05.09.2013 Views

DE FACTORIJ TE BATAVIA

DE FACTORIJ TE BATAVIA

DE FACTORIJ TE BATAVIA

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

No. 6 (NIEUWE REEKS)<br />

• • m m<br />

MEI 1941<br />

REDAC<strong>TE</strong>UR : W. C. VAN MEURS — DJOCJAWEG 97, <strong>BATAVIA</strong>-C. <strong>TE</strong>LEFOON WELT. 526<br />

NE<strong>DE</strong>RLANDSCHE HAN<strong>DE</strong>L-MAATSCHAPPIJ, N.V<br />

HOOFDKANTOOR:<br />

<strong>DE</strong> <strong>FACTORIJ</strong> <strong>TE</strong> <strong>BATAVIA</strong><br />

ALLE BANK- EN<br />

EFFEC<strong>TE</strong>NZAKEN<br />

•<br />

SAFELOKET<strong>TE</strong>N EN<br />

KOFFERKLUIZEN<br />

•<br />

CONSI G N ATI E<br />

VAN PRODUC<strong>TE</strong>N<br />

•<br />

EIGEN OPSLAG- EN<br />

AFSCHEEPBEDRIJVEN


"Wie al iljn colt verslindt<br />

(hntrent het mlddagh mael<br />

Vindt ali hetatwtd'wrrdt<br />

lijn tafel Hjiter Schraal'<br />

LEVENSVERZEKERING MIJ<br />

A R N H E M


No. 6 (NIEUWE REEKS) MEI 1941<br />

REDAC<strong>TE</strong>UR : W. C. VAN MEURS — DJOKJAWEG 97, <strong>BATAVIA</strong>-C. <strong>TE</strong>LEFOON WELT. 536<br />

Inhoud : De Ministers bij den Kring — Ledenlijst — De Djembersche Mei-Histories, Gratie-verzoeken — Het<br />

Diner met de Ministers — Bestuursvergadering — Uit bezet Nederland, Verbond van Ned. Journalisten.<br />

