Hydraulische inregeling van debiet, druk en temperatuur

Premium appendages + systemen
Hydraulische inregeling van debiet, druk
en temperatuur
Productoverzicht

Inhoud Bladzijde
Hydraulische inregeling van debiet, druk en temperatuur
Noodzakelijkheid van de hydraulisch evenwicht 3
Werking van de Oventrop appendages 4
Oventrop stranginregelafsluiters 6
Instel- en vermogensbereiken
Oventrop regelaars 8
Instel- en vermogensbereiken
Oventrop inregelafsluiters 12
met geïntegreerde meetflenzen
Instel- en vermogensbereiken
Oventrop meetflenzen 13
Vermogensbereiken
Hydraulische inregeling 14
door berekening op basis van planning
Hydraulische inregeling ter plekke 16
Toepassingen in verwarmings- en koelinstallaties 18
Voorbeelden in koel- en verwarmingplafondsystemen 20
Montagevoorbeelden in koelinstallaties en Fan Coils 22
Beschrijving van de producten
“Hycocon” strangappendages 24
“Hycocon V” stranginregelafsluiters 25
“Hydrocontrol” stranginregelafsluiters 26
“Hydrocontrol R”, “Hydrocontrol F” 27
“Hydrocontrol FR, “Hydrocontrol G”
stranginregelafsluiters
“Hycocon DP”, “Hydromat Q” 28
drukverschilregelaar
“Hycocon Q”, “Hydromat Q” 29
debietregelaar
“Cocon” inregelafsluiter 30
“Cocon 4” 4-weginregelafsluiter 31
“Tri-D”, “Tri-D plus“, “Tri-M” 3-wegkraan 32
“Tri-M plus” 4-wegkraan
Regelkraan met omgekeerde sluitfunctie 33
Aandrijvingen, ruimtethermostaten 34
Meetflenzen 35
Voor overige technische gegevens wordt u verwezen naar de
gegevensbladen en handboeken Producten en Techniek in de
productgroep 3.
Technische wijzigingen voorbehouden.
2
Hydraulische inregeling van debiet, druk
en temperatuur

Waarom een hydraulisch evenwicht?
De ontbrekende hydraulische appendage in
verwarmings- en koelinstallaties is vaak de
oorzaak van de volgende klachten:
– enkele ruimtes bereiken zelden de
gewenste ruimtetemperatuur of ze
worden niet voldoende gekoeld. Dit
probleem treedt met name op bij
lastwisselingen.
– na de overschakeling van naregeling
op verwarmingsbedrijf worden gedeelten
van de installatie eerst na verloop van
enige tijd voldoende verwarmd.
– schommelende ruimtetemperaturen, die
versterkt optreden, wanneer de installatie
in deellastbedrijf werkt.
– hoog energieverbruik, hoewel adequate
ruimtethermostaten aanwezig zijn.
Verdeling van de massastromingen
De voornaamste oorzaak van deze klachten
ligt daarin, dat verkeerde debiethoeveelheden
in de betreffende circuits ter beschikking
staan. Wanneer dit het geval is, kan
de toepassing van inregelafsluiters, drukverschilregelaars
of debietregelaars in
de betreffende leidinggroepen uitkomst
bieden. Het drukverloop in een leidinggroep
maakt duidelijk waarom dit zo is.
pges
Drukverloop in een leidinggroep
povertollig
•
m 1–4
B
Noodzakelijkheid van het hydraulisch evenwicht
Uit het schema blijkt dat de pomp tenminste
het drukverschil pges moet genereren,
zodat ook verbruiker 4 nog met voldoende
massastroom wordt verzorgd. Er ontstaat
echter onvermijdelijk een te hoog drukverschil
bij de verbruikers 1 tot en met 3. Dit
te hoog drukverschil leidt wederom naar
verhoogde massastromingen in deze
verbruikers en daardoor naar een verhoogd
energieverbruik. Om dit tegen te gaan, worden
hier inregelafsluiters voor leidinggroepen
ingebouwd. Het overtollige drukverschil
wordt nu in de inregelafsluiters weg
geregeld. Het gewenste debiet is controleerbaar
en instelbaar. Om ook verbruiker
4 te kunnen controleren, wordt aanbevolen
ook hier een inregelafsluiter aan te brengen.
Nu is gegarandeerd dat voor iedere
verbruiker de juiste hoeveelheid water
ter beschikking staat.
Energiebesparing
Foutieve debiethoeveelheden in de betreffende
leidinggroepen leiden tot verhoogd
energieverbruik. Enerzijds moet meer
pompvermogen beschikbaar worden
gesteld om iedere verbruiker nog beter
van dienst te zijn, anderzijds worden
hydraulisch gunstig gelegen verbruikers
overdadig verzorgd. Het resultaat is hier
dan een verhoogde ruimtetemperatuur
dan wel bij koelinstallaties een te lage ruimtetemperatuur.
Wanneer in een gebouw
de gemiddelde temperatuur ca. 1 °C boven
de gewenste waarde ligt, dan stijgt het
energieverbruik met 6–10%.
p1
•
m 2–4
D
p2
•
m 3–4
F
p3
Voor de koeling moeten voor 1 °C te lage
temperaturen ca. 15% meer energiekosten
worden geraamd.
Wanneer een installatie niet is ingeregeld
dan moet deze op een vroeger tijdstip in
bedrijf worden genomen om in alle ruimtes
tijdig de gewenste temperatuur te laten
bereiken.
Voorkoming van geluiden in de
thermostatische afsluiters
Wanneer het bij een installatie gaat om een
2-pijpsverwarminginstallatie dan moet
naast het configuratieaspect tevens met het
deellastaspect rekening worden gehouden.
Het drukverschil op de thermostatische
afsluiters moet op 200 mbar worden
begrensd. Wanneer deze waarde niet
wordt overschreden dan veroorzaken de
thermostatische afsluiters geen storende
stromings- of fluitgeluiden. Door toepassing
van drukverschilregelaars in de betreffende
leidinggroepen wordt aan deze voorwaarde
voldaan.
•
m 4
A C E G
1 2 3 4
H
p4 (verbruiker)
verbruiker
3

4
Tolerantie [±%]
1 2
3 4
Aanvoer
Aanvoer
Stranginregelafsluiter
Retour
Impulsleiding
Instelling gewenste
waarde p E
Retour
Voorinstelling
p
Strangafsluiter
Drukverschilregelaar
p
5 6
Installatie
Installatie
p
Massastroom •
m/ •
m Uit
p max
p Uit
p
p max
=
p Uit
1.6
1.4
1.2
1.0
0.8
0.6
0.4
0.2
0
fout
0 20 40 60 80 100
Afsluiterslag [%]
qm Uit ~ qm max
Werking van de Oventrop appendages
optimaal
Deellastbedrijf (p-geregelde pomp)
Deellastbedrijf (ongeregelde pomp)
Deellastbedrijf
Configuratiepunt
zonder inregelafsluiters
met inregelafsluiters
Bedrijf bij
overbelasting
qm
zonder regelaar
met drukverschilregelaar
Configuratiepunt
met vooraf ingestelde
radiatorafsluiters
Bedrijf bij
overbelasting
qm Uit qmmax qm
qm Uit ~ qm max
(met vooraf ingestelde
radiatorafsluiters)
Theoretische beschouwingen
Om duidelijkheid te verkrijgen welke invloed
inregelafsluiters voor leidinggroepen,
debiet- en drukverschilregelaars op de
hydraulische verhoudingen in de betreffende
leidinggroepen hebben, worden hier de
werkwijzen in principe alleen met de hiertoe
noodzakelijke appendages afgebeeld.
1 Het instellen van de stranginregelafsluiters
Om het debiet zo nauwkeurig mogelijk
te kunnen instellen, is de correcte leidingberekening
erg belangrijk. Te kleine vooraf
ingestelde waarden leiden tot grote debiettoleranties.
De regelkwaliteit wordt
verslechterd en het energieverbruik stijgt.
Uit het diagram wordt duidelijk dat kleine
instelwaarden (< 1 bij “Hydrocontrol”) tot
grote toleranties leiden en daarom moeten
worden vermeden (zie voorbeeld 1, blz. 14).
2 Het bepalen van debiet- en
drukverschilregelaars
Curve 1 toont een verkeerd ingestelde
inregelafsluiter. Er wordt slechts 50% van
de afsluiterslag benut. Bij curve 2 is
de appendage daarentegen optimaal
geconfigureerd. Het gewenste debiet wordt
bij de maximale afsluiterslag bereikt. De
stabiliteit van het regelcircuit en de regeling
worden verbeterd. De appendages moeten
daarom zorgvuldig worden geselecteerd.
Te klein gekozen afsluiters bereiken het
debiet niet, te groot gekozen afsluiters
leiden tot slechte regelresultaten.
3 en 4 Stranginregelafsluiters
Afgebeeld is hier het verloop van de
karakteristieken van een leidinggroep zonder
dan wel met een ingebouwde stranginregelafsluiter,
alsmede de verschuiving
van de karakteristieken door invloed van
een drukverschilgeregelde pomp. Het is
te zien dat in het configuratiegeval het
debiet in de leidinggroep door toepassing
van inregelafsluiters wordt gereduceerd,
d.w.z. door voorinstelling kan het debiet
in iedere leidinggroep worden afgesteld.
Wanneer nu overbelasting optreedt door
bijv. geheel geopende thermostatische
afsluiters, dan wordt het debiet in de
leidinggroep slechts onbelangrijk verhoogd,
d.w.z. de verzorging van de andere leidinggroepen
blijft gewaarborgd(qmUit ~ qmmax) In het geval van deellast d.w.z. bij stijgende
p boven de installatie, heeft de inregelafsluiter
slechts een geringe invloed op de
karakteristiek van de leidinggroep. Een te
hoog drukverschil kan in dit bereik door een
p-geregelde pomp worden gereduceerd.
5 en 6 Drukverschilregelaars
De karakteristieken van leidinggroepen
met een ingebouwde stranginregelafsluiter
zonder een drukverschilregeling worden hier
afgebeeld. Het wordt duidelijk dat in het
geval van deellast het drukverschil slechts
iets boven het configuratiedrukverschil kan
stijgen. Dat wil zeggen, thermostatische
afsluiters worden ook in het geval van
deellast beveiligd tegen ontoelaatbare
drukverschillen voor zover de configuratiewaarde
200 mbar niet overschrijdt.
In het geval van overbelasting hebben de
drukverschilregelaars slechts een
onbelangrijke invloed op het verloop van
de karakteristiek (qmUit ≠ qmmax). In dit bereik heeft de toepassing van vooraf
ingestelde radiatorafsluiters effect, waardoor
het debiet van de leidinggroep in het geval
van overbelasting wordt begrensd
(zie voorbeeld 2, blz. 14).

