daardoor<br />

geen therapeutische okselklierdissectie<br />

of andere behandelingsvorm van de oksel,<br />

zoals radiotherapie. Tevens kan het<br />

zijn dat deze patiënt een nuttige adjuvante<br />

behandeling wordt onthouden, zeker<br />

indien andere criteria om adjuvante<br />

therapie te geven ontbreken. Daardoor<br />

kunnen de overlevingskansen beduidend<br />

geringer zijn. 17<br />

In een eerdere publicatie berekenden wij<br />

dat 650 onnodige okseldissecties zouden<br />

moeten worden verricht om voor één patiënt<br />

een extra tienjaarsoverlevingsvoordeel<br />

te behalen. 18 In het licht van de<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 31


winstkansen en overwegingen ten aan-<br />

zien van de indicaties voor chemothera-<br />

pie, lijkt bovengenoemd risico alleszins<br />

redelijk.<br />

In 2007 publiceerde onze groep de resultaten<br />

van de follow-up van bijna 900 sentinel-nodenegatieve<br />

patiënten. Die werden<br />

vergeleken met ruim 2000 patiënten<br />

uit de IKZ-regio (IKZ = Integraal Kankercentrum<br />

Zuid) die in het verleden als okselnegatief<br />

(N0) waren aangeduid en bij<br />

wie meer dan 10 klieren waren verwijderd.<br />

19 De conclusie van deze studie was<br />

dat de langetermijnoverleving van de<br />

schildwachtkliernegatieve patiëntengroep<br />

minstens gelijk was aan die van de<br />

okselnegatieve patiëntengroep. Daarmee<br />

werd dus de veiligheid en betrouwbaarheid<br />

van deze procedure vastgesteld.<br />

de parasternale klier<br />

In de meeste series kan in 10 tot 15 procent<br />

van de gevallen een parasternale<br />

drainage worden gevisualiseerd na intraparenchymateuze<br />

injectie van radioactief<br />

gelabelde stoffen. Daarom wordt opnieuw<br />

de vraag gesteld wat de rol van<br />

eventuele metastasering in schildwachtklieren<br />

is.<br />

In dit verband is een fraaie studie verschenen<br />

uit Sittard. 20 In een serie van<br />

256 patiënten met mammacarcinoom<br />

werd in 25 procent van de gevallen een<br />

parasternale klier gevisualiseerd en lukte<br />

het in 63 procent van de situaties om<br />

deze klieren succesvol te samplen. Metastasen<br />

werden in 27 procent van de parasternale<br />

kliersamples aangetoond, waarbij<br />

het parasternale klierstation in 7 procent<br />

van de gevallen als enige positief<br />

was (de oksel was dus negatief). Deze bevinding<br />

leidde overigens bij slechts 11<br />

van de 256 patiënten (4,3 procent) tot<br />

verandering van het therapeutisch advies.<br />

Potentiële en niet onbelangrijke complicaties<br />

van een parasternale klierbiopsie<br />

zijn een pneumothorax, die eventuele<br />

drainage behoeft, en een bloeding vanuit<br />

32 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

een van de takken van de arteria mammaria<br />

interna. Gerandomiseerde studies<br />

of zelfs niveau II evidence uit de literatuur<br />

ontbreken. Daarom is nog niet duidelijk<br />

wat men moet doen met de uitslag<br />

van een parasternale klierbiopsie. Het<br />

lijkt logisch om een positieve parasternale<br />

klier te behandelen als een positieve<br />

okselstatus. Over de locoregionale therapie<br />

kan al helemaal geen harde uitspraak<br />

worden gedaan. Het wachten is<br />

daarom op studies die een aantal belangrijke<br />

vragen over de rol van de parasternale<br />

klier bij het mammacarcinoom zullen<br />

beantwoorden.<br />

dCIS en de sentinel node<br />

De volgende kwestie die weer extra aandacht<br />

heeft gekregen door de sentinelnodestagering<br />

is de situatie rondom<br />

ductaal carcinoma in situ (DCIS). Per definitie<br />

metastaseert in-situcarcinoom<br />

niet. Dit zou betekenen dat bij pure DCIS<br />

ook geen okselkliermetastasen zouden<br />

kunnen worden gevonden.<br />

In een studie van Pendas et al. wordt<br />

evenwel toch in 6 procent van de gevallen<br />

van pure DCIS een positieve sentinel<br />

node in de oksel gevonden. 21 Bij deze patiënten<br />

werd vervolgens een complete<br />

confirmatieve okselklierdissectie uitgevoerd,<br />

waarna geen verdere positieve<br />

klieren konden worden aangetoond. Revisie<br />

van het in-situcarcinoom toonde<br />

dat nergens sprake zou zijn geweest van<br />

aantoonbare invasieve haarden. Uiteraard<br />

moeten die er wel geweest zijn.<br />

De onduidelijke rol van de sentinel-nodebiopsie<br />

bij patiënten met DCIS is eveneens<br />

besproken bij het samenstellen van<br />

de CBO-richtlijn ‘Behandeling van het<br />

mammacarcinoom in Nederland’. Omdat<br />

ook in deze situatie voldoende harde feiten<br />

ontbreken, is afgesproken dat het<br />

wellicht redelijk is om bij patiënten met<br />

uitgebreide DCIS en van jonge leeftijd<br />

een sentinel-nodebiopsie te overwegen,<br />

omdat het vinden van een positieve klier<br />

belangrijke aanvullende behandelings-<br />

opties zou kunnen inhouden. Dit is in<br />