De Ministers bij den Kring<br />

Met voldoening kan de Kring terugzien op het<br />

diner, dat den ministers van Koloniën en van Buitenlandsche<br />

Zaken is aangeboden.<br />

Het bestuur had overwogen, dat de bijeenkomst<br />

met de ministers een uitsluitend Nederlandsch karakter<br />

zou moeten dragen. Naar minister Welter<br />

in zijn antwoord op de openingsrede van den<br />

voorzitter het zoo juist typeerde: in 't vrije deel<br />

van Nederland, bij een vrije pers.<br />

Waarbij ten aanzien van de vrijheid der pers<br />

natuurlijk te denken viel aan „vrij" van nazidwang.<br />

Dat de pers in Indië, als gevolg van den<br />

oorlogstoestand niet „vrij" is in den zin van dat<br />

woord naar de opvatting voor normale tijden,<br />

deed hier niet ter zake.<br />

Het bestuur ging er verder van uit, dat dit diner<br />

geen feestelijk karakter zou kunnen dragen. Met<br />

het lijdende vaderland in aller gedachten en in het<br />

besef van den grootschen strijd aan de zijde van<br />

onzen Britschen bondgenoot; gedachten vooral<br />

ook aan H. M. de Koningin in de hooge opvatting<br />

van Haar taak; gedachten ook aan Prinses<br />

Juliana, die met de Prinsesjes ver van Prins Bernhard<br />

is.<br />

Terwijl door de tegenwoordigheid der ministers,<br />

levende getuigen uit het Nederlandsche regeeringscentrum<br />

te Londen, al deze gedachten te<br />

sterker voor onze verbeelding moesten leven.<br />

Wij waren als Nederlandsche journalisten bijeen,<br />

in eigen Kring en daar ontvingen wij de Nederlandsche<br />

ministers, die, als 't ware, een stukje<br />

vaderland uit den vreemde tot ons brachten, bovendien<br />

vertegenwoordigers der Kroon, raadslieden<br />

uit de naaste omgeving van H. M. de Koningin.<br />

Dit, wat het karakter van den Kringmaaltijd betreft.<br />

Van beide ministers mochten wij de instemming<br />

met deze opvatting vernemen.<br />

Een voldoening was 't ons, dat verschillende<br />

autoriteiten aan de uitnoodiging als gasten mede<br />

aan te zitten hadden gevolg gegeven.<br />

En de aanwezigheid van den voorzitter der Persatoean<br />

Djoernalis. Indonesia en van een vertegenwoordiger<br />

van de Chineesch-Maleische pers deed<br />

tevens uitkomen, dat de Kring in dit Indische deel<br />

van het Rijk prijs stelt op een goede verstandhouding<br />

met de persvertegenwoordigers van beide<br />

belangrijke bevolkingsgroepen.<br />

Hoofdmoment was de rede door minister Weiter<br />

uitgesproken, waarin vooral waardeering verdiende<br />

de zuiverheid van sentiment, waarmede<br />

Nederland werd gekarakteriseerd als „het soete<br />

Holland", waardoor ongetwijfeld snaren van de<br />

gevoelens onzer liefde tot het vaderland zijn getroffen.<br />

Wilskracht klonk in 's ministers rede, na deze<br />

kenschetsende inleiding, bij hetgeen Z. Exc. zeide<br />

over het prachtige Rijk van Insulinde, door de<br />

mannen en vrouwen uit het kleine land aan de<br />

zee gesticht.<br />

En treffend was 's ministers getuigenis over<br />

land en volk van Indië; over den laaienden hartstocht<br />

waarmede Indië zich .— na den bruten, door<br />

niets gemotiveerden overval — volkomen en onvoorwaardelijk<br />

achter het moederland had geplaatst.<br />

Het waren geen saillante, zakelijke bijzonderheden,<br />

geen primeurs over het Regeeringsbeleid<br />

tenaanzien van Indië voor de naaste toekomst,<br />

welke wij mochten vernemen — wat, mogelijk,<br />

het journalistenhart even heeft teleurgesteld —;<br />

met ruimen vleugelslag van zijn temperament<br />

schouwde de minister verder, daarbij de Inheemsche<br />

bevolking binnen het beeld zijner visie betrekkend.<br />

Met ontroering gedacht Z. Exc. het sterk medeleven<br />

van de Inheemsche bevolking.<br />

Er valt nog in ander opzicht met voldoening<br />

van de bijeenkomst met de ministers te getuigen.<br />

Na het officieele, uiteraard formeele gedeelte<br />

van den avond, door het diner omsloten, is er ruim<br />

gelegenheid geweest — gerust kan worden gezegd<br />

voor alle journalisten — tot nader contact<br />

met de ministers.<br />

49


50<br />

NE<strong>DE</strong>RLANDSCH-INDISCHE<br />

ESCOMPTO MIJ. N.V.<br />

ALLE BANKZAKEN


't Verdient hier wel zeer in 't bijzonder vermelding,<br />

dat beide ministers ons te kennen gaven, dat<br />

zij het op prijs zouden stellen na afloop van het<br />

diner in de gelegenheid te zijn tot een ongedwongen<br />

nadere kennismaking met de verschillende<br />

journalisten.<br />

Wij vernamen dit natuurlijk met bijzondere verheugenis,<br />

omdat daarmede tevens aan de bedoelingen<br />

van het bestuur werd tegemoet gekomen<br />

en gaarne hebben we er dan ook toe medegewerkt<br />

dit verlangen der ministers te helpen verwezenlijken.<br />

Men weet hoe bijzonder geslaagd ook dit deel<br />

van den avond is geweest; tot zèèr ver voorbij<br />

het middernachtelijk uur zijn beide ministers in<br />

ons midden gebleven, afwisselend telkens weer<br />

zich met andere journalisten in den breeden kring<br />

onderhoudend.<br />

Wie het voorrecht heeft gehad deze ministers<br />

van meer nabij te ontmoeten, zal erkennen, dat dit<br />

deel van onze Kring-bijeenkomst aan het beoogde<br />

doel evenzeer ten volle heeft beantwoord.<br />

Minister Welter, die Indië zoo goed kent uit<br />

eigen, lange, ambtelijke loopbaan, mocht daardoor<br />

eenigen voorsprong hebben bij de gesprekken met<br />

de journalisten; minister Van Kleffens beschikt<br />

over een veelzijdigheid van belangstelling, welke<br />

waarborg is, dat zijn kennismaking met de Nederlandsche<br />

persvertegenwoordigers in Indië meer<br />

dan oppervlakkig is geweest.<br />

En van menig journalist mochten wij onomwonden<br />

vernemen, hoe zeer voldaan men was over de<br />

gemakkelijke gelegenheid tot kennismaking met<br />

beide ministers.<br />

Dus: het is goed geweest, dat de Kring de ministers<br />

heeft ontvangen en wij blijven beide Excellenties<br />

oprecht erkentelijk er voor, dat zij door<br />

onze uitnoodiging te aanvaarden, hebben bijgedragen<br />

tot versteviging van de banden tusschen<br />

Indië en Nederland, waarbij immers de pers<br />

een zoo belangrijke taak heeft, welke zij met volle<br />

overtuiging, gedreven door nationale gevoelens en<br />

het landsbelang, van dag tot dag volbrengt.<br />

In Londen teruggekeerd zullen de ministers ongetwijfeld<br />

willen getuigen van die gevoelens, welke<br />

de Nederlandsche pers hier te lande bezielen.<br />

Minister Van Kleffens zegde 't toe, gaarne aan<br />

H. M. de Koningin, onze beste wenschen en de<br />

gevoelens van trouw, waarvan deze bijeenkomst<br />

had getuigd, te willen overbrengen.<br />

Of social and political [reedom a [ree Press is<br />

at once the expression and the guardian; but under<br />

a political system which treats the individual as<br />

subject in all things to the will o[ an Absolute State,<br />

expressed by the dictate o[ an absolute Leader,<br />

a [ree Press and [ree journalism can have no<br />

warrant or justification.<br />

The only sure safeguard o[ a community o[ [ree<br />

citizens who, instructed by a [earless and upright<br />

Press, can voluntarily attain a higher degree of<br />

elastic e[[iciency than is within the reach of any<br />

absolutest dictatorship.<br />

Wickham Steed.<br />

Aneta heeft met een activiteit, welke wij bijzonder<br />

waardeeren, er voor gezorgd, dat over het<br />

Kring-diner met de ministers een telegram naar<br />

Londen en New-York werd gezonden.<br />

Wij laten den tekst hiervan volgen, curiositeitshalve<br />

in den oorspronkelijken, onuitgewerkten<br />

vorm.<br />

B at a v i a s nethministers welter vankleffens<br />

last night guests union journalists netherlands<br />

board of which was immediately transplanted<br />

from ocupied netherlands to free nei<br />

norder symbolize and stress still existing freedom<br />

press of which netherlands always been<br />

proud stop welter speeching during dinnerparty<br />

stressed importance this measure outpointed<br />

freepress necessity in democratic<br />

country whereafter reviewed spiritual occurences<br />

between nei and mothercountry resulting<br />

in quote most remarkable fact that factual<br />

separation between them led to hitherto unknown<br />

feeling coexcistence and spiritual unity<br />

