05.09.2013 Views

download pdf-file

download pdf-file

download pdf-file

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

STORMVLOEDEN IN MAASSLUIS<br />

Vijftig jaren na de watersnoodramp van 1 februari 1953 is een moment om stil<br />

te staan bij de vele slachtoffers die deze ramp eiste, de materiële schade die<br />

werd veroorzaakt, maar ook bij de watersnoodrampen die Maassluis voor<br />

1953 troffen, zij het dat deze vloeden van geringere omvang waren.<br />

Door de eeuwen heen zijn tientallen stormvloeden opgetreden en geregistreerd.<br />

De stormvloeden die direct invloed hebben gehad in Maassluis zijn<br />

door middel van hoogwaterlijnen op de sluizen en aan enkele woningen aan<br />

de Haven en in de Schans aangegeven.<br />

Een wandeling langs de sluizen en de haven leert ons dat het driemaal eerder<br />

zodanig hoog was dat men hiervan aantekeningen heeft gemaakt door het<br />

aanbrengen van een vloedsteen met de datum en een lijn welke aangeeft hoe<br />

hoog het water kwam. Men heeft drie stormvloeden op deze manier<br />

vastgelegd, namelijk: 14 november 1775, 4 februari 1825 en 23 december<br />

1894.<br />

Alvorens nader in te gaan op deze stormvloeden eerst een algemene, wellicht<br />

overbekende uiteenzetting.<br />

Maassluis lag aan de zeer brede Maasmond (de Nieuwe Waterweg kwam in<br />

1872 tot stand) en door de open verbinding met de Noordzee was het water<br />

op de rede van Maassluis en de haven onderhevig aan de getijbeweging. Het<br />

getij wordt veroorzaakt door de aantrekkingskracht van zon en maan en<br />

verder heeft de schuine stand van de aardas en de baan van de aarde om de<br />

zon invloed op de getijbeweging. Ook de vorm van de kust en de bodem van<br />

de zee spelen een rol. De draaiing van de aarde om haar as zorgt ervoor dat<br />

het tweemaal per maandag (= 24 uur + 50 minuten) hoogwater en tweemaal<br />

per maandag laagwater is. Op de dagen van volle en nieuwe maan versterken<br />

de invloeden van zon en maan elkaar en spreekt men van ‘springtij’, dat in<br />

Maassluis ongeveer twee dagen later optreedt. Op de dagen van eerste en<br />

laatste kwartier is het ‘doodtij’. Door de invloed van weer en wind kan het<br />

water, vooral om en nabij springtij, extreem laag, maar ook extreem hoog<br />

worden zoals een enkele maal tijdens stormvloeden het geval is geweest.<br />

De windrichting is daarbij van cruciaal belang. Een noordwester zal het water<br />

in de Waterweg hoog opstuwen.<br />

Terug naar de hoogwaterlijnen. Het zal duidelijk zijn dat de hoogwaterlijn van<br />

1134, toen Maasland van de kaart werd gevaagd, niet voorkomt op de huizen<br />

langs de Haven. Maasland werd weer opgebouwd op een andere, de huidige,<br />

locatie.<br />

3


In diezelfde twaalfde eeuw deden zich nog twee vloeden voor. Het wordt<br />

algemeen aangenomen dat men toen is begonnen met het aanleggen van de<br />

zeewering ‘Maasdijk’, die er nu nog steeds is.<br />

Een bekend probleem van deze tijd openbaarde zich toen ook al: men was<br />

beducht voor het verweken van de dijken tijdens langdurig hoogwater en men<br />

vreesde dat het water in de polders ook voor de vele bierbrouwerijen rondom<br />

Delft onbruikbaar zou worden. Daarom besloot men om tegen de dijk een<br />

stenen muur te bouwen die uiteindelijk rond 1550 gereedkwam en zich<br />

uitstrekte van Rotterdam in westelijke richting tot aan de zeearm die achter de<br />

duinen noordwaarts liep. De straatnaam Steenen Dijck herinnert nog hieraan.<br />