Aanvoer
Impulsleiding
Retour
7 8
Aanvoer
Retour
Debietregelaar
p
9 10
Aanvoer
Impulsleiding
Retour
11 12
Aanvoer
Impulsleiding
Retour
Inregelafsluiter voor
leidinggroep
Drukverschilregelaar
p
p
Drukverschilregelaar
Inregelafsluiter voor
leidinggroep
Debietregelaar
Drukverschilregelaar
p
13 14
Installatie
Installatie
Installatie
Installatie
p
p max
=
p Uit
p
p max
p Uit
p
p max
=
p Uit
p
p max
=
p Uit
Deellastbedrijf
qm Uit ~ qm max
Deellastbedrijf
qm Uit = qm max
Deellastbedrijf
qm Uit =qm max
qm Uit = qm max
Configuratiepunt
zonder regelaar
met Debietregelaar
Bedrijf bij
overbelasting
qm
Configuratiepunt
Drukverschilregelaar
en inregelafsluiter
Bedrijf bij
overbelasting
Deellastbedrijf
zonder regelaar
Configuratiepunt
met regelklep voor
leidinggroep
Bedrijf bij
overbelasting
qm
zonder regelaar
en inregelafsluiter
qm
Configuratiepunt
met debiet- en
drukverschilregelaar
Bedrijf bij
overbelasting
qm
7 en 8 Combinatie drukverschilregelaar
en stranginregelafsluiter voor de drukverschilregeling
Hier is het verloop van de karakteristieken
van een leidinggroep met drukverschilregelaar
en een inregelafsluiter afgebeeld. In het
geval van deellast stijgt het drukverschil
slechts onbelangrijk boven het drukverschil
van de configuratie. Door toepassing van de
inregelafsluiter bij installaties zonder vooraf
ingestelde radiatorafsluiters wordt in het
geval van overbelasting het leidinggroepdebiet
slechts gering verhoogd, waardoor
de verzorging van de andere leidinggroepen
wordt gewaarborgd (qmUit ~ qmmax) (zie voorbeeld 3 blz. 14).
9 en 10 Debietregelaar
Hier is het verloop van de karakteristieken
van een leidinggroep zonder dan wel met
debietregelaar afgebeeld. In het geval van
overbelasting stijgt het debiet slechts een
beetje boven het configuratiedebiet
(qmUit = qmmax) (zie voorbeeld 4 blz. 15).
11 en 12 Combinatie drukverschilregelaar
en inregelafslutier in een
leidinggroep voor de debietregeling
Hier is het verloop van de karakteristieken
van een leidinggroep met drukverschilregelaar
en inregelafsluiter afgebeeld. In het
geval van overbelasting wordt het debiet
in de leidinggroep nagenoeg constant
gehouden (qmUit = qmmax). Dezelfde
werkwijze als bij de debietregelaar, waarbij
echter de instelling van hogere diebietwaarden
extra mogelijk is. Instelling van
de debiethoeveelheid door instelling van de
gewenste waarde eerst aan de regelaar en
vervolgens aan de inregelafsluiter. Deze
toepassing is voor de “Hydrocontrol” en
“Hydromat DP” appendages in de retour
mogelijk.
Bij de appendages “Hycocon” kunnen
alternatief de drukverschilregelaar “Hycocon
DP” en de inregelafsluiter “Hycocon V”
(zie ook voorbeeld blz. 11) afzonderlijk in
aanvoer en retour gescheiden worden
ingebouwd (zie voorbeeld 5 blz. 15).
13 en 14 Combinatie drukverschil- en
debietregelaar
Hier is een leidinggroepkarakteristiek met
debiet- en drukverschilregelaar afgebeeld.
Door de inbouw van deze beide regelaars
wordt zowel in het geval van overbelasting
het debiet evenals in het geval van deellast
het drukverschil begrensd op de betreffende
configuratiewaarde
(qmUit = qm max, p Uit = p max).
De leidinggroep is in ieder bedrijfspunt
hydraulisch afgesteld. De verzorging van
de leidinggroepen is steeds gegeven
(zie voorbeeld 6 blz. 15).
5

Hydraulisch evenwicht door toepassing van stranginregelafsluiters
Inregeling volgens leidingnetberekening dan wel met Δp-meetapparaat
“Hycocon A/V/T/TM” “Hydrocontrol R/A”
Debiet
bereik
Δp =
0,1 bar
Massastroom qm [kg/h]
Debietbereiken tussen de kleinste en grootste instelwaarde bij Δp = 0,1 bar boven de stranginregelafsluiter.
De volgende voorbeelden tonen alleen de daadwerkelijk vereiste appendages voor de inregeling.
Voorbeeld: 2-pijpsverwarmingsinstallatie voor klein tot middelmatige
massastromen
Omrekening van de debiet- en drukverschilwaarden uit een leidingberekening
op het hier afgebeelde debiet bij Δp =0,1 bar:
6
Massastroom qm [kg/h]
Debiet
bereik
Δp =
0,1 bar
Oventrop stranginregelafsluiters
Instelling- en vermogensbereiken
Voorbeeld: 2-pijpsverwarmingsinstallatie voor middelmatig tot grote
massastromen
Leidingberekening: Δp A, V · A
Omrekening: V · 0,1 bar = V · 0,1 bar
A · Δp A
22
44
66
00
00
22
44
66

“Hydrocontrol F” “Hydrocontrol F/FR/G”
Massastroom qm [kg/h]
Debiet
bereik
Δp =
0,1 bar
Debietbereiken tussen de kleinste en grootste instelwaarde bij Δp = 0,1 bar boven de stranginregelafsluiter.
Voorbeeld: CV-installatie met flensaansluiting
Voorbeeld: Δp A = 0,15 bar, V · A = 850 kg/h
OV
0
4
8
0
0
4
8
V · 0,1 bar = V · 0,1 bar
A · = 694 kg/h
0,15 bar
OV
0
OV
0
bereik
Δp =
0,1 bar
Massastroom qm [kg/h] Debiet
Koeler
Koeler
Voorbeeld: koelinstallatie met flensaansluiting
Met de waarde voor V · 0,1 bar kan een voorselectie, bijv. “Hydrocontrol R”, DN 20,
worden getroffen (zie stippellijn).
Koeler
7

Drukverschilregelaar Drukverschilregelaar
De volgende voorbeelden tonen alleen de daadwerkelijk vereiste appendages voor de inregeling.
Voorbeeld: drukverschilregelaar in installatie met voorinstelbare
thermostatische afsluiters (strangen met kleine tot
middelmatige debiet)
8
Oventrop regelaar
Instelling- en vermogensbereiken
“Hycocon DP” (50–300 mbar) “Hycocon DP” (250–600 mbar) “Hydromat DP” (50–300 mbar) “Hydromat DP” (250–700 mbar)
bereik
Massastroom qm [kg/h] Debiet
Debietbereik van de drukverschilregelaar “Hycocon DP” voor instelbare
drukverschillen 50–300 mbar dan wel 250–600 mbar.
bereik
Massastroom qm [kg/h] Debiet
Debietbereik van de drukverschilregelaar “Hydromat DP” voor instelbare
drukverschillen 50–300 mbar dan wel 250–700 mbar.
Voorbeeld: drukverschilregelaar in installatie met voorinstelbare
thermostatische afsluiters (strangen met middelmatig
tot groot debiet)

Drukverschilregelaar Drukverschilregelaar met debietbegrenzing
“Hydromat DP” (200–1000 mbar)
“Hydromat DP”(400–1800 mbar)
bereik
Massastroom qm [kg/h] Debiet
Debietbereik van de drukverschilregelaar “Hydromat DP” voor instelbare
drukverschillen 200–1000 mbar dan wel 400–1800 mbar.
Voorbeeld: drukverschilregelaar in installatie met flensaansluiting
“Hycocon DP” (50–300 mbar)/“Hycocon V”
“Hycocon DP” (250–600 mbar)/“Hycocon V”
bereik
Massastroom qm [kg/h] Debiet
Debietbereik van de drukverschilregelaar “Hycocon DP” voor instelbare
drukverschillen 50–300 mbar dan wel 250–600 mbar en aanvullende debietbegrenzing
aan de stranginregelafsluiter “Hycocon V”.
Voorbeeld: drukverschilregelaar met debietbegrenzing in installatie
zonder voorinstelbare thermostatische afsluiter
9

Drukverschilregelaar met debietbegrenzing Debietregelaar
“Hydromat DP”/”Hydrocontrol R”
“Hydromat DP”/”Hydrocontrol F”
Instelbaar
debietbereik
Massastroom qm [kg/h]
Debietbereiken van de drukverschilregelaars “Hydromat DP” voor
instelbare drukverschillen in leidinggroepen 50 –300 mbar, 250-700 mbar,
200–1000 mbar dan wel 400–1800 mbar en aanvullende debietbegrenzing
op de stranginregelafsluiter “Hydrocontrol R/F”.
De volgende voorbeelden tonen alleen de daadwerkelijk vereiste appendages voor de inregeling.
Voorbeeld: debietregelaar met debietbegrenzing in installatie
zonder voorinstelbare thermostatische afsluiter.
10
Oventrop regelaar
Instelling- en vermogensbereiken
“Hydromat Q”/”Hycocon Q”
Instelbaar
debietbereik
Massastroom qm [kg/h]
Instelbare debietwaarden van de “Hydromat Q” en “Hycocon Q”
Debietregeling voor een toepassing van 40 kg/h–4000 kg/h.
Voorbeeld: debietregelaar bijv. in koelinstallatie. Voorinstelling aan
de regelaar instelbaar en van buitenaf leesbaar.