leaving no space whatever for controversies as<br />

feelings real love now demonstrated daily by<br />

whole population toward subquote sweet holland<br />

unsubquote and all it represents unquote<br />

stop dinnerparty lasting till midnight gave<br />

opportunity pay respectful attention hrhjuliana<br />

who notwithstanding much appreciated<br />

hospitality beautiful surroundings cherishes<br />

in heart same longing for beloved mothercountry<br />

30/4 — 1941.— aneta<br />

Op de receptie door den minister van Koloniën<br />

en den minister van Buitenlandsche Zaken en<br />

mevr. Van Kleffens, 25 April jl. ten Paleize Rijswijk<br />

gehouden, was de Ned. Journalisten Kring<br />

door voorzitter en secretaris vertegenwoordigd.<br />

De voorzitter was op 8 Mei, bij het vertrek van<br />

de ministers tegenwoordig, toen in de wachtkamer<br />

van het Knilm-station op Kemajoran gelegenheid<br />

tot afscheid nemen werd gegeven.<br />

(De foto in het vorige nummer, van de aankomst der ministers<br />

op Kemajoran was welwillend afgestaan docr<br />

D'Oriënt).<br />

Ledenlijst<br />

Aanvragen:<br />

Gewone leden.<br />

D. F. van Wijk, hoofdred. ,,De Indië-Bode ',<br />

W.-J.-editie, Bandoeng. (Reeds door het bestuur<br />

toegelaten.)<br />

Buitengewone leden.<br />

H. A. Hoogendoorn, corresp. buitenl. bladen,<br />

Batavia-C.<br />

P. A. Kers.tens, lid van den Volksraad, Batavia.<br />

mr. K. F. J. Verboeket, administrateur R. P. D.,<br />

Batavia.<br />

Overgeschreven:<br />

van Gewoon- naat Buitengewoon lidmaatschap,<br />

mr. E. Elias, chef Gvtspersdienst, Curacao,<br />

Willemstad.<br />

dr. N. A. C. Slotemaker de Bruine, chef Voorlichtingsdienst<br />

v/d Ver. St.<br />

Adreswijziging:<br />

V. H. Harms, naar; Lawoeweg 10, Bat. C.<br />

mr. N. A. C. Slotemaker de Bruine naar: Neth.<br />

Inform. Bureau, 10 Rockefeller Plaza, New<br />

York.<br />

51


De Djembersche Mei-Histories<br />

Gratie-verzoeken.<br />

Voor collega E. Jansen, hoofdredacteur van<br />

,.D e Indische Couran t", werden naar<br />

aanleiding van het arrest door het Hooggerechtshof<br />

tegen hem gewezen, met zijn veroordeeling<br />

tot 2 maanden gevangenisstraf, gratie-rekesten<br />

ingediend door<br />

Vereeniging „Eenheid door Democratie", te<br />

Soerabaia.<br />

Algemeenen Democratischen Bond, N. I. Planters<br />

Bond en Middenstandsvereeniging (gezamenlijk)<br />

te Bandoeng.<br />

Kring Soerabaia van de Vaderlandsche Club.<br />

Ned. Journalisten Kring.<br />

Volgens mededeeling van het bestuur van E.<br />

d. D. werden voor het rekest van deze vereeniging<br />

niet minder dan 7458 hanateekeningen ontvangen<br />

en te elfder ure kwamen er nog ruim 100 handteekeningen<br />

bij.<br />

Het rekest der drie vereenigingen te Bandoeng<br />

was voorzien van meer dan 2000 handteekeningen.<br />

Voorts waren er collectieve betuigingen van<br />

adhaesie, m.n. van het Verbond van Vereenigingen<br />

van Overheidsdienaren, waarbij tienduizend ambtenaren<br />

zijn aangesloten, van de Vereeniging van<br />

Scheepswerktuigkundigen, en van den Mijnbond.<br />

De Vereeniging van Gezagvoerders en Stuurlieden<br />

nam het initiatief voor de circulatie van inteekenlijsten<br />

te Batavia, waarop honderden handteekeningen<br />

werden verzameld.<br />

Aan een mededeeling in de pers ontleenen we<br />

nog, dat de bewijzen van instemming met de gratie-verzoeken<br />

uit alle deelen van de Indische samenleving<br />

zijn gekomen, ook uit die onzer Indonesische<br />

en Chineesche medeburgers-<br />

Onder de inteekenaren bevinden zich B.B.ambtenaren,<br />

officieren en minderen van leger en<br />

vloot, kopstukken uit den handel, administrateurs<br />

en geëmployeerden uit de cultures, leeraren en onderwijzers,<br />

predikanten en r.k. geestelijken, geneesheeren,<br />

advocaten, apothekers, verpleegsters,<br />

departementsambtenaren, ingenieurs, houtvesters,<br />

winkeliers enz. enz. Kortom, er is geen groep uit de<br />

samenleving, welke niet in ruime mate is vertegenwoordigd.<br />

Enkele persstemmen.<br />

Niet alle artikelen enz., naar aanleiding van<br />

het arrest van het Hooggerechtshof zijn ter kennis<br />

van den redacteur gekomen; de medewerking<br />

onzer leden laat in dit opzicht veel te wenschen<br />

over.<br />

We volstaan met enkele citaten:<br />

Een artikel over ..Gratierecht", in ,,h e t<br />

Nieuws van den Dag" van 3 Mei jl. besloot<br />

coll. Belonje aldus:<br />

52<br />

Twee overwegingen kunnen dus leiden tot<br />

inwilliging van het verzoek om gratie voor<br />

collega Jansen.<br />

De eerste is de erkenning van het Hooggerechtshof,<br />

dat in casu de zuivere toepassing<br />

van de wet tot een onbillijkheid, zoo niet tot<br />

een onrechtvaardigheid heeft geleid.<br />

De tweede is, dat de Gouverneur-Generaal<br />

het om staatkundige redenen wenschelijk kan<br />

achten de geschokte gemoederen tot bedaren<br />

te brengen door het rechtsgevoel van de geregeerden<br />

te bevredigen.<br />

Niet geroepen om te adviseeren, past het<br />

ons slechts het vertrouwen uit te spreken, dat<br />

zoowel de Gouverneur-Generaal als het Hof<br />

met wijsheid tewerk zullen gaan. En de<br />

hoogste wijsheid is nog altijd: levend te doen<br />

wat wij stervend zouden wenschen te hebben<br />

gedaan!<br />

Het „S.oer. H b 1." van 18 April verklaart, dat<br />

Indië met bittere teleurstelling heeft vernomen,<br />

dat het Hof het vonnis van den Raad van Justitie<br />

te Soerabaia bevestigde; De Booy besluit zijn<br />

hoofdartikel:<br />

„Het zou een schoon en breed gebaar zijn,<br />

een daad van regeerkracht.<br />

en èèn, die regeering en burgerij vaster dan<br />

ooit tot een geestelijke eenheid zou verbinden,<br />

wanneer den heer Jansen gratie zou worden<br />

verleend, zonder dat op de indiening<br />

van eenig request wordt gewacht".<br />

In het orgaan van de Vad. Club schreef Vb.<br />

(Verboom), dat men als V.C. „onmogelijk onverschillig<br />

kan staan tegenover de uitspraak van het<br />

Hooggerechtshof:"<br />

„In den persoon van den heer Jansen treft<br />

de rechter een groot deel van de Indische<br />

burgerij; het beste deel van de Indische<br />

burgerij durven wij zeggen; dat deel van de<br />

burgerij namelijk, dat zich van den eersten<br />

dag van den oorlog af vastberaden heeft getoond<br />

en onverzettelijk, dat van geen wankelen<br />

of weifelen wil weten, en dat den huidigen<br />

strijd tot het bittere einde voeren wil...<br />

Het is dan ook geen toeval dat men te<br />

hoop loopt, en dat vele honderden spontaan,<br />

zonder dat er sprake is van een georganiseerde<br />

actie, het gratie-request onderteekenen.<br />

Zij voelen terecht het leed, den heer<br />

Jansen aangedaan, als een leed dat hun persoonlijk<br />

treft."<br />

De juridische medewerker van de „J a v a - B od<br />

e" c.s„ mr. H., over het gratierecht zijn lezers<br />

voorlichtend, en opmerkend, dat het niet op zijn<br />

weg ligt op de zaak-Jansen zelf in te gaan,<br />

schrijft:<br />

„Wel kan echter worden gezegd, dat in<br />

tijden als deze, waarin levensbelangen op het<br />

spel staan, een al te strikte toepassing van de<br />

strafwet, al is deze op zich zelf volkomen gemotiveerd,<br />

spanningen kan doen onstaan en<br />

gevolgen kan met zich brengen, die bij grootere<br />

consideratie voor de behoeften van het<br />

oogenblik vermeden hadden kunnen worden.<br />

En daarom valt het toe te juichen, dat er in<br />

het gratierecht een middel is gegeven om<br />

het gekwetste rechtsbewustzijn van het volk<br />

alsnog bevrediging te verschaffen".<br />

Onze Courant.<br />

„Onze Couran t", het I.E.V.-dagblad<br />

is naar een anderen uitgever overgegaan, wezen<br />

doel en karakter van het blad blijven dezelfde, als<br />

bij haar oorsprong werden bepaald.<br />

Het blad wordt thans gedrukt en uitgegeven bij<br />

de N. V. Mij tot Exploitatie van Periodieken, te<br />

Soerabaia.<br />

De redactie staat onder leiding van den heer<br />

A. van Lieshout, aldaar, terwijl de medewerking<br />

werd verkregen van den heer G H. Dümpel, bekend<br />

I. E. V.-journalist, die bovendien te Batavia<br />

zal optreden als contact-vertegenwoordiger van<br />

het hoofdbestuur van het I, E, V. en „Onze<br />

Courant".