overeenstemming met de stelling dat nadere<br />

stagering van de oksel achterwege<br />

mag blijven indien de kans op een okselkliermetastase<br />

kleiner dan 5 procent is.<br />

Stadiummigratie<br />

De histopathologische bewerking van de<br />

gevonden schildwachtklieren is efficiënter<br />

en nauwkeuriger geworden. Vroeger<br />

ondergingen alle klieren een hematoxyline-eosinekleuring<br />

(H&E). Tegenwoordig<br />

ondergaat één klier een stapseriebewerking<br />

en immunohistochemische kleuringsmethoden.<br />

Een patiënt bij wie vroeger<br />

met H&E-diagnostiek een positieve<br />

okselstatus is vastgesteld, is niet te vergelijken<br />

met iemand die nu een micrometastase<br />

blijkt te hebben. Daardoor<br />

zijn nieuwe gegevens niet te vergelijken<br />

met die uit het verleden.<br />

Dit fenomeen heeft geleid tot stadiummigratie.<br />

Patiënten met micrometastasen<br />

werden voorheen volgens de TNMclassificatie<br />

van maligne tumoren prognostisch<br />

als N0 beschouwd (‘geen lymfkliermetastasen’).<br />

Zij worden nu na opsporing<br />

gestopt in de groep met een positieve<br />

okselstatus (N+). Het gevolg hiervan<br />

is dat deze patiënten – die de slechtste<br />

zijn uit de N0-groep (zij hebben namelijk<br />

micrometastasen en de anderen<br />

hebben helemaal geen metastasen in de<br />

klieren) – uit de N0-groep verdwijnen.<br />

Die houdt daardoor prognostisch een<br />

gunstiger samenstelling over. Deze patienten<br />

met micrometastasen worden vervolgens<br />

gestopt in de groep met patiënten<br />

die voorheen duidelijke of zelfs<br />

meerdere metastasen in de okselklieren<br />

hadden, de N+-groep. Deze groep wordt<br />

dus verdund met relatief zeer gunstige<br />

patiënten (namelijk die met minimale<br />

micrometastasen in één klier), waardoor<br />

ook deze N+-groep in zijn totaliteit een<br />

prognostisch veel gunstiger profiel<br />

krijgt.<br />

Stadiummigratie leidt dus tot een verbetering<br />

van de prognose van beide groe-


pen, N0 en N+, zonder dat daadwerkelijk<br />

iets is veranderd in het beleid of in therapeutische<br />

zin. Dit leidt er vervolgens<br />

toe dat de data van nu uit het schildwachtkliertijdperk<br />

niet meer goed vergelijkbaar<br />

zijn met de historische data<br />

waarop de huidige beleidsadviezen zijn<br />

gebaseerd. 22 Dit probleem moet niet worden<br />

onderschat.<br />

Micrometastasen<br />

Het probleem van de stadiummigratie<br />

berust vooral op de toegenomen diagnostiek<br />

van micrometastasen. Zoals gesteld,<br />

is de lymfklierstatus de belangrijkste<br />

prognostische factor voor patiënten<br />

met een mammacarcinoom. Het is zelfs<br />

zo dat de prognose slechter wordt naarmate<br />

er meer positieve klieren worden<br />

gevonden. Omgekeerd betekent dit: hoe<br />

minder metastasen, hoe beter de prognose.<br />

Data verzameld uit het documentatieproject<br />

van het IKZ-regio Eindhoven<br />

laten zien dat de prognose van niet adjuvant<br />

systemisch behandelde patiënten<br />

met een in het verleden vastgestelde micrometastase<br />

(N1a) significant slechter is<br />

dan die van patiënten met een N0-status,<br />

en weer net iets beter dan die van patienten<br />

met een macrometastase in één<br />

klier.<br />

Soortgelijke data waren al eerder gepubliceerd,<br />

met name na revisie van de eertijds<br />

verwijderde lymfklieren uit de oksel.<br />

Hierbij bleek dat de patiënten bij<br />

wie na revisie micrometastasen konden<br />

worden aangetoond, zowel met behulp<br />

van H&E-coupes als met immunohistochemie,<br />

een significant slechtere overleving<br />

hadden. 23<br />

Her lijkt dus zinvol om op zoek te gaan<br />

naar steeds geavanceerder technieken<br />

om deze micrometastasen op te sporen.<br />

De vraag is echter waar de klinisch relevante<br />

grens ligt binnen deze glijdende<br />

schaal van lymfkliermetastasering. We<br />

dienen niet uit het oog te verliezen<br />

waarom we eigenlijk deze lymfklierdiagnostiek<br />

doen. Het gaat niet om het vin-<br />

den van de metastasen per se, maar om<br />

het verkrijgen van relevante klinische en<br />

prognostische informatie, zodat patiënten<br />

na classificatie wellicht zinvol adjuvant<br />

systemisch behandeld kunnen worden,<br />

zodat hun prognose verbetert.<br />

Een fraaie illustratie in dit verband is de<br />

studie van Dowlatshahi, waarbij sentinel<br />

nodes van patiënten met T1-tumoren<br />

histopathologisch werden onderzocht. 24<br />

Bij patiënten met tumoren kleiner dan 1<br />

centimeter werd met H&E-diagnostiek<br />

geen enkele maal een (micro)metastase<br />

gevonden. Indien de klier evenwel volledig<br />

opgesneden werd (om de 0,25 micron)<br />

en met immunohistochemische<br />

kleuringsmethoden werd onderzocht,<br />

werd in meer dan 50 procent van deze<br />

tumoren toch een micrometastase gevonden<br />

(soms uiteraard alleen enkele<br />

