05.09.2013 Views

Evaluatie Het Friese Merenproject 2000-2010

Evaluatie Het Friese Merenproject 2000-2010

Evaluatie Het Friese Merenproject 2000-2010

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Evaluatie</strong> van<br />

<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong><br />

<strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Vastgesteld door GS op 14-12-<strong>2010</strong><br />

Vastgesteld door PS op 09-02-2011


<strong>Evaluatie</strong> van<br />

<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong><br />

<strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Provincie Fryslân<br />

Vastgesteld door GS op 14-12-<strong>2010</strong><br />

Vastgesteld door PS op 09-02-2011<br />

Colofon:<br />

Dit is een uitgave van Projectbureau <strong>Friese</strong> Meren, Provincie Fryslân, Postbus 20120,<br />

8900 HM Leeuwarden, Snekertrekweg 1, 058 - 2925862, www.friesemeren.nl<br />

• Productie: Camerik Voortman communicatie- en pr-adviseurs • Opmaak: Ozingavorm<br />

• Drukwerk: Provincie Fryslân • Foto’s: Fryslân Marketing, www.beleeffriesland.nl,<br />

Jaap Goos, Kick Dull, AnneMarieke Voortman, Fotobureau <strong>Het</strong> Hoge Noorden.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 1


2 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Samenvatting en conclusies<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong>: 10 jaar <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong><br />

Eind jaren 90 stond de marktpositie van de <strong>Friese</strong> meren onder druk. De watersport<br />

liet teruglopende bezoekersaantallen zien, concurrerende watersportgebieden<br />

waren in opkomst en de kwaliteit stond onder druk vanwege vele knelpunten<br />

en verouderde voorzieningen. Dit heeft geleid tot de start van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong> op 20 december <strong>2000</strong>. De gedachte hierachter was dat economische<br />

structuurversterking gebaat was bij een meerjarige en consistente aanpak. Nu is het<br />

moment om de resultaten van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> over de afgelopen 10 jaar te<br />

evalueren, deze fase te verantwoorden en af te sluiten.<br />

De evaluatie wijst uit dat <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> goed op schema ligt. In 10<br />

jaar tijd is in samenwerking met diverse partners is voor ruim e 235 mln. uit het<br />

oorspronkelijke plan van aanpak <strong>2000</strong> aan projecten uitgevoerd en gefinancierd.<br />

Met een provinciale bijdrage van e 21 mln. in projecten van derden (33,6%) en<br />

89,1 mln. (37,8%) in het totaal uitgevoerde programma, dus inclusief provinciale<br />

projecten, mogen we de conclusie trekken dat er sprake is geweest van een sterk<br />

financieel aanjaageffect. Uit interviews blijkt dat de resultaten van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong> door watersporttoeristen, ondernemers en brancheorganisaties als<br />

zeer positief worden beoordeeld. Ook zijn onze partners goed te spreken over de<br />

samenwerking.<br />

Doelen<br />

• De belangrijkste doelstelling van 30% werkgelegenheidsgroei in de<br />

watersportsector ligt met 22,7% in 2009 prima op koers. In vergelijking met<br />

de watersportsector in Nederland (16,4%) is dit een aanzienlijk sterkere<br />

groei. Voor <strong>2010</strong> wordt door de economische omstandigheden echter een<br />

werkgelegenheidsdaling verwacht.<br />

• De bestedingen in de watersportsector zijn na een aanvankelijke forse stijging<br />

(2005), teruggevallen tot op het niveau van <strong>2000</strong>. Bestedingscijfers en signalen<br />

uit de markt wijzen op een sterke teruggang van vooral de consumptieve<br />

bestedingen in de horeca. De bestedingsdaling is enigszins strijdig met<br />

de werkgelegenheidsgroei. Dit wordt verklaard doordat de horeca in de<br />

werkgelegenheidsindeling geen onderdeel uitmaakt van de watersportsector.<br />

De ambitieuze groeidoelstelling van 150% bestedingsgroei lijkt niet gehaald te<br />

worden, hoewel uiteindelijk pas aan het eind van het programma in 2015 kan<br />

worden beoordeeld of er sprake is van een tijdelijke inzinking of niet.<br />

• In 2007 hebben Provinciale Staten als extra doel geformuleerd dat de<br />

groei van het watertoerisme in Fryslân tenminste even groot moet zijn als<br />

in de Duitse watersportgebieden. In vergelijking met onze belangrijkste<br />

concurrentiegebieden in Duitsland, Mecklenburg-Vorpommern en Brandenburg,<br />

is Fryslân over het algemeen minder snel gegroeid, maar op een aantal punten<br />

zoals de bootverhuur en het aantal ligplaatsen scoort Fryslân beduidend<br />

beter. Bovendien is de groei van opkomende gebieden vaak sterker dan de<br />

groei van een marktleider zoals Fryslân. Dit gekoppeld aan het feit dat in de<br />

Duitse watersportgebieden de afgelopen jaren een omvangrijk bedrag aan<br />

EU subsidie is geïnvesteerd, verklaart mede de snellere groei. Fryslân mag zich<br />

nog steeds terecht marktleider noemen, want Fryslân is de meest populaire


Ie-akwadukt<br />

watersportbestemming voor Nederlandse en Duitse watersporters. De dichtheid<br />

en zichtbaarheid van ons water en ons watersportaanbod, is in vergelijking<br />

met de Duitse watersportgebieden veel groter en onze vele toeristische dorpen<br />

en steden in het merengebied vormen een fraai en uniek gebiedskenmerk. De<br />

concurrentiepositie staat niet onder druk van de Duitse watersportgebieden,<br />

maar vooral de Duitse Oostzee wordt wel steeds meer een populair zeilgebied en<br />

een concurrent voor het IJsselmeer.<br />

Resultaten PvA <strong>2000</strong> oorspronkelijk programma (Spoor 1)<br />

<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> heeft nagenoeg alle beoogde resultaten van het<br />

oorspronkelijke plan uit <strong>2000</strong> bereikt. De partners zijn enthousiast over de succesvolle<br />

samenwerking en de effectieve programmatische aanpak. De ondernemers en<br />

toeristen zijn erg positief over de resultaten tot nu toe. De markt is enthousiast over<br />

de kwaliteitsverbetering van het vaargebied. Op veel plaatsen zijn vaarwegen weer<br />

op diepte gebracht en het vaargebied vergroot door nieuwe en opgewaardeerde<br />

vaarroutes. De vele nieuwe en verbeterde aanlegplaatsen en passantenplaatsen,<br />

vooral De Marrekrite aanlegplaatsen, worden door de watersporters erg<br />

gewaardeerd. Zes watersportkernen zijn opgewaardeerd en de vijf aangelegde<br />

aquaducten hebben belangrijke weg-water knelpunten opgelost en zijn bovendien<br />

nationale boegbeelden geworden.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 3


4 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Belangrijke basisvoorzieningen zoals het baggeronderhoud van vaarwegen en<br />

de realisatie van <strong>2000</strong> nieuwe en verbeterde aanlegplaatsen blijven achter bij de<br />

doelstelling. Alle betrokkenen bij de evaluatie hebben aangegeven dat de basis<br />

op orde moet worden gebracht en geborgd moet worden. Dit signaal wordt in dit<br />

uitvoeringsprogramma vertaald door het opnemen van onderhoudsbaggeren, het<br />

afschaffen van pauzes bij brugbediening en extra aanlegplaatsen als belangrijke<br />

speerpunten.<br />

Sluis Alde Leie


Resultaten PvA 2007 en Herijking 2008 extra inspanning (Spoor 2)<br />

In het Plan van Aanpak 2007 en de Herijking 2008 is het programma herschikt met<br />

de programmalijnen “Grenzeloos varen”, “Bestedingen aan de wal” en “Ecologie<br />

en duurzaamheid”. In de programmalijn “Grenzeloos Varen” is de Noordelijke<br />

Elfstedenvaarroute voortvarend tot uitvoering gekomen. De verwachting is dat<br />

de vaarroute in 2013 geopend kan worden. Er zijn echter ook projecten die<br />

meer inspanning vragen dan werd verwacht, bijvoorbeeld als gevolg van hoger<br />

uitvallende kostenramingen of ecologische effecten. Voorbeelden van projecten<br />

die niet of moeilijk uitvoerbaar zijn gebleken, zijn de verbinding Drachten-<br />

Groningen/Drenthe, de opwaardering van de Turfroute en de verruiming van<br />

brug- en sluisbedieningstijden. Dit laatste project wordt door de watersporters en<br />

de branche echter uiterst belangrijk gevonden en we zullen dit project dan ook<br />

weer opnemen in het uitvoeringsprogramma 2011-2015. Daarbij wordt de insteek<br />

verlegd naar verruiming van bedieningstijden door middel van extra banen in<br />

plaats van afstandsbediening. Vanwege de hoge kosten, een beperkt rendement en<br />

soms negatieve ecologische effecten, rijst de vraag hoe ver we in de uitvoering van<br />

Grenzeloos varen willen gaan.<br />

De voorbereiding van de opwaardering van de haven- en waterfronten<br />

van toegangspoorten en watersportkernen is in volle gang. De eerste<br />

bestuursovereenkomst “<strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> 2e fase gemeente Wymbritseradiel“<br />

voor de opwaardering van de waterfronten van Heeg, Woudsend en IJlst is inmiddels<br />

getekend en de uitvoering zal in 2011 starten, indien PS hiermee instemt. Opgemerkt<br />

mag worden dat we met dit project zeer content zijn vanwege een omvangrijke<br />

gemeentelijke investering van e 3 mln. en een vervolginvestering van marktpartijen<br />

van meer dan e 5 mln. De uitvoering en financiering van de masterplannen<br />

Earnewâld en Bolsward worden binnenkort in bestuurlijke afspraken vastgelegd.<br />

<strong>Het</strong> opstellen van de masterplannen voor Franeker, Dokkum, Joure en Balk is in <strong>2010</strong><br />

gestart. Net als bij Wymbritseradiel willen we voor de uitvoering van deze plannen<br />

onder andere een beroep doen op middelen uit het Regionaal Economische Pakket in<br />

die situaties dat de markt substantieel investeert.<br />

Luts<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 5


Luts<br />

6 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

<strong>Het</strong> versterken van toegangspoorten wordt eveneens vorm gegeven door eerst een<br />

masterplan voor de betreffende plaats op te stellen en vervolgens de uitvoering<br />

ter hand te nemen. <strong>Het</strong> opstellen van het masterplan voor de toegangspoorten<br />

Harlingen, Makkum, Lemmer en Zuidoever Tjeukemeer is inmiddels gestart. Met<br />

de gemeenten Harlingen en Lemsterland kunnen op basis van hun masterplannen<br />

eind <strong>2010</strong>/begin 2011 bestuurlijke afspraken worden gemaakt over de uitvoering<br />

en financiering van de plannen. Binnen alle gemeenten is veel draagvlak voor deze<br />

economische en toeristische kansrijke projecten en de bestuurlijke voorbereiding en<br />

planvorming wordt voortvarend opgepakt.<br />

Conclusie<br />

De omvangrijke investeringen die door alle participanten in <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong><br />

zijn gedaan, hebben een positief effect gehad op de kwaliteit van het vaargebied<br />

en de watersportvoorzieningen in Fryslân. Fryslân heeft haar concurrentiepositie<br />

als toeristische (watersport)bestemming en de economische positie van haar<br />

watersportsector in de afgelopen 10 jaar zeker verbeterd. Een meerjarig consistent<br />

uitgevoerd beleid loont. Met dank aan de politiek van de provincie Fryslân, die<br />

drie statenperiodes haar steun en vertrouwen heeft uitgesproken in <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong> en met dank aan alle partners. Een flinke slag is gemaakt, maar<br />

we zijn nog niet klaar, de bestedingen van watersporters staan onder druk en de<br />

concurrentie zit niet stil. Maar vanwege de schaarser wordende middelen willen we<br />

de koers wel bijstellen door meer focus te leggen op het economische deel van het<br />

programma en de infrastructurele programmalijn “Grenzeloos varen” af te bouwen.<br />

Deze koerswijziging is ook noodzakelijk omdat als gevolg van recente<br />

kostenramingen voor de vaarverbinding Drachten – Groningen/Drenthe, de<br />

programmabegroting van e 495 mln. fors overschreden dreigt te worden en dreigt<br />

op te lopen tot e 584 mln. (235 uitgevoerd + 349 in uitvoering en gepland). Er<br />

moet meer focus in het uitvoeringsprogramma worden aangebracht om binnen het<br />

oorspronkelijke financiële kader van e 495 mln. (345 mln. PvA <strong>2000</strong> en 150 mln. PvA<br />

2007 extra inspanning) te blijven. Daarom is in het uitvoeringsprogramma 2011-<br />

2015 een versoberingvoorstel opgenomen. Dit voorstel betreft een opsomming<br />

van geplande projecten waarmee we willen stoppen, in verband met geen of<br />

onvoldoende financieringsmogelijkheden, een te laag investeringsrendement, te<br />

hoge kosten of een te geringe bijdrage aan de programmadoelen.


INHOUD<br />

Samenvatting en conclusies 2<br />

Hoofdstuk 1<br />

Inleiding 9<br />

1.1 Aanleiding voor <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> 9<br />

1.2 Planvorming, evaluatie en bijstelling 10<br />

1.3 Doel en opzet van de evaluatie 11<br />

1.4 Bronverantwoording 12<br />

1.5 Leeswijzer 12<br />

Hoofdstuk 2<br />

Economische toeristische ontwikkelingen en kengetallen 13<br />

2.1 Economische toeristische ontwikkelingen in de markt 14<br />

2.2 Economische betekenis 16<br />

Hoofdstuk 3<br />

Doelstellingen en effecten 27<br />

3.1 Doelstellingen 29<br />

3.2 Effecten van spoor 1 31<br />

3.3 Effecten van spoor 2 35<br />

Hoofdstuk 4<br />

Resultaten en projecten 37<br />

4.1 Resultaten en projecten Spoor 1 38<br />

4.1.1 Vergroten vaargebied en verbeteren vaarmogelijkheden 39<br />

4.1.2 Oplossen knelpunten weg-water bij beweegbare bruggen 46<br />

4.1.3 Verbeteren watersportvoorzieningen 50<br />

4.1.4 Integrale aanpak, organisatie en samenwerking 53<br />

4.2 Resultaten en projecten spoor 2 57<br />

4.2.1 Programmalijn Grenzeloos Varen 57<br />

4.2.2 Programmalijn Bestedingen aan de wal 60<br />

4.2.3 Programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid 63<br />

Hoofdstuk 5<br />

Externe randvoorwaarden 67<br />

Hoofdstuk 6<br />

Kosten en financiering 73<br />

6.1 Spoor 1 73<br />

6.2 Spoor 2 75<br />

Bijlage 1 Bronverantwoording 77<br />

Bijlage 2 Betrokkenen 79<br />

Bijlage 3 Spoor 1 81<br />

Bijlage 4 Gepland of in uitvoering 83<br />

Bijlage 5 Spoor 2 84<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 7


Johan Frisosluis, Stavoren<br />

8 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong>


1.1<br />

Hoofdstuk 1<br />

Inleiding<br />

Aanleiding voor <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong><br />

Recreatie en toerisme is voor de provincie Fryslân een belangrijke economische<br />

pijler geworden. Fryslân als provincie van water is een aantrekkelijke bestemming<br />

voor binnen- en buitenlandse toeristen en recreanten. Fryslân heeft 30.000 hectare<br />

aan meren en plassen en is daarmee een uniek watersportgebied binnen West<br />

Europa. De recreatieve vaarwegen hebben een totale lengte van 675 km. Hiervan<br />

is 475 km voor de grote watersport en 200 km vaarweg voor de kleine watersport<br />

geschikt. Kanalen en meren dooraderen het weidse Fryske landschap met langs<br />

de oevers ongeveer 13.000 ha aan natuurgebied. Dit natuurlijke karakter wordt<br />

aangevuld met de vele karakteristieke dorpen en (elf)steden. Naast de omvangrijke<br />

watersportmogelijkheden op het binnenwater, heeft Fryslân ook grootschalig<br />

vaarwater op het IJsselmeer, de Waddenzee en de aangrenzende Noordzee. Geen<br />

enkel gebied in Europa heeft deze unieke combinatie. Daarom kunnen we in<br />

onze provincie de toeristen en recreanten veel en veelzijdig water(sport)plezier<br />

bieden. Voeg daarbij het typische karakter van onze provincie met een eigen taal,<br />

streekeigen producten, cultuurhistorie, de (elf)steden en sporten als skûtsjesilen,<br />

fierljeppen en kaatsen dan is de bijzondere aantrekkingskracht van het gebied snel<br />

verklaard. De <strong>Friese</strong> Meren en het IJsselmeer zijn daarom naast de Elfsteden en de<br />

Wadden unieke speerpunten in het recreatie en toerismebeleid van Fryslân.<br />

De marktpositie en betekenis van het <strong>Friese</strong> merengebied stond eind jaren<br />

negentig onder druk. De kwaliteit van het <strong>Friese</strong> vaargebied kon op vele punten<br />

worden verbeterd, zoals bereikbaarheid, bevaarbaarheid en kwaliteit van<br />

de watersportvoorzieningen. Afnemende bezoekersaantallen, grootschalige<br />

investeringen in concurrerende watersportgebieden en andere toeristische<br />

ontwikkelingen waren aanleiding voor een grootse meerjarige kwaliteitsimpuls<br />

in het <strong>Friese</strong> merengebied. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de start van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong> op 20 december <strong>2000</strong>.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 9


1.2<br />

10 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Planvorming, evaluatie en bijstelling<br />

Economische structuurversterking is gebaat bij een meerjarige en consistente<br />

aanpak. Dit was de gedachte achter <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>. <strong>Het</strong> oorspronkelijke<br />

beleidskader is vastgesteld in <strong>2000</strong> met een uitgebreid Plan van Aanpak voor<br />

een totale kostenraming van f 685 mln. (e 310 mln.). Vervolgens is in 2001 het<br />

projectbureau <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> (<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>) van start gegaan.<br />

De uitvoering van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> is al gedurende drie statenperiodes<br />

gebaseerd op de doelstellingen en uitgangspunten van dit Plan van Aanpak.<br />

Vanwege de lange looptijd en het meerjarige karakter van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong><br />

zijn tussentijdse evaluaties vereist om bij te kunnen sturen in koers en programmering<br />

van projecten. Dit heeft geleid tot een aantal momenten van “checks en balances”.<br />

Hieronder een opsomming:<br />

• 2003 eerste “tussenstand” als evaluatierapportage.<br />

- Vele projecten in voorbereiding en focus op binnenhalen kompassubsidie.<br />

• 2005 PS stuk balans.<br />

- Polderhoofdkanaal aan programma toegevoegd en cofinanciering kompas.<br />

• 2006 tweede tussenbalans “It Fryske Marreprojekt yn balans”.<br />

- Programma op koers, aantal projecten opgeleverd;<br />

- Kompassubsidie wordt substantieel aangeboord;<br />

- Gemeenten lopen niet warm voor bagger(subsidie);<br />

- Samenwerking met partners verloopt goed.<br />

• 2007 Beleidsnotitie ‘Fryslân Toeristische Topattractie in Nederland’.<br />

- 3 programmalijnen: Elf Steden, de Wadden en Grenzeloos Varen.<br />

• 2007 Plan van aanpak “Koers op Fryslân” 2e fase.<br />

- Afmaken oorspronkelijke plan <strong>2000</strong> (spoor 1);<br />

- Kostenraming spoor I e 345 mln. (Polderhoofdkanaal en hogere ramingen);<br />

- Consultatie van de markt leidt tot extra inspanning (spoor 2);<br />

- Grenzeloos varen, bestedingen aan wal en Innovatieve toepassingen;<br />

- Kostenraming e 150 mln.;<br />

- Temporisering, looptijd wordt verlengd van <strong>2010</strong> naar 2013.<br />

• 2008 Herijking, prioritering en programmamanagement.<br />

- Economische en ecologische effectmeting op verzoek van PS;<br />

- Schrappen vaarroute Leeuwarden Oost en prioriteiten in uitvoering;<br />

- Programmalijn innovatie geïntegreerd in andere programmalijnen;<br />

- Nieuwe programmalijn ecologie en duurzaamheid;<br />

- PS stelt e 31,9 mln. aan provinciale middelen beschikbaar voor 2009-2013.<br />

• <strong>2010</strong> Begroting.<br />

- Spanning op middelen, e 31,9 mln. niet tijdig vrijgemaakt;<br />

- Temporisering, looptijd wordt verlengd van 2013 naar 2015.<br />

Nu in <strong>2010</strong> is het moment aangebroken om het programma van de afgelopen 10<br />

jaar te evalueren en deze fase te verantwoorden en af te sluiten. Op basis van de<br />

uitkomsten wordt het programma voor de komende jaren aangescherpt. Deze<br />

aanscherping is opgenomen in een apart document: Uitvoeringsprogramma <strong>Het</strong><br />

<strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> 2011-2015.