}<br />

(Cliché Bat. Nwsbl.)<br />

<strong>DE</strong> VOORZIT<strong>TE</strong>R, <strong>DE</strong> HEER W. C. VAN MEURS, SPREEKT <strong>DE</strong> BEI<strong>DE</strong> HOOGE GAS<strong>TE</strong>N TOE.<br />

Van links naar rechts : Klooster, hoofdred.-dir. „De Deli-Courant", Medan (S.O.K.), mr. Spit, vice-pres.<br />

Raad van Nederlandsch-Indië, Van Bovene, hoofdred. A n e t a, secretaris. Minister Weleer, Van Mcurs,<br />

Batavia-red. „D e I n d. Courant" (Soerabaia), voorzitter, minister Van Kleffens, Doodeheefver, lid, hoofd<br />

red. Java Bode, penningmeester en mr. Jonkman, voorzitter Volksraad.<br />

Hei Diner mei de Ministers<br />

In 't vrije deel van Nederland.<br />

Dinsdag 29 April 1941 waren de ministers van<br />

Koloniën en van Buitenlandsche Zaken, de heeren<br />

Ch. J. I. M. Welter en mr. E. N. van Kleffens de<br />

gasten van den Ned. Journalisten Kring, aan een<br />

diner in het receptie-paviljoen van Hotel des Indes<br />

gegeven.<br />

Mede waren als. genoodigden tegenwoordig de<br />

vice-president van den Raad van Ned.-Indië, mr.<br />

J. H. Spit, de voorzitter van den Volksraad, mr.<br />

J. A. Jonkman, de Regeeringsgemachtigde voor<br />

Algemeene Zaken bij den Volksraad, dr. H. J. Levelt,<br />

de Gouverneur van West-Java, mr. B. J. G.<br />

Hogewind, de burgemeester van Batavia, ir. E. A.<br />

Voorneman, het hoofd en de administrateur van<br />

den R. P. D., de heeren J. H. Ritman en mr. K.<br />

F. J. Verboeket, mr. W. G. Peekema (Londen)<br />

en mr. L. J. Welter, (Kabinet G. G.)<br />

Voorts behoorden tot de genoodigden de voorzitter<br />

van de Persatoean Djoernalis Indonesia, de<br />

heer Sjamsoedin St. Ma'moer en de heer Phoa<br />

Liong An. als vertegenwoordiger van de Maleisch-Chineesche<br />

pers.<br />

Bericht van verhindering was ontvangen van<br />

den directeur van het Kabinet van den Gouverneur-Generaal,<br />

dr. P. J. A. Idenburg, mr. W. C.<br />

graaf van Rechteren Limpurg, gezantschapsraad<br />

te Washington, jhr. mr. H. A. Loudon, tijdel.<br />

werkz. b/h Kabinet van den G. G. en ir. J. C. Kolling,<br />

voorzitter van de Vereeniging van Dagbladdirecteuren<br />

in Ned.-Indië.<br />

Aan het diner werd deelgenomen door de Kringleden,<br />

de heeren Van Bovene, Bouwer, Cohen,<br />

Crayé, Doodeheefver, Joel, Koenders, Kosak,<br />

Kretschmer de Wilde, Van Leeuwen, Van Meurs,<br />

Muller, Mounier, Ostreig, Van Pesch, Roosdorp,<br />

Schilte, Van de Ven, en mr. De Vries, allen uit<br />

Batavia, verder uit Bandoeng door mej Benenaty<br />

en den hr. Van Wijk en uit Medan door den hr.<br />

Klooster; door de buitengewone leden mej. dr.<br />

Stolp, en de heeren Houbolt en Kroon en pater<br />

Teepe alsmede door den heer Metzelaar, donateur.<br />

Bericht van verhindering was ontvangen van,<br />

dr. Slotemaker de Bruine en mr. Versteeg uit Batavia,<br />

Seubring, Bandoeng en Van Goudoever Sr.,<br />

Semarang.<br />

Bij den aanvang van het diner verzocht de<br />

voorzitter van den Kring, W. C. van<br />

Meurs de aanwezigen zich van hun zetels te verheffen<br />

om een minuut stilte in acht te nemen, ten<br />

einde gelegenheid te geven tot bezinning naar<br />

ieders geloof of overtuiging, ter herdenking van<br />

hen, die lijden en strijden en van hen, die gevallen<br />

zijn.<br />

53


54<br />

NE<strong>DE</strong>RLANDSCH INDISCHE<br />

HAN<strong>DE</strong>LSBANK, N.V.<br />

HOOFDKANTOOR: <strong>BATAVIA</strong><br />

KANTOREN IN NÊ<strong>DE</strong>RLANDSCH-INDIË <strong>TE</strong>:<br />

KANTOREN IN:<br />

Ampenan<br />

Bandjermasin<br />

Bandoeng<br />

Banjoewangi<br />

Besoeki<br />

Cheribon<br />

Djambi<br />

Gorontalo<br />

Makassar<br />

Malang<br />

Medan<br />

Menado<br />

Palembang<br />

Pasoeroean<br />

Pekalongan<br />

Pontianak<br />

Probolinggo<br />

Semarang<br />

Soerabaia<br />

Tandjong Balei<br />

Tegal<br />

Telok-Betong<br />

Tjilatjap<br />

Weltevreden<br />

BRITSCH-INDIË - CHINA - JAPAN -<br />

PHILIPPIJNEN - STRAITS SETTLEMENTS<br />

EIGEN VER<strong>TE</strong>GENWOORDIGERS <strong>TE</strong> LON<strong>DE</strong>N EN NEW-YORK<br />