losse cellen).<br />

Wat moeten we met dergelijke informatie?<br />

We weten dat in de toekomst slechts<br />

om en nabij de 10 procent van deze patienten<br />

met tumortjes kleiner dan 1 centimeter<br />

te maken krijgt met metastatische<br />

ziekte. Het preventief en adjuvant behandelen<br />

van meer dan 50 procent van<br />

deze patiënten is dus een gigantische<br />

vorm van schadelijke overbehandeling<br />

bij ongeveer 40 procent van deze overige<br />

patiënten.<br />

Het is duidelijk dat dit nooit de bedoeling<br />

kan zijn. We moeten in de toekomst<br />

een klinisch relevante grens gaan definieren<br />

binnen de groep van de micrometastasen<br />

in de sentinel node. Deze grens<br />

komt hoogstwaarschijnlijk ergens te liggen<br />

tussen de 2 millimeter en de individuele<br />

losse tumorcellen in de randsinus<br />

van een lymfklier.<br />

Het vinden van het antwoord op deze<br />

vraag is momenteel een van de belangrijkste<br />

uitdagingen waarvoor de schildwachtklierprocedure<br />

ons stelt. Op zichzelf<br />

betekent de procedure een geweldige<br />

vooruitgang in de behandelingsmogelijkheden<br />

van patiënten met mammacarcinoom.<br />

Recidief mammacarcinoom<br />

Inmiddels is duidelijk dat de schildwachtklierprocedure<br />

momenteel de<br />

standaard is bij de diagnostiek en behandeling<br />

van het primaire mammacarcinoom.<br />

Door de implementatie hiervan<br />

is echter een groep ontstaan van patiënten<br />

die in geval van een negatieve<br />

schildwachtklier geen complete okselklierdissectie<br />

hebben gehad. Indien deze<br />

patiënten een lokaal recidief ontwikkelen,<br />

dringt zich de vraag op wat de lymfogene<br />

drainage van deze nieuwe tumor<br />

nu eigenlijk is. Dit geldt mutatis mutandis<br />

ook voor diegenen die eerdere mammasparende<br />

therapie voor DCIS ondergingen,<br />

alsmede voor patiënten na radicale<br />

ablatieve chirurgie of zelfs na eerdere<br />

benigne mamma- en/of okselchirurgie.<br />

De huidige literatuur (tot 2008) over een<br />

‘recidief of hernieuwde schildwachtklierprocedure<br />

is beperkt: slechts 10 artikelen,<br />

waarin in totaal 116 patiënten<br />

worden beschreven. Steeds wordt geconcludeerd<br />

dat een ‘recidief of hernieuwde<br />

schildwachtklierprocedure’ bij recidief<br />

mammacarcinoom goed uitvoerbaar is<br />

en dat mogelijk bijzondere of aberrante<br />

lymfklierstations kunnen worden geidentificeerd.<br />

Als biopsieën succesvol<br />

blijken, kan dit leiden tot een zinvolle<br />

aanpassing van het multidisciplinair gevormde<br />

beleid.<br />

Gezien het ontbreken van juiste richtlijnen<br />

voor deze indicatie, dient hierover<br />

op korte termijn consensus bereikt te<br />

worden. In dit verband loopt in Nederland<br />

een studie (de zogeheten SNARB =<br />

Sentinel Node And Recurrent Breast<br />

Cancer). Die registreert de consequenties<br />

van een schildwachtklierprocedure<br />

bij recidief mammacarcinoom nader en<br />

brengt in kaart wat de uitkomsten zijn,<br />

zodat een schildwachtklierprocedure in<br />

diverse hiervoor beschreven situaties<br />

ook bij deze categorie patiënten veilig<br />

en verantwoord zal kunnen worden uitgevoerd.<br />

▼<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 33


Literatuur:<br />

1. Grabau DA, Jensen MB, Blichert-Toft M,<br />

Andersen JA, Dyreborg U, Carstensen B,<br />

Al-Suliman NN, Graversen HP, Rose C. The<br />

importance of surgery and accurate axillary<br />

staging for survival in breast cancer.<br />

Eur J Surg Oncol 1998; 24: 499-507.<br />

2. Graversen HP, Blichert-Toft M, Andersen JA,<br />

Zedeler K. Breast cancer: risk of axillary<br />

recurrence in node-negative patients following<br />

partial dissection of the axilla. Eur J<br />

Surg Oncol 1988; 14: 407-12.<br />

3. Roumen RM, Pijpers HJ, Thunnissen FB,<br />

Ruers TJ. Samenvatting van de richtlijn<br />

‘Schildwachtklierbiopsie bij mammacarcinoom’.<br />

Dutch Work Group ‘Sentinel Node<br />

Biopsy for Breast Cancer’. Ned Tijdschr<br />

Geneeskd 2000; 144: 1864-7.<br />

4. Bonnema J, van Geel AN, van Ooijen B,<br />

Mali SP, Tjiam SL, Henzen-Logmans SC,<br />

Schmitz PI, Wiggers T. Ultrasound-guided<br />

aspiration biopsy for detection of nonpalpable<br />

axillary node metastases in breast<br />

cancer patients: new diagnostic method.<br />

World J Surg. 1997; 21:270-4.<br />

5. de Kanter AY, van Geel AN, Paul MA, van<br />

Eijck CH, Henzen-Logmans SC, Kruyt RH,<br />

Krenning EP, Eggermont AM, Wiggers T.<br />

Controlled introduction of the sentinel<br />

node biopsy in breast cancer in a multicentre<br />

setting: the role of a coordinator for<br />

quality control. Eur J Surg Oncol 2000; 26:<br />

652-6.<br />

6. Roumen RMH, Geuskens LM, Valkenburg<br />

JGH. In search of the true sentinel node by<br />

different injection techniques in breast<br />

cancer patients. Eus J Surg Oncol 1999; 25:<br />