Debietregelaar Debietregelaar
„Hycocon DP“/„Hycocon V“
bereik
Massastroom qm [kg/h] Debiet
Instelbare debietwaarden bij regeling met appendagecombinatie: bij de
“Hycocon DP” drukverschil tussen 50 en 600 mbar instellen (druk wordt
daarbij van de “Hycocon V” afgenomen). Uit het drukverliesdiagram
(zie ook gegevenblad “Hycocon V”, zoals bijvoorbeeld 5, pagina 15) de
noodzakelijke instelwaarde vaststellen voor de “Hycocon V” om het
vereiste debiet te bereiken en op de handregelknop instellen.
Inbouw ook in aanvoerleiding
mogelijk
Voorbeeld: debietregelaar door de appendagecombinatie
drukverschilregelaar “Hycocon DP” en stranginregelafsluiter
“Hycocon V”
„Hycocon DP“/„Hycocon TM“ met stelaandrijving
bereik
Massastroom qm [kg/h] Debiet
Instelbare debietwaarden bij regeling met appendagecombinatie: bij de
“Hycocon DP” drukverschil tussen 50 en 600 mbar instellen (druk wordt
daarbij van de “Hycocon TM” afgenomen). Uit het drukverliesdiagram
(zie gegevensblad van de “Hycocon TM”) voor het vereiste debiet de
instelwaarde voor de “Hycocon TM” vaststellen en op het afsluiterinzetstuk
in de “Hycocon TM” instellen. Aanvullend kunnen stelaandrijvingen op de
“Hycocon TM” het debiet reduceren dan wel afsluiten.
Inbouw ook in aanvoerleiding
mogelijk
Voorbeeld: debietregelaar door de appendagecombinatie
drukverschilregelaar “Hycocon DP” en stranginregelafsluiter
“Hycocon TM”
11

12
Oventrop inregelafsluiters met geïntegreerde meetflens
Instelling- en vermogensbereiken
Instelling van debiet en temperatuur door inregelafsluiters.
Inregeling volgens leiding berekeningsprogramma dan wel met Δp-meetgereedschap
“Cocon” inregelafsluiter met geïntegreerde meetflens “Cocon 4” 4-weginregelafsluiter met geïntegreerde meetflens
bereik
Δp =
0,1 bar
Massastroom qm [kg/h] Debiet
Debietbereiken tussen de kleinste en grootste instelwaarde bij Δp = 0,1 bar boven de inregelafsluiter.
De volgende voorbeelden tonen alleen de daadwerkelijk vereiste appendages voor de inregeling.
Voorbeeld: Installatie met plafondkoelsysteem voor verlagen van
de ruimtetemperatuur
Omrekening van de debiet- en drukverschilwaarden uit een
leidingberekening op het hier afgebeelde debiet bij Δp =0,1 bar:
bereik
Δp =
0,1 bar
Massastroom qm [kg/h] Debiet
oventrop
Voorbeeld: Regeling van de installatie alleen met een “Cocon 4”
4-weginregelafsluiter
Leidingberekening: Δp A, V · A
Omrekening: V · 0,1 bar = V · 0,1 bar
A · Δp A

Instelling van debiet door meetflenzen.
Inregeling volgens leiding berekeningsprogramma dan wel met Δp-meetgereedschap
Meetflens DN 15 – DN 50
Debietwaarden bij Δp= 1 bar boven het plaatje
ontzinkingsbestendig messing
laag
Voorbeeld: CV-installatie met schroefdraadverbinding
2
2
4
4
6 6
Voorbeeld: Δp A = 0,15 bar, V · A = 850 kg/h
0
0
V · 0,1 bar = V · 0,1 bar
A · = 694 kg/h
0,15 bar
4
0
midden standaard
0
2
4
6
8
0
2
4
6
8
0
Meetflens DN 65 – DN 900
Debietwaarden bij Δp= 1 bar boven het plaatje
2
2
4
4
6 6
0
0
4
0
Voorbeeld: CV-installatie met flensaansluiting
0
2
4
6
8
0
2
4
6
8
0
Oventrop meetflenzen
Vermogensbereiken
gietijzer roestvaststaal
Met de waarde voor V · 0,1 bar kan een voorselectie, bijv. “Cocon”, DN 20, worden
getroffen (zie stippellijn).
13

*De aangehaalde voorbeelden behandelen alleen de voor de berekening noodzakelijke appendages.
14
Hydraulisch inregelen door berekening op basis van planning*
Stranginregelafsluiter Drukverschilregelaar Drukverschilregelaar en
debietbegrenzing met inregelafsluiter
voor leidinggroep
Aanvoer
Retour
Voorbeeld 1:
Stranginregelafsluiter
voor leidinggroep
Gezocht:
Voorinstelling “Hydrocontrol R”
Gegeven:
Massastroom leidinggroep qm = 2000 kg/h
Drukverschil afsluiter Δp V = 100 mbar
Nominale afsluiterdoorlaat DN 25
Oplossing:
Voorinstelling 5.0
(uit diagram van 106 01 08)
Drukverlies Δp = [mbar]
Installatie
Bronzen stranginregelafsluiter 106 01 08 Drukverschilregelaar 106 46 51
3
10
9
8
7
6
5
4
3
2
2
10
9
8
7
6
5
4
3
2
10
10
Voorinstelling
Δp V
0.25
2 3
2
4 5 6 7 8 10 2 3
3
4 5 6 7 8 10 2
2000
3
10
4
3 4 5 6 7 8 10
0.5
1
2 3 4 5 7
10
9
8
7
6
debiet qm [kg/h]
5
4
3
2
4
10
9
8
7
6
5
4
3
2
Drukverlies Δp = [Pascal]
Voorbeeld 2:
Gezocht:
Nominale doorlaat “Hydromat DP”
Gegeven:
Massastroom leidinggroep qm = 30000 kg/h
Drukverschil installatie Δp = 800 mbar
(komt overeen met instelling gewenste waarde
van de “Hydromat DP”)
Oplossing:
Nominale doorlaat “Hydromat DP” DN 65
30000 kg/h is kleiner dan de toegestane
debiet qm max
gewenste waarde Δp E = [mbar]
Aanvoer
Retour
Drukverschilregelaar
Massastroom qm [kg/h]
p
Aanwijzing:
Drukverschil installatie = drukverlies
Radiatorafsluiters en –koppelingen +
drukverlies radiatoren + drukverlies
buisleidingen
Installatie
gewenste waarde Δp E = [kPa]
Aanvoer
Impulsleiding
Retour
Stranginregelafsluiter
voor leidinggroep
Drukverschilregelaar
instelling gewenste waarde Δp E
Voorbeeld 3:
p
Gezocht:
Voorinstelling stranginregelafsluiter
Installatie
Gegeven:
Drukverschil installatie Δp A = 50 mbar
Massastroom leidinggroep qm = 2400 kg/h
Drukverschil installatie (op “Hydromat DP”)
Δp E = Δp = 200 mbar
Nominale doorlaat buisleiding DN 32
Oplossing:
Voorinstelling 3.0
(uit diagram van 106 01 10)
Drukverschil van de stranginregelafsluiter
Δp V = Δp–Δp A
= 200–50 mbar
Δp V = 150 mbar
Bronzen stranginregelafsluiter 106 01 10
Drukverlies Δp [mbar]
150
3 0.25 0.5 1 2 3 4 5 6 8 10
5
10
9
8
7
6
5
4
3
2
2
10
9
8
7
6
5
4
3
2
Voorinstelling
10
10 2
Δp V
p A
10
9
8
7
6
4
10
9
8
7
6
2
3
3 4 5 6 7 8 10 2 3
4
4 5 6 78 10 2
10
5
3 4 5 6 7 8 10
2400 Debiet qm [kg/h]
5
4
3
2
5
4
3
2
3
Drukverlies Δp [Pascal]

Debietregelaar Stranginregelafsluiter en
drukverschilregelaar in combinatie
met debietregeling
Aanvoer
Retour
Δp O
Voorbeeld 4:
Debietregelaar
Δp Q
Gezocht:
Nominale doorlaat “Hydromat Q” +
drukverschil van de regelaar Δp Q
p
Installatie
Gegeven:
Massastroom leidinggroep qm = 1000 kg/h
Aanwezig drukverschil van
de leidinggroep Δp O = 300 mbar
Drukverschil van de
installatie Δp = 100 mbar
Oplossing:
Nominale doorlaat “Hydromat Q” DN 20
(uit drukverliesdiagrammen DN 15 – DN 40)
Aan de hand van de diagrammen wordt
voor qm = 1000 kg/h de minimale afmeting
van de regelaar gekozen.
De debietregelaar moet op 1000 kg/h worden
ingesteld.
Drukverschil van de regelaar
Δp Q = Δp O–Δp
= 300–100 mbar
Δp Q = 200 mbar
Debiet qm [kg/h]
1200
1000
800
600
400
200
200
500 1000 1500 2000
Drukverschil [mbar]
Aanwijzing:
Het overtollige drukverschil, dat door
de regelaar moet worden afgebouwd,
bedraagt Δp Q = 200 mbar.
Het vereiste drukverschil van 200 mbar
is dus aanwezig!
Aanvoer
Instelling van
gewenste waarde
Retour
Voorbeeld 5:
Drukverschilregelaar
Afsluiter voor
leidinggroep
p
Gezocht:
Voorinstelling “Hydrocontrol R”
Installatie
Gegeven:
Massastroom leidinggroep: qm = 2000 kg/h
Drukverschilregelaar DN 25
Regelafsluiter voor
leidinggroep DN 25
Oplossing:
Geselecteerd drukverschil op drukverschilregelaar
Δp = 150 mbar
(Uit drukverliesdiagrammen van 106 01 08
buisleidingweerstand verwaarloosd)
De regelafsluiter moet met voorinstelling
VE = 4,0 worden ingesteld.
Bronzen stranginregelafsluiter 106 01 08
Instelbereik 0,05–0,7 bar
Voorinstelling
Debiet qm [kg/h]
Aanwijzing:
Het drukverschil kan op de
“Hydromat DP” van 0,05–0,3 bar
of van 0,25–0,7 bar (DN 50)
en op
“Hycocon DP” van 0,05–0,3 bar
of van 0,25–0,6 bar
worden ingesteld.
Hierdoor staat een groter debietbereik ter
beschikking waaruit het te regelen debiet
kan worden geselecteerd.
Drukverlies Δp [Pascal]
Debiet- en drukverschilregelaar in
combinatie met debiet- en
drukverschilregeling
Aanvoer
Impulsleiding
Retour
Voorbeeld 6:
Debietregelaar
Drukverschilregelaar
p
De drukverschilregelaar en de debietregelaar
worden overeenkomstig
voorbeeld 2 en 4 geconfigureerd.
Installatie
15