SPECIALE AF<strong>DE</strong>ELINGEN VOOR<br />

OPSLAG EN AFSCHEEP VAN PRODUC<strong>TE</strong>N<br />

INKLARING EN REGELING VAN ASSURANTIËN


Rede van den voorzitter.<br />

Hierna hield de voorzitter de volgende<br />

rede:<br />

„Excellenties,<br />

Het is mij, als voorzitter van den Nederlandschen Journalisten<br />

Kring een eer U hier welkom te heeten.<br />

Dat Gij onze uitnoodiging hebt willen aanvaarden, beschouwen<br />

wij als een bijzondere onderscheiding voor den<br />

Kring en, in het algemeen voor de Indische dagbladpers. —<br />

Wij beseffen, dat Uwe Excell. in dezen zeer bewogen tijd,<br />

welke U hierheen bracht, vele conferenties en besprekingen<br />

hebt te voeren en stellen 't daarom te meer op prijs, dat<br />

Gij bereid werd gevonden in ons midden te verschijnen om<br />

aan dezen maaltijd deel te nemen — Wij zijn Uwe Excell.<br />

daarvoor zeer erkentelijk.<br />

Het bestaan van den Journalistenkring in Indië is nog jong,<br />

ook al telde de Kring hier te lande reeds jaren lang eenige<br />

leden. Maar onze organisatie in Indië, thans op hechter grondslag<br />

gebracht, is snel groeiende, zoodat nu reeds het meerendeel<br />

der Indische journalisten er bij is aangesloten.<br />

Komt straks — wij hopen spoedig — de tijd, dat het<br />

Kringbestuur weer naar Nederland zal kunnen worden verplaatst,<br />

dan zal dat zijn, terwijl hier een sterke, levenskrachtige<br />

groep blijft voortbestaan, in nauw organiek verband<br />

met den Kring.<br />

Ik richt nu verder een woord van welkom tot onze andere<br />

gasten, wier van belangstelling getuigende aanwezigheid<br />

mede bijdraagt tot de bijzondere beteekenis van dezen<br />

avond.<br />

Excellenties,<br />

U hier aanwezig te zien, is ons een voorrecht, niet alleen<br />

om de hooge en belangrijke positie, welke Gij in onze Regeering<br />

inneemt, als welker vertegenwoordigers wij U hier<br />

mogen beschouwen, maar niet minder om Uw persoon.<br />

Minister Welter, Gij zij-t voor Indië geen onbekende, ook<br />

niet voor den Ned. Journalisten Kring. Ik moge hier even<br />

releveeren, dat Uwe Excell. het Ned. milieu van den Kring<br />

bekend is door vroeger contact in Holland, waar Gij bij<br />

enkele noenmalen tot de genoodigden behoorde; in 1937 als<br />

oud-minister, lid der Handelscommissie voor Zuid-Amerika,<br />

in 1938 als minister van Koloniën.<br />

De Kring hernieuwt hier gaarne de relatie met Uwe Excellentie.<br />

Minister Van Kleffens, moge ons, Indische journalisten<br />

niet persoonlijk bekend zijn geweest; Uw ministerieele loopbaan<br />

werd ook hier met aandacht gevolgd en inzonderheid<br />

is 't Uw standpunt ten aanzien van Nederlands zelfstandigheid,<br />

dat ons levendig voor den geest staat.<br />

In Uw begrootingsrede van November 1939, in de Tweede<br />

Kamer gehouden, hebt Gij het Nedërlandsche volk gekarakteriseerd<br />

als: „een afzonderlijk volk met eigen aard en eigen<br />

idealen". — „Aan zijn aloude vrijheden gehecht, beschouwt<br />

het Nedërlandsche volk zijn onafhankelijkheid, zijn ongereptheid,<br />

zijn vrijheid om zelf en naar eigen inzicht zijn<br />

zaken te regelen, als zijn hoogste goed".<br />

Het zijn juist ook deze eigenschappen, welke ons<br />

schragen in den strijd, aan de zijde van onzen grooten Britschen<br />

bondgenoot, en ons sterken in de overtuiging, dat uiteindelijk<br />

de overwinning zal zijn aan de rechtvaardige zaak<br />

der geallieerden.<br />

Bij het uitspreken van die verwachting, waarvan wij de<br />

verwerkelijking als een zekerheid beseffen, gaan onze gedachten<br />

naar Londen, waar thans de zetel onzer Regeering is. —<br />

Hoe ver ook verwijderd van hier, zien wij daar, voor onzen<br />

geest, als een lichtend voorbeeld H. M. de Koningin, wier<br />

beeltenis wij in ons hart bewaren, mèt onze trouw aan het<br />

Vaderland en mèt onze gehechtheid aan Prinses Juliana en<br />

Prins Bernhard, en de kleine Prinsesjes<br />

Uit die gevoelens van aanhankelijkheid putten wij, naast<br />

ons Geloof, de kracht en bezieling, voor dezen moeilijken tijd<br />

vereischt.<br />

Excellenties, Dames en Heeren,<br />

Laat ik mogen eindigen met de gevoelens, waaraan ik hier<br />

vorm trachtte te geven, samen te vatten in die enkele gedachte,<br />

welke wij altijd weer zoo diep doorleven, wanneer<br />

wij ons richten tot onze Landsvrouwe, in vreugde of in nood.<br />

Ik stel U daarom voor een dronk uit te brengen op H. M.<br />

de Koningin!"<br />

Het strijkorkest van Hotel des Indes speelde<br />

hierna het Wilhelmus, dat door allen staande werd<br />

aangehoord.<br />

Antwoord minister Welter.<br />

De minister van Koloniën,<br />

de heer C h. J. I. M. Welter, mede<br />

namens minister Van Kleffens sprekend, ving aan<br />

met woorden van dank te richten tot den voorzitter.<br />

Spr. juichte het besluit den Ned. Journalisten<br />

Kring naar Indië over te brengen toe en verklaarde<br />

dat het hem verheugde aan te zitten aan een<br />

maaltijd, aangeboden in een vrij deel van Nederland<br />

en met vertegenwoordigers van de vrije Nedërlandsche<br />

pers, daarna wijzend op de groote beteekenis<br />

van een vrije pers, zoowel voor de bevolking<br />

als voor de Regeering.<br />

Vervolgens herinnerde spr. aan zijn relaties met<br />

den Kring in Holland, waar hij een paar keer als<br />

gast aan een noenmaal heeft aangezeten en noemde<br />

't in aansluiting hiermede goed gezien die traditie<br />

van den Journalistenkring hier, in Indië<br />

voort te zetten. Spr. en zijn ambtgenoot van Buitenlandsche<br />

Zaken hadden dan ook gaarne van<br />

de uitnoodiging voor dezen maaltijd gebruik gemaakt.<br />

Rede minister van Koloniën.<br />

Hierna sprak minister Welter als volgt:<br />

U kent zonder twijfel die kleine st idjes in Holland, die in<br />

hun stille beslotenheid typeerend zijn voor ons land. In deze<br />

stadjes leven stille menschen hun rustige levens — maar —<br />

wonderlijke tegenstelling: uit die stille huizen kwamen de<br />

stoere, sterke kerels voort, die in de 16de en 17de eeuw een<br />

