Verslag Gecoro 24.04.2008 PDF, 204Kb - Arendonk
Verslag Gecoro 24.04.2008 PDF, 204Kb - Arendonk
Verslag Gecoro 24.04.2008 PDF, 204Kb - Arendonk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
PROVINCIE ANTWERPEN GEMEENTE ARENDONK<br />
UITTREKSEL UIT DE NOTULEN<br />
VAN DE GECORO<br />
VERGADERING VAN : <strong>24.04.2008</strong><br />
Aanwezig : Damen E. voorzitter.<br />
Borgers L., Segers D., Sterckx D. deskundigen.<br />
Cosemans S., Stessens J., Iemants M., Breugelmans G., Moeskops<br />
B., Van Steenis B., Van Baelen L., Segers J., leden.<br />
Jespers F., Bax D., Verheyen L. plaatsvervangers.<br />
Slegers J., Hendrickx K., Wijnen J.,, gemeenteraadsleden.<br />
Hermans A., schepen Ruimtelijke Ordening<br />
Wuyts S., secretaris<br />
Verontschuldigd :<br />
Afwezig : Sneyers K., Seels J., gemeenteraadslid.<br />
-------------------<br />
De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening vergadert in besloten zitting.<br />
Inleiding<br />
De voorzitter opent de vergadering en heet de leden van harte welkom.<br />
Aangezien geen bijkomende opmerkingen werden geformuleerd op de redactie van het<br />
verslag van de vergadering van 10 januari 2008 wordt het als goedgekeurd beschouwd.<br />
1 RUP De Brulen<br />
De voorzitter licht kort de achtergrond van het RUP toe en de relatie met het gemeentelijk<br />
ruimtelijk structuurplan. De voorzitter verduidelijkt de taak van de GECORO in de<br />
procedure van het RUP, als adviesorgaan en als commissie die verantwoordelijk is voor<br />
de bundeling en behandeling van de bezwaren en adviezen.<br />
Behandeling adviezen en bezwaarschriften<br />
Adviezen<br />
1. Vlaamse Overheid<br />
Agentschap Ruimtelijke ordening en Onroerend erfgoed Vlaanderen<br />
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘De Brulen’ van de gemeente <strong>Arendonk</strong><br />
Advies tijdens openbaar onderzoek
1. rechtsgrond van het advies en relevante regelgeving of beleidskaders<br />
Op grond van artikel 49, §4, derde lid van het decreet van 19/05/1999 houdende de<br />
organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd bij decreet van 10/03/2006,<br />
bezorgt het agentschap R-O Vlaanderen aan de gemeentelijke commissie voor<br />
ruimtelijke ordening een advies over de overeenstemming van het ontwerp gemeentelijk<br />
ruimtelijke uitvoeringsplan met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de gewestelijke<br />
ruimtelijke uitvoeringsplannen. Artikel 49 §5 voorziet dat dit advies integraal opgenomen<br />
dient te worden in het advies van de GECORO.<br />
Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen werd goedgekeurd op 10/07/2001.<br />
Bijgevolg beslist de Deputatie over (onthouding van) goedkeuring van het gemeentelijk<br />
RUP.<br />
Het GRS van <strong>Arendonk</strong> werd goedgekeurd op 03/02/2005.<br />
Binnen het plangebied gelden volgens het gewestplan de bestemmingen gebied voor<br />
ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen, agrarisch gebied en<br />
woongebied met landelijk karakter.<br />
2. samenvatting van het dossier<br />
Het RUP voorziet in de verdere ordening van het bestaand, reeds voor een belangrijk<br />
deel ingevuld, bedrijventerrein De Brulen. Het bedrijventerrein is gelegen aan het kanaal<br />
Dessel-Schoten.<br />
Het RUP bestemt het bedrijventerrein exclusief voor lokale bedrijven, waarbij<br />
watergebondenheid wordt nagestreefd. Voor een gedeelte van het bedrijventerrein<br />
worden wel ruime mogelijkheden voorzien voor ‘kanaalgebonden recreatie’.<br />
Tevens verfijnt het RUP de gewestplanbestemming tot op kadastraal perceelniveau<br />
teneinde onder meer een aantal zonevreemde situaties op achterliggende delen van<br />
percelen op te lossen.<br />
3. beknopte historiek<br />
Op 29/06/2007 werd een plenaire vergadering gehouden. De gewestelijke<br />
stedenbouwkundige ambtenaar gaf hierbij een gunstig advies op voorwaarde dat de<br />
stedenbouwkundige voorschriften voldoende eenduidig zouden streven naar lokale en
watergebonden bedrijven, naar zuinig ruimtegebruik en naar een kwalitatieve<br />
terreinaanleg. De stedenbouwkundige voorschriften dienden aangepast aan de gemaakte<br />
opmerkingen.<br />
Op 10/12/2007 werd het plan voorlopig aanvaard door de gemeenteraad. Het openbaar<br />
onderzoek loopt van 27/12/2007 tot 28/02/2008.<br />
4. verenigbaarheid met Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen<br />
<strong>Arendonk</strong> is volgens het RSV gelegen in het buitengebied en is geselecteerd als specifiek<br />
economisch knooppunt.<br />
De planopzet- waarbij gestreefd worden naar een invulling met lokale en watergebonden<br />
bedrijven en naar een intensivering van de kavelstructuur- is in overeenstemming met de<br />
principes van het RSV. Er is geen bezwaar tegen de voorgestelde verfijning van het<br />
gewestplan op kadastraal perceelsniveau.<br />
Wel dient opgemerkt dat het inlassen van een ‘zone met mogelijkheden voor<br />
kanaalgebonden recreatie’ de ontwikkeling als lokaal bedrijventerrein van een deel van<br />
het plangebied kan hypothekeren. De ontwikkelingsmogelijkheden binnen de zone zijn<br />
immers eerder ruim opgevat met mogelijk gebruik van de volledige zone met overdruk in<br />
functie van recreatieve watergebonden activiteiten op het kanaal en het toeristisch-<br />
recreatief fietsroutenetwerk.<br />
Terreinheraanleg en nieuwe constructies en gebouwen, zonder beperking qua<br />
afmetingen, zijn hierbij mogelijk over de volledige zone.<br />
Wat betreft de concrete uitwerking van het plan gelden verder nog volgende<br />
bemerkingen:<br />
- Er dient maximaal gestreefd naar zuinig ruimtegebruik.<br />
In de zone 1 wordt vrijstaand bouwen momenteel verplicht, de mogelijkheid om gekoppeld<br />
te bouwen dient op zijn minst opengelaten.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Door de grillige perceelsvormen – en grenzen en het beperkt aantal<br />
percelen in deze zone lijkt het niet evident om hier gekoppeld te bouwen. De<br />
mogelijkheid tot gekoppelde bebouwing zal open gelaten worden.<br />
De maximale bebouwingsgraad van 50% in zone 1 strookt niet met het principe van<br />
zuinig ruimtegebruik.
