Zegenen en gezegend worden - Protestantse Gemeente Zevenaar ...
Zegenen en gezegend worden - Protestantse Gemeente Zevenaar ...
Zegenen en gezegend worden - Protestantse Gemeente Zevenaar ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
woord uit de omgangstaal. M<strong>en</strong> gebruikte het om elkaar te begroet<strong>en</strong>, om elkaar te bedank<strong>en</strong>, om<br />
bij het afscheid elkaar het beste toe te w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>: vaar wel! Het wil altijd zegg<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hoopvol<br />
<strong>en</strong> positief met elkaar omgaan.<br />
In het scheppingsverhaal wordt verteld dat de schepper het lev<strong>en</strong> dat hij heeft geschap<strong>en</strong> zeg<strong>en</strong>t:<br />
op de vijfde dag word<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> gezeg<strong>en</strong>d (G<strong>en</strong>esis 1:22) <strong>en</strong> op de zesde dag de m<strong>en</strong>s (G<strong>en</strong>esis<br />
1:28). De verteller maakt duidelijk dat zeg<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> heeft met het geheim van het lev<strong>en</strong> dat zijn<br />
oorsprong in God vindt. Dat lev<strong>en</strong> zal goed zijn.<br />
Zeg<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> in de Bijbel vrijwel altijd m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, maar niet altijd. Zo lez<strong>en</strong> we dat de<br />
Eeuwige het werk van Jobs hand<strong>en</strong> (Job 1: 10) <strong>en</strong> zijn verdere lev<strong>en</strong> (Job 42:12) zeg<strong>en</strong>t, maar ook<br />
de woning van de rechtvaardig<strong>en</strong> (Spreuk<strong>en</strong> 3:33), het gewas (Psalm 65:11), het voedsel (Psalm<br />
132:15), het brood <strong>en</strong> water van wie hem di<strong>en</strong><strong>en</strong> (Exodus 23:25), de vrucht van bodem<br />
(Deuteronomium 7:13), het land (Deuteronomium 26:15), zijn kracht (Deuteronomium 33:11) <strong>en</strong> het<br />
werk van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>hand<strong>en</strong> (Deuteronomium 28:12).<br />
Waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gezeg<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, betreft het vooral m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die op de drempel van e<strong>en</strong> nieuwe fase<br />
in hun bestaan staan. De zeg<strong>en</strong> tilt h<strong>en</strong> in Gods naam over die drempel he<strong>en</strong> <strong>en</strong> geeft h<strong>en</strong> moed <strong>en</strong><br />
kracht. Ze word<strong>en</strong> dus gezeg<strong>en</strong>d met het oog op de toekomst. H<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> richting gewez<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />
weg naar e<strong>en</strong> wereld van sjaloom<br />
(rechtvaardige vrede voor m<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />
wereld), in het tweede deel van de<br />
Bijbel, het Nieuwe Testam<strong>en</strong>t,<br />
aangeduid als ‘Koninkrijk van God’.<br />
Enkele voorbeeld<strong>en</strong>. Mozes <strong>en</strong> Aäron<br />
zeg<strong>en</strong>d<strong>en</strong> priesters bij hun<br />
ambtsaanvaarding (Leviticus 9:23).<br />
Mozes zeg<strong>en</strong>de het volk voor zijn dood<br />
(Deuteronomium 33:1). Koning David<br />
zeg<strong>en</strong>de ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s het volk (2 Samuël<br />
19:39) <strong>en</strong> koning Salomo deed<br />
hetzelfde bij de inwijding van de<br />
tempel (1 Koning<strong>en</strong> 8:14, 55). Jozua<br />
zeg<strong>en</strong>de Kaleb (Jozua 14:13) <strong>en</strong><br />
koning David zeg<strong>en</strong>de Barzillai t<strong>en</strong><br />
afscheid (2 Samuël 19:39).<br />
Bernard Plockhorst (1825-1907), Jezus zeg<strong>en</strong>t de kinder<strong>en</strong>, 29 x 38 cm.<br />
6<br />
Vanaf de derde eeuw voor Christus<br />
werd het gebruikelijk dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
elkaar in diverse omstandighed<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
zeg<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> toebidd<strong>en</strong>. Dit kon<br />
gepaard gaan met handoplegging om<br />
nauwe verbond<strong>en</strong>heid met elkaar uit<br />
te drukk<strong>en</strong>. Op de avond voor de<br />
grote verzo<strong>en</strong>dag ging m<strong>en</strong> vaak naar<br />
e<strong>en</strong> rabbi of Schriftgeleerde om zijn<br />
kinder<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> zeg<strong>en</strong><strong>en</strong>. In het<br />
tweede deel van de Bijbel, het<br />
Nieuwe Testam<strong>en</strong>t, wordt verteld dat<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naar Jezus toekom<strong>en</strong> om hun<br />
kinder<strong>en</strong> door hem de lat<strong>en</strong> zeg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
(Marcus 10:13-16). Mogelijk was dat<br />
op zo’n avond van grote verzo<strong>en</strong>dag.<br />
In het Nieuwe Testam<strong>en</strong>t lez<strong>en</strong> we<br />
dat Jezus zijn leerling<strong>en</strong> niet slechts met e<strong>en</strong> boodschap, maar ook met e<strong>en</strong> zeg<strong>en</strong> de wereld in<br />
stuurde (Mattheüs 5:44; 10:13). In de briev<strong>en</strong> heeft de zeg<strong>en</strong> zijn plaats in de zeg<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />
vredegroet<strong>en</strong> die aan het begin <strong>en</strong> aan het eind van de briev<strong>en</strong> staan (Romein<strong>en</strong> 1:7; 16:20;<br />
<strong>en</strong>zovoort) <strong>en</strong> in de aansporing<strong>en</strong> tot vredeliev<strong>en</strong>dheid (Romein<strong>en</strong> 12:14 tot 1 Petrus 3:9). Zeg<strong>en</strong><br />
wordt sterk verbond<strong>en</strong> met de persoon van Christus (Galat<strong>en</strong> 3:6-4:7). God zeg<strong>en</strong>t de m<strong>en</strong>s in<br />
Christus die zelf e<strong>en</strong> <strong>en</strong> al zeg<strong>en</strong> is (Efeze 1:3). Soms is er sprake van het zeg<strong>en</strong><strong>en</strong> van God. Vaak<br />
wordt dit vertaald met lov<strong>en</strong>, prijz<strong>en</strong> of dankzegg<strong>en</strong> van God (Lucas 1:64; 2:28; 24:53; 1 Corinthe<br />
10:16; Jacobus 3:9).