wereldrijk stichtten voor Nederland.<br />

Een van die stadjes had kortgeleden te lijden van een<br />

luchtbombardement en eenige huizen waren daarbij ingestort.<br />

Den eerstvolgenden Zondag vertelde de predikant in zijn<br />

preek, dat hij dadelijk na de ramp ter plaatse gekomen, gezien<br />

had dat van een getroffen huis, het Oud-Hollandsche<br />

trapgeveltje was blijven staan.<br />

In dat oude geveltje had hij een gebeeldhouwden gevelsteen<br />

opgemerkt, die den naam van het huis aangaf:<br />

„In het soete Hollandt",<br />

met daaronder geschreven de oude spreuk:<br />

lek wyck niet uyt,<br />

lek blyf getrou<br />

Dit huis met dezen gevelsteen en deze spreuk is het beeld<br />

van ons geliefd vaderland, zoo eindigde hij zijn korte toespraak.<br />

En zoo zal het altijd zijn en blijven, amen.<br />

Het is dit beeld van Nederland, dat ik U zou willen voorhouden,<br />

van het „Soete Hollandt", dat vertrouwde, stille,<br />

rustige land.<br />

Het is echter tevens het land van sterke forsche mannen<br />

en vrouwen, in voorspoed niet overmoedig, in tegenspoed<br />

niet ter neer geslagen, evenwichtig, beheerscht.<br />

Soms wat te koel, te nuchter in hun oordeel, een tikje<br />

sceptisch naar den buitenkant, maar inwendig warm voelend<br />

voor alles wat edel is en goed — een natuurlijken afkeer<br />

voelend voor wat ruw is en grof, voor onrecht en<br />

eigenbaat.<br />

Het is dit volk dat dit prachtige Rijk van Insulinde heeft<br />

gesticht, dit monument van zijn cultuur en zijn beschaving.<br />

De mannen en vrouwen uit het kleine land aan de Noordzee,<br />

komende veelal uit kleine, burgerlijke huizen, uit de<br />

stadjes met de stille grachten, die ik zoo even beschreef, in<br />

dit wondermooie, wijde land geplaatst, ontplooiden zich opeens<br />

tot ware empire-builders.<br />

55


56<br />

Zij, gewend aan de nauwe perspectieven thuis, dachten<br />

en handelden plots met het uitzicht op wijde horizonten en<br />

transponeerden hun denkwijze, hun gestie op een wijder,<br />

breeder, hooger niveau, als ware het de meest vanzelfsprekende<br />

zaak.<br />

Jongens, afkomstig uit kleine burgergezinnen, ontplooiden<br />

zich tot mannen, die groote gewesten bestuurden of groote<br />

zaken dreven, als hadden hun geslachten dit sinds eeuwen .<br />

gedaan.<br />

Dit is alleen te verklaren als men aanneemt, dat in den<br />

Nederlandschen aard, in het Nederlandsch karakter potentieel<br />

verborgen waren de kwaliteiten, die slechts op gelegenheid<br />

wachtten zich te ontplooien.<br />

En bij dat al bezield met een groote liefde voor het land,<br />

dat hun gelegenheid had gegeven de gaven van hart en<br />

gemoed te ontplooien en voor het volk temidden waarvan<br />

zij arbeidden.<br />

Het is mijns inziens wel het grootste compliment, dat men<br />

dit land en dit volk geven kan, dat zij zöö fascineeren, zöö<br />

binden, zóó aantrekken, dat de nuchtere koele, critische Hollander<br />

uit het Noorden wordt tot een enthousiasten verdediger<br />

en voorstander van dit land, zelfs tegen het land in,<br />

waarvan hij afkomstig is, tegen het oude Moederland in.<br />

Is het niet, verwonderlijk dat dit land, vrucht van Nederlandschen<br />

geest, werk van Nederlandsche handen zich<br />

in de laatste jaren min of meer van het aloude moederland<br />

afwendde?<br />

Want waarvoor het te verbloemen? Had het niet den<br />

schijn alsof Moederland en Indië uit elkaar dreven?<br />

Laat ik het maar openlijk zeggen: Gij hier hadt immers<br />

het gevoel te veel bemeesterd te worden van Nederland uit,<br />

in het ambtelijke zoowel als in het particuliere.<br />

Het Plein, Amsterdam, Rotterdam waren hier nu niet bepaald<br />

populaire namen. En dat werkte weer prikkelend op het<br />

Moederland, dat immers niet anders beoogde dan het bestwil<br />

van Indië. We schreven elkaar lange brieven, die geleidelijk<br />

aan scherper werden en de Indische pers betoogde in<br />

allerlei toonaarden, dat het nu maar eens uit moest zijn met<br />

de bemoeizucht van Holland en van het Plein en van de heeren<br />

in de groote koopsteden. En daar zuchtte men: „Wat zijn<br />

ze weer nerveus in Indië. Ze moesten meer met verlof komen."<br />

En zoo ontstond geleidelijk-aan een sfeer van verwijdering.<br />

Toen kwam de brute, door niets gemotiveerde overval op<br />

het Moederland. Het ..Soete Hollandt" werd besmet en besmeurd<br />

door een overweldiger, die met domme overmacht<br />

het nnder den voet liep en het, voor het uiterlijk althans,<br />

tijdelijk onder zijn macht bracht.<br />

En nu wil ik Uw aandacht vragen voor deze merkwaardige<br />

ontwikkeling in de verhoudingen.<br />

Met laaienden hartstocht heeft Indië zich volkomen en onvoorwaardelijk<br />

achter het Moederland geplaatst.<br />

Is er op dit punt eenige aarzeling geweest, bij welke bevolkingsgroep<br />

ook? Waar bleven de tegenstellingen, die vaak<br />

een schijnbaar zoo scherpen vorm hadden aangenomen?<br />

Plots verstomden alle meeningsverschillen, alle controversen.<br />

Tegen den achtergrond van het gebeurde op 10 Mei<br />

1940 zonken zij ineens weg in het niet.<br />

Het Moederland werd aangerand en alle verbittering, alle<br />

ontstemming smolt weg in het medegevoel over het lot, dat<br />

over het oude land gekomen was.<br />

Ineens trad naar voren de werkelijke, diepere verhouding<br />

tusschen Moederland en Indië, die niet beheerscht wordt door<br />

staatkundige formules, wetten en bepalingen, noch door de<br />

vraag of minder bemoeienis niet gerechtvaardigd is.<br />

Die verhouding berust op dieper, krachtiger grondslagen.<br />

Zij berust op de banden des bloeds sinds eeuwen ontstaan<br />

door vermenging van ons volk met het Inheemsche.<br />

Zij berust op geestelijke grondslagen, die veel dieper reiken<br />

dan papieren regelingen; op sympathie, genegenheid, vriendschap,<br />

liefde zelfs.<br />

Ja, liefde, want zonder liefde is een reactie, als waarvan<br />

Indië getuigenis aflegde, niet te verklaren.<br />