1.3<br />

Sasbrug, Harlingen<br />

Doel en opzet van de evaluatie<br />

Doel van de evaluatie is het beoordelen van de uitvoering van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong> over de afgelopen tien jaar: de periode <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong>. De evaluatie<br />

kent daarbij drie momenten van programmering en planning. Allereerst het Plan<br />

van Aanpak <strong>Friese</strong> Meren <strong>2000</strong> (PvA <strong>2000</strong>), vervolgens een bijstelling in het Plan<br />

van Aanpak ‘Koers op Fryslân’ 2e fase (PvA 2007) en de ‘Herijking, prioritering en<br />

programmamanagement 2e fase’ (Herijking, 2008). In deze evaluatie worden de<br />

uitgangspunten gehanteerd die gebruikt zijn in de structuur van het PvA 2007. Hierin<br />

zijn de volgende pakketten van maatregelen onderscheiden:<br />

• Spoor 1<br />

- 1e fase: PvA <strong>2000</strong>, uitvoering t/m 2006;<br />

- 2e fase: PvA <strong>2000</strong>, uitvoering na 2006;<br />

• Spoor 2: PvA 2007, extra inspanning, uitvoering na 2006.<br />

Daar waar mogelijk wordt kwantitatief geëvalueerd. Dit wordt aangevuld met een<br />

kwalitatieve terugblik. Er wordt onderscheid gemaakt in doelen, effecten, resultaten<br />

en projecten:<br />

• De doelen zijn de belangrijkste geformuleerde effecten in de markt die<br />

specifiek door Provinciale Staten zijn vastgesteld. Doelen zijn door <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong> beïnvloedbaar, maar niet afdwingbaar.<br />

• De effecten zijn gewenste ontwikkelingen in de markt, soms niet specifiek en<br />

meetbaar geformuleerd en daardoor niet altijd kwantitatief te verantwoorden.<br />

Effecten zijn door <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> beïnvloedbaar, maar niet<br />

afdwingbaar.<br />

• De resultaten zijn de uitkomsten van één of meerdere projecten of processen.<br />

Resultaten zijn door <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> in vele gevallen afdwingbaar.<br />

• De projecten zijn werken, waarbij een overeenkomst is gesloten met derden<br />

en/of een begroting is overeengekomen. De uitvoering van projecten is in vele<br />

gevallen afdwingbaar.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 11


1.4<br />

1.5<br />

12 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Bronverantwoording<br />

Om een zo compleet mogelijk beeld te schetsen, is gebruik gemaakt van<br />

verschillende onderzoeken en rapporten. Deze zijn opgenomen in bijlage 1.<br />

De evaluatie is mede tot stand gekomen in samenwerking met vertegenwoordigers<br />

van de toeristisch-recreatieve sector, waaronder bestuurders en ambtenaren vanuit<br />

gemeenten, ondernemers en instanties. In plenaire bijeenkomsten en via interviews<br />

zijn diverse meningen uitgewisseld en zijn ideeën naar voren gebracht over de wijze<br />

waarop het toeristisch beleid de komende jaren aangescherpt moet worden. Via<br />

deze inter actieve aanpak is waardevolle kennis en ervaring uit het werkveld benut.<br />

Bijlage 2 geeft een overzicht van alle betrokkenen.<br />

Leeswijzer<br />

Hoofdstuk twee licht de economische toeristische effecten toe. Er wordt ingegaan op<br />

de economische betekenis en marktpositie van de watersport in Fryslân. <strong>Het</strong> derde<br />

hoofdstuk benoemt de voortgang op de doelstellingen voor zowel spoor 1 als<br />

spoor 2. Hoofdstuk vier beschrijft voor beide sporen de voortgang van het<br />

programma, aan de hand van de bereikte resultaten en uitgevoerde en nog lopende<br />

projecten. Om <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> tot een succes te maken zijn een aantal<br />

externe randvoorwaarden essentieel. De wijze waarop deze randvoorwaarden de<br />

resultaten hebben beïnvloed, wordt toegelicht in hoofdstuk vijf. Hoofdstuk zes ten<br />

slotte gaat in op de kosten, financiering en multiplier. Een samenvatting van het<br />

geheel en de conclusies zijn opgenomen aan het begin van dit rapport.<br />

In het rapport wordt in het vervolg ten behoeve van de leesbaarheid gesproken over<br />

PvA <strong>2000</strong>, PvA 2007 en Herijking 2008. Wanneer het andere documenten betreft<br />

worden deze specifiek genoemd. Daar waar gesproken wordt over ‘FMP’, wordt <strong>Het</strong><br />

<strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> bedoeld.


Hoofdstuk 2<br />

Economische toeristische<br />

ontwikkelingen en kengetallen<br />

Dit hoofdstuk belicht de economische toeristische ontwikkelingen over de afgelopen<br />

10 jaar in de <strong>Friese</strong> watersport. De economische betekenis ervan wordt uiteengezet<br />

aan de hand van cijfers ten aanzien van werkgelegenheid, bestedingen en de<br />

internationale concurrentiepositie van Nederland, met Fryslân in het bijzonder.<br />

Samenvatting<br />

• Marktpositie. Nederland neemt in Europa de 5e plaats in als watersportland. Onder<br />

Nederlanders is Fryslân de belangrijkste watersportbestemming. Ondanks dat in<br />

Noord- en Zuid-Holland meer boten actief zijn dan in Fryslân, is Fryslân het meest<br />

populaire vaargebied voor de Nederlandse watersporters met een marktaandeel<br />

van 25%. Van de buitenlandse bootvakantiegangers is Duitsland verreweg (95%)<br />

het belangrijkste herkomstgebied. In Nederland worden het IJsselmeer, de Wadden<br />

en de <strong>Friese</strong> meren het meest bezocht door de Duitse watersporters. Van alle Duitse<br />

bootvakanties wordt 31% doorgebracht in Fryslân, daarvan is 60% met een zeilboot.<br />

• Bestedingen. In 2009 bedroegen de totale bestedingen van Nederlandse<br />

watersporters in Nederland e 127,5 mln. Hiervan werd e 38 mln. (30%) in Fryslân<br />

besteed. De totale bestedingen door Duitse watersporters in Nederland bedroegen<br />

e 68 mln., waarvan e 26 mln. (38%) in Fryslân. Per persoon geven Duitse<br />

watersporters per bootvakantie e 317 uit in Fryslân, tegen e 177 besteding per<br />

persoon per bootvakantie door Nederlandse watersporters.<br />

• Werkgelegenheid. <strong>Het</strong> aantal banen in de <strong>Friese</strong> watersport is tussen <strong>2000</strong> -<br />

2009 gegroeid van 3719 naar 4563 banen (een groei van 22,7%). De watersport<br />

levert daarmee circa 20% van de toeristische werkgelegenheid in Fryslân. Door<br />

verslechterende economische omstandigheden zijn sinds 2008 ruim 100 banen<br />

verloren gegaan. Jachtwerven zijn de belangrijkste deelsector binnen de watersport<br />

met ruim een derde deel van het totaal aantal banen en de hoogste groei.<br />

De werkgelegenheidsgroei van 22,7% in de <strong>Friese</strong> watersport is duidelijk hoger dan<br />

de totale <strong>Friese</strong> werkgelegenheidsgroei van 15% en hoger dan de groei in de <strong>Friese</strong><br />

sector recreatie en toerisme van 18%. Ook in vergelijking met Nederland scoort de<br />

<strong>Friese</strong> watersport de afgelopen 10 jaar bovengemiddeld. <strong>Het</strong> aantal bedrijven in de<br />

watersport is sinds <strong>2000</strong> met 437 (47%) gegroeid.<br />

•<br />

Jachthavens en boothuur. <strong>Het</strong> aantal jachthavens is sinds 2001 met 12 gegroeid tot<br />

219 havens en het totaal aantal ligplaatsen is met 2600 gegroeid tot ruim 33.000<br />

ligplaatsen. De bezettingsgraad van de vaste ligplaatsen is van 84% in 2001 gegroeid<br />

tot 88,4% in 2009. De totale verhuurvloot is in deze met 200 boten afgenomen tot<br />

2.732. Dit betreft voornamelijk open zeilboten.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 13


2.1<br />

14 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Economische toeristische ontwikkelingen in de markt<br />

Ondanks de matige conjunctuur heeft de toerismebranche inclusief het<br />

watersporttoerisme de afgelopen tien jaar een lange periode van groei gekend. De<br />

recente kredietcrisis zorgde echter voor een sterke conjunctuurdaling en een<br />

kentering in het toerisme, die vanaf 2008 ook in de watersportsector voelbaar is.<br />

Consumenten gaan minder vaak en korter op vakantie, men besteedt minder tijdens<br />

de ondernomen vakanties, men boekt later en kiest bestemmingen dichterbij huis.<br />

Ten aanzien van dit laatste punt heeft de provincie Fryslân in 2009 voordeel gehad bij<br />

de huidige economische malaise.<br />

Erg trots mogen we zijn op het feit dat het <strong>Friese</strong> merengebied als<br />

watersportbestemming inmiddels de meest populaire bestemming is onder<br />

Nederlanders. Ook het IJsselmeer en de Wadden scoren goed, in het bijzonder onder<br />

zeilers. Uit onderzoek blijkt dat ruim een kwart van alle bootvakanties in Fryslân<br />

met eigen boot wordt doorgebracht (NBTC-NIPO, <strong>2010</strong>). Vergeleken met de eigen<br />

bootbezitters is de <strong>Friese</strong> marktpositie voor huurbootvakanties nog dominanter.<br />

Van alle bootvakanties in Nederland met een gehuurde of geleende boot kiest 37%<br />

voor Fryslân. Ook Duitse gasten waarderen het <strong>Friese</strong> vaargebied en weten ondanks<br />

de opkomst van de Duitse watersportgebieden onze provincie nog steeds goed te<br />

vinden. In de IJsselmeerhavens is het aantal boten de afgelopen 10 jaren gegroeid<br />

met 20%. Deze groei heeft echter uitsluitend plaatsgevonden in de jachthavens<br />

van Noord-Holland en Flevoland. De sluispassages op het IJsselmeer laten de<br />

afgelopen 10 jaren eveneens een groei zien (Den Oever + 30% / Kornwerderzand<br />

+10%), alhoewel hier de laatste jaren sprake is van stabilisatie. Al met al laten de<br />

ontwikkelingen op het IJsselmeer over de afgelopen periode een gunstig beeld zien.<br />

buitenhaven Kornwerderzand


Niet alle kengetallen geven een positief beeld. Zo laten brug- en sluistellingen<br />

van de recreatievaart de laatste jaren een daling van het aantal passages zien,<br />

staat de verhuurmarkt van vooral de open zeilboten onder druk en wordt er door<br />

watersporters bezuinigd op de bestedingen.<br />

Demografische ontwikkelingen zijn van invloed op de economische toeristische<br />

ontwikkeling. Zo blijkt de reislustige senior een steeds belangrijkere doelgroep.<br />

Zij hebben vaak geld te besteden en gaan meerdere keren per jaar op vakantie<br />

(ook buiten het hoofdseizoen). Anderzijds is een ‘ontgroening’ zichtbaar. De<br />

belangstelling bij de jeugd voor watersport staat onder druk door een toenemende<br />

concurrentie van andere vrijetijdsactiviteiten en goedkope buitenlandse vakanties.<br />

De verhuurmarkt voor open zeilboten heeft het daardoor al jaren moeilijk.<br />

De vraag vanuit de markt blijft veranderen. Watersportondernemers geven aan<br />

dat hun gasten, ongeacht hun leeftijd, niet alleen maar willen varen, maar in<br />

toenemende mate variatie en afwisseling zoeken in hun watersportvakantie. Vooral<br />

jongeren zoeken veel en afwisselend vertier en willen in korte tijd zoveel mogelijk<br />

beleven. De huursector ervaart steeds vaker “last-minute” boekingen en het weer<br />

is van invloed op het vaargedrag en de drukte op het water. <strong>Het</strong> ontstaan en<br />

toenemende gebruik van websites voor het weer, heeft het vaargedrag de laatste<br />

jaren beïnvloed. Er is ook meer behoefte aan kwaliteit, luxe en comfort. Vooral bij<br />

de oudere leeftijdsgroepen. Er zijn in de afgelopen jaren meer boten en ligplaatsen<br />

in Fryslân gekomen, maar er worden minder vaarbewegingen gemaakt. Toeristen<br />

gebruiken het water meer en meer als decor: een prachtig landschap om vanaf de<br />

oever, kade of het land van te genieten.<br />

fietspad langs Grytmansrak<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 15


2.2<br />

16 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Economische betekenis<br />

De economische betekenis van de watersport wordt uiteengezet aan de hand<br />

van cijfers ten aanzien van werkgelegenheid, bestedingen en de internationale<br />

concurrentiepositie van Nederland, met Fryslân in het bijzonder.<br />

Internationale concurrentiepositie Nederland<br />

Als de watersportgebieden van 16 Europese landen met elkaar worden vergeleken<br />

op basis van economische kengetallen en gebiedskenmerken, neemt Nederland<br />

als watersportland momenteel een 5e positie in, na Engeland, Zweden, Finland, en<br />

Noorwegen. Opvallend kenmerk hierbij is dat Nederland zich onderscheidt door het<br />

grote aanbod aanlegplaatsen.<br />

Duitsland is voor Nederland het belangrijkste herkomstgebied van buitenlandse<br />

bootvakantiegangers. Uit een vorig jaar gehouden onderzoek onder Duitse<br />

watersporters naar bootvakanties op de Duitse markt blijkt dat Nederland<br />

een 2e plaats inneemt als bestemming voor een bootvakantie. Op de 1e plaats<br />

komt Duitsland zelf, waar de helft van de Duitse watersporters met de boot op<br />

vakantie gaat. Een derde deel van hen gaat naar Nederland; dit betreft 160.000<br />

bootvakanties.<br />

Als gekeken wordt naar het type boot, dan zijn de belangrijkste<br />

voorkeurbestemmingen voor een bootvakantie met een kajuitzeiljacht:<br />

Duitsland, Zweden en daarna Nederland op de 3e plaats. De belangrijkste<br />

voorkeurbestemmingen voor een bootvakantie met een kajuitmotorboot zijn:<br />

Duitsland, Nederland en Frankrijk.<br />

Figuur 2.1 Voorkeursbestemming Duitse watersporter<br />

Bron: NBTC-NIPO


Concurrentiepositie Fryslân nationaal<br />

<strong>Het</strong> gevarieerde aanbod van groot en klein vaarwater in combinatie met het stelsel<br />

van verbindende vaarwegen en sfeervolle dorpen en steden, vormt de kern van<br />

het <strong>Friese</strong> watersportgebied dat daarmee uniek en van internationale betekenis is.<br />

De sterke identiteit van Fryslân als watersportprovincie is bepalend voor de stevige<br />

(inter)nationale marktpositie van de <strong>Friese</strong> watersportsector. De marktpositie van het<br />

<strong>Friese</strong> watersportgebied kan onder andere worden afgemeten aan de voorkeur van<br />

Nederlanders en buitenlanders voor een watersportvakantie in Fryslân.<br />

Eigen bootbezitters<br />

Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders ruim een kwart van alle bootvakanties met<br />

eigen boot doorbrengen in Fryslân:<br />

1. Fryslân 27% (155.000 bootvakanties)<br />

2. Noord-Holland 19%<br />

3. Zuid-Holland 15%<br />

<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> merengebied is het meest populaire vaargebied met ca. 39.000<br />

bootvakanties per jaar (= 25 % marktaandeel).<br />

Huurboten<br />

Ook met gehuurde boten worden de meeste Nederlandse bootvakanties in Fryslân<br />

doorgebracht. Vergeleken met de eigen bootbezitters is de <strong>Friese</strong> marktpositie voor<br />

huurbootvakanties echter nog dominanter;<br />

1. Fryslân 37% (31.000 bootvakanties)<br />

2. Noord-Holland 17%<br />

3. Zuid-Holland 9%<br />

Ook hier is het <strong>Friese</strong> merengebied het meest populaire vaargebied met ca.11.000<br />

bootvakanties (= 35% marktaandeel).<br />

Figuur 2.2 Nationale bootvakanties<br />

Bron: NBTC-NIPO<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 17


18 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Figuur 2.3 Vloot kajuitboten<br />

Bron: Stichting Waterrecreatieadvies<br />

De vloot kajuitboten is in Noord- en Zuid-Holland echter groter dan de <strong>Friese</strong><br />

vloot. Noord-Holland is hierbij koploper met 30.000 kajuitboten, Zuid-Holland is 2e met 25.500 kajuitboten en Fryslân ligt op de 3e plaats met 23.500 kajuitboten. Dit<br />

betekent dat in Noord- en Zuid-Holland meer boten actief zijn in eigen provincie,<br />

maar dat Fryslân voor bootvakanties verreweg de aantrekkelijkste bestemming is op<br />

de Nederlandse watersportmarkt.<br />

Figuur 2.4 Belangrijkste bestemmingsprovincies bootvakanties in Nederland<br />

Bron: NBTC-NIPO


Concurrentiepositie Fryslân internationaal<br />

Aangezien de buitenlandse watersportmarkt voor circa 95% door Duitse<br />

watersporters wordt bepaald, is het vorig jaar gehouden onderzoek onder Duitse<br />

watersporters naar bootvakanties in Nederland voldoende richtinggevend om inzicht<br />

te geven in de internationale marktpositie van een watersportvakantie in Fryslân.<br />

De meest bezochte vaargebieden in Nederland door Duitse watersporters zijn in<br />

volgorde: het IJsselmeer (38%), de Waddenzee (31%), de <strong>Friese</strong> meren (17%) en<br />

het Deltagebied (14%). Uit onderzoek naar de ontwikkeling van de watersport in<br />

het IJsselmeergebied blijkt dat bijna de helft van alle vaste ligplaatsen langs de<br />

<strong>Friese</strong> IJsselmeerkust door Duitsers wordt gehuurd (Waterrecreatieadvies, 2009). Op<br />

basis van ondermeer dit gegeven en de stevige huurmarktpositie van Fryslân wordt<br />

geschat dat circa 50.000 Duitse bootvakanties (=31% van 160.000) in Fryslân wordt<br />

doorgebracht (totale groep Duitse bootvakanties in Nederland: verdeling 60%<br />

zeilboot – 40% motorboot / 80% gehuurd – 20% eigendom).<br />

Sinds 10 jaar is in het hele IJsselmeergebied sprake van een daling van het<br />

aandeel Duitse vaste ligplaatshouders. Deze daling is het sterkst langs de <strong>Friese</strong><br />

IJsselmeerkust. In de afgelopen 10 jaar is het Duitse aandeel hier gedaald van ruim<br />

60% in <strong>2000</strong> tot 47% in 2009. Navraag bij een kleine groep <strong>Friese</strong> watersportondernemers<br />

geeft een indicatie van hun vertrekredenen. <strong>Het</strong> betreft vooral verkoop<br />

van de boot vanwege ouderdom of gezondheidsredenen, maar ook de keuze voor<br />

een nieuw vaargebied zoals de Oostzee. Sommigen kiezen voor een ligplaats in het<br />

niet-<strong>Friese</strong> gedeelte van het IJsselmeergebied.<br />

Bestedingen<br />

De totale bestedingen door Nederlandse watersporters bedroegen vorig jaar e 127,5<br />

miljoen, waarvan e 38 miljoen werd besteed in Fryslân (= 30%). Daarnaast werd<br />

door Duitse watersporters vorig jaar e 68 miljoen in Nederland besteed, waarvan<br />

naar schatting e 26 miljoen in Fryslân. De totale bestedingen door watersporters<br />

in Nederland komen daarmee op bijna e 196 miljoen, waarvan e 64 miljoen in<br />

Fryslân. Deze bestedingen hebben alléén betrekking op de dagelijkse bestedingen en<br />

bootverhuur tijdens vakanties en dagtochten. Hierin zijn niet begrepen de aanschaf<br />

van de boot, onderhoud en winter- en zomerberging. De totale bestedingen van<br />

alle verblijfstoeristen in Fryslân bedragen e 513 miljoen, waarvan 12,5% door<br />

bootvakantiegangers wordt besteed.<br />

Pikmar<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 19


20 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Figuur 2.5 Totale bestedingen watersporters (incl. dagtochten)<br />

Bron: NBTC-NIPO, 2009<br />

De bestedingen van Nederlandse en Duitse watersporters in Fryslân staan in tabel 2.1<br />

weergegeven, uitgesplitst naar deelmarkt.<br />

Tabel 2.1 Bestedingen tijdens watersportvakanties in Fryslân, naar herkomst en type boot.<br />

Bron: NBTC-NIPO, 2009<br />

Wat opvalt, is het grote belang van de Duitse watersporters voor de <strong>Friese</strong><br />

watersportmarkt. De bestedingsvolume van de Duitse watersporters tijdens een<br />

vakantie is 80% van de totale bestedingen van de Nederlandse watersporter.<br />

Daarbij moet wel worden bedacht dat door Nederlandse watersporters via<br />

dagtochten op hun kajuitboot ook nog eens 5 mln. euro in Fryslân wordt besteed.<br />

Wat verder opvalt, is dat Duitse watersporters per dag circa twee keer zoveel<br />

besteden aan dagelijkse uitgaven dan Nederlandse watersporters tijdens een<br />

watersportvakantie in Fryslân. Duitsers hebben vaak meer personen aan boord dan<br />

Nederlanders, maar hun watersportvakanties duren wel wat korter.


Deze cijfers zijn gebaseerd op de NBTC-NIPO watersportonderzoeken uit 2009 en<br />

betreffen een momentopname. In het Consumentenonderzoek van Toerdata Noord<br />

wordt sinds <strong>2000</strong> gevraagd naar de bestedingen van toeristen, waardoor inzicht in de<br />

ontwikkeling hiervan wordt verkregen. Bij de ondervraagde boottoeristen in Fryslân<br />

lag het bestedingsniveau in <strong>2000</strong> op e 41 per persoon per dag (p.p.p.d.). In 2005<br />

steeg dit cijfer tot e 59 en in 2009 was sprake van een daling tot het uitgavenniveau<br />

van <strong>2000</strong>. Uit een nadere analyse van de onderzoeksgegevens blijkt dat er ten<br />

opzichte van 2005 in 2009 minder geld besteed is aan de huur van boten en men<br />

minder vaak uit eten is gegaan.<br />

Werkgelegenheid watersportsector<br />

<strong>Het</strong> belang van de watersportsector in Nederland komt tot uiting in een omzet van<br />

e 2,5 miljard die gerealiseerd wordt door ruim 17.000 werkzame personen in de<br />

sector (bron: HISWA). Deze omzet in de watersportsector bedraagt 17 % van de<br />

omzet in de totale toeristische sector in Nederland.<br />

De werkgelegenheid in de watersport in Fryslân is tussen <strong>2000</strong> en 2009 toegenomen<br />

van 3719 banen naar 4563 banen. Dit is een groei van bijna 850 banen. Dat is meer<br />

dan 20% van de totale toeristische werkgelegenheid in Fryslân.<br />

In 2008 was het aantal banen nog iets hoger, maar sindsdien zijn er weer ruim 100<br />

banen verloren gegaan door de verslechterende economische omstandigheden.<br />

Jachtwerven zijn de belangrijkste deelsector binnen de watersport. Niet alleen zit<br />

hier ruim een derde van het totaal aantal banen in de watersportsector, maar ook<br />

de groei was hier het hoogst. Sinds <strong>2000</strong> zijn er bij de jachtwerven bijna 500 banen<br />

bijgekomen. De <strong>Friese</strong> jachtbouw heeft ook in de Nederlandse jachtbouw een sterke<br />

positie met een werkgelegenheidsaandeel van 25%.<br />

Grou<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 21


22 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Tabel 2.2 Werkzame personen watersport Fryslân (fulltime + parttime banen)<br />

Bron: Toerdata Noord<br />

Figuur 2.6 geeft de regionale verdeling van de watersportbanen weer.<br />

Wymbritseradiel en Nijefurd hebben de meeste banen, gevolgd door Wûnseradiel,<br />

Harlingen en Sneek.<br />

Figuur 2.6 Aantal banen in de <strong>Friese</strong> watersport per gemeente (2009)<br />

Bron: Provincie Fryslân


In figuur 2.7 is de werkgelegenheidsgroei in de <strong>Friese</strong> watersport vergeleken met<br />

die in andere sectoren. Hieruit blijkt dat de watersport het relatief goed heeft<br />

gedaan. De werkgelegenheidsgroei van bijna 23% in de <strong>Friese</strong> watersport is duidelijk<br />

hoger dan de totale <strong>Friese</strong> werkgelegenheidsgroei van 15% en ook de groei in de<br />

<strong>Friese</strong> sector recreatie en toerisme is met 18% iets lager dan in de watersport. Ook<br />

in vergelijking met Nederland scoort de <strong>Friese</strong> watersport de afgelopen 10 jaar<br />

bovengemiddeld.<br />

Figuur 2.7 Watersport Fryslân vs. Recreatie en Toerisme<br />

Bron: Toerdata Noord, LISA<br />

Vergelijkbare cijfers voor de watersportsector in Nederland zijn er niet. Wel is er<br />

vorig jaar een nieuwe berekeningswijze voor de werkgelegenheid in de sector<br />

recreatie en toerisme en de watersport tot stand gekomen, waardoor vergelijking<br />

met Fryslân mogelijk is (IPO, 2009). Deze cijfers zijn echter op een andere wijze<br />

berekend, waardoor ze afwijken van de hierboven gepresenteerde cijfers.<br />

Tabel 2.3 Werkgelegenheid watersport Fryslân en Nederland, <strong>2000</strong>-2009, volgens definitie<br />

Landelijke Standaard<br />

Bron: LISA<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 23


Middelseerûte<br />

24 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

De <strong>Friese</strong> werkgelegenheid in de watersport is volgens deze definitie aanmerkelijk<br />

lager, vooral omdat de banen in de watersportgebonden industrie en de<br />

watersportgebonden handel en diensten niet worden meegenomen. Wat dat<br />

betreft zijn deze cijfers een onderschatting voor Fryslân. <strong>Het</strong> geeft echter wel enige<br />

vergelijking met Nederland. Volgens deze cijfers bedraagt de groei over de periode<br />

<strong>2000</strong>-2009 in Fryslân 35%, tegen een groei van 20% in heel Nederland. De <strong>Friese</strong><br />

watersport doet het dus ook volgens de LISA indelingsstandaard duidelijk beter<br />

dan in heel Nederland. <strong>Het</strong> werkgelegenheidsaandeel van de <strong>Friese</strong> watersport ten<br />

opzichte van de totale watersport in Nederland is in 2009 22%.