<strong>Gecoro</strong> : De maximale bebouwingsgraad is opgelegd vanuit stedenbouwkundig<br />
oogpunt : de bedoeling is dat de woningen aan de overzijde van De Brulen ter<br />
hoogte van zone 1 niet op ‘een muur van bedrijfsgebouwen’ zouden uitkijken,<br />
maar dat er nog voldoende doorzicht naar het kanaal kan gegarandeerd worden.<br />
Door de vorm van deze zone, met een zeer beperkte diepte in het middendeel, zal<br />
de bebouwingsgraad sowieso beperkt zijn. Dergelijke zone kan aantrekkelijk zijn<br />
voor bedrijven met een relatief hoog aandeel buitenactiviteiten (vandaar dat het<br />
aandeel buitenstockage ook groter kan zijn dan in zone 2, zoals voorzien in de<br />
voorschriften). Sowieso blijft een terreinbezetting van minimum 65% van kracht,<br />
net als in zone 2, zodat zuinig ruimtegebruik voor de bedrijfsactiviteit als geheel<br />
gegarandeerd wordt.<br />
Als terreinbezettingsgraad wordt in beide bedrijvenzones een minimum van 65%<br />
opgelegd. Gezien het feit dat hier zowel bebouwing, buitenactiviteiten als infrastructuur<br />
(inclusief parking, laad- en loskades?) inbegrepen is, is 65% een laag minimum.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Het is de bedoeling dat de terreinbezettingsgraad minimum 65% van de<br />
bebouwbare oppervlakte betreft. De bouwvrije zones en de parkings worden niet<br />
meegerekend in dit percentage zodat het enkel het effectieve gebruikte<br />
oppervlakte betreft. Dit kan verder verduidelijkt worden in de voorschriften.<br />
In functie van de kwalitatieve aanleg van het bedrijventerrein dienen voldoende<br />
inrichtingsprincipes vastgelegd, onder meer naar groenaanleg. Momenteel worden bij de<br />
voorschriften over terreinaanleg (zowel in zone 1 als 2) geen minima qua groenaanleg<br />
per bedrijfskavel voorzien.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Aan de voorschriften wordt de bepaling toegevoegd dat de strook<br />
tussen rooilijn en voorgevel voor minimum 30% als groene ruimte ingericht<br />
worden.<br />
5. toetsing aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan<br />
In het richtinggevend deel van het GRS wordt De Brulen gecategoriseerd als ‘terrein voor<br />
lokale bedrijven of watergebonden economische activiteiten’, waar het wenselijk is enkel<br />
lokale bedrijven toe te laten en watergebonden activiteiten voorrang geven. Hierbij wordt<br />
de melding gemaakt van een op te maken RUP waarin de gewestplanbestemming wordt<br />
verfijnd op kadastraal perceelniveau, bestaande regionale bedrijven kunnen<br />
voortbestaan, vrijkomende percelen kunnen herverkaveld worden in kleinere eenheden
zodat een intensievere invulling met kleinschalige activiteiten gebeurt, zuivere kleinhandel<br />
niet is toegelaten.<br />
In het bindend deel wordt onder bindende bepaling nr. 26 melding gemaakt van de<br />
opmaak van een RUP om de zone De Brulen effectief te bestemmen voor lokale<br />
bedrijven.<br />
Het RUP geeft voldoende uitvoering aan deze onderdelen van het GRS.<br />
Het inlassen van een ‘zone met mogelijkheden voor kanaalgebonden recreatie’ kan<br />
echter wel de ontwikkeling als lokaal bedrijventerrein van een deel van het plangebied<br />
hypothekeren. Dit onderdeel is niet in overeenstemming met de visie uit het GRS.<br />
6. andere inhoudelijke opmerkingen<br />
Inzake de stedenbouwkundige voorschriften gelden verder nog volgende bemerkingen:<br />
Algemene bepalingen:<br />
1. Bij het begrip nevenbestemming dient nader verklaard wanneer sprake is van<br />
‘secundair belang’.<br />
<strong>Gecoro</strong> : De term nevenbestemming kan verduidelijkt als een bestemming met<br />
een beperktere oppervlakte dan de hoofdbestemming in dienste van de<br />
hoofdbestemming.<br />
Bijzondere bepalingen:<br />
1. Zone voor lokale, watergebonden bedrijvigheid<br />
Het begrip ‘complementaire voorzieningen’ dient eenduidig gedefinieerd, best met een<br />
limitatieve opsomming.<br />
Overdruk: De recreatieve nevenfunctie mag slechts een beperkt onderdeel van de<br />
oppervlakte van het bedrijventerrein in beslag nemen, concrete beperkingen qua<br />
functies, ruimte-inname, terreinaanleg, bebouwing zijn gewenst.(zie ook hoger)<br />
<strong>Gecoro</strong> : De geselecteerde zone voor overdruk recreatie heeft betrekking op<br />
percelen die gelet op hun grillige vorm weinig geschikt zijn voor bedrijvigheid. In<br />
de gemeente wordt nergens een insteek in het kanaal voorzien voor<br />
watergebonden recreatie. Deze locatie vormt een interessante opportuniteit om<br />
een plek te creëren waar recreatie op het kanaal kan georganiseerd worden. De
<strong>Gecoro</strong> is van oordeel dat de geselecteerde zone integraal behouden dient te<br />
blijven voor overdruk recreatie. Deze visie wordt tevens ondersteund door NV De<br />
Scheepvaart en TRPA.<br />
De overgangsmaatregelen voor bestaande afwijkende functies, dienen geformuleerd<br />
voor vergunde of vergund geachte functies.<br />
<strong>Gecoro</strong> : De overgangsmaatregelen zijn enkel bedoeld voor vergunde of vergund<br />
geachte functies. Dit wordt aangevuld in de voorschriften.<br />
2. Zone voor lokale bedrijvigheid<br />
2.1<br />
-‘…Er wordt gestreefd naar de ontwikkeling van de watergebondenheid van bestaande<br />
bedrijven en de vestiging van bedrijven die voor een belangrijk deel de aan-/of afvoer van<br />
de basproducten laten gebeuren over de waterweg…’ : Deze wijze van formulering legt<br />
niet eenduidig watergebondenheid op bij de vestiging van nieuwe bedrijven langs het<br />
kanaal. Het blijft bij een vrijblijvend ‘streven’. Het streven naar watergebondenheid komt<br />
ook niet tot uiting in de benaming van de zone (cfr. Zone 1).<br />
<strong>Gecoro</strong> : In de zone 1 welke direct aan het kanaal grenst wordt de<br />
watergebondenheid als voorwaarde opgelegd. In zone 2 waar de bedrijven niet<br />
rechtstreeks aan het kanaal grenzen, wordt dit inderdaad omschreven als een<br />
“streven naar”. Ook in het GRS staat geformuleerd dat watergebonden<br />
activiteiten voorrang krijgen, maar wordt dit niet als bindende voorwaarde<br />
opgelegd.<br />
Voorgesteld wordt om het onderscheid in de watergebondenheid tussen zone 1<br />
en zone 2 te behouden, maar voor de zone 2 wordt de formulering uit het GRS<br />
toe te passen, namelijk voorrang voor watergebonden activiteiten.<br />
Het begrip ‘complementaire voorzieningen’ dient eenduidig gedefinieerd, best met een<br />
limitatieve opsomming.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen inherent aan het<br />
functioneren van een lokaal bedrijventerrein zijn toegelaten. Hiermee worden<br />
voorzieningen bedoeld die nuttig of noodzakelijk zijn voor de goede werking van<br />
en die complementair zijn aan de eigenlijke bedrijven op het lokaal<br />
bedrijventerrein. Omdat deze voorzieningen enkel dankzij en in functie van de<br />
eigenlijke bedrijven op het lokaal bedrijventerrein kunnen worden opgericht, kan
vergunning slechts worden afgegeven indien eigenlijke bedrijven reeds bestaan<br />
of concrete plannen tot realisatie ervan vergund zijn.<br />
De gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen kunnen bvb. zijn : een<br />
boekhoud- en/of verzekeringsagentschap dat specifiek voor bedrijven werkt, een<br />
collectieve eetgelegenheid/ snackbar in functie van de werknemers van het<br />
bedrijventerrein.<br />
- De overgangsmaatregelen voor bestaande afwijkende functies, dienen geformuleerd<br />
voor vergunde of vergund geachte functies.<br />
<strong>Gecoro</strong> : de overgangsbepalingen gelden enkel voor vergunde of vergund<br />
geachte functies. Dit zal in de voorschriften verduidelijkt moeten worden.<br />
2.5: De nummering ontbreekt in de legende.<br />
<strong>Gecoro</strong> : De legende moet aangepast worden, waarbij de nummering toegevoegd<br />
wordt.<br />
6. algemene conclusie<br />
Het ontwerp RUP is in overeenstemming met de opties van het RSV en geeft voldoende<br />
uitvoering aan het GRS, behoudens het inlassen van een ‘zone met mogelijkheden voor<br />
kanaalgebonden recreatie’ waardoor de ontwikkeling als lokaal bedrijventerrein van een<br />
deel van het plangebied kan gehypothekeerd worden.<br />
Het wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd mits:<br />
striktere beperkingen worden ingevoerd naar kanaalgebonden recreatie.<br />
De stedenbouwkundige voorschriften worden aangepast in bovenvermelde zin.<br />
2 Dienst Ruimtelijke planning Provincie Antwerpen<br />
<strong>Gecoro</strong> : akte wordt genomen van het gunstig advies van de dienst planning van<br />
de provincie Antwerpen.<br />
3. Gemeente Retie<br />
<strong>Gecoro</strong> : akte wordt genomen van het gunstig advies van gemeentebestuur Retie.<br />
Bezwaren<br />
Van Leent – Willems
Inhoud van het bezwaar :<br />
De eigendom kan alleen nog vergund worden in functie van watergebonden activiteiten,<br />
wat het aantal mogelijke kandidaten qua verkoop sterk vermindert. Dit kan niet de<br />
bedoeling zijn.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Er kan enkel rekening gehouden worden met ruimtelijke argumenten.<br />
Het aantal kandidaten bij eventuele verkoop kan niet in overweging genomen<br />
worden. Het gebouw kan in zijn bestemming als woning behouden blijven. De<br />
woonfunctie kan uitgebreid worden met recreatie of bedrijvigheid zodat er geen<br />
sprake is van beperking van functies.<br />
Van Gool Van Kasteren<br />
Inhoud van het bezwaar :<br />
Het perceel achter onze eigendom wordt omgevormd van KMO-zone naar agrarisch<br />
gebied. Deze achterliggende grond is echter mee bepalend geweest bij de aankoop van<br />
het huidige, voorliggende perceel, in functie van een eventuele toekomstige uitbreiding. Er<br />
wordt bezwaar ingediend tegen de bestemmingswijziging van het achterliggende perceel.<br />
<strong>Gecoro</strong> :<br />
Het RUP De Brulen wordt opgemaakt in uitvoering van bindende bepaling 26 van<br />
het GRS <strong>Arendonk</strong>. Het GRS stelt dat het wenselijk is dat op de Brulen in de<br />
toekomst enkel lokale bedrijven worden toegelaten, met voorrang voor<br />
watergebonden activiteiten. Het RUP moet rekening houden met de richtlijnen die<br />
in het goedgekeurde GRS worden gegeven :<br />
de bestaande ruwe gewestplanzonering kan verfijnd worden tot op kadastrale<br />
niveau via een herschikking van de juridische voorraad. Op die manier kunnen<br />
zonevreemde situatie opgelost worden<br />
Vrijkomende of onbebouwde percelen kunnen herverkaveld worden in kleineren<br />
eenheden van 2500 m², zodat op termijn kan gestreefd worden naar een<br />
intensieve invulling van het terrein met kleinschalige activiteiten (kleinschalige,<br />
laagdynamische KMO’s). Bij de uitbreiding van bestaande bedrijven moet deze<br />
oppervlaktebepaling van 2500m² als randvoorwaarde aangehouden te worden.<br />
Zuivere kleinhandel is niet toegelaten. Vanwege de slechte bereikbaarheid over de<br />
weg zijn nieuwe weggeoriënteerde vervoersintensieve bedrijven en<br />
transportbedrijven niet toegelaten.