Liefde tot het oude land, welks ziel, welks cultuur de<br />

Uwe zijn, of Ge het wilt of niet.<br />

Ge hebt kunnen mopperen en klagen over de eigenwijze<br />

heeren in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam maar<br />

het oude land werd aangevallen en Ge hebt het plotseling<br />

gevoeld: Ge waart één met dat land, onverbrekelijk één.<br />

Gaat de roerselen van Uw ziel na en Ge zult vinden, dat<br />

wat U bracht tot dat zoo heerlijk opvlammend enthousiasme,<br />

dat ons daar ginds in het kille Noorden zoo heeft verwarmd<br />

en gesterkt, was, dat Ge tot in Uw ziel getroffen waart, omdat<br />

iets, dat U zeer lief was, geschonden werd.<br />

Zoo zijn Nederland en Indië in en door den oorlog nader<br />

tot elkaar gekomen. Banden zijn aangehaald, die aan het<br />

verslappen waren, tegenstellingen weggevaagd, verbittering<br />

verdween en misverstand.<br />

In de plaats daarvan kwam het warme gevoel één te zijn<br />

met het kleine land aan de Noordzee en de drang en de behoefte<br />

er voor te strijden, te lijden, te bidden, te vechten<br />

tot het weer vrij en onafhankelijk zou zijn.<br />

Met ontroering gedenk ik hier ook het sterk medeleven<br />

van de Inheemsche bevolking, die Nederland in leed en<br />

nood heeft beschouwd als haar Moederland. Het i s ook<br />

haar moederland, want het is zacht, gematigd en mild<br />

van aard als zijzelve, gemoedelijk en vriendschappelijk en in<br />

zijn wezen wars van grofheid en ruwheid. In dit opzicht voelt<br />

de Nederlander Oostersch aan, d.w.z. beschaafd.<br />

Nog in een ander opzicht hebben Nederland en Indië elkaar<br />

gevonden.<br />

Het „Soete Hollandt" is een sterk krachtig land, het wijkt<br />

niet uit, het blijft getrouw.<br />

Zoo is ook Indië.<br />

Ik wist het uit rapporten en brieven. Ik heb het thans<br />

ervaren uit persoonlijk contact, uit talrijke gesprekken.<br />

Ook Indië wijkt niet uit, het blijft getrouw.<br />

Donkere wolken mogen zich samenpakken. Geloof mij,<br />

ze drijven voorbij, want achter hen straalt reeds het licht.<br />

Wat blijft is, dat Nederland en Indië elkaar gevonden<br />

hebben en een eenheid zijn gebleken, zóó krachtig, zóó sterk,<br />

dat geen geweld haar zal kunnen breken. Dit is zedelijke<br />

winst, maar ook politieke, en wel van de eerste orde!<br />

Een eenheid, gegrondvest op vertrouwen, genegenheid,<br />

liefde, op het verlangen samen te zijn, onder de leiding van<br />

onze zoo geliefde Vorstin, voor ons allen het levend symbool<br />

van de spreuk, die ik in den aanhef aanhaalde:


„ICK WIJCK NIET UYT,<br />

ICK BLIJF GETROU."<br />

De minister eindigde met een „Leve de Koningin!",<br />

waarop alle aanwezigen met een driewerf<br />

herhaald hoera instemden.<br />

De voorzitter sprak slechts een kort<br />

woord van dank, omdat hij geen afbreuk wenschte<br />

te doen aan den indruk gewekt door de rede van<br />

den minister, waarvan de woorden door diens<br />

innerlijke gevoelens werden gedragen.<br />

Slotwoord.<br />

Aan het einde van den maaltijd richtte de<br />

voorzitter zich tot beide ministers, Hunnen<br />

Excell. dankzeggend voor hun tegenwoordigheid.<br />

Omtrent het bezoek der ministers aan Indië had<br />

men zich, ook in den kring der journalisten, een<br />

voorstelling gemaakt, waarbij het nationale element<br />

een belangrijke plaats innam; het ministerieel<br />

verblijf bracht daarvan de bevestiging, zoodat inderdaad<br />

hun bezoek van nationale waarde werd.<br />

Inzonderheid releveerde spr. de bijzondere beteekenis,<br />

van de aanwezigheid der ministers aan<br />

dit diner, omdat de journalisten er prijs op hadden<br />

gesteld in tegenwoordigheid der ministers van hun<br />

gezindheid te getuigen.<br />

De voorzitter uitte vervolgens de beste wenschen<br />

voor de ministers wat hun verdere reisplannen<br />

betreft en hun terugkeer in Londen. Spr.<br />

voegde hieraan het verzoek toe de gevoelens van<br />

gehechtheid en trouw namens de journalisten aan<br />

H. M. de Koningin te willen overbrengen.<br />

Vervolgens wees spr. er op, dat men nog slechts<br />

korten tijd was gescheiden van den dag van 30<br />

April, den verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana.<br />

De voorzitter sprak de beste wenschen uit voor<br />

H. K. H. en Haar gezin, waarbij tevens weer de<br />

gedachten uitgaan naar onze Koningin.<br />

Spr. wenschte de Prinses sterkte toe om de<br />

scheiding van Echtgenoot en Moeder te kunnen<br />

dragen, eindigend met den wensch, dat — moge<br />

het spoedig zijn — de Prinses in een vrij Nederland<br />

zal terugkeeren, met Haar gezin, terwijl dan<br />

H. M. de Koningin wederom de Regeering heeft<br />

opgenomen, (levendig applaus).<br />

Hierna begaf men zich naar de voorgalerij,<br />

waar de ministers nog geruimen tijd te midden<br />

der journalisten bleven vertoeven, op ongedwongen<br />

wijze zich afwisselend met hen onderhoudend.<br />

Eerst laat namen de hooge gasten afscheid.<br />

(Cliché Wereldnieuws)<br />

SAMENKOMST IN <strong>DE</strong> VOORGALERIJ VAN HET RECEPTIE-PAVILJOEN.<br />

Van links naar rechts : Joel, red. buitenland. Bat. Nwsbl., Doodeheefver, „Java-Bode", mr. Hogewind,<br />

Gouverneur van West-Java, mr. De Vries, hoofdred. „Java-Bode", mr. Jonkman, voorzitter Volksraad,<br />

minister Welter, Van Meurs, Bat.-red. „De Ind. Courant", minister mr. Van Kleffens, Van Bovene, hoofdred.<br />

„Aneta". Op den achtergrond, staande, o.a. Klooster, hoofdred.-dir. „Deli-Courant", Van Leeuwen, „Java-Bode",<br />

Van Pescht „Nieuws van den Dag", mr. Verboeket, R.P.D. en Van de Ven, „Bat. Nwsbl".<br />

BEWAKINGSDIENST, <strong>DE</strong><strong>TE</strong>CTIVE- EN INFORMATIE-BUREAU<br />

HERMANDAD mm<br />

LEVERT BEWAKING ON<strong>DE</strong>R VOLLE GARANTIE. VOLVOERT ALLE OPDRACH<strong>TE</strong>N OP BIJ K A N T O O R<br />

<strong>DE</strong><strong>TE</strong>CTIVE-GEBIED. GEHEIMHOUDING VERZEKERD. DIREC<strong>TE</strong>UR J. F. J. WAN<strong>DE</strong>RS PRIOK - <strong>TE</strong>L. PRIOK 36<br />