347-51.<br />

7. Cox CE, Salud CJ, Cantor A, Bass SS, Peltz<br />

ES, Ebert MD, Nguyen K, Reintgen DS.<br />

Learning curves for breast cancer sentinel<br />

lymph node mapping based on surgical<br />

volume analysis. J Am Coll Surg 2001; 193:<br />

593-600.<br />

8. Fraile M, Rull M, Julian FJ, Fuste F, Barnadas<br />

A, Llatjos M, Castella E, Gonzalez JR,<br />

Vallejos V, Alastrue A, Broggi MA. Sentinel<br />

node biopsy as a practical alternative to<br />

axillary lymph node dissection in breast<br />

34 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

cancer patients: An approach to its validity.<br />

Ann Oncol 2000; 11: 701-5.<br />

9. Sandrucci S, Casalegno PS, Percivale P,<br />

Mistrangelo M, Bombardieri E, Bertoglio S.<br />

Sentinel lymph node mapping and biopsy<br />

for breast cancer: a review of the literature<br />

relative to 4791 procedures. Tumori 1999;<br />

85: 425-34.<br />

10. Roumen RMH, Kuijt GP, Liem IH, van<br />

Beek MWPM. Treatment of 100 patients<br />

with sentinel node-negative breast cancer<br />

without further axillary dissection. Br J<br />

Surg 2001; 88: 1639-43<br />

11. Giuliano AE, Haigh PI, Brennan MB, Hansen<br />

NM, Kelley MC, Wei Ye, Glass EC, Turner<br />

RR. Prospective observational study of<br />

sentinel lymphadenectomy without further<br />

axillary dissection in patients with sentinel<br />

node- negative breast cancer. J Clin Oncol<br />

2000; 18: 2553-2559.<br />

12. Veronesi U, Galimberti V, Zurrida S, Pigatto<br />

F, Veronesi P, Robertson C, Paganelli G,<br />

Sciascia V, Viale G. Sentinel lymph node<br />

biopsy as an indicator for axillary dissection<br />

in early breast cancer. Eur J 2001;<br />

Cancer 37: 454-458<br />

13. Schrenk P, Rieger R, Shamiyeh A, Wayand<br />

W. J Surg Oncol 2001; 77 165-170.<br />

14. Meijer S, Torrenga H, Sijp van der JRM.<br />

Negatieve schildwachtklier bij borstkankerpatienten<br />

goede indicator voor het uitblijven<br />

van okselmetastasen. Ned Tijdschr<br />

Geneeskd 2002; 146: 942-946.<br />

15. Fisher B, Redmond C, Fisher ER, Bauer M,<br />

Wolmark N, Wickerham DL, Deutsch M,<br />

Montague E, Margolese R, Foster R. Tenyear<br />

results of a randomized clinical trial<br />

comparing radical mastectomy and total<br />

mastectomy with or without radiation. N<br />

Engl J Med 1985; 312: 674-81.<br />

16. De Boer R, Hillen HFP, Roumen RMH,<br />

Rutten HJT, van der Sangen MJC, Voogd AC.<br />

Detection, treatment and outcome of axillary<br />

recurrence after axillary clearance for<br />

invasive breast cancer. Br J Surg 2001; 88:<br />

118-22.<br />

17. Bontenbal M, Nortier JWR, Beex LVAM,<br />

Bakker P, Hupperets PSGJ, Nooij MA, van<br />

Veelen H, Vreugdenhil G, Richel DJ, Blij-<br />

ham GH. Adjuvant systemic therapy for<br />

patients with resectable breast cancer:<br />

guideline from the Dutch National Breast<br />

Cancer Platform and the Dutch Society for<br />

Medical Oncology. Ned Tijdschr Geneeskd<br />

2000; 144: 984-989.<br />

18. Roumen RMH. Prognostische winst afgewogen:<br />

nieuwe richtlijn voor systemische<br />

adjuvante behandeling voor patienten met<br />

okselkliernegatief mammacarcinoom versus<br />

implementatie van de schildwachtklierprocedure.<br />

Ned Tijdschr Geneeskd 2000;<br />

144: 980-84.<br />

19. Kuijt GP, van de Poll-Franse LV, Voogd AC,<br />

Nieuwenhuijzen GA, Roumen RM. Survival<br />

after negative sentinel lymph node biopsy<br />

in breast cancer at least equivalent to after<br />

negative extensive axillary dissection. Eur J<br />

Surg Oncol 2007; 33: 832-7.<br />

20. van der Ent FW, Kengen RA, van der Pol<br />

HA, Povel JA, Stroeken HJ, Hoofwijk AG.<br />

Halsted revisited: internal mammary sentinel<br />

lymph node biopsy in breast cancer.<br />

Ann Surg. 2001; 234: 79-84.<br />

21. Pendas S, Dauway E, Giuliano R, Ku N,<br />

Cox CE, Reintgen DS. Sentinel node biopsy<br />

in ductal carcinoma in situ patients. Ann<br />

Surg Oncol. 2000; 7: 15-20.<br />

22. Giard RW, Coebergh JW. Steeds geavanceerder<br />

detectie van lymfkliermetastasen:<br />

de problemen van stadiummigratie. Ned<br />

Tijdschr Geneeskd 1999; 143): 1766-71.<br />

23. Cote RJ, Peterson HF, Chaiwun B, Gelber<br />

RD, Goldhirsch A, Castiglione-Gertsch M,<br />

Gusterson B, Neville AM. Role of immunohistochemical<br />

detection of lymph-node<br />

metastases in management of breast cancer.<br />

International Breast Cancer Study<br />

Group. Lancet 1999; 354: 896-900.<br />

24. Dowlatshahi K, Fan M, Bloom KJ, Spitz DJ,<br />

Patel S, Snider HC Jr. Occult metastases in<br />

the sentinel lymph nodes of patients with<br />

early stage breast carcinoma: A preliminary<br />

study. Cancer 1999; 86: 990-6.<br />

25. Roumen RMH, Kuijt GP, Liem IH. Schildwachtklierprocedure:<br />

ook een mogelijkheid<br />

bij patiënten met een recidief van een<br />

mammacarcinoom. Ned Tijdschr Geneeskd<br />

2008; 152: 13-19.