De geïsoleerde regionale bedrijven die ter plaatse gegroeid zijn kunnen blijven<br />
bestaan. Bij stopzetting van een regionaal bedrijf moet gezocht worden naar een<br />
nieuwe watergebonden economische activiteit of een herstructurering van de<br />
vrijkomende infrastructuur in functie van kleinschalige, laagdynamische KMO’s<br />
(bijv. gebouwen omvormen tot KMO- complexen).<br />
Aanvullend kunnen er vanuit ruimtelijke inpassing en kwaliteitsbewaking normen<br />
opgelegd worden aan de uiterlijke verschijningsvorm van de bedrijfsactiviteit met<br />
name : aantal bouwlagen, bouwhoogte, inplanting van de gebouwen, bouwvrije<br />
zones, materiaalkeuze, buffering.<br />
Vanuit het GRS is het duidelijk dat het niet de bedoeling is dat in het RUP De<br />
Brulen bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid voorzien zou worden, het is<br />
enkel de bedoeling een gewestplancorrectie door te voeren tot op kadastraal<br />
niveau via een herschikking van de juridische voorraad. Bij de afbakening van het<br />
plangebied wordt dan ook uitgegaan van de bestaande toestand en de bestaande<br />
aanwezige functies en wordt geredeneerd vanuit het belang van de KMO-zone als<br />
geheel. De gewestplancorrectie gebeurt als volgt :<br />
enerzijds worden (delen van) percelen die in gebruik zijn voor bedrijfsactiviteiten<br />
maar in agrarisch gebied liggen herbestemd naar lokaal bedrijventerrein<br />
anderzijds worden percelen die momenteel geen bedrijfsactiviteit kennen (maar<br />
de functie van akker hebben of braakliggend zijn), die niet direct grenzen aan een<br />
weg en niet in eigendom zijn van één van de aanliggende bedrijven herbestemd<br />
naar agrarisch gebied.<br />
Enkel door deze 2 zaken tegelijk door te voeren kan globaal voldaan worden aan<br />
de grenscorrectie tot op perceelsniveau en, hieruit volgend, het feit dat geen<br />
bijkomende ruimte voor lokaal bedrijfsterrein mag voorzien worden, zoals<br />
vooropgesteld in het GRS <strong>Arendonk</strong>.<br />
Er wordt bezwaar ingediend tegen de bouwvrije strook van 6m aan de achterzijde van<br />
het perceel. Hier staat een mazouttank die we dan zouden moeten verplaatsen. Ook de<br />
functie van deze strook als vluchtweg is niet duidelijk : achter het gebouw staan geen<br />
gebouwen, het huidige gebouw is toegankelijk langs voor – en zijkanten.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Een bouwvrije zone rondom een bedrijfsgebouw wordt voorzien vanuit<br />
stedenbouwkundig oogpunt (een zekere afstand bewaren ten opzichte van de<br />
buren) en als doorgang voor de brandweer rondom het gebouw. Vermits de
voorschriften voorzien dat op termijn eventueel ook gekoppelde bebouwing<br />
mogelijk is, kan best ook achteraan een doorgang voorzien worden. Vermits<br />
achter het gebouw inderdaad geen gebouwen staan, wordt voorgesteld om de<br />
bouwvrije strook terug te brengen tot minimum 4m, tenzij dit op advies van de<br />
brandweer vermeerderd moet worden.<br />
Er wordt bezwaar ingediend tegen de beperking van toegelaten bedrijfsactiviteiten, wat de<br />
mogelijkheden op het bedrijventerrein aanzienlijk vermindert.<br />
<strong>Gecoro</strong> : De toegelaten bedrijfsactiviteiten zijn productie, opslag en verwerking<br />
van goederen, onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten en bouwnijverheid. Door<br />
de slechte bereikbaarheid van het bedrijventerrein via de weg worden<br />
transportbedrijven niet toegelaten. Grondwerkers worden niet toegelaten omdat<br />
die niet zouden voldoen aan de richtlijn uit het GRS dat een schaalverkleining<br />
noodzakelijk is voor De Brulen. Kleinhandel en autonome kantoren zijn in<br />
p r i n c i p e s o w i e s o o o k a l n i e t t o e g e l a t e n b i n n e n d e h u i d i g e<br />
gewestplanbestemming.<br />
De toegelaten bedrijfsactiviteiten komen globaal overeen met de huidige<br />
activiteiten. De voorschriften stellen dat bestaande afwijkende activiteiten mogen<br />
blijven bestaan, maar niet toenemen in oppervlakte.<br />
De toegelaten functies zijn m.a.w. gebaseerd op een verantwoorde ruimtelijke<br />
afweging.<br />
Kan door de aanwezigheid van een openbare weg tussen de bedrijvenzone en het<br />
kanaal, de veiligheid op de openbare weg gegarandeerd worden indien in de toekomst<br />
kadefaciliteiten mogelijk worden (watergebonden karakter)<br />
<strong>Gecoro</strong> : De Brulen is inderdaad een openbare weg, maar is feitelijk een<br />
“industrieweg” vermits er enkel bedrijven aan grenzen. Het verkeer dat er komt is<br />
dan ook bestemmingsverkeer in functie van het bedrijventerrein.<br />
De eventuele kadefaciliteiten moeten zodanig ingeplant worden en moeten<br />
zodanig functioneren dat de veiligheid gegarandeerd zal zijn. Eventueel worden<br />
daartoe de nodige maatregelen genomen worden.<br />
Van Gool Van Kasteren<br />
De groenbuffer tussen het perceel 221L en 223 D kan enkel behouden blijven indien<br />
wordt rekening gehouden met het bezwaar m.b.t. de reserveringszone van 6m aan de
achter- en linkerperceelsgrens van perceel 221L. Er wordt gevraagd om de<br />
reserveringszone te verleggen van de linker naar de rechter zijperceelsgrens (naast<br />
perceel 225B). Hier bevindt zich al een brandweg, op basis van een advies van de<br />
brandweer bij een bouwvergunning dd. 14/03/2002. De oppervlakte achteraan en aan de<br />
linkerperceelsgrens heeft het bedrijf hard nodig om materiaal op te slaan.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Een bouwvrije zone rondom een bedrijfsgebouw wordt voorzien vanuit<br />
stedenbouwkundig oogpunt (een zekere afstand bewaren ten opzichte van de<br />
buren) en als doorgang voor de brandweer rondom het gebouw. Vermits de<br />
voorschriften voorzien dat op termijn eventueel ook gekoppelde bebouwing<br />
mogelijk is, kan best ook achteraan een doorgang voorzien worden. Vermits<br />
achter het gebouw inderdaad geen gebouwen staan, wordt voorgesteld om de<br />
bouwvrije strook terug te brengen tot minimum 4m, tenzij dit op advies van de<br />
brandweer vermeerderd moet worden.<br />
Vermist de huidige configuratie van het perceel voorziet in brandweer toegang<br />
langs de rechter zijperceelsgrens en opslag van materialen aan de linkerzijde van<br />
het perceel kan de overgangsbepaling worden opgenomen dat zolang er niet<br />
gekoppeld gebouwd is op het perceel de huidige brandweerdoorgang kan<br />
behouden blijven. Bij gekoppelde bebouwing op het perceel zal de bouwvrije<br />
strook moeten voorzien worden zoals aangegeven op plan.<br />
Er wordt bezwaar ingediend tegen de bestemmingswijziging van KMO-zone naar<br />
agrarisch gebied van het achterliggende perceel. In het belang van de uitbreiding van het<br />
bedrijf is de firma Roos bereid om het achterliggende perceel te kopen en alzo het bedrijf<br />
rendabelere te organiseren. Indien dit achterliggend perceel mee betrokken wordt bij de<br />
KMO-zone, dan blijft de oppervlakte lokaal bedrijventerrein onder de 5 ha. wat als<br />
richtgevende oppervlakte voor een lokaal bedrijventerrein wordt weergegeven in het<br />
RSV.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Het RUP De Brulen wordt opgemaakt in uitvoering van bindende<br />
bepaling 26 van het GRS <strong>Arendonk</strong>. Het GRS stelt dat het wenselijk is dat op de<br />
Brulen in de toekomst enkel lokale bedrijven worden toegelaten, met voorrang<br />
voor watergebonden activiteiten. Het RUP moet rekening houden met de<br />
richtlijnen die in het goedgekeurde GRS worden gegeven :<br />
de bestaande ruwe gewestplanzonering kan verfijnd worden tot op kadastrale<br />
niveau via een herschikking van de juridische voorraad. Op die manier kunnen<br />
zonevreemde situatie opgelost worden<br />
Vrijkomende of onbebouwde percelen kunnen herverkaveld worden in kleineren<br />
eenheden van 2500 m², zodat op termijn kan gestreefd worden naar een<br />
intensieve invulling van het terrein met kleinschalige activiteiten (kleinschalige,<br />
laagdynamische KMO’s). Bij de uitbreiding van bestaande bedrijven moet deze<br />
oppervlaktebepaling van 2500m² als randvoorwaarde aangehouden te worden. De<br />
huidge perceelsoppervlakte van Roos impliceert dat uitbreiding niet mogelijk is.<br />
Zuivere kleinhandel is niet toegelaten. Vanwege de slechte bereikbaarheid over de
weg zijn nieuwe weggeoriënteerde vervoersintensieve bedrijven en<br />
transportbedrijven toegelaten.<br />
De geïsoleerde regionale bedrijven die ter plaatse gegroeid zijn kunnen blijven<br />
bestaan. Bij stopzetting van een regionaal bedrijf moet gezocht worden naar een<br />
nieuwe watergebonden economische activiteit of een herstructurering van de<br />
vrijkomende infrastructuur in functie van kleinschalige, laagdynamische KMO’s<br />
(bijv. gebouwen omvormen tot KMO- complexen).<br />
Aanvullend kunnen er vanuit ruimtelijke inpassing en kwaliteitsbewaking normen<br />
opgelegd worden aan de uiterlijke verschijningsvorm van de bedrijfsactiviteit met<br />
name : aantal bouwlagen, bouwhoogte, inplanting van de gebouwen, bouwvrije<br />
zones, materiaalkeuze, buffering.<br />
Vanuit het GRS is het duidelijk dat het niet de bedoeling is dat in het RUP De<br />
Brulen bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid voorzien zou worden, het is<br />
enkel de bedoeling een gewestplancorrectie door te voeren tot op kadastraal<br />
niveau via een herschikking van de juridische voorraad. Bij de afbakening van het<br />
plangebied wordt dan ook uitgegaan van de bestaande toestand en de bestaande<br />
