De burger centraal - TurnPages
De burger centraal - TurnPages
De burger centraal - TurnPages
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Doelmatige werking Raad voor Rechtsbijstand<br />
Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand heeft in 2010 een protocol gemaakt voor vaststelling<br />
van de doelmatige werking van de Raad. Onderstaand kort overzicht geeft de stand van zaken per<br />
aandachtsgebied weer voor 2010.<br />
1. Efficiëntie<br />
a. Doorlooptijden zijn binnen de kaders van wensen van afnemers en de Wet dwangsom<br />
- <strong>De</strong> gemiddelde afhandeling van een toevoegaanvraag gaat nu landelijk in 13 werkdagen in<br />
plaats van 17, en het fluctueert bij de kantoren tussen 10 en 17 dagen (was in 2009 tussen<br />
10 en 25 dagen).<br />
- Bij vaststellen is de doorlooptijd landelijk gemiddeld 14 werkdagen tegen 17 vorig jaar, en het<br />
fluctueert tussen 6 en 18 dagen (was in 2009 tussen 8 en 32 dagen).<br />
- Bij toevoegen realiseren vier kantoren de wensnorm van advocaten (12 tot 13 dagen) voor<br />
wat betreft het gemiddelde aantal dagen, en bij vaststellen nog maar twee kantoren. Maar de<br />
verbetering is aanmerkelijk.<br />
- <strong>De</strong> doorlooptijd voor peiljaarverlegging verloopt gemiddeld binnen de wenstijd van de<br />
advocatuur en mediators, en de aanvraag voor extra uren op vier van de vijf kantoren.<br />
- Bij bezwaar is de gemiddelde doorlooptijd bekort van 82 naar 44 werkdagen. Drie kantoren<br />
realiseren de norm van 40 dagen en twee staan op 50, respectievelijk 55 dagen (tegen vorig<br />
jaar 104 en 136).<br />
- Er is slechts in 2 gevallen een dwangsom betaald.<br />
b. Stijgende productiviteit die wordt gedefinieerd als de ratio tussen groei/ afname van de<br />
afgegeven toevoegingen en de formatie op de regiokantoren<br />
In 2010 is de productie met 1% gedaald en de formatie op de regiokantoren met 6%.<br />
Dit betekent een stijging van de productiviteit met 5%.<br />
c. Een verhoudingsgewijs ‘lean and mean’ overhead op het <strong>centraal</strong> kantoor ten opzichte van<br />
de referentiegroep de Rijksbrede Benchmark<br />
<strong>De</strong> Raad heeft een overhead van 17,6% t.o.v. gemiddeld 20,5% bij de referentiegroep.<br />
d. Beheersing van de uitvoeringskosten<br />
Ook de apparaatskosten zijn beneden het gemiddelde van de referentiegroep.<br />
e. Vermindering van administratieve lasten voor advocaat, mediator en <strong>burger</strong><br />
In 2010 is de opmaat gerealiseerd voor een servicecontract met de Nederlandse Orde van<br />
Advocaten. >><br />
43