Stel niet uit tot morgen<br />

wat je nu nog kunt doen!<br />

High Care<br />

www.highcare.nu<br />

Lid worden,<br />

heeft vele voordelen!<br />

• Korting op registratie bij KABIZ.<br />

• <strong>OK</strong> Operationeel gratis thuisbezorgd.<br />

• Korting op scholingen en congressen.<br />

• Individuele belangenbehartiging bij problemen<br />

met je werkgever.<br />

• Voordelig duolidmaatschap van NU’91 (vakbond<br />

voor de verpleging en verzorging).<br />

• Naaldvoerder-sleutelhanger als welkomstgeschenk.<br />

Rotterdam | Amsterdam | Eindhoven | Zwolle<br />

• Word nú lid en krijg als<br />

welkomstgeschenk de serie Werken<br />

op de <strong>OK</strong>, welke normaal alleen bij<br />

LVO activiteiten worden uitgedeeld:<br />

- Deel 1 Veilig werken in de <strong>OK</strong><br />

- Deel 2 Veel voorkomende operaties<br />

- Deel 3 Traumachirurgie<br />

www.lvo.nl


36 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

Tekst: Menno Goosen<br />

Genderkinderen<br />

Geboren in het verkeerde lichaam<br />

Fotograaf: Sarah Wong<br />

Auteur: Ellen de Visser<br />

Uitgeverij: d’jonge Hond<br />

ISBN: 9789089102416<br />

Prijs: € 32,50<br />

In het VU medisch centrum in<br />

Amsterdam houdt een multidisciplinair<br />

team van artsen zich al jaren bezig met de<br />

behandeling van genderdysfore jongeren. Fotografe<br />

Sarah Wong en journaliste Ellen de Visser volgden<br />

jarenlang een grote groep jongeren op weg naar hun<br />

nieuwe identiteit. Genderkinderen is het verslag van de<br />

strijd die zij leveren om het geluk te vinden dat voor<br />

de meesten zo vanzelfsprekend is, maar waarvoor zij<br />

een onvoorstelbare beslissing moeten nemen. Ook de<br />

behandelaars in het ziekenhuis (chirurgen, psychologen<br />

et cetera) worden uitgebreid geïnterviewd. Zij<br />

vertellen waarom zij, dwars tegen de kritiek in, voor<br />

deze groeiende groep kinderen hun nek uitsteken en<br />

gaan eerlijk in op de dilemma’s die de behandeling<br />

met zich meebrengt. Hersenonderzoeker Dick Swaab<br />

schreef het voorwoord van dit bijzondere boek.<br />

Bekocht of behandeld?<br />

de feiten over alternatieve geneeswijzen<br />

Auteurs: Simon Singh en Edzard Ernst<br />

Uitgeverij: De Arbeiderspers<br />

ISBN: 9789029573139<br />

Prijs: € 25,00<br />

‘Onze missie is het onthullen van de<br />

waarheid over drankjes, zalfjes, pillen,<br />

naalden, kloppen en het werken<br />

met energieën’, stellen de auteurs<br />

van Bekocht of behandeld?. ‘Remedies<br />

die buiten het domein van de conventionele geneeskunde<br />

liggen en in toenemende mate worden gebruikt<br />

om patiënten te genezen.’ In dit boek gaan ze<br />

op zoek naar het antwoord op de volgende vragen:<br />

wat werkt er wel en wat niet; wat zijn de geheimen<br />

en wat de leugens; wie is betrouwbaar en wie is het<br />

alleen om het geld te doen; weten de artsen van tegenwoordig<br />

wat het best is, of zijn we meer gebaat<br />

bij bakerpraatjes die teruggrijpen op oude wijsheid?<br />

Hart gezocht<br />

de overlevingstocht van een man die<br />

wacht op een donor<br />

Auteur: Pieter van de Rest<br />

Uitgeverij: Kosmos<br />

ISBN: 9789021548630<br />

Prijs: € 19,95<br />

In 1997 krijgt Pieter van de<br />

Rest een zwaar hartinfarct.<br />

Na tien jaar ziekenhuisopnames<br />

en operaties is<br />

zijn hart op en begint het wachten op een donor.<br />

Pieter balanceert tussen hoop en vrees en heeft<br />

nog maar één wens: zijn kinderen zien opgroeien.<br />

Hart gezocht is een openhartig dagboek. Het laat<br />

zien wat jarenlang ziek zijn en wachten op een<br />

donorhart inhoudt voor een patiënt en voor zijn<br />

gezin. Ook is het een vurig pleidooi voor mensen<br />

om zich aan te melden als orgaandonor. Zie ook<br />

www.hartgezocht.nl.<br />

Is dat normaal, dokter?<br />

Auteur: Steven Vijver<br />

Uitgeverij: Nijgh & Van Ditmar<br />

ISBN: 9789038893969<br />

Prijs: € 15,00<br />

Welke problemen, angsten en zorgen<br />

houden mensen bezig? De huisarts<br />

weet het precies. Twee jaar lang<br />

tekende Steven van de Vijver de<br />

ervaringen op die hij beleefde in<br />

zijn huisartsenpraktijk, gelegen in een typisch multiculturele<br />

wijk. Op lichtvoetige en humoristische wijze<br />

beschrijft hij de gang van zaken in de spreekkamer of<br />

op visite; van aambeien tot depressies, van zwangerschapswens<br />

tot euthanasie. Het zijn situaties en problemen<br />

die in het dagelijks leven vaak binnenskamers<br />

worden gehouden, maar die bij de huisarts uitgebreid<br />

aan bod komen. Is dat normaal, dokter? biedt een inkijkje<br />

in de spreekkamer van de huisarts, en geeft daarmee<br />

een beeld van wat er onder de huid van de samenleving<br />

speelt.<br />

‘Boeken!’ besteedt aandacht aan uitgaven op het gebied van chirurgie en daarmee samenhangende vakgebieden<br />

en de gezondheidszorg in het algemeen. recensie-exemplaren kunt u samen met een persbericht sturen naar:<br />

<strong>OK</strong> Operationeel, postbus 10208, 1001 EE amsterdam.