„OV-DMC 2“
16
“classic”-meettechniek
Ventil-Setup
===================
Oventrop
Typ: Hydrocon
Größe: 020
4
6
20
7 8 9
4 5 6
1 2 3
0
Inregeling van de stranginregelafsluiter
“Hydrocontrol R”.
6 420
0
“eco”-meettechniek
Inregeling van de stranginregelafsluiter
“Hycocon V”.
Hydraulische inregeling ter plekke
Teneinde het optimale functioneren van een
verwarmings- dan wel koelinstallatie, d.w.z.
de verzorging van de installatiedelen die
zowel dichtbij als ver van de pomp af liggen,
met de geplande energiehoeveelheid te
voor zien, kan een naderhand uitgevoerde
hydraulische inregeling noodzakelijk zijn.
Ook wanneer bijvoorbeeld de daadwerkelijk
geïnstalleerde installatie afwijkt van de geplande
of wanneer delen van de installatie
werden veranderd.
Hiertoe staat de Oventrop drukverschilmeetcomputer
“OV-DMC 2” ter beschikking.
Deze is speciaal ontworpen voor de inregeling
van verwarmings- en koelinstallaties.
Hij bevat de vereiste meetnaalden voor de
“classic” en “eco”-meettechniek.
Bij de metingen kunnen de in de “OV-DMC 2”
opgeslagen afsluiterkarakteristieken teruggevonden
worden.
“classic”-meettechniek:
Functie:
– meting van drukverschillen
De meetafsluiters zijn afzonderlijke
componenten die in het afsluiterhuis kunnen
worden geschroefd.
“eco”-meettechniek:
Functie:
– meting van het drukverschil
– aftappen
– vullen
– ontluchten
– bij vuilaanslag kan het meetkanaal
worden gespoeld.
De meetafsluiters zijn in het afsluiterhuis
geïntegreerd.
Meetmethoden:
Naast de computer-, gelijkdruk- en
kv-waarde-meetmethode is met name
de OV-Balance-methode geschikt voor het
afstellen van bestaande 2-pijpsverwarminginstallaties.
Voor alleen een drukverschilmeting tussen
aanvoer- en retourleiding is de drukverschilmeter
ter beschikking.
Computermethode:
Bij de computermethode berekent de
Oventrop drukverschilmeetcomputer
“OV-DMC 2” de voor de gewenste debietwaarde
vereiste voorinstelling van de
stranginregelafsluiter.
Hiertoe wordt na invoer van het afsluitertype
bij verschillende voorinstellingen het debiet
gemeten en vervolgens de afsluiter op de
nieuwe, door de “OV-DMC 2” berekende
waarde, ingesteld.
Gelijkdrukmethode:
Meting zoals bij de computermethode,
maar er wordt slechts van één voorinstelling
de debietwaarde gemeten.
Is bijzonder geschikt voor het controleren
van debiethoeveelheden.
kv-Waardemethode:
Wordt toegepast voor de meting van debiethoeveelheden
van willekeurige afsluiters of
meetflenzen met bekende kv-waarde.
Drukverschilmeeting:
Wordt gebruikt voor de meting van alleen
drukverschil van bijvoorbeeld installatiedelen.

In te regelen circuit 1–6
V3
V2
V1
G1
V6
V5
V4
Circuitafsluiters
G2
Stranginregelafsluiter in circuit met circulatie pomp
V9
V8
V7
Voorbeeld: OV-Balance-methode
G3
V12
V11
V10
G4
V15
V14
V13
G5
V18
V17
V16
G6
stranginregelafsluiter in
circuit met circulatie pomp
OV-Balance-methode:
Het grootste voordeel van deze inregelingmethode
ligt in het feit, dat de Oventrop
drukverschilmeetcomputer “OV-DMC 2” de
vooraf ingestelde waarden voor de stranginregelafsluiters
ter plaatse berekent en dat de
gehele installatie door slechts één persoon
kan worden ingeregeld. De benodigde tijd
voor de hydraulische inregeling wordt daardoor
aanzienlijk gereduceerd. De voorwaarde
daarvoor is een duidelijke indeling van de af
te stellen installatie.
Vóór de eigenlijke inregeling moet worden
gecontroleerd of alle afsluiters in de circuits
zijn geopend. Voorts dient men zich ervan te
overtuigen dat de installatie met de leidingnetberekening
overeenkomt, bijv. dat de
thermostatische afsluiters zijn ingesteld en
de thermostaatkoppen zijn verwijderd.
Inregelingsprocedure:
Verklaring van de inregelingsprocedure bij
een 2-pijpsverwarminginstallatie.
Eerst dienen alle stranginregelafsluiters
te worden ingedeeld in te regelen circuits.
Daarna moeten de volgende stappen
worden uitgevoerd:
1. Alle afsluiters van de in te regelencircuits
en de groepsafsluiters opeenvolgend
nummeren.
2. Alle afsluiters in te regelen circuits
“1” t/m “6” en de circuitsinregelafsluiters
instellen op de stand “half geopend”.
3. Met de drukverschilmeetcomputer iedere
afsluiter in de in het in te regelen circuit
“1” in de stand “half geopend” en in de
stand “ gesloten” meten. Daarna weer
half openen.
4. Meting van de circuitafsluiter “G1” van
de eerder gemeten instelgroep in stand
“gesloten”.
5. Berekening door de drukverschilmeetcomputer
van voorinstelwaarden voor
de afsluiters van in te regelen groep “1”
zonder het circuitafsluiter.
6. De afsluiters in het in te regelen circuit “1”
instellen volgens de door de drukverschilmeetcomputer
berekende voorinstelwaarden.
Wanneer nog meer in te regelen
groepen aanwezig zijn, hier als voorbeeld
nog de in te regelen circuits “2” t/m “6”,
wordt volgens de bovengenoemde
procedurestappen 3 t/m 6 opnieuw te
werk gegaan.
7. Elke circuitafsluiter in de stand “half
geopend” en in de stand “gesloten”
meten. Daarna weer half openen.
8. Meting van de stranginregelafsluiter in
de strang met de circulatiepomp zetten in
de stand “gesloten”.
9. Berekening van de voorinstelwaarden
voor de circuitafsluiters door de drukverschilmeetcomputer.
10. De circuitafsluiters dienovereenkomstig
instellen.
11. Het inregelen van de stranginregelafsluiter
in de strang met de circulatiepomp door
inregeling op de door de drukverschilmeetcomputer
“OV-DMC 2” berekende
voorinstelwaarden. Deze waarde wordt
door middel van de computermethode
berekend.
17

Om de installatiehydrauliek in verwarmingsen
koelsystemen optimaal af te stellen,
zijn in principe goed gedimensioneerde
verwarmings- dan wel koelvlakken, buizen,
inregelafsluiters en pompen voldoende.
Om afwijkingen van het drukverschil van de
configuratietoestand laag te houden, kan
het gebruik van stranginregelafsluiters en
regelbare pompen worden aanbevolen.
Maatregelen m.b.t. de installatiehydrauliek
worden tegenwoordig reeds in de ontwerpfase
van nieuw te vervaardigen verwarmings-
en koelinstallaties getroffen.
Hiertoe worden warmtevraag- en leidingnetberekeningsprogramma’s
gebruikt,
die rekening houden met zowel de nieuwe
EnEV en daarbij tevens de instel- en
vermogensbereiken van de appendages
voor het hydraulisch evenwicht en de
buisweerstandverliezen betrekken.
Bij deze methode om de installatiehydrauliek
te beschrijven, wordt:
1. eerst het warmteverlies dan wel de
koellast vastgelegd,
2. de verwarmings- en warmtewisselaaroppervlakken
en hun volumestromen
berekend met inachtneming van de
gestelde temperatuurspreidingen,
3. voor de te circuleren volumestromen
de leidingnetdimensionering uitgevoerd,
waarbij het drukverschil boven de leidinggroep
bijv. bij verwarminginstallaties
zoveel mogelijk tussen 100 en 200 mbar
zou moeten liggen,
4. de keuze van de stranginregelafsluiters,
drukverschil- en volumestroomregelaars
getroffen en de voorinstelwaarde
vastgelegd,
5. voor iedere eindverbruiker eveneens de
voorinstelwaarde (voor zover voorzien)
vastgelegd,
6. de opvoerhoogte van de pomp bepaald.
In de aansluitende uitvoeringsfase bevindt
de installatie zich reeds dan in een
hydraulisch evenwichtige toestand, door
dat de appendages voor het bereiken
van het hydraulisch evenwicht met hun
eerder berekende voorinstelwaarden zijn
ingebouwd. Extra instelmaatregelen zijn
niet noodzakelijk.
Toepassingen van de eerder beschreven
methoden zijn hiernaast afgebeeld.
18
Toepassingen
in verwarmings- en koelinstallaties
Voorbeeld:
Schema van een installatie met luchtverhitters waarbij de lastverdeling nagenoeg constant
blijft. Vooraf ingestelde stranginregelafsluiters zorgen onmiddellijk na inbouw voor een
statisch hydraulisch evenwicht
Voorbeeld:
Schema van een 2-pijpsverwarminginstallatie, die door middel van stranginregelafsluiters
op een vooraf berekend configuratiepunt moeten worden ingesteld.
Inregeling:
Over direct voorinstelbare stranginregelafsluiters.

Voorbeeld:
Schema van een 2-pijpsverwarminginstallatie
waarbij de volumestroom zich
lastafhankelijk verdeeld, het drukverschil
de maximale waarden echter niet moet
overschrijden (drukverschilbegrenzing).
De uit de leidingnetberekening resulterende
voorinstelwaarden voor de voorinstelbare
thermostatische afsluiters vormen de
optimale volumestroomverdeling in de
configuratietoestand. Een voldoende
verzorging is gegarandeerd.
De extra toepassing van een drukverschilregelaar
is zinvol, wanneer grotere
belastingschommelingen optreden, bijv.
wanneer een groot gedeelte van de
verbruikers is afgesloten en het drukverschil
via de verbruikers sterk stijgt (bijv. boven
200 mbar).
De voorinstelwaarde voor de drukverschilregelaar
kan eveneens in de ontwerpfase
reeds worden berekend.
Door de drukverschilregelaar vindt in de
strangen permanent een aanpassing van
het drukverschil op de vooraf ingestelde
waarde plaats.
Voorbeeld:
Schema van een 2-pijpsverwarminginstallatie
zonder voorinstelbare thermostatische
afsluiters dan wel retourkoppelingen,
waarbij de volumestroom zich lastafhankelijk
verdeeld tot een hogere constante waarde,
het drukverschil in de strang echter een
vastgelegde maximale waarde niet moet
overschrijden.
Deze combinatie van volumestroom- en
drukverschilbegrenzing wordt door de
toepassing van een stranginregelafsluiter
in de aanvoer en een drukverschilregelaar in
de retour mogelijk.
Voor het optimale bedrijfspunt (configuratiepunt)
resulteren ook hier reeds uit de
ontwerpfase de vooraf ingestelde waarden
voor de stranginregelafsluiter en de
drukverschilregelaar, waardoor het
hydraulisch evenwicht direct bereikt wordt.
De drukverschilregelaar neemt vervolgens in
combinatie met de stranginregelafsluiter
zowel bij stijgende volumestroom (thermostatische
afsluiter open) als ook bij stijgend
drukverschil (sluitende thermostatische
afsluiter) de strang in balans.
Voorbeeld:
Schema van een koelinstallatie, waarbij
de volumestroom naar de koelregisters
constant en onafhankelijk van de belastingstoestanden
in de overige delen van de
installatie (volumestroombegrenzing) moet
blijven.
Voor een dergelijke installatie volgt uit de
berekeningsprogramma’s de volumestroomverdeling
voor de strangen. De waarden
kunnen direct op de volumestroomregelaar
worden ingesteld.
Wanneer er lastschommelingen optreden,
vindt door de automatisch werkende
volumestroomregelaar permanent een
aanpassing van de volumestroom in de
strangen op de vooraf ingestelde waarde
plaats.
19