Kengetallen watersportsector Fryslân<br />

Aantal watersportbedrijven<br />

In 2009 waren er in Fryslân in totaal 1365 bedrijven geregistreerd die actief zijn in<br />

één van de watersportsectoren. In vergelijking met <strong>2000</strong> zijn er ruim 400 bedrijven<br />

bijgekomen. Relatief gezien is dit een veel grotere groei dan in de werkgelegenheid.<br />

<strong>Het</strong> gemiddelde aantal werkzame personen per bedrijf is daardoor afgenomen van<br />

4,0 naar 3,3. Dit wijst er op dat er veel nieuwe kleine bedrijven zijn bijgekomen. Ruim<br />

de helft van de bedrijven in de watersport is actief in de jachtbouw of aanverwante<br />

industrie. In tabel 2.4 is het aantal bedrijven weergegeven naar deelsector.<br />

Tabel 2.4 Aantal bedrijven watersport Fryslân<br />

Bron: Werkgelegenheidsregister Fryslân<br />

Aantal watersportovernachtingen<br />

<strong>Het</strong> totaal aantal toeristische overnachtingen in Fryslân was in 2009 ongeveer 11,5<br />

miljoen. Toerdata Noord heeft berekend dat hiervan 1,7 miljoen overnachtingen<br />

plaatsvinden op boten. Dit is verdeeld naar 1,2 miljoen overnachtingen op<br />

eigen boten en iets minder dan een half miljoen overnachtingen op huurboten<br />

(kajuitzeilboten en kajuitmotorboten). <strong>Het</strong> aantal overnachtingen in de watersport<br />

komt daarmee uit op 15% van het totaal aantal toeristische overnachtingen<br />

in Fryslân. Dit is echter een onderschatting van het werkelijke belang van de<br />

watersport. Er zijn ook veel watersporters, zoals zeilers in open zeilboten, die<br />

niet overnachten op een boot maar in een andere accommodatie, bijvoorbeeld<br />

in een bungalow of op een camping. Een deel van de overnachtingen in andere<br />

accommodaties is dus afhankelijk van de watersport. Hoe groot dit aandeel is, is<br />

niet bekend, maar je kunt een ruwe schatting maken door bijvoorbeeld de helft van<br />

de overnachtingen in de bungalows en op campings in het <strong>Friese</strong> merengebied en<br />

langs de <strong>Friese</strong> IJsselmeerkust aan de watersport toe te rekenen. <strong>Het</strong> totaal aantal<br />

watersportgebonden overnachtingen zou dan uitkomen op 3,5 miljoen, wat gelijk is<br />

aan 30% van het totaal toeristische overnachtingen in Fryslân.<br />

Jachthavens en bootverhuur<br />

Tussen 2001 en 2009 zijn er ongeveer 2600 ligplaatsen bijgekomen in jachthavens in<br />

Fryslân (van <strong>2000</strong> zijn er geen goede vergelijkbare cijfers). In totaal zijn er nu ruim<br />

33.000 ligplaatsen. Hiervan zijn 5600 specifiek gereserveerd voor passanten. De<br />

bezettingsgraad van de vaste ligplaatsen is toegenomen van 84% naar 88%.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 25


26 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Bij de bootverhuur is het totale aantal verhuurboten tussen 2001 en 2009 afgenomen<br />

van 2953 naar 2732. Deze afname deed zich vooral voor bij de open zeilboten.<br />

<strong>Het</strong> aantal kajuitmotorboten is ook enigszins afgenomen, maar het aantal<br />

kajuitzeilboten en platbodemzeilboten is licht toegenomen.<br />

Tabel 2.5 Kengetallen jachthavens en bootverhuur Fryslân<br />

Bron: Toerdata Noord<br />

Hoe deze cijfers zich verhouden tot elders in Nederland is niet bekend. Vergelijkbare<br />

cijfers van andere (watersport)provincies zijn er niet. Uit een inventarisatie die<br />

in 2005 heeft plaatsgevonden is wel bekend hoeveel boten er in heel Nederland<br />

ongeveer zijn (Waterrecreatieadvies, 2005). <strong>Het</strong> aantal recreatievaartuigen in Fryslân<br />

wordt daarin geschat op 33.000, wat 17% is van het totaal aantal boten in heel<br />

Nederland.<br />

Prinses Margrietsluis, Lemmer


Hoofdstuk 3<br />

Doelstellingen en effecten<br />

Dit hoofdstuk benoemt de vastgelegde beleidsprestaties geformuleerd als doelen<br />

en effecten en geeft de hierop geboekte resultaten weer. Vervolgens worden<br />

de effecten beschreven. Voor spoor 1 gebeurt dit aan de hand van een aantal<br />

kwalitatief beschreven gewenste resultaten, ontleend aan het PvA <strong>2000</strong>. Spoor 2<br />

is van start gegaan in 2007, door de korte looptijd zijn de bij dit spoor behorende<br />

projecten nog in ontwikkeling.<br />

Samenvatting<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Werkgelegenheidsdoelstelling. Mede dankzij <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> is de<br />

werkgelegenheid in de watersportsector in de periode <strong>2000</strong>-2009 gegroeid met<br />

22,7%. Ten opzichte van de hoofddoelstelling van 30% groei aan het einde van de<br />

looptijd ligt <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> dus prima op koers.<br />

Bestedingsdoelstelling. Van <strong>2000</strong> tot en met 2005 zijn de bestedingen in het<br />

watertoerisme van watersporters in Fryslân sterk gegroeid van e 41 naar e 59<br />

per persoon per dag. De recente kredietcrisis heeft de toeristische bestedingen<br />

echter zwaar onder druk gezet waardoor deze in 2009 uitkomen op e 41. Dit is<br />

exact het bestedingsniveau ten tijde van de start van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> in<br />

<strong>2000</strong>. Bestedingscijfers en signalen uit de markt wijzen op een sterke teruggang<br />

van vooral de consumptieve bestedingen in de horeca. Deze bestedingsdaling is<br />

strijdig met de werkgelegenheidsgroei. Dit wordt verklaard doordat de horeca in<br />

de werkgelegenheidsindeling geen onderdeel uitmaakt van de watersportsector.<br />

Concurrentiedoelstelling. De afgelopen 10 jaar is gebleken dat de groei in het<br />

watertoerisme in de Duitse watersportgebieden – vertaald naar Mecklenburg-<br />

Vorpommern en Brandenburg - groter is geweest dan in Fryslân, maar op een<br />

aantal punten scoort Fryslân beduidend beter. Fryslân is de meest populaire<br />

watersportbestemming en blijkt marktleider te zijn. De beide Duitse gebieden zijn<br />

opkomende groeimarkten en een groeivergelijking valt meestal uit in het nadeel<br />

van gevestigde markten of producten. De <strong>Friese</strong> concurrentiepositie staat niet onder<br />

druk, maar de Duitse Oostzee wordt wel steeds meer een populair zeilgebied en<br />

vormt daarmee concurrentie voor het IJsselmeer en het Wad.<br />

•<br />

Effecten spoor 1. De effecten van spoor 1 zijn beschreven aan de hand van een<br />

aantal kwalitatieve resultaten. De indruk is dat het aanbod in de recreatiesector<br />

diverser is geworden en dat de kwaliteit flink is verbeterd bij zowel publieke als<br />

private voorzieningen. <strong>Het</strong> vaargebied voor watersporters is vergroot als gevolg<br />

van investeringen van gemeenten en provincie. Er zijn vele inspanningen gedaan<br />

om de belangrijkste recreatieve routes op de gewenste diepte te krijgen. Door<br />

de uitvoering van een groot aantal projecten zijn de meeste knelpunten in de<br />

bevaarbaarheid van recreatieve vaarwegen opgelost en is de veiligheid op het<br />

water verbeterd, maar baggeren blijft een punt van zorg.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 27


28 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Ook de kwaliteit van de bestaande voorzieningen is toegenomen. Er is een<br />

bescheiden bijdrage geleverd aan de verbetering van de kwaliteit van natuur,<br />

landschap, het waterbeheer en de waterkwaliteit. <strong>Het</strong> is en blijft prettig wonen in<br />

Fryslân, mede dankzij <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>.<br />

• Effecten spoor 2. Spoor 2 is van start gegaan in 2007. Door de recente looptijd<br />

zijn de bij dit spoor behorende projecten nog in ontwikkeling. De effecten van dit<br />

spoor zijn daarom nog niet aan te geven. Wel zijn er hoge verwachtingen m.b.t.<br />

de toekomstige economische effecten bij toegangspoorten en watersportkernen.<br />

Starteiland Snitser Mar tijdens Sneekweek


3.1<br />

Doelstellingen<br />

<strong>Het</strong> hoofddoel van het programma zoals dat in <strong>2000</strong> is geformuleerd, spitst zich toe<br />

op een verbetering van de kwaliteit van het <strong>Friese</strong> merengebied en een versterking<br />

van de marktpositie van de sector recreatie en toerisme. Bij de Herijking 2008 zijn de<br />

beleidsprestaties als volgt geformuleerd:<br />

1. Een werkgelegenheidsgroei van 30% in de watersport in Fryslân aan het<br />

einde van de looptijd (2015).<br />

2. Een bestedingsgroei van 150% per persoon per dag in de watersport in<br />

Fryslân aan het einde van de looptijd (2015).<br />

3. Een minimaal gelijkwaardige groei van het watertoerisme als in de Duitse<br />

watersportgebieden.<br />

1. Werkgelegenheidsgroei van 30% in de watersport in Fryslân<br />

In de periode <strong>2000</strong>-2009 is er mede dankzij <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> een<br />

werkgelegenheidsgroei in de <strong>Friese</strong> watersport bereikt van 22,7%. Dit is positief<br />

ten opzicht van de gemiddelde landelijke groei van de totale werkgelegenheid die<br />

16,4% bedraagt. <strong>Het</strong> gaat hier om 844 structurele banen (fulltime en parttime),<br />

naast de tijdelijke werkgelegenheid van naar schatting ruim 3.500 arbeidsjaren.<br />

De banengroei in diezelfde periode binnen de totale <strong>Friese</strong> toeristisch-recreatieve<br />

sector bedroeg 3484 structurele banen (+17,9%). Ook is de economische betekenis<br />

van het watertoerisme in de toeristische sector van Fryslân in de periode <strong>2000</strong>-2009<br />

toegenomen met 4%. We mogen concluderen dat het resultaat tot nu toe uitermate<br />

positief is. Ten opzichte van de hoofddoelstelling van 30% banengroei in de <strong>Friese</strong><br />

watersport in 2015, ligt <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> dus goed op koers. Bijna alle<br />

deelsectoren hebben groei laten zien.<br />

2. Bestedingsgroei van 150% per persoon per dag in de watersport in Fryslân<br />

Van <strong>2000</strong> tot en met 2005 zijn de bestedingen in het watertoerisme van<br />

watersporters in Fryslân sterk gegroeid van e 41 naar e 59 per persoon per dag<br />

(p.p.p.d.). Dit was aanleiding om te streven naar een bestedingsgroei van 150%<br />

aan het einde van 2015. Na de aanvankelijke groei wordt er de laatste jaren<br />

weer minder uitgegeven door watersporters. De recente kredietcrisis heeft de<br />

toeristische bestedingen zwaar onder druk gezet. Op vakanties wordt fors bezuinigd<br />

en de uitgaven tijdens vakanties zijn de laatste jaren sterk verminderd. In 2009<br />

zijn de bestedingen in het watertoerisme uitgekomen op e 41. Dit is exact het<br />

bestedingsniveau ten tijde van de start van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> in <strong>2000</strong>.<br />

<strong>Het</strong> lagere bestedingsniveau lijkt vooral merkbaar te zijn in de horecasector.<br />

Deze sector maakt geen deel uit van de werkgelegenheidscijfers, wat kan verklaren<br />

waarom de hier geschetste bestedingsafname gepaard kan gaan met in de vorige<br />

alinea geschetste werkgelegenheidsgroei.<br />

3. Minimaal gelijkwaardige groei van het watertoerisme als in de Duitse<br />

watersportgebieden<br />

De Duitse watersportgebieden zijn vertaald naar de twee belangrijkste<br />

concurrentiegebieden in Duitsland, te weten de Oostzee en de merengebieden<br />

Mecklenburger Seeenplatte in Mecklenburg-Vorpommern en in Brandenburg.<br />

De afgelopen 10 jaar is gebleken dat de groei in het watertoerisme in Mecklenburg-<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 29


30 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Vorpommern en Brandenburg groter is geweest dan in Fryslân. De genoemde<br />

Duitse vaargebieden hebben zich in het afgelopen decennium sterk ontwikkeld. Er<br />

is fors geïnvesteerd in de watersportinfrastructuur en het aantal overnachtingen en<br />

vakantiegangers is behoorlijk toegenomen. Dit is mede dankzij relatief grote EUsubsidies<br />

van programma’s die tot 2013 lopen. Niet geheel duidelijk is in welke mate<br />

er steunprogramma’s komen voor de periode daarna.<br />

Uit een recent onderzoek 1 naar het watertoerisme in de drie gebieden blijkt dat<br />

Fryslân marktleider is en dat de beide Duitse gebieden groeimarkten zijn. Fryslân<br />

bevindt zich daardoor op een andere plek in de groeicurve, waarbij de groei van een<br />

marktleider meestal minder sterk is of afvlakt ten opzichte van opkomende markten,<br />

zoals de twee Duitse watersportgebieden. Daarom valt een groeivergelijking<br />

meestal uit in het nadeel van gevestigde markten of producten. In figuur 3.1 is deze<br />

groeicurve geïllustreerd.<br />

Figuur 3.1 Illustratie groeicurve<br />

Bron: Benchmarkonderzoek watertoerisme in Fryslân, <strong>2010</strong><br />

Picknick, Grytmansrak<br />

1 Benchmarkonderzoek watertoerisme in Fryslân, Mecklenburg-Vorpommern en Brandenburg,<br />

Kenniscentrum recreatie, <strong>2010</strong>


3.2<br />

De marktleiderspositie van Fryslân is duidelijk zichtbaar door de volgende kenmerken:<br />

• Gebiedskenmerken: het <strong>Friese</strong> merengebied wordt als hét watersportgebied<br />

bij uitstek gezien. Fryslân heeft door haar relatief grote en aaneengesloten<br />

vaargebied met weinig sluizen een veel sterker watersportprofiel dan de twee<br />

Duitse deelstaten. Vooral de sterke combinatie van cultuurhistorisch waardevolle<br />

dorpen en steden midden in het watersportgebied is een concurrentievoordeel.<br />

• Watersportaanbod: Fryslân heeft relatief gezien het grootste aanbod<br />

(gecorrigeerd naar oppervlakte). De dichtheid van de watersportvoorzieningen is<br />

beduidend groter dan in de Duitse watersportgebieden. Absoluut gezien scoort<br />

Fryslân het hoogst op het aantal verhuurboten en ligplaatsen in jachthavens.<br />

• Economische betekenis: watersport heeft in Fryslân relatief gezien de grootste<br />

economische betekenis in vergelijking met de Duitse deelstaten (gecorrigeerd<br />

naar oppervlakte). Ook in absolute zin doet Fryslân niet sterk onder voor de<br />

Duitse watersportgebieden.<br />

<strong>Het</strong> valt op dat de twee opkomende Duitse vaargebieden nauwelijks buitenlandse<br />

boottoeristen trekken en primair van belang zijn voor de binnenlandse markt.<br />

<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> watersportproduct is daarentegen wèl van belang voor de buitenlandse<br />

watersporters, die met een marktaandeel van ruim 25% een belangrijke plaats<br />

innemen. Met name de sterk ontwikkelde bootverhuurmarkt in Fryslân is hierbij<br />

onderscheidend ten opzichte van de beide Duitse vaargebieden.<br />

Uit het benchmarkonderzoek wordt duidelijk dat in de merengebieden Mecklenburg-<br />

Vorpommern en Brandenburg de afgelopen 10 jaar meer is geïnvesteerd in de<br />

watersportsector en vaarinfrastructuur dan in Fryslân. Onze provincie heeft<br />

door haar investeringen in het <strong>Friese</strong> merengebied de hogere kwaliteit t.o.v. de<br />

Duitse merengebieden weten te waarborgen. Als Fryslân zijn marktleiderpositie<br />

wil behouden is het belangrijk dat doorontwikkeling plaatsvindt, zodat door<br />

vernieuwing een blijvende impuls aan de watersport wordt gegeven en neergang<br />

wordt voorkomen. Hier geldt het gezegde: stilstand is achteruitgang.<br />

Effecten van spoor 1<br />

De effecten van spoor 1 worden weergegeven aan de hand van een aantal<br />

kwalitatief beschreven gewenste resultaten, ontleend aan het PvA <strong>2000</strong>. In<br />

hoofdstuk 4 wordt aanvullend verslag gedaan over de te behalen kwantitatieve<br />

resultaten aan de hand van de in <strong>2000</strong> gekwantificeerde indicatoren.<br />

De effecten zijn als volgt geformuleerd:<br />

• <strong>Het</strong> bezoekersaantal is minimaal gehandhaafd.<br />

• <strong>Het</strong> aanbod in de recreatiesector is verbreed.<br />

• Er is een groter vaargebied voor watersporters ontstaan.<br />

• De belangrijkste recreatieve routes zijn op gewenste diepte.<br />

• Er zijn geen knelpunten meer in de bevaarbaarheid.<br />

• Weg- en waterverkeer hebben weinig of geen hinder van elkaar.<br />

• De veiligheid op het water is verbeterd.<br />

• De kwaliteit van de bestaande voorzieningen is verbeterd.<br />

• In samenhang met bovenstaande punten is de kwaliteit van natuur, landschap,<br />

waterbeheer en waterkwaliteit verbeterd.<br />

• <strong>Het</strong> is in het gebied nog steeds prettig wonen, werken en recreëren.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 31


32 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Dagtotalen, teldag 15 augustus <strong>2010</strong>. Bron: Provincie Fryslân<br />

Vanaf de start van het <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> is het streven geweest om het<br />

bezoekersaantal minimaal te handhaven. Omdat deze doelstelling in de loop van<br />

het programma als weinig ambitieus werd beoordeeld, is bij de vaststelling van<br />

het PvA 2007 gekozen voor aangescherpte doelen met betrekking tot de groei van<br />

de werkgelegenheid en de bestedingen. Ondanks alle inspanningen is het aantal<br />

bootpassages bij bruggen en sluizen de afgelopen jaren niet toegenomen. In de<br />

beleving van watersporters en ondernemers is het echter wel drukker geworden op<br />

het water, zo blijkt uit interviews. Dit is te verklaren uit een tweetal feiten. Allereerst<br />

gaan veel inwoners van Fryslân bij mooi weer het water op vanuit hun woning aan<br />

het water, met over het algemeen “kleinere boten” zoals sloepen (bijvoorbeeld Wite<br />

en Swarte Brekken). Een tweede feit dat ondernemers aandragen, is dat de verhuur<br />

van boten steeds weersafhankelijker wordt en de verhuurperiode steeds korter. Dit<br />

en het gedrag van “lastminuteboekingen” leidt er toe dat op mooie zomerse dagen<br />

“alles is verhuurd”. De verhuur van schepen voor meerdere weken (dus inclusief<br />

slecht weer) neemt echter af. We gaan dus op mooie zomerse dagen massaal het<br />

water op waardoor het in de beleving van de watersporters steeds drukker wordt. In<br />

werkelijkheid is dat dus niet het geval. Evenmin is er, waarschijnlijk mede vanwege<br />

het weer als belangrijke factor, geen sprake van een substantiële seizoensverbreding<br />

wat al jaren als doel wordt gezien binnen de sector. In welke mate dit de komende<br />

decennia verandert als gevolg van mogelijke klimaatverandering is niet voorspelbaar.<br />

De groei van de werkgelegenheid en bestedingen die tot nu toe zijn gerealiseerd zijn<br />

het gevolg van het uitgeven van meer geld door hetzelfde aantal watersporters.


aggeren, Boazumer Feart<br />

De verbreding van het aanbod in de recreatiesector is een moeilijk te meten begrip.<br />

De indruk is dat het aanbod meer divers is geworden en dat de kwaliteit flink is<br />

verbeterd bij zowel publieke als private voorzieningen. Ondernemers spelen in op<br />

de gewijzigde vraag vanuit de markt. Zij leveren meer maatwerk (voor bedrijven<br />

en andere groepen), meer arrangementen (meer dan enkel het verhuren van een<br />

boot), meer luxe en comfort (verhuur van luxe schepen en recreatiewoningen), meer<br />

diversiteit per bedrijf (meerdere “takken”), meer service en betere (haven)faciliteiten<br />

met modern sanitair. De algemene trend is dat ondernemers die de afgelopen<br />

periode hebben geïnvesteerd in de vernieuwing van het aanbod goede resultaten<br />

boeken, ook in een periode van laagconjunctuur. Dit zijn over het algemeen de<br />

grotere bedrijven met investeringsruimte.<br />

<strong>Het</strong> vaargebied voor watersporters is zeker groter geworden als gevolg van<br />

investeringen van gemeenten en provincie. Onbevaarbare vaarwegen zijn weer<br />

bevaarbaar gemaakt, onder meer op de Middelseerûte. Een tweede maatregel<br />

betreft het verhogen van vaste bruggen. Ook dit is op diverse plaatsen met succes<br />

voltooid. En er zitten nog een aantal routes in de pijplijn, waaronder de Wellesleat<br />

van Woudsend naar De Kûfurd en de Noordelijke Elfstedenvaarroute (voor een<br />

gedetailleerd overzicht zie hoofdstuk 4).<br />

Gedurende de gehele projectperiode zijn er inspanningen gedaan om de<br />

belangrijkste recreatieve routes op de gewenste diepte te krijgen. Er is veel<br />

uitgevoerd. Vele kilometers vaarweg zijn uitgebaggerd om weer op gewenste<br />

diepte te komen, recreatieve vaarwegen zijn verdiept en zo opgewaardeerd voor<br />

een klasse dieper stekende schepen. Over het algemeen zijn deze routes geschikt<br />

voor zeiljachten. Deze laatste maatregel heeft dus ook bijgedragen aan een groter<br />

vaargebied (niet een groter areaal water, maar wel een groter areaal vaarweg voor<br />

dieper stekende schepen). Voorbeeld hiervan is de route vanaf het Tjeukemeer via<br />