Vergeefs zal men ook zoeken naar de lijn van de Sint-Elisabethsvloed uit<br />

1421. De mensen die toen om en nabij de sluizen van Maeslantsluys woonden<br />

hebben natuurlijk angstige momenten gehad, maar elders was de ramp enorm;<br />

er vielen 10.000 mensenlevens te betreuren, 50.000 ha land verdween,<br />

alsmede 16 dorpen. In de jaren na 1421 heeft men in Maassluis de rivier en<br />

de gehele delta zien veranderen. De schorren werden groter en er ontstonden<br />

wadden en eilanden, zoals IJsselmonde en Rozenburg.<br />

De hoogwaterlijn van 1775 zoals in de muur<br />

van de Wateringse sluis op de Stadhuiskade<br />

is aangegeven.<br />

(Foto: Rien Luijten)<br />

Op 14 november 1775<br />

bereikte het water in<br />

Maassluis een hoogte van<br />

2,58 meter boven Normaal<br />

Amsterdams Peil (NAP), toen<br />

de hoogste stand ooit. Het<br />

water bleef na het tijdstip van<br />

hoogwater wassen en er<br />

ontstond een kritieke situatie<br />

totdat omstreeks half negen ’s<br />

avonds een plotselinge val<br />

van het water intrad. Men<br />

schreef deze snelle val toe aan<br />

het doorbreken van de dijken<br />

van Rozenburg en het vol-<br />

lopen van alle buitenpolders van Voorne en Putten. Dit is in de archieven van<br />

Brielle en in andere bronnen terug te vinden. Maassluis bleef behouden maar<br />

de waterschade was weer groot. Ook elders in het land, zoals bij Durgerdam<br />

en in Friesland was de schade groot.<br />

4


In 1825 kwam het water nog hoger. Op 4 februari werd het peil van<br />

3,01 meter boven NAP bereikt. Op die dag vinden elders in het land, zoals<br />

Friesland, Zeeland en Rotterdam vele dijkdoorbraken plaats.<br />

Burgemeester en wethouders van Maassluis schrijven hierover aan ‘Zijne<br />

Excelentie den Heere Gouverneur van Zuid Holland’.<br />

‘Donderdag en vrijdag waren drie hoogen vloeden elkander opgevolgd waar<br />

van de laatste de voorige overtrof en volgens de merken overig van het jaar<br />

1775, was deze vloed 2 a 3 duimen hooger en de schade hierdoor veroorzaakt<br />

bepaalt zich meest tot het verlies van zout, ’t geen voornamelijk bij eenen<br />

zeehandelaar in dit artikel van belang is: voorts zijn er veele schaden aan<br />

huizen geschied; zijnde er van enkelde deuren weggespoeld en vensterkozijnen<br />

stuk geslagen, waar door ook veel verlies aan goederen is, behalve<br />

die aan winterprovisie die vrij aanmerkelijk is, de dijken zijn in goede staat<br />

gebleven. Evenwel sloeg het water over de Maasdijk bij Boondersluis en liep<br />

de Noordnieuwlandsche polder aan de heeren Emants & van Roijen<br />

behoorende over, iets ’t welk bij geenen vloed zedert 1775 gebeurd is, als<br />

wanneer toen de dijk was ingebroeken.<br />

Van onze winterschepen zijn heden twee terug met eenige schaden. Van de<br />

overige drie hebben wij nog geen berigten bekomen.’<br />

In de notulen van de raadsvergadering<br />

op 14 februari<br />

1825 lezen we dat ZM<br />

opdracht geeft om in Zuid-<br />

Holland een collecte te<br />

doen houden. Er wordt<br />

daarom voorgesteld dat de<br />

raadsleden zelf met de<br />

‘wijkmeesteren’ zullen<br />

rondgaan om voor die ongelukkigen,<br />

die ‘have en vee,<br />

zelfs goed en bloed’ verloren<br />

hebben, geld in te zamelen.<br />

Er wordt een datum<br />

vastgesteld en ook wordt<br />

Eveneens aan de Wateringse sluis dit kenmerk<br />

van de vloedlijn van 1825. Deze steen moet<br />

nodig worden gerestaureerd.<br />

(Foto: Rien Luijten)<br />

bepaald dat de collecte moet geschieden met open schalen.<br />

5


Spannend was het weer op 23 december 1894 toen het water op 3,25 meter<br />

boven NAP kwam.<br />

In de ‘Westlandsche Courant’, uitgegeven door J. van der Endt & Zoon te<br />

Maassluis staat op zaterdag 29 december 1894 een uitvoerig verslag. We<br />

halen enkele passages aan:<br />

De overstrooming.<br />

De avond van de 23e december was het noodweer. De storm was zeer heftig.<br />

Geruime tijd voor het tijdstip van HW stond de haven aan weerskanten blank.<br />