1
2
20
Koelen/ Verwarmen Koelen
Centrale
Change-Over opdracht
Voorbeelden
in koel- en verwarmingsplafondssystemen
Ruimtethermostaat
Ruimtethermostaat
met Change-Over
t
1 2-pijpssysteem – koelen
De eenvoudigste mogelijkheid om de ruimtetemperatuur
door een koel- systeemplafond
te laten dalen, wordt door het
2-pijpssysteem verkregen.
Hiertoe stelt Oventrop de volgende
appendages ter beschikking:
– voor de regeling van de koelwater-
volumestroom is in de retour van het
koelplafond het voorinstelbare “Cocon”
afsluiter ingebouwd
– op de afsluiter is een elektrische stelaandrijving
gemonteerd, die de instelstanden
van een ruimtethermostaat ontvangt
– in de aanvoer van het koelplafond is voor
het afsluiten van de koelwatervolumestroom
een kogelkraan aangebracht.
Voorts is in de aanvoer een dauwpuntbeveiligingsschakelaar
gemonteerd die
bij het ontstaan van condenswater de
koelwatervolumestroom onderbreekt
– grotere installaties met meerdere koelplafondoppervlakten
zijn extra uitgerust
met appendages voor het hydraulisch
evenwicht, zoals bijv. stranginregelafsluiters
en drukverschilregelaars
2 2-pijpssysteem – koelen/verwarmen
Wanneer een 2-pijpssysteem aanvullend
voor verwarmen wordt gebruikt, kunnen de
onderstaande leidingnetappendages worden
toegepast t.w.
– “Cocon” afsluiter met elektrische
stelaandrijving
– dauwpuntbeveiligingsschakelaar
– stranginregelafsluiter
– drukverschilregelaar
Hierbij vindt een centrale omschakeling
plaats van de aanvoer- en retourleiding van
koel- op verwarmingsbedrijf plaats en
omgekeerd. In het koelbedrijf bij stijgende
ruimtetemperatuur ontvangt het “Cocon”
afsluiter van een ruimtethermostaat de
instelcommando’s om te openen. In het
verwarmingsbedrijf ontvangt het “Cocon”
afsluiter dienovereenkomstig bij stijgende
temperatuur van de ruimtethermostaat
instelcommando’s om te sluiten.

1
2
Koelen
Koelen
Verwarmen
Verwarmen
, LON ®
Ruimtethermostaat
, LON ®
Ruimtethermostaat
t
t
1 3-pijpssysteem – koelen/verwarmen
Wanneer het medium voor het koelbedrijf
separaat van het medium voor het
verwarmingsbedrijf in afzonderlijke aanvoerleidingen
wordt geleid en in één gemeenschappelijke
leiding naar de koel- dan
wel warmtebron wordt geretourneerd,
is er sprake van een 3-pijpssysteem.
In het koelbedrijf zorgt bijv. dat over
het systeem EIB ruimtethermostaat
aangestuurde stelaandrijving “Uni EIB” met
de afsluiter uit de “Serie P” voor de
verzorging van het koel-/verwarmingsplafondelement.
De binaire ingang op de
stelaandrijving “UNI EIB” maakt bovendien
het inschakelen in een besturingsapparaat
van een dauwpuntbeveiligingsschakelaar
en/of venstercontact mogelijk. Op dezelfde
wijze wordt de aanvoer van het verwarmingsmedium
gestuurd. Het afstellen van de volumestroom
vindt plaats in de gezamenlijke
retourkoppeling “Combi 3” via welke ook
het vullen en aftappen mogelijk is.
2 4-pijpssysteem – koelen/verwarmen
Wanneer men ook het uit het koel-/verwarmingsplafond
wegstromende medium
in gescheiden retourleidingen naar de koeldan
wel verwarmingsaggregaten voert, is
er sprake van een 4-pijpssysteem. Hierbij
wordt in de stromingsrichting achter het
vertakkingspunt van de retouraansluiting
van het koel-/verwarmingsplafondelement
door de “Cocon” inregelafsluiter met
gemonteerde elektrothermische stelaandrijving
de koelvolumestroom gewijzigd dan
wel afgesloten. In het verwarmingsbedrijf
vindt eveneens door de “Cocon” afsluiter
en een elektrothermische stelaandrijving de
regeling van de verwarmingsvolumestroom
in de betreffende retourleiding plaats. In
de gescheiden aanvoerleidingen voor het
koel- en verwarmingsbedrijf is bijv. telkens
een afsluiter met hoge kvs-waarde uit de
“serie AZ” geïnstalleerd, die eveneens
via een elektrothermische stelaandrijving
worden ingesteld. Ter voorkoming van
condensatievocht onderbreekt de dauwpuntbeveiligingsschakelaar
over de elektrothermische
stelaandrijving de toevoer van
het koelmedium van de retourleiding.
21

1
2
22
3
Montagevoorbeelden in koelinstallaties
Op het gebied van ruimteluchtkoeling van
kantoorgebouwen nemen plafondkoelsystemen
een gestaag groeiend aandeel in,
waarbij deze systemen met inachtneming
van enkele randvoorwaarden tevens
gebruikt kunnen worden om te verwarmen.
Daarbij speelt de juiste keuze van een
geschikt hydraulisch balanssysteem een
belangrijke rol.
Voor het verkrijgen van hydraulische
balanssystemen stelt Oventrop met de
“Cocon”-inregelafsluiters geschikte appendages
zoals regelaars en stelaandrijvingen
ter beschikking. Hiertoe behoren de
afsluiters met mogelijkheden tot vooraf
instellen van de volumestroom en de
techniek voor de inregeling van het
hydraulische evenwicht door middel van
drukverschil- meetapparaten. Geïntegreerd
zijn ook afsluit-, vul- en aftapmogelijkheden.
De afsluiters kunnen worden uitgerust met
verschillende stelaandrijvingen, waarbij bij
de toepassing van proportioneel werkende
stelaandrijvingen, afsluiters met lineair
karakteristiekenverloop (debiet lineair
afhankelijk van afsluiterslag) tot het
leverings-programma van Oventrop
behoren.
Praktijkvoorbeelden:
1 Oventrop “Cocon” inregelafsluiter met
stelaandrijving, geïnstalleerd in een
koelplafond.
2 “Cocon” inregelafsluiter wordt afgesteld
via drukverschil meetcomputer
“OV-DMC 2”.
3 Geregelde “Cocon” afsluiter wordt
aangestuurd via elektrothermische
stelaandrijving.

1
2 3
4
5
Montagevoorbeelden in Fan Coils
1 Plafondunit met appendagegroep,
bestaande uit twee “Cocon 4”
4-weginregelafsluiter voor verwarming- en
koelleidingsystemen met elektrothermische
stelaandrijvingen.
2 Detail plafondunit met appendagegroep,
bestaande uit “Cocon 4” 4-weginregelafsluiter
en elektromotorische (proportionele
aandrijving 0–10 V) stelaandrijvingen.
3 Staande unit met appendagegroep,
bestaande uit een “Cocon 4” 4-weginregelafsluiter
en elektrothermische stelaandrijving.
4 “Cocon 4” 4-weginregelafsluiter met
stelaandrijvingen
– elektrothermische stelaandrijving (2-punts)
– elektromotorische stelaandrijving met
proportionele aandrijving
– elektromotorische stelaandrijving systeem
EIB of LON ®
5 “Cocon 4” 4-weginregelafsluiter met
drukverschilmeetcomputer “OV-DMC 2”.
Bij de drukverschilmeetcomputer kan de
volumestroom direct worden afgelezen.
23

1
2 3
24
Beschrijving van de producten
“Hycocon" strangappendages
“Hycocon” appendages voor leidingroepen
van ontzinkingsbestendig messing is een
kleine, compacte serie voor toepassing in
verwarmings-, koel- en luchtbehandelingsinstallaties”
PN 16 van –10 °C t/m +120 °C.
De serie “Hycocon” bestaat uit de volgende
varianten:
“Hycocon V”: stranginregelafsluiters
“Hycocon A”: strangafsluiters
“Hycocon T”: strangafsluiters met AV6binnenwerk
voor thermostatische
regelelementen
of stelaandrijvingen
“Hycocon TM”: strangafsluiters met
speciaal binnenwerk voor
grote volumestromen en
drukontlastend, voor
thermostatische afsluiters en
afsluiters met opgebouwde
stelaandrijvingen
“Hycocon B”: basisbehuizing voor
verschillende binnenwerken
“Hycocon DP”: drukverschilregelaars
“Hycocon Q”: debietregelaar (alleen DN 15)
Draadaansluiting M 30 x 1,5
Leverbaar in de nominale doorlaten DN 15,
DN 20, DN 25, DN 32 en DN 40. Naar keus
met binnen- en buitendraadaansluitingen.
De inbouw is in aanvoer en retour mogelijk.
De “Hycocon V” en “Hycocon A” afsluiters
worden geleverd met isolatieschaal
(te gebruiken tot en met 80 °C). De nieuwe
afsluiterbinnenwerk techniek in de “Hycocon”
appendages maakt de vervanging van de
handbedieningsknoppen dan wel regelaarbovendelen
voor afsluiting, regeling en
drukverschilregeling zonder de installatie af
te tappen, mogelijk (DN 15, DN 20, DN 25
met “Demo-Bloc”). (Uitzondering hier op is:
“Hycocon Q”).
De “Hycocon T/TM” strangafsluiters kunnen
ook als dynamische inregelafsluiters worden
uitgerust met een thermostatische regelelement,
temperatuurregelaar, een elektromotorische
of elektrothermische stelaandrijving
dan wel als communicatieve inregelafsluiter
met een EIB, LON®- stelaandrijving worden
uitgerust. Met deze universele combinatiemogelijkheden
biedt Oventrop zijn marktpartners
een op de praktijk gerichte en
comfortabele oplossing voor de gehele automatische
en manuele stranginregeling in de
leidingsystemen van de gebouwen.
1 Basisafsluiter met de diverse bovendelen
– stranginregelafsluiter
– drukverschilregelaar
– strangafsluiter
2 “Hycocon TM” met thermostatisch
regelelement, elektrothermische dan wel
elektromotorische stelaandrijving
3 Systeemafbeelding
“Hycocon A” strangafsluiter en “Hycocon V”
stranginregelafsluiter in verwarmingsstrang