Langweer naar Sneek. De verdiepingswerken zijn gereed. <strong>Het</strong> op diepte brengen van<br />

de belangrijkste recreatieve routes – het wegwerken van achterstallig onderhoud -<br />

blijft een punt van zorg. Ondanks een intensivering van het beleid – bestaande uit<br />

een provinciale bijdrage van 25% in de kosten - blijft een aantal gemeenten dit als<br />

een sluitpost van hun begroting beschouwen.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 33


Jeltesleat-akwadukt<br />

34 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Door de uitvoering van een groot aantal projecten zijn de meeste knelpunten in de<br />

bevaarbaarheid van recreatieve vaarwegen opgelost. Dit betrof baggerwerken, het<br />

verhogen van bruggen en de bouw van aquaducten. Daardoor hebben ook weg- en<br />

waterverkeer weinig of geen hinder meer van elkaar. Niet alle knelpunten bleken<br />

tot nu toe oplosbaar, zoals bijvoorbeeld de kruising van de rondweg Lemmer met de<br />

Sylroede. Een aantal knelpunten is afgevoerd omdat bij nader onderzoek is gebleken<br />

dat de zwaarte van de maatregelen niet in verhouding stond tot het probleem of<br />

omdat bij nader onderzoek bleek dat het probleem minder groot was dan eerder<br />

verondersteld. De conclusie is dat, op een enkel punt na, weg- en vaarverkeer geen<br />

hinder meer van elkaar hebben.<br />

Door de uitvoering van een aantal maatregelen is de veiligheid op het water<br />

verbeterd. Door de realisering van alternatieve routes zoals de Middelseerûte<br />

en de Staandemastroute van Leeuwarden naar Grou, heeft er een verdergaande<br />

scheiding plaats gevonden tussen recreatievaart (vooral voor kleinere schepen)<br />

en beroepsvaart. Verder heeft de aanleg van de aquaducten voor veel (gevoel<br />

van) veiligheid gezorgd. De hectiek bij de brug van de Jeltesleat en vergelijkbare<br />

andere plaatsen is verdwenen tot grote tevredenheid van veel watersporters. Ook<br />

het Polderhoofdkanaal zal bij gereedkomst bijdragen aan het bevorderen van de<br />

scheiding tussen recreatie- en beroepsvaart.<br />

Veiligheid op het water, Prinses Margrietkanaal<br />

De kwaliteit van de bestaande voorzieningen is verbeterd. Er is veel geïnvesteerd<br />

in vernieuwde en nieuwe aanlegplaatsen (circa 1.600) en in havenfaciliteiten zoals<br />

water- en stroomaansluitingen, vuilwaterafvoerpunten, trailerhellingen, nieuwe<br />

sanitaire voorzieningen. Daarnaast zijn er vogelkijkhutten, wachtplaatsen bij<br />

bruggen, wisselplaatsen land-water en andere voorzieningen gerealiseerd.


vernieuwde aanlegsteiger<br />

3.3<br />

Prinsentuin Leeuwarden<br />

In een flink aantal projecten van Wetterskip Fryslan heeft ook de provincie<br />

geparticipeerd om te komen tot een maatschappelijke meerwaarde.<br />

Voorbeelden zijn oever- en kadeprojecten: bredere natuurvriendelijke<br />

oevers, ecologische verbindingszones, aanlegsteigers en fiets- en voetpaden.<br />

Daarnaast wordt met Wetterskip Fryslân opgetrokken op het gebied van de<br />

vuilwaterproblematiek van recreatieschepen en worden pilots uitgevoerd. In het<br />

kader van de Lits-Lauwersmeerroute zijn op het gebied van natuurmaatregelen en<br />

waterkwaliteitsverbetering projecten uitgevoerd langs de Swemmer en De Leien<br />

(Staatsbosbeheer). Voor de ophoging van oeverlanden langs de Fluezen (It Fryske<br />

Gea) is provinciale baggerspecie ingezet. Door deze inzet is een bescheiden bijdrage<br />

geleverd aan de verbetering van de kwaliteit van natuur, landschap, het waterbeheer<br />

en de waterkwaliteit. Op dit punt is in de tweede fase nog veel te winnen, zeker in<br />

combinatie met het uit te voeren mitigatiepakket.<br />

<strong>Het</strong> was al prettig wonen in Fryslân, de provincie is in <strong>2010</strong> zelfs uitgeroepen tot de<br />

mooiste provincie van Nederland. Dit is door de maatregelen in het kader van <strong>Het</strong><br />

<strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> waarschijnlijk alleen maar plezieriger geworden als gevolg van<br />

een betere bereikbaarheid, minder wachttijden voor bruggen, meer voorzieningen<br />

en meer kwaliteit. Er is alle reden om aan te nemen dat het in het gebied nog steeds<br />

prettig wonen, werken en recreëren is.<br />

Effecten van spoor 2<br />

Vuilwaterinnamestation, Sneek<br />

Spoor 2 is van start gegaan in 2007. Door de korte looptijd sindsdien zijn de bij<br />

dit spoor behorende projecten nog in ontwikkeling. De deelresultaten worden<br />

gerapporteerd in hoofdstuk 4. Hieronder zijn de te verwachten economische effecten<br />

zoals in 2008 vastgesteld door Ecorys kort weergegeven.<br />

Spoor 2 is het onderdeel van de 2e fase dat vooral gericht is op investeringen<br />

die het rendement van de 1e fase dienen te verzilveren. Een belangrijk accent<br />

daarbij ligt op de investeringen in de kwaliteit van de watersportkernen en<br />

de toegangspoorten. Watersporters zullen immers daar hun geld besteden.<br />

Daarom dienen de havenfaciliteiten, de voorzieningen en de openbare ruimte<br />

voldoende aantrekkingskracht te hebben. Om dit als een samenhangend pakket<br />

van maatregelen te kunnen plannen en uitvoeren, worden er voor zowel de<br />

watersportkernen als de toegangspoorten masterplannen ruimtelijke kwaliteit<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 35


36 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

opgesteld. De masterplannen zijn het raamwerk waar binnen de projecten een<br />

logische en samenhangende plaats krijgen. In figuur 3.2 zijn de effecten afleesbaar.<br />

Spoor 2 levert het meeste resultaat op aan extra jaarlijkse bestedingen ( e 10,6 - 13,4<br />

mln.). Spoor 1 heeft een effect van e 10,0 mln. per jaar.<br />

Figuur 3.2 Additionele bestedingen watersporters<br />

Bron: Herijking 2008<br />

De werkgelegenheidseffecten van spoor 2 zijn eveneens hoger dan van spoor 1.<br />

De werkgelegenheidseffecten als totaal worden geraamd op 610 – 795 fte, in banen<br />

omgerekend betekent dit 900 – 1165 banen.<br />

Johan Frisosluis Stavoren


Hoofdstuk 4<br />

Resultaten en projecten<br />

Dit hoofdstuk doet verslag over de behaalde kwantitatieve resultaten aan de hand<br />

van de in het PvA <strong>2000</strong> en PvA 2007 gestelde gekwantificeerde indicatoren. Voor<br />

zowel spoor 1 als spoor 2 is dit in beeld gebracht.<br />

Samenvatting<br />

Resultaten en projecten Spoor 1<br />

• Vergroten vaargebied. Vergroting van het vaargebied is gerealiseerd door middel<br />

van baggeren, bruggen verhogen en de opwaardering van vaarroutes. Ondanks<br />

dat er 392 km vaarweg op diepte is, is er sprake van het onvoldoende inlopen van<br />

de baggerachterstand. De restopgave bedroeg in 2008 circa 263 km vaarweg.<br />

Voor de komende jaren is een andere aanpak nodig, gericht op het afmaken van<br />

de geplande opgave, het bepalen van een integraal streefbeeld van de baggeropgave<br />

van het vaarnetwerk, het aanpakken van knelpunten en het ontwikkelen<br />

van een structurele oplossing voor het op diepte houden. (borging)<br />

• Oplossen knelpunten weg-water. In het PVA <strong>2000</strong> zijn 17 knelpunten weg-water<br />

benoemd. Na onderzoek zijn er 9 afgevoerd omdat er geen grote problemen<br />

waren of een oplossing niet mogelijk bleek. Van de resterende 8 zijn er 6 aangepakt<br />

(5 aquaducten en spoorbrug Akkrum). Van de laatste twee knelpunten is<br />

er één in uitvoering (Wellebrug bij Woudsend) en voor de laatste heeft PS in <strong>2010</strong><br />

e 15 mln. beschikbaar gesteld voor een aquaduct (brug Sylroede Lemmer). De sluis<br />

Stavoren is op een later moment door PS als extra knelpunt aangemerkt (nr.18).<br />

• Verbeteren watersportvoorzieningen. In het PvA is het opwaarderen van 5 watersportkernen<br />

en het realiseren van <strong>2000</strong> aanlegplaatsen als doelstelling genoemd.<br />

Er zijn inmiddels 6 watersportkernen gereed. <strong>Het</strong> aantal nieuwe en verbeterde<br />

aanlegplaatsen is nog niet gehaald, de teller staat op ruim 1600.<br />

• Integrale aanpak, organisatie en samenwerking. De gevolgde werkwijze gericht<br />

op samenwerking en integraliteit is succesvol gebleken en blijft uitgangspunt voor<br />

de periode 2011–2015.<br />

Resultaten en projecten Spoor 2<br />

Spoor 2 wordt uitwerkt via drie programmalijnen Grenzeloos varen, Bestedingen aan<br />

de wal en Mitigatie ecologie en duurzaamheid. De Noordelijke Elfstedenvaarroute<br />

(NER) is inmiddels in uitvoering. Alle andere projecten zijn in voorbereiding.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 37


Galamadammen-akwadukt, Koudum<br />

4.1<br />

38 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Resultaten en projecten Spoor 1<br />

De kwaliteitsverbetering van het <strong>Friese</strong> Merengebied is in het PvA <strong>2000</strong> uitgedrukt in<br />

een viertal resultaten:<br />

1. <strong>Het</strong> vergroten van het vaargebied en het verbeteren van de<br />

vaarmogelijkheden.<br />

2. <strong>Het</strong> oplossen van knelpunten tussen het weg en waterverkeer.<br />

3. <strong>Het</strong> verbeteren van de kwaliteit van de watersportvoorzieningen.<br />

4. Integrale aanpak, organisatie en samenwerking.<br />

<strong>Het</strong> oorspronkelijke programma uit het PvA <strong>2000</strong> (Spoor 1) kende in totaal<br />

669 deelprojecten, klein en groot, rijp en groen. Hiervan zijn in de periode <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

425 deelprojecten uitgevoerd, 9 in uitvoering, 66 in voorbereiding en 72 gepland. Er<br />

zijn 95 deelprojecten uit het programma afgevoerd. Dat betekent dat verreweg het<br />

grootste gedeelte van de opgave voltooid is, vooral omdat de voltooide projecten<br />

de grote opgaven bevatten voor het oplossen van de belangrijkste knelpunten.<br />

Hoofdstuk 4.1 gaat per beoogd resultaat in op wat in de periode <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> is<br />

bereikt, niet op deelprojectniveau, maar op het niveau van samenhangende<br />

projecten


4.1.1 Vergroten vaargebied en verbeteren vaarmogelijkheden<br />

<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> streeft naar vergroting van het vaargebied, zodat de<br />

watersporters kunnen kiezen uit een aantrekkelijk areaal aan vaarroutes en meren<br />

en grenzeloos door Fryslân kunnen varen. Dit gebeurt door middel van baggeren,<br />

bruggen verhogen en de opwaardering van vaarroutes.<br />

Tabel 4.1 Vergroten vaargebied<br />

Bron: Provincie Fryslân<br />

Opwaarderen vaarwegen<br />

<strong>Het</strong> vaargebied kan op twee manieren worden vergroot. Enerzijds door het<br />

toevoegen van nieuwe vaarwegen die voorheen niet toegankelijk waren voor de<br />

watersport als gevolg van dammen en zeer lage bruggen. Anderzijds door bestaande<br />

vaarwegen te voorzien van hogere bruggen of vaarwegen te verdiepen. <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong> heeft zich ten doel gesteld om 30-40 km vaarroute op te waarderen.<br />

<strong>Het</strong> opwaarderen van een vaarweg heeft als resultaat dat een nieuwe vaarroute<br />

geschikt wordt gemaakt voor vaartuigen of een bestaande vaarroute geschikt wordt<br />

gemaakt voor een groter type vaartuig.<br />

Solar Challenge, Prinsentuin<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 39


40 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Uiteindelijk is 146 km vaarweg opgewaardeerd en is het doel ruimschoots<br />

gehaald. De Lits-Lauwersmeerroute, de Staandemastroute en de Middelseerûte<br />

zijn voorbeelden van vaarroutes die zijn opgewaardeerd. Dat de doelstelling is<br />

overschreden, is vooral een definitiekwestie uit het verleden (PvA <strong>2000</strong>), alleen<br />

al de Lits-Lauwersmeerroute heeft een lengte van ruim 30 km. In Spoor 1 is een<br />

aantal trajecten benoemd als op te waarderen, hier moet nog nadere afweging en<br />

besluitvorming over plaatsvinden, zoals het laatste deel van de op te waarderen<br />

Elfstedenvaarroute van Hindeloopen naar Workum en de Sloepenroute van<br />

Leeuwarden naar Grou.<br />

Bron: Provincie Fryslân<br />

De sluizen in Workum en Makkum hebben onvoldoende diepgang en maken deel uit<br />

van het opwaarderen van de aanliggende vaarwegen naar deze plaatsen toe. Om ze<br />

geschikt te maken voor klasse Bzm (diepgang 1,90 meter) wordt in 2011 de drempel<br />

van de sluis in Workum verlaagd. De sluis in Makkum staat ook op de nominatie om<br />

geschikt te worden gemaakt voor klasse Bzm in de periode 2012-2013, in combinatie<br />

met het verdiepen van het Van Panhuyskanaal tot in de bebouwde kom van<br />

Makkum, maar hiervoor is nadere besluitvorming nodig.<br />

In Zuidwest Fryslân ontbreken nog twee schakels in het streven om de Elfsteden<br />

schaatsroute bevaarbaar te maken voor motorbootklasse Dm. De Luts tussen Balk en<br />

De Morra is te krap en te kwetsbaar voor grotere motorboten, daarom is besloten de<br />

Luts niet op te waarderen. Een nieuwe verbinding vanaf de Lutsmond in Balk naar


De Fluezen ter hoogte van Elahuizen zou een alternatief zijn. Omdat dit tracé door<br />

laaggelegen en ecologisch kwetsbaar gebied gaat zijn de kosten echter hoog (ca.<br />

e 11 mln.). De verbinding Workum-Hindeloopen is voor motorboten alleen<br />

mogelijk via het IJsselmeer. Veel motorbootvaarders durven dat niet aan. Een route<br />

binnendoor is mogelijk door het opwaarderen van de bestaande schaatsroute<br />

via de oude Aesterfeart en Dyksfeart. <strong>Het</strong> gebiedsplan van de gemeente Nijefurd<br />

suggereert een nieuwe verbinding langs de noordwestzijde van de spoorbaan. De<br />

kosten van de verbinding worden geraamd op circa e 12 miljoen. De gemeente<br />

Nijefurd heeft andere prioriteiten.<br />

Vaste bruggen verhogen<br />

<strong>Het</strong> oorspronkelijke doel was de verhoging van 51 vaste bruggen (PvA <strong>2000</strong>). Er zijn<br />

inmiddels 28 vaste bruggen verhoogd en 3 bruggen zijn vervangen door beweegbare<br />

bruggen (Kollum, IJlst en Oudkerk). Daarnaast zijn er nog 5 nieuwe bruggen<br />

gerealiseerd. <strong>Het</strong> doel dat beoogd werd met het verhogen of beweegbaar maken<br />

van bruggen - het vergroten en verbeteren van het vaargebied - is dus gehaald.<br />

Alle 51 bruggen zijn in beschouwing genomen en beoordeeld op noodzaak en<br />

haalbaarheid, 36 bruggen zijn aangepakt.<br />

Een aantal vaste verkeersbruggen kon niet worden verhoogd omdat er bestuurlijk<br />

en/of vanuit gebruikers en omwonenden geen draagvlak was. Voorbeelden zijn<br />

de bruggen in de Fjouwerhúster Feart nabij Delfstrahuizen, de bruggen in het<br />

spoor en de A32 bij Grou en de bruggen in de Luts. Met de aanpassing van de 36<br />

bruggen is de doelstelling voor de in het plan van aanpak <strong>2000</strong> omschreven bruggen<br />

afgerond (inclusief spoorbruggen). Als gevolg van later toegevoegde projecten zoals<br />

Polderhoofdkanaal kan het aantal nog wel verder oplopen.<br />

Onderhoudsbaggeren<br />

Bij het baggeren wordt onderscheid gemaakt tussen onderhoud en verdieping.<br />

Er is sprake van een verdieping op het moment dat een vaarweg geschikt wordt<br />

gemaakt voor een dieper stekende categorie schepen. Soms gaat dit gepaard met<br />

verhoging van bruggen. Onderhoudsbaggeren is gericht op de instandhouding van<br />

het vaarwegprofiel.<br />

In het PvA <strong>2000</strong> is voor onderhoudsbaggeren een doelstelling opgenomen van<br />

330 – 550 km. In 2008 is de baggerinspanning geëvalueerd. Op 11 februari 2009<br />

heeft PS op basis van de baggerevaluatie besloten de doelen aan te scherpen.<br />

Deze outputindicatoren zijn in tabel 4.1 opgenomen en hebben betrekking op het<br />

recreatieve vaarnetwerk. De outputindicator voor de Taheakke vaarwegen is een<br />

streefgetal, omdat hier de gemeenten de ambitie en urgentie bepalen. <strong>Het</strong> netwerk<br />

bestaat uit circa 170 km vaarweg, het streven is om hier 80 km van te baggeren.<br />

Geconcludeerd kan worden dat het niet gelukt is om gedurende de eerste fase de<br />

baggerachterstand weg te werken. Uit de baggerevaluatie van 2008 blijkt dat er 392<br />

km vaarweg op diepte was. De restopgave bedroeg circa 263 km vaarweg.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 41


Sleattemer Mar<br />

42 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Ter illustratie: Baggerevaluatie en Plan van Aanpak Bagger<br />

De baggerevaluatie beschrijft een aantal knelpunten. De grootste zorg zit bij het<br />

baggeren door gemeenten en jachthavens:<br />

• Vaarwegbeheer is een vrijwillige taak.<br />

• Er is geen integraal gedragen kader, dus discussie over wie waar<br />

verantwoordelijk is en welke vormeisen er gelden.<br />

• Delen van het vaarnetwerk blijven volledig buiten beschouwing.<br />

• De gemeente Boarnsterhim heeft een grote baggerachterstand en onvoldoende<br />

middelen.<br />

• De Marrekrite heeft geen doelstellingen vastgelegd ten aanzien van baggeren<br />

bij aanlegvoorzieningen.<br />

• Er is in particuliere jachthavens veel minder gebaggerd dan gewenst.<br />

Op 11 februari 2009 heeft Provinciale Staten een Plan van Aanpak vastgesteld, met<br />

maatregelen om de knelpunten uit de baggerevaluatie op te lossen in de periode van<br />

<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>. De maatregelen zijn in drie onderdelen onderverdeeld:<br />

A. afmaken geplande opgave.<br />

B. bepalen streefbeeld integrale vaarnetwerk en aanpakken knelpunten.<br />

C. ontwikkelen structurele oplossing voor het op diepte houden.<br />

Aan deze onderdelen is in de periode 2009-<strong>2010</strong> uitvoering gegeven: de<br />

baggercoördinator heeft zich vooral gericht op onderdeel A: het aanjagen van de<br />

baggerende partijen, zoeken naar werk met werk combinaties en het promoten<br />

van de baggersubsidie. Daarnaast is gewerkt aan het maken van een integraal<br />

streefbeeld (streefdiepten) voor de vaarwegen, meren en aanlegvoorzieningen<br />

(onderdeel B.). Bij dit proces zijn de verschillende vaarwegbeheerders, De Marrekrite,<br />

Wetterskip Fryslân en een aantal provinciale afdelingen betrokken. De planning<br />

was er op gericht om dit streefbeeld in <strong>2010</strong> vast te stellen. Gebleken is dat er<br />

een zwaardere beoordeling nodig is van dit streefbeeld op de thema’s natuur en<br />

ecologie. Op veel (potentiële) vaarwegen en meren liggen namelijk belangrijke<br />

natuur- en waterkwaliteitsdoelen. Deze komen ondermeer voort uit Natura <strong>2000</strong> en<br />

de Kaderrichtlijn water. Deze boordeling vergt meer tijd, maar is nodig om tot een<br />

gedragen streefbeeld te kunnen komen. Ook met onderdeel C is een start gemaakt.<br />

De afdeling Verkeer en Vervoer is in het kader van de implementatie van de<br />

waterwet een proces gestart om vaarwegbeheerders aan te wijzen. De invoeringswet<br />

van de Waterwet (vastgesteld eind 2009) geeft aan dat provincies binnen 3 jaar (dus<br />

voor eind 2012) vaarwegbeheerders moeten aanwijzen. Doel is te komen tot een<br />

heldere en efficiënte taakverdeling vanuit een integraal perspectief, vastgelegd in<br />

een wettelijk kader.<br />

In tabel 4.1 (op pagina 39) is het resultaat van <strong>2010</strong> beschreven. Er is inmiddels 462 km<br />

vaarweg op diepte. <strong>Het</strong> baggeren van provinciale vaarwegen ligt redelijk op koers:<br />

334 km van de opgave is op diepte. De opgave die nog rest is circa 101 km (zie kaart<br />

pagina 43). <strong>Het</strong> moet mogelijk zijn om dat in de resterende periode van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong> weg te werken.