Patiëntveiligheid, de rol van de<br />

bestuurder<br />

Auteur: Ian Leistikow<br />

Uitgeverij: Elsevier Gezondheidszorg<br />

ISBN: 9789035232273<br />

Prijs: € 39,50<br />

Hoewel de titel van dit boek<br />

anders doet vermoeden, is het<br />

interessant voor iedereen die de<br />

patiëntveiligheid wil verbeteren.<br />

En dat is nodig. Dagelijks<br />

lopen tientallen patiënten iatrogeen<br />

letsel op en komen potentieel<br />

vijf mensen te overlijden<br />

als gevolg van fouten in<br />

een zorgproces dat juist als doel<br />

had hen te helpen. Nederland staat hierin niet alleen. Onderzoek<br />

in diverse westerse landen heeft aangetoond dat 5<br />

tot 10 procent van de in ziekenhuizen opgenomen patiën-<br />

ten onbedoelde schade oploopt. Hoewel er veel aandacht is<br />

voor het belang van patiëntveiligheid, is de snelheid waarmee<br />

verbetermaatregelen worden ingevoerd teleurstellend.<br />

In dit proefschrift wordt een antwoord gegeven op de vraag<br />

hoe een bestuur effectief leiding kan geven aan het verbeteren<br />

van de patiëntveiligheid.<br />

Pinkhof<br />

Compact medisch woordenboek<br />

Auteur: J.J.E. van Everdingen<br />

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum<br />

ISBN: 9789031383009<br />

Prijs: € 32,50<br />

Pinkhof Geneeskundig woordenboek<br />

heeft nu een compacte editie. Deze<br />

uitgave telt 42.000 trefwoorden, 10<br />

procent minder dan de grote editie.<br />

Zo veel vakkennis op de vierkante<br />

decimeter is mogelijk door beknopte<br />

omschrijvingen, lexicografische aanpassingen<br />

en een nieuw ontwerp.<br />

Waar zinvol wordt bij kernbegrippen<br />

doorverwezen naar de grote editie voor kennisverdieping.<br />

De redactie werkt samen met tientallen specialisten in Nederland<br />

en heeft sinds 2006 duizenden begrippen geactualiseerd<br />

dan wel toegevoegd.<br />

Zonnen mag<br />

een nieuwe visie op zon en gezondheid<br />

Auteur: Han van der Rhee<br />

Uitgeverij: Nieuw Amsterdam<br />

ISBN: 9789046808214<br />

Prijs: € 14,95<br />

Dermatoloog Han van der Rhee heeft een onorthodoxe<br />

visie op de zon. In dit boek beschrijft<br />

hij alle effecten van de zon op de gezondheid,<br />

dus niet alleen de negatieve. Al vele jaren is<br />

bekend dat zonlicht ook veel gunstige effecten<br />

op de gezondheid heeft. Het laatste decennium is er veel interessant<br />

onderzoek gedaan dat aannemelijk maakt dat zonlicht nog veel<br />

meer positieve effecten heeft dan altijd werd gedacht.<br />

Van der Rhee staat uitgebreid stil bij de verschillende soorten huidkanker<br />

(melanoom, plaveiselcelcarcinoom en basaalcelcarcinoom)<br />

en relativeert deze enigszins. Het basaalcelcarcinoom is zo goed als<br />

onschuldig en komt heel veel voor. De andere twee zijn veel minder<br />

frequent. Het plaveiselcelcarcinoom zie je veel bij 65-plussers, is<br />

veelal een onderdeel van het huidverouderingsproces en geeft<br />

slechts in ongeveer 3 procent van de gevallen uitzaaiingen. De enige<br />

vorm van huidkanker waaraan mensen sterven, is het melanoom.<br />

Volgens Van der Rhee is het zeker mogelijk om gezond van de zon te<br />

genieten.<br />

Het zorgpadenboek<br />

voorbeelden van goede ziekenhuiszorg<br />

Auteurs: Nicolette Huiskes en Guus Schrijvers<br />

Uitgeverij: Thoeris<br />

ISBN: 9789072219633<br />

Prijs: € 29,95<br />

Zorgpaden hebben als doel om de zorg volgens<br />

de wetenschappelijke inzichten aan te<br />

bieden en die rondom de patiënt te organiseren.<br />

De patiënt en de verantwoorde zorg<br />

die hij nodig heeft, zijn het vertrekpunt. In<br />

Het zorgpadenboek zijn concrete voorbeelden<br />

van goede zorg in Nederlandse ziekenhuizen verzameld en<br />

beschreven: van een liesbreukoperatie en een gebroken heup<br />

tot de behandeling van darmkanker en een beroerte. Vijftien<br />

veelvoorkomende aandoeningen en hun behandeldoelen worden<br />

stap voor stap beschreven. Hoe zien een goede verwijzing<br />

en behandeling eruit? Hoe vindt de communicatie met de patiënt<br />

plaats en wat levert de verbeterde logistiek op in termen<br />

van gezondheidseffecten, kostenbesparingen, verkorting van<br />

wacht- en doorlooptijden en patiënttevredenheid?<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 37


Top Detachering Nederland is een organisatie die<br />

zich o.a. gespecialiseerd heeft in detachering van<br />

personeel in de acute gezondheidszorg.<br />

TDN zoekt op dit moment ervaren anesthesie<br />

en chirurgie medewerkers voor verschillende<br />

ziekenhuizen.<br />

Wij bieden:<br />

• aantrekkelijke baan met afwisseling en ruime<br />

opleidingsmogelijkheden<br />

• een vast dienstverband<br />

• een goed salaris<br />

• uitstekende pensioenregeling<br />

• aantrekkelijke overstappremie<br />

• een lease-auto<br />

38 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

<strong>OK</strong> medewerkers<br />

(minimaal 24 uur per week)<br />

Interesse?<br />

Kijk dan op www.topdetacheringnederland.nl of<br />

bel ons op 055-5818658 of 06-15037820.<br />

U, de patiëntenzorg<br />

en de inspectie<br />

Graag maak ik gebruik van de uitnodiging om met enige regelmaat een<br />

column in <strong>OK</strong> Operationeel te schrijven. U zult mijn naam of gezicht, of die<br />