1
2
3
4
“Hycocon V” stranginregelafsluiter
Oventrop “Hycocon V” stranginregelafsluiters
worden in de strangen van warmwater-
CV-installaties en koelinstallaties
ingebouwd en maken het hydraulisch evenwicht
van de strangen onderling mogelijk.
Het hydraulisch evenwicht vindt plaats door
een reproduceerbare, blokkeer- en verzegelbare,
traploze voorinstelling. Bij DN 15 t/m
DN 25 zes, bij DN 32 en DN 40 zelfs acht
schaalwaarden. De onderverdeling in 1/10
stappen (d.w.z. 60 dan wel 80 voorinstelwaarden)
garandeert een hoge resolutie bij
geringe debiettoleranties.
De inbouw kan naar keuze in de aanvoer of
in de retour worden uitgevoerd.
Voordelen:
– standaardlevering met isolatieschaal
(te gebruiken tot en met 80 °C)
– montage- en bedieningsvriendelijk
door de aan één zijde zich bevindende
functie-elementen
– slechts één appendage voor 5 functies:
• voorinstellen
• meten
• afsluiten
• vullen
• aftappen
– meetafsluiter en aftapafsluiter standaard
ingebouwd (“eco”-meettechniek)
– eenvoudig vullen en aftappen door het
opschroeven van een separaat gereedschap
(toebehoren) op een meetpunt
– traploze voorinstelling, drukverlies en
debiet via meetafsluiters nauwkeurig
controleerbaar
– schroefdraad volgens DIN 2999 geschikt
voor Oventrop klemaansluitingen
(stootrand) tot max. 22 mm koperen pijp
als de meerlagenbuis 14 en 16 mm
Uitvoering met aan beide zijden binnen- dan
wel buitendraad.
Nominale doorlaten en debietbereiken:
DN 15 kvs = 1,7
DN 20 kvs = 2,7
DN 25 kvs = 3,6
DN 32 kvs = 6,8
DN 40 kvs = 10,0
1 “Hycocon V” stranginregelafsluiter
Uitvoering: aan beide zijden binnendraad
volgens DIN 2999
Behaalde oorkondes en prijzen:
ISH Frankfurt
“Design plus”
Design Prijs Zwitserland
Internationaal Forum
Design Hannover,
IF design award
2 Stranginregelafsluiter “Hycocon V”
In verbinding met drukverschilmeetcomputer
“OV-DMC 2”
3 Voorinstelling
Basisinstelschaal en fijninstelschaal
4 Meetafsluiters voor inzet “OV-DMC 2”
Drukverschilmeetcomputer
25

1
2
26
direct afleesbare voorinstelling
onderhoudsvrij door dubbele
O-ring afdichting
DIN-draadaansluitingen
afsluiterhuis uit
brons (Rg 5)
spindel en afsluiterschotel
van messing
(Ms EZB*)
gepatenteerde
meetindeling
meet- en aftapafsluiters met
O-ring afdichting
(“classic”-meettechniek)
•
•
* Messing EZB = ontzinkingsbestendig messing
direct afleesbare voorinstelling
onderhoudsvrij door
dubbele O-ring afdichting
afsluiterhuis van machinegietijzer
(EN-GJL-250)
spindel van messing (Ms EZB*)
afsluiterschotel uit brons (Rg 5)
gepatenteerde
meetindeling
meetafsluiters met
O-ring afdichting
(“classic”-meettechniek)
DIN flensaansluitingen
* Messing EZB = ontzinkingsbestendig messing
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
“Hydrocontrol” stranginregelafsluiter
Oventrop biedt met het hydraulische inregelsysteem
aan de technische adviseur alle
appendages en appendasgecombinaties,
die voor het hydraulisch evenwicht in verwarmings-
en koelinstallaties noodzakelijk
zijn om aan de richtlijnen van de VOB DIN
18 380 te voldoen. De producten kunnen
afzonderlijk of als systeem worden geleverd.
Zo staan voor iedere praktische opgave de
geschikte appendages dan wel appendagecombinaties
ter beschikking.
De “Hydrocontrol R”/”Hydrocontrol FR”
bronzen stranginregelafsluiters worden
in warmwater- en CV-installaties
(“Hydrocontrol R”: PN 25/150 °C,
“Hydrolcontrol FR”: PN 16/150 °C) en in
koelinstallaties ingebouwd en maken de
onderlinge hydraulisch evenwicht in de
strangen mogelijk. Bovendien zijn de
bronzen stranginregelafsluiters geschikt
voor koud zout water (max. 38 °C) en
tapwater. De berekende volumestroom dan
wel de drukval kan voor iedere afzonderlijke
strang vooraf centraal worden voor ingeregeld
en nauwkeurig worden ingesteld.
De inbouw kan naar keuze in de aanvoer of
in de retour worden uitgevoerd.
Voordelen:
– montage- en bedieningsvriendelijk
door de aan één zijde geplaatste
functie-elementen
– slechts één appendage voor 5 functies:
• voorinstellen
• meten
• afsluiten
• vullen
• aftappen
– gering drukverlies door schuine uitvoering
– traploze voorinstelling, drukverlies en
debiet via meetafsluiters nauwkeurig
controleerbaar (“classic-meettechniek)
– schroefdraad bij “Hydrocontrol R” volgens
DIN 2999 geschikt voor Oventrop
klemkoppelingaansluitingen (stootrand)
tot max. 22 mm koperen pijp
– flenzen bij “Hydrocontrol F”,
“Hydrocontrol FS” en “Hydrocontrol FR”.
Ronde flenzen volgens DIN EN 1092-2,
lengte volgens DIN EN 558-1 basisserie 1
– rolgroef voor aansluitkoppelingen bij
“Hydrocontrol G”, geschikt voor koppelingen
van de systemen Victaulic en Grinnell
– Vul- en aftapkogelkraan met binnenliggende
aanslag en meetafsluiter met
O-ring afgedicht tot aan het afsluiterhuis
(geen extra afdichting noodzakelijk)
– door de gepatenteerde meetindeling
(meetkamer is om het afsluiterinzetstuk
naar de meetaansluiting heen geleid)
komt het aan de meetafsluiters gemeten
drukverschil nagenoeg overeen met
het daadwerkelijke drukverschil van de
afsluiter
1 “Hydrocontrol R”
Doorsnede stranginregelafsluiter
Prijzen en behaalde oorkondes:
Internationale Designprijs
Baden-Würtenberg
Good Design Award Japan
Industrie Forum Design Hannover
iF-prijs
2 “Hydrocontrol F”
Doorsnede inregelafsluiter voor leidinggroep
Prijs:
Pragotherm Praag
Diploma voor het beste
tentoonstellingsstuk

1 2
3 4
5 6
7
8
In de aanvoer:
Stranginregelafsluiter
met voorinstelling
In de retour:
Strangafsluiter
zonder voorinstelling
“Hydrocontrol R”, “Hydrocontrol F”
“Hydrocontrol FR”, “Hydrocontrol G”
stranginregelafsluiters
1 “Hycocon R” stranginregelafsluiter met
aan beide zijden binnendraad.
Maten DN 10 – DN 65 en aan beide zijden
buitendraad en wartelmoeren, maten DN 10
– DN 50. Afsluiterhuis en bovendeel uit brons
Rg 5, afsluiterschotel met PTFE-afdichting,
spindel en afsluiterschotel van Ms-EZB
(ontzinkingsbestendig messing). DVGW- en
SVGW-vergunning voor DN 15 – DN 32.
Met behulp van de verwisselbare markeringsringen
kunnen de strangappendages
“Hydrocontrol R” in de aanvoer- dan wel
retourstrangen duidelijk worden gemarkeerd.
2 Aansluitmogelijkheden bij de uitvoering
“Hydrocontrol R” met buitendraad:
– lasstaartstukken
– soldeerstaartstukken
– staartstukken met buitendraad
– staartstukken met binnendraad
– overgangstukken voor alle buizen
3 “Hydrocontrol F” – PN 16 –
Stranginregelafsluiter Aan beide zijden
flensaansluiting, maten DN 20 – DN 300.
Afsluiterhuis van machinegietijzer EN-GJL-
250 DIN EN 1561, afsluiterkegel met PTFEafdichting,
bronzen bovendeel (DN 200 t/m
DN 300 van sferisch gietijzer), spindel en
afsluiterschotel van Ms-EZB (ontzinkingsbestendig
messing), vanaf DN 65 uitgevoerd
met een bronzen afsluiterschotel). Ronde
flenzen volgens DIN EN 1092-2, lengte
volgens DIN EN 558-1 basisserie 1.
Ook verkrijgbaar met boutcirkel volgens
ANSI-class 150.
4 “Hydrocontrol FR” – PN 16/”Hydrocontrol
FS” – PN 25 – stranginregelafsluiters
– “Hydrocontrol FR” – PN 16 –
stranginregelafsluiter.
Aan beide zijden flensaansluiting,
maten DN 50 – DN 200.
Afsluiterhuis, bovendeel en kegel uit
brons, spindel van RVS.
Flensmaten zoals bij “Hydrocontrol F”.
Ronde flenzen volgens DIN EN 1092-2.
Lengte volgens DIN EN 558-1 basisserie 1
– “Hydrocontrol FS” – PN 25 –
stranginregelafsluiter.
Aan beide zijden flensaansluiting,
maten DN 65 t/m DN 300.
Afsluiterhuis van sferisch gietijzer
EN-GJS-500.
Ronde flens volgens DIN EN 1092-2.
Lengte volgens DIN EN 558-1 basisserie 1
5 Verzegeling voor “Hydrocontrol F, FR, FS, G”.
Maten DN 65 – DN 300 (reeds in de
leveringsomvang begrepen).
6 “Hydrocontrol G” stranginregelafsluiter.
Aan beide zijden rolgroef voor aansluitkoppelingen.
Maten DN 65 – DN 300. Geschikt
voor koppelingen van de systemen Victaulic
en Grinnell. Afsluiterhuis van machinegietijzer
EN-GJL-250 DIN EN 1561, afsluiterschotel
met PTFE afdichting, bovendeel (DN 200 t/m
DN 300 van sferisch gietijzer) en afsluiterschotel
uit brons, spindel van Ms-EZB
(ontzinkingsbestendig messing).
7 Isolatieschalen voor “Hydrocontrol R”,
spindelverlenging voor “Hydrocontrol R, F,
FR, G”.
Isolatieschalen voor exact passende isolatie
van de appendage volgens het verwarminginstallatievoorschrift
(ook verkrijgbaar voor
“Hydrocontrol F” en “Hydrocontrol FR”).
Spindelverlenging voor de naderhand
plaatsvindende isolatie met gebruikelijke
isolatiematerialen (DN 10 – DN 150).
8 Appendages voor aanvoer en retour.
De retourappendage heeft behalve de
voorinstelling alle functies zoals bij de regelafsluiter
voor leidinggroep “Hydrocontrol R”.
27