Bron: Provincie Fryslân<br />

De opgave in gemeentelijke vaarwegen verschilt zeer sterk per gemeente. Een<br />

aantal gemeenten heeft in de periode van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> veel werk verzet<br />

(Skarsterlân, Wymbritseradiel en Smallingerland). Met name Boarnsterhim blijft ver<br />

achter, geen van de gemeenten is klaar.<br />

Binnen de gemeentelijke vaarwegen maken we onderscheid tussen PVVP vaarwegen<br />

en Taheakke vaarwegen (zie kaart pagina 45). In <strong>2010</strong> is 82 km van de PVVP<br />

vaarwegen op diepte. Uitgaande van de outputindicator zou de restopgave nog 58<br />

km zijn. Deze blijkt echter 121 km te zijn. Dit is deels te verklaren uit het feit dat bij<br />

het bepalen van de outputindicator vaarwegen zuidelijk van de Helomavaort (De<br />

Kuunder en De Lende) buiten beschouwing zijn gebleven. Daarvan waren destijds<br />

geen gegevens bekend. Nu weten we dat deze vaarwegen niet op diepte zijn. <strong>Het</strong><br />

betreft totaal ca. 30 km. <strong>Het</strong> resterende komt voort uit vaarwegen waarvan nu blijkt<br />

dat ze toch niet (meer) op diepte zijn. De gemeentelijke opgave voor PVVP vaarwegen<br />

is dus geen 140 km, maar blijkt ca. 203 km (82 op diepte + 121 nog te gaan) te zijn.<br />

In het illustratiekader (pagina 44) is aangegeven hoeveel subsidie is aangevraagd. <strong>Het</strong><br />

blijkt dat gemeenten en jachthaveneigenaren niet altijd subsidie aanvragen. Hiervoor<br />

is geen goede oorzaak aan te wijzen.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 43


44 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Ter illustratie: Baggersubsidie<br />

In de periode vóór 2008 is een bedrag van e 350.000 subsidie uitgegeven. Voor dit<br />

bedrag is 8,6 km PVVP vaarweg gebaggerd en een particuliere jachthaven. Tevens is<br />

eenmalig een bedrag subsidie verleend voor het uitvoeren van baggerprojecten in<br />

gemeentelijke vaarwegen in de gemeente Wymbritseradiel.<br />

In de periode vanaf 2008 t/m november <strong>2010</strong> is een bedrag van e 442.000 subsidie<br />

uitgegeven. Dit bedrag is besteed ten behoeve van het baggeren van vaarwegen en<br />

jachthavens en het uitvoeren en opstarten van een aantal projecten namelijk:<br />

- In totaal 1,8 km Taheakke vaarweg.<br />

- Totaal 9 particuliere en 4 gemeentelijke jachthavens.<br />

- Uitvoeren project baggeren drempel starteiland Sneek en waterfront Grou.<br />

- Voorschot ten behoeve van opstarten project uitdiepen Langwarder Wielen.<br />

Totaal verrekende baggersubsidie per november <strong>2010</strong>: e 792.000<br />

<strong>Het</strong> subsidiebedrag waarvoor in de periode vanaf 2008 t/m heden een beschikking<br />

is afgegeven maar nog niet zijn afgerekend omdat de projecten nog in uitvoering<br />

zijn behelst een bedrag van bijna e 293.000. Totaal verrekende plus gereserveerde<br />

subsidie per november <strong>2010</strong>: e 1,1 mln. In totaal betekent dit een uitvoeringsom aan<br />

baggeren van ruim e 4,5 mln.<br />

Een groot deel van de restopgave ligt in de gemeente Boarnsterhim. Gezien de<br />

financiële situatie van deze gemeenten (art. 12) baart ons dit zorgen. Om onze<br />

doelen in deze gemeente te halen is maatwerk nodig. <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> is<br />

momenteel intensief in gesprek met deze gemeente om tot een oplossing te komen.<br />

duurzame aanlegsteigers Recreatieschap De Marrekrite


Bron: Provincie Fryslân<br />

Geconcludeerd kan worden dat het baggeren van vaarwegen bepaald niet<br />

vanzelf gaat. Bij de start van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> kampten we met grote<br />

baggerachterstanden. Er is door veel partijen veel inspanning geleverd. Hierdoor<br />

is een groot deel van de achterstand ingelopen. De belangrijkste oorzaak is<br />

het ontbreken van een (juridisch) kader. De gemeenten hebben geen vaarwegverordening<br />

(één uitgezonderd). We merken dat de meeste gemeenten ook geen<br />

totaal overzicht hebben van hun opgave. Daarnaast hanteren de gemeenten<br />

verschillende definities (voor ondermeer onderhoudsdiepte en vaarwegprofiel). Ook<br />

blijven (delen) van vaarwegen geheel buiten beschouwing vanuit de gedachte ‘daar<br />

zijn wij toch niet verantwoordelijk voor’.<br />

Verdiepingsbagger<br />

De doelstelling om 40-50 km aan vaarwegen te verdiepen is ruimschoots gehaald.<br />

Bij de verdiepingswerken is gebruik gemaakt van Kompasmiddelen. Dat er meer km’s<br />

zijn verdiept dan de doelstelling aangeeft, komt voort uit het feit dat in het PVVP<br />

meer vaarwegen als te verdiepen waren aangegeven dan opgenomen in het PvA<br />

<strong>2000</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 45


4.1.2<br />

46 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Geau-akwadukt in aanbouw, Sneek<br />

Oplossen knelpunten weg-water bij beweegbare bruggen<br />

Tweede speerpunt in spoor 1 van het <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> is het opheffen van<br />

knelpunten tussen weg- en waterverkeer. In het PvA <strong>2000</strong> zijn 17 knelpunten met<br />

beweegbare bruggen gesignaleerd. Bij de tussenbalans 2006 zijn na analyse van de<br />

aangemerkte knelpunten weg-water vanuit het PVVP 13 knelpunten overgebleven<br />

welke een technisch of infrastructurele aanpassing vragen (zie tabel 4.2).<br />

Van de 17 knelpunten zijn na onderzoek 9 afgevoerd omdat het knelpunt tussen<br />

weg- en vaarverkeer niet tot grote problemen leidde of een oplossing niet mogelijk<br />

bleek binnen de locale omstandigheden. Uiteindelijk zijn er 6 opgelost (5 aquaducten<br />

en de spoorbrug Akkrum) en met de verhoogde brug in De Welle bij Woudsend komt<br />

in 2011 de teller op 7 te staan. Rest nog een oplossing voor de kruising rondweg<br />

Lemmer met de Sylroede. Een brugverhoging stuitte eerder op bestuurlijk verzet<br />

van de gemeente, PS heeft in 2001 e 15 mln. gereserveerd voor een aquaduct, dat<br />

nu in studie is. De beweegbare brug in de A6 over de Skarster Rien is in fase 1 niet<br />

als knelpunt aangemerkt, maar is in de praktijk wel een knelpunt en inmiddels<br />

ook als zodanig aangegeven in het PVVP 2006. Een eventuele aanpassing van die<br />

brug of ombouw tot aquaduct zou moeten worden opgepakt in het kader van<br />

de herstructurering van het knooppunt Joure. Voor de eventuele bouw van een<br />

aquaduct wil Rijkswaterstaat tot nu toe echter geen middelen beschikbaar stellen.


Galamadammen-akwadukt, Koudum<br />

Geau-akwadukt gereed 2009, Sneek<br />

De sluis Stavoren is later door PS als extra knelpunt aangemerkt (nr 18), op dit<br />

moment loopt voor de capaciteitsuitbreiding een aanbestedingsprocedure. De sluis<br />

in Stavoren is de belangrijkste recreatieve toegangspoort van Fryslân en kampt met<br />

een groot capaciteitsprobleem. De planning is dat in 2013 de capaciteit van de Johan<br />

Frisosluis zodanig is uitgebreid dat op drukke dagen de wachttijden niet langer zijn<br />

dan circa een uur.<br />

In totaal zijn er binnen <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> vijf aquaducten aangelegd. <strong>Het</strong><br />

Houkesloot-aquaduct is in mei 2003 opengesteld. <strong>Het</strong> Galamadammen-akwadukt,<br />

het Jeltesleat-akwadukt en het Ie-akwadukt zijn in 2008 opgeleverd. In 2009 is<br />

het Geau-akwadukt in Sneek, als laatste geopend. De aanleg van de aquaducten<br />

geeft de watersporter en automobilist ruim baan. Op 9 november <strong>2010</strong> werden<br />

de aquaducten, met het Geau-akwadukt als boegbeeld, tijdens de landelijke<br />

Waterbouwdag geëerd als één van de drie meest innovatieve waterbouwkundige<br />

werken van de afgelopen vijf jaar. De jury sprak met lof over de aquaducten en<br />

noemde de samenwerking tussen provincie, gemeenten, ontwerper en de Europese<br />

Unie (op financieel gebied) voorbeeldig. De conclusie is dat de belangrijkste<br />

knelpunten zijn opgelost en dat voor een belangrijk pijnpunt (Lemmer) nog een<br />

oplossing moet worden gevonden.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 47


Bron: Provincie Fryslân<br />

48 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Johan Frisosluis Stavoren Linthorst Homansluis


Tabel 4.2 Overzicht knelpunten<br />

Bron: Provincie Fryslân<br />

Brug- en sluisbediening<br />

Omdat we meer kwaliteit willen leveren en een goed gastheer willen zijn, is de<br />

doelstelling in <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> ten aanzien van brug- en sluisbediening<br />

gericht op het afschaffen van pauzes en bruggelden. De pauzes zijn namelijk op voor<br />

watersporters ongelukkige tijden, wanneer men volop vaart (van 12:00-13:00 uur<br />

en 16:15-17:15 uur). Met drie gemeenten (Boarnsterhim, Wymbritseradiel en Sneek)<br />

is gekeken naar de mogelijkheid om door middel van afstandsbediening voor alle<br />

gemeentelijke en provinciale beweegbare bruggen in dit gebied de pauzes en het<br />

bruggeld af te schaffen. Vanwege de hoge investeringskosten is dit niet haalbaar<br />

gebleken. Ook een project in alleen de gemeente Wymbritseradiel in combinatie met<br />

drie provinciale bruggen is om die reden mislukt. De gemeente Sneek heeft besloten<br />

door extra inzet van personeel de pauzes wel af te schaffen, maar er wordt nog<br />

wel bruggeld gevraagd. Geconcludeerd kan worden dat de doelstelling nog niet is<br />

gehaald, dat er in de komende periode nog een inspanning geleverd moet worden<br />

en dat daarbij een andere benaderingswijze nodig is dan alleen afstandsbediening.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 49


4.1.3<br />

50 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Eastermar Balk<br />

Verbeteren watersportvoorzieningen<br />

In het PvA van <strong>2000</strong> is door PS een groot aantal indicatoren vastgelegd. De<br />

afgelopen 10 jaar zijn de resultaten van honderden projecten vastgelegd in een<br />

informatiesysteem (PRAXIS) waardoor het mogelijk is op deze indicatoren minutieus<br />

te rapporten. Een overzicht hiervan is weergegeven in tabel 4.3. Wat opvalt, is dat<br />

er in het jaar <strong>2000</strong> alleen voor de indicatoren “opwaarderen watersportkern” en<br />

“realisatie aanlegplaatsen” een streefgetal is aangegeven. Voor de overigen is dat<br />

niet het geval. Daardoor is uiteindelijk moeilijk te bepalen of het doel gehaald<br />

is. Deze paragraaf geeft een toelichting op de belangrijkste uitkomsten. Bij de<br />

totstandkoming van het PvA <strong>2000</strong> was het duidelijk dat er diverse uiteenlopende<br />

recreatieve watersportvoorzieningen bij moesten komen of verbeterd moesten<br />

worden. Aangezien bij een plananalyse echt duidelijk wordt waar het om gaat, was<br />

het destijds niet goed mogelijk om exact te definiëren om hoeveel het zou gaan en<br />

welke voorzieningen dit zouden zijn.<br />

Tabel 4.3 Verbeteren watersportvoorzieningen<br />

Bron: Provincie Fryslân


Grou<br />

Leeuwarden<br />

Sneek<br />

Heeg<br />

Er zijn zes watersportkernen opgewaardeerd. In het PvA <strong>2000</strong> was aangegeven dat<br />

deze opwaardering het karakter zou moeten hebben van “dorpsvernieuwing”. De<br />

maatregelen die zijn uitgevoerd, hebben inderdaad dit karakter en zijn voortvarend<br />

door de betrokken gemeenten opgepakt. <strong>Het</strong> doel is ruimschoots behaald en de zes<br />

watersportkernen zijn er flink op vooruitgegaan. Een opsomming:<br />

• Leeuwarden (2005): opwaardering van de aanlegvoorzieningen in de<br />

Prinsentuin en de Westerkade en twee sanitaire voorzieningen.<br />

• Bolsward (2006): nieuwe aanlegvoorzieningen, verbeterde afmeersteiger,<br />

informatieborden geplaatst en sanitaire voorzieningen vernieuwd.<br />

• Heeg (2008): oude centrum verkeersluw gemaakt en ingericht tot<br />

aantrekkelijk verblijfsgebied.<br />

• Woudsend (2008): centrum ingericht als aantrekkelijk verblijfsgebied;<br />

mogelijk gemaakt door de omleiding van het verkeer door het nieuwe<br />

Ie-akwadukt.<br />

• Sneek (2008): uitvoering project “vaaras Sneek”; een aantal kades<br />

is heringericht met meer wandelruimte en meer aanlegplaatsen,<br />

gecombineerd met nieuwe sanitaire voorzieningen.<br />

• Grou (2009): waterfront gereconstrueerd en opgewaardeerd met onder<br />

meer een nieuwe strekdam, vernieuwde haven en wandelboulevard.<br />

Bij het realiseren van nieuwe en verbeterde aanlegplaatsen is het gewenste aantal<br />

van <strong>2000</strong> nog niet gehaald, de teller staat op ruim 1600. In de 2e fase zal dit bij de<br />

inrichting van de havenfronten bij de watersportkernen en de toegangspoorten een<br />

punt van aandacht zijn. In het buitengebied zal ook nog op een beperkt aantal locaties<br />

sprake zijn van nieuwe of verbeterde aanlegvoorzieningen (Lauwersmeer, De Swette,<br />

Burstumer Rak). Bij een groot aantal beweegbare bruggen zijn wachtvoorzieningen (55)<br />

gerealiseerd. Voorbeelden zijn de bruggen in het Van Panhuyskanaal en de Warkumer<br />

Trekfeart, de Follegabrug en de Noarder Alde Wei. Hierdoor is de veiligheid en het<br />

comfort op het water toegenomen. Er is immers niets vervelender voor een watersporter<br />

dan te moeten wachten op een brugopening met sterke zijwind of wind van achteren.<br />

Op een flink aantal plaatsen (102) zijn aanlegvoorzieningen (wisselplaatsen) tot<br />

stand gekomen langs of nabij fietsinfrastructuur. Hierdoor worden watersporters<br />

gemakkelijk in de gelegenheid gesteld per fiets het achterland te verkennen en<br />

gebruik te maken van voorzieningen als horeca, musea e.d. <strong>Het</strong> aantal nieuwe<br />

of verbeterde sanitaire voorzieningen is van 2006 gestegen van 6 naar 20, een<br />

respectabel aantal. Nieuwe voorzieningen zijn gerealiseerd in o.a. Bolsward, Sneek,<br />

Langweer, Leeuwarden, Balk, Makkum, Starteiland Sneekermeer, Joure, Eastermar en<br />

de Driewegsluis.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 51


52 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Pontje Noarder Alde Wei LangLânsbrêge<br />

Ten slotte is er een groot scala aan bijkomende voorzieningen uitgevoerd, zoals het<br />

plaatsen van vuilcontainers onder meer door het recreatieschap Marrekrite. Ook<br />

is een aantal landbouw, loop- en fietsbruggetjes gerealiseerd (13), zijn 4 pontjes<br />

in de vaart gebracht, 3 vogelkijkhutten gebouwd, 9 trailerhellingen, 12 visstekken<br />

en diverse speelweiden gerealiseerd. Daarnaast zijn er 13 havens aangelegd of<br />

verbeterd en is er 22 km aan fiets- en wandelpaden aangelegd. Dit neemt verder toe<br />

na realisatie van het fietspad langs De Swette tussen Mantgum en Scharnegoutum in<br />

2011/2012.<br />

Bron: Provincie Fryslân


4.1.4<br />

Bron: Provincie Fryslân<br />

Integrale aanpak, organisatie en samenwerking<br />

Bestuurlijk commitment<br />

Een meerjarig consistent beleid betaalt zich vroeg of laat uit. Geloven in de kracht<br />

en unieke waarden die Fryslân heeft en daaraan blijven vasthouden, dat is de<br />

belangrijkste conclusie van 10 jaar <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>. Met dank aan de<br />

politiek van de provincie Fryslân, die drie statenperiodes haar steun en vertrouwen<br />

heeft uitgesproken in <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> en met dank aan alle partners die<br />

hebben geloofd en nog steeds geloven in de doelen en organisatie van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong>. Door de politieke steun, het bestuurlijk commitment van gemeenten,<br />

Wetterskip Fryslân, natuurorganisaties, het enthousiasme van de brancheorganisaties<br />

HISWA en RECRON en, last but not least, de positieve inbreng van ondernemers, zijn<br />

de resultaten van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> zo positief.<br />

Organisatie en werkwijze extern<br />

Sinds 2001 heeft de samenwerking van een groot aantal partijen gestalte gekregen<br />

onder de paraplu van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>. <strong>Het</strong> is vanaf het begin een bewuste<br />

strategie geweest om <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> “eigendom” te laten zijn van alle<br />

interne (provinciale) en externe participanten. <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> is dan ook<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 53


54 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

geen louter provinciaal project, maar een samenwerkingsvorm die gekenmerkt<br />

wordt door een coöperatieve samenwerking van de provincie, circa 25 gemeenten,<br />

de brancheorganisaties HISWA en RECRON, Wetterskip Fryslân, het Recreatieschap<br />

De Marrekrite, LTO-noord, de milieu- en terreinbeherende organisaties en het<br />

Watersportverbond. Deze organisaties hebben in wisselende coalities visies<br />

opgesteld, plannen gemaakt en projecten uitgevoerd. Genoemde partijen<br />

participeren in de provinciale stuurgroep <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> die overigens meer een<br />

klankbord functie heeft dan het karakter van een stuurgroep.<br />

Visie-, planvorming, afstemming en samenwerking heeft plaatsgevonden via een<br />

groot aantal traject-, werk- en stuurgroepen. Afstemming, sturing en besluitvorming<br />

tijdens de uitvoering van projecten vond plaats via het instellen van ambtelijke<br />

regiegroepen samengesteld uit vertegenwoordigers van de participanten, meestal<br />

samengesteld uit gemeentelijke en provinciale medewerkers, soms aangevuld<br />

met medewerkers van het Wetterskip Fryslân e.a. De laatste jaren lag daarbij de<br />

trekkersrol vaker bij gemeenten als bij de provincie, simpelweg omdat het aantal<br />

gemeentelijke projecten toeneemt t.o.v. het provinciale aandeel, een ontwikkeling<br />

die in de eindfase alleen maar zal toenemen.<br />

Ter illustratie<br />

Uiteraard is er ook sprake van (inter)nationale afstemmings- en<br />

samenwerkingsverbanden zoals:<br />

• Nederlands Bureau voor Toerisme (NBTC) met als doel via de 2e Kamer meer<br />

nationale promotiemiddelen voor de watersport beschikbaar te krijgen<br />

• De stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN) met als doel (rijks)middelen<br />

beschikbaar te krijgen en het belang van de watersport richting rijksoverheid<br />

gestalte te geven.<br />

• Contacten in West Duitsland met overheden en private partijen om de<br />

ontwikkelingen in de watersport te monitoren.<br />

• Contacten in Polen (via SNN/NordConnect) met overheden om Noord-Nederlands<br />

bedrijfsleven in positie te brengen voor watersportgelieerde opdrachten.


Organisatie en werkwijze intern<br />

Binnen het provinciehuis vindt afstemming plaats met alle relevante beleids- en<br />

uitvoeringsafdelingen via de provinciale projectgroep <strong>Friese</strong> Meren. De meest in het<br />

oogspringende samenwerking en integratie van doelen en uitvoering vindt plaats op<br />

het gebied van:<br />

• Duurzaamheidaspecten, zoals duurzaam werken, toepassing duurzame<br />

materialen en energiebesparing meenemen in ontwerp en uitvoering van<br />

projecten (samenwerking met afdeling Milieubeleid).<br />

• Elektrisch varen en hiermee innovatie op dit terrein in de jachtbouw stimuleren<br />

(samenwerking met programma Duurzame Energie).<br />

• Masterplannen ruimtelijke kwaliteit watersportkernen (samenwerking met het<br />

programma Ruimtelijke Kwaliteit).<br />

• Natuur en landschapsaspecten, benutten van kansen voor verbetering<br />

natuurkwaliteit zoals vispassages, paaiplaatsen, natuurvriendelijke oevers en<br />

natuurplusprojecten (afdelingen Landelijk gebied en PPLG, afdeling Nieuwe<br />

werken en Wetterskip Fryslân).<br />

• Baggeren, bevorderen hergebruik van baggerspecie voor vooroevers en ophogen<br />

van kaden (afdelingen Nieuwe werken en Beheer & Onderhoud en Wetterskip<br />

Fryslân).<br />

• Recreatief beleid en recreatieve voorzieningen, zoals samenwerking met<br />

recreatieschap De Marrekrite, Fryslân Marketing en de afstemming met de<br />

programmalijnen Wadden en Elf Steden (programma Topattractie).<br />

• Verkeer- en vervoerbeleid met betrekking tot de recreatieve vaarwegen, zoals<br />

het terugkoppelen van relevante praktijkinzichten bij de uitvoering en evaluatie<br />

van het Provinciaal Verkeer en Vervoerbeleid.<br />

• Bevorderen van het afschaffen van de pauzes in de brugbediening (afdelingen<br />

Nautische zaken en Verkeer & Vervoer en gemeenten).<br />

• Opstellen integraal streefbeeld voor alle recreatieve vaarwegen (afdelingen<br />

Landelijk gebied, Verkeer & Vervoer en Water, Wetterskip Fryslân en gemeenten).<br />

Projectbureau <strong>Friese</strong> Meren van de provincie Fryslân<br />

<strong>Het</strong> projectbureau <strong>Friese</strong> Meren heeft haar regisserende en aanjagende rol de<br />

afgelopen jaren voortgezet. In de programmatische aanpak die wordt gehanteerd<br />

staan visie, doelen en resultaten centraal en worden de uit te voeren projecten<br />

daarop beoordeeld. <strong>Het</strong> actief zoeken van aansluiting bij de doelen van onze<br />

samenwerkingspartners is een succesfactor. De programmatische aanpak wordt door<br />

de samenwerkingspartners dan ook als zeer positief en effectief beoordeeld.<br />

De visie op de organisatie gaat uit van een kleine vaste kern bestaande uit<br />

provinciale medewerkers (7 fte), gericht op slagvaardigheid en flexibiliteit. De rest<br />

van de benodigde capaciteit om een dergelijk complex en omvangrijk programma<br />

gerealiseerd te krijgen, wordt bewerkstelligd door de inzet van medewerkers<br />

uit andere programma’s en afdelingen en door het uitbesteden van externe<br />

opdrachten (haalbaarheidsonderzoeken, economische effecten, ecologische effecten,<br />

aanbestedingsadvies) en de inhuur van tijdelijke capaciteit op het gebied van<br />

bijvoorbeeld proces- en projectmanagement. Inmiddels leiden de aanhoudende<br />

signalen uit de politiek met betrekking tot beperking van inhuurkrachten ertoe dat<br />

de oorspronkelijke filosofie van een klein vast team onder druk komt te staan.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 55


projectbord Middelseerûte<br />

56 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Communicatie<br />

Bij de start van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> heeft de provincie in overleg met<br />

gemeenten, medewerkers van de provincie en andere organisaties er bewust voor<br />

gekozen om met alle samenwerkende partijen naar buiten te treden onder de naam<br />