van mijn collega’s, vaker zijn tegengekomen. Niet omdat we streven naar<br />

een positie als BN’er, maar omdat de Inspectie voor de Gezondheidszorg zich<br />

sinds 2006 actief bezighoudt met het toezicht op de kwaliteit van zorg voor<br />

operatiepatiënten; voor u misschien beter bekend onder de naam Toezicht<br />

Operatief Proces (TOP). In dat kader voeren we veel toezichtbezoeken uit, spreken<br />

we op symposia en congressen en schrijven we rapporten en artikelen in<br />

vakbladen. Dit alles met het doel om professionals te stimuleren om de zorg<br />

veiliger te maken.<br />

De reden voor onze nadrukkelijke bemoeienis met (ook) uw werk is dat er<br />

relatief veel onbedoelde schade en overlijden plaatsvindt in het operatieve<br />

proces. Niet alleen tijdens de operatie dus, maar ook ervoor en erna.<br />

Het operatieve proces is omvangrijk en complex. Er nemen veel zorgverleners<br />

aan deel, er worden talloze formulieren voor gebruikt en er zijn vele overdrachtsmomenten.<br />

Veel daarvan vindt plaats buiten uw blikveld. Bij een patiënt<br />

met een ‘eenvoudige’ liesbreuk zijn tussen de twintig en dertig zorgverleners<br />

betrokken van het moment van doorverwijzing door de huisarts tot het<br />

moment dat de patiënt uit het ziekenhuis wordt ontslagen. Bij een klinische,<br />

wat complexere ingreep zijn dat er al gauw vijftig.<br />

U zult begrijpen dat alle onderdelen van dit snelle en complexe zorgproces<br />

naadloos op elkaar moeten aansluiten om problemen te voorkomen. Er gaat<br />

dan ook nog wel eens wat mis in dit zorgpad: gegevens raken zoek, worden<br />

onvoldoende uitgevraagd of overgedragen, of er is een gebrek aan afstemming<br />

onderling. Zo kon het gebeuren dat een demente patiënt een laparotomie<br />

onderging terwijl hij juist een collumfractuur had, een cataractpatiënt<br />

door een retrobulbaire bloeding praktisch blind werd omdat de oogarts niet<br />

wist dat hij Plavix en Ascal gebruikte en een andere patiënt overleed aan een<br />

massale longembolie omdat de tromboseprofylaxe niet werd gegeven. Ook<br />

kon het gebeuren, om in uw werkgebied te blijven, dat een buikgaas achterbleef.<br />

U zult nu begrijpen waarom de inspectie veel belangstelling heeft voor het<br />

operatieve proces. We hebben al veel bezoeken uitgevoerd op operatieafdelingen<br />