1
2
28
“Hycocon DP”, “Hydromat DP”
drukverschilregelaars
1 “Hycocon DP” drukverschilregelaar
De drukverschilregelaar is een proportionele
regelaar die zonder hulpenergie werkt. Hij is
bestemd voor toepassing in verwarmingsen
koelwatercircuits en houdt binnen een
regeltechnisch noodzakelijk proportionaliteitsgebied
het ingestelde drukverschil in een
strang constant.
De gewenste waarde kan traploos worden ingesteld
tussen 50 mbar en 300 mbar dan wel
250 mbar en 600 mbar. PN 16 t/m 120 °C.
Voordelen:
– groot debietbereik
– gewenste waarde blokkeerbaar
– gewenste waarde kan te allen tijde van
buitenaf worden afgelezen
– inbouw in de aanvoer en/of retour
– afsluitbaar
– aftapafsluiter standaard ingebouwd
– eenvoudig vullen en aftappen mogelijk
door het opschroeven van een separaat
gereedschap (toebehoren) op een
meetpunt (slangaansluiting mogelijk)
– afsluiterkegel met drukontlasting
– alle bedieningselementen aan één zijde
– schroefdraad volgens DIN 2999 geschikt
voor Oventrop klemkoppeling aansluitingen
(stootrand) tot max. 22 mm koperen pijp
meerlagenbuis 14 en 16 mm
– binnen- en buitendraad
2 “Hydromat DP” drukverschilregelaar
De drukverschilregelaar is een proportionele
regelaar die zonder hulpenergie werkt.
Deze worden toegepast in bestaande bouw
en in nieuwbouw, bij verwarmingsinstallaties
en koelwatercircuits voor decentrale of
centrale drukverschilregeling.
De regelaar houdt het gewenste drukverschil
overeenkomstig een vereiste proportionele
band constant.
De nominale doorlaat DN 15 t/m DN 50 kan
traploos worden ingesteld tussen 50 mbar
en 300 mbar dan wel aanvullend bij DN 50
tussen 250 mbar en 700 mbar instelbaar.
De nominale doorlaat DN 65 t/m DN 100
kunnen traploos worden ingesteld tussen
200 mbar en 1000 mbar dan wel tussen
400 mbar en 1800 mbar instelbaar.
Aanvullende technische gegevens:
PN 16 van –10 °C t/m 120 °C
Aansluitingen DN 15 t/m DN 50:
– beide zijden DIN-binnendraad
– beide zijden buitendraad en wartelmoer
Aansluitingen DN 65 t/m DN 100:
– beide zijden flens volgens DIN EN 1092-2,
PN 16 (overeenkomstig ISO 7005-2, PN 16)
Lengte volgens DIN EN 558-1, basisreeks 1
(overeenkomstig ISO 5752 Reeks 1)
Voordelen:
– groot debietbereik
– gewenste waarde blokkeerbaar
– gewenste waarde kan te allen tijde van
buitenaf worden afgelezen
– inbouw in de retour (DN 15 t/m DN 50)
– inbouw in de aanvoer en/of retour
(DN 65 t/m DN 100)
– afsluitbaar
– met vul- en aftapkogelkraan voor vullen
en aftappen
– afsluiterkegel met drukontlasting
– het bestaande programma stranginregelafsluiters
kunnen worden omgebouwd
(afsluiterhuis identiek)
– alle bedieningselementen aan één zijde
Gepatenteerde uitvoering
Prijzen en oorkondes
Industrie Forum Design Hannover
iF-prijs
Pragotherm Praag, Grand Prix

1
2
“Hycocon Q”, “Hydromat Q”,
debietregelaars
De debietregelaars “Hydromat Q” en
“Hycocon Q“ zijn proportionele regelaars die
zonder hulpenergie werken en zijn bestemd
voor toepassing in verwarmings- en koelwatercircuits.
Zij houden binnen een regeltechnisch
noodzakelijk proportionaliteitsgebied
de ingestelde massastroom in een
strang constant.
1 “Hycocon Q” debietregelaar
PN 16 van -10–120 °C
Regelbereik 0,15–1,5 bar
instelbaar bereik gewenste waarde 40–150 l/h
Aansluiting DN 15:
aan beide zijden binnendraad met mogelijkheden
van de Oventrop klemkoppeling
aansluiting; afsluiterhuis en bovendeel van
ontzinkingsbestendig messing; het te regelen
debiet kan vóór de inbedrijfneming van de
installatie worden ingesteld.
Voordelen:
– geringe inbouwmaten
– twee geïntegreerde meet- en
aftapafsluiters
– alle bedieningselementen aan één zijde
– verborgen, traploze voorinstelling
– toepassing in aanvoer- en/of retour
2 “Hydromat Q” debietregelaar
PN 16 t/m 120 °C
Alternatieve aansluitingen
aan beide zijden DIN-binnendraad
aan beide zijden buitendraad en
wartelmoeren
Bijzondere corrosiebestendigheid door
bronzen uitvoering
DN 15 t/m DN 40
Voordelen:
– regelbereik 0,2 – 2 bar
– groot debietbereik
– toepasbaar in aanvoer en retour
– afsluitbaar
– met vul- en aftapkogelkraan voor vullen
en aftappen
– afsluiterkegel met drukontlasting
– instelling op de handregelknop afleesbaar
– instelwaarde blokkeer- en verzegelbaar
– het bestaande programma stranginregelafsluiters
kunnen worden omgebouwd
(afsluiterhuis identiek)
– alle bedieningselementen aan één zijde
– geen vervanging van regelaar inzetstukken
noodzakelijk om wijzigingen in de gewenste
waarde in te stellen
Gepatenteerde uitvoering
Prijzen en oorkondes
Industrie Forum Design Hannover
iF-prijs
Aqu-Therm Praag
Interclima Parijs
Trophée du Design
Designprijs Zwitserland
29

1
Massastroom [kg/h]
2
30
Voorinstelling geheel geopend,
Drukverlies Δp = const. 100 mbar
1450
1400
1350
1300
1250
1200
1150
1100
1050
1000
950
900
850
800
750
700
650
600
550
500
450
400
350
300
250
200
150
100
50
0
0
kvs=4.5
kvs=1.8
kvs=1.0
kvs=0.45
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Afsluiterslag [%]
3
4
“Cocon”
instelbare thermostatische inregelafsluiter
1 “Cocon” instelbare thermostatische
inregelafsluiter voor koel- en verwarmingsplafonds
(afb. met “classic”-meettechniek)
Met de instelbare thermostatische inregelafsluiter
“Cocon” wordt voor een bepaald
drukverschil de berekende debietwaarde
vooringeregeld, bovendien regelt deze met
behulp van een stelaandrijving thermisch of
motorisch de ruimtetemperatuur door een
aangepaste lineaire debietkarakteristiek
(niet bij kvs = 1,8 en 4,5).
De afsluiter is bestemd voor inbouw in
verwarmings- en koelinstallaties en is met
name geschikt voor inbouw in de retour
van koelplaflonds. De debietinstelling vindt
direct door drukverschilmeting via de geïntegreerde
meetpunten met de “OV-DMC 2”
meetcomputer plaats. Deze geeft de debietwaarde
direct aan. Door verandering van de
instelschroef kan voor het uitvoeren van het
hydraulisch evenwicht, een debietafwijking
onmiddellijk worden nageregeld.
Het in te regelen debiet kan tijdens het
bedienen van de instelschroef gelijktijdig op
de drukverschilmeetcomputer worden
afgelezen als deze op de meetpunten van
de instelbare thermostatische inregelafsluiter
“Cocon” is aangesloten. Voor het afsluiten
kan de stelschroef volledig worden ingedraaid.
Bij het aansluitend openen tot aan
de aanslag wordt de vooringestelde waarde
teruggevonden.
De instelafsluiter “Cocon” is verkrijgbaar
met 4 verschillende kvs-waarden:
– Nominale doorlaat 1 /2", kvs-waarde = 0,45
– Nominale doorlaat 1 /2", kvs-waarde = 1,0
– Nominale doorlaat 1 /2", kvs-waarde = 1,8
– Nominale doorlaat 3 /4", kvs-waarde = 4,5
Algemene aanwijzingen:
Om een duurzaam functioneren van de
regel- en besturingscomponenten alsmede
een voortdurende beschikbaarheid van de
gehele koelinstallatie te garanderen, dienen
voorbereidende maatregelen ter beveiliging
van de installatie te worden getroffen.
Deze hebben enerzijds betrekking op
mogelijke beschadigingen door corrosie
met name in installaties met combinaties
van systeemcomponenten van verschillende
grondstoffen (koper, staal en kunststof),
anderzijds op de keuze en instellingen van
de regeltechnische parameters (bijv. vermijding
van energieverliezen in gecombineerde
verwarmings-/koelsystemen).
2 Debiet afhankelijk van de afsluiterslag
Het diagram toont het karakteristiekenverloop
van de instelbare thermostatische
inregelafsluiter “Cocon”. Nominale doorlaat
1 /2", kvs-waarde = 0,45, 1,0 en 1,8 en
nominale doorlaat 3 /4" met kvs-waarde 4,5.
3 “Cocon” instelbare thermostatische
inregelafsluiter voor koel- en verwarmingsplafonds
(afb. met “eco”-meettechniek)
Door de draadaansluiting M30 x 1,5 kan de
afsluiter worden gebruikt in verbinding met:
– Oventrop elektrothermische
stelaandrijving met 2-punts gedrag
– Oventrop elektrothermische
stelaandrijving (0-10V)
– Oventrop elektromotorische
stelaandrijving als proportionele- (0-10 V)
of 3-punts aandrijving
– Oventrop elektromotorische
stelaandrijving EIB of LON ® .
4 Meetbrug voor de snelle inregeling van de
“Cocon” afsluiter met “eco”-meettechniek.

1
2
„Cocon 4“ 4-weginregelafsluiter
De “Cocon 4” 4-weginregelafsluiter is
speciaal geconstrueerd voor verwarmingsen
koelsystemen dan wel voor het regelen
van Fan Coil apparaten voor plafond- en
vloermontage. De afsluiter regelt de ruimtetemperatuur
met behulp van stelaandrijvingen
door verandering van de volumestroom in
het secundaire circuit. (verbruikers zoals bijv.
Fan Coil apparaten, koelplafondmodules of
ventilatorconvectoren). De volumestroom in
het primaire circuit (opwekkers) blijft daarbij
nagenoeg constant.
Het instellen van de volumestromen vindt
plaats door de geïntegreerde, aan de zijkant
verborgen aangebrachte, traploze, reproduceerbare
voorinstelling.
Met een drukverschilmeetcomputer
“OV-DMC 2” die aan de beide meetafsluiters
is aangesloten, kan de volumestroom daarbij
direct worden afgelezen.
Het secundaire circuit kan worden afgesloten.
De installatie kan met het geïnstalleerde vulen
aftapgereedschap (niet in de leveringsomvang
begrepen) worden afgetapt, gevuld,
ontlucht of gespoeld.
De “Cocon 4” 4-weginregelafsluiter heeft
een geïntegreerde bronzen behuizing en
afdichtingen van EPDM dan wel PFTE.
Het bovendeel is van ontzinkingsresistent
messing, de afsluiterspindels zijn van rvs
met dubbele spindelafdichting.
Het bijzondere voordeel van deze appendage
ligt daarin dat meerdere afzonderlijke appendages
in één component werden verenigd.
Overige voordelen:
– nauwkeurige instelmogelijkheid van de
volumestromen
– meetmogelijkheid van drukverschil en
temperatuur van het secundaire circuit
– afsluiten en spoelen van het secundaire
circuit
– vullen, aftappen en ontluchten
De afsluiter met schroefdraadaansluiting
M30 x 1,5 kan ten behoeve van de debiet-/
bypassbesturing worden uitgerust met
elektrothermische of elektromotorische
stelaandrijvingen.
De “Cocon 4” inregelafsluiter is verkrijgbaar
in drie verschillende kvs-waarden:
– 0,45
– 1,0
– 1,8
Technische gegevens:
maximale bedrijfsdruk: 10 bar
bedrijfstemperatuurbereik: -10 t/m +120 °C
maximale drukverschil: 1 bar
media: water of ethyleen/propyleenglycolwatermengsel
(max. 50%)
pH-waarde 6,5 t/m 10
1 “Cocon 4” 4-weginregelafsluiter met
“classic” meettechniek, G 1 /2" bu. dr. met
15 mm klemkoppelingen met aan beide
zijde gemonteerde meetafsluiters en elektrothermische
stelaandrijving.
2 “Cocon 4” 4-weginregelafsluiter met
“classic” meettechniek met aan beide zijde
gemonteerde meet- en aftapafsluiters
G 3 /4" bu. dr. aansluitingen voor universele
leidingaansluiting.
31