aanwezige functies en wordt geredeneerd vanuit het belang van de KMO-zone als<br />
geheel. De gewestplancorrectie gebeurt als volgt :<br />
enerzijds worden (delen van) percelen die in gebruik zijn voor bedrijfsactiviteiten<br />
maar in agrarisch gebied liggen herbestemd naar lokaal bedrijventerrein<br />
anderzijds worden percelen die momenteel geen bedrijfsactiviteit kennen (maar<br />
de functie van akker hebben of braakliggend zijn), die niet direct grenzen aan een<br />
weg en niet in eigendom zijn van één van de aanliggende bedrijven herbestemd<br />
naar agrarisch gebied.<br />
Enkel door deze 2 zaken tegelijk door te voeren kan globaal voldaan worden aan<br />
de grenscorrectie tot op perceelsniveau en, hieruit volgend, het feit dat geen<br />
bijkomende ruimte voor lokaal bedrijfsterrein mag voorzien worden, zoals<br />
vooropgesteld in het GRS <strong>Arendonk</strong>.<br />
Het richtcijfer van 5ha. is enkel van toepassing voor nieuwe bedrijventerreinen, en<br />
doet hier dus niet ter zake.<br />
De wijziging van het bestemmingstype (zone voor lokale bedrijvigheid) beperkt de<br />
mogelijkheden van het bedrijventerrein aanzienlijk, en geeft een aanzienlijke minwaarde<br />
bij een eventuele verkoop. De bedrijvigheid van het bedrif Roos moet gegarandeerd
lijven.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Er kan enkel rekening gehouden worden met ruimtelijke argumenten, de<br />
aangehaalde minwaarde bij verkoop kan niet mee in overweging genomen<br />
worden.<br />
De toegelaten bedrijfsactiviteiten zijn productie, opslag en verwerking van<br />
goederen, onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten en bouwnijverheid. Door de<br />
slechte bereikbaarheid van het bedrijventerrein via de weg worden<br />
transportbedrijven niet toegelaten. Grondwerkers worden niet toegelaten omdat<br />
die niet zouden voldoen aan de richtlijn uit het GRS dat een schaalverkleining<br />
noodzakelijk is voor De Brulen. Kleinhandel en autonome kantoren zijn in<br />
p r i n c i p e s o w i e s o o o k a l n i e t t o e g e l a t e n b i n n e n d e h u i d i g e<br />
gewestplanbestemming.<br />
De toegelaten bedrijfsactiviteiten komen globaal overeen met de huidige<br />
activiteiten. De voorschriften stellen dat bestaande afwijkende activiteiten mogen<br />
blijven bestaan, maar niet toenemen in oppervlakte.<br />
De toegelaten functies zijn m.a.w. gebaseerd op een verantwoorde ruimtelijke<br />
afweging.<br />
Adviesvorming <strong>Gecoro</strong><br />
Gunstig advies wordt verleend aan het RUP De Brulen mits rekening gehouden wordt<br />
met de aanpassingen zoals aangegeven in de behandeling van de bezwaren en adviezen<br />
en mits voldaan wordt aan volgende aanbevelingen :<br />
De verkeerssituatie in deze zone moet steeds mee bekeken worden. De<br />
wegeninfrastructuur aan de Brulen is niet uitgerust om extra verkeer aan te trekken. De<br />
opmaak van dit RUP mag er niet toe leiden dat bijkomende activiteiten aangetrokken<br />
worden binnen de lokale bedrijvenzone De Brulen.
2 RUP Hoge Mauw<br />
De voorzitter licht kort de achtergrond van het RUP toe en de relatie met het gemeentelijk<br />
ruimtelijk structuurplan. De voorzitter verduidelijkt de taak van de GECORO in de<br />
procedure van het RUP, als advies orgaan en als commissie die verantwoordelijk is voor<br />
de bundeling en behandeling van de bezwaren en adviezen.<br />
Behandeling adviezen en bezwaarschriften<br />
Adviezen<br />
Vlaamse Overheid<br />
Agentschap Ruimtelijke ordening en Onroerend erfgoed Vlaanderen<br />
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Hoge Mauw’<br />
van de gemeente <strong>Arendonk</strong><br />
Advies tijdens openbaar onderzoek<br />
1. rechtsgoed van het advies en relevante regelgeving of beleidskaders<br />
Op grond van artikel 49,§4, derde lid van het decreet van 19/05/99 houdende de<br />
organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd bij decreet van 10/03/06, bezorgt<br />
het agentschap RO Vlaanderen aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke<br />
ordening een advies over de overeenstemming van het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk<br />
uitvoeringsplan met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de gewestelijke ruimtelijke<br />
uitvoeringsplannen. Artikel 49 §5 voorziet dat dit advies integraal opgenomen dient te<br />
worden in het advies van de GECORO.<br />
Het ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen werd goedgekeurd op 10/07/01.<br />
Bijgevolg beslist de Deputatie over (onthouding van) goedkeuring van het gemeentelijk<br />
RUP.<br />
Het GRS van <strong>Arendonk</strong> werd goedgekeurd op 03/02/05.<br />
Binnen het plangebied geldt volgens het gewestplan de bestemming agrarisch gebied,<br />
deels met overdruk reservatiegebied.<br />
2.samenvatting van het dossier<br />
Het RUP herbestemt een deel van het agrarisch gebied ten westen van het bestaand<br />
regionaal bedrijventerrein Hoge Mauw met het oog op omvorming tot lokaal<br />
bedrijventerrein. De mogelijkheid wordt tevens voorzien om dit bedrijventerrein op dit<br />
bedrijventerrein een containerpark van max. 1ha in te planten. De bruto oppervlakte van<br />
het bedrijventerrein (incl. wegenis, buffering) bedraagt ca. 14ha. (Deelplan 1)<br />
Tevens bevat het RUP de afschaffing van de volledige reservatiestrook omleiding N118,<br />
die voor een deel doorheen het plangebied van het beoogde bedrijventerrein loopt.<br />
(Deelplan 2)<br />
3. beknopte historiek<br />
Op 29/06/07 en 22/10/07 werden omtrent het gemeentelijk RUP Hoge Mauw plenaire
vergaderingen gehouden. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar gaf hierbij<br />
telkens een ongunstig advies, om reden dat het vanuit RSV essentieel is dat de<br />
mogelijkheden om de taakstelling aan regionaal bedrijventerrein binnen het specifiek<br />
economisch knooppunt te realiseren, niet gehypothekeerd mogen worden. De gekozen<br />
locatie werd van een dergelijk strategisch belang bevonden dat deze eerder voor<br />
regionale dan voor lokale bedrijven in aanmerking komt. Een bundeling van een lokaal<br />
bedrijventerrein aan de Hoge Mauw werd ondersteund, maar een ruimtelijk afweging zou<br />
moeten leiden tot een nieuw locatievoorstel dat de ontwikkeling van een voldoende ruim<br />
regionaal bedrijventerrein niet hypothekeert. Tevens werd opgemaakt dat de<br />
voorgestelde oppervlakte van ca. 14ha fel afwijkt van de indicatieve oppervlakte van 5ha<br />
die het RSV vooropstelt voor lokale bedrijventerreinen.<br />
Op 10/12/07 werd het plan voorlopig aanvaard door de gemeenteraad. Het openbaar<br />
onderzoek loopt van 27/12/07 tot 28/02/08.<br />
4. verenigbaarheid met Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen<br />
deelplan 1:<br />
<strong>Arendonk</strong> is in het RSV geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. Binnen de<br />
economische knooppunten worden economische ontwikkelingen gestimuleerd en<br />
geconcentreerd, economische knooppunten komen in principe in aanmerking voor het<br />
voorzien van een bijkomend aanbod aan regionale bedrijventerreinen. De locatie Hoge<br />
Mauw kent binnen het economisch knooppunt een strategische ligging, met name<br />
aansluitend bij een bestaand regionaal bedrijventerrein en bij een secundaire weg type II<br />
(N 118) die ontsluiting biedt naar het in de onmiddellijke nabijheid gelegen hoofdwegennet<br />
(E34, afrit 26). Op provinciaal niveau is omwille van deze strategische ligging eerder de<br />
procedure opgestart voor de opmaak van een RUP voor een regionaal bedrijventerrein,<br />
met name tussen het bestaande bedrijventerrein, E34, N118 en het woonlint Klotputten-<br />
Berendonk. Over het voorontwerp van dit RUP vond op 22/04/03 een plenaire<br />
vergadering plaats. Sindsdien is er geen vooruitgang van dit proces bekend.<br />
Vanuit het RSV is het essentieel dat de mogelijkheden om de taakstelling aan regionaal<br />
bedrijventerreinen binnen het specifiek economisch knooppunt te realiseren, niet<br />
gehypothekeerd worden. De locatie die in het voorliggende gemeentelijk RUP wordt<br />
gekozen voor de inplanting van een lokaal bedrijventerrein is van een dergelijk<br />
strategisch belang dat deze eerder voor regionale dan voor lokale bedrijven in<br />
aanmerking komt.<br />
Zoals in het advies van de minister over het ontwerp-GRS werd gesteld, kan een<br />
bundeling van een lokaal en regionaal bedrijventerrein aan de Hoge Mauw ondersteund<br />
worden, maar moet een ruimtelijke afweging leiden tot een ander locatievoorstel. De<br />
gekozen locatie mag de ontwikkeling van een voldoende ruim regionaal bedrijventerrein<br />
niet hypothekeren.<br />
Tevens wordt opgemerkt dat de voorgestelde oppervlakte van ca. 14ha erg afwijkt van<br />
de indicatieve oppervlakte van 5ha die het RSV vooropstelt voor lokale<br />
bedrijventerreinen. Het GRS spreekt over 8.25ha, waarbij in een voetnoot wordt vermeld<br />
dat dit een netto oppervlakte is (terwijl de indicatieve oppervlaktes vermeld in het RSV als<br />
bruto bedoeld zijn). In het RUP wordt nu daarbovenop een verschil tussen netto- en<br />
bruto-oppervlakte voorzien dat verhoudingsgewijze erg ruim is opgevat (bovenop de<br />
netto-oppervlakte van 8.5ha wordt immers 4.4ha aan wegenis/parking/buffer voorzien).<br />
Bovendien wordt 1 ha aan de oppervlakte toegevoegd in functie van het containerpark;<br />
het is niet duidelijk waarom dit containerpark niet kan ingeplant worden binnen de reeds<br />
geruime opgevatte oppervlakte van het bedrijventerrein.