en zullen dat de komende jaren blijven doen. We komen ook bij u langs,<br />

niet om de boeman te spelen, maar om de zorg te verbeteren. Daar is het u<br />

toch ook om te doen?<br />

Ed Schoemaker, senior inspecteur en projectleider Toezicht Operatief Proces


COlOFON<br />

<strong>OK</strong> Operationeel, Magazine voor operatieassistenten en<br />

anesthesiemedewerkers, is de gezamenlijke voortzetting<br />

van de vakbladen <strong>OK</strong> Magazine en Operationeel.<br />

Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij Y-Publicaties in<br />

samenwerking met de LVO. <strong>OK</strong> Operationeel verschijnt<br />

acht keer per jaar. De oplage is 7.000 exemplaren. Het<br />

blad wordt verspreid onder alle 2.000 LVO-leden, verdere<br />

verspreiding vindt plaats onder alle <strong>OK</strong>-afdelingen in<br />

Nederlandse ziekenhuizen en opleidingscentra.<br />

Redactiesecretariaat<br />

Redactiecoördinator lVO: Hennie Mulder.<br />

Telefoon: 040-253 89 21.<br />

E-mail: hmulder01@onsbrabantnet.nl<br />

okoperationeel@y-publicaties.nl<br />

Kopij voor <strong>OK</strong> Operationeel kunt u sturen naar beide<br />

e-mailadressen. Foto’s uitsluitend aanleveren in hoge<br />

resolutie (300 dpi). Neem bij vragen contact op met<br />

redactiecoördinator LVO Hennie Mulder of bladmanager<br />

Menno Goosen (Zie onder uitgeverij). Bij het gebruik van<br />

illustraties van derden is toestemming voor publicatie<br />

nodig en vermelding van de bron.<br />

Uitgeverij:<br />

Y-Publicaties, postbus 10208, 1001 EE Amsterdam<br />

Telefoon: 020-520 60 77.<br />

E-mail: <strong>OK</strong>Operationeel@y-publicaties.nl<br />

Uitgever: Ralf Beekveldt<br />

Bladmanager: Menno Goosen: m.goosen@y-publicaties.nl<br />

Medewerkers: Paul Meijsen, Cindy Lammers, Marieke<br />

Los, Astrid van Pelt, tLinda van Pelt.<br />

Eindredactie: Marloes van Hoorn<br />

Fotografen: Johannes Abeling, Valentijn Brandt, Jos<br />

Heijnen, Eric van Nieuwland, Edwin Wiekens, Ivonne Zijp.<br />

Tekstcorrectie: Marijn Mostart<br />

lay­out: Thomson Digital<br />

Traffic: Hans Jansens<br />

Druk: BalMedia<br />

Advertenties:<br />

Cross Advertising: Nick Konings & Arlan van der Velden<br />

Telefoon: 010- 742 10 20<br />

gezondheidszorg@crossadvertising.nl<br />

Abonnementen:<br />

Voor abonnementen, vragen over het abonnement<br />

of adreswijzigingen:<br />

SP Abonneeservice<br />

Postbus 105<br />

2400 AC Alphen a/d Rijn<br />

Telefoon: 0172-476085<br />

E-mail: info@spabonneeservice.nl<br />

Toezending van <strong>OK</strong> Operationeel is voor LVO-leden<br />

onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet leden gelden<br />

de volgende abonnementsprijzen per 2010:<br />

Jaarabonnement: € 59,50<br />

Losse nummers: € 8,50<br />

Abonnementen buiten Nederland: € 95<br />

Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten.<br />

Prijswijzigingen voorbehouden.<br />

Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk<br />

twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode.<br />

Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement<br />

automatisch met een jaar verlengd.<br />

© 2011 <strong>OK</strong> Operationeel<br />

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd<br />

zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de<br />

totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg<br />

besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of<br />

onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en<br />

uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele<br />

verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij<br />

zich aanbevolen.<br />

ISSN 1872-6712<br />

lVO<br />

19 april leerlingendag, laparoscopische<br />

technieken, Amersfoort<br />

24 mei lVO­vertegenwoordigersdag<br />

11 oktober Algemene ledenvergadering<br />

17 november praktijkbegeleidersdag<br />

www.lvo.nl<br />

SynthesStudyStation Fractures around the knee<br />

7 april Den Haag<br />

12 mei Nijmegen<br />

9 juni Tilburg<br />

www.syntheseducatie.nl<br />

Covidien<br />

8/6, 21/9, 16/11 Stapling & laparoscopy<br />

24/3, 27/10 Energy Based Devices<br />

15/3, 16/6, 20/9, 8/12 Wound Closure<br />

Zaltbommel, infonl@covidien.com, tel.<br />

0418-576600<br />

Noordelijke Hogeschool leeuwarden i.s.m.<br />

NVAM<br />

20 mei Masterclass voor ane sthesiemedewerkers<br />

en<br />

recoveryverpleegkundigen<br />

Leeuwarden, hnorder1@home.nl<br />

Heraeus Medical palacedemy<br />

9 en 10 juni Cursus cement en<br />

cementeertechniek<br />

Wehrheim (Duitsland), tako.van-noord@<br />

heraeus.com, www.palacos.com<br />

limis<br />

13 + 14 mei Scholing endoscopische<br />

operaties<br />

MCL Leeuwarden, www.limis.org<br />

ATOS Medical<br />

20 mei Bijscholingsdag KNO<br />

Zoetermeer, iris.schaap@atosmedical.com<br />

AO Nederland<br />

12 en 13 september 2011 principes<br />

operatieve fractuurbehandeling voor<br />

operatieassistenten<br />

Oisterwijk, info@ao-nederland.nl<br />

Erasmus MC zorgacademie<br />

19 mei Symposium Navigatiechirurgie<br />

navigatiechirurgie@hotmail.nl<br />

Antoni van leeuwenhoek Ziekenhuis<br />

8 oktober Operatieve oncologie in<br />

ontwikkeling<br />

Amsterdam, www.nki.nl of symposium.<br />

ok@nki.nl<br />

interster Educatie voor <strong>OK</strong> en CSA<br />

21 april procescontrole op de CSA & Sterile<br />

Barrier Systeem<br />

19 mei Special vergelijking diergeneeskunde<br />

met humane geneeskunde<br />

20 mei Hoe werkt een autoclaaf? &<br />

infectiepreventie<br />

Wormerveer, l.soetendal@interster.nl,<br />

www.interster.nl<br />

Amstelacademie Bijscholing voor<br />

operatieassistenten<br />

9 mei (eerste dag) Bedienen<br />

doorlichtapparatuur (2­daagse cursus)<br />

18 april Gynaecologie<br />

19 april Urologie<br />

Diverse data Neurochirurgie diverse<br />

onderwerpen<br />

Diverse data Cardiothoracale chirurgie<br />

(15­daagse cursus)<br />

Traumadagen 2011<br />

3 en 4 november Congres NVT i.s.m. lVO<br />

Apart programma voor operatieassistenten<br />

locatie volgt, www.trauma.nl<br />

UMC St Radboud<br />

7 april perioperatieve zorg voor de oudere<br />

patiënt<br />

Nijmegen, www.paoheyendael.nl<br />

inspectie voor de Gezondheidszorg<br />

16 juni patiëntveiligheid in opleiding en<br />

onderwijs<br />

Rotterdam, Congres2011@igz.nl<br />

Activiteiten die u via deze rubriek wilt aankondigen, kunt u per e-mail sturen naar<br />

Paul Meijsen: p.meijsen1@chello.nl.<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011 39


<strong>OK</strong> nieuws.nl<br />

Ontwikkelingen in de wereld van de <strong>OK</strong> volgen elkaar in snel tempo op. <strong>OK</strong>nieuws.nl, de nieuwssite<br />

voor de <strong>OK</strong>, is per 1 november 2010 nóg informatiever en nóg leuker, met onder meer:<br />

• Het allerlaatste <strong>OK</strong>-nieuws<br />

• Leuke en leerzame fi lmpjes (nieuw!)<br />

• Loopbaannieuws en vacatures<br />

• Uitspraken van het tuchtcollege (nieuw!)<br />

<strong>OK</strong>nieuws.nl is dé nieuwssite voor dde<br />

<strong>OK</strong>: K: van van operatieassistent<br />

o ooperatieassistent t<br />

tot anesthesiemedewerker en van <strong>OK</strong>-manager tot chirurg.<br />

40 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL april 2011<br />

VERNIEUWD!<br />

• Weblog en Mijn dag: collega’s<br />

over hun werk (nieuw!)<br />

• Agenda, vakevenementen<br />

(nu met foto’s!)<br />

Geef u op voor de<br />

gratis digitale<br />

nieuwsbrief en ontvang<br />

elke twee weken<br />

het laatste <strong>OK</strong>-nieuws<br />

in uw mailbox.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!