1
3
5
32
2
4
“Tri-D”, “Tri-D plus”, “Tri-M” 3-wegkranen
“Tri-M plus” 4-wegkranen
t
Raumthermostat
mit Temperatur-
u. Feuchtefühler
t
1 “Tri-D” 3-wegverdeelkraan
Messing appendage DN 15 met draadaansluiting
M 30 x 1,5 voor toepassing in
verwarmings- en koelinstallaties. 3 x 3 /4"
buitendraadaansluiting (zgn. “Euroconus”)
voor de verschillende buisaansluitingen:
– schroefdraadstaartstukken
– lasstaartstukken
– schuifstaartstukken
– klemkoppelingen voor koper-, kunststof-
of meerlagenbuis
De appendage wordt bijvoorbeeld ingebouwd
in de retour van koelplafonds voor het regelen
van de aanvoertemperatuur afhankelijk van
de condensatietemperatuur van de ruimte.
Aanpassing van de aanvoertemperatuur van
het koelplafond zonder onderbreking van de
koeling. De installatie van een temperatuurvoeler
in de aanvoer van het koelplafond en
een ruimtevochtigheidsensor is noodzakelijk.
2 “Tri-D plus” 3-wegverdeelkraan
met T-stuk DN 15 met draadaansluiting
M 30 x 1,5 voor thermostaten en stelaandrijvingen.
Buitendraadaansluiting 4 x 3 /4" te
leveren met verschillende aansluiteinden en
klemkoppelingen voor aansluiting op de
installatie.
Toepassing:
– koelplafonds
– Fan Coil units
– verwarminginstallaties
– voor de volumestroomverdeling met extra
mogelijkheid bijv. voor temperatuurregeling
of voor condensatiepuntcontrole.
3 “Tri-D” 3-wegverdeelkraan, brons
“Tri-M” 3-wegmengkraan, brons
Appendages van brons in de nominale doorlaten
DN 20, 25, 40 met vlak afdichtende
aansluiting en met draadaansluiting M 30 x
1,5 voor thermostaten en stelaandrijvingen.
De toepassing is gepland voor verwarmingsen
koelinstallaties waarin volumestromen
verdeeld, gemengd of omgeschakeld
moeten worden. Frequente toepassingen
zijn bijv. schakelingen voor waterboilers
of verwarming- installaties met twee warmteopwekkers.
4 Systeembeschrijving
3-wegverdeelkraan ten behoeve van een
koelplafond met bijv. elektromotorische
aandrijving met temperatuurvoeler aan de
aanvoerleiding.
5 “Tri-M plus” 4-wegkraan
Regelkraan voor verwarmig- en koelsystemen
dan wel voor de regeling van Fan Coil unit
plafonds en staande units.
Messing appendage DN 15 met draadaansluiting
M 30 x 1,5 voor thermostaten en
stelaandrijvingen. Buitendraadaansluiting
4 x G 1 /2" vlak afdichtend.
Technische gegevens:
maximale bedrijfsdruk: 10 bar
maximaal drukverschil: 1 bar
bedrijfstemperatuurbereik: -10 tot 120 °C
Kvs-waarde: 0,45/1,0/1,8

1
3
Koelwater
1
2
3
4
0
5
2
Regelkraan
met omgekeerde sluitfunctie
1 “Reeks KT”
Afsluiters voor de regeling van Fan Coil units
en inductieapparaten.
Oventrop thermostatische afsluiters voor
toepassing in koelwatercircuits zijn
proportionele regelaars die zonder hulpenergie
werken. Zij regelen de ruimtetemperatuur
door verandering van het koelwaterdebiet.
De afsluiter opent bij stijgende voelertemperatuur.
Haakse- en doorgangsafsluiters: DN 15 t/m
DN 25.
2 Thermostaten
De thermostaten met bediening op afstand
“Uni LH” of de Oventrop thermostaten met
bediening op afstand met een extra afstandsvoeler
worden als regelaars gebruikt.
3 Voorbeeld: 2-pijpssysteem koude
afsluiters “Reeks KT” en thermostaat met
bediening op afstand “Uni LH” met voeler
op afstand.
33

1
3
5
34
2
4
6
Aandrijvingen
Ruimtethermostaten
1 Elektrothermische stelaandrijving
met draadaansluiting M 30 x 1,5
Voor de regeling van de ruimtetemperatuur
in verbinding met 2-puntsregelaars,
aansluitkabel 1 m lang.
Uitvoeringen:
– stroomloos gesloten 230 V
– stroomloos gesloten 24 V
– stroomloos gesloten 230 V
met extra schakelaar
– 0–10 V
2 Elektromotorische stelaandrijving
met draadaansluiting M 30 x 1,5
Voor de regeling van de ruimtetemperatuur
in verbinding met proportionele- (0 – 10 V)
of 3-puntsregelaar.
Voor toepassing in plafondstraalverwarmingen,
plafondkoelsystemen en inductietoestellen.
Uitvoeringen:
– 24 V proportionele aandrijving (0 – 10 V)
met antiblokkeringsfunctie
– 24 V 3-puntsaandrijving zonder
antiblokkeringsfunctie
3 Elektromotorische stelaandrijving
met draadaansluiting M 30 x 1,5 Systeem
EIB, LON ® met geïntegreerde buskoppelaar.
De elektromotorische stelaandrijving EIB,
LON ® zijn geschikt voor directe aansluiting
op de Europese installatiebus dan wel op
LONWORKS ® -netwerken. Het verbruik is
extreem laag zodat een aparte voeding niet
noodzakelijk is.
4 Klokthermostaat 230 V en
ruimtethermostaat 230 V en 24 V
Ruimtetemperatuurregeling en tijdgestuurde
temperatuurverlaging door middel van de
klokthermostaat of met de ruimtethermostaat
(via externe schakelklok) in verbinding met
elektrothermische stelaandrijvingen.
5 Elektronische ruimtethermostaat 24 V
Wordt in verbinding met elektromotorische,
proportionele stelaandrijvingen toegepast
voor de temperatuurregeling per vertrek.
Met elk een analoge uitgang 0–10 V
verwarmen en/of koelen en instelbare
dode zone (0,5–7,5 K).
6 Condensatiepuntsensor 24 V
Wordt toegepast in verbinding met ruimtethermostaten
ter beveiliging tegen condens
bij koelplafonds.

1
2
3
4
Drukverlies Δp = [mbar]
Nominale doorlaat DN
Massastroom qm [kg/h]
Configuratievoorbeeld
Gezocht: Debietwaarde aan de
meetflens
Gegeven: Drukverschil boven de
meetflens = 100 mbar
Nominale doorlaat: DN 25
Oplossing:Debietwaarde = 2750 kg/h
(uit diagram voor de bronzen
meetflens)
Drukverlies Δp = [Pascal]
Meetflenzen
De registratie van debietwaarden en het
inregelen van het hydraulisch evenwicht
van de installatiegroepen zijn ook mogelijk
door middel van meetflenzen. Zij worden,
gemonteerd in de stromingsrichting, vóór
de strangafsluiter gemonteerd, zoals bijv.
de “Hycocon”, Hydrocontrol” of “Hydromat”
appendages.
In tegenstelling tot de meettechniek bij
stranginregelafsluiters (“Hydrocontrol”)
worden de drukverschillen voor de registratie
van de debietwaarden gemeten aan niet
veranderlijke stromingsdoorsneden.
De Oventrop meetflenzen bezitten dezelfde
meetventielaansluitingen als de
“Hydrocontrol” appendages.
Bij gebruik van de Oventrop drukverschilmeetcomputer
“OV-DMC 2”, waarin de
karakteristieken van de meetflenzen zijn
opgeslagen, wordt bij verandering van de
doorstroomingopening van de afsluiter de
gelijktijdige weergave van de debietwaarde
op de display mogelijk.
Debietwaarden voor een drukverschil van
1 bar voor de Oventrop meetflenzen worden
weergegeven op bladzijde 13.
1 “Hydroset” regelstation
Stranginregelafsluiter met meetflens uit brons.
Maten: DN 15–DN 50
2 Meetflenzen als tussenflens van staal of
gietijzer.
Maten: DN 65–DN 600
3 “Hydroset F” regelstation
Stranginregelafsluiter met tussenflens.
4 “Hydrostop” vlinderkleppen
Met meetflens als tussenflens.
Maten: DN 32–DN 600
35

Voor overige technische gegevens wordt
u verwezen naar de gegevensbladen en
handboeken Producten en Techniek in de
productgroep 3.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Wijzigingen, druk- en zetfouten
voorbehouden.
uw partner in klimaattechniek
NATHAN IMPORT/EXPORT B.V.
Postbus 1008
6920 BA DUIVEN
Nederland
Tel.: +31 (0) 26-445 98 45
Fax: +31 (0) 26-445 93 73
E-mail: info@nathan.nl
Website: www.nathan.nl
NATHAN IMPORT/EXPORT N.V.-S.A.
Lozenberg 4
1932 ZAVENTEM
België
Tel.: +32 (0) 2 721 15 70
Fax: +32 (0) 2 725 35 53
E-mail: info@nathan.be
Website: www.nathan.be
F. W. OVENTROP GmbH & Co. KG
Paul-Oventrop-Straße 1
59939 OLSBERG
Deutschland
Tel.: +49 (0) 29 62-82-0
Fax: +49 (0) 29 62-82-450
E-mail: mail@oventrop.de
Website: www.oventrop.de
Gedrukt op chloorvrij
gebleekt papier.
Productgroep 3
PR 254-3/20/10.2006/Ro