In de toelichtingsnota (p. 35 e.v.) wordt in de huidige versie geargumenteerd dat het<br />
betreffende westelijke uitbreidingsgebied niet geschikt is voor regionale bedrijvigheid en<br />
dit op basis van het ontbreken van een draagvlak, in het bijzonder in relatie tot de<br />
woongebieden met landelijk karakter (vnl. gehucht Berendonk) in de onmiddellijke<br />
omgeving.<br />
Hierbij dient opgemerkt dat in het RUP een nieuwe hoofdontsluiting doorheen het<br />
bedrijventerrein wordt voorzien dien rechtstreeks aansluit op de N118 van waar verder in<br />
zuidelijke richting naar de E34 ontsloten kan worden. Hierdoor wordt het noordelijk<br />
gelegen gehucht ontlast van ontsluiting waardoor geen wezenlijke verhoging van<br />
dynamiek mag plaatsvinden. De overgang van regionaal naar landelijke woongebieden<br />
kan gebeuren via het inplanten van een voldoende brede bufferstrook. De relatie met het<br />
gehucht Berendonk lijkt dan een onvoldoende sterk argument om regionale bedrijvigheid<br />
op deze strategische locatie uit te sluiten.<br />
Verder wordt in de voorliggende toelichtingsnota (p. 36 e.v.) beargumenteerd dat het<br />
gekozen plangebied de enige mogelijkheid is om een lokaal bedrijventerrein van de<br />
beoogde omvang – ca. 14 ha. – in te planten.. De meer noordelijke zones (tussen<br />
Klotputten en Berendonk) zouden hiervoor niet in aanmerking komen en dit omwille van<br />
hun beperktere oppervlakte en hun meer versnipperd karakter.<br />
In dit verband dient terug verwezen naar mijn bovenvermelde bedenkingen aangaande<br />
de beoogde oppervlakte van het lokaal bedrijventerrein; deze is inderdaad zeer ruim in<br />
vergelijking met de indicatieve 5ha die het RSV vooropstelt. Dit mag geen aanleiding<br />
geven tot het uitsluiten van de meer noordelijke gelegen zones voor de inplanting van een<br />
lokaal bedrijventerrein en het daardoor hypothekeren van de invulling van de ruimste<br />
zone in functie van regionale bedrijvigheid.<br />
deelplan 2 :<br />
De reservatiestrook voor de omleiding N 118 wordt in dit deelplan in zijn geheel<br />
opgeheven. Er bestaat vanuit het hoger beleidskader geen bezwaar tegen de afschaffing<br />
van de reservatiestrook doorheen het plangebied. De weg is niet geselecteerd als<br />
secundaire of primaire weg waardoor een afweging op lokaal niveau kan gebeuren.<br />
5. toetsing aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan<br />
deelplan 1 :<br />
De toelichtingsnot verwijst naar het richtinggevend deel van het GRS waarin de<br />
gemeentelijke suggestie aan de provincie voorziet in een bundeling van een bijkomend<br />
lokaal en regionaal bedrijventerrein aansluitend bij het bestaande bedrijventerrein Hoge<br />
Mauw. Op die manier zou een gemengd bedrijventerrein met gedifferentieerd aanbod aan<br />
lokale en regionale bedrijfskavels ontstaan.<br />
De toelichtingsnota verwijst tevens naar het bindend deel waarin onder bindende bepaling<br />
nr. 27 staat vermeld dat de gemeente een RUP opmaakt om een deel van het agrarische<br />
gebied aan Hoge Mauw om te vormen tot lokaal bedrijventerrein.<br />
In het advies van de minister over het ontwerp-GRS werd reeds gesteld dat het principe<br />
van bundeling van een lokaal en regionaal bedrijventerrein aan de Hoge Mauw<br />
ondersteund kan worden, maar dat een ruimtelijke afweging zou moeten leiden tot een<br />
locatievoorstel waarbij de gekozen locatie de ontwikkeling van een voldoende ruim<br />
regionaal bedrijventerrein niet mag hypothekeren.<br />
De aanduiding van een ‘zone met nader te bepalen contouren van een lokaal<br />
bedrijventerrein’ ter hoogte van het bestaande plangebied op de kaart ‘gewenste<br />
ruimtelijke economische structuur’ in het GRS werd duidelijk aangegeven als
‘symbolische weergave’. Dit legde de locatie voor een nieuw lokaal bedrijventerrein<br />
derhalve niet vast maar liet inderdaad ruimte voor een nieuw locatievoorstel.<br />
deelplan 2 :<br />
In de gewenste verkeers- en vervoersstructuur van het GRS wordt de betreffende weg<br />
inderdaad niet weerhouden als bedrijfsontsluiting. De gemeente kan inderdaad instaan<br />
voor het afschaffen van het volledige tracé.<br />
6. andere inhoudelijke opmerkingen<br />
De opmerkingen aangaande de stedenbouwkundige voorschriften, die de gewestelijk<br />
stedenbouwkundig ambtenaar tijdens de plenaire vergadering in bijkomende orde<br />
formuleerde, werden grotendeels aangepast. Als opmerking resteert dat het begrip<br />
‘complementaire voorzieningen’ in de zone voor lokaal bedrijventerrein met containerpark<br />
eenduidig dient gedefinieerd.<br />
7. algemene conclusie<br />
deelplan 1 :<br />
Het ontwerp RUP is voor wat betreft deelplan 1 niet in overeenstemming met de opties<br />
van het RSV inzake specifiek economische knooppunten. Vanuit het RSV is het<br />
essentieel dat de mogelijkheden om de taakstelling aan regionaal bedrijventerreinen<br />
binnen het specifiek economisch knooppunt te realiseren, niet gehypothekeerd mogen<br />
worden. De gekozen locatie is, omwille van de ligging, aansluitend bij een bestaand<br />
regionaal bedrijventerrein en bij een secundaire weg type II (N118) die ontsluiting biedt<br />
naar het in de onmiddellijke nabijheid gelegen hoofdwegennet (E34, afrit 26), van een<br />
dergelijk strategisch belang dat deze eerder voor regionale dan voor lokale bedrijven in<br />
aanmerking komt.<br />
Aan het principe van bundeling van een lokaal en regionaal bedrijventerrein aan de Hoge<br />
Mauw uit het GRS is voldaan. Zoals reeds gesteld in het kader van de advisering van het<br />
GRS dient een ruimtelijke afweging echter te leiden tot een nieuw locatievoorstel dat de<br />
ontwikkeling van een voldoende ruim bedrijventerrein niet hypothekeert. Dit gebeurt in het<br />
huidige RUP niet.<br />
<strong>Gecoro</strong> : De <strong>Gecoro</strong>- vergadering kan hiermee niet akkoord gaan. Binnen een<br />
specifiek economisch knooppunt moet ruimte zijn voor zowel regionale als lokale<br />
bedrijventerreinen.<br />
Het betreffende advies van de minister over het ontwerp van het GRS <strong>Arendonk</strong><br />
vermeldt het volgende : overwegende dat volgende opmerkingen aanleiding<br />
kunnen geven tot een strijdigheid met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen<br />
betrekking hebben op het feit dat de afweging dient te leiden tot een voorstel van<br />
locatie voor een lokaal bedrijventerrein, en dat een uitbreiding ten noorden van<br />
Berendonk niet aangewezen is. Op basis van deze bemerking is in het ontwerp-<br />
GRS toen de locatie voor het lokaal bedrijventerrein symbolisch aangeduid (welke<br />
ook in het goedgekeurde GRS werd opgenomen). Er wordt in het advies dus geen<br />
verwijzing gemaakt naar regionale bedrijvigheid. Het is ook niet de taak van de<br />
gemeente om een regionaal bedrijventerrein aan te duiden.<br />
In de toelichtingsnota is expliciet gemotiveerd dat, op basis van een stopgezette<br />
PRUP –procedure er geen draagvlak is, en de betreffende specifieke locatie<br />
ruimtelijk niet geschikt is voor de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein,<br />
en dus de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein niet hypothekeerd.<br />
Tevens wordt opgemerkt dat de voorgestelde oppervlakte van ca. 14 ha fel afwijkt van
de indicatieve oppervlakte van 5ha die het RSV vooropstelt voor lokale<br />
bedrijventerreinen.<br />
Deelplan 1 wordt om deze redenen ongunstig geadviseerd.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Het RSV formuleert volgende inrichtingsprincipes voor een bijkomend<br />
lokaal bedrijventerrein in een hoofddorp type II :<br />
de ontsluiting gebeurt rechtstreeks op secundaire wegen<br />
het bedrijventerrein heeft een richtgevende omvang van 5 ha.<br />
de motivering voor de behoefte gebeurt in het GRS.<br />
Aanvullend stelt het RSP Antwerpen dat de behoefte aan lokaal bedrijventerrein<br />
wordt bepaald in het GRS. In het GRS <strong>Arendonk</strong> wordt de ruimtebehoefte aan<br />
lokaal bedrijventerrein netto op ongeveer 8,25 ha. geschat. Deze<br />
behoefteberekening uit het GRS is ook weergegeven in punt 3.2.3.2 van de<br />
toelichtingsnota van het RUP Hoge Mauw. Dat deze behoefte reëel is wordt<br />
bovendien bevestigd op basis van een concrete lijst van bedrijven die tussen<br />