57


Bestuursvergadering<br />

Het Kringbestuur vergaderde op Maandag 28<br />

April jl. Tegenwoordig waren coll. Van Meurs,<br />

Van Bovene, Doodeheefver en Cohen.<br />

De heer A. Cohen was in Nederland bestuurslid<br />

van den N.J.K., hetgeen het Kringbestuur hier<br />

aanvankelijk niet bekend was; op informatie, later<br />

van de Commissie voor het Rechtsverkeer in Oorlogstijd<br />

verkregen moest worden aangenomen, dat<br />

de heer Cohen als lid van het Kringbestuur diende<br />

te worden beschouwd.<br />

Verschillende aangelegenheden betreffende het<br />

lidmaatschap werden afgedaan, alsmede eenige<br />

ingekomen stukken.<br />

Over de samenstelling van het bestuur ontspon<br />

zich een uitvoerige bespreking in verband met de<br />

wenschelijkheid het bestuur in Indië om praktische<br />

redenen zoo klein mogelijk te doen zijn.<br />

De heer Cohen zou volgens het bestuursrooster<br />

in 1941 aftreden. Ten aanzien van een formeele<br />

kwes.tie, of nl. dit rooster nog geldig was na de<br />

in werking treding van de nieuwe statuten en het<br />

nieuwe huishoudelijk reglement werd besloten dit<br />

punt ter zijde te laten.<br />

Met de grootst mogelijke meerderheid werd besloten<br />

het aantal bestuursleden op drie te hand<br />

haven.<br />

De heer Cohen wenschte zich de beslissing ten<br />

aanzien van zijn bestuurslidmaatschap nog<br />

voor te behouden.<br />

Van bestuurszijde werd den heer Cohen te<br />

kennen gegeven, dat men het op prijs zou stellen,<br />

indien hij in voorkomende gevallen bereid zou<br />

zijn als adviseur van het bestuur op te treden.<br />

Vervolgens werd de regeling voor het diner, den<br />

ministers van Koloniën en Buitenlandsche Zaken<br />

aan te bieden nader besproken.<br />

Ook het gratie-verzoek voor collega Jansen<br />

werd nog ter sprake gebracht.<br />

Ten aanzien van een te houden ledenvergadering<br />

van den Kring kon nog geen definitieve beslissing<br />

worden genomen.<br />

Van den heer A. Cohen werd dd. 29 April bericht<br />

ontvangen, dat hij ontslag nam als bestuurslid<br />

van den Ned. Journalisten Kring.<br />

Uit bezet Nederland<br />

Verbond van Ned. Journalisten.<br />

Volgens een telegram van het A.N.P. te Londen<br />

is onder voorzitterschap van mr. Joh. Huyts,<br />

hoofdredacteur van de „N.R.Crt.", de Kring Rotterdam<br />

van het Verbond van Nederlandsche journalisten<br />

opgericht.<br />

De voorzitter van het Verbond, J. v a n<br />

Megchelen, merkte daarbij op, dat nergens<br />

de breuk met het verleden zoo sterk is geweest als<br />

in Rotterdam en hij oordeelde: „De besten onder<br />

ons in stad en land, den nood ziende, maken zich<br />

op als wegbereiders voor de nieuwe orde".<br />

Spreker kondigde voorts aan een nieuwe regeling<br />

voor de pers., waarbij de „persoonlijke verantwoordelijkheid<br />

van den journalist grooter zal<br />

worden".<br />

Aan de „N ieuwe Rotterdams, che<br />

Courant" van 2 Februari 1.1. is het volgende<br />

verslag ontleend:<br />

58<br />

De leden van den Kring Utrecht van het Verbond<br />

van Nederlandsche journalisten zijn gistermiddag<br />

in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen<br />

in vergadering bijeengekomen.<br />

De voorzitter van dezen Kring, dr. A. de Graaff,<br />

heette de vele aanwezigen hartelijk welkom, in het<br />

bijzonder den heer J. Eilers, Pressereferent beim<br />

Beauftragte in der Provinz Utrecht, en de heeren<br />

P. J. van Megchelen en J. Learbuch, respectievelijk<br />

voorzitter en secretaris van het Verbond van<br />

Nederlandsche journalisten.<br />

De voorzitter van het Verbond, de heer P. J.<br />

van Megchelen, hield vervolgens een inleiding<br />

over den nieuwen koers in de journalistiek.<br />

Spr. memoreerde in het kort den toestand van<br />

de Pers in Nederland vóór 15 Mei 1940 en merkte<br />

op, dat wat is geweest nooit meer zal terugkeeren.<br />

In de toekomst zullen de journalisten met<br />

recht leiding moeten geven aan de politieke, geestelijke<br />

en economische ontwikkeling van ons volk.<br />

Daardoor zal het journalistieke beroep aanmerkelijk<br />

in aanzien stijgen, waarvan eenerzijds de<br />

journalisten meer profijt zullen trekken, doch<br />

waardoor tevens op hen een grootere verantwoordelijkheid<br />

komt te rusten.<br />

De journalisten zullen met meer gezag in het<br />

leven worden bekleed, doch een ieder is in den<br />

nieuwen tijd persoonlijk verantwoordelijk voor<br />

hetgeen hij schrijft of publiceert. Het werk en de<br />

titel van den journalist zullen van overheidswege<br />

worden beschermd. Er zullen eischen worden gesteld<br />

aan de opleiding van den journalist en bovenal<br />

aan het karakter van den „man-van-dekrant".<br />

Journalisten moeten in en buiten hun werk toezicht<br />

houden op de handhaving van de bestaande<br />

normen, waardoor het uit zal zijn met de willekeur<br />

in de Pers. De oude „vrijheid" zal niet meer<br />

worden geduld.<br />

Nadat hij nog over interne aangelegenheden<br />

had gesproken, installeerde de heer Van Megchelen<br />

het bestuur van den Kring Utrecht van<br />

het Verbond van Nederlandsche journalisten, met<br />

name de heeren dr. A. de Graaff, voorzitter, F.<br />

J. M. Cremus, secretaris, H. W. G. Munzert en<br />

F. J. Koster, leden van het bestuur, (Beide laatstgenoemden<br />

kennen wij als felle N. S. B.'ers. De<br />

rest zal dus wel navenant zijn! — teekende de<br />

Java Bode hierbij aan.)<br />

Hierna werd van de gelegenheid tot het stellen<br />

van vragen een ruim gebruik gemaakt.<br />

Onder dankzegging voor de groote opkomst en<br />

met den wensch, dat het den Kring Utrecht van<br />

het Verbond in de toekomst goed moge gaan,<br />

sloot dr. De Graaff de geanimeerde vergadering.<br />

*<br />

Wat al die mooie woorden beteekenen,<br />

blijkt nog eens uit het volgende bericht:<br />

Het Verbond van Nederlandsche journalisten,<br />

waarin thans alle journalisten-organisaties zijn<br />

overgeheveld, heeft geen Joden tot permanente<br />

leden aangenomen. Er was voor hen een overgangstermijn<br />

vastgesteld, waarin zij naar ander<br />

werk moesten uitzien. De Nederlandsche Journalisten<br />

Kring had op een van de vergaderingen,<br />

welke voorafgingen aan zijn toetreding tot het<br />

Verbond, een motie aangenomen, waarin het verlangen<br />

werd uitgesproken den Joodschen collega's<br />

gelegenheid te geven hun beroep voort te zetten.<br />

Deze motie heeft niets opgeleverd.


VA<strong>DE</strong>RIANDSCH BIER<br />

VAN<br />

EIGEN BO<strong>DE</strong>M<br />

ANKER DIAMANT<br />

ORANJE BROUWERIJ<br />

<strong>BATAVIA</strong>


Burroughs<br />

+<br />

s><br />

j^ROUM^<br />

DRUK <strong>DE</strong> UNIE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!