Dat gebeurde wel meer, de haven lag immers buitendijks. Een aantal vissers<br />

die hun schepen naar Embden hadden gebracht kwam terug met de trein en<br />

werd afgehaald door familie en kennissen. Zij moesten over de spoordijk naar<br />

huis zien te komen zo hoog stond het water al.<br />

Maar het water steeg door en zette de begane grond onder water, de bewoners<br />

vluchtten naar de eerste verdieping. Meer huizen dan anders kwamen in<br />

aanraking met het water.<br />

Een bijzondere situatie was in het ‘Smidsgat’ ontstaan.<br />

(Het Smidsgat was het punt waar de Zuidgeer in de haven uitmondde. Het gat<br />

was ter plaatse van de haven overkluisd. Het bevond zich waar vroeger de<br />

Taanstraat op de Haven uitkwam. Nu De Put.)<br />

In het Smidsgat was een bruisende stroomversnelling ontstaan. Varen met<br />

roeibootjes werd door de stroming en draaikolken die overal ontstonden<br />

steeds gevaarlijker. Even na middernacht ging het gas uit waardoor de hele<br />

stad in duisternis werd gehuld. In de gasfabriek was een gevaarlijke situatie<br />

ontstaan doordat het water de vuren bereikte. Door kordaat optreden van het<br />

personeel kon een explosie worden voorkomen.<br />

Toen de dag aanbrak week het gevaar. Er waren geen mensenlevens te<br />

betreuren. Er was wel zeer veel schade aan huizen en huisraad. Een aantal<br />

loggers was op de kade gezet. Er was veel lof voor de politie.<br />

Elders in het land, vooral in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant was de<br />

toestand ook kritiek geweest. Er waren hier en daar dijken bezweken, er<br />

waren enkele mensenlevens te betreuren en overal was grote materiële schade<br />

ontstaan. Veel vee was verdronken. Op verscheidene plaatsen was de<br />

drinkwatervoorziening in gevaar gekomen.<br />

Uit de beschikbare berichtgeving komt naar voren dat Scheveningen er heel<br />

slecht van af was gekomen. Men sprak van ‘De storm die Scheveningen een<br />

nieuw gezicht gaf’. Grote delen van de duinen waren weggeslagen. In die tijd<br />

6


waren 315 vissersschepen in Scheveningen geregistreerd. Maar door de<br />

komst van de loggers, kielschepen, was het aantal bomschuiten aanzienlijk<br />

minder geworden. De kielschepen maakten gebruik van de havens<br />

in Maassluis, Vlaardingen en IJmuiden waar ook bomschuiten in toenemende<br />

mate een ligplaats zochten. Toch lagen er tijdens deze storm nog 150<br />

bomschuiten op het strand, waarvan er 80 werden vernield.<br />

De verontwaardiging in Scheveningen over het feit dat de zeewering, de<br />

straatweg, een prooi van de zee was geworden, was groot. Men had dat reeds<br />

jarenlang voorspeld. Op één punt, namelijk ter hoogte van de sociëteit<br />

‘Neptunus’ was nog maar twee meter breedte van het wegdek over.<br />

‘De hondenbeelden gingen met hun piedestal evenzoo naar omlaag.’<br />

Op 26 december richtten de reders een adres aan de gemeenteraad ‘om nu<br />

eindelijk eens te beginnen met de aanleg van een haven’, aldus de krant.<br />

Andere bronnen vermeldden dat de reders van Scheveningen op 19 september<br />

1895 Koningin Emma een petitie aanboden, waarin werd betoogd dat er van<br />

de vissersplaats niets meer zou overblijven ‘dan de geschiedenis en de naam’<br />

als er geen haven werd aangelegd. Op 21 juni 1898 besloot de gemeente<br />

Den Haag tot het aanleggen van een haven. Op 28 november 1904 liepen<br />

de eerste schepen de haven binnen. De haven is in later jaren uitgebreid en de<br />