2000 en 2006 op zoek zijn gegaan naar een bedrijfsgrond in <strong>Arendonk</strong> (p. 49 van,<br />
de toelichtingsnota). Binnen het RUP hoge Mauw wordt nu effectief 8,6 ha netto<br />
voor bedrijfsgronden voorzien (zie punt 5.4 van de toelichtingsnota), wat<br />
overeenkomt met de raming uit het GRS.<br />
De oppervlakte die in het RUP Hoge Mauw voorzien wordt is gemotiveerd en wijkt<br />
niet af van wat het RSV en het RSP Antwerpen stellen (de behoefte wordt in het<br />
GRS bepaald). Er wordt afgeweken van het richtcijfer, maar op basis van een<br />
gefundeerde en ruimtelijk verantwoorde onderbouwing.<br />
deelplan 2 :<br />
Er bestaat vanuit het RSV en het GRS geen bezwaar tegen de afschaffing van de<br />
reservatiestrook doorheen het plangebied. De weg is niet geselecteerd als secundaire of<br />
primaire weg waardoor een afweging inderdaad op lokaal niveau kan gebeuren. In de<br />
gewenste verkeers- en vervoersstructuur van het GRS wordt de weg inderdaad niet<br />
weerhouden als bedrijfsontsluiting.<br />
Deelplan 2 wordt om deze redenen gunstig geadviseerd.<br />
<strong>Gecoro</strong> : akte wordt genomen van het gunstige advies<br />
Dienst Ruimtelijke planning van de Provincie Antwerpen<br />
<strong>Gecoro</strong> : akte wordt genomen van het gunstig advies<br />
Gemeentebestuur Retie<br />
<strong>Gecoro</strong> : akte wordt genomen van het gunstig advies.<br />
Bezwaren<br />
bewoners Groot Berendonk (121 ondertekenaars)<br />
Bewoners Huiskens (27 ondertekenaars)<br />
Inhoud van het bezwaar :<br />
Beide bezwaarschriften zijn inhoudelijk gelijk zodat ze samen behandeld zullen worden.
Aan vullend kan gesteld worden dat het bezwaarschrift vanuit Huiskens stelt dat ze niet<br />
tegen de kmo- zone op zich zijn, maar dat een grondige oplossing gezocht moet worden<br />
voor het zware verkeer van en naar het nu al bestaande bestaande regionale<br />
bedrijventerrein.<br />
Groene landschappen worden volledig ingepalmd door bedrijven<br />
<strong>Gecoro</strong> : Het RUP Hoge Mauw is een uitvoering van de bindende bepaling 27 van<br />
het goedgekeurde gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van <strong>Arendonk</strong> waarin<br />
gesteld wordt dat de gemeente een RUP opmaakt om een deel van het agrarisch<br />
gebied aan Hoge Mauw om te vormen tot lokaal bedrijventerrein. Hier zijn goede<br />
ruimtelijke argumenten voor oa. de ligging vlakbij op – en afrit van de E34 en de<br />
bundeling bij een bestaand bedrijventerrein zodat een verdere versnippering door<br />
verspreide ligging van bedrijventerreinen vermeden wordt.<br />
Bij opmaak van het RUP Hoge Mauw werd in het agrarisch gebied rond Hoge<br />
Mauw gezocht naar de meest geschikte locatie om het bedrijventerrein in te<br />
planten, d.w.z. een inplanting die de minste impact heeft op de landschappelijke,<br />
natuurlijke en agrarische structuur van de gronden rond Hoge Mauw. Deze<br />
afweging en motivering is uitgebreid weergegeven in hoofdstuk 4 van de<br />
toelichtingsnota.<br />
Het RUP Hoge Mauw wordt ingeplant in een zone met ingesloten<br />
landbouwpercelen, afgezonderd van de structureel agrarische gebieden in de<br />
omgeving (zoals broekstraat en omgeving watering). Ook de natuurlijke<br />
zwaartepunten in <strong>Arendonk</strong> situeren zich elders. Zoekzones in noordelijke,<br />
oostelijke en/of zuidelijke richting zijn wel meer landschappelijk of natuurlijk<br />
waardevol, of maken deel uit van een structureel agrarisch gebied :<br />
In noordelijke richting worden de ruimtelijke randvoorwaarden bepaald door de<br />
aanwezigheid van een landschappelijk waardevol agrarisch gebied (structureel<br />
agrarisch gebied met alluviale bodem) en de aanwezigheid van een woongebied<br />
met landelijk karakter (gehucht Berendonk). Een uitbreiding van Hoge Mauw in<br />
noordelijke richting is dus niet aangewezen.<br />
Een uitbreiding van Hoge Mauw in oostelijke richting is niet geoorloofd door de<br />
aanwezigheid van een landschappelijk waardevol agrarisch gebied en bosgebied<br />
( n a t u u rg e b i e d v o l g e n s h e t g e w e s t p l a n , h a b i t a t ri c h t l i j n g e b i e d ,<br />
vogelrichtlijngebied). Bovendien gaat het om overwegend laaggelegen<br />
moerassige grond (het broninfiltratie gebied van de bovenlopen van de Kleine
Nete).<br />
In zuidelijke richting wordt Hoge Mauw voornamelijk begrensd door een<br />
bosgebied met natte corridorfunctie langs de E34 (natuurgebeid volgens het<br />
gewestplan). Een ontwikkeling in zuidelijke richting is dus eveneens niet<br />
aangewezen.<br />
Een ontwikkeling in westelijke richting is aangewezen. De mogelijkheden om te<br />
ontsluiten via de N118 vanaf de E34 en de beperkte landschappelijke en<br />
agrarische potenties van het westelijke gebied beargumenteren dit (een<br />
uitbreiding in een andere dan westelijke richting betekent trouwens sowieso een<br />
ontwikkeling weg van de N118) Het aanbod aan potentieel bedrijventerrein tussen<br />
de N118 en het bestaande bedrijventerrein ligt in agrarisch (ruilverkavelings)<br />
gebied dat door de aanwezigheid van de E34, N118, Hoge Mauw en het gehucht<br />
Berendonk en een aantal zonevreemde woningen gefragmenteerd, versnipperd<br />
en daardoor marginaal te noemen is.<br />
Bedrijven komen tot tegen de N118 zonder enige bufferzone (lawaai en milieuhinder).<br />
Deze zone wordt specifiek ingericht voor zichtlocatie zodat er geen bufferzone voorzien<br />
is tussen woningen en bedrijven (enkel een grasperk van 15m).<br />
<strong>Gecoro</strong> : Rondom het hele bedrijventerrein wordt een buffer voorzien, met een<br />
afschermende en esthetische functie. De voorschriften stellen dat voor het deel<br />
van de buffer langs de N118 de afschermende functie inderdaad van secundair<br />
belang is, zodat hier niet per sé een buffer met een dichte structuur voorzien<br />
moet worden. Op de inrichtingsschets in de toelichtingsnota wordt dit gebied<br />
aangeduid als een groenzone bestaande uit een grasveld en een strook met lage<br />
struiken en een bomenrij, zodat een doorzichtig groen scherm ontstaat.<br />
In welke mate het ontbreken van een buffer langs de N118 een bijdrage levert aan<br />
de lawaai- en milieuhinder in de omgeving kan moeilijk ingeschat worden (in de<br />
buurt is er immers ook de autosnelweg en het niet gebufferde regionaal<br />
bedrijventerrein Hoge Mauw). Visueel is er natuurlijk wel een verschil wanneer een<br />
dichte buffer, een doorzichtig groenscherm of geen groenscherm of geen<br />
groenscherm voorzien wordt. Als het groenscherm geen dicht scherm is kan dit<br />
een zichtlocatie zijn voor bedrijven. De <strong>Gecoro</strong> is van mening dat het<br />
bedrijventerrein beter gebufferd kan worden met een dicht scherm in plaats van<br />
hier een zichtlocatie te voorzien. De <strong>Gecoro</strong> volgt hierbij het bezwaarschrift en<br />
geeft als aanbeveling de voorwaarden aan te passen dat ook langsheen de N118
een dichte buffer moet voorzien worden.<br />
Door een verschuiving van de toegangsweg zal alle verkeer van en naar de zone in twee<br />
richtingen door Huiskens voorbijkomen. Vermits doorgaand verkeer vanuit Reusel en<br />
Ravels uit het centrum is verbannen en afgeleid worden naar de E34, zal binnen de<br />
kortste keren een verkeersinfarct ontstaan. Voorbeelden uit de buurt tonen aan dat een<br />
weg als de N118 zoveel verkeer (zeker op spitsmomenten) niet aankan, met files tot op<br />
de E34 tot gevolg. Berendonk en Klotputten zullen bijkomend sluipverkeer kennen,<br />
evenals de Horststraat. Het verkeer laten wegvloeien druist regelrecht in tegen de<br />
mobiliteitsplannen van het Vlaamse Gewest.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Het voorzien van een nieuwe hoofdtoegang meer noordelijk is gebeurd<br />
vanuit verkeersveiligheidoverwegingen en om een vlotte toegankelijkheid voor<br />
het bedrijventerrein (bestaande en nieuwe deel) te kunnen garanderen. De<br />
hoofdtoegang situeert zich momenteel onderaan de brug over de E34. Via een<br />
haakse bocht wordt de wegenis van het regionaal deel van Hoge Mauw bereikt.<br />
De hoofdtoegang is onveilig en onpraktisch (onderaan de helling van de brug,<br />
zeer scherpe bocht) om als volwaardige toegang te kunnen fungeren.<br />
De nieuwe toegang tot het bedrijventerrein van op Huiskens is volledig in<br />
overeenstemming met de principes uit gewestelijke, provinciale en gemeentelijke<br />