“<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>”. De communicatie naar de deelnemende partijen, de<br />

bewoners en de gebruikers heeft daarom steeds plaats gevonden via een centraal<br />

communicatie coördinatiepunt. Deze werkwijze heeft bijgedragen aan het gevoel<br />

van alle betrokkenen samen te werken aan een gemeenschappelijk doel; de<br />

watersportsector een flinke opwaardering te geven en toekomstbestendig te maken.<br />

In 2008 is er een evaluatieonderzoek op het gebied van communicatie uitgevoerd<br />

onder medewerkers van de provincie, samenwerkingspartners en ondernemers<br />

in de recreatiebranche. Ook Fryslân Marketing is betrokken in het onderzoek. De<br />

watersporters zijn buiten de evaluatie gehouden aangezien in 2007 al een uitgebreid<br />

onderzoek onder deze doelgroep heeft plaatsgevonden.<br />

Geconcludeerd werd dat verreweg de meerderheid van de samenwerkingspartners<br />

positief is over de gekozen strategie en de uitvoering daarvan. Wanneer het succes<br />

van de strategie afgemeten wordt aan de bekendheid van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong><br />

bij de ondernemers in de watersportsector, dan heeft de strategie gewerkt.<br />

De bekendheid van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> onder <strong>Friese</strong> ondernemers in de<br />

recreatiesector is hoog. Maar liefst 72% kent <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>.<br />

Ruim 90% van de kajuitbootbezitters met een vaste ligplaats in Fryslân is (volledig<br />

of enigszins) op de hoogte van de verbeteringen in het <strong>Friese</strong> merengebied door <strong>Het</strong><br />

<strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>. Van de vaste ligplaatshouders buiten Fryslân is 46% hiermee<br />

(volledig of enigszins) bekend. Verreweg de meeste samenwerkingspartners zijn<br />

over het algemeen goed op de hoogte en voelen zich betrokken bij het project.<br />

Zo besteden ze in de eigen communicatiemiddelen aandacht aan het project. In de<br />

toekomst zal het van belang zijn om dit verder op te voeren, met name richting de<br />

doelgroep ondernemers.<br />

projectbord Vaaras Sneek


4.2<br />

4.2.1<br />

Steenendamsterbrug Burdaard<br />

Terugkijkend op de communicatie zeggen de samenwerkingspartners over het geheel<br />

genomen zeer tevreden te zijn. <strong>Het</strong> algemene beeld dat ondernemers hebben van<br />

<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> is “goed” tot “uitstekend”. Bijna 90% van de ondernemers<br />

die bekend zijn met <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> geeft dit aan. De conclusie is dat de<br />

strategie goed heeft gewerkt en dat de ingeslagen werkwijze op hoofdlijnen kan<br />

worden voortgezet.<br />

Resultaten en projecten spoor 2<br />

In het PvA 2007 is een extra inspanning opgenomen en benoemd als Spoor 2.<br />

In Spoor 2 is gewerkt langs drie programmalijnen, namelijk:<br />

1. Grenzeloos varen<br />

2. Bestedingen aan de wal<br />

3. Mitigatie ecologie en duurzaamheid<br />

De stand van zaken anno <strong>2010</strong> wordt hierna per programmalijn toegelicht.<br />

Programmalijn Grenzeloos Varen<br />

Grenzeloos varen, de vaarinfrastructuur voor de watersporter in Fryslân, is<br />

basisvoorwaarde om onze provincie een aantrekkelijk vaargebied te laten zijn. In de<br />

periode <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> is veel gerealiseerd. De kwaliteit van het vaargebied is merkbaar<br />

verbeterd en dat wordt door de watersportbranche en de toeristen ook zo beleefd.<br />

Zorgpunt blijven de achterstand in het baggeren, het afschaffen van pauzes en<br />

bruggeld en de aanleg van aanlegplaatsen.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 57


kaart Turfroute<br />

58 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Toegangspoorten versterken<br />

<strong>Het</strong> versterken van de toegangspoorten is (uitgezonderd verbeteringen aan de<br />

sluizen) een onderdeel geworden van de programmalijn Bestedingen aan de Wal en<br />

wordt in dit hoofdstuk dus niet verder behandeld.<br />

Verminderen wachttijden Kornwerderzand<br />

Kornwerderzand is een belangrijke toegangspoort naar Fryslân voor Wad- en<br />

IJsselmeervaarders. In combinatie met de opwaardering van de gehele afsluitdijk zullen<br />

er ingrijpende maatregelen noodzakelijk zijn. Uitgangspunt is dat het verbeteren van<br />

de sluiscapaciteit onderdeel is van de verbeteringsmaatregelen in het kader van de<br />

hoogwatermaatregelen en geen onderdeel meer is van het <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>.<br />

Verbindingen Drachten-Groningen/Assen<br />

Bij de Herijking 2008 is vastgesteld dat de nieuwe verbindingen Drachten-Groningen<br />

en Drachten-Drenthe een lage prioriteit hebben en gepaard gaan met hoge<br />

kosten. Gevraagd is om een nadere afweging. Daarvoor is een haalbaarheidsstudie<br />

uitgevoerd waaruit blijkt dat de kosten veel hoger uitvallen als verwacht (€e 105<br />

mln.). Bovendien is er bij de betrokken gemeentes en de beide buurprovincies<br />

weinig bereidheid om substantieel mee te financieren. Voorgesteld wordt om de<br />

routes Drachten-Groningen en Drachten-Drenthe uit de projectenlijst van het <strong>Friese</strong><br />

<strong>Merenproject</strong> te halen. Voorgesteld wordt om voor de route naar Drenthe in te<br />

zetten op verbetering van de toegankelijkheid van de Turfroute als alternatief.<br />

Turfroute realisatie Toeristische Route Informatie Punten (TRIP’s)<br />

De Turfroute trekt relatief weinig watersporttoeristen gezien de aantrekkelijkheid<br />

van het gebied en het groot aantal toeristische mogelijkheden (wandelen, fietsen,<br />

cultuurhistorie, museumbezoek, natuurbeleving). Om de watersporter meer<br />

mogelijkheden te bieden om aan de wal te komen en daar het gebied te beleven<br />

worden op 8 locaties Toeristische Route Informatie Punten (TRIP’s) gerealiseerd. De<br />

TRIP’s worden doorgaans gerealiseerd in combinatie met passantenaanlegplaatsen.


Turfroute opwaardering naar DM<br />

De Turfroute is momenteel geschikt voor boten met een diepgang van 1,10 meter<br />

en is daardoor niet toegankelijk voor de motorbootklasse Dm, die een diepgang<br />

heeft van 1,30 meter. Daarvoor moeten de vaarten minimaal 1,50 meter diep zijn<br />

over een breedte van ca. 10 meter. Daarvoor moet baggerwerk worden verricht en<br />

veel beschoeiing vervangen of versterkt. Een kostbare operatie, die alleen mogelijk<br />

is als er slim wordt omgegaan met het beheer- en onderhoudsprogramma en<br />

wordt samengewerkt met de gemeenten Opsterland, Oost- en Weststellingwerf.<br />

De investeringen zullen vervolgens moeten worden uitgesmeerd over een langere<br />

periode dan de planperiode van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>.<br />

Nanningaverlaat, Oosterwolde<br />

Aanleg Noordelijke Elfstedenvaarroute<br />

Binnen de doelstelling verbeteren/vergroten van het vaarnetwerk valt ook het<br />

streven om de Elfstedenschaatsroute bevaarbaar te maken voor motorboten tot 2,50<br />

meter doorvaarthoogte (Klasse Dm). Door de aanleg van twee sluizen, en verruiming<br />

van het vaarprofiel wordt in de periode 2011-2013 de laatste hand gelegd aan deze<br />

schakel.<br />

Luts<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 59


4.2.2<br />

Luts<br />

60 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Brug- en sluisbedieningstijden van 79 bruggen verruimd<br />

De watersporter in Fryslân wordt nog steeds geconfronteerd met gesloten<br />

beweegbare bruggen vanwege de pauzetijden. Bovendien moet bij veel bruggen<br />

worden betaald voor de passage. Hoewel het klompje van de brugwachter<br />

nostalgische waarde heeft, is het streven er toch op gericht dat in de toekomst de<br />

bruggen in de pauzes niet meer gesloten zijn en er geen bruggeld meer wordt<br />

geheven. In de periode 2006-<strong>2010</strong> is via twee pilotprojecten geprobeerd om<br />

afstandsbediening-netwerken op te zetten waardoor pauzes en bruggeld konden<br />

worden afgeschaft. <strong>Het</strong> is gebleken, dat dit financieel niet haalbaar is. De gemeente<br />

Sneek heeft de pauzes wel afgeschaft door de brugwachters meer uren te laten<br />

draaien.<br />

Programmalijn Bestedingen aan de wal<br />

Vanaf 2008 is de voorbereiding van projecten uit de programmalijn “Bestedingen<br />

aan de wal” gestart, met als belangrijkste doel de versterking van 7 toegangspoorten<br />

naar Fryslân en de opwaardering van 10 watersportkernen binnen Fryslân.<br />

De uitvoering van de projecten zal divers zijn omdat iedere watersportkern een<br />

eigen identiteit en dynamiek heeft. In elke watersportkern leidt de opwaardering<br />

daarom tot andersoortige projecten. Op deze wijze voorkomen we dat waterfronten<br />

veel op elkaar gaan lijken en kunnen de betrokken dorpen en steden verschillende<br />

ruimtelijke en toeristische profielen krijgen. Voorbeelden zijn IJlst ”houtstad” en<br />

Dokkum “vestingstad”.


Oudesluis, Lemmer<br />

Sluis, Makkum<br />

Opwaarderen Watersportkernen<br />

De eerste bestuursovereenkomst “<strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> 2e fase gemeente<br />

Wymbritseradiel“ voor de opwaardering van de watersportkernen van Heeg,<br />

Woudsend en IJlst is inmiddels getekend. Opgemerkt mag worden dat we met dit<br />

project zeer content zijn vanwege een omvangrijke gemeentelijke investering van<br />

e 3,7 mln. en vervolginvesteringen door private partijen ter grootte van minimaal<br />

e 5 mln. De uitvoering en financiering van de reeds opgestelde masterplannen<br />

Earnewâld en Bolsward moeten nog in bestuurlijke afspraken worden vastgelegd.<br />

<strong>Het</strong> opstellen van de masterplannen voor Franeker, Dokkum, Joure en Balk is in <strong>2010</strong><br />

gestart. Net als bij Wymbritseradiel willen we voor de uitvoering van deze plannen<br />

een beroep doen op middelen uit het Regionaal Economisch Pakket en dan zijn<br />

private investeringen wederom van belang.<br />

Versterken Toegangspoorten<br />

<strong>Het</strong> versterken van toegangspoorten wordt eveneens vorm gegeven door eerst een<br />

masterplan voor de betreffende poort op te stellen en vervolgens de uitvoering<br />

ter hand te nemen. <strong>Het</strong> opstellen van het masterplan is voor de toegangspoorten<br />

Harlingen, Makkum, Lemmer en Zuidoever Tjeukemeer inmiddels gestart. Met de<br />

gemeenten Harlingen en Lemsterland kunnen op basis van hun masterplannen begin<br />

2011 bestuurlijke afspraken worden gemaakt over de uitvoering en financiering van<br />

de plannen.<br />

Ter illustratie Masterplan Heeg<br />

In Heeg is sterk ingezet op het aanzicht van het dorp vanaf het Hegemer Mar.<br />

Door gebiedsontwikkeling van It Eilân en de Pharshoeke worden de komende jaren<br />

projecten uitgevoerd waarbij Heeg weer zichtbaar en herkenbaar wordt vanaf het<br />

water. Waar nu nog talloze recreatiewoningen met de achterkant naar het water<br />

gericht zijn, zal dit veranderen in nieuwe bebouwing die zich oriënteert naar<br />

het water. De oevers worden daarbij zoveel mogelijk openbaar zodat zowel de<br />

eigen bevolking als de gasten meer van het water kunnen genieten dan nu. Deze<br />

gebiedsontwikkeling vereist een breed scala aan projecten. Zo wordt onder meer<br />

De Syl verbreed en worden er passantenplekken voor grotere boten in het oude dorp<br />

aangelegd (de beste plekken mogen ook best wat meer liggeld kosten). Er wordt<br />

een houtbouwmuseum gerealiseerd. De palingaak- en de tjottervloot krijgt een<br />

ligplaats in het hart van het dorp aan De Syl, met loodsen voor werkzaamheden en<br />

winterberging en misschien hierbij passende winkels. Er is ruimte voor ontwikkeling<br />

van wonen in combinatie met passantenligplaatsen. De architectuur van de huizen<br />

zoekt in materialisering aansluiting bij de houtbouwhaven. Verder is sprake van<br />

verbeterde voetpaden, een wandelsteiger, een veerpontje tussen It Eilân en het oude<br />

dorp, verbetering van het strandje en parkeervoorzieningen. De passantenhaven<br />

wordt meer bij het dorp getrokken en krijgt de gewenste capaciteitsuitbreiding.<br />

De WSH krijgt zijn locatie bij de passantenhaven met voorzieningen voor wedstrijden<br />

jeugdzeilen. De bruine vloot krijgt aanlegplaatsen in de westelijke havenkom.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 61


62 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Ter illustratie Masterplan Earnewâld<br />

<strong>Het</strong> masterplan Earnewâld laat zich kenmerken door een zorgvuldige inpassing<br />

van de huidige dorpsentree. Waar het dorp nu verscholen ligt achter het groen en<br />

de aandacht wordt getrokken door onder andere een dominant aanwezige haven,<br />

is dat straks niet meer het geval. De route het dorp in moet beter herkenbaar<br />

worden en de haven moet, juist op die locatie nabij de Âlde Feanen, landschappelijk<br />

beter worden ingepast. Tevens vindt in Earnewâld een herindeling van de twee<br />

havens plaats. Naast een aanpassing op de huidige scheepsafmetingen, worden<br />

de passanten zo dicht mogelijk bij het centrum gesitueerd, want dat is de plaats<br />

waar zij de bestedingen aan de wal moeten doen. De uitvoeringsmaatregelen<br />

omvatten onder meer de duurzame herinrichting van het waterfront (verlichting,<br />

meubilair, bergbezinkbassin, bestrating, etc.), realisatie van het dorpsplein en een<br />

toeristisch overstappunt, het verbeteren van de verbinding tussen It Wiid en de<br />

dorpskern, het opwaarderen van het dagrecreatieterrein. Ook wordt geïnvesteerd<br />

in de herinrichting van de dorpshaven (ligplaatsen, inrichting), diverse routes, een<br />

appartementencomplex aan het dorpsplein met winkels in de plint, de aanleg van<br />

een Toeristisch overstappunt (TOP) en een opstapplek voor kano’s en elektrisch varen.<br />

Flankerende maatregelen<br />

In het PvA 2007 is een aantal flankerende maatregelen benoemd die een bijdrage<br />

kunnen leveren aan extra bestedingen:<br />

• De introductie van een watersportpas.<br />

• Een initiatief tot een evenementenbureau via Fryslân Marketing.<br />

• <strong>Het</strong> instellen van een Taskforce Regelgeving Toeristische bedrijfsleven.<br />

• <strong>Het</strong> uitschrijven van een prijsvraag voor een watersportactiviteitencentrum.<br />

De meeste van deze maatregelen zijn destijds naar voren gebracht door externe<br />

samenwerkingspartners. De afgelopen twee jaar zijn benut om de wenselijkheid en<br />

haalbaarheid nader te bepalen en daarbij ook de rol en positie van de provincie als<br />

overheid hierin te betrekken.<br />

De introductie van een watersportpas is een vorm van productontwikkeling die niet<br />

bij de provincie thuis hoort. Daarom is voor de ontwikkeling van een dergelijke<br />

(service)pas overleg gevoerd met Fryslân Marketing. De mogelijkheden om te<br />

komen tot een dergelijke pas zijn in overleg met Fryslân Marketing en een aantal<br />

externe adviseurs onderzocht waarbij de volgende werkwijze is geformuleerd. De<br />

ontwikkeling van een watersportpas is geen overheidstaak, er wordt gezocht naar<br />

een commerciële partij die dit in samenwerking met bijvoorbeeld de VVV’s zou willen<br />

ontwikkelen. Alleen een pas t.b.v. de watersport is een te smalle basis voor een door<br />

de markt gedragen servicepas. <strong>Het</strong> doel is in die zin bijgesteld dat gewerkt wordt<br />

aan de introductie van een algemeen toeristische servicepas zoals bijvoorbeeld de<br />

“I Amsterdamcard” of “de Schouwen Duivenland pas”. Een dergelijke kaart zou<br />

geladen kunnen worden met een breed scala aan diensten waaronder typische<br />

watersportproducten. De volgende stap die actueel is, is het selecteren van een<br />

marktpartij die de ontwikkeling van een dergelijke pas ter hand wil nemen, waarbij<br />

de provinciale taak beperkt blijft tot initiatiefnemer, organisator van het proces,


4.2.3<br />

het bepalen van de randvoorwaarden in samenwerking met Fryslân Marketing en het<br />

beschikbaar stellen van een financiële bijdrage in de startkosten van maximaal 0,2<br />

mln. Daarmee wijkt deze aanpak aanzienlijk af van de voorgestelde aanpak in 2007<br />

met een investeringsvolume van e 12 mln.<br />

Uit de evaluatie van 2006 kwam vanuit het bedrijfsleven de wens naar voren dat<br />

evenementen op en nabij het water moeten bijdragen aan meer bestedingen. Wij<br />

zijn tot de conclusie gekomen dat hier geen directe taak ligt voor de overheid. In<br />

de tussentijd heeft Fryslân Marketing als onderdeel van haar promotieactiviteiten<br />

een site ontwikkeld waarop “alle” evenementen worden aangekondigd. Daarnaast<br />

zal het organiseren van (culturele) evenementen in het kader van Fryslân Kulturele<br />

Haadstêd veel aandacht krijgen de komende jaren. Een extra inspanning voor een<br />

evenementenbureau zoals in 2007 geformuleerd lijkt ons niet meer actueel.<br />

Omdat gebleken is dat Toeristische ondernemers vaak veel moeite hebben met<br />

het verkrijgen van de benodigde vergunningen is in 2007 het instellen van “een<br />

Taskforce Regelgeving Toeristische bedrijfsleven”. Voorgesteld is om hiervoor<br />

gedurende een aantal jaren bij te dragen aan de organisatie en een bescheiden<br />

personele inzet. Om een dergelijk team te formeren is overleg gevoerd met de<br />

brancheorganisaties HISWA en RECRON. Wij hadden daarbij een samenwerking<br />

voor ogen en een gezamenlijke financiering vanuit de overheid en het bedrijfsleven<br />

omdat we dit niet zagen als alleen een overheidstaak. Dit heeft niet tot het<br />

gewenste resultaat geleid. Wij stellen voor na te gaan of een dergelijke taak is onder<br />

te brengen bij het Ekonomyhûs Fryslân (“ondernemersplein”).<br />

De laatste maatregel in deze categorie is het bevorderen van een watersportactiviteitencentrum.<br />

Dit idee is ook gelanceerd in het kader van Fryske Fiersichten.<br />

Wij worstelen als provinciale overheid met onze rol en zijn er niet van overtuigd dat<br />

een overheidsinitiatief middels een prijsvraag leidt tot het gewenste resultaat vanuit<br />

de markt.<br />

Programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid<br />

Mitigatie ecologie<br />

Naar aanleiding van de uitkomsten van een ex-ante onderzoek naar de economische<br />

en de ecologische effecten2 van de 2e fase van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> is het plan<br />

van aanpak 2e fase bijgesteld (Herijking 2008). Naast een programmalijn “grenzeloos<br />

varen” (met de focus op infrastructuur) en een programmalijn “bestedingen aan<br />

de wal” (focus op economie) is toen een derde programmalijn vastgesteld, zijnde<br />

“mitigatie ecologie en duurzaamheid”. In deze programmalijn dienen maatregelen<br />

te worden genomen om negatieve effecten van projecten tegen te gaan. Als<br />

mitigatie voor recreatieve drukverhoging als gevolg van meer vaarbewegingen die<br />

het gevolg (kunnen) zijn van o.a. maatregelen zoals de capaciteitsverhoging van<br />

sluizen aan de IJsselmeerkust, wordt voorgesteld om de bestaande natuur voor<br />

specifieke soorten te verstreken. Deze maatregelen zijn in tabel 4.4 opgenomen.<br />

2 Eco-effectmeting 2e fase <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>, Ecorys en Altenburg Wymenga, 2008<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 63


64 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Tabel 4.4 Overzicht van uitvoering mitigatiepakket <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> 2 e fase (2008)<br />

Bron: Provincie Fryslân<br />

Bij die projecten waar mitigatie en compensatie vanuit de natuurwetgeving<br />

noodzakelijk is, wordt dat meegenomen bij de ontwikkeling van de betreffende<br />

projecten. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Noordelijke Elfstedenvaarroute, bij het<br />

aangepaste plan voor het Polderhoofdkanaal en bij een aantal kleinere projecten.<br />

Daarnaast is de afgelopen periode vooral aandacht gegeven aan het pakket<br />

opvangen drukverhoging en cumulatie etc. (zie bovenstaande tabel) en zonering en<br />

creëren rustgebieden in de <strong>Friese</strong> boezem. Er is een nadere verkenning opgesteld<br />

over de invulling en locatie van de maatregelen. Deze maatregelen zijn een<br />

voorwaarde voor het uitvoeren van projecten die leiden tot meer vaarbewegingen.<br />

<strong>Het</strong> accent ligt daarbij op maatregelen die negatieve effecten op met name eendenen<br />

ganzensoorten compenseren in het voor- en naseizoen omdat in deze periode<br />

het risico op verstoring het grootst is. De meest effectieve maatregelen daarbij zijn<br />

inrichtings- en zoneringsmaatregelen in en nabij bestaande natuurterreinen die<br />

in beheer zijn van IFG of SBB. Door een verbeterde inrichting, bijvoorbeeld door<br />

aanpassing van de waterhuishouding, kunnen bestaande gebieden beter gaan<br />

functioneren. Hierdoor ontstaan robuustere natuurwaarden. Dit biedt compensatie<br />

voor eventuele verstoringen op de meren zelf. <strong>Het</strong> gaat hierbij dus niet primair om<br />

de verwerving van nieuwe hectares ten koste van landbouwgrond, maar om het<br />

beter laten functioneren van bestaande natuurgebieden. In enkele gevallen zal<br />

echter uitbreiding van het areaal toch een praktische oplossing zijn. Bijvoorbeeld<br />

wanneer de aankoop van een laatste landbouwperceel binnen een gebied,<br />

dat verder reeds geheel voor de EHS verworven is, het toch mogelijk maakt de<br />

noodzakelijke aanpassingen aan de waterhuishouding door te voeren.<br />

Uit overleg met alle betrokken patijen, waaronder SBB, IFG en Wetterskip Fryslân,<br />

blijkt dat de beste kansen voor het mitigatiepakket liggen bij De Fluezen of het<br />