pieren werden ook al eens verlengd.<br />

De hoogwaterlijn van 1894<br />

bevindt zich bij de Monsterse<br />

sluis.<br />

(Foto: Archief HVM)<br />

In Maassluis werd ook na 1894 regelmatig<br />

veel hinder ondervonden en schade geleden<br />

door hoogwater. Het bleef dan beperkt tot de<br />

buitendijkse gebieden, waarvan de Haven het<br />

meest te lijden had. Het Hoofd bleef meestal<br />

gespaard totdat in 1953 ook op het Hoofd ten<br />

minste een meter water kwam.<br />

Er werd in 1928 een commissie gevormd die<br />

een adres tot de gemeenteraad richtte om<br />

vloeddeuren in de haven aan te brengen; er<br />

gebeurde niets. Men heeft toen wel<br />

voorzieningen getroffen om vloedplanken te<br />

plaatsen. Bij dreigend buitengewoon hoogwater werden dan vloedplanken<br />

geplaatst die overigens zodanig waren aangebracht dat het water van de<br />

Haven niet op, bijvoorbeeld, de Fenacoliuslaan kon komen. Ook deuren,<br />

ontluchtingsgaten, kelderramen, enzovoort werden door middel van planken<br />

afgedicht. Op de Haven bleef men echter veel last ondervinden.<br />

7


Zo heeft men getobd tot in 1953 dit allemaal niet meer hielp. Thans, in 2002,<br />

zijn hier en daar delen van de eerdergenoemde vloedplankvoorzieningen nog<br />

te zien.<br />

Uit het voorgaande komt duidelijk naar voren dat de extreme hoogwaterstanden<br />

bij elke stormvloed hoger werden, totdat op 1 februari 1953 een stand<br />

van 3,75 meter boven NAP werd gemeten. In Maassluis was de situatie<br />

kritiek. Het water stond slechts 95 centimeter onder de kruin van de Maasdijk,<br />

wat gezien de golfslag een gevaarlijke situatie was. Maar de 700 jaar oude<br />

zeewering heeft het gehouden. De overstroming van het buitendijkse gebied<br />

in Maassluis eiste een slachtoffer en een paar huizen stortten in. In de<br />

volgende artikelen wordt hier uitvoerig op ingegaan.<br />

Men heeft na de stormvloeden door de eeuwen heen niet stilgezeten. De<br />

dijken zijn in de loop der eeuwen enkele malen verhoogd. Na de stormramp<br />

van 1953, die in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant meer dan 1.800<br />

slachtoffers heeft geëist, bood verhoging van de dijken alleen geen oplossing<br />

meer en het landsbestuur besloot om een deltaplan te maken en uit te voeren.<br />

Dit plan beoogde afsluiting van de zeegaten, behalve de Waterweg en de<br />

8<br />

Taanstraat/Haven. Aan de rechterzijde het muurtje van ‘De Put’ en<br />

links zien we de aangebrachte vloedplanken met merktekens.<br />

(Foto: A. Pasterkamp)


Westerschelde, en het aanleggen van extra dijken. Voor Maassluis betekende<br />

dit de aanleg van de Deltadijk.<br />

Totdat de keersluis in de haven en de Deltadijk gereed waren, liep zoals<br />

eerder gemeld het buitendijkse deel van Maassluis ook na 1953 nog<br />

regelmatig onder water tot aan de Maasdijk, de primaire zeewering. Deze<br />

problemen behoren nu tot het verleden en als ultieme bescherming werd in<br />

het kader van het Deltaplan de Maeslantkering gebouwd.<br />

De storm van februari 1953 had ook in andere landen rond de Noordzee<br />

toegeslagen. Engeland, maar ook Duitsland en Denemarken werden getroffen<br />

door dijkdoorbraken en overstromingen. Ook in die landen zijn na 1953 de<br />

dijken verhoogd en havens van vloeddeuren voorzien. Sommige kleine<br />

riviermondingen werden afgesloten of van beweegbare afsluitingen voorzien.<br />

Deze foto werd medio februari 1953 gemaakt in<br />

Adelaide, Australië. (Foto: Rinus van de Ree)<br />

Op de foto is te zien dat in Australië door het ‘Victorian Appeal European<br />

Flood Relief’ voor Europa werd gecollecteerd onder de leuze ‘Purses open,<br />

Dykes closed’. Dergelijke acties vonden overal in de wereld plaats en<br />

natuurlijk ook in Nederland.<br />

Rinus van de Ree<br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!