plannen. :<br />
Het richtgevend deel van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelt dat een<br />
nieuw lokaal bedrijventerrein via een gemeentelijke verzamelweg rechtstreeks op<br />
een primaire weg of een secundaire weg moet ontsluiten. Het RUP Hoge Mauw<br />
voldoet hieraan<br />
Het Ruimtelijk Stuctuurplan Provincie Antwerpen selecteert de N118 als een<br />
secundaire weg type II. Deze selectie is vooral ingegeven door de verzamelfunctie<br />
voor het bedrijventerrein Hoge Mauw (richting E34).<br />
Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van <strong>Arendonk</strong> en het Mobiliteitsplan<br />
<strong>Arendonk</strong> volgt de selectie als secundaire weg type II.<br />
M.a.w. op basis van deze plannen van de verschillende beleidsniveaus wordt het<br />
belang van de N118 voor de ontsluiting van Hoge Mauw onderkend. Hieruit blijkt<br />
ook dat een duidelijke verkeersfunctie aan de N 118 (ter plaatse van Hoge Mauw)<br />
wordt toegekend, m.a.w. dat de verblijfsfunctie van onderschikt belang is.<br />
Samen met het voorzien van een nieuwe toegang worden volgende ingrepen<br />
voorzien, zoals vermeld in de toelichtingsnota :
In het RUP Hoge Mauw wordt een nieuwe hoofdtoegang voorzien. Omdat dan<br />
een nieuwe aansluiting op de N118 wordt aangebracht, wordt de noordelijke<br />
ontsluiting via klotputten afgeschaft, zodat het aantal kruispunten (potentiële<br />
conflictpunten) maximaal gelijk blijft. Hier wordt enkel een toegang voor fietsers<br />
voorzien. Vanuit woonlint Berendonk is dus geen toegang (per gemotoriseerd<br />
voertuig) tot het bedrijventerrein meer mogelijk.<br />
Anderzijds wordt de huidige toegang tot Hoge Mauw een selectieve toegang<br />
(vooral in functie van de woningen langs Klotputten en de bedrijven helemaal ten<br />
zuiden). Deze selectieve toegang kan bvb enkel als ingang, niet als uitgang wat<br />
de veiligheid van dit kruispunt verhoogd.<br />
Klotputten kan afgeschaft worden in het zuidwestelijk deel van het plangebied.<br />
Wel wordt een nieuwe secundaire toegang tot het zuidelijk deel voorzien van op<br />
het lokaal bedrijventerrein, voornamelijk voor de enkele woningen en bedrijven<br />
langs het zuidelijk deel van Klotputten (gele stippelijn).<br />
De toegang tot de woonlinten Berendonk kan in principe alleen nog via de weg<br />
Berendonk genomen worden.<br />
Vanuit de woonlinten is er via Berendonk nog één bijkomende secundaire<br />
toegang tot het regionaal bedrijventerrein mogelijk. Deze toegang kan eventueel<br />
verboden worden voor vrachtwagens.<br />
Door deze ingrepen wordt sluipverkeer onmogelijk en wordt het vrachtverkeer<br />
met bestemming Hoge Mauw gescheiden van het autoverkeer van de woonlinten<br />
Berendonk.<br />
Op basis van al deze overwegingen kan gesteld worden dat de ontsluiting van<br />
Hoge Mauw zoals voorgesteld in het RUP vanuit ruimtelijk - planologisch<br />
standpunt de beste keuze : er kan een verbetering van de verkeersveiligheid en de<br />
toegankelijkheid verwacht worden, capaciteitsproblemen worden niet verwacht.<br />
De bezorgdheid in het bezwaarschrift kan gevolgd worden, wat betreft de<br />
verkeersleefbaarheid, ondanks het feit dat de verkeersfunctie duidelijk primeert<br />
op dit deel van de N118 / Huiskens worden nu inderdaad alle (vracht)verkeer van<br />
en naar het bedrijventerrein gestuurd, wat een impact heeft op de<br />
verkeersleefbaarheid van het woongebied met landelijk karakter langs de N118. De<br />
<strong>Gecoro</strong> stelt dat het gemeentebestuur zich moet engageren om het voorgestelde<br />
ontsluitingssysteem te optimaliseren en in de mate van het mogelijke tegemoet
moet komen aan de bezorgdheid die in het bezwaarschrift geuit wordt.<br />
In het verleden heeft het gemeentebestuur verschillende pogingen ondernomen<br />
om de lange afrit langs de E34 (ten zuiden van het regionaal deel Hoge Mauw)<br />
mee in te schakelen in de ontsluiting van Hoge Mauw, zonder resultaat. Deze<br />
piste moet alleszins opnieuw bewandeld worden. De <strong>Gecoro</strong> vraagt daarom ook<br />
met aandrang dat het gemeentebestuur alles in het werk stelt om deze afrit te<br />
realiseren. Ook stelt de <strong>Gecoro</strong> dat de hogere overheid die belast is met het<br />
beheer van de N118 op zijn verantwoordelijkheid gewezen dient te worden om in<br />
een vlotte ontsluiting van het bedrijventerrein naar een gewestweg te voorzien.<br />
Op deze manier kan een aanzienlijk deel van het vrachtverkeer rechtsreeks van<br />
het bedrijventerrein naar de E34 geleid worden. Dit zou een sterke afname van het<br />
aantal (vracht)verplaatsingen langsheen Huiskens betekenen.<br />
Het rond punt of kruispunt op Huiskens en de toegangsweg kan nog verplaatst worden.<br />
Nergens langs de N118 is dit aanvaardbaar, vanwege lawaaierig zwaar hinderend,<br />
vervuilend verkeer. Als deze verpaatst wordt is enkel een verplaatsing naar de<br />
superlange afrit vanuit Nederland aanvaardbaar.<br />
<strong>Gecoro</strong> : De nieuwe toegang en toegangsweg langs Huiskens is op het grafisch<br />
p lan in o verd ru k, sym b o lisch en in d icat ief w eerg eg even . In d e<br />
stedenbouwkundige voorschriften wordt dit verduidelijkt : Dit wil zeggen dat de<br />
exacte ligging, de dimensionering en het ontwerp ervan in de inrichting moet<br />
gebeuren. Bovendien werd de hooofdontsluitingsweg in overdruk aangeduid,<br />
zodat de onderliggende bestemming van toepassing blijft daar waar de<br />
hoofdontsluitingsweg niet uitgevoerd is.<br />
Concreet kan deze toegang en toegangsweg dus inderdaad nog verplaatst<br />
worden. Vanuit de inrichting van het gebied zal deze toegang en toegangsweg bij<br />
benadering liggen waar hij nu is aangeduid, en niet extreem opschuiven tot aan<br />
de noordelijke of zuidelijke grens van het plangebied omdat het logisch is dat een<br />
hoofdtoegangsweg centraal in het gebied ligt (dat geeft immers de meest<br />
optimale indeling van de percelen) en omdat het voorgestelde concept sowieso<br />
een aantakking op Klotputten (ten oosten van plangebied) als aansluiting met het<br />
bestaande bedrijventerrein, moet gezocht worden. Het is logisch dat deze<br />
aantakking gebeurt vanuit de meest rechte lijn vanop N118, omdat een groot deel<br />
van het verkeer dat over deze weg zal rijden een bestemming heeft op het
egionaal deel.<br />
Mogelijke aanwezigheid van commercieel gerichte bedrijven zullen eveneens voor<br />
overlast zorgen (verkeersveiligheid, wildparkeren, verkeersoverlast in de weekends).<br />
Door de zone voor zichtlocaties zullen ook commercieel gerichte bedrijven aangetrokken<br />
worden.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Commercieel gerichte bedrijven kunnen niet vergund worden volgens<br />
artikel 1 van de stedenbouwkundige voorschriften (er wordt van uitgegaan dat in<br />
het uitgangspunt met een “commercieel gericht bedrijf” een bedrijf bedoeld<br />
wordt dat kleinhandel enkel of hoofdzakelijk als hoofdactiviteit heeft, d.w.z. een<br />
bedrijf dat rechtsreeks aan de individuele consument verkoopt). Deze<br />
voorschriften stellen immers :<br />
Het lokaal bedrijventerrein Hoge Mauw is bestemd voor bedrijven van lokaal<br />
belang met één van volgende hoofdactiviteiten :<br />
Productie, opslag en verwerking van goederen<br />
Onderzoeks en ontwikkelingsactiviteiten<br />
- Een beperkte oppervlakte per bedrijf voor kantoren en toonzalen<br />
gekoppeld aan de productieactiviteit van individuele bedrijven is toegelaten, voor<br />
zover deze oppervlakte maximaal 20% van de bebouwde gelijkvloerse oppervlakte<br />
bedraagt en voor zover deze activiteiten geen loketfunctie hebben of autonome<br />
activiteiten uitmaken.<br />
Niet toegelaten functies :<br />
Kleinhandel<br />
Autonome kantoren<br />
Agrarische productie<br />
VOKA KEMPEN<br />
Inhoud van het bezwaar :<br />
Voka werkgroep kempen kan zich vinden in het RUP Hoge Mauw. Er wordt 1<br />
bek ommernis meegegev en, namelijk een oplos s ing te z oek en v oor de<br />
verkeersafwikkeling van het bestaande bedrijventerrein en in combinatie met het lokaal<br />
bedrijventerrein.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Het issue van de verkeersafwikkeling werd uitvoerig besproken in de<br />
behandeling van het vorige bezwaarschrift zodat hiernaar verwezen wordt.