Snitser Mar. Bij de uitwerking van de maatregelen wordt aangesloten bij de<br />

programmering en uitvoering van de maatregelen die nodig zijn in het kader<br />

van de Natura <strong>2000</strong> beheerplannen, realisatie van de EHS, de verbetering van de<br />

waterkwaliteit (KRW) en uitbreiding van de waterberging (WB21). In de huidige


zonne-energie<br />

duurzame steiger<br />

meerjarenbegroting is een bedrag van e 3 mln. opgenomen. <strong>Het</strong> overgrote deel van<br />

de dekking (ca e 10-14 mln.) is nog niet geregeld en zal aan de orde komen in het<br />

kader van de begroting 2012 en de jaren daarna.<br />

Geconcludeerd kan worden dat de invulling van het mitigatiepakket inhoudelijk en<br />

organisatorisch vorm begint te krijgen. De eerste pilots kunnen in 2011 plaatsvinden<br />

en een meer substantiële uitvoering zal starten met ingang van 2012.<br />

Duurzaamheid<br />

Op het gebied van duurzaamheid zijn vorderingen gemaakt. De volgende<br />

maatregelen zijn ontwikkeld en in gang gezet:<br />

• Duurzaam aanbesteden. Bij aanbestedingen worden zoveel mogelijk de<br />

criteria voor Duurzaam Inkopen, zoals die opgesteld zijn door SenterNovem,<br />

gevolgd. Voorbeeld is de aanbesteding Sluis Stavoren. Bij de beoordeling van<br />

de aangeboden oplossingen wordt niet alleen beoordeeld op de kosten en de<br />

nautische capaciteit, maar ook op het duurzaamheidgehalte van de oplossing.<br />

Hierbij zijn materiaal en energie belangrijke aspecten.<br />

• Bij alle op te stellen masterplannen voor watersportkernen en toegangspoorten<br />

worden bouwstenen voor duurzaamheid gebruikt. Hierdoor wordt in het<br />

masterplan altijd aandacht besteed aan de mogelijkheden voor het (her)gebruik<br />

van duurzame materialen en maatregelen op het gebied van energiebesparing<br />

of duurzame energie. <strong>Het</strong> elektrisch varen wordt in samenwerking met het<br />

programma Duurzame energie van de provincie gestimuleerd (zie ook pagina 66).<br />

• Alle steigers van De Marrekrite worden duurzaam vormgegeven.<br />

• Baggerspecie wordt in hoge mate hergebruikt. Vaak is hergebruik naast een<br />

duurzame ook een goedkopere oplossing. Waar dit redelijkerwijs mogelijk is<br />

wordt vrijgekomen baggerspecie dan ook hergebruikt in naburige (oever- en<br />

kade)projecten. De samenwerking tussen Wetterskip Fryslân en de provincie is<br />

hierdoor sterk toegenomen.<br />

• <strong>Het</strong> uitvoeren van pilots om te komen tot een beter systeem van<br />

vuilwaterinname in havens. Er wordt geëxperimenteerd met individuele<br />

aansluitingen op de steiger per twee ligplaatsen. In 2011 worden twee of<br />

drie pilots met dit systeem toegepast. Provincie en Wetterskip hebben een<br />

gezamenlijke taak om gemeenten en jachthavenbeheerders hierin te stimuleren.<br />

Ter illustratie<br />

Uit het in 2009 gehouden NBTC-onderzoek naar bootvakanties van Nederlanders<br />

blijkt dat 28% van alle Nederlandse kajuitboten een vuilwatertank aan boord heeft,<br />

24% over een mobiel (chemisch) toilet beschikt en 4 % een droogtoilet heeft. Dit<br />

betekent dat circa de helft van alle Nederlandse kajuitboten de beschikking heeft<br />

over opvangvoorziening voor vuilwater. De helft van de kajuitbootbezitters met<br />

een vuilwatertank die een vaste ligplaats in Fryslân hebben, geven aan dat er in<br />

Fryslân voldoende afgiftepunten voor vuilwater zijn. In vergelijking met de overige<br />

provincies is dit vrij laag.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 65


66 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

oplaadpunt Sneek<br />

<strong>Het</strong> bevorderen van elektrisch varen wordt in samenwerking met het<br />

programma Duurzame energie opgepakt. In november <strong>2010</strong> is door ons een<br />

uitvoeringsprogramma opgesteld waarin de belangrijkste maatregelen voor de<br />

komende jaren zijn vastgelegd. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor<br />

de Stifting Elektrysk Farre Fryslân (SEFF) De belangrijkste maatregelen die zijn<br />

vastgesteld zijn:<br />

• Een brede promotie en beïnvloeding consumentengedrag via beurzen,<br />

stimulering samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en<br />

kennisinstellingen.<br />

• <strong>Het</strong> stimuleren van de (om)bouw van elektrische vaartuigen, het uiteindelijke<br />

doel is 3000 vaartuigen. Ter bevordering van de eerste ombouw is een<br />

stimuleringsregeling van kracht. Hiermee kan bij circa 150 schepen een ombouw<br />

naar elektromotor worden gesubsidieerd. Inmiddels zijn ruim 100 aanvragen<br />

binnengekomen waarvan er zo’n 80 zijn gehonoreerd.<br />

• <strong>Het</strong> uitrollen van een dekkend laadpuntennetwerk voor Fryslân voor het opladen<br />

van elektrische boten. De eerste aanzet hiertoe is in <strong>2010</strong> gegeven door in Sneek<br />

20 laadpunten en in Harlingen 10 laadpunten te realiseren. Hiervan zijn er 6 met<br />

krachtstroom.<br />

• <strong>Het</strong> verhogen en borgen van de kwaliteit van elektrische aandrijfsystemen<br />

en bedrijven door middel van kennisuitwisseling, training, ontwikkelen<br />

kwaliteitsnormering en certificering van bedrijven.<br />

• <strong>Het</strong> realiseren van “electric only routes”, dit zijn exclusieve vaarroutes voor<br />

kleinere elektrische vaartuigen zoals sloepen met een beperkte doorvaarthoogte<br />

en breedte. In <strong>2010</strong> is een onderzoek naar de meest kansrijke routes gestart.<br />

Geconcludeerd kan worden dat het thema duurzaamheid inmiddels een belangrijke<br />

plaats gekregen heeft in het denken en handelen bij de planvorming en uitvoering<br />

van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>. Gemeenten zullen hierin worden “meegenomen”. <strong>Het</strong><br />

elektrisch varen neemt een bijzondere plaats in omdat het aanboren van nieuwe<br />

doelgroepen recreanten en toeristen (<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>) wordt gecombineerd<br />

met de doelen van het provinciale programma Duurzame energie (transitie naar nietfossiele<br />

brandstoffen).


Hoofdstuk 5<br />

Externe randvoorwaarden<br />

In het PvA 2007 zijn een aantal randvoorwaarden benoemd die van belang zijn<br />

voor het halen van de programmadoelen en -resultaten, maar die niet of slechts<br />

gedeeltelijk vanuit <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> en alleen maar indirect door de provincie<br />

zijn te beïnvloeden. Dit betreft promotie en marketing, koppeling van land- en<br />

waterrecreatie, behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit, waterbeheer,<br />

watersport en natuur en beheer. Per externe randvoorwaarde is in beeld<br />

gebracht welke inspanningen zijn gedaan en welke resultaten zijn bereikt wat het<br />

projectbureau <strong>Friese</strong> Meren betreft. De benodigde inzet vanuit anderen – cruciaal voor<br />

het behalen van de doelstellingen – vallen buiten de reikwijdte van deze evaluatie.<br />

Samenvatting<br />

Geconcludeerd kan worden dat in een aantal gevallen aan de externe<br />

randvoorwaarden is voldaan, maar dat op sommige onderdelen nog niet voldoende<br />

resultaat is bereikt.<br />

• Promotie en marketing. Ten behoeve van een extra impuls voor de watersportpromotie<br />

heeft PS jaarlijks een promotiebudget beschikbaar gesteld.<br />

De bijdrage vanuit de sector blijft achter ondanks forse inspanningen.<br />

• Koppeling land- en waterrecreatie. Deze koppeling is geslaagd in een aantal door<br />

<strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> geïnitieerde projecten. De koppeling blijft een belangrijk<br />

aandachtspunt.<br />

• Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit. Dit is niet langer een externe randvoorwaarde<br />

sinds de incorporatie van dit thema in <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> in<br />

2008. Vooral via de masterplannen voor de watersportkernen en toegangspoorten<br />

kan er meer invloed uitgeoefend worden op de gewenste versterking van de<br />

ruimtelijke kwaliteit van dorpen, steden en landschap.<br />

• Waterbeheer. Met Wetterskip Fryslân wordt veelvuldig samengewerkt in oever- en<br />

kadeprojecten. Zo ook op gebied van de lozing van vuilwater door watersporters,<br />

maar positieve resultaten zijn hier minder afdwingbaar gebleken.<br />

• Watersport en natuur. Hieraan is invulling gegeven door een mitigatiepakket voor<br />

het totale <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> op te stellen.<br />

• Beheer. Vanwege de complexiteit van de materie is aan deze randvoorwaarde nog<br />

geen invulling gegeven. De invoering van de Waterwet en met name de<br />

uitwerking daarvan is een kans om het beheer beter te organiseren.<br />

Promotie en marketing<br />

Promotie en marketing is als randvoorwaarde gericht op een extra impuls voor de<br />

promotie van de toeristisch-recreatieve sector in Fryslân en in het bijzonder gericht<br />

op de watersport en de buitenlandse markt. Waar mogelijk moet aangehaakt<br />

worden bij initiatieven van de sector. Gedurende de periode 2007-<strong>2010</strong> is er jaarlijks<br />

e 150.000 extra provinciaal geld ingezet via Fryslân Marketing ten behoeve van een<br />

extra impuls voor de watersportpromotie. Bij amendement van PS is daaraan onder<br />

meer de voorwaarde gekoppeld dat de watersportsector hierbij nauw betrokken zou<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 67


Sloten<br />

Terherne Haven<br />

68 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

worden en dat de private sector jaarlijks e 100.000 zouden bijdragen. Deze bijdrage<br />

uit de sector heeft zich ondanks forse inspanningen van de initiatiefnemers beperkt<br />

tot een jaarlijkse bijdrage van circa e 70.000.<br />

De Stichting Varen in Fryslân, de HISWA en <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> hebben<br />

met Fryslân Marketing een gezamenlijk campagneteam gevormd om de<br />

watersportpromotie vorm te geven. Door inspanningen van de provincie en de<br />

brancheorganisaties is inmiddels het European Tourism Institute (ETI) tot stand<br />

gebracht bij Stenden Hogeschool in Leeuwarden.<br />

In december 2009 heeft de toenmalige staatsecretaris Heemskerk (EZ) de Tweede<br />

Kamer toegezegd om zich samen met het Nederlands Bureau voor Toerisme en<br />

Congressen (NBTC) in te zetten voor een nieuwe Product-Markt-Partner-Combinatie<br />

(PMPC) voor de watersport. Voorwaarde was dat deze PMPC voldoende renderend<br />

is voor de bestemming Nederland. Samen met de watersportprovincies (waaronder<br />

Fryslân) zal het NBTC, in het kader van deze nieuwe PMPC Watersport, vanaf 2011<br />

een meerjarige internationale promotiecampagne voor de watersport ontwikkelen,<br />

gericht op de Duitse en Belgische markt. Voor 2011 bedraagt het gezamenlijke<br />

budget van NBTC en provincies voor deze campagne circa. e 600.000.<br />

Koppeling land- en waterrecreatie<br />

Deze randvoorwaarde betreft het investeren in de koppeling tussen land- en waterrecreatie<br />

en samenwerking vanuit het ILG (gebiedskaders, jaarplannen, financiering)<br />

en het toeristische bedrijfsleven. Via de <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>-aanpak van het<br />

opstellen van Masterplannen Ruimtelijke Kwaliteit is een systematiek ontwikkeld<br />

voor de inrichting van de waterfronten van watersportkernen en toegangspoorten.<br />

Hiervoor zijn een aantal bouwstenen ontwikkeld die gemeenten kunnen hanteren<br />

bij het opstellen van inrichtingsplannen. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is het<br />

toegankelijk houden of weer toegankelijk maken van oevers bij steden en dorpen


Starteiland Sneek<br />

als onderdeel van de openbare ruimte, zodat de beleving van het water voor de<br />

dagrecreant wordt versterkt. Bij Heeg zal dit zijn eerste uitwerking krijgen. Ook de<br />

realisatie van fiets- en voetpaden langs de waterkant, waar dit verantwoord kan in<br />

verband met natuurwaarden, draagt hieraan bij. Voorbeelden zijn het fietspad langs<br />

de Noarder Alde Wei in Skarsterlân en het fietspad langs De Swette. In de plannen<br />

voor de Turfroute is sprake van de realisatie van toeristische overstap- en informatiepunten,<br />

met als doel toeristen uit de boot te krijgen en via een informatiezuil te<br />

informeren over de recreatieve mogelijkheden. De koppeling land- en waterrecreatie<br />

blijft een belangrijk aandachtspunt voor het vervolg van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>.<br />

De Skou, Heeg<br />

Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit<br />

Was het behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit in 2007 een externe<br />

randvoorwaarde, in 2008 is dit geïncorporeerd in het <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> om<br />

meer invloed uit te kunnen oefenen. Aan dit thema is de afgelopen vier jaar veel<br />

aandacht besteed zowel vanuit de uitwerking van het Streekplan (onder meer<br />

via Atelier Fryslân) als vanuit <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>. Bij het opstellen van de<br />

masterplannen voor watersportkernen en toegangspoorten is de ruimtelijk kwaliteit<br />

voor de herinrichting van de havens en waterfronten een belangrijk thema, naast<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 69


70 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

functionaliteit en duurzaamheid. Als voorbeeld geldt onder meer het inpassingsplan<br />

dat is gemaakt in het kader van het Masterplan Heeg, voor de landschappelijke<br />

inpassing van het bedrijventerrein “de Skou”. De inpassing van nieuwe en bestaande<br />

bedrijventerreinen met een grote ruimtelijke uitstraling en daardoor van invloed op<br />

de beleving vanaf het water, blijft een belangrijk aandachtspunt voor provincie en<br />

gemeenten.<br />

Noarder Alde Wei<br />

Waterbeheer<br />

Een goede waterkwaliteit is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk<br />

watersportgebied. <strong>Het</strong> Wetterskip Fryslân en de provincie moeten conform de<br />

Kaderrichtlijn Water er samen voor zorgen dat de waterkwaliteit in Fryslân verder<br />

wordt verbeterd. Per 1 januari 2009 is er een algemene maatregel van bestuur<br />

van kracht geworden die het lozen van “zwart water” op het oppervlaktewater<br />

verbiedt en regels stelt voor de aanwezigheid van vuilwaterinnamestations in<br />

havens. Ongeveer 35% van de kajuitschepen beschikt over een vuilwatertank. Ook<br />

is er sprake van het gebruik van chemische toiletten en andere voorzieningen.<br />

<strong>Het</strong> Wetterskip Fryslân is verantwoordelijk voor het handhaven van het<br />

lozingsverbod. Praktijk is echter dat dit een lastig te handhaven taak is en dat<br />

vuilwaterinnamestations amper worden gebruikt.<br />

Tijdens de evaluatieperiode is gedurende twee seizoenen samen met het Wetterskip<br />

Fryslân, Watersportverbond en De Marrekrite een voorlichtingscampagne op het<br />

water gehouden om watersporters aan te spreken op hun gedrag. Daarnaast zijn<br />

alternatieve vuilwaterinnamevoorzieningen in havens gestimuleerd, omdat bleek dat<br />

het huidige systeem van één pomp per haven onvoldoende werkt. Met behulp van<br />

subsidies via Fryslân Fernijt en het Provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied<br />

(PMJP) worden in samenwerking met het Wetterskip Fryslân en het bedrijfsleven


een aantal pilotprojecten uitgevoerd om havens uit te rusten met vuilwater inname<br />

voorzieningen per ligplaats om daarmee de gebruiksdrempel te verlagen. Watersporters<br />

en ondernemers zullen bewust moeten worden gemaakt dat we gezamenlijk moeten<br />

werken aan het schoon houden van het water.<br />

Een ander onderdeel betreft het bundelen van sectorale middelen in integrale<br />

projecten ten behoeve van het herstel van oevers en kaden. Ook op dit punt is<br />

de samenwerking met het Wetterskip Fryslân sterk verbeterd. Er zijn een aantal<br />

integrale projecten uitgevoerd, waarbij recreatieve voorzieningen als fiets- en<br />

wandelpaden en aanlegvoorzieningen zijn gecombineerd in integrale projecten.<br />

Baggerspecie van provinciale werken wordt, waar mogelijk, door het Wetterskip<br />

Fryslân hergebruikt voor het ophogen van kaden of het verbreden van oevers.<br />

Hiermee wordt een flinke maatschappelijke winst behaald.<br />

Watersport en natuur<br />

Aan deze randvoorwaarde is in de Herijking 2008 invulling gegeven. Op basis van de<br />

uitkomsten van een ecologische en economische scan van de maatregelen van de 2e<br />

fase van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>, is een mitigatiepakket gedefinieerd voor het totale<br />

programma (zie paragraaf 4.3). Daarnaast is er in de voorbereiding van de projecten,<br />

gewerkt aan proactieve planvorming op het gebied van natuur en landschap.<br />

Door samenwerking te zoeken met relevante locale belangengroepen. Dit heeft<br />

onder meer geleid tot een pakket aan natuur-Plus maatregelen in het kader van de<br />

verbreding en verdieping van de Noordelijke Elfstedenvaarroute. Waarschijnlijk zijn<br />

door deze aanpak geen bezwarenprocedures gevoerd tegen het verlenen van de<br />

nodige vergunningen. In het kader van de totstandkoming van de beheerplannen<br />

Natura <strong>2000</strong> heeft <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> geparticipeerd in de plannen die<br />

opgesteld zijn voor het zuidwestelijke merengebied, om zodoende mede zorg te<br />

dragen voor evenwicht in ecologische en economische (watersport)belangen.<br />

Beheer<br />

Aan het thema beheer is nagenoeg nog geen aandacht besteed, o.a. door de<br />

complexiteit van de materie. Uit de interviews blijkt dat de participanten zich zorgen<br />

maken over het borgen van de resultaten. Er is veel geïnvesteerd in de kwaliteit<br />

van de infrastructuur en de voorzieningen. Daarbij ligt er tot 2015 als gevolg van<br />

versnipperde aandacht, nog een opgave om heel veel achterstallig onderhoud<br />

weg te werken. Er ligt dan ook een bestuurlijke uitdaging om een vorm te vinden<br />

waarin alle partijen blijven samenwerken en het belang onderschrijven van een<br />

goed beheer, onderhoud en de blijvende aanpassing van de publieke voorzieningen.<br />

<strong>Het</strong> agenderen hiervan, het in bespreking brengen met een groot aantal actoren,<br />

het formuleren van een koers en het inzichtelijk maken van de benodigde jaarlijkse<br />

middelen, is een uitdaging voor de komende jaren. De invoering van de Waterwet en<br />

de hierbij noodzakelijke herschikking van het <strong>Friese</strong> vaarwegbeheer is hier een kans.<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 71


IJsselmeer<br />

72 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong>


6.1<br />

Hoofdstuk 6<br />

Kosten en financiering<br />

Dit hoofdstuk betreft de financiële evaluatie over de afgelopen 10 jaar, uitgesplitst<br />

naar spoor 1 en spoor 2.<br />

Samenvatting<br />

Spoor 1: uitgevoerd<br />

• De werkelijke kosten van uitgevoerde projecten spoor 1 zijn e 235,4 mln. en<br />

volledig gefinancierd.<br />

• De provincie heeft in de uitgevoerde projecten spoor 1 in de projecten van<br />

derden e 21 mln. (33,6%) en in totaal e 89 mln. (incl. provinciale projecten)<br />

bijgedragen.<br />

• In de uitgevoerde projecten spoor 1 is e 104,6 mln. (44,4%) uit Europese, Rijk- en<br />

overige fondsen binnengehaald. Gemeenten hebben e 41,8 mln. bijgedragen.<br />

Spoor 1: gepland of in uitvoering<br />

• De kostenprognose van de geplande en in uitvoering zijnde werken spoor 1 is<br />

e 118,9 mln.<br />

• De provinciale bijdrage in de geplande en in uitvoering zijnde werken in de<br />

projecten van derden is geprognosticeerd op e 18,6 mln. (31,32 %).<br />

• In de geplande of in uitvoering zijnde werken van spoor 1 is een<br />

financieringstekort van e 51,1 mln.<br />

Spoor 2:<br />

• De kostenraming van spoor 2 bedraagt e 229,5 mln. en dreigt de actuele<br />

kostenraming van e 150 miljoen te overschrijden. Als het voorstel om<br />

enkele projecten te schrappen (zie uitvoeringsprogramma 2011-2015) wordt<br />

gehonoreerd, blijft de kostenprognose binnen de actuele raming.<br />

• De provinciale bijdrage (incl. provinciale projecten) in spoor 2 is<br />

geprognosticeerd op e 38,6 mln. (16,8 %).<br />

Spoor 1<br />

In het oorspronkelijke plan van aanpak <strong>2000</strong> is een investering geraamd van ƒ 685<br />

mln. (€e 310,8 mln.). In het plan van aanpak 2007 is dit bedrag verhoogd naar e 345<br />

mln. als gevolg van de toevoeging van het Polderhoofdkanaal in het programma<br />

en hoger ingeschatte ramingen van projecten waaronder Sluis Stavoren. In 2007<br />

is in het plan van aanpak het onderscheid gemaakt van lopende en uitgevoerde<br />

deelprojecten (spoor 1, 1e fase ) met een kostenraming van e 245 mln. en de nog uit<br />

te voeren deelprojecten (spoor 1, 2e fase) met een kostenraming van e 100 mln.<br />

De werkelijke kosten van de uitgevoerde projecten in de spoor 1 bedragen €<br />

e 235,4 mln.. Door de projecten in uitvoering (€e 17,3 mln.) en de geplande<br />

projecten (€e 101,7 mln.) is de totale actuele kostenraming e 354,4 mln. <strong>Het</strong><br />

programma en het kostenniveau van spoor 1 moeten dus worden aangescherpt om<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 73


74 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

binnen de oorspronkelijke raming te blijven. In het uitvoeringsprogramma 2011-2015 is<br />

daarom een versoberingvoorstel opgenomen, bestaande uit projecten van spoor 1 en 2.<br />

Tabel 6.1 Programmabegroting (exploitatie en investering)<br />

Fase<br />

Bedragen in miljoenen<br />

Tabel 6.2 Financieringsbegroting spoor 1 (uitgevoerd en gepland)<br />

Bedragen in miljoenen<br />

Tabel 6.3 Financieringsverhouding spoor 1 (uitgevoerd)<br />

Bedragen in miljoenen<br />

Raming Uitgevoerd<br />

In<br />

uitvoering Gepland Totaal<br />

Spoor 1 € 345 € 235,4 € 17,3 € 101,7 € 354,4<br />

Fase<br />

Provincie Gemeenten Overige<br />

Derden<br />

Te<br />

financieren<br />

Totaal<br />

Spoor 1 € 137,4 € 51,5 € 114,5 € 51,1 € 354,4<br />

Fase<br />

Spoor 1<br />

uitgevoerd<br />

Provincie Gemeenten Overige<br />

Derden<br />

Totaal<br />

€ 89,0 € 41,8 € 104,6 € 235,4


Fase Exploitatie/<br />

inverstering<br />

Uitgevoerd<br />

Gepland<br />

en<br />

in uitvoering<br />

6.2<br />

Tabel 6.4 Financieringsverhouding spoor 1 (uitgevoerd en gepland)<br />

Provincie Gemeenten Overige<br />

derden<br />

Bedragen in miljoenen<br />

Spoor 2<br />

In het PvA 2007 zijn de kosten voor spoor 2 geraamd op e 150 mln. Deze kostenraming<br />

is in het plan gebaseerd op de extra inspanning ten opzichte van de projecten<br />

en kostenraming uit het plan van aanpak <strong>2000</strong>. Van dit spoor is alleen de Noordelijke<br />