Groen <strong>Arendonk</strong><br />
Inhoud van het bezwaar :<br />
Groen <strong>Arendonk</strong> meldt geen kritiek te hebben op de aanleg van bijkomende plekken voor<br />
KMO, containerpark en industrie aan de Huiskens. Volgende bemerkingen worden<br />
gegeven.<br />
De in het inrichtingsplan voorgestelde parkeerplaats voor bezoekers en transporteurs,<br />
met de bedoeling hier een bewegwijzeringsplan van de zone te voorzien, kan een goed<br />
idee zijn, maar lijkt overbodig te zijn. Goede opritten en een plek voor leveranciers op de<br />
percelen zelf kan het ruimtebeslag van de parking voorkomen en een bijkomend perceel<br />
voor industriële ontwikkeling voorzien.<br />
De parking waarvan sprake is, was bedoeld als een zone waar inderdaad een<br />
informatiebord kan staan, eventueel zou hier op termijn ook een bus kunnen<br />
stoppen in functie van het bedrijventerrein. Het is een zone waar een aantal<br />
gemeenschappelijke voorzieningen kunnen ingeplant worden, zodat deze ruimte<br />
niet op de bedrijfspercelen zelf voorzien dient te worden (en de bedrijfspercelen<br />
zelf maximaal in functie van de bedrijvigheid zelf kunnen ingericht worden, bvb.<br />
een deel zou kunnen ingericht worden als bezoekersparking voor de omliggende<br />
bedrijven) De zone kan zodanig ingericht worden dat een representatieve<br />
toegang voor het bedrijventerrein ontstaat. Er zijn dus creatieve mogelijkheden<br />
wat betreft de inrichting van een dergelijke zone.<br />
Over de ruimte die dergelijke zone kan/mag innemen kan inderdaad over<br />
gediscussieerd worden. De inrichtingsschets uit het dossier geeft een mogelijke<br />
inrichting weer, en is dus niet definitief. Bij de definitieve inrichting, na<br />
goedkeuring van het RUP, zal de bemerking mee in overweging genomen<br />
worden.<br />
De relatie tussen het lokaal en het regionaal deel van Hoge Mauw wordt tekstueel<br />
weergegeven, maar niet op kaart. In het kader van het mobiliteitsvraagstuk en de globale<br />
verkeersafwikkeling is dit nochtans van groot belang.<br />
<strong>Gecoro</strong> : De relatie tussen beide delen, in het kader van de verkeersafwikkeling,<br />
wordt weergegeven in figuur 14 (huidige ontsluiting) en figuur 31 (nieuw voorstel<br />
van ontsluiting) van de toelichtingsnota.<br />
De nieuwe ontsluitingsweg, de aantakking hiervan op de N118 en de kruising hiervan met<br />
de fietspaden is niet in detail uitgewerkt. Wellicht biedt ook het op – en afrittencomplex
aan de E34 mogelijkheden om een rechtsreeks ontsluiting vanaf Hoge Mauw te voorzien<br />
voor vrachtverkeer.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Het is niet de bedoeling dat in een RUP gedetailleerde<br />
verkeerstechnische plannen van wegen en kruispunten worden uitgewerkt. In de<br />
toelichtingsnota wordt wel de relatie met aanwezige fietspaden weergegeven (p.<br />
46) en wordt verwezen naar de streefbeeldstudie van de N118 waar het RUP Hoge<br />
Mauw aan tegemoet komt.<br />
Voor de ontsluiting rechtstreeks via de E34 kan verwezen worden naar het vorig<br />
bezwaarschrift waar deze problematiek uitgebreid behandeld wordt.<br />
De suggestie wordt gedaan om samen met de verdere uitbouw van Hoge Mauw te<br />
starten met parkmanagement.<br />
<strong>Gecoro</strong> : Het gemeentebestuur kan deze suggestie in overweging nemen bij de<br />
effectieve ontwikkeling van het lokale bedrijventerrein.<br />
Adviesvorming <strong>Gecoro</strong><br />
Gunstig advies wordt verleend aan het RUP Hoge Mauw mits rekening gehouden wordt<br />
met de aanpassingen zoals aangegeven in de behandeling van de bezwaren en adviezen<br />
en mits voldaan wordt aan volgende aanbevelingen :<br />
Aanpassing van de foutieve RAL-kleur (RAL 4016) opgave in de stedenbouwkundige<br />
voorschriften naar RAL 7016 (Antracietgrijs)<br />
De parkeerplaats die in de inrichtingsschets opgenomen is moet met voldoende<br />
omzichtigheid aangelegd worden. De parkeerplaats mag geen overlast bezorgen voor de<br />
omgeving. Dit mag geen uitnodiging zijn om vrachtwagens aan te trekken voor<br />
overnachting.<br />
De verhuis van het containerpark naar het nieuwe lokale bedrijventerrein is een goede<br />
zaak. Een containerpark sluit beter aan bij een lokaal dan een regionaal bedrijventerrein.<br />
Daarenboven is de huidige locatie van het containerpark te klein is. De ontwikkeling van<br />
het nieuwe bedrijventerrein zou dus een opportuniteit zijn om hier het containerpark<br />
naartoe te verplaatsen. De huidige bestemming van het containerpark is regionaal<br />
bedrijventerrein en dit moet ook voor deze bestemming gevrijwaard worden na verhuis<br />
van het containerpark.<br />
De <strong>Gecoro</strong> is van oordeel dat de ontwikkeling van het bedrijventerrein optimaal en op<br />
korte termijn dient gerealiseerd te worden. Er moet een bouwverplichting worden<br />
opgelegd aan de toekomstige eigenaars van een perceel binnen de nieuwe<br />
bedrijvenzone. Bij de verkoop van de gronden zal de toewijzing gebeuren volgens
epaalde randvoorwaarden zoals werkgelegenheid, startersbedrijf, binding met<br />
<strong>Arendonk</strong>,… . Bij de verkoop van de gronden zullen clausules opgenomen worden die<br />
speculatieve aankopen zullen uitsluiten. Aankopen uit speculatieve perspectieven mogen<br />
niet toegestaan worden.<br />
Het bestaande bedrijventerrein werd te weinig in rekening gebracht. De nieuwe<br />
toegangsweg moet op die mate aangelegd worden dat ze ook voor heel het<br />
bedrijventerrein kan fungeren. Het alternatief om een combinatie te zoeken als een<br />
ingang en uitgangsweg voor het bedrijventerrein moet ook bekeken worden om op deze<br />
manier het verkeer te spreiden. De volledige verkeerssituatie zal bij de inrichting mee in<br />
rekening moeten genomen worden. Hierbij moet aandacht besteed worden aan vlotte<br />
doorgang, zwaar vervoer (bvb Iemants) en bijzondere aandacht voor de veiligheid van<br />
de zwakke weggebruikers. Langs de N118 zou best aan de overkant ook een fietspad<br />
aangelegd worden. Het Agentschap Infrastructuur moet gewezen worden op hun<br />
verantwoordelijkheid als wegbeheerder voor de veiligheid van de fietsers. De<br />
verkeerssituatie zal bekeken worden in de inrichting van het gebied. Dit is echter zeer<br />
belangrijk zodat dit zeker ter aanbeveling aan het gemeentebestuur zal overgemaakt<br />
worden dat de verkeersituatie met de nodige aandacht zal aangepakt worden.
3 Varia<br />
Glosso<br />
Vanuit de vergadering wordt de vraag gesteld of de problematiek van het Glosso-circuit<br />
op de agenda voor de volgende vergadering kan geplaatst worden. De vergadering stelt<br />
dat de crossterreinen een provinciale bevoegdheid zijn en dat de permanente circuits<br />
vastgesteld werden. De vergadering is van oordeel dat het niet de taak is van de <strong>Gecoro</strong><br />
om in deze materie de betroffen overheid de vraag te stellen tot herbekijken van het<br />
dossier van de crossterreinen.<br />
Het Glosso terrein wordt niet op de agenda geplaatst.<br />
Fietspad Ravels<br />
Vanuit de vergadering wordt de vraag gesteld om het fietspad naar Ravels op de agenda<br />
van de volgende vergadering te zetten.<br />
De vergadering is van oordeel dat <strong>Gecoro</strong> in dit dossier niet de geschikte adviesinstantie<br />
is/<br />
Het agendapunt wordt niet weerhouden.<br />
Gedaan in voormelde vergadering :<br />
De secretaris De voorzitter<br />
get. S. Wuyts get. E. Damen<br />
Voor eensluidend uittreksel :<br />
De secretaris De voorzitter<br />
S. Wuyts E. Damen