Elfsteden vaarroute in uitvoering voor een bedrag van e 28,3 mln. en het project<br />

regionale beeldverhalen voor e 0,15 mln. Er is voor e 201,0 mln. aan projecten<br />

gepland. In totaal bedraagt de kostenprognose e 229,5 mln. en de actuele raming<br />

van e 150 mln. dreigt overschreden te worden. <strong>Het</strong> programma en het kostenniveau<br />

van spoor 2 moet dus worden aangescherpt om binnen de actuele raming te<br />

blijven. In het uitvoeringsprogramma 2011-2015 is daarom een versoberingvoorstel<br />

opgenomen, bestaande uit projecten van spoor 1 en 2.<br />

Tabel 6.5 Programmabegroting spoor 2<br />

Bedragen in miljoenen<br />

Te<br />

financieren<br />

Exploitatie € 21 33,6% € 19,4 31,2% € 22 35,2% € 0 0% € 62,4 100 %<br />

Investering € 68,0 39,5% € 22,3 12,9% € 82,6 47,6 % € 0 0% € 173,0 100%<br />

Subtotaal € 89,0 37,8% € 41,8 17,8% € 104,6 44,4% € 0 0% € 235,4 100%<br />

Exploitatie € 18,6 31,3% € 7,7 13,0% € 8,4 14,1% € 24,7 41,6% € 59,4 100 %<br />

Investering € 29,7 49,9% € 2 3,4% € 1,4 2,4% € 26,4 45% € 59,5 100%<br />

Subtotaal € 48,3 40,6% € 9,7 8,2% € 9,8 8,3% € 51,1 42,9% € 118,9 100%<br />

Totaal € 137,4 38,7% € 51,5 14,5% € 114,5 32,3% € 51,1 14,4% € 354,4 100%<br />

Fase<br />

PvA<br />

2007<br />

In<br />

uitvoering Gepland<br />

Actuele<br />

Raming<br />

Spoor 2 € 150 € 28,5 € 201 € 229,5<br />

Totaal<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 75


76 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Tabel 6.6 Financieringsbegroting spoor 2<br />

Provincie Gemeenten Overige<br />

derden<br />

Bedragen in miljoenen<br />

Tabel 6.7 Financieringsverhouding spoor 2 (multiplier)<br />

Te<br />

financieren<br />

Totaal<br />

€ 38,6 € 10,6 € 28,5 € 151,8 € 229,5<br />

Provincie Gemeenten Overige<br />

derden<br />

Te<br />

financieren<br />

Totaal<br />

16,8 % 4,6 % 12,4% 66,1% 100 %


Bijlage 1<br />

Bronverantwoording<br />

Bij de totstandkoming van de evaluatie <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> is gebruik gemaakt van de<br />

volgende bronnen:<br />

- Plan van aanpak <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>, december <strong>2000</strong><br />

- Streekplan Kwaliteit fan de Romte (2006)<br />

- Beleidsnota recreatie en toerisme 2002-<strong>2010</strong> (Verrassend Fryslân)<br />

- Programma <strong>Friese</strong> Meren Tussenbalans 2006 (augustus 2006)<br />

- Tussentijdse evaluatie beleidsnota recreatie en toerisme 2002-<strong>2010</strong> (maart 2006)<br />

- Koers op Fryslân, <strong>Friese</strong> Meren Project 2e fase (2006-2013) (21 februari 2007)<br />

- Fryslân toeristische topattractie in Nederland (2007)<br />

- Fryske Fiersichten, provinsje Fryslân (25 juni 2008)<br />

- Toerismebrief, Holland meesterwerk aan het water (juli 2008)<br />

- Rompnotitie ‘Herijking, prioritering en programmamanagement tweede fase<br />

<strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> (16 september 2008)<br />

- Beleidsvisie recreatietoervaart Nederland BRTN 2008-2013<br />

- <strong>Evaluatie</strong> en plan van aanpak oplossen knelpunten baggerevaluatie (28 oktober<br />

2008)<br />

- Fryslân vanaf het water, kwantitatief en kwalitatief onderzoek en ideeënbundel<br />

(februari 2008)<br />

- Koepelnotitie ‘Meer met <strong>Friese</strong> Meren’ (3 maart 2009)<br />

- Verslag expertmeeting Fryslân, toeristische topattractie in Nederland, Weusthuis<br />

en Partners (19 maart 2009)<br />

- Destinatie Holland 2020, toekomstvisie inkomend toerisme (NRIT)<br />

- Konsept Programmaplan Fryslân Toeristyske Topattraksje (23 april 2009)<br />

- De <strong>Friese</strong> Wouden (authentiek, inspirerend, aangenaam, actief), Grontmij/<br />

Vandertuuk (22 september 2009)<br />

- Ontwikkeling watersport IJsselmeergebied, deelrapportage <strong>Friese</strong> IJsselmeerkust<br />

2009, Waterrecreatie Advies (december 2009)<br />

- Strategisch meerjarenplan Fryslân Marketing 2009-2013 en eindafrekeningen<br />

2007-2009<br />

- Nota Krimp & Groei (hoofdstuk recreatieve systemen), januari <strong>2010</strong><br />

- <strong>Evaluatie</strong> baggerinspanning recreatief vaarnetwerk <strong>2000</strong> t/m 2007 (11 februari<br />

2009)<br />

- Plan van aanpak, oplossen knelpunten baggerevaluatie (11 februari 2009)<br />

- Notitie “Provincie Fryslân, Elektrisch (er)varen!” en Uitvoeringsagenda Elektrisch<br />

varen <strong>2010</strong>-2011 (28 september <strong>2010</strong>)<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 77


78 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

En van de volgende onderzoeken:<br />

- Onderzoek vaargedrag Fryslân en Leeuwarden, <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> en<br />

Waterrecreatie Advies (oktober 2007)<br />

- Economische en ecologische effectmeting <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>, Ecorys Altenburg<br />

& Wymenga (2008)<br />

- Effectmeting marketing profiel Fryslân, Grontmij Marktplan (9 juni 2009)<br />

- Recreatiecijfers bij de hand, kenniscentrum recreatie (november 2008)<br />

- <strong>Het</strong> Nationale Watersportonderzoek, YPCA (augustus 2009)<br />

- Botenpanelonderzoek, NBTC NIPO Research (maart <strong>2010</strong>)<br />

- Consumentenonderzoek Toerisme <strong>2010</strong> (april <strong>2010</strong>)<br />

- Onderzoek Toerisme in Cijfers over 2009 (juli <strong>2010</strong>)<br />

- De <strong>Friese</strong> Meren vergeleken, Benchmark met twee Duitse watersportgebieden,<br />

kenniscentrum recreatie (<strong>2010</strong>)<br />

- Water als recreatie, gezamenlijke uitgave van Rijkswaterstaat Programma<br />

- Waterinnovatie (WINN), Deltares en het Kenniscentrum Recreatie<br />

- Toekomst van de <strong>Friese</strong> Watersport voor verkenning innovatieve voorbeelden in<br />

Europa, kenniscentrum Recreatie (april, <strong>2010</strong>)<br />

- Onderzoek positie van Nederland op de Duitse markt van bootvakanties 2009,<br />

NBTC (<strong>2010</strong>)<br />

- Trendrapporten van het NRIT<br />

- Toerdata Noord, Consumentenonderzoek 2009<br />

- Toerdata Noord, Toerisme in cijfers <strong>2010</strong><br />

- LISA, het werkgelegenheidsregister van Nederland<br />

- NBTC-NIPO: onderzoek naar bootvakanties van Nederlanders, <strong>2010</strong><br />

- NBTC-NIPO: onderzoek naar bootvakanties op de Duitse markt, <strong>2010</strong><br />

- Kenniscentrumrecreatie: De toekomst van de <strong>Friese</strong> watersport (een quickscan<br />

van innovatieve voorbeelden in europa), <strong>2010</strong><br />

- Kenniscentrum Recreatie: De <strong>Friese</strong> meren vergeleken ( een benchmark met twee<br />

Duitse watersportgebieden, <strong>2010</strong><br />

- Alterra: Recreatietoevoervaart: 9 jaar later, 2002<br />

- Waterrecreatieadvies: Watersportmonitor IJsselmeergebied 2009<br />

- Waterrecreatieadvies: Onderzoek aantal recreatievaartuigen Nederland, 2005<br />

- <strong>Evaluatie</strong>onderzoek naar de communicatie van <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong>, Camerik<br />

Voortman communicatie- en pr-adviseurs, 2008<br />

- Marktontwikkelingen Watersport in Fryslan, ISM 2006<br />

- De Landelijke R&T standaard. Notitie over bepalen bestedingen en<br />

werkgelegenheid in de vrijetijdssector op provinciaal niveau, IPO, 2009


Bijlage 2<br />

Betrokkenen<br />

Bijeenkomst Stuurgroep <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong><br />

Staatsbosbeheer, mevrouw Kiestra<br />

Watersportverbond, de heer De Jong en de heer Van der Meer<br />

Recreatieschap De Marrekrite, de heer Van den Berg<br />

HISWA, de heer Ybema<br />

RECRON, mevrouw Ellens<br />

Bijeenkomsten ondernemers<br />

De Drijfveer en Tusken de Marren, de heer Bosma<br />

TROEF, p/a Camping It Wiid, de heer Bleckman<br />

<strong>Friese</strong> Rondvaart Ondernemers, de heer en mevrouw Koopmans<br />

Jachthaven Lunegat Dokkumer Nieuwe Zijlen, de heer Meijer<br />

Vinea Vakanties, de heer Snijders Blok<br />

Maran Yachtcharter bv, de heer Gubbels<br />

Ottenhome Heeg BV, de heer Alberts<br />

Hotel Jachthavens Galamadammen, de heer Haitsma<br />

Jachthaven De Kuilart, de heer De Jong<br />

SkipsMaritiem b.v. mevrouw De Vries<br />

De Haas Marine Services, de heer De Haas<br />

Jachthaven de Boei, de heer Ter Veen<br />

Jachthaven Enjoy Sailing, de heer Dijkstra<br />

Stichting Elektrisch Varen, de heer Schaap<br />

Bijeenkomst gemeentelijke bestuurders<br />

Gemeente Skarsterlân, burgemeester Kuiper<br />

Gemeente Lemsterland, wethouder Van der Pal<br />

Gemeente Wymbritseradiel, wethouder Gerbrandy<br />

Gemeente Boarnsterhim, wethouder Van Beek<br />

Gemeente Sneek, wethouder Metz<br />

Gemeente Gaasterlân-Sleat, wethouder Bonnema<br />

Bijeenkomst gemeenten ambtelijk<br />

Gemeente Skarsterlân, de heer De Jong<br />

Gemeente Weststellingwerf, de heer Dijkhoff<br />

Gemeente Wymbritseradiel, mevrouw Schuurmans<br />

Gemeente Opsterland, de heer Blaauw<br />

Gemeente Sneek, mevrouw Van Duuren<br />

Gemeente Wûnseradiel, mevrouw Heeres<br />

Bijeenkomst experts<br />

Elzinga & Oterdoom Procesmanagement, de heer Elzinga<br />

Altenburg & Wymenga, de heer Wymenga<br />

Waterrecreatie Advies, de heer Steensma<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 79


80 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

Bijeenkomst Provincie Fryslân intern<br />

Ulke van der Bij<br />

Klaas Zwart<br />

Gosse Schriemer<br />

Sandra van Assen<br />

Hanny Stijnen<br />

Thomas Ietswaart<br />

Waldina Hulshoff


Bijlage 3 Spoor 1<br />

spoor 1 exploitatie uitgevoerd<br />

Project fase Gemeente Overig Provincie Totaal<br />

Aanlegvoorzieningen Middelseerûte uitgevoerd 0,09 0,21 0,10 0,41<br />

Aanvullend pakket: diverse extra projecten uitgevoerd 0,33 0,44 0,35 1,11<br />

Algemeen uitvoeringsprogramma traject L uitgevoerd 1,14 1,16 1,15 3,44<br />

De Potten Sneek uitgevoerd 2,68 2,80 2,66 8,14<br />

Gemeentelijk baggeren uitgevoerd 1,43 0,48 1,91<br />

Klassieke schepenhaven Terherne uitgevoerd 0,62 0,33 0,21 1,16<br />

Oever- en kadeproject Noarder Alde Wei uitgevoerd 0,27 1,65 0,93 2,85<br />

Opwaardering Slotermeer uitgevoerd 0,11 0,24 0,35<br />

Project Singels Leeuwarden Fase 1 uitgevoerd 2,18 3,11 0,74 6,03<br />

Projecten Akkrum uitgevoerd 0,50 0,46 0,64 1,60<br />

Projecten Langweer Fase 1 uitgevoerd 0,54 0,73 0,58 1,86<br />

Projecten Lemsterland uitgevoerd 1,74 0,90 0,71 3,35<br />

Provinciaal baggeren uitgevoerd 6,63 6,63<br />

Rengerspôlle uitgevoerd 1,62 0,86 2,48<br />

Vaaras Sneek uitgevoerd 2,55 1,10 0,31 3,96<br />

Waterfront Grou uitgevoerd 1,18 1,28 1,18 3,64<br />

Watersportvoorzieningen Bolsward Fase 1 uitgevoerd 0,43 0,44 0,18 1,05<br />

Watersportvoorzieningen Luts en centrumplan Balk uitgevoerd 1,21 0,12 0,16 1,49<br />

Bestuursovereenkomst Wymbritseradiel 1e Fase uitgevoerd 1,39 1,84 1,06 4,29<br />

Zwem en Surfcentrum Lutsmond Noord uitgevoerd 0,18 0,33 0,44 0,95<br />

Zwemmer 1e Fase uitgevoerd 0,34 2,89 0,56 3,80<br />

Projecten Nijefurd uitgevoerd 0,63 0,48 0,80 1,90<br />

Totaal Exploitatie in miljoenen € 19,43 22,00 20,96 62,39<br />

percentage 31,15% 35,26% 33,60% 100,00%<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 81


Vervolg bijlage 3 Spoor 1<br />

spoor 1 investering uitgevoerd<br />

Project fase Gemeente Overig Provincie Totaal<br />

Aquaduct Houkesloot uitgevoerd 5,32 8,63 1,93 15,89<br />

Aquaducten Galamadammen, Jeltesleat,<br />

Woudsend<br />

Baggeren: onderhoud gemeentelijk<br />

Wymbritseradiel<br />

82 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong><br />

uitgevoerd 3,86 18,64 28,05 50,55<br />

uitgevoerd 1,15 0,29 1,44<br />

Geau-akwadukt uitgevoerd 19,91 7,42 27,33<br />

Leeuwarden-Grou Staande Mastroute uitgevoerd 3,33 11,73 8,17 23,24<br />

Lits-Lauwersmeerroute uitgevoerd 3,17 4,01 3,47 10,65<br />

Middelseerûte 1e en 2e fase uitgevoerd 2,39 8,14 4,20 14,73<br />

Spoorbrug Akkrum uitgevoerd 0,13 7,52 10,05 17,69<br />

Capaciteit driewegsluis uitgevoerd 0,32 0,38 0,37 1,07<br />

Bestuursovereenkomst Wymbritseradiel 1e Fase uitgevoerd 1,60 2,12 1,22 4,94<br />

Projecten Nijefurd uitgevoerd 0,93 0,71 1,19 2,82<br />

Spoorbrug Alddiel uitgevoerd 0,03 0,55 0,15 0,74<br />

Spoorbrug Boazum uitgevoerd 0,11 0,27 1,30 1,67<br />

Spoorbrug Zwaagwesteinde uitgevoerd 0,29 0,29<br />

Totaal Investeringen in miljoenen € 22,35 82,61 68,10 173,06<br />

percentage 12,92% 47,59% 39,48% 100,00%<br />

Totaal exploitatie + investering 41,79 104,61 89,06 235,45<br />

percentage 17,75% 44,43% 37,82% 100,00%


Bijlage 4 Gepland of in uitvoering<br />

Totaal gepland of in uitvoering (exploitatie) in miljoenen<br />

Project fase Gemeente Overig Provincie<br />

nog te<br />

financieren totaal<br />

Baggeren: provinciale vaarwegen initiatieffase 3,93 0,04 3,97<br />

Opwaardering Luts 1 e fase initiatieffase 0,90 2,00 2,90<br />

Sleattemer Mar - De Fluezen initiatieffase 2,50 2,50<br />

Sluis Makkum initiatieffase 0,61 0,61<br />

Gemeentelijk baggerwerk (140 km) initiatieffase 0,88 2,57 21,56 25,01<br />

Burstumer Rak ontwerpfase 0,31 0,57 0,88<br />

Fietspad langs De Swette ontwerpfase 1,05 0,83 1,41 3,29<br />

BO Boarnsterhim waterfront initiatieffase 1,00 1,00<br />

Onderhoudsbijdrage spoorbrug Akkrum initiatieffase 0,15 0,15<br />

Optimalisatie brugbediening SMR initiatieffase 0,32 0,32<br />

Brug Jirnsum definitiefase 0,73 1,57 2,30<br />

Polderhoofdkanaal in uitvoering 4,60 6,50 4,90 16,00<br />

Verdiepen Langwarder Wielen in uitvoering 0,29 0,29 0,58<br />

Totaal gepland of in uitvoering<br />

(exploitatie)<br />

7,72 8,40 18,62 24,71 59,44<br />

percentage 12,98% 14,13% 31,32% 41,57% 100%<br />

Totaal gepland of in uitvoering (investering)<br />

Wellebrug Woudsend in uitvoering 1,50 1,50<br />

Sluis Stavoren initiatieffase 2,00 1,44 25,96 29,40<br />

Sluis Workum ontwerpfase 0,66 0,66<br />

Workum-Hindeloopen initiatieffase 15,35 15,35<br />

Nieuwe verbinding Balk - De Fluezen initiatieffase 11,00 11,00<br />

Recreatiegeulen Grutte Brekken in uitvoering 0,69 0,69<br />

Bruggen Fjouwerhúster Feart initiatieffase 0,90 0,90<br />

Totaal gepland of in uitvoering 2,00 1,44 29,71 26,35 59,50<br />

percentage 3,36% 2,42% 49,93% 44,29% 100,00%<br />

Totaal exploitatie + investering 9,72 9,84 48,33 51,06 118,94<br />

percentage totaal 8,17% 8,27% 40,63% 42,93% 100,00%<br />

<strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong> 83


Bijlage 5 Spoor 2<br />

Projecten Spoor 2 bedragen in miljoenen €<br />

programmalijn Projectnaam fase pva 2007 Raming<br />

Bestedingen aan wal BO Wymbritseradiel Fase 2 definitiefase 13,30<br />

Bestedingen aan wal Toegangspoort Harlingen initiatieffase 5,00 5,00<br />

Bestedingen aan wal Watersportkern Franeker initiatieffase 1,33<br />

Bestedingen aan wal Toegangspoort Lauwersmeer initiatieffase 1,00 1,00<br />

Bestedingen aan wal BO Lemsterland initiatieffase 2,00 6,92<br />

Bestedingen aan wal Toegangspoort Makkum initiatieffase 2,00 2,00<br />

Bestedingen aan wal Toegangspoort Stavoren initiatieffase 2,00 2,00<br />

Bestedingen aan wal Watersportkern Balk initiatieffase 1,33<br />

Bestedingen aan wal Toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar initiatieffase 2,00<br />

Bestedingen aan wal Toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar (deel Weststellingwerf) initiatieffase 0,20<br />

Bestedingen aan wal Toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar (deel Skarsterlân) initiatieffase 0,20<br />

Bestedingen aan wal Watersportkern Bolsward Fase 2 initiatieffase 1,33<br />

Bestedingen aan wal Watersportkern Dokkum initiatieffase 1,33<br />

Bestedingen aan wal BO Tytsjerksteradiel initiatieffase 3,80<br />

Bestedingen aan wal Watersportkern Leeuwarden initiatieffase 1,33<br />

Bestedingen aan wal Toegangspoort Workum initiatieffase 2,00 2,00<br />

Bestedingen aan wal Watersportpas initiatieffase 12,00 0,20<br />

Bestedingen aan wal Masterplannen ruimtelijke kwaliteit watersportkernen initiatieffase 2,00<br />

Bestedingen aan wal Uitvoering masterplan passantenplaatsen en speelplekken initiatieffase 13,00<br />

Bestedingen aan wal Uitvoering masterplan 5 strandjes langs route initiatieffase 3,00<br />

Bestedingen aan wal Evenementenbureau initiatieffase 0,30 0,30<br />

Bestedingen aan wal Prijsvraag Watersportactiviteitencentrum Fryslân initiatieffase 0,20 0,20<br />

Bestedingen aan wal Taskforce regelgeving toeristisch bedrijfsleven initiatieffase 0,50 0,50<br />

Bestedingen aan wal Regionale beeldverhalen uitvoering 0,15<br />

Bestedingen aan wal Project Stevenshoek Langweer voorbereiding 0,54<br />

Ecologie en Duurzaamheid Mitigatie & compensatie van maatregelen op locatie initiatieffase 3,00<br />

Ecologie en Duurzaamheid Parallelle ecologische verbindingszones initiatieffase 5,00<br />

Ecologie en Duurzaamheid Opvangen drukverhoging initiatieffase 3,00<br />

Ecologie en Duurzaamheid Zonering en creëren rustgebieden initiatieffase 1,00<br />

Ecologie en Duurzaamheid Elektrisch varen initiatieffase 1,29<br />

Grenzeloos varen Turfroute Profielverruiming initiatieffase 10,90<br />

Grenzeloos varen Turfroute Overstapplaatsen initiatieffase 2,00 0,58<br />

Grenzeloos varen Opheffen Knelpunt Leeuwarden in Staandemastroute initiatieffase 35,00<br />

Grenzeloos varen Verruiming brug- en sluisbediening initiatieffase 23,00 12,20<br />

Grenzeloos varen Drachten-Groningen initiatieffase 24,00 105,60<br />

Grenzeloos varen Kornwerderzand initiatieffase 2,00 2,00<br />

Grenzeloos varen Noordelijke Elfstedenvaarroute (NER) uitvoering 17,00 28,32<br />

Grenzeloos varen Revitalisering Lauwersmeer voorbereiding 1,80<br />

Grenzeloos varen Sneek waterstad Elfstedenroute Oosterpoortbrug voorbereiding 4,36<br />

Voorbereidingskosten 5,50<br />

Totaal spoor 2 150,00 224,01<br />

84 <strong>Evaluatie</strong> <strong>Het</strong> <strong>Friese</strong> <strong>Merenproject</strong> <strong>2000</strong>-<strong>2010</strong>


www.friesemeren.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!